Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52014PC0317

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD inzake de maatregelen die de Unie kan nemen naar aanleiding van een rapport van het orgaan voor geschillenbeslechting van de WTO betreffende antidumping- en antisubsidiemaatregelen (codificatie)

/* COM/2014/0317 final - 2014/0163 (COD) */

52014PC0317

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD inzake de maatregelen die de Unie kan nemen naar aanleiding van een rapport van het orgaan voor geschillenbeslechting van de WTO betreffende antidumping- en antisubsidiemaatregelen (codificatie) /* COM/2014/0317 final - 2014/0163 (COD) */


TOELICHTING

1.           In de context van een Europa van de burgers hecht de Commissie groot belang aan het vereenvoudigen en verduidelijken van het recht van de Unie om het duidelijker en toegankelijker te maken voor de gewone burger, zodat deze nieuwe mogelijkheden krijgt en in staat wordt gesteld gebruik te maken van de specifieke rechten die hij aan het recht van de Unie kan ontlenen.

Dit doel kan niet worden verwezenlijkt zolang talloze bepalingen die meermaals en vaak ingrijpend zijn gewijzigd, gedeeltelijk in de oorspronkelijke handeling en gedeeltelijk in de latere wijzigingshandelingen te vinden zijn. Om dan na te gaan wat de geldende regels zijn, is veel zoekwerk vereist, waarbij een groot aantal handelingen moet worden vergeleken.

Codificatie van meermaals gewijzigde regels is dan ook van essentieel belang om het recht duidelijk en doorzichtig te maken.

2.           Bij haar besluit van 1 april 1987[1] heeft de Commissie haar diensten opgedragen alle handelingen na maximaal tien wijzigingen te codificeren, waarbij zij erop wijst dat dit een minimumregel is en dat haar diensten ter wille van de duidelijkheid en het juiste begrip van de bepalingen ernaar zouden moeten streven de teksten waarvoor zij verantwoordelijkheid dragen, met nog kortere tussenpozen te codificeren.

3.           De conclusies van het voorzitterschap van de Europese Raad van Edinburgh (december 1992) hebben dit bevestigd[2] en het belang van codificatie onderstreept, omdat daarmee rechtszekerheid wordt verschaft omtrent de vraag welke wet op een gegeven moment op een bepaald onderwerp van toepassing is.

Bij codificatie moet de normale procedure voor de vaststelling van handelingen van de Unie volledig in acht worden genomen.

Aangezien bij codificatie geen inhoudelijke wijzigingen in de betrokken wetteksten mogen worden aangebracht, zijn het Europees Parlement, de Raad en de Commissie bij Interinstitutioneel Akkoord van 20 december 1994 een versnelde werkmethode voor de codificatie van wetteksten overeengekomen.

4.           Dit voorstel beoogt de codificatie van Verordening (EG) nr. 1515/2001 van de Raad van 23 juli 2001 inzake de maatregelen die de Gemeenschap kan nemen naar aanleiding van een rapport van het orgaan voor geschillenbeslechting van de WTO betreffende antidumping- en antisubsidiemaatregelen[3]. De nieuwe verordening vervangt de verschillende handelingen die erin zijn verwerkt[4]; dit voorstel laat de inhoud van de handelingen die worden gecodificeerd onverlet en beperkt zich er derhalve toe deze samen te voegen en daarin slechts de formele wijzigingen aan te brengen die voor de codificatie zelf vereist zijn.

5.           Dit voorstel voor een codificatie is opgesteld op basis van een voorafgaande consolidatie, in 22 officiële talen, van Verordening (EG) nr. 1515/2001 en de handeling tot wijziging daarvan, met behulp van een gegevensverwerkingssysteem van het Bureau voor publicaties van de Europese Unie. Voor zover de artikelen zijn vernummerd, is het verband tussen de oude en de nieuwe nummering weergegeven in een concordantietabel die is opgenomen in bijlage II bij de gecodificeerde verordening.

ê 1515/2001 (aangepast)

2014/0163 (COD)

Voorstel voor een

VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

inzake de maatregelen die de Ö Unie Õ kan nemen naar aanleiding van een rapport van het orgaan voor geschillenbeslechting van de WTO betreffende antidumping- en antisubsidiemaatregelen (codificatie)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag Ö betreffende de werking van de Europese Unie Õ , en met name artikel Ö 207, lid 2 Õ,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité[5],

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

ê

(1)       Verordening (EG) nr. 1515/2001 van de Raad[6] is ingrijpend gewijzigd[7]. Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van die verordening te worden overgegaan.

