Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52015TA1209(37)

    Verslag over de jaarrekening van het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten betreffende het begrotingsjaar 2014 vergezeld van het antwoord van het Bureau

    PB C 409 van 9.12.2015, p. 334–341 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    9.12.2015   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 409/334


    VERSLAG

    over de jaarrekening van het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten betreffende het begrotingsjaar 2014 vergezeld van het antwoord van het Bureau

    (2015/C 409/37)

    INLEIDING

    1.

    Het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (hierna: „Bureau” ofwel „FRA”), gevestigd te Wenen, werd opgericht bij Verordening (EG) nr. 168/2007 van de Raad (1). Het Bureau heeft ten doel, de betrokken instanties van de Unie en haar lidstaten bij de toepassing van het recht van de Unie betreffende de grondrechten bijstand en expertise te verlenen (2).

    TOELICHTING BIJ DE BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

    2.

    De door de Rekenkamer gehanteerde controleaanpak omvat cijferanalyses, rechtstreekse toetsing van verrichtingen en een beoordeling van de essentiële beheersingsmaatregelen van de toezicht- en controlesystemen van het Bureau. Hierbij komt nog controle-informatie afkomstig uit het werk van andere controleurs en een analyse van de „management representations”.

    BETROUWBAARHEIDSVERKLARING

    3.

    Overeenkomstig het bepaalde in artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) controleerde de Rekenkamer:

    a)

    de jaarrekening van het Bureau, die bestaat uit de financiële staten (3) en de verslagen over de uitvoering van de begroting (4) betreffende het per 31 december 2014 afgesloten begrotingsjaar, en

    b)

    de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de rekening.

    De verantwoordelijkheid van de leiding

    4.

    De leiding is verantwoordelijk voor het opstellen en de getrouwe weergave van de jaarrekening van het Bureau, alsmede voor de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen (5):

    a)

    De verantwoordelijkheden van de leiding inzake de jaarrekening van het Bureau omvatten het opzetten, invoeren en in stand houden van een internebeheersingssysteem met betrekking tot de opstelling en de getrouwe weergave van financiële staten die geen materiële afwijkingen als gevolg van fraude of fouten bevatten, het kiezen en toepassen van adequate grondslagen voor financiële verslaglegging op basis van de door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels (6) en het maken van boekhoudkundige schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. De directeur keurt de jaarrekening van het Bureau goed nadat de rekenplichtige deze heeft voorbereid op basis van alle beschikbare gegevens en een toelichting bij de jaarrekening heeft opgesteld waarin hij onder meer verklaart dat hij redelijke zekerheid heeft dat deze op alle materiële punten een getrouw beeld geeft van de financiële positie van het Bureau.

    b)

    De verantwoordelijkheden van de leiding inzake de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen en de inachtneming van het beginsel van goed financieel beheer omvatten het opzetten, invoeren en in stand houden van een doeltreffend en doelmatig internebeheersingssysteem waarbij ook naar behoren toezicht wordt uitgeoefend en passende maatregelen worden getroffen ter voorkoming van onregelmatigheden en fraude en, indien nodig, rechtsvervolging wordt ingesteld om onverschuldigd betaalde of verkeerd gebruikte middelen terug te vorderen.

    De verantwoordelijkheid van de controleur

    5.

    De Rekenkamer heeft de verantwoordelijkheid om op basis van haar controle aan het Europees Parlement en de Raad (7) een verklaring voor te leggen over de betrouwbaarheid van de jaarrekening en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen. De Rekenkamer verricht haar controle overeenkomstig de internationale controlestandaarden en de regels inzake beroepsethiek van IFAC en de internationale standaarden van hoge controle-instanties van INTOSAI. Volgens die standaarden moet de Rekenkamer de controle zodanig plannen en uitvoeren dat redelijke zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening van het Bureau geen materiële afwijkingen bevat en de onderliggende verrichtingen bij die rekening wettig en regelmatig zijn.

    6.

