EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52014AP0423

P7_TA(2014)0423 Financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 16 april 2014 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (COM(2013)0639 — C7-0303/2013 — 2013/0313(COD)) P7_TC1-COD(2013)0313 Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 16 april 2014 met het oog op de vaststelling van Verordening (EU, Euratom) nr. …/2014 van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie

PB C 443 van 22.12.2017, p. 954–955 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

22.12.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 443/954


P7_TA(2014)0423

Financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie ***I

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 16 april 2014 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (COM(2013)0639 — C7-0303/2013 — 2013/0313(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

(2017/C 443/96)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2013)0639),

gezien artikel 294, lid 2, en artikel 322 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 106 bis van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7-0303/2013),

gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

gezien het advies van de Rekenkamer van 3 december 2013 (1),

gezien de schriftelijke toezegging van de vertegenwoordiger van de Raad van 28 maart 2014 om het standpunt van het Europees Parlement goed te keuren, overeenkomstig artikel 294, lid 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

gezien artikel 55 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Begrotingscommissie (A7-0108/2014),

1.

stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

2.

hecht zijn goedkeuring aan de gemeenschappelijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie die als bijlage bij deze resolutie is gevoegd;

3.

verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

4.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de Rekenkamer alsmede aan de nationale parlementen.


(1)  PB C 4 van 8.1.2014, blz. 1.


P7_TC1-COD(2013)0313

Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 16 april 2014 met het oog op de vaststelling van Verordening (EU, Euratom) nr. …/2014 van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie

(Aangezien het Parlement en de Raad tot overeenstemming zijn geraakt, komt het standpunt van het Parlement overeen met de definitieve rechtshandeling: Verordening (EU, Euratom) nr. 547/2014.)


BIJLAGE BIJ DE WETGEVINGSRESOLUTIE

Gemeenschappelijk Verklaring over de afzonderlijke kwijting voor Gemeenschappelijke Ondernemingen overeenkomstig artikel 209 van het Financieel Reglement

1.

Het Europees Parlement, de Raad en de Commissie zijn het erover eens dat gemeenschappelijke ondernemingen zouden moeten worden opgericht overeenkomstig artikel 209 van het Financieel Reglement, zodat zij kunnen profiteren van de vereenvoudigde financiële regels die beter aansluiten bij hun publiek-private aard.

Zij zijn het echter ook eens over het volgende:

Gezien de specifieke aard en de huidige status van de gemeenschappelijke ondernemingen en ten behoeve van continuïteit met het zevende kaderprogramma zou er voor de gemeenschappelijke ondernemingen een afzonderlijke kwijting moeten blijven bestaan die op aanbeveling van de Raad door het Europees Parlement wordt verleend. Daarom zullen in de oprichtingshandelingen van de gemeenschappelijke ondernemingen die in het kader van het programma Horizon 2020 worden opgericht specifieke afwijkingen van artikel 209 van het Financieel Reglement worden ingevoerd. In deze afwijkingen zal worden verwezen naar de afzonderlijke kwijting en zullen zo nodig aanvullende aanpassingen staan.

De gedelegeerde verordening van de Commissie van 30 september 2013 betreffende de financiële modelregeling voor PPP's overeenkomstig artikel 209 van het Financieel Reglement moet in werking treden, zodat de gemeenschappelijke ondernemingen onmiddellijk kunnen profiteren van de in het nieuwe financiële kader ingevoerde vereenvoudigingen.

2.

Het Europees Parlement en de Raad nemen er nota van dat de Commissie:

ervoor zal zorgen dat de financiële regels van de gemeenschappelijke ondernemingen afwijkingen van de financiële modelregeling voor PPP's bevatten die weergeven dat er in hun oprichtingshandelingen een afzonderlijke kwijting is ingevoerd;

voornemens is de noodzakelijke wijzigingen in de artikel 209 en artikel 60, lid 7 van het Financieel Reglement voor te stellen in het kader van de toekomstige herziening van het Financieel Reglement.


Top