EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52013PC0035
Proposal for a COUNCIL DECISION amending Annexes II and III of Council Decision of 9 June 2011 on the approval, on behalf of the European Union, of The Hague Convention of 23 November 2007, on the International Recovery of Child Support and Other Forms of Family Maintenance
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot wijziging van bijlagen II en III bij Besluit van de Raad van 9 juni 2011 betreffende de goedkeuring, namens de Europese Unie, van het Verdrag van ’s Gravenhage van 23 november 2007 inzake de internationale inning van levensonderhoud ten behoeve van kinderen en andere familieleden
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot wijziging van bijlagen II en III bij Besluit van de Raad van 9 juni 2011 betreffende de goedkeuring, namens de Europese Unie, van het Verdrag van ’s Gravenhage van 23 november 2007 inzake de internationale inning van levensonderhoud ten behoeve van kinderen en andere familieleden
/* COM/2013/035 final - 2013/0019 (NLE) */
Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot wijziging van bijlagen II en III bij Besluit van de Raad van 9 juni 2011 betreffende de goedkeuring, namens de Europese Unie, van het Verdrag van ’s Gravenhage van 23 november 2007 inzake de internationale inning van levensonderhoud ten behoeve van kinderen en andere familieleden /* COM/2013/035 final - 2013/0019 (NLE) */
TOELICHTING
1.
ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL
Het Verdrag van ’s Gravenhage van 23 november
2007 inzake de internationale inning van levensonderhoud ten behoeve van
kinderen en andere familieleden heeft ten doel de internationale inning van
levensonderhoud voor kinderen en andere familieleden te waarborgen. Aangezien
de overgrote meerderheid van onderhoudsvorderingen betrekking heeft op
kinderen, is het verdrag eerst en vooral een kinderbeschermingsmaatregel. Op 31 maart 2011 stelde de Raad het besluit
vast betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van het Haagse
verdrag inzake levensonderhoud van 2007. Het Verdrag werd vervolgens op 6 april
2011 door de Europese Unie ondertekend. Op 9 juni 2011 stelde de Raad het besluit vast
betreffende de goedkeuring, namens de Europese Unie, van het Haagse verdrag
inzake levensonderhoud van 2007. Vastgesteld werd dat de akte van goedkeuring
zou worden neergelegd na 10 december 2012, krachtens artikel 7 van het besluit
van de Raad de uiterste datum waarop lidstaten de Commissie de contactgegevens
van de overeenkomstig het verdrag aangewezen centrale autoriteiten en de
informatie over de in artikel 57 van het verdrag bedoelde wetten, procedures en
diensten konden meedelen. Krachtens de artikelen 5 en 6 van het besluit
van de Raad moet de Unie het in artikel 44, lid 3, van het verdrag bedoelde
voorbehoud maken en de in artikel 11, lid 1, onder g), en de in artikel 44,
leden 1 en 2, bedoelde verklaringen afleggen. De tekst van de verklaringen en
van het voorbehoud is opgenomen in de bijlagen II en III bij het besluit van de
Raad. Bij de onderhandelingen is vastgesteld dat de
lidstaten uiterlijk op 16 mei 2011 informatie konden verstrekken betreffende de
verklaringen en de punten van voorbehoud die de Unie bij de nederlegging van de
akte van goedkeuring moest meedelen. Nadat het besluit van de Raad op 9 juni 2011
was vastgesteld, zagen enkele lidstaten zich echter genoodzaakt om hun eerdere
verklaring aan te passen (Letland) of volledig nieuwe verklaringen en punten van
voorbehoud overeenkomstig de artikelen 5 en 6 op te stellen (Cyprus, Luxemburg
en Portugal). Voordat de akte van goedkeuring wordt
neergelegd, moeten de bijlagen II en III dienovereenkomstig worden aangepast.
2.
RESULTATEN VAN DE RAADPLEGING VAN BETROKKEN PARTIJEN
Dit punt is binnen de Raad besproken tijdens
de vergaderingen van de Groep burgerlijk recht (algemene vraagstukken), met
name die van 11 juni 2012. De laatste verzoeken tot wijziging van de bijlagen
werden eind juli 2012 ontvangen; de Engelse vertalingen volgden op 20 augustus
2012. De Commissie deelde de lidstaten mee dat het voorstel tot wijziging van
het besluit van de Raad van 9 juni 2011 ten vroegste eind november 2012 zou
worden goedgekeurd. 2013/0019 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot wijziging van bijlagen II en III bij
Besluit van de Raad van 9 juni 2011 betreffende de goedkeuring, namens de
Europese Unie, van het Verdrag van ’s Gravenhage van 23 november 2007
inzake de internationale inning van levensonderhoud ten behoeve van kinderen en
andere familieleden DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, en met name artikel 81, lid 3, eerste alinea, juncto artikel
218, lid 6, tweede alinea, onder b), en artikel 218, lid 8, tweede alinea,
eerste zin, Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Gezien het advies van het Europees Parlement[1], Overwegende hetgeen volgt: (1)
Bijlage II bij Besluit 2011/432/EU van de Raad
vermeldt het voorbehoud dat de Europese Unie moet maken op het tijdstip van de
goedkeuring van het Verdrag van ’s Gravenhage van 23 november 2007 inzake de
internationale inning van levensonderhoud ten behoeve van kinderen en andere
familieleden, conform artikel 62 van dat verdrag. (2)
Bijlage III bij Besluit 2011/432/EU van de Raad
vermeldt de verklaringen die de Europese Unie moet afleggen op het tijdstip van
de goedkeuring van het Verdrag van ’s Gravenhage van 23 november 2007 inzake de
internationale inning van levensonderhoud ten behoeve van kinderen en andere