    De controle houdt in dat procedures worden uitgevoerd om controle-informatie te verkrijgen over de bedragen en mededelingen in de rekeningen en over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen. De selectie van de procedures is afhankelijk van het oordeel van de controleur, dat is gebaseerd op de inschatting van de risico’s op materiële afwijkingen in de rekeningen en op materiële niet-conformiteit van de onderliggende verrichtingen met vereisten uit de regelgeving van de Europese Unie, hetzij door fraude, hetzij door fouten. Bij deze risico-inschatting kijkt de controleur naar de internebeheersingsmaatregelen met betrekking tot de opstelling en getrouwe weergave van de rekeningen en naar de toezicht- en controlesystemen die worden gehanteerd ter waarborging van de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen en zet hij controleprocedures op die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn. Bij de controle worden tevens de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaglegging en de redelijkheid van de boekhoudkundige schattingen beoordeeld, evenals de algehele presentatie van de rekeningen. Bij de voorbereiding van dit verslag en de betrouwbaarheidsverklaring heeft de Rekenkamer rekening gehouden met de controlewerkzaamheden die de onafhankelijke extern controleur heeft verricht ten aanzien van de rekeningen van het Bureau, zoals bepaald in artikel 208, lid 4, van het Financieel Reglement van de EU (8).

    7.

    De Rekenkamer is van oordeel dat de verkregen controle-informatie toereikend is en geschikt als grondslag voor haar betrouwbaarheidsverklaring.

    Oordeel over de betrouwbaarheid van de rekeningen

    8.

    Naar het oordeel van de Rekenkamer geeft de jaarrekening van het Bureau op alle materiële punten een getrouw beeld van zijn financiële situatie per 31 december 2014 en van de resultaten van zijn verrichtingen en kasstromen in het op die datum afgesloten jaar, overeenkomstig de bepalingen van zijn Financieel Reglement en de door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels.

    Oordeel over de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen bij de rekeningen

    9.

    Naar het oordeel van de Rekenkamer zijn de onderliggende verrichtingen bij de jaarrekening betreffende het per 31 december 2014 afgesloten begrotingsjaar op alle materiële punten wettig en regelmatig.

    10.

    De hiernavolgende opmerkingen doen niets af aan de oordelen van de Rekenkamer.

    OPMERKINGEN OVER HET BEGROTINGSBEHEER

    11.

    De begrotingskredieten voor 2014 waren volledig vastgelegd. Het niveau van de naar 2015 overgedragen vastgelegde kredieten was echter hoog voor titel II (administratieve uitgaven): 5 51  466 euro ofwel 25 % (2013: 5 79  429 euro ofwel 27 %), en voor titel III (beleidsuitgaven): 5 8 48  956 euro ofwel 75 % (2013: 5 6 25  444 euro ofwel 69 %).

    12.

    De overgedragen kredieten onder titel II hebben hoofdzakelijk betrekking op de geplande aanschaf van IT-goederen en -diensten die pas in 2015 moesten worden betaald. De overdrachten onder titel III zijn voornamelijk het gevolg van het meerjarige karakter van de operationele projecten van het Bureau, waarbij betalingen worden verricht volgens de planning.

    ANDERE OPMERKING

    13.

    In 2005 werd het nieuwe EU-Statuut van kracht, met inbegrip van bepalingen dat de toekomstige bezoldiging van vóór 1 mei 2004 aangeworven ambtenaren niet minder mag bedragen dan krachtens het eerdere EU-Statuut. Uit de controle van de Rekenkamer bleek dat hier niet aan werd voldaan en dat dit bij 10 van de 26 toenmalige werknemers leidde tot onderbetaling van in totaal 45  892 euro voor de periode 2005-2014. Het Bureau zal te zijner tijd aanvullende salarisbetalingen doen.

    FOLLOW-UP VAN DE OPMERKINGEN VAN HET VOORGAANDE JAAR

    14.

    Bijlage I bevat een overzicht van de corrigerende maatregelen die zijn getroffen naar aanleiding van de opmerkingen van de Rekenkamer van het voorgaande jaar.

    Dit verslag werd door kamer IV onder voorzitterschap van de heer Milan Martin CVIKL, lid van de Rekenkamer, te Luxemburg vastgesteld op haar vergadering van 8 september 2015.

    Voor de Rekenkamer

    Vítor Manuel da SILVA CALDEIRA

    President


    (1)  PB L 53 van 22.2.2007, blz. 1.

    (2)  Ter informatie geeft bijlage II een overzicht van de bevoegdheden en activiteiten van het Bureau.

    (3)  Deze omvatten de balans en de staat van de financiële resultaten, de tabel van de kasstromen, de staat van de veranderingen van de nettoactiva en een overzicht van de belangrijkste grondslagen voor financiële verslaglegging en andere toelichtingen.

    (4)  Deze omvatten de resultatenrekening van de begrotingsuitvoering en de bijlage daarbij.

    (5)  Artikelen 39 en 50 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie (PB L 328 van 7.12.2013, blz. 42).

