Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52016DC0439

    VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD BETREFFENDE HET GARANTIEFONDS EN HET BEHEER ERVAN IN 2015

    COM/2016/0439 final

    Brussel, 5.7.2016

    COM(2016) 439 final

    VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

    BETREFFENDE HET GARANTIEFONDS EN HET BEHEER ERVAN IN 2015

    {SWD(2016) 220 final}


    Inhoudsopgave

    1.Inleiding

    2.Financiële positie van het Fonds per 31 december 2015

    2.1.Financiële stromen van het Fonds

    2.2.Belangrijke transacties

    2.3.Belangrijke transactie na de verslagdatum

    2.4.Presentatie van de rekeningen

    2.4.1.Grondslag voor de opstelling

    2.4.2.Enkelvoudige jaarrekening van het Fonds per 31 december 2015

    3.Middelen van het Fonds

    3.1.Rechtsgrondslag voor overmakingen uit de algemene begroting aan het Fonds

    3.2.Overmakingen uit of terugboekingen naar de algemene begroting in de loop van het begrotingsjaar

    3.2.1.Stortingen in het Fonds

    3.2.2.Rente over de belegging van de liquide middelen van het Fonds

    3.2.3.Inkomsten uit financiële operaties

    3.2.4.Opbrengsten en lasten uit hoofde van operationele activiteiten

    4.Passiva van het Fonds

    4.1.Betalingen voor in gebreke gebleven debiteuren

    4.2.Vergoeding van de EIB

    1.Inleiding

    Bij Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad van 25 mei 2009 (gecodificeerde versie) (hierna "de verordening" genoemd) 1 is een Garantiefonds (hierna "het Fonds" genoemd) ingesteld voor de terugbetaling van crediteuren van de Unie ingeval begunstigden van door de Europese Unie toegekende of gegarandeerde leningen in gebreke blijven. Overeenkomstig artikel 7 van de verordening heeft de Commissie het financiële beheer van het Fonds toevertrouwd aan de Europese Investeringsbank (EIB) in het kader van een overeenkomst tussen de Gemeenschap en de EIB die van 25 november 1994 dateert en vervolgens op 23 september 1996, 8 mei 2002, 25 februari 2008 en 9 november 2010 is gewijzigd (hierna "de overeenkomst" genoemd).

    In artikel 8 van de verordening is bepaald dat de Commissie uiterlijk op 31 mei van het volgende begrotingsjaar een jaarverslag over de stand en het beheer van het Fonds tijdens het voorgaande begrotingsjaar moet toezenden aan het Europees Parlement, de Raad en de Rekenkamer.

    Deze informatie wordt verstrekt in het voorliggende verslag in combinatie met het werkdocument van de diensten van de Commissie (SWD). Het verslag is gebaseerd op gegevens die conform de overeenkomst van de EIB zijn ontvangen.

    2.Financiële positie van het Fonds per 31 december 2015

    De financiële positie van het Fonds is de som van alle financiële stromen sinds de oprichting van het Fonds in 1994.

    2.1.Financiële stromen van het Fonds

    Het Fonds bedraagt 2 343 091 110,14 EUR (zie de bijlage bij het SWD: Jaarrekening van het Garantiefonds per 31 december 2015, zoals verstrekt door de EIB). Dit bedrag is de som sinds de instelling van het Fonds van de hierna vermelde stromen.

    Garantiefonds

    Bedrag per 31.12.2015

    Bedrag per 31.12.2014

    Verandering 2014-2015

    Bijdragen uit de begroting aan het Fonds

    4 000 358 104,00

    3 743 236 312,00

    257 121 792,00

    Gecumuleerd nettoresultaat van de begrotingsjaren

    940 394 573,31

    908 051 618,54

    32 342 954,77

    Teruggevorderde bedragen van door het Fonds gedane betalingen voor in gebreke gebleven debiteuren

    578 854 353,78

    578 854 353,78

    -

    Verandering in de post "Overige crediteuren"

    23 101 194,04

    23 084 839,03

    16 355,01

    Ontvangen provisie op laattijdig geïnde bedragen (in 2002)