familieleden, conform artikel 63 van dat verdrag. (3)
De lidstaten hebben de Commissie kennis gegeven van
aanvullende wijzigingen van het voorbehoud en de verklaringen bedoeld in de
bijlagen II en III. Het lijkt dan ook dienstig om deze bijlagen te wijzigen
voordat de akte van goedkeuring wordt neergelegd van het Verdrag van ’s
Gravenhage van 23 november 2007 inzake de internationale inning van
levensonderhoud ten behoeve van kinderen en andere familieleden, HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1 De bijlagen II en III bij Besluit 2011/432/EU
van de Raad worden vervangen door de overeenkomstige bijlagen bij dit besluit. Artikel 2 Dit besluit treedt in werking op de datum
waarop het wordt vastgesteld. Artikel 3 Dit besluit is gericht tot de lidstaten. Gedaan te Brussel, Voor
de Raad De
voorzitter BIJLAGE
II Voorbehoud van de Europese Unie op het tijdstip van de goedkeuring van
het Verdrag van ’s Gravenhage van 23 november 2007 inzake de
internationale inning van levensonderhoud ten behoeve van kinderen en andere
familieleden (het "verdrag"),
conform artikel 62 van dat verdrag De Europese Unie maakt krachtens artikel 44, lid 3, van het verdrag het
volgende voorbehoud: De Republiek Cyprus, de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de
Helleense Republiek, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek
Hongarije, de Republiek Polen, de Slowaakse Republiek, het Koninkrijk Zweden en
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland verzetten zich
tegen het gebruik van het Frans in de mededelingen tussen de centrale
autoriteiten. Het Groothertogdom Luxemburg verzet zich tegen het gebruik van het
Engels in de mededelingen tussen de centrale autoriteiten. ___________________ BIJLAGE III Verklaringen van de
Europese Unie op het tijdstip van de goedkeuring van het Verdrag van ’s
Gravenhage van 23 november 2007 inzake de internationale inning van
levensonderhoud ten behoeve van kinderen en andere familieleden (het
"verdrag"), conform artikel 63 van dat verdrag 1. Verklaring bedoeld in artikel 11, lid 1, onder g), van
het verdrag De Europese Unie verklaart dat in de volgende lidstaten een ander
verzoek dan een verzoek in de zin van artikel 10, lid 1, onder a), en artikel
10, lid 2, onder a), van het verdrag, de voor elk van die lidstaten aangegeven
informatie of stukken moet bevatten: Het Koninkrijk België: – voor verzoeken in de zin van artikel 10, lid 1, onder e) en
f), en artikel 10, lid 2, onder b) en c), een gewaarmerkt afschrift of
gewaarmerkte afschriften van de volledige tekst van de beslissing of
beslissingen. De Tsjechische Republiek: – de door de verzoeker overeenkomstig artikel 42 aan de
centrale autoriteit afgegeven volmacht. De Bondsrepubliek Duitsland: – de nationaliteit van de onderhoudsgerechtigde, zijn beroep
of zijn bezigheid alsmede, in voorkomend geval, de naam en het adres van zijn
wettelijke vertegenwoordiger; – de nationaliteit van de onderhoudsplichtige, zijn beroep of
bezigheid, voor zover de onderhoudsgerechtigde die gegevens kent; – bij een verzoek van een publiekrechtelijke dienstverrichter
die aanspraak maakt op levensonderhoud op grond van overgegaan recht, de naam
en de andere gegevens van de persoon wiens aanspraak is overgedragen; – bij indexering van een afdwingbare aanspraak op
levensonderhoud, de bijzonderheden van de berekening van de indexering, en bij
een verplichting tot betaling van wettelijke interesten, de wettelijke
rentevoet en het aanvangstijdstip van de verplichting. De Republiek Letland: – het verzoek bevat de informatie bedoeld in de door de Haagse
Conferentie voor Internationaal Privaatrecht aanbevolen en bekendgemaakte
formulieren, en gaat vergezeld van een bewijs dat staatsbelasting is betaald,
voor zover de verzoeker niet is vrijgesteld van betaling van staatsbelasting of
geen rechtsbijstand ontvangt, alsmede documenten die de in het verzoek
opgenomen informatie staven;
– het verzoek bevat de persoonlijke code van de verzoeker
(indien in Letland toegekend) of zijn identificatienummer, indien toegekend; de
persoonlijke code van de verweerder (indien in Letland toegekend) of zijn
identificatienummer, indien toegekend; de persoonlijke codes (indien in Letland
toegekend) of identificatienummers, indien toegekend, van alle personen voor
wie om levensonderhoud wordt verzocht; – verzoeken krachtens artikel 10, lid 1, onder a), b), d) en
f), en lid 2, onder a) en c), van het Verdrag die niet het levensonderhoud ten
behoeve van kinderen betreffen (in de zin van artikel 15 van het Verdrag), gaan
vergezeld van een document waarin staat hoeveel kosteloze rechtsbijstand de
verzoeker in de staat van herkomst heeft ontvangen, samen met informatie over
het soort en de hoeveelheid rechtsbijstand waarop reeds een beroep is gedaan en
welke rechtsbijstand verder nodig is; – verzoeken krachtens artikel 10, lid 1, onder b), van het
verdrag gaan vergezeld van een document waarin staat met welke maatregel de
verzoeker voor de tenuitvoerlegging heeft gekozen (procedure tot invordering
van roerende goederen, vermogen en/of onroerende goederen van de
onderhoudsplichtige); – verzoeken krachtens artikel 10, lid 1, onder b), van het
verdrag gaan vergezeld van een document met een berekening van de schuld; – verzoeken krachtens artikel 10, lid 1, onder c), e) en f),
en lid 2, onder b) en c), van het verdrag gaan vergezeld van documenten die de
informatie over de financiële situatie en de uitgaven van de
onderhoudsgerechtigde en/of de onderhoudsplichtige staven. De Republiek Polen: I. Verzoek krachtens artikel 10, lid 1, onder b): 1. Een verzoek tot
