This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52014PC0344
Proposal for a DIRECTIVE OF THE EUROPEAN PARLIAMENT AND OF THE COUNCIL on the dissemination of Earth observation satellite data for commercial purposes
Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de verspreiding van gegevens van aardobservatiesatellieten voor commerciële doeleinden
Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de verspreiding van gegevens van aardobservatiesatellieten voor commerciële doeleinden
/* COM/2014/0344 final - 2014/0176 (COD) */
Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de verspreiding van gegevens van aardobservatiesatellieten voor commerciële doeleinden /* COM/2014/0344 final - 2014/0176 (COD) */
TOELICHTING 1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL In de mededeling van de Commissie over het
EU-industriebeleid op het gebied van de ruimtevaart van februari 2013 met als
titel "Benutting van de economische groeimogelijkheden in de
ruimtevaartsector"[1]
wordt de totstandbrenging van een omvattend regelgevingskader ter verbetering
van de juridische coherentie en ter bevordering van de totstandkoming van een
Europese markt voor ruimtevaartproducten en -diensten aangegeven als een van de
doelstellingen van een EU-industriebeleid op het gebied van de ruimtevaart. In
dit verband wordt er in de mededeling met name op gewezen dat eventueel een
regelgevingsinitiatief inzake de productie en verspreiding van
satellietgegevens met hoge resolutie voor commerciële doeleinden zou kunnen
worden genomen. In de conclusies van de Raad van 30 mei 2013 over de
bovengenoemde mededeling wordt onderkend dat bestaande juridische kaders moeten
worden bekeken met als doel de beveiliging, de veiligheid, de duurzaamheid en
de economische ontwikkeling van ruimtevaartactiviteiten te bevorderen, en wordt
de Commissie verzocht na te gaan of er een wetgevingskader voor ruimtevaart
moet komen om de correcte werking van de interne markt te garanderen. In overeenstemming met het bovenstaande
betreft dit voorstel de verspreiding van gegevens van aardobservatiesatellieten
binnen de Unie voor commerciële doeleinden, en met name de kwestie van het
definiëren en controleren van satellietgegevens met hoge resolutie (HRSD) als
afzonderlijke categorie gegevens waarvoor een gedifferentieerde regelgeving
nodig is wanneer de gegevens voor commerciële doeleinden worden verspreid. Het
voorstel beoogt de goede werking en de ontwikkeling van de interne markt voor
aan satellietgegevens met hoge resolutie gerelateerde producten en diensten te
waarborgen door de totstandbrenging van een transparant, billijk en
samenhangend rechtskader voor alle lidstaten. Deze richtlijn is noodzakelijk
daar er op het niveau van de EU-wetgeving geen uitdrukkelijke garanties zijn
dat de verspreiding van satellietgegevens door commerciële exploitanten binnen
de Unie vrij en onbeperkt moet zijn, met uitzondering van de verspreiding van
gegevens die kunnen worden gedefinieerd als satellietgegevens met hoge
resolutie, waarop toezicht moet worden uitgeoefend wegens het grotere
potentiële risico dat de ongeautoriseerde verwerking ervan met zich mee kan
brengen. Bovendien is er op het niveau van de nationale regelgeving geen
gemeenschappelijke aanpak voor de behandeling van satellietgegevens met hoge
resolutie en voor diensten en producten die van deze gegevens zijn afgeleid.
Dit leidt tot een versnipperd regelgevingskader in Europa dat wordt gekenmerkt
door een gebrek aan samenhang, transparantie en voorspelbaarheid en dat
bijgevolg verhindert dat de markt zijn volledige potentieel tot ontwikkeling
brengt. Voorts is het, gezien het toenemende aantal lidstaten met capaciteiten
op het gebied van hogeresolutiegegevens, waarschijnlijk dat het probleem van de
fragmentatie van het toepasselijke regelgevingskader nog wordt verergerd,
waardoor nieuwe belemmeringen voor de interne markt en grotere hinderpalen voor
het concurrentievermogen zullen ontstaan. Om deze problemen te verhelpen, voorziet dit
voorstel in een onderlinge aanpassing van de wetgeving van de lidstaten op het
gebied van de verspreiding van satellietgegevens teneinde de samenhang te
waarborgen. Het zal ertoe bijdragen de bureaucratische belemmeringen voor de
industrie te verminderen en de nodige inspanningen voor de naleving van de
wettelijke voorschriften te verlichten. De voorspelbaarheid voor zakendoen zal
verbeteren doordat er duidelijker voorwaarden zullen zijn voor de oprichting en
exploitatie van ondernemingen. De bedrijfsverliezen die kunnen voortvloeien uit
het ontbreken van duidelijke en voorspelbare voorwaarden voor data-acquisitie
zullen worden beperkt en er zullen nieuwe zakenkansen kunnen worden
gerealiseerd. Er zullen aanzienlijke positieve effecten worden gecreëerd voor
de oprichting en exploitatie van ondernemingen die satellietgegevens met hoge
resolutie aanbieden, en voor de verkoop van gegevens. 2. RESULTATEN
VAN DE RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING Gedurende een periode van bijna twee jaar
heeft de Commissie, rechtstreeks of via externe consultants, overleg gepleegd
met alle institutionele actoren in de lidstaten en met een breed scala van
actoren in de waardeketen op het gebied van ruimtevaart- en geospatiale
activiteiten, over aan dit voorstel gerelateerde thema's. In het kader van twee studies die in opdracht
van de Commissie door externe consultants zijn uitgevoerd, werd een analyse
gemaakt van het bestaande regelgevingskader betreffende HRSD; de resultaten van
de studies werden, naast andere bronnen, gebruikt als input voor de
effectbeoordeling van de Commissie. Uit de studies kwamen uiteenlopende regels
en methoden voor de verspreiding van HRSD naar voren. Deskundigen uit Duitsland en Frankrijk, tot
dusver de enige lidstaten die specifieke wetgeving op dit gebied hebben
vastgesteld voor de regulering van hun technische capaciteiten op het gebied
van HRSD, hebben de Commissie nadere gegevens verstrekt betreffende de
specifieke regelgevingssystemen die in hun land zijn geïmplementeerd. Bij deze
gelegenheid hebben zij te kennen gegeven positief te staan tegenover het idee
van een gemeenschappelijk EU-kader. Tijdens de in maart 2012 gehouden workshop