    (6)  De door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels zijn afgeleid van de International Public Sector Accounting Standards (IPSAS), uitgebracht door de Internationale Federatie van Accountants of, waar van toepassing, de International Accounting Standards (IAS)/International Financial Reporting Standards (IFRS), uitgebracht door de International Accounting Standards Board.

    (7)  Artikel 107 van Verordening (EU) nr. 1271/2013.

    (8)  Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1).


    BIJLAGE I

    Follow-up van de opmerkingen van het voorgaande jaar

    Jaar

    Opmerking van de Rekenkamer

    Stand van de corrigerende maatregel

    (Afgerond/Loopt nog/Nog af te handelen/N.v.t.)

    2013

    In 2013 was het algemene niveau van vastgelegde kredieten 100 %, hetgeen erop wijst dat vastleggingen tijdig werden gedaan. Toch lag het niveau van naar 2014 overgedragen vastgelegde kredieten hoog, met 5 79  429 euro (27 %) voor titel II (administratieve uitgaven) en 5 6 25  444 euro (69 %) voor titel III (beleidsuitgaven).

    N.v.t.

    2013

    De overgedragen kredieten onder titel II hebben hoofdzakelijk betrekking op de geplande aanschaf van IT-goederen en -diensten. De overdrachten onder titel III zijn voornamelijk het gevolg van het meerjarige karakter van de operationele projecten van het Bureau, waarbij betalingen worden verricht volgens de planning.

    N.v.t.


    BIJLAGE II

    Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (Wenen)

    Bevoegdheden en activiteiten

    Bevoegdheden van de Unie volgens het Verdrag

    Verzamelen van informatie

    Voor de vervulling van de haar opgedragen taken kan de Commissie, binnen de grenzen en onder de voorwaarden door de Raad met gewone meerderheid overeenkomstig de bepalingen van de Verdragen vastgesteld, alle gegevens verzamelen en alle noodzakelijke verificaties verrichten (Artikel 337).

    Bevoegdheden van het Bureau

    (Verordening (EG) nr. 168/2007 van de Raad)

    Doelstellingen

    De betrokken instellingen, organen, instanties en agentschappen van de Unie en haar lidstaten bij de uitvoering van het recht van de Unie bijstand en expertise verlenen op het gebied van de grondrechten om hen te helpen de grondrechten ten volle te eerbiedigen wanneer zij op hun respectieve bevoegdheidsgebieden maatregelen nemen of acties uitwerken.

    Taken

    Relevante, objectieve, betrouwbare en vergelijkbare informatie en gegevens verzamelen, registreren, analyseren en verspreiden;

    methoden en normen ontwikkelen ter verbetering van de vergelijkbaarheid, objectiviteit en betrouwbaarheid van de gegevens op Europees niveau;

    wetenschappelijk onderzoek, enquêtes, voorbereidende en haalbaarheidsstudies uitvoeren en daaraan zijn medewerking verlenen of deze aanmoedigen;

    ten behoeve van de instellingen van de Unie en de lidstaten bij de uitvoering van het recht van de Unie conclusies en adviezen over specifieke onderwerpen opstellen en publiceren;

    een jaarverslag over grondrechtenvraagstukken publiceren die op het werkterrein van het Bureau liggen;

    thematische verslagen op basis van zijn analyses, onderzoek en enquêtes publiceren;

    een jaarverslag over zijn activiteiten publiceren;

    een communicatiestrategie ontwikkelen en de dialoog met het maatschappelijk middenveld bevorderen om het bewustzijn bij het publiek van de grondrechten te vergroten en actief bekendheid aan zijn werk te geven.

    Organisatie

    Raad van bestuur

    Samenstelling

    Één door elke lidstaat aangewezen onafhankelijk persoon, één door de Raad van Europa aangewezen onafhankelijk persoon en twee vertegenwoordigers van de Commissie.

    Taken

    Vaststellen van de begroting, het werkprogramma en de jaarverslagen. Vaststellen van de definitieve begroting en de lijst van het aantal ambten. Advies uitbrengen over de definitieve rekeningen.

    Dagelijks bestuur

    Samenstelling

    De voorzitter van de raad van bestuur;

    de vicevoorzitter van de raad van bestuur;

    één vertegenwoordiger van de Commissie;

    twee andere verkozen leden van de raad van bestuur;

    de door de Raad van Europa in de raad van bestuur aangewezen persoon kan aan de vergaderingen van het dagelijks bestuur deelnemen.

