This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52013PC0865
Proposal for a COUNCIL DECISION on the conclusion of a Protocol to the Partnership and Cooperation Agreement between the European Communities and their Member States, of the one part, and the Republic of Azerbaijan, of the other part, on a Framework Agreement between the European Union and the Republic of Azerbaijan on the general principles for the participation of the Republic of Azerbaijan in Union programmes
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van een protocol bij de overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Azerbeidzjan, anderzijds, inzake een kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Azerbeidzjan over de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek Azerbeidzjan aan EU-programma's
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van een protocol bij de overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Azerbeidzjan, anderzijds, inzake een kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Azerbeidzjan over de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek Azerbeidzjan aan EU-programma's
/* COM/2013/0865 final - 2013/0420 (NLE) */
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van een protocol bij de overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Azerbeidzjan, anderzijds, inzake een kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Azerbeidzjan over de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek Azerbeidzjan aan EU-programma's /* COM/2013/0865 final - 2013/0420 (NLE) */
TOELICHTING De geleidelijke openstelling van bepaalde
EU-programma’s en -agentschappen voor de deelname van partnerlanden in het
kader van het Europees nabuurschapsbeleid (ENB) is een van de vele maatregelen
om hervorming, modernisering en overgang in de buurlanden van de Europese Unie
te bevorderen. De Commissie heeft dit aspect van het beleid uitvoeriger
uiteengezet in haar mededeling van december 2006 over de algemene aanpak om de
ENB-partnerlanden te laten deelnemen aan communautaire agentschappen en
programma’s[1].
De Raad heeft deze aanpak in zijn conclusies
van 5 maart 2007 goedgekeurd[2].
Op basis van de mededeling van de Commissie en
van zijn conclusies heeft de Raad op 18 juni 2007 de Commissie
richtsnoeren gegeven om met Algerije, Armenië, Azerbeidzjan, Egypte, Georgië,
Israël, Jordanië, Libanon, Marokko, Moldavië, Oekraïne, de Palestijnse
Autoriteit en Tunesië te onderhandelen over kaderovereenkomsten inzake de
algemene beginselen voor de deelname van die landen aan communautaire
programma’s[3].
De Europese Raad van juni 2007[4] heeft opnieuw bevestigd
dat het ENB van cruciaal belang is en zijn goedkeuring gehecht aan een
voortgangsverslag van het voorzitterschap[5],
dat aan de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 18 en 19 juni 2007
was voorgelegd, en aan de daarmee verband houdende conclusies van de Raad[6]. In het verslag wordt
verwezen naar de richtsnoeren van de Raad voor onderhandelingen over de
desbetreffende aanvullende protocollen. In de gezamenlijke
mededeling van de Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Europese Unie
voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid, getiteld "Inspelen op de
veranderingen in onze buurlanden"[7],
die werd bekrachtigd door de conclusies van de Raad van 20 juni 2011, wordt
voorts benadrukt dat de EU de deelname van partnerlanden aan EU-programma's
wenst te bevorderen. In september 2011
zijn de deelnemers aan de top van het Oostelijk Partnerschap in Warschau
overeengekomen de deelname van partnerlanden aan EU-programma's en
-agentschappen te bevorderen. Momenteel zijn er
protocollen ondertekend met Armenië[8],
Israël[9],
Jordanië[10],
Moldavië[11],
Marokko[12]
en Oekraïne[13].
In oktober 2012
heeft Azerbeidzjan zijn belangstelling kenbaar gemaakt om deel te nemen aan het
ruime aanbod van programma's die openstaan voor ENB-partnerlanden. De tekst van
het protocol waarover met Azerbeidzjan is onderhandeld, is als bijlage
opgenomen. De Commissie dient hierbij een voorstel in
voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van het protocol. Dit
protocol omvat een kaderovereenkomst over de algemene beginselen voor de
deelname van Azerbeidzjan aan EU-programma’s. De overeenkomst omvat
standaardbepalingen die gelden voor alle ENB-partnerlanden waarmee dergelijke
protocollen worden gesloten. Overeenkomstig artikel 218, lid 6, onder a),
van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie zal het Europees
Parlement worden gevraagd de sluiting van dit protocol goed te keuren. Tegelijkertijd dient de Commissie een voorstel
in voor een besluit van de Raad betreffende de ondertekening en voorlopige
toepassing van het protocol. De Raad wordt verzocht het aangehecht voorstel
voor een besluit goed te keuren. 2013/0420 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van een protocol bij
de overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese
Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Azerbeidzjan,
anderzijds, inzake een kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en de
Republiek Azerbeidzjan over de algemene beginselen voor de deelname van de
Republiek Azerbeidzjan aan EU-programma's DE RAAD VAN
DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, en met name artikel 212, in samenhang met artikel 218,
lid 6 a), Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Gezien de goedkeuring door het Europees
Parlement, Overwegende hetgeen volgt: (1) Het protocol bij de
overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese
Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Azerbeidzjan, anderzijds,
inzake een kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek
Azerbeidzjan over de algemene beginselen voor de deelname van de Republiek
Azerbeidzjan aan EU-programma's (hierna: “het protocol” genoemd) is namens de
Unie ondertekend op […]. (2) Het protocol dient te worden
goedgekeurd, HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1 Het protocol bij
de overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese
Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Azerbeidzjan,
anderzijds, inzake een kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en de
Republiek Azerbeidzjan over de algemene beginselen voor de deelname van de
Republiek Azerbeidzjan aan EU-programma's (hierna: “het protocol” genoemd)
wordt namens de Unie goedgekeurd[14].