met juridische deskundigen op het gebied van ruimtezaken werd bevestigd dat het
regelgevingskader voor satellietgegevens in Europa gefragmenteerd is. Tussen
maart 2012 en oktober 2013 heeft de Commissie haar beschouwingen over HRSD
meermaals gepresenteerd aan de Deskundigengroep ruimtevaartbeleid, die
samengesteld is uit nationale ruimtedeskundigen. De problemen en de opties voor
regelgevende maatregelen werden besproken. In juni en juli 2013 werd een raadpleging van
belanghebbenden gehouden door middel van een onlinevragenlijst gericht aan de
wederverkopers van gegevens, alsook een openbare hoorzitting om kennis te nemen
van de standpunten van de aanbieders en de wederverkopers van gegevens. De belangrijkste conclusies van deze
raadplegingen kunnen als volgt worden samengevat: –
de vertegenwoordigers van de industrie en met name
de wederverkopers van gegevens bevestigen dat het bestaande kader voor de distributie
van satellietgegevens en met name HRSD onvoldoende transparant en voorspelbaar
is en geen gelijke behandeling waarborgt, en bijgevolg verhindert dat de markt
zijn volledige potentieel tot ontwikkeling brengt. Een grote meerderheid is van
mening dat het ondernemingsklimaat zou worden verbeterd door maatregelen om
deze situatie te verhelpen; –
de lidstaten staan in het algemeen open voor de
aanneming van een gemeenschappelijke EU-aanpak ten aanzien van de verspreiding
van satellietgegevens, waarbij uitdrukkelijke garanties worden geboden voor het
vrije verkeer van satellietgegevens met lage resolutie en met name wordt
gezorgd voor een effectieve en geïntegreerde behandeling van beveiligings- en
marktvraagstukken betreffende satellietgegevens met hoge resolutie. De
toegepaste maatregelen moeten evenredig zijn en het noodzakelijke
beveiligingsniveau waarborgen. De lidstaten hebben ook benadrukt dat de
uiteindelijke verantwoordelijkheid voor beslissingen in verband met beveiliging
bij de nationale autoriteiten moet blijven. In de bij dit voorstel gevoegde
effectbeoordeling worden – naast het basisscenario – drie beleidsopties
aangegeven waarmee wordt beoogd de doelstellingen te verwezenlijken door de
totstandbrenging van een kader voor de verwerking en verspreiding van
aardobservatiegegevens in de Europese Unie: Optie 1 - Basisscenario, Optie 2 -
Aanbevelingen en richtsnoeren, Optie 3 - Basiswetgevingsinstrument, en Optie 4
- Uitgebreid wetgevingsinstrument. De geconstateerde problemen, onder meer een
gebrek aan transparantie, voorspelbaarheid en gelijke behandeling, zijn het
gevolg van het ontbreken van een gemeenschappelijke definitie van
satellietgegevens met hoge resolutie, kadercriteria om te bepalen of
satellietgegevens met hoge resolutie als gevoelig moeten worden beschouwd,
duidelijke autorisatieprocedures, garanties in verband met het vrije verkeer,
en duidelijke voorschriften voor degenen die zich als HRSD-dataprovider willen
vestigen. Al deze beleidsopties, behalve het basisscenario, zijn erop gericht
om deze problemen aan te pakken. Het verschil tussen de opties 3 en 4 betreft
de werkingssfeer; optie 4 voorziet namelijk in de verlening van een vergunning
om de status van dataprovider te verkrijgen, terwijl optie 3 dit aan de
lidstaten overlaat. Optie 3 is de optie die de voorkeur wegdraagt
omdat daarin een goed niveau van economische, strategische en sociale voordelen
wordt gecombineerd met een hoge mate van effectiviteit en efficiëntie, terwijl
de lidstaten tegelijkertijd zoveel mogelijk ruimte wordt gelaten om toezicht
uit te oefenen op dataproviders op hun grondgebied. 3. JURIDISCHE
ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL Aangezien het initiatief voorziet in
harmonisatie om de correcte instelling en werking van de interne markt te
verzekeren, is artikel 114 VWEU de juiste rechtsgrondslag voor de richtlijn. Die verdragsbepaling is in het algemeen van
toepassing op twee verschillende soorten situaties: –
wanneer de wetgeving bijdraagt tot het wegnemen van
waarschijnlijke belemmeringen voor de uitoefening van fundamentele vrijheden; –
wanneer de wetgeving bijdraagt tot de opheffing van
aanzienlijke concurrentieverstoringen die waarschijnlijk zouden voortvloeien
uit de uiteenlopende nationale voorschriften. De jurisprudentie heeft de praktische norm
voor de toetsing van de voorstellen uit hoofde van art. 114 VWEU vastgesteld
door te bepalen dat de bevorderde maatregelen echt tot doel moeten hebben de
voorwaarden voor de instelling en de werking van de interne markt te
verbeteren, en daadwerkelijk dat effect kunnen hebben.[2] Dit voorstel is om de volgende redenen in
overeenstemming met de eisen die voortvloeien uit het gebruik van artikel 114
VWEU: –
ten eerste wordt met de uitdrukkelijke garanties
voor het vrije verkeer van satellietgegevens met lage resolutie verduidelijkt dat
alle gegevens die niet onder de definitie vallen, zullen worden beschouwd als
"bedrijfsklaar", geschikt om onverwijld vrij te worden verspreid
zodat de bedrijfscycli een onbelemmerd verloop kennen (artikel 5); –
ten tweede zal het door de vaststelling van
gemeenschappelijke technische parameters voor HRSD (artikel 4) mogelijk zijn om
een gemeenschappelijk toepassingsgebied voor de voorgestelde wettelijke
regeling te omschrijven en de interne markt voor HRSD af te bakenen als
specifieke component van de aardobservatiemarkt. Voorts maakt de
verduidelijking van de vraag welke soort of kwaliteit satellietgegevens
veiligheidsbelangen kunnen schaden en daarom slechts onder bepaalde voorwaarden
mogen worden verspreid, het mogelijk om de meest geschikte procedurele eisen
vast te stellen om het publiek te vrijwaren; –
ten derde heeft deze richtlijn, doordat zij de
samenhang, de transparantie en de voorspelbaarheid van het regelgevingskader
verbetert, tot doel met de nationale rechtspraak verband houdende belemmeringen
voor het vrije verkeer van HRSD-gegevens in de Unie op te heffen/te voorkomen
overeenkomstig de bepalingen inzake screening of autorisatie. Het is de
bedoeling dat de overeenkomstig deze richtlijn goedgekeurde verspreiding van
HRSD naderhand niet kan worden herbeoordeeld, verhinderd of beperkt, in zoverre