tenuitvoerlegging van een beslissing dient de naam te bevatten van de
rechterlijke instantie die het vonnis heeft gewezen, de datum van het vonnis en
de voor- en achternaam van de partijen bij de procedure. 2. De volgende stukken
moeten worden bijgevoegd: – het origineel van de executoriale titel (een gewaarmerkt
afschrift van het vonnis samen met de formule van tenuitvoerlegging), – gedetailleerde lijst van betalingsachterstanden, – nadere gegevens van de bankrekening waarnaar de opgelegde
bedragen moeten worden overgemaakt, – afschrift van het verzoek samen met bijlagen, – vertaling van alle documenten in het Pools door een beëdigd
(beroeps)vertaler. 3. Het verzoek, de motivering, de lijst van
betalingsachterstanden en de informatie over de financiële situatie van de
onderhoudsplichtige moeten persoonlijk worden ondertekend door de
onderhoudsgerechtigde(n) of, in geval van minderjarigen, door hun wettelijke
vertegenwoordiger. 4. Wanneer de onderhoudsgerechtigde niet in het bezit is van
het origineel van de executoriale titel, dient dit in het verzoek te worden
gemotiveerd (bijvoorbeeld stuk verloren gegaan of vernietigd, of executoriale
titel niet vastgesteld door de rechterlijke instantie). 5. Bij verlies van de executoriale titel, dient er een verzoek
tot verdere vaststelling van de executoriale titel ter vervanging van de
verloren gegane te worden bijgevoegd. II. Verzoeken krachtens artikel 10, lid 1, onder c) en d): 1. Een verzoek tot
vaststelling van een beslissing waarbij levensonderhoud voor kinderen wordt
toegekend, dient een indicatie te bevatten van het maandelijkse bedrag waarom
in de titel als levensonderhoud voor kinderen voor elke onderhoudsgerechtigde
wordt verzocht. 2. Het verzoek en de
motivering voor het verzoek moeten persoonlijk worden ondertekend door de
onderhoudsgerechtigde(n) of, in geval van minderjarigen, door hun wettelijke
vertegenwoordiger. 3. In de motivering voor een verzoek tot vaststelling van een
beslissing moeten alle feiten ter staving van het verzoek worden vermeld en
moet er in het bijzonder informatie worden verstrekt over: a. de relatie tussen de onderhoudsgerechtigde en de
onderhoudsplichtige: kind (kind uit een huwelijk/kind dat formeel is erkend
door de onderhoudsplichtige/vaderschap over het kind bij gerechtelijke
procedure vastgesteld), andere bloedverwant, echtgenoot, voormalig echtgenoot,
door huwelijk verwant, b. de financiële situatie van de onderhoudsgerechtigde,
waaronder gegevens over: – leeftijd, gezondheid en scholing van de
onderhoudsgerechtigde; – de maandelijkse uitgaven van de onderhoudsgerechtigde
(levensmiddelen, kleding, persoonlijk lichaamsverzorging, preventie,
geneesmiddelen, revalidatie, opleiding, vrije tijd, uitzonderlijke uitgaven,
enz.); – (bij verzoeken om levensonderhoud voor meer dan één onderhoudsgerechtigd
kind dienen bovenstaande gegevens voor elk van die kinderen te worden vermeld); – scholing van de ouder die met de zorg over de minderjarige
onderhoudsgerechtigde is belast, het beroep waarvoor hij/zij is opgeleid en
zijn/haar huidige beroep; – bronnen en hoogte van de maandelijkse inkomsten van de ouder
die met de zorg over de onderhoudsgerechtigde is belast; – maandelijks uitgaven van de ouder die met de zorg over de
minderjarige onderhoudsgerechtigde is belast, voor het onderhoud van hem- of
haarzelf en anderen, naast de onderhoudsgerechtigde, die van hem/haar afhankelijk
zijn voor hun onderhoud; c. de financiële situatie van de onderhoudsplichtige, waaronder
gegevens over de scholing van de onderhoudsplichtige, het beroep waarvoor
hij/zij is opgeleid en zijn/haar huidige beroep. 4. Vermeld moet worden welk van de in de motivering beschreven
feiten bij de bewijsverkrijging moeten worden opgegeven (bijvoorbeeld voorlezen
van het stuk tijdens de hoorzitting, verhoren van de getuige(n), verhoren van
de onderhoudsgerechtigde of zijn/haar wettelijke vertegenwoordiger, verhoren
van de onderhoudsplichtige, enz.). 5. Alle vereiste bewijzen en gegevens moeten worden vermeld
teneinde de rechterlijke instantie tot de bewijsverkrijging in staat te
stellen. 6. Stukken dienen op schrift gesteld en aan het verzoek gehecht
te worden, hetzij in originelen, hetzij in de vorm van gewaarmerkte
afschriften; stukken die in een vreemde taal zijn gesteld, moeten vergezeld
gaan van een gewaarmerkte vertaling in het Pools. 7. Getuigen: van elke getuige moeten voornaam, achternaam en
adres worden bijgevoegd. III. Verzoek krachtens artikel 10, lid 1, onder e) en f): 1. Een verzoek tot wijziging van een beslissing waarbij
onderhoud voor kinderen wordt toegekend, dient het volgende te bevatten: a. de naam van de rechterlijke instantie die het vonnis heeft
gewezen, de datum van het vonnis en de voor- en achternaam van de partijen bij
de procedure, b. een indicatie van het maandelijkse onderhoudsbedrag dat
namens elke onderhoudsgerechtigde in plaats van het eerder toegekende bedrag
wordt geëist. 2. In de motivering voor het verzoek dient de verandering van
de omstandigheden te worden vermeld op grond waarvan nu een ander bedrag van
het onderhoud wordt geëist. 3. Het verzoek en de motivering voor het verzoek moeten
persoonlijk worden ondertekend door de onderhoudsgerechtigde(n) of, in geval
van minderjarigen, door hun wettelijke vertegenwoordiger. 4. Vermeld moet worden welk van de in de motivering beschreven
feiten bij de bewijsverkrijging moeten worden opgegeven (bijvoorbeeld voorlezen
van het stuk tijdens de hoorzitting, verhoren van de getuige(n), verhoren van