    Wetenschappelijk comité

    Samenstelling

    Elf onafhankelijke personen die hooggekwalificeerd zijn op het gebied van de grondrechten.

    Benoemd door de raad van bestuur na een transparante sollicitatie- en selectieprocedure.

    Directeur

    Benoemd door de raad van bestuur op voorstel van de Commissie, met inachtneming van het advies van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie (die hun voorkeur aangeven).

    Externe controle

    Europese Rekenkamer.

    Interne audit

    Dienst Interne Audit van de Europese Commissie (DIA).

    Kwijtingverlenende autoriteit

    Europees Parlement, op aanbeveling van de Raad.

    In 2014 (2013) ter beschikking van het Bureau gestelde middelen

    Definitieve begroting

    21,52(21,62) miljoen euro waarvan 99 % (99 %) subsidie van de Unie.

    Personeelsbestand per 31 december 2014

    75 (78) posten in de lijst van het aantal ambten, waarvan 74 (75) bezet;

    +

    38 (38) andere dienstverbanden (arbeidscontractanten, gedetacheerde nationale deskundigen).

    Totaal aantal personeelsleden: 113 (116) voor de vervulling van de volgende taken:

    uitvoerende taken: 72 (75)

    administratieve taken: 32 (33)

    gemengde taken 9 (8).

    Producten en diensten 2014 (2013)

    FRANET

    Aantal bijdragen van de 28 contractanten (nationale groepen): 223 (403)

    Aantal bijdragen van de partner die is belast met EU- en internationale analyse: 1 (1)

    Aantal bijdragen van de partner die is belast met vergelijkende analyse: 1 (2)

    Aantal vergaderingen: 3 (3) (één met 11 deelnemers, één met 9 deelnemers en één met 56 deelnemers)

    Onderzoeksverslagen

    Aantal verslagen: 23 (19) plus 96 (12) taalversies

    Online gegevensvisualisaties: 5 (2) plus 2 (0) taalversies

    Aantal vergaderingen: 0 (1)

    Jaarverslagen: 2 (2) plus 3 (2) taalversies

    Samenvatting van het jaarverslag: 1 (1) plus 1 (2) taalversies

    FRA-adviezen: 1 (2) plus 4 taalversies

    E-book van het FRA-jaarverslag 2013: 0 (1) plus 0 (1) taalversies

    Factsheets: 2 (4) plus 21 (71) taalversies

    Niet-onderzoeksdocumenten

    Diverse FRA-publicaties: 59 (20)

    Posters: 53 (15)

    Voornaamste conferenties en evenementen

    Conferentie over de grondrechten: 1 (1)

    FRA-symposium: 0 (1)

    Vergadering van het Platform voor de grondrechten: 1 (1)

    Gezamenlijke evenementen met de EU-voorzitterschappen: 2 (1)

    Samenwerking met instellingen en organen op EU- en lidstaatniveau

    Lidstaten: 89 (29)

    Raad van de EU: 25 (19)

    Europese Commissie: 22 (22)

    Europees Parlement: 25 (15)

    Dienst extern optreden van de EU: 1 (4)

    EU-agentschappen en overige organen: 33 (23)

    Europees Hof van Justitie: 2 (2)

    Comité van de Regio’s: 1 (1)

    Europees Economisch en Sociaal Comité: 1 (0)

    Europese Ombudsman: 2 (2)

    Platform voor de grondrechten: 3 (3)

    Raad van Europa: 32 (25)

    OVSE: 4 (4)

    Verenigde Naties: 9 (9)

    Gespecialiseerde organen (nationale mensenrechtenorganisaties en organen voor de bevordering van gelijke behandeling): 12 (8)

    Overige vergaderingen en rondetafelconferenties: 10 (7)

    Bron: Door het Bureau verstrekte bijlage.


    ANTWOORD VAN HET BUREAU

    11-12.

    Het Bureau verheugt zich over het begrip dat de Rekenkamer toont voor de goed gecontroleerde en gerechtvaardigde overdrachten. Het Bureau wijst ook op het lage percentage annuleringen (zelfs als dit in de huidige fase nog niet bekend is voor 2014) van jaarlijks ongeveer 2 %, hetgeen duidt op een eindresultaat van meer dan 99 %. Wij beschouwen dit als de beste indicator voor goede begrotingsuitvoering.

    13.

    In aansluiting op de opmerking van de Rekenkamer heeft het Bureau de noodzakelijke corrigerende maatregelen getroffen en de aanvullende salarissen uitbetaald.


    Top