ê 1515/2001 overweging 1 (aangepast)

(2)       Bij Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad[8] Ö zijn Õ beschermende maatregelen vastgesteld tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Ö Unie Õ .

ê 1515/2001 overweging 2 (aangepast)

(3)       Bij Verordening (EG) nr. 597/2009 van de Raad[9] Ö zijn Õ beschermende maatregelen vastgesteld tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid zijn van de Europese Ö Unie Õ .

ê 1515/2001 overweging 3

(4)       In het kader van de Overeenkomst van Marrakesh tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) werd een memorandum van overeenstemming inzake de regels en procedures betreffende de beslechting van geschillen ondertekend. Bij dit memorandum werd een orgaan voor geschillenbeslechting ingesteld.

ê 1515/2001 overweging 4 (aangepast)

(5)       Teneinde de Ö Unie Õ indien nodig in staat te stellen een krachtens Verordening (EG) nr. 1225/2009 of Verordening (EG) nr. 597/2009 genomen maatregel in overeenstemming te brengen met de aanbevelingen en uitspraken van een door het orgaan voor geschillenbeslechting opgesteld rapport, dienen specifieke bepalingen te worden vastgesteld.

ê 1515/2001 overweging 5 (aangepast)

(6)       De Ö Commissie kan Õ het dienstig achten bepaalde andere maatregelen in te trekken, te wijzigen of vast te stellen die verband houden met maatregelen die zijn genomen op basis van Verordening (EG) nr. 1225/2009 of Verordening (EG) nr. 597/2009, met inbegrip van maatregelen die niet het voorwerp hebben gevormd van een geschillenbeslechtingsprocedure in het kader van het genoemde memorandum, teneinde rekening te houden met interpretaties van de wetgeving in een door het orgaan voor geschillenbeslechting opgesteld rapport. Voorts Ö dient de Commissie Õ de mogelijkheid te hebben dergelijke maatregelen in voorkomend geval op te schorten of te herzien.

ê 1515/2001 overweging 6 (aangepast)

(7)       Het beroep op het memorandum van overeenstemming inzake de regels en procedures betreffende de beslechting van geschillen is niet aan beperkingen in de tijd onderworpen. De aanbevelingen in de rapporten van het orgaan voor geschillenbeslechting hebben een uitsluitend prospectief karakter. Het is derhalve dienstig te bepalen dat alle op grond van deze verordening genomen maatregelen van kracht worden op de datum van Ö hun Õ inwerkingtreding, tenzij anders bepaald, en dat zij dientengevolge geen aanleiding kunnen geven tot de terugbetaling van voor die datum ingevorderde rechten.

ê 37/2014 art. 1 en bijlage, punt 7 (aangepast)

(8)       De uitvoering Ö van deze verordening vereist Õ eenvormige voorwaarden voor de vaststelling van maatregelen naar aanleiding van een rapport van het orgaan voor geschillenbeslechting van de WTO betreffende antidumping- en antisubsidiemaatregelen. Deze maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad[10].

(9)       De raadplegingsprocedure moet worden toegepast om maatregelen gedurende een bepaalde periode te schorsen, gelet op de effecten van dergelijke maatregelen,

ê 1515/2001

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

ê 37/2014 art. 1 en bijlage, punt 7, onder 1)

Artikel 1

1. Wanneer het orgaan voor geschillenbeslechting een rapport opstelt betreffende een maatregel van de Unie die is genomen krachtens Verordening (EG) nr. 1225/2009, Verordening (EG) nr. 597/2009 of de onderhavige verordening („betwiste maatregel”), kan de Commissie volgens de in artikel 4, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure, een of meer van de volgende maatregelen nemen:

a)           intrekking of wijziging van de betwiste maatregel of;

b)           vaststellen van andere bijzondere maatregelen die in de gegeven omstandigheden dienstig worden geacht om ervoor te zorgen dat in de Unie de aanbevelingen en voorschriften van het rapport worden nagekomen.

2. Met het oog op een krachtens lid 1 te nemen maatregel kan de Commissie belanghebbenden verzoeken haar alle noodzakelijke informatie te verschaffen ter vervollediging van de informatie die werd verzameld bij het onderzoek dat tot de betwiste maatregel heeft geleid.

3. Wanneer het dienstig wordt geacht dat een overeenkomstig lid 1 genomen maatregel wordt voorafgegaan door of gepaard gaat met een herzieningsonderzoek, wordt een dergelijk onderzoek door de Commissie geopend. De Commissie doet de lidstaten informatie toekomen zodra zij heeft besloten dat het nodig is een herzieningsonderzoek in te leiden.