de onderhoudsgerechtigde of zijn/haar wettelijke vertegenwoordiger, verhoren
van de onderhoudsplichtige, enz.). 5. Alle vereiste bewijzen en gegevens moeten worden vermeld
teneinde de rechterlijke instantie tot de bewijsverkrijging in staat te
stellen. 6. Stukken dienen op schrift gesteld en aan het verzoek gehecht
te worden, hetzij in originelen, hetzij in de vorm van gewaarmerkte
afschriften; stukken die in een vreemde taal zijn gesteld, moeten vergezeld
gaan van een gewaarmerkte vertaling in het Pools. 7. Getuigen: van elke getuige moeten voornaam, achternaam en
adres worden bijgevoegd. IV. Verzoek krachtens artikel 10, lid 2, onder b) en c): 1. Een verzoek tot wijziging van een beslissing waarbij
onderhoud voor kinderen wordt toegekend, dient het volgende te bevatten: a. de naam van de rechterlijke instantie die het vonnis heeft
gewezen, de datum van het vonnis en de voor- en achternaam van de partijen bij
de procedure, b. een indicatie van het maandelijkse onderhoudsbedrag dat
namens elke onderhoudsgerechtigde in plaats van het eerder toegekende bedrag
wordt geëist. 2. In de motivering voor het verzoek dient de verandering van
de omstandigheden te worden vermeld op grond waarvan nu een ander bedrag van
het onderhoud wordt geëist. 3. Het verzoek en de motivering voor het verzoek moeten
persoonlijk worden ondertekend door de onderhoudsgerechtigde. 4. Vermeld moet worden welk van de in de motivering beschreven
feiten bij de bewijsverkrijging moeten worden opgegeven (bijvoorbeeld voorlezen
van het stuk tijdens de hoorzitting, verhoren van de getuige(n), verhoren van
de onderhoudsgerechtigde of zijn/haar wettelijke vertegenwoordiger, verhoren
van de onderhoudsplichtige, enz.). 5. Alle vereiste bewijzen en gegevens moeten worden vermeld
teneinde de rechterlijke instantie tot de bewijsverkrijging in staat te
stellen. 6. Stukken dienen op schrift gesteld en aan het verzoek gehecht
te worden, hetzij in originelen, hetzij in de vorm van gewaarmerkte
afschriften; stukken die in een vreemde taal zijn gesteld, moeten vergezeld
gaan van een gewaarmerkte vertaling in het Pools. 7. Getuigen: van elke getuige moeten voornaam, achternaam en
adres worden bijgevoegd. De Republiek Portugal: I. Verzoek krachtens artikel
10, lid 1, onder b): – Een verzoek tot
tenuitvoerlegging van een beslissing dient, naast de in artikel 25 bedoelde
documenten, vergezeld te gaan van: 1. een gedetailleerde lijst van
betalingsachterstanden en, bij indexering van een afdwingbare aanspraak op
levensonderhoud, de bijzonderheden van de berekening van de indexering; bij een
verplichting tot betaling van wettelijke interesten, de wettelijke rentevoet en
de aanvangsdatum van de verplichting; 2. volledige gegevens
betreffende de bankrekening waarnaar de opgelegde bedragen moeten worden
overgemaakt. II. Verzoeken krachtens
artikel 10, lid 1, onder c) en d): – Een verzoek tot vaststelling
van een beslissing waarbij levensonderhoud voor kinderen wordt toegekend, in de
zin van artikel 15, moet vergezeld gaan van de volgende bewijsstukken: 1. het maandelijks bedrag
waarom namens elke onderhoudsgerechtigde wordt verzocht; 2. de motivering voor een
verzoek tot vaststelling van een beslissing, met daarin alle feiten tot staving
van het verzoek en informatie over: a. de relatie tussen de
onderhoudsgerechtigde en de onderhoudsplichtige: kind (kind uit een
huwelijk/kind dat formeel is erkend door de onderhoudsplichtige/vaderschap over
het kind bij gerechtelijke procedure vastgesteld), bijvoorbeeld een geboorte-
of adoptiebewijs; b. de financiële situatie van
de wettelijke vertegenwoordiger van de onderhoudsgerechtigde(n) (ouder of
voogd), met gegevens over: – maandelijkse
onderhoudskosten: levensmiddelen, gezondheid, kleding, huisvesting, onderwijs
(bij verzoeken om levensonderhoud voor meer dan één onderhoudsgerechtigd kind
dienen bovenstaande gegevens voor elk van die kinderen te worden vermeld); – bronnen en hoogte van de
maandelijkse inkomsten van de ouder die met de zorg over de onderhoudsgerechtigde
is belast; – maandelijkse uitgaven van de
ouder die met de zorg voor de minderjarige onderhoudsgerechtigde is belast,
zowel voor het eigen onderhoud als dat voor anderen waarvoor hij/zij
verantwoordelijk is; 3. het verzoek en de motivering
voor het verzoek moeten persoonlijk worden ondertekend door de
onderhoudsgerechtigde(n) of, in geval van minderjarigen, door hun wettelijke
vertegenwoordiger. III. Verzoeken krachtens
artikel 10, lid 1, onder e) en f): – Een verzoek tot wijziging van
een beslissing waarbij onderhoud voor kinderen wordt toegekend, dient het
volgende te bevatten: 1. de naam van de rechterlijke
instantie die het vonnis heeft gewezen, de datum van het vonnis en de
identiteit van de partijen bij de procedure; 2. een indicatie van het
maandelijkse onderhoudsbedrag dat namens elke onderhoudsgerechtigde in plaats
van het eerder toegekende bedrag wordt geëist; 3. in de motivering een
vermelding van de veranderde omstandigheden op grond waarvan nu een ander
onderhoudsbedrag wordt geëist; 4. bewijsstukken, die – met een
overzichtslijst – aan het verzoek dienen te worden gehecht (originelen en
gewaarmerkte afschriften); 5. op het verzoek en de
motivering voor het verzoek de handtekening van de onderhoudsgerechtigde(n) of,
in geval van minderjarigen, hun wettelijke vertegenwoordiger. IV. Verzoeken krachtens
artikel 10, lid 2, onder b) en c): – Een (door de
onderhoudsplichtige ingediend) verzoek tot wijziging van een beslissing waarbij