de verspreiding voldoet aan de uitgevoerde screening of verleende autorisatie
(artikel 6, lid 3); –
ten vierde voorziet dit voorstel, dat gericht is op
positieve integratie, in de basisprocedures voor de verspreiding van HRSD,
waardoor de gelijke en niet-discriminerende behandeling van alle wederverkopers
van gegevens in de EU door de dataproviders wordt bevorderd, waarschijnlijke
concurrentieverstoringen worden voorkomen, en bovendien de op het gebied van HRSD
geboden marktkansen worden vergroot (de artikelen 7 en 8). De voor het voorstel gekozen regelgevende
aanpak is die van gedeeltelijke harmonisatie. Daarbij wordt het beginsel van
vrij verkeer voor satellietgegevens met lage resolutie bevestigd, terwijl slechts
een beperkt aantal belangrijke regelgevingselementen van de nationale
HRSD-wetgevingen worden aangepakt die voldoende goed zijn uitgewerkt om
onderlinge aanpassing mogelijk te maken. De beoogde onderlinge aanpassing van wetten is
dan ook beperkt, waarbij het subsidiariteits- en het evenredigheidsbeginsel in
acht worden genomen (artikel 5, leden 3 en 4, VEU). Dit houdt
meer specifiek het volgende in: –
wat subsidiariteit betreft, krijgt de EU-dimensie
in het voorstel concreet gestalte in een gemeenschappelijke aanpak ten aanzien
van de verspreiding van satellietgegevens binnen de Unie, en in een onderscheid
tussen satellietgegevens met lage resolutie en satellietgegevens met hoge
resolutie op basis van de voorgestelde technische definities. Het voorstel
voorziet ook in een gemeenschappelijke, op transacties en metagegevens
gebaseerde aanpak voor de beoordeling van de verspreiding van satellietgegevens
met hoge resolutie en in transparante procedures, terwijl het aan de lidstaten
de taak overlaat om al de niet-gereguleerde kwesties te regelen volgens de
nationale tradities op het gebied van regelgeving (zoals bijvoorbeeld de
verlening van vergunningen aan en het toezicht op dataproviders); –
wat evenredigheid betreft, zorgt het voorstel er
door de zorgvuldige selectie van de gelijk te trekken regelgevingselementen
voor dat het optreden van de Unie evenredig zal zijn aan de geconstateerde
problemen, en dat de voorgestelde maatregelen in feite het meest geschikt zijn
om de in artikel 1 van de voorgestelde richtlijn geformuleerde doelstellingen
te verwezenlijken. Rekening houdend met het feit dat voor een
aantal operationele kwesties de nationale wetgeving toereikend is en dat
tegelijkertijd legitieme veiligheidsbelangen van de lidstaten ruimte kunnen
laten voor een zekere mate van divergentie in de nationale wetgeving, werd
geargumenteerd dat een verordening waardoor de bestaande nationale wetgeving
volledig zou worden vervangen door een alomvattende EU-regeling,
gerechtvaardigd noch door de lidstaten gewenst is. Bijgevolg zou een richtlijn zorgen voor de
vereiste flexibiliteit op het gebied van wetgeving om het regelgevende optreden
te beperken tot de harmonisatie van alleen de meest relevante en voldoende
duidelijk omschreven essentiële regelgevingselementen van de regeling voor de
commerciële exploitatie van de gegevens van aardobservatiesatellieten. 4. GEVOLGEN
VOOR DE BEGROTING Het
voorstel heeft geen gevolgen voor de operationele begroting. Het bijgevoegde
financieel memorandum geeft de specifieke gevolgen voor de begroting weer. 2014/0176 (COD) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN
DE RAAD betreffende de verspreiding van gegevens van
aardobservatiesatellieten voor commerciële doeleinden HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN
DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, en met name artikel 114, lid 1, Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Na toezending van het ontwerp van
wetgevingshandeling aan de nationale parlementen, Gezien het advies van het Europees Economisch
en Sociaal Comité[3],
Handelend volgens de gewone
wetgevingsprocedure, Overwegende hetgeen volgt: (1) In de mededeling van de
Commissie van 28 februari 2013 met als titel "EU-industriebeleid
op het gebied van de ruimtevaart - Benutting van de economische
groeimogelijkheden in de ruimtevaartsector"[4]
wordt de totstandbrenging van een coherent regelgevingskader ter verbetering
van de juridische coherentie en ter bevordering van de totstandkoming van een
Europese markt voor ruimtevaartproducten en -diensten aangegeven als een van de
doelstellingen van een EU-industriebeleid op het gebied van de ruimtevaart. In
dit verband wordt er in de mededeling met name op gewezen dat eventueel een
regelgevingsinitiatief inzake de productie en verspreiding van
satellietgegevens met hoge resolutie voor commerciële doeleinden zou kunnen
worden genomen. (2) In de conclusies van de Raad
van 30 mei 2013 betreffende de mededeling over het EU-industriebeleid op het
gebied van de ruimtevaart wordt onderkend dat bestaande juridische kaders
moeten worden bekeken met als doel de beveiliging, de veiligheid, de
duurzaamheid en de economische ontwikkeling van ruimtevaartactiviteiten te
waarborgen, en wordt het voornemen van de Commissie toegejuicht om na te gaan
of er een wetgevingskader voor ruimtevaart moet komen om de correcte werking
van de interne markt te garanderen, met eerbiediging van het
subsidiariteitsbeginsel. (3) Gedelegeerde Verordening (EU)
nr. 1159/2013 van de Commissie[5]
voorziet in de mogelijkheid om GMES- en Copernicus-specifieke gegevens uit te
sluiten van het toepassingsgebied van deze richtlijn. (4) De verspreiding van
satellietgegevens met hoge resolutie door commerciële exploitanten werd tot nu
toe afzonderlijk gereguleerd door de lidstaten waar zij zijn geregistreerd. (5) Er is op het niveau van de
nationale regelgeving geen gemeenschappelijke aanpak voor de behandeling van
satellietgegevens met hoge resolutie en voor diensten en producten die van deze
gegevens zijn afgeleid. Dit leidt tot een versnipperd regelgevingskader in de
Unie dat wordt gekenmerkt door een gebrek aan samenhang, transparantie en
voorspelbaarheid en dat bijgevolg verhindert dat de markt zijn volledige
potentieel tot ontwikkeling brengt. (6) Het aantal lidstaten met
capaciteiten op het gebied van satellietgegevens met hoge resolutie neemt toe
en de nationale regelgevingskaders vertonen een steeds grotere divergentie.