De tekst van het
protocol is aan dit besluit gehecht. Artikel 2 De voorzitter van de Raad verricht namens de
Unie de in artikel 10 van het protocol bedoelde kennisgeving[15]. Artikel 3 Dit besluit treedt in werking op de datum
waarop het wordt vastgesteld. Gedaan te Brussel, Voor
de Raad De
voorzitter [1] COM(2006) 724 definitief van 4 december 2006. [2] Conclusies van de Raad Algemene Zaken en Externe
Betrekkingen van 5 maart 2007. [3] Besluit van de Raad tot machtiging van de Commissie om
te onderhandelen over protocollen […], doc. 10412/07 (beperkte verspreiding). [4] Conclusies van het voorzitterschap – Brussel, 21 en 22
juni 2007, doc. 11177/07. [5] Voortgangsverslag van het voorzitterschap over de
versterking van het Europees nabuurschapsbeleid, doc. 10874/07. [6] Conclusies over de versterking van het Europees
nabuurschapsbeleid, op 18 juni 2007 goedgekeurd door de Raad Algemene Zaken en
Externe Betrekkingen, doc. 11016/07. [7] COM(2011) 303 definitief van 25 mei 2011. [8] [PB-referentie in te voegen] [9] PB L 129 van 17.5.2008, blz. 39. [10] [PB-referentie in te voegen] [11] PB L 14 van 19.1.2011, blz. 5, PB L 131 van 18.5.2011,
blz. 1, inwerkingtreding op 1.5.2011. [12] PB L 273 van 19.10.2010, blz. 1, PB L 90 van 28.3.2012,
blz. 1, inwerkingtreding op 1.10.2012. [13] PB L 18 van 21.1.2011, blz. 1, PB L 133 van 20.5.2011,
blz. 1, inwerkingtreding op 1.11.2011. [14] De tekst van het protocol is samen met het besluit tot
ondertekening bekendgemaakt in […]. [15] De datum van inwerkingtreding van het protocol wordt door
het secretariaat-generaal van de Raad bekend gemaakt in het Publicatieblad
van de Europese Unie. BIJLAGE PROTOCOL bij het BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van een
protocol bij de overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de
Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek
Azerbeidzjan, anderzijds, inzake een kaderovereenkomst tussen de Europese Unie
en de Republiek Azerbeidzjan over de algemene beginselen voor de deelname van
de Republiek Azerbeidzjan aan EU-programma's DE EUROPESE UNIE, hierna “de Unie” genoemd, enerzijds, en DE REPUBLIEK
AZERBEIDZJAN, hierna “Azerbeidzjan” genoemd, anderzijds, hierna gezamenlijk
“de partijen” genoemd, Overwegende
hetgeen volgt: (1) Azerbeidzjan heeft een
overeenkomst inzake partnerschap en samenwerking tussen de Europese
Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en Azerbeidzjan, anderzijds,
gesloten (hierna “de overeenkomst” genoemd), die op 1 juli 1999 in werking is
getreden. (2) De Europese Raad van Brussel
van 17 en 18 juni 2004 heeft zijn tevredenheid uitgesproken over de voorstellen
van de Commissie voor een Europees nabuurschapsbeleid (ENB) en zijn goedkeuring
gehecht aan de conclusies van de Raad van 14 juni 2004. (3) In zijn conclusies heeft de
Raad herhaaldelijk blijk gegeven van zijn instemming met dit beleid. (4) De Raad heeft op 5 maart 2007
zijn steun betuigd aan de algemene en alomvattende aanpak die is uiteengezet in
de mededeling van de Europese Commissie van 4 december 2006, die tot doel heeft
de ENB-partnerlanden, naargelang van hun verdiensten en voor zover de
rechtsgrondslagen het mogelijk maken, aan communautaire agentschappen en
programma’s te laten deelnemen. (5) Azerbeidzjan heeft de wens
geuit aan een aantal EU-programma's deel te nemen. (6) De specifieke voorwaarden
betreffende de deelname van Azerbeidzjan aan de verschillende programma’s, met
name de financiële bijdrage en de rapportage- en evaluatieprocedures, worden
vastgesteld in onderling overleg tussen de Europese Commissie en de bevoegde
autoriteiten van Azerbeidzjan, ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN: Artikel 1 Azerbeidzjan mag
deelnemen aan alle huidige en toekomstige programma’s van de Unie die
overeenkomstig de bepalingen tot vaststelling van die programma’s voor het land
openstaan. Artikel 2 Azerbeidzjan
verstrekt een financiële bijdrage aan de algemene begroting van de Europese
Unie in overeenstemming met de specifieke programma’s waaraan het deelneemt. Artikel 3 Vertegenwoordigers
van Azerbeidzjan mogen als waarnemers de vergaderingen bijwonen van de
beheerscomités die belast zijn met het toezicht op de programma’s waaraan