onderhoud voor kinderen wordt toegekend, dient het volgende te bevatten: 1. de naam van de rechterlijke
instantie die het vonnis heeft gewezen, de datum van het vonnis en de
identiteit van de partijen bij de procedure; 2. een indicatie van het
maandelijkse onderhoudsbedrag dat namens elke onderhoudsgerechtigde in plaats
van het eerder toegekende bedrag wordt geëist; 3. in de motivering een
vermelding van de veranderde omstandigheden op grond waarvan nu een ander
onderhoudsbedrag wordt geëist; 4. bewijsstukken, die – met een
overzichtslijst – aan het verzoek dienen te worden gehecht (originelen en
gewaarmerkte afschriften); 5. op het verzoek en de
motivering voor het verzoek de handtekening van de onderhoudsplichtige(n). _______________ De Slowaakse Republiek: – informatie over de nationaliteit van alle betrokken
partijen. Het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland: Verzoek krachtens artikel 10, lid 1, onder b) Engeland en Wales Het origineel en/of een gewaarmerkt afschrift van de beslissing;
certificaat van uitvoerbaarheid; verklaring van achterstallige betalingen;
verklaring dat de onderhoudsplichtige op de eerste hoorzitting is verschenen
en, zo niet, een document dat aantoont dat de procedure aan de
onderhoudsplichtige meegedeeld en betekend is, of dat hij in kennis gesteld is
van de eerste beslissing en de gelegenheid heeft gehad zich te verdedigen of in
beroep te gaan; verklaring over verblijfplaats en werkkring van de
onderhoudsplichtige; verklaring over de identiteit van de onderhoudsplichtige;
foto van de onderhoudsplichtige (indien beschikbaar); document waaruit blijkt
in hoeverre de verzoeker gratis rechtsbijstand heeft genoten; gewaarmerkt
afschrift van geboorte- c.q. adoptiebewijs van het kind/de kinderen (indien van
toepassing); bewijs van inschrijving in een school (indien van toepassing);
gewaarmerkt afschrift van de huwelijksakte (indien van toepassing); gewaarmerkt
afschrift van het bewijs dat het huwelijk of een andere samenlevingsvorm
ontbonden is (indien van toepassing). Schotland Het origineel en/of een gewaarmerkt afschrift van de beslissing;
certificaat van uitvoerbaarheid; verklaring van achterstallige betalingen;
verklaring dat de onderhoudsplichtige op de eerste hoorzitting is verschenen
en, zo niet, een document dat aantoont dat de procedure aan de
onderhoudsplichtige meegedeeld is, of dat hij in kennis gesteld is van de
eerste beslissing en de gelegenheid heeft gehad in beroep te gaan; verklaring
over verblijfplaats en werkkring van de onderhoudsplichtige; verklaring over de
identiteit van de onderhoudsplichtige; foto van de onderhoudsplichtige (indien
beschikbaar); gewaarmerkt afschrift van geboorte- c.q. adoptiebewijs van het
kind/de kinderen (indien van toepassing); bewijs van inschrijving in een school
(indien van toepassing). Noord-Ierland Het origineel en/of een gewaarmerkt afschrift van de beslissing;
certificaat van uitvoerbaarheid; verklaring van achterstallige betalingen;
verklaring dat de onderhoudsplichtige op de eerste hoorzitting is verschenen
en, zo niet, een document dat aantoont dat de procedure aan de
onderhoudsplichtige meegedeeld is, of dat hij in kennis gesteld is van de
eerste beslissing en de gelegenheid heeft gehad in beroep te gaan; verklaring
over verblijfplaats en werkkring van de onderhoudsplichtige; verklaring over de
identiteit van de onderhoudsplichtige; foto van de onderhoudsplichtige (indien
beschikbaar); document waaruit blijkt in hoeverre de verzoeker gratis
rechtsbijstand heeft genoten; gewaarmerkt afschrift van geboorte- c.q.
adoptiebewijs van het kind/de kinderen (indien van toepassing); bewijs van
inschrijving in een school (indien van toepassing); gewaarmerkt afschrift van
de huwelijksakte (indien van toepassing). Verzoek krachtens artikel 10, lid 1, onder c) Engeland en Wales Documenten over de financiële situatie —
inkomsten/uitgaven/vermogensbestanddelen; verklaring over verblijfplaats en
werkkring van de verweerder; verklaring over de identiteit van de verweerder;
foto van de verweerder (indien beschikbaar); gewaarmerkt afschrift van
geboorte- c.q. adoptiebewijs van het kind/de kinderen (indien van toepassing);
bewijs van inschrijving in een school (indien van toepassing); gewaarmerkt
afschrift van de huwelijksakte (indien van toepassing); gewaarmerkt afschrift
van het bewijs dat het huwelijk of een andere samenlevingsvorm ontbonden is
(indien van toepassing). Afschrift van relevante gerechtelijke uitspraken;
verzoek om rechtsbijstand; bewijs van bloedverwantschap (indien van
toepassing); eventuele andere documenten als bedoeld in artikel 16, lid 3, artikel
25, lid 1, onder a), b) en d), en lid 3, onder b), en artikel 30, lid 3. Schotland Documenten over de financiële situatie —
inkomsten/uitgaven/vermogensbestanddelen; verklaring over de verblijfplaats van
de verweerder; verklaring over de identiteit van de verweerder; foto van de
verweerder (indien beschikbaar); gewaarmerkt afschrift van geboorte- c.q.
adoptiebewijs van het kind/de kinderen (indien van toepassing); bewijs van
inschrijving in een school (indien van toepassing); gewaarmerkt afschrift van
de huwelijksakte (indien van toepassing); verzoek om rechtsbijstand; bewijs van
bloedverwantschap (indien van toepassing). Noord-Ierland Documenten over de financiële situatie —
inkomsten/uitgaven/vermogensbestanddelen; verklaring over verblijfplaats en werkkring
van de verweerder; verklaring over de identiteit van de verweerder; foto van de
verweerder (indien beschikbaar); gewaarmerkt afschrift van geboorte- c.q.