Door de fragmentatie van het regelgevingskader die daarvan het gevolg is,
ontstaan nieuwe belemmeringen voor de interne markt en grotere hinderpalen voor
het concurrentievermogen. (7) Om die problemen te
verhelpen, moet deze richtlijn de goede werking en de ontwikkeling van de
interne markt voor satellietgegevens met hoge resolutie en daarvan afgeleide
producten en diensten waarborgen door de totstandbrenging van een transparant,
billijk en samenhangend rechtskader voor de hele Unie. Door de onderlinge
aanpassing van de wetgeving van de lidstaten op het gebied van de verspreiding
van satellietgegevens met hoge resolutie met het doel de coherentie te
waarborgen wat betreft de procedures voor toezicht op de verspreiding ervan,
moeten de bureaucratische belemmeringen voor de industrie worden verminderd en
moet de naleving van de wettelijke voorschriften worden vergemakkelijkt. Deze
richtlijn zal de voorspelbaarheid voor zakendoen verbeteren doordat er
duidelijker voorwaarden zullen zijn voor de oprichting en exploitatie van
ondernemingen. (8) Een goed functionerende
interne markt voor satellietgegevens met hoge resolutie en daarvan afgeleide
producten en diensten zou de ontwikkeling van een concurrerende ruimte- en
dienstensector in de Unie bevorderen, de kansen voor de ondernemingen in de
Unie om innoverende aardobservatiesystemen en -diensten te ontwikkelen en aan
te bieden maximaliseren, en het gebruik van satellietgegevens met hoge
resolutie bevorderen. Daarom is een gemeenschappelijke EU-norm voor
satellietgegevens met hoge resolutie nodig, waarin ook rekening wordt gehouden
met de risico’s van het onbedoelde vrijgeven van satellietgegevens met hoge
resolutie. (9) Met het oog op de invoering
van een gemeenschappelijke EU-norm voor satellietgegevens met hoge resolutie
moet een definitie van satellietgegevens met hoge resolutie worden vastgesteld
die is gebaseerd op de technische capaciteiten van het aardobservatiesysteem,
van zijn sensoren en van de sensormodi die worden gebruikt om
aardobservatiegegevens te genereren. De technische capaciteiten van het
aardobservatiesysteem, zijn sensoren en sensormodi waarmee rekening moet worden
gehouden, zijn de spectrale resolutie, de spectrale dekking, de ruimtelijke
resolutie, de radiometrische resolutie, de temporele resolutie en de
positionele nauwkeurigheid. De definitie moet worden gebaseerd op de
beschikbaarheid van soortgelijke aardobservatiegegevens op de wereldmarkten en
op de potentiële schade voor de belangen van de Unie of van de lidstaten, met
inbegrip van belangen inzake interne en externe veiligheid, die kan
voortvloeien uit de verspreiding van aardobservatiegegevens. Deze definitie
maakt ook de identificatie mogelijk van andere gegevens van
aardobservatiesatellieten dan hogeresolutiegegevens en vormt de basis voor het
waarborgen van het vrije verkeer voor deze gegevens op grond van het feit dat
zij niet het potentieel hebben om de bovenvermelde belangen te schaden. (10) Daar alle relevante variabelen
met betrekking tot de verspreiding van satellietgegevens met hoge resolutie
kunnen worden beoordeeld, moet een nauwkeurige beoordeling mogelijk zijn
waarbij het gebruik van satellietgegevens met hoge resolutie wordt bevorderd en
aldus maximale commerciële voordelen voor de betrokken ondernemingen worden
gecreëerd. Een beoordeling van de verspreiding is efficiënter uit het oogpunt
van beveiliging dan een beoordeling die alleen op de satellietgegevens met hoge
resolutie zelf gebaseerd is. (11) De screening van
satellietgegevens met hoge resolutie door middel van een specifieke
screeningprocedure op het moment dat ze voor het eerst in de handel worden
gebracht, moet de bevordering van het gebruik van satellietgegevens met hoge
resolutie en de versterking van aardobservatiemarkten in de Unie waarborgen, en
tegelijkertijd voorkomen dat de belangen van de Unie of van een of meer
lidstaten worden geschaad. Bij de criteria voor de screeningprocedure moet
rekening worden gehouden met alle relevante factoren voor de verspreiding van
satellietgegevens met hoge resolutie, teneinde ervoor te zorgen dat de
lidstaten de meest geschikte voorwaarden kunnen creëren door de specificatie
van die criteria en door de combinatie van de daaruit resulterende normen in de
meest geschikte procedure. De criteria moeten de metagegevens van de
voorgenomen verspreiding beschrijven, waardoor ervoor wordt gezorgd dat de
screening kan worden uitgevoerd zonder dat de satellietgegevens met hoge
resolutie zelf worden beoordeeld, en dus kan worden uitgevoerd voordat de
gegevens worden gegenereerd en verspreid. De screeningprocedure moet, met name
door haar transparantie en haar vermogen om duidelijke resultaten af te leveren
die een snelle en automatische toepassing mogelijk maken, waardoor zij een
doeltreffend filtersysteem vormt, het commerciële gebruik van satellietgegevens
met hoge resolutie en de betrokken bedrijven stimuleren. (12) Om ervoor te zorgen dat op de
meest effectieve en efficiënte wijze aan zakelijke en administratieve behoeften
kan worden voldaan, kunnen de lidstaten de screeningprocedure door de
dataprovider zelf of door een andere geschikte particuliere entiteit laten
uitvoeren. (13) Hoewel bepaalde criteria en
operationele voorschriften voor de screeningprocedure in veruit de meeste
gevallen de verspreiding van satellietgegevens met hoge resolutie mogelijk
moeten maken, zou er nog steeds een autorisatieprocedure nodig zijn waarbij,
geval per geval, een grondige beoordeling wordt uitgevoerd met aandacht voor
alle omstandigheden van het individuele geval, teneinde de verspreiding van
satellietgegevens met hoge resolutie aan te moedigen. Deze richtlijn bevat een
lijst van de belangen waarop een weigering kan worden gebaseerd. (14) Ten aanzien van de
administratieve procedures die in de lidstaten worden vastgesteld om aan deze
richtlijn te voldoen, en met name ten aanzien van de autorisatieprocedure
moeten de lidstaten het correcte administratieve proces in acht nemen. (15) Om het vrije verkeer te
waarborgen van satellietgegevens met hoge resolutie die zijn gegenereerd door
aardobservatiesystemen die vanuit derde landen worden geëxploiteerd, voorziet
deze richtlijn in voorwaarden waaronder de lidstaten het vrije verkeer van die
gegevens niet mogen verbieden, beperken of belemmeren. (16) Om actueel te blijven ten
aanzien van de technologische ontwikkelingen en de beschikbaarheid op de
wereldmarkten van satellietgegevens met hoge resolutie is voorzien in de regelmatige
evaluatie van deze richtlijn. (17) Teneinde de Commissie in staat
te stellen toezicht te houden op de tenuitvoerlegging, moeten de lidstaten
worden verplicht de Commissie de nodige informatie te verstrekken om de
ontwikkeling van de EU-markt voor satellietgegevens met hoge resolutie te
beoordelen. (18) Deze richtlijn doet geen
afbreuk aan de bevoegdheid van de lidstaten op het gebied van buitenlands
beleid en nationale veiligheid, en mag niet op zodanige wijze worden
geïnterpreteerd dat de lidstaten worden verhinderd hun bevoegdheid op dit
gebied uit te oefenen en rekening te houden met belangen van de Unie op het
gebied van veiligheids- en buitenlands beleid. (19) De bepalingen van deze
richtlijn mogen geen afbreuk doen aan de toepassing van de algemene regels
inzake overeenkomstenrecht, en elk ander relevant recht op andere terreinen,
waaronder het mededingingsrecht, intellectuele- en
industriële-eigendomsrechten, vertrouwelijkheid, fabrieksgeheimen, persoonlijke
levenssfeer en consumentenrechten. (20) Richtlijn 2006/123/EG van het
Europees Parlement en de Raad[6]
moet van toepassing zijn op de dienst die bestaat in de verspreiding van
hogeresolutiegegevens van aardobservatiesatellieten voor commerciële
doeleinden. In geval van strijdigheid tussen een bepaling van Richtlijn
2006/123/EG en deze richtlijn prevaleren de bepalingen van deze richtlijn. (21) Deze richtlijn mag niet van
toepassing zijn op tussen de satellietexploitant en de dataprovider verleende
diensten die laatstgenoemde in staat stellen toegang te krijgen tot
satellietgegevens met hoge resolutie. In zoverre de dataprovider een dienst aan
het aardobservatiesysteem verleent, moet de gunning van de opdracht in kwestie
aan de dataprovider voldoen aan de toepasselijke wetgeving op het gebied van
overheidsopdrachten. (22) De wetgeving van de Unie
betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de
verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die
gegevens, met name Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad[7] en Verordening (EG)
nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad[8] van 18 december 2000
betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de
verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen
en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, is van toepassing. (23) Aangezien het doel van deze
richtlijn, namelijk de werking van de interne markt voor aardobservatiegegevens
te waarborgen, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt, zoals
blijkt uit de verschillen tussen en de versnippering van de bestaande nationale
regelgeving, maar met het oog op de vermindering van bureaucratische
belemmeringen en de verbetering van het ondernemingsklimaat beter op het niveau
van de Unie kan worden bereikt, is het evenredig om op het niveau van de Unie
maatregelen te treffen overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel zoals
vastgesteld in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie.
