EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52014PC0301

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt over een wijziging van Protocol 31 bij de EER-overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden

/* COM/2014/0301 final - 2014/0155 (NLE) */

52014PC0301

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt over een wijziging van Protocol 31 bij de EER-overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden /* COM/2014/0301 final - 2014/0155 (NLE) */


TOELICHTING

1.           ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

Om de rechtszekerheid en de homogeniteit van de interne markt te waarborgen, moet het Gemengd Comité van de EER alle relevante EU-wetgeving zo spoedig mogelijk na de vaststelling ervan in de EER-overeenkomst opnemen.

Volgens artikel 78 van de EER-overeenkomst versterken en verbreden de overeenkomstsluitende partijen de samenwerking in het kader van de werkzaamheden van de Unie op het gebied van onder andere sociaal beleid.

2.           RESULTATEN VAN HET OVERLEG MET DE BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING

Het ontwerpbesluit van het Gemengd Comité van de EER in de bijlage bij het voorstel voor een besluit van de Raad betreft een wijziging van Protocol 31 bij de EER-overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden.

Om de samenwerking tussen de partijen bij de EER-overeenkomst op dit gebied uit te breiden moet Verordening (EU) nr. 1381/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een programma "Rechten, gelijkheid en burgerschap" voor de periode 2014-2020 [1], worden opgenomen in de EER-overeenkomst.

Liechtenstein zal alleen deelnemen aan de activiteiten in het kader van het programma gefinancierd door begrotingsonderdelen 33 01 04 01 - Ondersteunende uitgaven voor Rechten en burgerschap en 33 02 02 - Bestrijding van discriminatie en bevordering van gelijkheid.

Er zij tevens op gewezen dat Noorwegen niet zal deelnemen aan het programma. Hiertoe is een aanpassing opgenomen in het ontwerpbesluit van het Gemengd Comité van de EER. Noorwegen is evenwel voornemens volwaardig deel te nemen vanaf 1 januari 2015, op voorwaarde dat de nodige begrotingsmiddelen worden toegewezen. Indien dit gebeurt, zal een nieuw ontwerpbesluit aan de EU worden voorgelegd tot wijziging van artikel 5, lid 8, van Protocol 31 waarbij de aanpassing betreffende Noorwegen wordt geschrapt.

Protocol 31 bij de EER-overeenkomst moet derhalve worden gewijzigd om deze uitgebreide samenwerking met ingang van 1 januari 2014 mogelijk te maken.

3.           JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL

Overeenkomstig artikel 1, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2894/94 van de Raad houdende bepaalde wijzen van toepassing van de EER-overeenkomst stelt de Raad met betrekking tot dit soort besluiten op voorstel van de Commissie het standpunt van de Unie vast.

De Commissie legt het ontwerpbesluit van het Gemengd Comité van de EER voor aan de Raad met het oog op vaststelling van het standpunt van de Unie. De Commissie hoopt dit standpunt zo spoedig mogelijk in het Gemengd Comité van de EER te kunnen uiteenzetten.

2014/0155 (NLE)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt over een wijziging van Protocol 31 bij de EER-overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 19, lid 2, artikel 21, lid 2, en de artikelen 114, 168, 169 en 197, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien Verordening (EG) nr. 2894/94 van de Raad van 28 november 1994 houdende bepaalde wijzen van toepassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte[2], en met name artikel 1, lid 3,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)       De Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte[3] (hierna "de EER-overeenkomst" genoemd) is op 1 januari 1994 in werking getreden.

(2)       Overeenkomstig artikel 98 van de EER-overeenkomst kan Protocol 31 bij die overeenkomst bij besluit van het Gemengd Comité van de EER worden gewijzigd.

(3)       Protocol 31 bij de EER-overeenkomst bevat bepalingen en regelingen betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden.

(4)       Het is wenselijk de samenwerking tussen de partijen bij de EER-overeenkomst uit te breiden tot Verordening (EU) nr. 1381/2013 van het Europees Parlement en de Raad[4].

(5)       Protocol 31 bij de EER-overeenkomst moet derhalve worden gewijzigd om deze uitgebreide samenwerking met ingang van 1 januari 2014 mogelijk te maken.

(6)       Het door de Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt moet derhalve worden gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit,

 HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt over de voorgestelde wijziging van Protocol 31 bij de EER-overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden is gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het Gemengd Comité van de EER.

 Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

Gedaan te Brussel,

                                                                       Voor de Raad

                                                                       De voorzitter

[1]               PB L 354 van 28.12.2013, blz. 62.

[2]               PB L 305 van 30.11.1994, blz. 6.

[3]               PB L 1 van 3.1.1994, blz. 3.

[4]               Verordening (EU) nr. 1381/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van het programma „Rechten, gelijkheid en burgerschap” voor de periode 2014-2020 (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 62).

BIJLAGE BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITE VAN DE EER NR. …/2014 van tot wijziging van Protocol 31 bij de EER-overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden

HET GEMENGD COMITE VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna de "EER-overeenkomst" genoemd, en met name de artikelen 86 en 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Het is wenselijk de samenwerking tussen de partijen bij de EER-overeenkomst uit te breiden tot Verordening (EU) nr. 1381/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een programma "Rechten, gelijkheid en burgerschap" voor de periode 2014-2020[1].

(2) Protocol 31 bij de EER-overeenkomst moet derhalve worden gewijzigd om deze uitgebreide samenwerking met ingang van 1 januari 2014 mogelijk te maken,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In Protocol 31 wordt artikel 5 als volgt gewijzigd:

1.           In lid 8 wordt het volgende streepje toegevoegd:

"-       32013 R 1381: Verordening (EU) nr. 1381/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een programma "Rechten, gelijkheid en burgerschap" voor de periode 2014-2020 (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 62).

Liechtenstein neemt alleen deel aan de activiteiten in het kader van de begrotingsonderdelen 33 01 04 01 - Ondersteunende uitgaven voor Rechten en Burgerschap en 33 02 02 - Bestrijding van discriminatie en bevordering van gelijkheid.

Noorwegen wordt vrijgesteld van deelname en financiële bijdrage aan dit programma."

2.           In lid 5 worden de woorden ", in het programma bedoeld in het veertiende streepje, met ingang van 1 januari 2014" ingevoegd na de woorden "in het programma bedoeld in het dertiende streepje, met ingang van 1 januari 2012."

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de laatste kennisgeving zoals bedoeld in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst*.

Het is van toepassing vanaf 1 januari 2014.

Artikel 3

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van, en het EER-supplement bij, het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, …

                                                                       Voor het Gemengd Comité van de EER

                                                                       De voorzitter                                                                                                                                               De secretarissen                                                                        van het Gemengd Comité van de EER

[1]               PB L 354 van 28.12.2013, blz. 62.

*               [Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.] [Grondwettelijke vereisten aangegeven.]

Top