adoptiebewijs van het kind/de kinderen (indien van toepassing); bewijs van
inschrijving in een school (indien van toepassing); gewaarmerkt afschrift van
de huwelijksakte (indien van toepassing); gewaarmerkt afschrift van het
"nisi"-decreet (voorlopig echtscheidingsbewijs) (indien van
toepassing); afschrift van relevante gerechtelijke uitspraken; verzoek om
rechtsbijstand; bewijs van bloedverwantschap (indien van toepassing); eventuele
andere documenten als bedoeld in artikel 16, lid 3, artikel 25, lid 1, onder
a), b) en d), en lid 3, onder b), en artikel 30, lid 3. Verzoek krachtens artikel 10, lid 1, onder d) Engeland en Wales Gewaarmerkt afschrift van de beslissing in verband met artikel 20 of
artikel 22, onder b) of e), naast documenten waarop die beslissing gebaseerd
is; document waaruit blijkt in hoeverre de verzoeker gratis rechtsbijstand heeft
genoten; documenten over de financiële situatie —
inkomsten/uitgaven/vermogensbestanddelen; verklaring over verblijfplaats en
werkkring van de verweerder; verklaring over de identiteit van de verweerder;
foto van de verweerder (indien beschikbaar); gewaarmerkt afschrift van
geboorte- c.q. adoptiebewijs van het kind/de kinderen (indien van toepassing);
bewijs van inschrijving in een school (indien van toepassing); gewaarmerkt
afschrift van de huwelijksakte (indien van toepassing); gewaarmerkt afschrift van
het bewijs dat het huwelijk of een andere samenlevingsvorm ontbonden is (indien
van toepassing); afschrift van relevante gerechtelijke uitspraken; bewijs van
bloedverwantschap (indien van toepassing); eventuele andere documenten als
bedoeld in artikel 16, lid 3, artikel 25, lid 1, onder a), b) en d), en lid 3,
onder b), en artikel 30, lid 3. Schotland Zelfde als onder artikel 10, lid 1, onder c). Noord-Ierland Gewaarmerkt afschrift van de beslissing in verband met artikel 20 of
artikel 22, onder b) of e), naast documenten waarop die beslissing gebaseerd
is; document waaruit blijkt in hoeverre de verzoeker gratis rechtsbijstand
heeft genoten; documenten over de financiële situatie —
inkomsten/uitgaven/vermogensbestanddelen; verklaring over verblijfplaats en
werkkring van de verweerder; verklaring over de identiteit van de verweerder;
foto van de verweerder (indien beschikbaar); gewaarmerkt afschrift van
geboorte- c.q. adoptiebewijs van het kind/de kinderen (indien van toepassing);
bewijs van inschrijving in een school (indien van toepassing); gewaarmerkt
afschrift van de huwelijksakte (indien van toepassing); gewaarmerkt afschrift
van het "nisi"-decreet (voorlopig echtscheidingsbewijs) (indien van
toepassing); afschrift van relevante gerechtelijke uitspraken; bewijs van
bloedverwantschap (indien van toepassing); eventuele andere documenten als
bedoeld in artikel 16, lid 3, artikel 25, lid 1, onder a), b) en d), en lid 3,
onder b), en artikel 30, lid 3. Verzoek krachtens artikel 10, lid 1, onder e) Engeland en Wales Afschrift van de te wijzigen beslissing; documenten over de financiële
situatie van de verzoeker/verweerder —
inkomsten/uitgaven/vermogensbestanddelen; verzoek om rechtsbijstand;
gewaarmerkt afschrift van geboorte- c.q. adoptiebewijs van het kind/de kinderen
(indien van toepassing); bewijs van inschrijving in een school (indien van
toepassing); documenten over wijzigingen in de situatie van het kind/de
kinderen; documenten over de burgerlijke stand van verzoeker/verweerder (indien
van toepassing); afschrift van relevante gerechtelijke uitspraken; eventuele
andere documenten als bedoeld in artikel 16, lid 3, artikel 25, lid 1, onder
a), b) en d), en lid 3, onder b), en artikel 30, lid 3. schriftelijke
verklaring dat beide partijen voor de rechtbank verschenen zijn, en als alleen
de verzoeker verschenen is, het origineel of een gewaarmerkt afschrift van het
document dat aantoont dat de procedure aan de andere partij betekend is. Schotland Afschrift van de te wijzigen
beslissing; documenten over de financiële situatie van de verzoeker/verweerder
— inkomsten/uitgaven/vermogensbestanddelen; verzoek om rechtsbijstand; bewijs
van inschrijving in een school (indien van toepassing); documenten over
wijzigingen in de situatie van het kind/de kinderen. Noord-Ierland Afschrift van de te wijzigen
beslissing; documenten over de financiële situatie van de verzoeker/verweerder
— inkomsten/uitgaven/vermogensbestanddelen; verzoek om rechtsbijstand;
gewaarmerkt afschrift van geboorte- c.q. adoptiebewijs van het kind/de kinderen
(indien van toepassing); bewijs van inschrijving in een school (indien van
toepassing); documenten over wijzigingen in de situatie van het kind/de
kinderen; documenten over de burgerlijke stand van verzoeker/verweerder (indien
van toepassing); afschrift van relevante gerechtelijke uitspraken; eventuele
andere documenten als bedoeld in artikel 16, lid 3, artikel 25, lid 1, onder
a), b) en d), en lid 3, onder b), en artikel 30, lid 3. Verzoek krachtens artikel 10, lid 1, onder f) Engeland en Wales Het origineel en/of een gewaarmerkt afschrift van de te wijzigen
beslissing; verklaring dat de onderhoudsplichtige op de eerste hoorzitting is
verschenen en, zo niet, een document dat aantoont dat de procedure aan de
onderhoudsplichtige meegedeeld is, of dat hij in kennis gesteld is van de
eerste beslissing en de gelegenheid heeft gehad in beroep te gaan; document
waaruit blijkt in hoeverre de verzoeker gratis rechtsbijstand heeft genoten;
documenten over de financiële situatie van de verzoeker/verweerder — inkomsten/uitgaven/vermogensbestanddelen;
certificaat van uitvoerbaarheid; gewaarmerkt afschrift van geboorte- c.q.
