52013PC0663

TOELICHTING

Krachtens artikel 1, lid 5, van het Intern Akkoord van het tiende EOF mogen de middelen van het tiende EOF niet worden vastgelegd na 31 december 2013, tenzij de Raad met eenparigheid van stemmen en op voorstel van de Commissie anders besluit.

Het Intern Akkoord tot oprichting van het elfde Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) werd door de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, in juni 2013 goedgekeurd. Dit Intern Akkoord treedt pas in werking na de bekrachtiging ervan door alle lidstaten. Die procedure zal wellicht niet voor januari 2014 worden afgerond.

Daarom stelt de Commissie overgangsmaatregelen voor (overbruggingsfaciliteit) om ervoor te zorgen dat fondsen voor samenwerking met de staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan en met de landen en gebieden overzee, en de fondsen voor ondersteunende uitgaven, beschikbaar blijven tussen januari 2014 en de inwerkingtreding van het Intern Akkoord tot oprichting van het elfde EOF. Deze faciliteit wordt gefinancierd uit saldi en geannuleerde middelen van het 10e EOF en van eerdere EOF's.

Er wordt eveneens voorgesteld dat de in het kader van deze overbruggingsfaciliteit vastgelegde middelen worden geboekt ten laste van het elfde EOF, zodat zij geen bijkomende middelen vormen voor het elfde EOF, en dat de nodige maatregelen zo snel mogelijk worden goedgekeurd voor het operationele en financiële beheer van deze overbruggingsfaciliteit.

Daarom stelt de Commissie voor dat de Raad het bijgevoegde besluit goedkeurt.

2013/0319 (NLE)

Voorstel voor een

BESLUIT VAN DE RAAD

betreffende overgangsmaatregelen voor het beheer van het EOF tussen 1 januari 2014 en de inwerkingtreding van het elfde EOF

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien de partnerschapsovereenkomst tussen de staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, ondertekend te Cotonou op 23 juni 2000[1],

Gezien het Besluit van de Raad betreffende de associatie van de landen en gebieden overzee (LGO) met de Europese Gemeenschap ("LGO-besluit")[2],

Gezien het Intern Akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering van de steun van de Gemeenschap binnen het meerjarig financieel kader voor 2008-2013 voor de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst en de toewijzing van financiële bijstand ten behoeve van de landen en gebieden overzee waarop de bepalingen van deel vier van het EG-Verdrag van toepassing zijn[3] (hierna het "Intern Akkoord van het tiende EOF "genoemd), en met name artikel 1, lid 5,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)       Krachtens artikel 1, lid 5, van het Intern Akkoord van het tiende EOF mogen de middelen van het tiende EOF worden vastgelegd tot en met 31 december 2013, tenzij de Raad met eenparigheid van stemmen en op voorstel van de Commissie anders besluit.

(2)       Lid 5 van bijlage I ter[4] (Meerjarig financieel kader voor de periode 2008-2013) bij de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst bepaalt dat de middelen uit hoofde van het tiende EOF, met uitzondering van middelen voor de investeringsfaciliteit, daarmee verband houdende rentesubsidies niet inbegrepen, niet na 31 december 2013 kunnen worden vastgelegd, tenzij de Raad van de Europese Unie, op voorstel van de Commissie, met eenparigheid van stemmen een andersluidend besluit neemt.

(3)       Artikel 1, lid 2, van bijlage II A bis van het Besluit van de Raad van 27 november 2001 betreffende de associatie van de LGO met de Europese Gemeenschap bepaalt dat de middelen van het tiende EOF na 31 december 2013 niet langer mogen worden vastgelegd, tenzij de Raad met eenparigheid van stemmen en op voorstel van de Commissie anders besluit[5].

(4)       Artikel 13, lid 3, van het Intern Akkoord van het tiende EOF bepaalt dat dit akkoord wordt gesloten voor dezelfde duur als het in de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst vastgelegde financiële meerjarenkader en dat het van kracht blijft voor zover dit nodig is voor de volledige uitvoering van alle uit hoofde van de ACS-EG-partnerschapsovereenkomst en het LGO-besluit en binnen het genoemde financiële meerjarenkader gefinancierde verrichtingen.