Overeenkomstig het in hetzelfde artikel vastgestelde evenredigheidsbeginsel
gaat deze richtlijn niet verder dan wat nodig is om dat doel te verwezenlijken. (24) Overeenkomstig de Gezamenlijke
politieke verklaring van 28 september 2011 van de lidstaten en de Commissie
over toelichtende stukken[9]
hebben de lidstaten zich ertoe verbonden om in verantwoorde gevallen de
kennisgeving van hun omzettingsmaatregelen vergezeld te doen gaan van één of
meer stukken waarin het verband tussen de onderdelen van een richtlijn en de
overeenkomstige delen van de nationale omzettingsinstrumenten wordt toegelicht.
Met betrekking tot deze richtlijn acht de wetgever de toezending van dergelijke
stukken gerechtvaardigd, HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN
VASTGESTELD: Artikel 1
Doel en onderwerp 1. Het doel van deze richtlijn is de
interne markt voor aardobservatiegegevens tot stand te brengen door bepaalde
regels voor de verspreiding ervan te harmoniseren. 2. Voor het in lid 1 omschreven
doel worden in deze richtlijn regels en procedures voor de verspreiding van
gegevens van aardobservatiesatellieten vastgesteld. Artikel 2
Werkingssfeer 1. Deze
richtlijn is van toepassing op de verspreiding van aardobservatiegegevens die
door aardobservatiesystemen worden gegenereerd. 2. Deze richtlijn is niet van invloed
op de verspreiding van door aardobservatiesystemen gegenereerde
aardobservatiegegevens die: a) overeenkomstig Gedelegeerde Verordening
(EU) nr. 1159/2013 van de Commissie[10]
en Verordening (EU) nr. 911/2010 van het Europees Parlement en de Raad[11] GMES-specifieke
gegevens zijn waarvoor het desbetreffende gegevens- en informatiebeleid geldt; b) overeenkomstig [COM NB][12] en Verordening (EU)
nr. 377/2014 van het Europees Parlement en de Raad[13] gegevens van
specifieke missies in Copernicus zijn waarvoor het gegevens- en
beveiligingsbeleid van Copernicus geldt. 3. Deze richtlijn is niet van
toepassing op de verspreiding van satellietgegevens als bedoeld in lid 1
wanneer deze verspreiding wordt uitgevoerd door of namens en onder toezicht van
de Unie of van één of meer lidstaten en plaatsvindt voor veiligheids- en
defensiedoeleinden. Artikel 3
Definities Voor de toepassing van deze richtlijn wordt
verstaan onder: 1. "aardobservatiesysteem":
een orbitaal transportsysteem, een satelliet of een constellatie van
satellieten dat/die door middel van één of meer sensoren aardobservatiegegevens
kan genereren; 2. "aardobservatiegegevens":
gegevens die worden verwerkt op basis van signalen die worden gegenereerd door
één of meer sensoren van een aardobservatiesysteem alsmede daaruit verkregen
informatie, ongeacht de verwerkingsgraad en het soort opslag of representatie
van de gegevens; 3. "satellietgegevens met hoge
resolutie": aardobservatiegegevens zoals gedefinieerd in artikel 4; 4. "dataprovider": een
natuurlijke of rechtspersoon die, rechtstreeks of via de exploitant van een
aardobservatiesysteem, toegang tot satellietgegevens met hoge resolutie heeft
die de in de artikelen 7 en 8 beschreven screening- en autorisatieprocedure
niet hebben ondergaan, en die deze gegevens op verzoek van de afnemer of op
eigen initiatief verspreidt; 5. "sensor": een onderdeel
van een aardobservatiesysteem dat elektromagnetische golven van elk spectraal
gebied of zwaartekrachtvelden registreert en aldus aardobservatiegegevens
genereert; 6. "sensormodus": de wijze
waarop één of meer sensoren aardobservatiegegevens genereren met betrekking tot
een specifieke acquisitie van aardobservatiegegevens; 7. "verspreiding": de
handeling waarbij door aardobservatie gegenereerde satellietgegevens met hoge
resolutie door een dataprovider toegankelijk worden gemaakt voor derden; 8. "gevoelige verspreiding":
verspreiding die de belangen van de Unie of van de lidstaten, met inbegrip van
belangen inzake interne en externe veiligheid, in meerdere of mindere mate kan
schaden. Artikel 4
Definitie van satellietgegevens met hoge resolutie Satellietgegevens met hoge resolutie worden gedefinieerd op basis van
nauwkeurige technische specificaties. Deze technische specificaties zijn opgenomen
in de bijlage. Artikel 5
Verspreiding van aardobservatiegegevens De lidstaten
verbieden, beperken, noch belemmeren op andere wijze de verspreiding of het
vrije verkeer van satellietgegevens, met uitzondering van satellietgegevens met
hoge resolutie, met als reden dat de verspreiding als gevoelig wordt beschouwd. Artikel 6
Verspreiding van satellietgegevens met hoge resolutie 1. De lidstaten
zorgen ervoor dat op hun grondgebied geen verspreiding van satellietgegevens
met hoge resolutie die gegenereerd zijn door een aardobservatiesysteem dat
vanuit het grondgebied van een lidstaat wordt geëxploiteerd, plaatsvindt zonder
de passende monitoring door de bevoegde nationale autoriteiten. 2. De lidstaten zorgen ervoor dat,
indien er op hun grondgebied een dataprovider gevestigd is, de verspreiding van
de in lid 1 bedoelde gegevens wordt uitgevoerd overeenkomstig de in de
artikelen 7 en 8 beschreven screening- en autorisatieprocedure. 3. De lidstaten
verbieden, beperken, noch belemmeren het vrije verkeer van satellietgegevens
met hoge resolutie met als reden dat de verspreiding als gevoelig wordt
beschouwd, als de verspreiding is goedgekeurd overeenkomstig de in de artikelen
7 en 8 beschreven procedures. Artikel 7
Screeningprocedure 1. De lidstaten
zorgen ervoor dat op hun grondgebied elke verspreiding van de in artikel 6, lid
1, bedoelde gegevens aan een screeningprocedure wordt onderworpen. 2. De
screeningprocedure bepaalt of de verspreiding niet-gevoelig is en zonder
verdere autorisatie kan worden uitgevoerd, of dat de verspreiding als gevoelig
wordt beschouwd en een autorisatie overeenkomstig artikel 8 vereist. 3. De
screeningprocedure maakt een op metagegevens gebaseerd voorafgaand onderzoek
mogelijk en bestaat in een onderzoek van de volgende criteria met betrekking
tot de voorgenomen verspreiding: a) de identiteit van
de partij die om de aardobservatiegegevens verzoekt; b) de personen en de categorieën personen
die toegang tot de aardobservatiegegevens kunnen hebben; c) de kenmerken van de informatie
vertegenwoordigd door de aardobservatiegegevens die zijn verkregen als gevolg
van de sensorwerking en de verwerkingsmodus; d) het doelgebied dat wordt vertegenwoordigd
door de aardobservatiegegevens; e) het tijdstip waarop de