adoptiebewijs van het kind/de kinderen (indien van toepassing); bewijs van
inschrijving in een school (indien van toepassing); documenten over wijzigingen
in de situatie van het kind/de kinderen; gewaarmerkt afschrift van de
huwelijksakte (indien van toepassing); gewaarmerkt afschrift van het bewijs dat
het huwelijk of een andere samenlevingsvorm ontbonden is (indien van
toepassing); documenten over de burgerlijke stand van verzoeker/verweerder
(indien van toepassing); afschrift van relevante gerechtelijke uitspraken;
verklaring over verblijfplaats en werkkring van de onderhoudsplichtige;
verklaring over de identiteit van de onderhoudsplichtige; foto van de
onderhoudsplichtige (indien beschikbaar); eventuele andere documenten als
bedoeld in artikel 16, lid 3, artikel 25, lid 1, onder a), b) en d), en lid 3,
onder b), en artikel 30, lid 3. schriftelijke verklaring dat beide partijen
voor de rechtbank verschenen zijn, en als alleen de verzoeker verschenen is,
het origineel of een gewaarmerkt afschrift van het document dat aantoont dat de
procedure aan de andere partij betekend is. Schotland Het origineel en/of een gewaarmerkt afschrift van de te wijzigen
beslissing; document dat aantoont dat de procedure aan onderhoudsplichtige
betekend is of dat hij in kennis gesteld is van de eerste beslissing en de
gelegenheid heeft gehad in beroep te gaan; document waaruit blijkt in hoeverre
de verzoeker gratis rechtsbijstand heeft genoten; documenten over de financiële
situatie van de verzoeker/verweerder —
inkomsten/uitgaven/vermogensbestanddelen; certificaat van uitvoerbaarheid;
bewijs van inschrijving in een school (indien van toepassing); documenten over
wijzigingen in de situatie van het kind/de kinderen; documenten over de
burgerlijke stand van verzoeker/verweerder (indien van toepassing); verklaring
over verblijfplaats en werkkring van de onderhoudsplichtige; verklaring over de
identiteit van de onderhoudsplichtige; foto van de onderhoudsplichtige (indien
beschikbaar). Noord-Ierland Het origineel en/of een gewaarmerkt afschrift van de te wijzigen
beslissing; verklaring dat de onderhoudsplichtige op de eerste hoorzitting is
verschenen en, zo niet, een document dat aantoont dat de procedure aan de
onderhoudsplichtige meegedeeld is, of dat hij in kennis gesteld is van de
eerste beslissing en de gelegenheid heeft gehad in beroep te gaan; document
waaruit blijkt in hoeverre de verzoeker gratis rechtsbijstand heeft genoten;
documenten over de financiële situatie van de verzoeker/verweerder —
inkomsten/uitgaven/vermogensbestanddelen; certificaat van uitvoerbaarheid;
gewaarmerkt afschrift van geboorte- c.q. adoptiebewijs van het kind/de kinderen
(indien van toepassing); bewijs van inschrijving in een school (indien van
toepassing); documenten over wijzigingen in de situatie van het kind/de
kinderen; gewaarmerkt afschrift van de huwelijksakte (indien van toepassing);
gewaarmerkt afschrift van het "nisi"-decreet (voorlopig
echtscheidingsbewijs) (indien van toepassing); documenten over de burgerlijke
stand van verzoeker/verweerder (indien van toepassing); afschrift van relevante
gerechtelijke uitspraken; verklaring over verblijfplaats en werkkring van de
onderhoudsplichtige; verklaring over de identiteit van de onderhoudsplichtige;
foto van de onderhoudsplichtige (indien beschikbaar); eventuele andere
documenten als bedoeld in artikel 16, lid 3, artikel 25, lid 1, onder a), b) en
d), en lid 3, onder b), en artikel 30, lid 3. Verzoek krachtens artikel 10, lid 2, onder b) Engeland en Wales Afschrift van de te wijzigen beslissing; documenten over de financiële
situatie van de verzoeker/verweerder —
inkomsten/uitgaven/vermogensbestanddelen; verzoek om rechtsbijstand; bewijs van
inschrijving in een school (indien van toepassing); documenten over wijzigingen
in de situatie van het kind/de kinderen; documenten over de burgerlijke stand
van verzoeker/verweerder (indien van toepassing); afschrift van relevante
gerechtelijke uitspraken; eventuele andere documenten als bedoeld in artikel
16, lid 3, artikel 25, lid 1, onder a), b) en d), en lid 3, onder b), en
artikel 30, lid 3. Schotland Afschrift van de te wijzigen beslissing; documenten over de financiële
situatie van de verzoeker/verweerder —
inkomsten/uitgaven/vermogensbestanddelen; verzoek om rechtsbijstand; bewijs van
inschrijving in een school (indien van toepassing); documenten over wijzigingen
in de situatie van het kind/de kinderen. Noord-Ierland Afschrift van de te wijzigen beslissing; documenten over de financiële
situatie van de verzoeker/verweerder —
inkomsten/uitgaven/vermogensbestanddelen; verzoek om rechtsbijstand; bewijs van
inschrijving in een school (indien van toepassing); documenten over wijzigingen
in de situatie van het kind/de kinderen; documenten over de burgerlijke stand
van verzoeker/verweerder (indien van toepassing); afschrift van relevante
gerechtelijke uitspraken; eventuele andere documenten als bedoeld in artikel
16, lid 3, artikel 25, lid 1, onder a), b) en d), en lid 3, onder b), en
artikel 30, lid 3. Verzoek krachtens artikel 10, lid 2, onder c) Engeland en Wales Het origineel en/of een gewaarmerkt afschrift van de te wijzigen
beslissing; certificaat van uitvoerbaarheid; document waaruit blijkt in hoeverre
de verzoeker gratis rechtsbijstand heeft genoten; documenten over de financiële
