This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52013PC0428
Proposal for a REGULATION OF THE EUROPEAN PARLIAMENT AND OF THE COUNCIL on amending Council Regulation (EC) No 1198/2006 as regards certain provisions relating to financial management for certain Member States experiencing or threatened with serious difficulties with respect to their financial stability
Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD inzake de wijziging van Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad wat betreft sommige bepalingen in verband met het financiële beheer voor bepaalde lidstaten die ten aanzien van hun financiële stabiliteit ernstige moeilijkheden ondervinden of dreigen te ondervinden
Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD inzake de wijziging van Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad wat betreft sommige bepalingen in verband met het financiële beheer voor bepaalde lidstaten die ten aanzien van hun financiële stabiliteit ernstige moeilijkheden ondervinden of dreigen te ondervinden
/* COM/2013/0428 final - 2013/0200 (COD) */
Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD inzake de wijziging van Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad wat betreft sommige bepalingen in verband met het financiële beheer voor bepaalde lidstaten die ten aanzien van hun financiële stabiliteit ernstige moeilijkheden ondervinden of dreigen te ondervinden /* COM/2013/0428 final - 2013/0200 (COD) */
TOELICHTING 1. achtergrond van het voorstel · Motivering en doel van het voorstel Verlenging van het hogere
medefinancieringspercentage voor lidstaten die ten aanzien van hun financiële
stabiliteit ernstige moeilijkheden dreigen te ondervinden De aanhoudende financiële en economische crisis
heeft de nationale financiële middelen onder druk gezet, aangezien de lidstaten
genoodzaakt zijn beleidsmaatregelen op het vlak van begrotingsconsolidatie te
nemen. Tegen deze achtergrond is het voor investeringen in de visserijsector
van bijzonder belang dat wordt gezorgd voor een vlotte uitvoering van de
programma’s van het Europees Visserijfonds. De uitvoering van de programma's verloopt vaak
moeizaam, niet in de laatste plaats omdat begrotingsconsolidatie tot liquiditeitsproblemen
leidt. Dit is met name het geval voor de lidstaten die het zwaarst door de
crisis zijn getroffen en financiële bijstand hebben gekregen op grond van een
aanpassingsprogramma. Tot op heden hebben zeven landen financiële bijstand
ontvangen en met de Commissie overeenstemming bereikt over een macro-economisch
aanpassingsprogramma. Het gaat om Cyprus, Hongarije, Roemenië, Letland,
Portugal, Griekenland en Ierland, hierna "programmalanden" genoemd.
Hongarije, Roemenië en Letland vallen niet langer onder een
aanpassingsprogramma. Om te waarborgen dat deze lidstaten (en elke
andere lidstaat die in de toekomst bijstand uit dergelijke programma's
ontvangt) visserijbeleidsprogramma's ter plaatse blijven uitvoeren en projecten
blijven financieren, bevat het onderhavige voorstel bepalingen op grond waarvan
de Commissie de betalingen aan deze landen kan opvoeren voor de periode waarin
zij onder de ondersteuningsmechanismen vallen, zonder dat het totaal van de
middelen die hun in het kader van het visserijbeleid voor de periode 2007-2013
zijn toegewezen, daarbij wordt gewijzigd. Daardoor krijgen de lidstaten op een
kritiek moment de beschikking over extra financiële middelen en wordt de
voortzetting van de concrete uitvoering van programma's vergemakkelijkt. ·
Algemene context en geldende bepalingen op het
door het voorstel bestreken gebied In de artikelen 76 en 77 van Verordening (EG) nr. 1198/2006
(hierna "verordening" genoemd) is bepaald dat de tussentijdse
betalingen en de saldobetalingen worden berekend door toepassing van het in het
besluit van de Commissie tot goedkeuring van het operationele programma
bepaalde medefinancieringspercentage voor elke prioritaire as. Tevens wordt
voorzien in de toepassing van een hoger medefinancieringspercentage voor programmalanden.
Deze bepaling geldt thans tot en met 31 december 2013. ·
Samenhang met andere beleidsgebieden en met de
doelstellingen van de Unie Het voorstel is in overeenstemming met andere
voorstellen en initiatieven die de Commissie als reactie op de financiële
crisis heeft vastgesteld. 2. RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN
EN EFFECTBEOORDELING ·
Raadpleging van belanghebbende partijen Er zijn geen externe belanghebbenden geraadpleegd. ·
Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid Er hoefde geen beroep te worden gedaan op externe
deskundigheid. ·
Effectbeoordeling Door het voorstel zou de Commissie de betalingen
aan de programmalanden tot het einde van de periode 2007-2013 kunnen aanvullen.
