Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52014AP0415

P7_TA(2014)0415 Terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten *** I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 16 april 2014 inzake het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de handhaving van Richtlijn 96/71/EG betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten (COM(2012)0131 — C7-0086/2012 — 2012/0061(COD)) P7_TC1-COD(2012)0061 Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 16 april 2014 met het oog op de vaststelling van Richtlijn 2014/…/EU van het Europees Parlement en de Raad inzake de handhaving van Richtlijn 96/71/EG betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1024/2012 betreffende de administratieve samenwerking via het Informatiesysteem interne markt („de IMI-verordening”)

PB C 443 van 22.12.2017, p. 919–920 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

22.12.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 443/919


P7_TA(2014)0415

Terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten *** I

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 16 april 2014 inzake het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de handhaving van Richtlijn 96/71/EG betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten (COM(2012)0131 — C7-0086/2012 — 2012/0061(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

(2017/C 443/88)

Het Europees Parlement,

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2012)0131),

gezien artikel 294, lid 2, artikel 53, lid 1, en artikel 62 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7-0086/2012),

gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité van 19 september 2012 (1),

gezien het advies van het Comité van de Regio’s van 29 november 2012 (2),

gezien de schriftelijke toezegging van de vertegenwoordiger van de Raad van 5 maart 2014 om het standpunt van het Europees Parlement goed te keuren, overeenkomstig artikel 294, lid 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

gezien artikel 55 van zijn Reglement,

gezien het verslag van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken en de adviezen van de Commissie interne markt en consumentenbescherming en de Commissie juridische zaken (A7-0249/2013),

1.

stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

2.

hecht zijn goedkeuring aan de hierbij gehechte gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie, die samen met de definitieve wetgevingshandeling in de L-reeks van het Publicatieblad van de Europese Unie zal worden bekendgemaakt;

3.

verzoekt om hernieuwde voorlegging aan het Parlement indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

4.

verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad, de Commissie en de nationale parlementen.


(1)  PB C 351 van 15.11.2012, blz. 61.

(2)  PB C 17 van 19.1.2013, blz. 67.


P7_TC1-COD(2012)0061

Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 16 april 2014 met het oog op de vaststelling van Richtlijn 2014/…/EU van het Europees Parlement en de Raad inzake de handhaving van Richtlijn 96/71/EG betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met het oog op het verrichten van diensten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1024/2012 betreffende de administratieve samenwerking via het Informatiesysteem interne markt („de IMI-verordening”)

(Aangezien het Parlement en de Raad tot overeenstemming zijn geraakt, komt het standpunt van het Parlement overeen met de definitieve rechtshandeling: Richtlijn 2014/67/EU.)


BIJLAGE BIJ DE WETGEVINGSRESOLUTIE

Gezamenlijke verklaring van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende artikel 4, lid 3, onder g)

Het feit dat een werkzaamheid die tijdelijk is toegewezen aan de gedetacheerde werknemer om zijn of haar werk te verrichten met het oog op het verrichten van diensten al dan niet in eerdere tijdvakken is verricht door dezelfde of een andere (gedetacheerde) werknemer vormt slechts één van de mogelijke elementen waarmee in geval van twijfel rekening gehouden moet worden bij een algemene beoordeling van de feitelijke situatie.

Het loutere feit dat het één van die elementen kan zijn, mag op geen enkele wijze geïnterpreteerd worden als een verbod op een mogelijke vervanging van de gedetacheerde werknemer door een andere gedetacheerde werknemer of als beletsel voor een dergelijke vervanging, welke, met name, inherent kan zijn aan diensten die seizoens- of cyclusgebonden of van repetitieve aard zijn.


Top