4. Wanneer opschorting van de betwiste of gewijzigde maatregel dienstig wordt geacht, wordt deze opschorting voor een beperkte termijn toegestaan door de Commissie, die haar besluit neemt volgens de in artikel 4, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure.

ê 37/2014 art. 1 en bijlage, punt 7, onder 2)

Artikel 2

1. De Commissie kan bovendien, indien zij dit wenselijk acht, alle in artikel 1, lid 1, bedoelde passende maatregelen nemen teneinde rekening te houden met de interpretatie van rechtsregels in een rapport van het orgaan voor geschillenbeslechting betreffende een niet-betwiste maatregel.

2. Met het oog op een krachtens lid 1 te nemen maatregel kan de Commissie belanghebbenden verzoeken haar alle noodzakelijke informatie te verschaffen ter vervollediging van de informatie die werd verzameld bij het onderzoek dat tot de niet-betwiste maatregel heeft geleid.

3. Wanneer het passend is dat een overeenkomstig lid 1 genomen maatregel wordt voorafgegaan door of gepaard gaat met een herzieningsonderzoek, wordt een dergelijk onderzoek door de Commissie geopend. De Commissie doet de lidstaten informatie toekomen zodra zij heeft besloten dat het nodig is een herzieningsonderzoek in te leiden.

4. Wanneer opschorting van de niet-betwiste of gewijzigde maatregel passend is, wordt deze opschorting voor een beperkte termijn toegestaan door de Commissie, die haar besluit neemt volgens de in artikel 4, lid 2, bedoelde raadplegingsprocedure.

ê 1515/2001 (aangepast)

Artikel 3

Overeenkomstig deze verordening genomen maatregelen worden van kracht op de datum van Ö hun Õ inwerkingtreding en geven, behoudens andersluidende bepalingen, geen aanleiding tot terugbetaling van voor die datum ingevorderde rechten.

ê 37/2014 art. 1 en bijlage, punt 7, onder 3)

Artikel 4

1. De Commissie wordt bijgestaan door het bij artikel 15, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 ingestelde comité. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.

2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 4 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

3. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

ê 37/2014 art. 1 en bijlage, punt 7, onder 4) (aangepast)

Artikel 5

De Commissie neemt in haar jaarlijks verslag aan het Europees Parlement en de Raad inzake de toepassing en uitvoering van handelsbeschermende maatregelen, bedoeld in artikel 22 bis van Verordening (EG) nr. 1225/2009, informatie op over de uitvoering van deze verordening.

ê

Artikel 6

Verordening (EG) nr. 1515/2001 wordt ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken verordening gelden als verwijzingen naar de onderhavige verordening en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage II.

ê 1515/2001 (aangepast)

Artikel 7

Deze verordening treedt in werking op de Ö twintigste dag na die Õ van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Ö Unie Õ .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor het Europees Parlement                        Voor de Raad

De voorzitter                                                  De voorzitter

[1]               COM(87) 868 PV.

[2]               Zie bijlage 3 bij deel A van die conclusies.

[3]               Opgenomen in het wetgevingsprogramma voor 2014.

[4]               Zie bijlage I bij dit voorstel.

[5]               PB C […] van […], blz. […].

[6]               Verordening (EG) nr. 1515/2001 van de Raad van 23 juli 2001 inzake de maatregelen die de Gemeenschap kan nemen naar aanleiding van een rapport van het orgaan voor geschillenbeslechting van de WTO betreffende antidumping- en antisubsidiemaatregelen (PB L 201 van 26.7.2001, blz. 10).

[7]               Zie bijlage I.

[8]               Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51).

[9]               Verordening (EG) nr. 597/2009 van de Raad van 11 juni 2009 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid van de Europese Gemeenschap zijn (PB L 188 van 18.7./2009, blz. 93).

[10]             Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 tot vaststelling van de voorschriften en algemene beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren (PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13).

é

BIJLAGE I

Ingetrokken verordening met de wijziging ervan

Verordening (EG) nr. 1515/2001 van de Raad (PB L 201 van 26.7.2001, blz. 10) || ||

|| Verordening (EG) nr. 37/2014 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 18 van 21.1.2014, blz. 1) || Uitsluitend punt 7 van de bijlage

_____________

BIJLAGE II

Concordantietabel

Verordening (EG) nr. 1515/2001 || De onderhavige verordening

Artikelen 1, 2 en 3 || Artikelen 1, 2 en 3

Artikel 3 bis || Artikel 4

Artikel 3 ter || Artikel 5

- || Artikel 6

Artikel 4 || Artikel 7

- || Bijlage I

- || Bijlage II

_____________

Top