Daartoe worden de betalingen voor de nieuwe gecertificeerde uitgaven die in de
betrokken periode worden ingediend, vermeerderd met een bedrag dat wordt
berekend door de medefinancieringspercentages voor de prioritaire assen van de
programma's met tien procentpunten te verhogen totdat het plafond voor de
betalingen is bereikt. De totale financiële middelen uit het Fonds voor
de betrokken landen en programma's zullen voor die periode dezelfde blijven. 3. Juridische elementen van het voorstel ·
Samenvatting van de voorgestelde maatregelen Voorgesteld wordt artikel 77 onder a) van de
verordening aldus te wijzigen dat de Commissie tot afloop van de
subsidiabiliteitsperiode van de operationele programma’s 2007-2013 voor de
nieuwe gedeclareerde uitgaven een hogere terugbetaling kan blijven verrichten,
die wordt berekend door de toepasselijke medefinancieringspercentages voor de
prioritaire assen met 10 procentpunten te verhogen. De bijdrage uit het Fonds aan de betrokken
prioritaire as mag niet hoger zijn dan het bedrag dat wordt genoemd in het
besluit van de Commissie tot goedkeuring van het operationele programma. ·
Rechtsgrondslag In de verordening zijn de regels vastgesteld die
van toepassing zijn op het Fonds. Op grond van het beginsel van het gedeelde
beheer tussen de Commissie en de lidstaten omvat deze verordening bepalingen
voor het programmeringsproces, alsook regelingen voor programmabeheer,
inclusief financieel beheer, monitoring, financiële controle en evaluatie van
projecten. ·
Subsidiariteitsbeginsel Het voorstel is in overeenstemming met het
subsidiariteitsbeginsel voor zover het ertoe strekt via het Europees
Visserijfonds meer steun te verlenen aan bepaalde lidstaten die, met name wat
hun economische groei en financiële stabiliteit betreft, in ernstige
moeilijkheden verkeren en die met een oplopend tekort en een verslechterende
schuldenpositie te kampen hebben, mede als gevolg van het internationale
economische en financiële klimaat. In dit verband moet op EU-niveau een
tijdelijk mechanisme worden ingesteld waarmee de Commissie de vergoeding voor
de gecertificeerde uitgaven in het kader van het Europees Visserijfonds kan
verhogen. ·
Evenredigheidsbeginsel Het voorstel is in overeenstemming met het
evenredigheidsbeginsel. De verlenging van de toepassing van de verhoogde
medefinancieringspercentages is evenredig ten opzichte van de aanhoudende
economische crisis en de overige inspanningen ter ondersteuning van deze
lidstaten. ·
Keuze van instrumenten Voorgesteld instrument: wijziging van de huidige
verordening. De Commissie heeft de door het rechtskader geboden
speelruimte onderzocht en acht het in het licht van de tot nu toe opgedane
ervaringen nodig om wijzigingen in de verordening voor te stellen. 4. Gevolgen voor de begroting Er is geen effect op de vastleggingskredieten,
aangezien geen wijziging wordt voorgesteld van de maximumbedragen voor
financiering uit het Fonds, als vastgesteld in de operationele programma's voor
de programmeringsperiode 2007-2013. Wat de betalingskredieten betreft, is het voorstel
tot aanvullende betalingen begrotingsneutraal. Het kan echter leiden tot een
hogere terugbetaling aan de betrokken lidstaten in 2014, maar er zal bij de
afsluiting in 2017 voor evenwicht worden gezorgd. De aanvullende
betalingskredieten in het kader van dit voorstel houden een toename van de
betalingskredieten in (met ongeveer 10 miljoen EUR in 2014), die aan het
einde van de programmeringsperiode zal worden gecompenseerd. Derhalve ondergaat
het totaal van de betalingskredieten voor de gehele programmeringsperiode geen
wijziging. 2013/0200 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN
DE RAAD inzake de wijziging van Verordening (EG) nr. 1198/2006
van de Raad wat betreft sommige bepalingen in verband met het financiële beheer
voor bepaalde lidstaten die ten aanzien van hun financiële stabiliteit ernstige
moeilijkheden ondervinden of dreigen te ondervinden HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN
DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 2, Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Na toezending van het ontwerp van