(5)       De organisatie en de werking van de Europese Dienst voor extern optreden worden beschreven in Besluit 2010/427/EU van de Raad,

(6)       De inwerkingtreding van het elfde EOF kan worden uitgesteld tot na 1 januari 2014. Daarom worden overgangsmaatregelen voorgesteld (overbruggingsfaciliteit) om ervoor te zorgen dat fondsen voor samenwerking met de staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan en met de landen en gebieden overzee, en de fondsen voor ondersteunende uitgaven, beschikbaar blijven tussen januari 2014 en de inwerkingtreding van het Intern Akkoord, die worden gefinancierd uit de resterende en geannuleerde middelen van het tiende EOF en van eerdere EOF's,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In afwachting van de inwerkingtreding van het Intern Akkoord van het elfde EOF worden overgangsmaatregelen in de vorm van actieprogramma's, afzonderlijke maatregelen en bijzondere maatregelen voor partners van de staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, financiële besluiten ter ondersteuning van LGO, en specifieke actieprogramma's voor ondersteunende uitgaven gefinancierd uit een overbruggingsfaciliteit voor het elfde EOF, die is samengesteld uit de resterende middelen van eerdere EOF's en geannuleerde middelen voor projecten en programma's in het kader van eerdere EOF's. Uit deze overbruggingsfaciliteit kunnen ook subsidies worden verleend voor de financiering van de rentesubsidies en van projectgerelateerde technische bijstand, verstrekt aan de Europese Investeringsbank als bepaald in de artikelen 1, 2 en 4 van bijlage II bij de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst en in het nieuwe LGO-besluit. Deze overgangsfinancieringsmaatregelen zijn bedoeld om de tenuitvoerlegging van de programmeringsdocumenten te vergemakkelijken en te reageren op de behoefte aan spoedhulp.

De in het kader van deze overbruggingsfaciliteit vastgelegde middelen worden ten laste van het elfde EOF geboekt. De in artikel 1, lid 2, onder a), van de interne akkoorden van het negende en het tiende EOF vastgelegde bijdragen van de lidstaten worden dienovereenkomstig verminderd.

Artikel 2

Ongeacht hoe ver de lidstaten staan met de nationale ratificatie van het Intern Akkoord, keurt de Raad zo snel mogelijk de uitvoeringsbepalingen van het elfde EOF goed, waaronder maatregelen voor het operationeel en financieel beheer van deze overbruggingsfaciliteit. Totdat deze uitvoeringsbepalingen worden goedgekeurd, gelden voor de tenuitvoerlegging van de overbruggingsfaciliteit Verordening (EG) nr. 617/2007 van de Raad van 14 mei 2007 inzake de uitvoering van het tiende EOF en Verordening (EG) nr. 215/2008 van de Raad van 18 februari 2008 inzake het Financieel Reglement van toepassing op het tiende EOF.

Artikel 3

Dit besluit wordt toegepast in overeenstemming met Besluit nr. 2010/427/EU van de Raad tot vaststelling van de organisatie en werking van de Europese Dienst voor extern optreden.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Het is van toepassing vanaf 1 januari 2014 tot de inwerkingtreding van het Intern Akkoord van het elfde EOF.

Gedaan te Brussel,

                                                                       Voor de Raad

                                                                       De voorzitter

[1]               PB L 317 van 15.12.2000, blz. 3. Overeenkomst als gewijzigd bij de Overeenkomst ondertekend te Luxemburg op 25 juni 2005 (PB L 287, 28.10.2005, blz. 4) en door de Overeenkomst ondertekend te Ouagadougou op 22 juni 2010 (PB L 287, 4.11.2010, blz. 3).

[2]               Besluit van de Raad van 27 november 2001, 2001/822/EG, PB L 314, 30.11.2001, blz. 1, gewijzigd bij Besluit van de Raad 2007/249/EG van 19 maart 2007, PB L 109, 26.4.2007, blz. 33.

[3]               PB L 247 van 09.09.2006, blz. 32.

[4]               Bijlage I ter opgenomen in de bijlage bij Besluit nr. 1/2006 van de ACS-EG-Raad van ministers (PB L 247 van 9.9.2006, blz. 22).

[5]               PB L 314 van 30.11.2001, blz. 1, als gewijzigd bij Besluit van de Raad van 19 maart 2007 (PB L 109 van 26.4.2007, blz. 37).