    5 090 662,91

    5 090 662,91

    -

    Gehonoreerde garanties

    -705 104 452,97

    -644 939 881,42

    -60 164 571,55

    Gecumuleerde terugstorting in de begroting (incl. de buitengewone terugboeking naar de begroting wegens de toetreding van nieuwe lidstaten)

    -2 531 726 712,72

    -2 531 726 712,72

    -

    Aanpassing van de waardering van de portefeuille volgens de IFRS-waardering

    32 123 387,79

    56 101 855,45

    -23 978 467,66

    Boekwaarde van het Fonds (totale activa)

    2 343 091 110,14

    2 137 753 047,57

    205 338 062,57

    De boekwaarde van het Fonds is in 2015 met ongeveer 205 miljoen EUR gestegen. Deze stijging is te verklaren door het volgende:

    Boekwaardeverhogend

    Bijdrage uit de begroting (voorzieningsbedrag) van 257 miljoen EUR om het Fonds met het streefbedrag van 9% in overeenstemming te brengen.

    Netto-inkomsten uit financiële operaties ter grootte van 32 miljoen EUR.

    Boekwaardeverlagend

    Optreden van het Fonds ter dekking van wanbetalingen door Syrië voor in totaal 60 miljoen EUR.

    Vermindering van de waardering van de portefeuille met 24 miljoen EUR wegens de aanpassing van de waarde ervan voor de waardering tegen marktwaarde.

    2.2.Belangrijke transacties

    (1)Sinds november 2011 wordt de EIB geconfronteerd met betalingsachterstanden op Syrische overheidsleningen. Als gevolg daarvan en in overeenstemming met de garantieovereenkomst tussen de EU en de EIB heeft de EIB tot 31 december 2015 29 keer een beroep gedaan op het EU-Garantiefonds voor een totaalbedrag van 225,1 miljoen EUR (zie punt 4.1 "Betalingen voor in gebreke gebleven debiteuren").

    (2)In februari 2015 is de bijdrage uit de begroting aan het Fonds berekend overeenkomstig de artikelen 3 en 5 van de verordening.

    In artikel 3 van de verordening 2 is bepaald dat de middelen van het Fonds een streefbedrag moeten bereiken dat is vastgesteld op 9 % van het uitstaande bedrag in hoofdsom van het totaal van de verplichtingen die voortvloeien uit elke operatie, vermeerderd met de verschuldigde en niet-betaalde interesten.

    Krachtens artikel 5 van de verordening is het uit de begroting aan het Fonds over te maken bedrag in het jaar n + 1 gelijk aan het aan het begin van het jaar n berekende verschil tussen het streefbedrag en de waarde van de netto-activa van het Fonds aan het einde van het jaar n - 1.

    Om het Fonds met het percentage van 9 % van het uitstaande bedrag in hoofdsom in overeenstemming te brengen, is in de begroting voor 2016 een bedrag van 257,1 miljoen EUR opgenomen om in het Fonds te storten. Op 31.12.2014 bedroeg het streefbedrag 2 371,8 miljoen EUR, hetgeen overeenstemt met 9% van het uitstaande totaalbedrag aan gegarandeerde operaties (26 353,2 miljoen EUR). Het verschil tussen het streefbedrag en de netto-activa van het Fonds (2 114,7 miljoen EUR per 31.12.2014) was gelijk aan 257,1 miljoen EUR.

    Dit bedrag werd gevraagd voor de voorziening van het Fonds in 2016 en is in november 2015 door de Raad en het Europees Parlement in het kader van de vaststelling van de begroting van 2016 goedgekeurd. Vervolgens is het geboekt als een vordering van het Fonds op de begroting.

    (3)In februari 2015 is een met het voorzieningsbedrag voor 2015 overeenstemmend bedrag van 144,4 miljoen EUR uit de begroting in het Fonds gestort (voor nadere bijzonderheden, zie punt 3.2.1 "Stortingen in het Fonds").

    2.3.Belangrijke transactie na de verslagdatum

    In februari 2016 is een met het voorzieningsbedrag voor 2016 overeenstemmend bedrag van 257,1 miljoen EUR uit de begroting in het Fonds gestort.