wetgevingshandeling aan de nationale parlementen, Gezien het advies van het Europees Economisch
en Sociaal Comité[1], Gezien het advies van het Comité van de
Regio’s[2], Handelend volgens de gewone
wetgevingsprocedure, Overwegende hetgeen volgt: (1) De ongekende wereldwijde
financiële crisis en recessie hebben de economische groei en de financiële
stabiliteit ernstig geschaad en een aanzienlijke verslechtering van de
financiële en economische omstandigheden in verschillende lidstaten tot gevolg
gehad. Met name kampen bepaalde lidstaten met ernstige moeilijkheden of dreigen
zij die te ondervinden, in het bijzonder wat hun economische groei en
financiële stabiliteit betreft, en kennen zij een oplopend tekort en een
verslechterende schuldenpositie. (2) Er zijn krachtens de
artikelen 122, lid 2, 136 en 143 van het Verdrag reeds belangrijke maatregelen
genomen om de negatieve effecten van de crisis op te vangen. De druk op de
nationale financiële middelen neemt echter toe en er moeten verdere stappen
worden ondernomen om die druk te verlichten door de middelen uit het Europees
Visserijfonds maximaal en optimaal te benutten. (3) Om het beheer van de
EU-financiering te vergemakkelijken, om bij te dragen tot snellere
investeringen in de lidstaten en de regio's en om de beschikbaarheid van
financiering voor de economie te verbeteren, is Verordening (EG) nr. 1198/2006
van de Raad van 27 juli 2006 inzake het Europees Visserijfonds[3] gewijzigd
bij Verordening (EU) nr. 387/2012 van het Europees Parlement en de Raad[4], teneinde
het mogelijk te maken om tussentijdse en saldobetalingen uit het Europees
Visserijfonds voor lidstaten die ernstige moeilijkheden ondervinden wat hun
financiële stabiliteit betreft en die verzoeken om voor deze maatregel in
aanmerking te komen, te verhogen met een bedrag dat overeenkomt met tien
procentpunten bovenop het bestaande medefinancieringspercentage voor elke
prioritaire as. (4) In artikel 77 bis, lid 5,
van Verordening (EG) nr. 1198/2006 is vastgesteld dat een hoger
medefinancieringspercentage mag worden toegepast tot en met 31 december 2013.
Aangezien de lidstaten evenwel nog steeds te kampen hebben met ernstige
moeilijkheden ten aanzien van hun financiële stabiliteit, moet de toepassing
van een hoger medefinancieringspercentage niet worden beperkt tot eind 2013. (5) Verordening (EG) nr. 1198/2006
moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. (6) Gezien de niet eerder geziene
crisis, is een snelle goedkeuring van steunmaatregelen noodzakelijk. Bijgevolg
is het dienstig dat deze verordening in werking treedt op de dag van de
bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING
VASTGESTELD: Artikel 1 In Verordening (EG) nr. 1198/2006 wordt
artikel 77 bis, lid 5, geschrapt. Artikel 2 Deze verordening treedt in werking op de dag
van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Deze verordening is verbindend in al haar
onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, Voor het Europees Parlement Voor
de Raad De voorzitter De
voorzitter FINANCIEEL MEMORANDUM 1. NAAM VAN HET VOORSTEL: Voorstel voor een Verordening van het Europees
Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de
Raad wat betreft sommige bepalingen in verband met het financiële beheer voor
bepaalde lidstaten die ten aanzien van hun financiële stabiliteit ernstige
moeilijkheden ondervinden of dreigen te ondervinden 2. ABM/ABB-KADER Betrokken beleidsterrein(en) en bijbehorende
activiteit(en): Maritieme zaken en visserij; ABB-activiteit 11.06 3. BEGROTINGSONDERDELEN 3.1. Begrotingsonderdelen
(operationele uitgaven en bijbehorende uitgaven voor technische en
administratieve bijstand (vroegere BA-onderdelen)): De voorgestelde nieuwe actie zal worden
uitgevoerd op basis van de volgende begrotingsonderdelen: · 11.061200 Convergentie (EVF) · 11.0613 Non-convergentie (EVF) 3.2. Duur van de actie en van de
financiële gevolgen: Geen van de
voorgestelde wijzigingen zal financiële gevolgen hebben. De in 2014 benodigde
extra middelen om te kunnen voldoen aan de betalingsaanvragen van de lidstaten