aardobservatiegegevens worden gegenereerd en de tijdsduur tussen het genereren
van de gegevens en de voorgenomen verspreiding; f) de grondontvangstations waaraan de
aardobservatiegegevens vanuit de satelliet zullen worden toegezonden. 4. De lidstaten
specificeren de in lid 3 vermelde criteria en stellen de operationele regels
vast om ze in de screeningprocedure met elkaar te combineren. De specificatie van de criteria en de operationele regels geschiedt op
basis van: a) de beschikbaarheid van soortgelijke
aardobservatiegegevens op de wereldmarkten; b) de potentiële schade voor de belangen van
de Unie of van de lidstaten, met inbegrip van belangen inzake interne en
externe veiligheid, die het gevolg kan zijn van de verspreiding van de
aardobservatiegegevens. 5. De lidstaten zorgen ervoor dat de
criteria en de operationele regels voor het publiek beschikbaar zijn, op
niet-discriminerende wijze worden gespecificeerd en vastgesteld, en geen
beoordelingsvrijheid toelaten over de vraag of de verspreiding gevoelig of
niet-gevoelig wordt geacht. 6. De lidstaten wijzen de geschikte
particuliere of publieke entiteit aan die verantwoordelijk is voor de
uitvoering van de screeningprocedure. Deze entiteit stelt de verzoekende partij
onverwijld in kennis van het resultaat van de screeningprocedure. Artikel 8
Autorisatieprocedure 1. De lidstaten
stellen een autorisatieprocedure vast waarbij de verspreiding die volgens de in
artikel 7 beschreven screeningprocedure als gevoelig wordt beschouwd, door de
bevoegde nationale autoriteit kan worden geautoriseerd. 2. Voor de toepassing van lid 1 dient
de dataprovider die geïnteresseerd is in de verspreiding van gevoelige
gegevens, een aanvraag in bij de bevoegde nationale autoriteit. 3. De bevoegde
nationale autoriteit kan het verzoek om autorisatie van de verspreiding van
satellietgegevens met hoge resolutie afwijzen indien zij van oordeel is dat de
verspreiding een van de volgende elementen zou kunnen schaden: a) de essentiële veiligheidsbelangen van de
Unie of van een lidstaat; b) de fundamentele belangen van de Unie of
van een lidstaat op het gebied van buitenlands beleid; c) de essentiële belangen van de Unie of van
een lidstaat op het gebied van openbare veiligheid. 4. Als de bevoegde nationale autoriteit
vaststelt dat geen van de in lid 3 vermelde redenen voor de afwijzing van het
verzoek van toepassing is, autoriseert zij de verspreiding in kwestie. 5. Bij het verlenen van de autorisatie
kan de bevoegde nationale autoriteit bepaalde voorwaarden stellen om ervoor te
zorgen dat de in lid 3 omschreven doelstellingen in acht worden genomen.
Dergelijke voorwaarden moeten op objectieve criteria gebaseerd zijn en mogen
niet discriminerend zijn. 6. Bij het verlenen van de autorisatie
kan de bevoegde nationale autoriteit besluiten het advies in te winnen van de
bevoegde nationale autoriteit van de lidstaat die betrokken is bij de eerste
verspreiding van de satellietgegevens met hoge resolutie. 7. De lidstaten kunnen in één enkele
administratieve procedure autorisatie verlenen voor de verspreiding van
gegevens op regelmatige tijdstippen of voor de verspreiding van gegevens die
grote doelgebieden vertegenwoordigen. 8. De lidstaten zorgen ervoor dat de
bevoegde nationale autoriteit het in lid 3 bedoelde besluit zo spoedig mogelijk
en uiterlijk binnen zeven dagen na ontvangst van de in lid 2 bedoelde aanvraag
neemt. De bevoegde nationale autoriteit stelt de dataprovider in kennis van dat
besluit. 9. De lidstaten voorzien in de
mogelijkheid om beroep in te stellen tegen het in de leden 3 en 5 bedoelde
besluit van de bevoegde nationale autoriteit. 10. De lidstaten kunnen voor de in lid 2
bedoelde aanvragen kosten aanrekenen mits deze redelijk zijn en evenredig aan
de kosten die de autorisatieprocedure voor de bevoegde nationale autoriteit met
zich meebrengt. Artikel 9
Van derde landen afkomstige satellietgegevens met hoge resolutie De lidstaten verbieden, beperken, noch
belemmeren het vrije verkeer van satellietgegevens met hoge resolutie die
worden gegenereerd door aardobservatiesystemen die vanuit derden landen worden
geëxploiteerd met als reden dat zij als gevoelig worden beschouwd, als het
verkeer van de satellietgegevens met hoge resolutie is geautoriseerd en
onderworpen is aan effectief toezicht door de bevoegde nationale autoriteit van
de lidstaat waar de dataprovider die uit een derde land afkomstige
satellietgegevens met hoge resolutie verspreidt, is gevestigd. Artikel 10
Bevoegde nationale autoriteiten 1. De lidstaten
wijzen een bevoegde nationale autoriteit of bevoegde nationale autoriteiten aan
die verantwoordelijk is/zijn voor de toepassing van deze richtlijn. 2. De bevoegde nationale autoriteit
voor de toepassing van artikel 8 is de bevoegde nationale autoriteit van
de lidstaat waar de dataprovider is gevestigd. Artikel 11
Rapportage door de lidstaten 1. De lidstaten
verstrekken de Commissie de volgende informatie: a) een lijst van de aardobservatiesystemen
die satellietgegevens met hoge resolutie genereren en die vanuit hun
grondgebied worden geëxploiteerd, alsook de respectieve satellietexploitanten; b) een lijst van de dataproviders op hun
grondgebied; c) de aangewezen bevoegde nationale
autoriteiten als bedoeld in artikel 10. 2. De lidstaten
verstrekken de Commissie jaarlijks statistische informatie over de in artikel 7
bedoelde screeningprocedure en de in artikel 8 bedoelde autorisatieprocedure;
de informatie omvat het volgende: a) het totale aantal gescreende
datatransacties; b) het percentage screeningprocedures dat de
verspreiding van niet-gevoelige gegevens respectievelijk gevoelige gegevens als
uitkomst heeft; c) het percentage partijen dat
respectievelijk in eigen land, grensoverschrijdend in de Unie, en buiten de
Unie om aardobservatiegegevens verzoekt overeenkomstig artikel 7,
lid 3, onder a); d) het totale aantal aanvragen om
autorisatie; e) het percentage weigeringen van
autorisatie voor verspreiding. 3. De lidstaten stellen de informatie als
bedoeld in de leden 1 en 2 in elektronisch formaat beschikbaar. Artikel 12
Evaluatie Binnen drie jaar na afloop van de in artikel
13 vermelde omzettingstermijn dient de Commissie bij het Europees Parlement en
de Raad een verslag in over de tenuitvoerlegging van deze richtlijn. Artikel 13
Omzetting 1. De lidstaten doen de nodige
wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op
31 december 2017 aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de