    2.4.Presentatie van de rekeningen

    2.4.1.Grondslag voor de opstelling

    De jaarrekening van het Fonds is (evenals de enkelvoudige jaarrekening) opgesteld volgens de boekhoudregels die door de rekenplichtige van de Europese Commissie zijn vastgesteld, en met name boekhoudregel 11 (financiële instrumenten), zoals toegelicht in het SWD.

    2.4.2.Enkelvoudige jaarrekening van het Fonds per 31 december 2015

    De enkelvoudige jaarrekening van het Fonds wordt opgesteld om boekhoudverrichtingen op te nemen die niet in de door de EIB opgestelde jaarrekening van het Fonds zijn vervat (zie SWD). Dit impliceert dat er een verschil is tussen de totale waarde van de activa van het Fonds in de door de EIB opgestelde jaarrekening (2 343 091 110,14 EUR) en de totale waarde van de activa van het Fonds in de enkelvoudige jaarrekening (2 107 985 583 EUR). De enkelvoudige jaarrekening omvat, totdat de aan het Fonds verschuldigde bedragen volledig zijn terugbetaald, alle betalingsachterstanden en de te ontvangen achterstandsrente (inclusief alle bijzondere waardeverminderingen per 31.12.2015), alsmede andere overlopende posten 3 . Aan het einde van het jaar wordt bijgevolg een volledige jaarrekening voor het Fonds verkregen, die in de geconsolideerde jaarrekening van de EU zal worden opgenomen. De vlottende activa in de enkelvoudige jaarrekening omvatten ook een tijdelijke vordering op de EIB van 22 016 265 EUR voor nog niet gehonoreerde garanties, vermeerderd met daaraan gerelateerde bedragen, waarbij de EIB crediteur van Syrië blijft tot honorering van de garantie. De kortlopende verplichtingen omvatten een schuld aan de EIB van 22 763 789 EUR voor nog niet gehonoreerde garanties, vermeerderd met daaraan gerelateerde bedragen.

    Garantiefonds: enkelvoudige balans

    De enkelvoudige balans dient ter voorbereiding van de balans voor de consolidatie ervan in de geconsolideerde jaarrekening van de EU. De belangrijkste posten worden in de toelichting bij de balans uitgelegd.



    Balans – Activa

    31 december 2015

    31 december 2014

    VASTE ACTIVA

    1 614 233 483

    1 499 128 901

    Financiële activa

    1 614 233 483

    1 499 128 901

    VLOTTENDE ACTIVA

    493 752 100

    517 361 813

    Financiële activa

    387 792 573

    346 281 423

    Vorderingen

    22 016 264

    23 147 185

    Geldmiddelen en kasequivalenten

    83 943 262

    147 933 205

    TOTALE ACTIVA

    2 107 985 583

    2 016 490 714

    Balans - Passiva

    31 december 2015

    31 december 2014

    MIDDELEN VAN DE CONTRIBUANT

    2 082 760 780

    1 991 699 974

    Bijdrage van de Europese Commissie

    1 211 509 598

    1 067 100 081

    Reëlewaardereserve

    32 123 388

    56 101 855

    Ingehouden winsten

    839 127 794

    868 498 038

    LANGLOPENDE VERPLICHTINGEN

    -

    -

    KORTLOPENDE VERPLICHTINGEN

    25 224 803

    24 790 740

    Schulden

    25 224 803

    24 790 740

    TOTALE MIDDELEN + VERPLICHTINGEN VAN DE CONTRIBUANT

    2 107 985 583

    2 016 490 714


    Toelichting bij de balans:

    De post "Vorderingen" omvat de bedragen van leningen die zijn opgevraagd maar nog niet betaald (betaling in januari - maart 2016), vermeerderd met daaraan gerelateerde bedragen.

    Het verschil tussen "Ingehouden winsten" als bestanddeel van het eigen vermogen en de in het SWD gepresenteerde financiële positie van het Fonds is toe te schrijven aan de achtereenvolgende terugbetalingen aan het Fonds van gehonoreerde garanties en achterstandsbetalingen.