die financiële bijstand ontvangen, zullen namelijk worden gecompenseerd bij de
afsluiting van de programma's in 2017. Het mechanisme biedt de mogelijkheid om
betalingen eerder te verrichten, vergeleken met een situatie waarin geen
aanvullende betalingen plaatsvinden. 3.3. Begrotingskenmerken: Begrotingsonderdeel || Soort uitgaven || Nieuw || Bijdrage EVA || Bijdragen kandidaat-lidstaten || Rubriek financiële vooruitzichten 11.061200 || Niet-verplicht || Gespl. || NEE || NEE || NEE || Nr. 2 11.061300 || Niet-verplicht || Gespl. || NEE || NEE || NEE || Nr. 2 4. OVERZICHT VAN DE MIDDELEN 4.1. Financiële middelen 4.1.1. Overzicht van
vastleggingskredieten (VK) en betalingskredieten (BK) De volgende tabellen laten het verwachte effect
van de voorgestelde maatregelen tussen 2014 en 2017 zien. Aangezien geen nieuwe
financiële middelen worden voorgesteld voor de vastleggingskredieten, zijn in
de tabellen geen cijfers ingevuld, maar "n.v.t." (niet van
toepassing). Het voorstel is derhalve in overeenstemming met het meerjarig
financieel kader voor 2007-2013. Wat de betalingen betreft, kan het voorstel
tot uitbreiding van het aanvullingsmechanisme leiden tot een hogere
terugbetaling aan de betrokken lidstaten, die zal worden gecompenseerd bij de
afsluiting van het programma. Op basis van de meest recente betalingsprognose
van de lidstaten, de in 2012 aan de betrokken lidstaten verrichte aanvullende
betalingen en de in de begroting voor 2013 opgenomen betalingskredieten zouden
de benodigde begrotingsmiddelen voor 2014 ongeveer 10 miljoen EUR
bedragen. in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen) Soort uitgave || Punt nr. || || Jaar n || n + 1 || n + 2 || n + 3 || n + 4 || n + 5 en later || Totaal Beleidsuitgaven[5] || || || || || || || || Vastleggingskredieten (VK) || 8.1 || a || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. Betalingskredieten (BK) || || b || N.v.t. || +10 || N.v.t. || N.v.t. || -10 || n.v.t. || 0. Administratieve uitgaven binnen het referentiebedrag[6] || || || || Technische & administratieve bijstand (NGK) || 8.2.4 || c || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. TOTAAL REFERENTIEBEDRAG || || || || || || || Vastleggingskredieten || || a+c || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. Betalingskredieten || || b+c || N.v.t. || +10 || N.v.t. || N.v.t. || -10 || N.v.t. || 0,000 Administratieve uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen[7] || || Personeelsuitgaven en aanverwante uitgaven (NGK) || 8.2.5 || d || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. Andere niet in het referentiebedrag begrepen administratieve uitgaven (NGK) || 8.2.6 || e || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. Totale indicatieve kosten van de maatregel TOTAAL VK inclusief personeelsuitgaven || || a+c+d+e || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. TOTAAL BK inclusief personeelskosten || || b+c+d+e || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. Details medefinanciering in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen) Medefinancieringsbron || || Jaar n || n + 1 || n + 2 || n + 3 || n + 4 || n + 5 en later || Totaal …………………… || f || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. TOTAAL VK inclusief medefinanciering || a+c+d+e+f || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. 4.1.2. Verenigbaarheid
met de financiële programmering x Het voorstel is verenigbaar met de bestaande financiële
programmering. ¨ Het voorstel vergt herprogrammering van de betrokken rubriek van
de financiële vooruitzichten. ¨ Het voorstel vergt wellicht de
toepassing van de bepalingen van het Interinstitutioneel Akkoord[8]
(flexibiliteitsinstrument of herziening van de financiële vooruitzichten). 4.1.3. Financiële gevolgen voor de
ontvangsten x Het voorstel heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten ¨ Het voorstel heeft de volgende financiële gevolgen voor de
ontvangsten: in miljoen