tekst van die bepalingen onverwijld mede. 2. Wanneer de lidstaten die bepalingen
aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan
naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld
door de lidstaten. 3. De lidstaten delen de Commissie de
tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het
onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen. Artikel 14
Inwerkingtreding Deze richtlijn treedt in werking op de
twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de
Europese Unie. Artikel 15
Adressaten Deze richtlijn
is gericht tot de lidstaten. Gedaan te Brussel, Voor het Europees Parlement Voor
de Raad De voorzitter De
voorzitter VEREENVOUDIGD FINANCIEEL MEMORANDUM (te gebruiken bij elk intern
besluit van de Commissie van algemene betekenis met budgettaire gevolgen voor
de administratieve kredieten of de personele middelen, wanneer een ander soort
financieel memorandum niet geschikt is – artikel 27 van de interne regels) 1 Benaming
van het ontwerpbesluit RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de verspreiding van gegevens van aardobservatiesatellieten
voor commerciële doeleinden 2 Betrokken
beleidsterrein(en) en ABB-activiteit(en) Beleidsterreinen: ruimte en interne markt. ABB: personele middelen en andere administratieve uitgaven 3 Rechtsgrondslag ¨ Administratieve autonomie X Andere
(specificeren): art. 114 VWEU 4 Beschrijving
en motivering Overeenkomstig de mededeling van de Commissie van februari 2013 met als
titel "Benutting van de economische groeimogelijkheden in de
ruimtevaartsector" heeft DG ENTR een voorstel voor een richtlijn
betreffende de verspreiding van gegevens van aardobservatiesatellieten voor
commerciële doeleinden opgesteld. De richtlijn beoogt de goede werking en de
ontwikkeling van de interne markt voor aan satellietgegevens gerelateerde
commerciële producten en diensten te waarborgen door de totstandbrenging van
een transparant, voorspelbaar, billijk en samenhangend rechtskader voor alle
lidstaten. 5 Duur
en geraamde financiële gevolgen 5.1 Geldigheidsduur ¨ Besluit met een beperkte
geldigheidsduur: van kracht vanaf [datum] tot en met [datum] X Besluit met een onbeperkte
geldigheidsduur: van kracht vanaf 01.01.2015 5.2 Geraamde
gevolgen voor de begroting
Het ontwerpbesluit leidt tot: ¨ besparingen X extra
kosten (zo ja, vermeld de titel(s) van het meerjarige financiële kader): Rubriek
5 Vul in de bijlage de tabel Geraamde
financiële gevolgen voor de administratieve kredieten of voor de personele
middelen in. Indien het ontwerpbesluit van onbepaalde duur is, moeten de kosten
voor elk jaar van de ontwikkelingsfase en elk jaar waarin het volledig
operationeel is, worden aangegeven (in de kolom "Totale/jaarlijkse
kosten"). 5.3 Bijdragen
van derde partijen aan de financiering van het ontwerpbesluit Wanneer het
voorstel in medefinanciering door lidstaten of andere organen voorziet
(specificeren welke), gelieve een raming van het niveau van medefinanciering te
vermelden indien dat bekend is. kredieten in miljoen EUR (tot op 3 decimalen) || Jaar n || Jaar n+1 || Jaar n+2 || Jaar n+3 || Jaar n+4 || Jaar n+5 || Jaar n+6 || Totaal Medefinancierings- bron/-orgaan specificeren || || || || || || || || TOTAAL medegefinancierde kredieten || || || || || || || || 5.4 Verklaring van de cijfers De gemiddelde personeelskosten worden onderaan
op de internetpagina
http://www.cc.cec/budg/pre/legalbasis/pre-040-020_preparation_en.html vermeld. Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting wat betreft
beleidskredieten of kredieten voor administratieve uitvoering. De gevolgen voor
de begroting blijven beperkt tot de personele middelen en andere
administratieve uitgaven van de Commissie voor de uitvoering van haar
verplichtingen uit hoofde van het voorgestelde rechtsinstrument, namelijk de
monitoring, evaluatie en, indien van toepassing, de herzieningen of
actualiseringen van de wetgevingshandelingen. In totaal zijn de gevolgen voor
de begroting zeer gering en blijven zij beperkt tot ongeveer 0,3 miljoen EUR
tijdens het MFK 2014-2020. 6 Verenigbaarheid
met het huidige meerjarige financiële kader X Het voorstel is
verenigbaar met de bestaande financiële programmering. ¨ Het voorstel vergt herprogrammering van de betrokken rubriek van
het meerjarige financiële kader. ¨ Het voorstel vergt gebruik van het flexibiliteitsinstrument of
herziening van het meerjarige financiële kader[14]. 7 Gevolgen
van de besparingen of de extra kosten voor de toewijzing van middelen X Middelen waarin zal worden voorzien
door interne overplaatsing binnen diensten ¨ Middelen reeds toegewezen aan de betrokken dienst(en) ¨ Middelen waarom in het kader van de volgende toewijzingsprocedure
zal worden gevraagd De benodigde
personele en administratieve middelen zullen worden gefinancierd uit de
middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met
inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden
toegewezen. BIJLAGE: GERAAMDE FINANCIËLE GEVOLGEN (besparingen of extra kosten) VOOR DE
ADMINISTRATIEVE KREDIETEN OF VOOR DE PERSONELE MIDDELEN VTE = voltijdquivalent XX is het betrokken
beleidsterrein of de betrokken titel miljoen EUR
(tot op 3 decimalen) VTE in personen per jaar || Jaar || Jaar || Jaar || Jaar || Jaar || Jaar || Jaar || Totaal N (2014) || n+1 || n+2 || n+3 || n+4 || n+5 || n+6 Rubriek 5 || VTE || kredieten || VTE || kredieten || VTE || kredieten || VTE || kredieten || VTE || kredieten || VTE || kredieten || VTE || kredieten || || Formatieplaatsen (ambtenaren en/of tijdelijk personeel) XX 01 01 01 (zetel en vertegenwoordigingen van de Commissie) || || || || || || || 0,25 || 0,033 || 0,25 || 0,033 || 0,25 || 0,033 || 0,25 || 0,033 || 1 AD || 0,132 XX 01 01 02 (delegaties) || || || || || || || || || || || || || || || || Extern personeel || XX 01 02 01 (totale financiële middelen) || || || || || || || || || || || || || || || || XX 01 02 02 (delegaties) || || || || || || || || || || || || || || || || Andere begrotingsonderdelen (te vermelden) || || || || || || || || || || || || || || || || Subtotaal – Rubriek 5 || || || || || || || 0,25 || 0,033 || 0,25 || 0,033 || 0,25 || 0,033 || 0,25 || 0,033 || 1 || 0,132 Buiten rubriek 5 || Formatieplaatsen (ambtenaren en/of tijdelijk personeel) XX 01 05 01 (onderzoek door derden) || || || || || || || || || || || || || || || || 10 01 05 01 (eigen onderzoek) || || || || || || || || || || || || || || || || Extern personeel XX 01 04 yy || || || || || || || || || || || || || || || || - Zetel || || || || || || || || || || || || || || || || - Delegaties || || || || || || || || || || || || || || || || XX 01 05 02 (onderzoek door derden) || || || || || || || || || || || || || || || || 10 01 05 02 (eigen onderzoek) || || || || || || || || || || || || || || || || Andere begrotingsonderdelen (te vermelden) || || || || || || || || || || || || || || || || Subtotaal – Buiten rubriek 5 || || || || || || || || || || || || || || || || TOTAAL || || || || || || || || || || || || || || || || De benodigde