    De post "Schulden" omvat de garanties die op de balansdatum nog niet waren gehonoreerd, vermeerderd met daaraan gerelateerde bedragen, de overlopende aan de EIB te betalen invorderingsvergoedingen, de EIB-beheersvergoeding en de honoraria voor de externe audit.

    Garantiefonds: enkelvoudige economische resultatenrekening

    Net als voor de balans het geval is, wordt de enkelvoudige economische resultatenrekening opgesteld met het oog op de opname ervan in de geconsolideerde jaarrekening van de EU.

    2015

    2014

    Opbrengsten uit operationele activiteiten

    477 789

    263 355

    Lasten uit operationele activiteiten

    (1 591 683)

    (1 516 968)

    RESULTAAT VAN OPERATIONELE ACTIVITEITEN

    (1 113 894)

    (1 253 614)

    Financiële baten

    40 109 123

    35 209 330

    Financiële kosten

    (68 365 473)

    (149 238 663)

    FINANCIEEL RESULTAAT

    (28 256 350)

    (114 029 333)

    ECONOMISCH RESULTAAT VAN HET JAAR

    (29 370 244)

    (115 282 947)

    Toelichtingen bij de economische resultatenrekening:

    De "financiële kosten" bestaan in bijzondere waardeverminderingsverliezen op gesubrogeerde leningen welke met wanbetalingen verband houden (zie punt 4.1).

    3.Middelen van het Fonds

    In deze afdeling worden de financiële stromen van en naar het Fonds toegelicht.

    3.1.Rechtsgrondslag voor overmakingen uit de algemene begroting aan het Fonds

    De verordening verzekert een efficiënt gebruik van de begrotingsmiddelen door middelen in het Fonds te storten op grond van de feitelijke bedragen van de uitstaande gegarandeerde leningen. Naarmate het bedrag van de uitstaande verplichtingen stijgt, zal ook de EU-begrotingsbijdrage stijgen die vereist is om het streefbedrag voor het Fonds te handhaven.

    Het streefbedrag is vastgesteld op 9 % van het uitstaande bedrag in hoofdsom van het totaal van de verplichtingen van de Gemeenschappen die voortvloeien uit elke operatie, vermeerderd met de verschuldigde en niet-betaalde intresten, met inbegrip van alle soorten gedekte operaties (EIB-, MFB- en Euratom-leningen) buiten de EU. Het verschil tussen het streefbedrag en de waarde van de netto-activa van het Fonds resulteert in een overmaking uit begrotingsonderdeel 01.03.06 "Voorziening van het Garantiefonds" aan het Fonds, dan wel in een terugboeking uit het Fonds naar de begroting in geval van een surplus.

    3.2.Overmakingen uit of terugboekingen naar de algemene begroting in de loop van het begrotingsjaar

    3.2.1.Stortingen in het Fonds

    Op basis van het op 31.12.2013 uitstaande bedrag aan gegarandeerde operaties (23 609,2 miljoen EUR) is in de staat van uitgaven van de algemene begroting van de Europese Unie voor het jaar 2015 in begrotingsonderdeel 01.03.06 "Voorziening van het Garantiefonds" een bedrag van 144,4 miljoen EUR opgenomen. Dit bedrag is in februari 2015 in één enkele transactie uit de begroting aan het Fonds overgemaakt.

    3.2.2.Rente over de belegging van de liquide middelen van het Fonds

    Beleggingsbeleid

    De liquide middelen van het Fonds worden belegd volgens de beheersbeginselen vervat in de bijlage bij de overeenkomst, als gewijzigd 4 . Dienovereenkomstig moet 20 % van de middelen van het Fonds worden belegd in kortlopend papier (effecten met een looptijd van ten hoogste een jaar). Daaronder vallen variabel rentende effecten (ongeacht de looptijd ervan) en vastrentende effecten met een resterende looptijd van ten hoogste een jaar, ongeacht de oorspronkelijke looptijd ervan. Met het oog op een evenwichtige spreiding van de diverse instrumenten en het handhaven van de vereiste liquiditeit wordt ten minste 100 miljoen EUR in geldmarktinstrumenten belegd, en met name in bankdeposito's.