euro's (tot op 1 decimaal) || || Vóór de actie [Jaar n-1] || || Situatie na de actie Begrotingsonderdeel || Ontvangsten || || [Jaar n] || [n+1] || [n+2] || [n+3] || [n+4] || [n+5][9] || a) Ontvangsten in absolute bedragen || || || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. b) Verschil in ontvangsten || D || || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. (Vermeld elk betrokken begrotingsonderdeel;
voeg extra rijen toe wanneer er gevolgen zijn voor meer dan een
begrotingsonderdeel.) 4.2. Personele
middelen VTE (ambtenaren, tijdelijk en extern personeel) – zie punt 8.2.1. Jaarlijkse behoeften || Jaar n || n + 1 || n + 2 || n + 3 || n + 4 || n + 5 en later Totale personele middelen || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. 5. KENMERKEN EN DOELSTELLINGEN 5.1. Behoefte waarin op korte of
lange termijn moet worden voorzien Door de
aanhoudende financiële en economische crisis neemt de druk op de nationale
financiële middelen toe, nu de lidstaten in hun begrotingen snoeien. In deze
context is de waarborging van een vlotte uitvoering van de programma's in het
kader van het visserijbeleid een bijzonder belangrijk middel om geld in de
economie te pompen. Om te verzekeren dat deze lidstaten de tenuitvoerlegging
van de programma's van het Europees Visserijfonds ter plaatse voortzetten en
projecten financieren, bevat het voorstel bepalingen op grond waarvan de
Commissie de betalingen aan de lidstaten kan opvoeren voor de periode dat zij
onder de steunmechanismen vallen. 5.2. Meerwaarde van het
communautaire optreden, samenhang van het voorstel met andere financiële
instrumenten en mogelijke synergie Het voorstel
maakt het mogelijk de tenuitvoerlegging van de programma's voort te zetten,
geld in de economie te pompen en tegelijkertijd de druk op de overheidsuitgaven
te verminderen. 5.3. Doelstellingen, verwachte
resultaten en bijbehorende indicatoren van het voorstel in de context van het
ABM Het doel bestaat erin de door de financiële
crisis zwaarst getroffen lidstaten te helpen om de tenuitvoerlegging van de
programma’s ter plaatse te kunnen voortzetten en zo geld in de economie te
pompen. 5.4. Wijze van uitvoering
(indicatief) Voor de uitvoering van de actie gekozen
methode(n): ·
met lidstaten 6. TOEZICHT EN EVALUATIE 6.1. Toezichtsysteem Niet nodig,
aangezien het onder de normale monitoring van het Europees Visserijfonds valt. 6.2. Evaluatie 6.2.1. Evaluatie vooraf n.v.t. 6.2.2. Naar aanleiding van een
tussentijdse evaluatie of evaluatie achteraf genomen maatregelen (ervaring die
bij soortgelijke activiteiten in het verleden is opgedaan) n.v.t. 6.2.3. Vorm en frequentie van
toekomstige evaluaties n.v.t. 7. FRAUDEBESTRIJDINGSMAATREGELEN n.v.t. 8. MIDDELEN 8.1. Financiële kosten van de
doelstellingen van het voorstel Vastleggingskredieten, in miljoen euro's (tot op 3
decimalen) (Vermeld de doelstellingen, acties en outputs) || Soort output || Gem. kosten || Jaar n || Jaar n+1 || Jaar n+2 || Jaar n+3 || Jaar n+4 || Jaar n+5 en later || TOTAAL Aantal outputs || Totale kosten || Aantal outputs || Totale kosten || Aantal outputs || Totale kosten || Aantal outputs || Totale kosten || Aantal outputs || Totale kosten || Aantal outputs || Totale kosten || Aantal outputs || Totale kosten OPERATIONELE DOELSTELLING nr. 1 Ondersteuning van de uitvoering van de operationele programma's || || || || || || || || || || || || || || || || || || || || 0,000 || || 0,000 || || || || || || || || || || 0,000 TOTALE KOSTEN || || || || 0,000 || || 0,000 || || || || || || || || || || 0,000 8.2. Administratieve uitgaven 8.2.1. Aantal en soort
personeelsleden Soort post || || Huidig of extra personeel dat zal worden ingezet voor het beheer van de actie (aantal posten/VTE) || || Jaar n || Jaar n+1 || Jaar n+2 || Jaar n+3 || Jaar n+4 || Jaar n+5 Ambte-naren of tijdelijk personeel (XX 01 01) || A*/AD || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. B*, C*/AST || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. Uit art. XX 01 02 gefinancierd personeel || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. Uit art. XX 01 04/05 gefinancierd ander personeel || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. TOTAAL || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. 8.2.2. Omschrijving