situatie van de verzoeker/verweerder —
inkomsten/uitgaven/vermogensbestanddelen; gewaarmerkt afschrift van geboorte-
c.q. adoptiebewijs van het kind/de kinderen (indien van toepassing); bewijs van
inschrijving in een school (indien van toepassing); documenten over wijzigingen
in de situatie van het kind/de kinderen; gewaarmerkt afschrift van de
huwelijksakte (indien van toepassing); gewaarmerkt afschrift van het bewijs dat
het huwelijk of een andere samenlevingsvorm ontbonden is (indien van
toepassing); documenten over de burgerlijke stand van verzoeker/verweerder
(indien van toepassing); afschrift van relevante gerechtelijke uitspraken;
verklaring over verblijfplaats en werkkring van de onderhoudsgerechtigde;
verklaring over de identiteit van de onderhoudsgerechtigde; foto van de
onderhoudsgerechtigde (indien beschikbaar); eventuele andere documenten als
bedoeld in artikel 16, lid 3, artikel 25, lid 1, onder a), b) en d), en lid 3,
onder b), en artikel 30, lid 3. Schotland Het origineel en/of een gewaarmerkt afschrift van de te wijzigen
beslissing; document waaruit blijkt in hoeverre de verzoeker gratis
rechtsbijstand heeft genoten; documenten over de financiële situatie van de
verzoeker/verweerder — inkomsten/uitgaven/vermogensbestanddelen; bewijs van
inschrijving in een school (indien van toepassing); documenten over wijzigingen
in de financiële situatie van de verzoeker; verklaring over de verblijfplaats
van de onderhoudsgerechtigde; verklaring over de identiteit van de
onderhoudsgerechtigde; foto van de onderhoudsgerechtigde (indien beschikbaar). Noord-Ierland Het origineel en/of een gewaarmerkt afschrift van de te wijzigen
beslissing; certificaat van uitvoerbaarheid; document waaruit blijkt in
hoeverre de verzoeker gratis rechtsbijstand heeft genoten; documenten over de
financiële situatie van de verzoeker/verweerder —
inkomsten/uitgaven/vermogensbestanddelen; gewaarmerkt afschrift van geboorte-
c.q. adoptiebewijs van het kind/de kinderen (indien van toepassing); bewijs van
inschrijving in een school (indien van toepassing); documenten over wijzigingen
in de situatie van het kind/de kinderen; gewaarmerkt afschrift van de
huwelijksakte (indien van toepassing); gewaarmerkt afschrift van het
"nisi"-decreet (voorlopig echtscheidingsbewijs) (indien van
toepassing); documenten over de burgerlijke stand van verzoeker/verweerder
(indien van toepassing); afschrift van relevante gerechtelijke uitspraken;
verklaring over verblijfplaats en werkkring van de onderhoudsgerechtigde;
verklaring over de identiteit van de onderhoudsgerechtigde; foto van de
onderhoudsgerechtigde (indien beschikbaar); eventuele andere documenten als
bedoeld in artikel 16, lid 3, artikel 25, lid 1, onder a), b) en d), en lid 3,
onder b), en artikel 30, lid 3. Algemeen Voor verzoeken op grond van artikel 10 (met inbegrip van artikel 10,
lid 1, onder a) en lid 2, onder a)) verlangt de centrale autoriteit voor
Engeland en Wales drie afschriften van elk document, waar nodig met Engelse
vertaling. Voor verzoeken op grond van artikel 10 (met inbegrip van artikel 10,
lid 1, onder a) en lid 2, onder a)) verlangt de centrale autoriteit voor
Engeland en Wales drie afschriften van elk document, waar nodig met Engelse
vertaling. Voor verzoeken op grond van artikel 10 (met inbegrip van artikel 10,
lid 1, onder a) en lid 2, onder a)) verlangt de centrale autoriteit van
Noord-Ierland drie afschriften van elk document, waar nodig met Engelse
vertaling. 2. Verklaring bedoeld in artikel 44, lid 1, van het verdrag De Europese Unie verklaart dat de volgende lidstaten, met betrekking
tot verzoeken en bijbehorende stukken, behalve een vertaling in hun officiële
taal een vertaling in een van de voor elk van die lidstaten aangegeven talen aanvaarden: De Tsjechische Republiek: Slowaaks De Republiek Estland: Engels De Republiek Litouwen: Engels De Republiek Cyprus: Engels De Slowaakse Republiek: Tsjechisch 3. Verklaring bedoeld in artikel 44, lid 2, van het verdrag De Europese Unie verklaart dat in het Koninkrijk België de stukken
moeten zijn opgesteld of vertaald in het Frans, het Nederlands of het Duits,
afhankelijk van het deel van het Belgische grondgebied waar de documenten
moeten worden voorgelegd. Informatie omtrent de taal die in een bepaald deel van het Belgische
grondgebied moet worden gebruikt, kan worden gevonden in de handleiding van
ontvangende instanties opgesteld krachtens Verordening (EG) nr. 1393/2007 van
het Europees Parlement en de Raad van 13 november 2007 inzake de betekening en
de kennisgeving in de lidstaten van gerechtelijke en buitengerechtelijke
stukken in burgerlijke of in handelszaken (de betekening en de kennisgeving van
stukken), en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1348/2000 van de Raad.
Deze handleiding is toegankelijk op de website: http://ec.europa.eu/justice_home/judicialatlascivil/html/index_nl.htm
Klik op: "Betekening en Kennisgeving van Stukken (Verordening (EG) nr. 1393/2007)"/"Stukken"/"Handleiding"/"België"/"Geographical
areas of competence" (blz. 42 en volgende). of ga rechtstreeks naar het volgende adres: http://ec.europa.eu/justice_home/judicialatlascivil/html/pdf/manual_sd_bel.pdf en klik op "Geographical areas of competence" (blz. 42 en
volgende). ______________________ [1]