    Tot 80% van het Fonds kan worden geplaatst in een portefeuille van obligaties met een resterende looptijd van niet meer dan 10 jaar en 6 maanden vanaf de datum van betaling. De gemiddelde duur van de plaatsingen van alle activa van het Fonds mag niet meer bedragen dan 5 jaar. Bij de beleggingen in obligaties moet een aantal specifieke criteria, zoals liquiditeit, kredietkwaliteit, toelaatbaarheid van de tegenpartijen en concentratielimieten, worden gerespecteerd. Om voor een goede risicodiversificatie te zorgen, mag het totale bedrag dat in de obligaties van één enkele emittent is belegd, niet meer bedragen dan 10% van het totale nominale bedrag van de portefeuille.

    Rendement

    Tijdens het jaar 2015 hebben het heersende macro-economische klimaat en de zeer accommoderende monetairebeleidsomgeving in dalende, en vaak negatieve, rentevoeten geresulteerd.

    Het Fonds behaalde een absoluut rendement van +0,47 % gedurende 2015 en presteerde daarmee 0,9 basispunten boven zijn benchmark. De benchmark van het Fonds is hoofdzakelijk samengesteld uit iBoxx-indices (met name de indices "EUR Eurozone Sovereign" en "EUR Collateralized Covered") en Euribid voor de kortetermijnblootstellingen. 

    Het positieve rendement van het Fonds in 2015 is vooral te verklaren door de daling in het korte segment van de rendementscurves (zie punt 1.4.2 "Performance" van het SWD voor nadere bijzonderheden over de ontwikkelingen die zich in de loop van het jaar hebben voorgedaan).

    3.2.3.Inkomsten uit financiële operaties

    In 2015 bedroegen de rentebaten op geldmiddelen en kasequivalenten, de rentebaten op effecten en de opgelopen rentebaten op gesubrogeerde leningen 40 109 123 EUR, een bedrag dat als volgt kan worden uitgesplitst:

    Beschrijving

    2015

    2014

    Rentebaten op geldmiddelen en kasequivalenten

    17 621

    267 136

    Rente op kortetermijndeposito's

    6 496

    263 229

    Rente op rekeningen-courant bij banken

    11 125

    3 907

    Rentebaten op als beschikbaar voor verkoop aangemerkte activa

    24 226 548

    29 274 967

    Rente - Portefeuille als beschikbaar voor verkoop aangemerkte activa

    29 814 016

    30 590 691

    Agio/disagio

    (5 587 468)

    (1 315 724)

    Baten uit effectenuitleenactiviteiten

    115 810

    99 651

    Gerealiseerde baten op de verkoop van financiële activa

    9 176 574

    1 162 567

    Opgelopen rente op gesubrogeerde leningen

    6 572 571

    4 405 009

    Rente over de belegging van de liquide middelen van het Fonds

    40 109 123

    35 209 330



    3.2.4.Opbrengsten en lasten uit hoofde van operationele activiteiten

    Het resultaat uit hoofde van de operationele activiteiten bedroeg -1 113 894 EUR, bestaande uit de beheersvergoedingen van de EIB ten bedrage van 861 228 EUR, andere operationele lasten (hoofdzakelijk bewaarvergoedingen) ten bedrage van 190 955 EUR, de vergoedingen van externe audits ten bedrage van 39 500 EUR, niet-gerealiseerde wisselkoerswinsten op gesubrogeerde leningen ten bedrage van 477 789 EUR en transitorische aan de EIB te betalen invorderingsvergoedingen ten bedrage van 500 000 EUR (overeengekomen maximumbedrag).

    4.Passiva van het Fonds

    De passiva van het Fonds stemmen overeen met alle door het Fonds aangegane financiële verplichtingen.