Azerbeidzjan een financiële bijdrage levert, voor zover deze betrekking hebben
op onderwerpen die Azerbeidzjan aangaan. Artikel 4 Ten aanzien van
projecten en initiatieven die door deelnemers uit Azerbeidzjan worden
ingediend, gelden in het kader van de betrokken programma’s voor zover mogelijk
dezelfde voorwaarden, regels en procedures als voor de lidstaten. Artikel 5 De specifieke
voorwaarden betreffende de deelname van Azerbeidzjan aan de verschillende
programma’s, met name de financiële bijdrage en de rapportage- en evaluatieprocedures,
worden vastgesteld in onderling overleg tussen de Europese Commissie en de
bevoegde autoriteiten van Azerbeidzjan, op grond van de criteria die in deze
programma's zijn vastgesteld. Als Azerbeidzjan
op grond van artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1638/2006 van het Europees
Parlement en de Raad van 24 oktober 2006 houdende algemene bepalingen tot
invoering van een Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument of van een
soortgelijke toekomstige verordening betreffende externe bijstand van de Unie
aan Azerbeidzjan, de Unie om externe bijstand voor deelname aan een bepaald
EU-programma verzoekt, worden de voorwaarden voor het gebruik door Azerbeidzjan
van de externe bijstand van de Unie in een financieringsovereenkomst
vastgesteld, waarbij met name artikel 20 van Verordening (EG) nr.
1638/2006 in acht wordt genomen. Artikel 6 In volgens artikel 5 gesloten overeenkomsten wordt overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het
Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de
financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie en tot
intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 bepaald dat
financiële controles of audits en andere controles, zoals administratieve
onderzoeken, worden verricht door of onder toezicht van de Europese Commissie,
het Europees Bureau voor Fraudebestrijding (OLAF) en de Rekenkamer. Er worden gedetailleerde bepalingen in opgenomen inzake financiële
controle en audits, administratieve maatregelen, sancties en invordering,
waarbij aan de Europese Commissie, OLAF en de Rekenkamer bevoegdheden worden
toegekend die gelijkwaardig zijn met hun bevoegdheden ten aanzien van
begunstigden of contractanten die in de Unie zijn gevestigd. Artikel 7 Dit protocol is
van toepassing gedurende de looptijd van de overeenkomst. Dit protocol wordt
door de partijen volgens hun eigen procedures ondertekend en goedgekeurd. Elk van beide
partijen kan de overeenkomst opzeggen door schriftelijke kennisgeving aan de
andere partij. Het protocol
verstrijkt zes maanden na de datum van die kennisgeving. Beëindiging van
dit protocol als gevolg van opzegging door een van de partijen is niet van
invloed op de controles die, in voorkomend geval, overeenkomstig de artikelen 5
en 6 worden uitgevoerd. Artikel 8 Uiterlijk drie jaar
na de inwerkingtreding van dit protocol, en vervolgens iedere drie jaar, kunnen
de partijen de tenuitvoerlegging van het protocol evalueren aan de hand van de
werkelijke deelname van Azerbeidzjan aan EU-programma’s. Artikel 9 Dit protocol is
van toepassing op enerzijds het grondgebied waar het Verdrag betreffende de
werking van de Europese Unie van toepassing is, overeenkomstig de bepalingen
van dat Verdrag, en anderzijds het grondgebied van Azerbeidzjan. Artikel 10 Dit protocol
treedt in werking op de eerste dag van de maand volgend op de datum waarop de
partijen elkaar via diplomatieke kanalen ervan in kennis stellen dat de voor de
inwerkingtreding vereiste procedures zijn voltooid. In
afwachting van de inwerkingtreding van het protocol komen de partijen overeen
dat zij dit protocol voorlopig zullen toepassen vanaf de datum van
ondertekening ervan, onder voorbehoud van sluiting op een latere datum. Artikel 11 Dit protocol maakt integrerend deel uit van de
Overeenkomst. Artikel 12 Dit protocol is opgesteld in tweevoud in de
Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de
Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de
Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse,
de Spaanse, de Tsjechische, de Zweedse en de Azerbeidzjaanse taal, zijnde alle
teksten gelijkelijk authentiek. Gedaan te Brussel, […]
Voor de Europese Unie
Voor de Republiek Azerbeidzjan