van de taken die uit de actie voortvloeien n.v.t. 8.2.3. Herkomst van het (statutaire)
personeel (Wanneer meer dan een bron wordt vermeld,
geef dan het aantal posten per bron aan) ¨ Posten die momenteel zijn toegewezen aan het beheer van het te
vervangen of te verlengen programma ¨ Posten die al zijn toegewezen in het kader van de
JBS/VOB-procedure voor jaar n ¨ Posten waarom in het kader van de volgende JBS/VOB-procedure zal
worden gevraagd ¨ Bestaande posten binnen de beherende dienst die worden
heringedeeld (interne herindeling) ¨ Posten die voor jaar n nodig zijn maar die in het kader van de
JBS/VOB-procedure voor dat jaar nog niet zijn toegewezen 8.2.4. Andere administratieve
uitgaven die in het referentiebedrag zijn begrepen (XX 01 04/05 – Uitgaven voor
administratief beheer) in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen) Begrotingsonderdeel (nummer en omschrijving) || Jaar n || Jaar n+1 || Jaar n+2 || Jaar n+3 || Jaar n+4 || Jaar n+5 en later || TOTAAL 1 Technische en administratieve bijstand (inclusief bijbehorende personeelsuitgaven) || || || || || || || Uitvoerende agentschappen || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. Andere technische en administratieve bijstand || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. - intern || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. - extern || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. Totaal technische en administratieve bijstand || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. 8.2.5. Personeelsuitgaven
en aanverwante uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen) Soort personeelsleden || Jaar n || Jaar n+1 || Jaar n+2 || Jaar n+3 || Jaar n+4 || Jaar n+5 en later Ambtenaren en tijdelijk personeel (XX 01 01) || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. Uit art. XX 01 02 gefinancierd personeel (hulpfunctionarissen, gedetacheerde nationale deskundigen, personeel op contractbasis, enz.) (vermeld begrotingsonderdeel) || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. Totaal Personeelsuitgaven en aanverwante uitgaven (die NIET in het referentiebedrag zijn begrepen) || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. Berekening – Ambtenaren
en tijdelijke functionarissen Verwijs zo
nodig naar punt 8.2.1. N.v.t. Berekening – Uit
artikel XX 01 02 gefinancierd personeel Verwijs zo
nodig naar punt 8.2.1. N.v.t. 8.2.6. Andere administratieve
uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen in miljoenen euro's (tot op 3 decimalen) || Jaar n || Jaar n+1 || Jaar n+2 || Jaar n+3 || Jaar n+4 || Jaar n+5 en later || TOTAAL XX 01 02 11 01 – Dienstreizen || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. XX 01 02 11 02 – Conferenties en vergaderingen || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. XX 01 02 11 03 – Comités || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. XX 01 02 11 04 – Studies en adviezen || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. XX 01 02 11 05 – Informatiesystemen || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. 2 Totaal Andere beheersuitgaven (XX 01 02 11) || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. 3 Andere uitgaven van administratieve aard (vermeld welke en verwijs naar het begrotingsonderdeel) || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. Totaal Andere administratieve uitgaven (die NIET in het referentiebedrag zijn begrepen) || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. || N.v.t. Berekening – Andere
administratieve uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen N.v.t. [1] PB C [...]
van [...], blz. [...]. [2] PB C [...]
van [...], blz. [...]. [3] PB L 223
van 15.8.2006, blz. 1. [4] PB L 129
van 16.5.2012, blz. 7. [5] Uitgaven
die niet onder Hoofdstuk xx 01 van de betrokken Titel xx vallen. [6] Uitgaven
in het kader van artikel xx 01 04 van Titel xx. [7] Uitgaven
in het kader van Hoofdstuk xx 01, met uitzondering van de artikelen xx 01 04 of
xx 01 05. [8] Zie
punten 19 en 24 van het Interinstitutioneel Akkoord. [9] Voeg zo
nodig extra kolommen toe (wanneer de duur van de actie langer is dan 6 jaar).