personele en administratieve middelen zullen worden gefinancierd uit de
middelen die in het kader van de jaarlijkse toewijzingsprocedure met
inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het beherende DG kunnen worden
toegewezen. Andere administratieve
uitgaven XX is het betrokken beleidsterrein of de betrokken titel miljoen
EUR (tot op 3 decimalen) || Jaar || Jaar || Jaar || Jaar || Jaar || Jaar || Jaar || TOTAAL n || n+1 || n+2 || n+3 || n+4 || n+5 || n+6 Rubriek 5 || || || || || || || || Zetel: || || || || || || || || XX 01 02 11 01 - Dienstreizen en representatie || || || || 0,004 || 0,004 || 0,004 || 0,004 || 0,016 XX 01 02 11 02 - Conferenties en vergaderingen || || || || || || || || XX 01 02 11 03 - Comités || || || || || || || || XX 01 02 11 04 - Studies en adviezen || || || || || || || 0,15 || 0,15 XX 01 03 01 03 - ICT-uitrusting[15] || || || || || || || || XX 01 03 01 04 - ICT-diensten2 || || || || || || || || Andere begrotingsonderdelen (te vermelden waar nodig) || || || || || || || || Delegaties || || || || || || || || XX 01 02 12 01 - Dienstreizen, conferenties en representatie || || || || || || || || XX 01 02 12 02 - Bijscholing van personeel || || || || || || || || XX 01 03 02 01 - Aankoop, huur en daarmee samenhangende uitgaven || || || || || || || || XX 01 03 02 02 - Uitrusting, meubilair, leveringen en diensten || || || || || || || || Subtotaal – Rubriek 5 || || || || 0,004 || 0,004 || 0,004 || 0,154 || 0,166 Buiten rubriek 5 || || || || || || || || XX 01 04 yy - Uitgaven voor technische en administratieve bijstand (exclusief extern personeel) uit beleidskredieten (vroegere BA-onderdelen) || || || || || || || || - Zetel || || || || || || || || - Delegaties || || || || || || || || XX 01 05 03 - Overige beheersuitgaven voor onderzoek door derden || || || || || || || || 10 01 05 03 - Overige beheersuitgaven voor eigen onderzoek || || || || || || || || Andere begrotingsonderdelen (te vermelden waar nodig) || || || || || || || || Subtotaal – Buiten rubriek 5 || || || || || || || || TOTAAL-GENERAAL || || || || 0,037 || 0,037 || 0,037 || 0,187 || 0,298 De benodigde personele en administratieve middelen zullen worden
gefinancierd uit de middelen die in het kader van de jaarlijkse
toewijzingsprocedure met inachtneming van de budgettaire beperkingen aan het
beherende DG kunnen worden toegewezen. [1] COM(2013) 108 final. [2] Zaak C–380/03 Tabaksreclame II [2006], Jurispr. blz. I–11573,
punten 80, 81. [3] PB C van , blz. . [4] COM(2013) 108 final. [5] Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1159/2013 van de
Commissie van 12 juli 2013 tot aanvulling van Verordening (EU)
nr. 911/2010 van het Europees Parlement en de Raad inzake het Europees
programma voor monitoring van de aarde (GMES) en zijn initiële operationele
diensten (2011-2013) via de vaststelling van registratie- en
vergunningsvoorwaarden voor GMES-gebruikers en de vaststelling van criteria
voor het beperken van de toegang tot GMES-specifieke gegevens en
GMES-dienstinformatie (PB L 309 van 19.11.2013, blz. 1). [6] Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de
Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt (PB L 376
van 27.12.2006, blz. 36). [7] Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad
van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in
verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer
van die gegevens (PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31). [8] Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement
en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke
personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de
communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die
gegevens (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1). [9] PB C 369 van 17.12.2011, blz. 14. [10] Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1159/2013 van de
Commissie van 12 juli 2013 tot aanvulling van Verordening (EU)
nr. 911/2010 van het Europees Parlement en de Raad inzake het Europees
programma voor monitoring van de aarde (GMES) en zijn initiële operationele
diensten (2011-2013) via de vaststelling van registratie- en
vergunningsvoorwaarden voor GMES-gebruikers en de vaststelling van criteria
voor het beperken van de toegang tot GMES-specifieke gegevens en
GMES-dienstinformatie (PB L 309 van 19.11.2013, blz. 1). [11] Verordening (EU) nr. 911/2010 van het Europees Parlement
en de Raad van 22 september 2010 inzake het Europees programma voor monitoring
van de aarde (GMES) en zijn initiële operationele diensten (2011-2013) (PB L
276 van 20.10.2010, blz. 1). [12] [13] Verordening (EU) nr. 377/2014 van het Europees Parlement
en de Raad van 3 april 2014 tot vaststelling van het Copernicus-programma en
tot intrekking van Verordening (EU) nr. 911/2010 (PB L 122 van 24.4.2014, blz.
44). [14] Zie de punten 19 en 24 van het Interinstitutioneel akkoord
voor de periode 2007-2013. [15] ICT: informatie- en communicatietechnologieën BIJLAGE
Technische specificaties Onder de in artikel 4 bedoelde technische
specificaties wordt verstaan elk van de volgende mogelijkheden van het
aardobservatiesysteem, zijn sensoren en sensormodi om aardobservatiegegevens te
genereren: a) met een ruimtelijke resolutie
(vermogen om geometrische structuren in elke ruimtelijke richting te detecteren
en te differentiëren) van 2,5 meter of minder; b) in het spectrale gebied van 8 tot 12
micrometer (thermisch infrarood) met een ruimtelijke resolutie van 5 meter of
minder; c) in het spectrale gebied van 1
millimeter tot 1 meter (microgolf) met een ruimtelijke resolutie van 3 meter of
minder; d) met een aantal spectrale kanalen
> 49 (hyperspectrale sensoren) en een ruimtelijke resolutie van 10
meter; of e) met een inherente positionele
nauwkeurigheid van 5 meter of minder.