    4.1.Betalingen voor in gebreke gebleven debiteuren

    Beroep op het Garantiefonds wegens wanbetalingen

    Naar aanleiding van de verslechterende situatie in Syrië hadden de Raad Buitenlandse Zaken, het Europees Parlement en de Raad al in 2011 besloten tot maatregelen ten aanzien van dat land. Meer in het bijzonder verboden zij betalingen door de EIB in verband met lopende leningsovereenkomsten en schortten zij alle EIB-overeenkomsten inzake de verlening van technische bijstand voor staatsprojecten in Syrië op. De beperkende maatregelen zijn daarna vastgelegd in Verordening (EU) nr. 36/2012 van de Raad van 18 januari 2012, als gewijzigd.

    Als gevolg hiervan zijn door de EIB sinds mei 2011 geen nieuwe financieringsoperaties meer uitgevoerd en zijn sinds november 2011 alle lopende betalingen en overeenkomsten inzake de verlening van technische bijstand aan de Arabische Republiek Syrië tot nader order opgeschort.

    Terwijl Syrië de afgelopen jaren de rente op zijn leningen volledig en tijdig aan de Bank had betaald, wordt de EIB sinds november 2011 geconfronteerd met achterstallige betalingen op leningen aan de Syrische overheid. Als gevolg daarvan en in overeenstemming met de garantieovereenkomst tussen de EU en de EIB heeft de EIB tot 31 december 2015 29 keer een beroep gedaan op het EU-Garantiefonds voor een totaalbedrag van 225,1 miljoen EUR. De betalingen voor de laatste 3 gehonoreerde garanties (ten belope van 22,1 miljoen EUR) vervallen in het eerste kwartaal van 2016.

    Gebeurtenissen na de verslagdatum

    Tot februari 2016 is een nieuw beroep voor een totaalbedrag van 7,8 miljoen EUR op de garantie gedaan wegens wanbetalingen in Syrië.

    4.2.Vergoeding van de EIB

    De EIB-vergoeding bestaat uit de beheersvergoedingen en de terugvorderingsvergoedingen. De beheersvergoedingen dekken het beheer van het Fonds. De invorderingsvergoedingen dekken de invorderingsinspanningen van de EIB betreffende vorderingen na wanbetalingen die onder de EU-garantie voor EIB-financieringsoperaties buiten de Unie vallen.

    In het van 8 mei 2002 daterende tweede aanhangsel van de overeenkomst is bepaald dat de vergoeding van de EIB wordt vastgesteld door op elke tranche van de activa van het Fonds degressieve jaarlijkse provisiepercentages toe te passen. De berekening van deze vergoeding gebeurt op basis van de jaarlijkse gemiddelde activa van het Fonds.

    Voor 2015 is de vergoeding van de EIB vastgesteld op 861 228 EUR. Ze is in de economische resultatenrekening opgenomen en op de passiefzijde van de balans als overlopende post geboekt.

    De aan de EIB verschuldigde invorderingsvergoedingen worden berekend op basis van de invorderingsovereenkomst die in juli 2014 door de Commissie en de Bank is ondertekend. Eind 2015 bedroegen de gecumuleerde lopende terugvorderingsvergoedingen 1 560 285 EUR.

    (1) PB L 145 van 10.6.2009, blz. 10; bij de verordening is Verordening (EG, Euratom) nr. 2728/94 van de Raad van 31 oktober 1994 tot instelling van een Garantiefonds gecodificeerd en ingetrokken.
    (2) De verordening bepaalt dat door het Fonds gedekte leningen en garanties ten gunste van toetredingslanden ook na de toetredingsdatum door de EU-garantie gedekt blijven. Aangezien het vanaf die datum echter niet meer om een extern optreden van de EU gaat, worden deze leningen en garanties rechtstreeks gedekt door de algemene begroting van de Europese Unie en niet langer door het Fonds.
    (3) De andere overlopende posten omvatten onder meer wisselkoersverschillen en aan de EIB te betalen terugvorderingsvergoedingen.
    (4) Gewijzigd bij aanhangsel 1 van 23 september 1996, aanhangsel 2 van 8 mei 2002, aanhangsel 3 van 25 februari 2008 en aanhangsel 4 van 9 november 2010.
    Top