Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52013IP0229

    Resolutie van het Europees Parlement van 23 mei 2013 over een macroregionale strategie voor de Alpen (2013/2549(RSP))

    PB C 55 van 12.2.2016, p. 117–119 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    12.2.2016   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 55/117


    P7_TA(2013)0229

    Een macroregionale strategie voor de Alpen

    Resolutie van het Europees Parlement van 23 mei 2013 over een macroregionale strategie voor de Alpen (2013/2549(RSP))

    (2016/C 055/18)

    Het Europees Parlement,

    gezien de artikelen 192, 265, lid 5, en 174 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU),

    gezien de EU-strategie voor het Oostzeegebied (COM(2009)0248),

    gezien de Alpenovereenkomst van 7 november 1991,

    gezien de mededeling van de Commissie van 8 december 2010 met de titel „Strategie van de Europese Unie voor de Donau-regio” (COM(2010)0715) en het bijbehorende indicatieve actieplan (SEC(2009)0712),

    gezien zijn resolutie van 17 februari 2011 over de tenuitvoerlegging van de Europese strategie voor het Donaugebied (1),

    gezien de conclusies van de Europese Raad van 24 juni 2011, waarin hij de lidstaten verzocht „tezamen met de Commissie verder te werken aan mogelijke toekomstige macroregionale strategieën”,

    gezien het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad van 6 oktober 2011 betreffende specifieke bepalingen voor steun uit het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling ter verwezenlijking van de doelstelling „Europese territoriale samenwerking” (COM(2011)0611),

    gezien artikel 115, lid 5, en artikel 110, lid 4, van zijn Reglement,

    A.

    overwegende dat macroregionale strategieën erop gericht zijn de beschikbare middelen beter te gebruiken om territoriale ontwikkelingsvraagstukken aan te pakken, gezamenlijke antwoorden op gemeenschappelijke problemen te vinden, de ruimtelijke integratie te verdiepen, en de effectiviteit te vergroten van diverse door de EU gesteunde beleidsvormen en partnerschappen tussen overheidsdiensten, lokale en regionale autoriteiten, andere instanties en organisaties van het maatschappelijk middenveld;

    B.

    overwegende dat de Commissie voorstelt het transnationale element van het beleid inzake territoriale samenwerking te versterken en dat eventuele nieuwe macroregionale strategieën op vrijwillige basis van start moeten gaan, maar eerdere ervaringen en beste praktijken als uitgangspunt moeten nemen;

    C.

    overwegende dat de gebieden die deel uitmaken van het Alpengebied tal van gemeenschappelijke kenmerken vertonen, zoals het unieke geografische karakter van hun hoge berggebieden en hun nauwe interactie met de grotere steden in de perialpiene regio;

    D.

    overwegende dat de macroregionale strategie voor de Alpen, die vergelijkbaar moet zijn met de EU-strategieën voor de Oostzeeregio en de Donauregio, de mogelijkheid moet bieden om de Alpen binnen de EU-context een nieuwe dimensie en meer betekenis toe te kennen door financieringsmiddelen voor deze regio toegankelijker te maken;

    E.

    overwegende dat het Alpengebied diverse EU-lidstaten en derde landen bestrijkt en een macroregio met onderlinge verbindingen vormt, die gekenmerkt wordt door heterogene economische capaciteiten, demografische veranderingen, vervoersinfrastructuur en energiegerelateerde aangelegenheden, en overwegende dat de coördinatie van het interne en externe beleid van alle belanghebbenden betere resultaten en toegevoegde waarde zou kunnen opleveren;

    F.

    overwegende dat de Alpen een bergketen van Europees en internationaal belang vormen, met kwetsbare ecosystemen, een groot aantal gletsjers die zwaar getroffen zijn door de klimaatverandering en veel beschermde natuurgebieden en inheemse dier- en plantensoorten;

    G.

    overwegende dat het cohesiebeleid gericht is op de totstandbrenging van economische, sociale en territoriale cohesie in de hele EU;

    1.

    is van mening dat de ontwikkeling van grootschalige beleidsplannen zoals macroregionale strategieën ertoe moet bijdragen dat lokale en regionale instanties een grotere rol gaan spelen bij de tenuitvoerlegging van EU-beleid, en dat het multilevel governance-concept de kern moet uitmaken van de planning en uitvoering van de Alpenstrategie;

    2.

    herinnert aan de leerzame ervaringen die zijn opgedaan met de Oostzee- en de Donaustrategie wat betreft de transparantie van het besluitvormingsproces en de toewijzing van EU-middelen; verzoekt de Commissie onverwijld een actieplan voor te leggen dat specifiek voor dit gebied is bedoeld, teneinde de structurele handicaps te overwinnen waarmee berggebieden te kampen hebben en de juiste voorwaarden te creëren voor economische groei en effectieve sociale en territoriale cohesie in de regio;

    3.

    wijst met nadruk op de positieve rol die EU-wetgevingsinstrumenten zoals de Europese groeperingen voor territoriale samenwerking (EGTS) met betrekking tot macroregio's vervullen, aangezien zij structurele ondersteuning bieden voor concrete aspecten van de samenwerking en uitwisseling van optimale praktijken, alsook bij het ontwerp en de implementatie van strategieën voor territoriale ontwikkeling, waardoor overheden op verschillende niveaus kunnen samenwerken;

    4.

    is verheugd over de huidige ontwikkelingen in de regio's van het Alpengebied en de uitgesproken bottom-upbenadering die de regio's toepassen, waarbij zij herhaaldelijk de wens te kennen hebben gegeven aan te sturen op een alpiene strategie om de problemen waarmee het gehele Alpengebied te kampen heeft effectief aan te pakken, om het aanzienlijke potentieel van het gebied consistenter te benutten en om de mobiliteit, de energiezekerheid, de milieubescherming, de sociale en economische ontwikkeling, de culturele uitwisseling en de civiele bescherming in de Alpenregio te verbeteren;

    5.

    beschouwt de duurzame ontwikkeling van de Alpen als een van de voornaamste doelstellingen binnen de macroregionale strategie en verwijst in dit verband naar het grote aantal door de klimaatverandering getroffen gletsjers;

    6.

    is van mening dat deze strategie ook de afbakening van beschermde Europese natuurgebieden en de samenwerking in dezen moet bevorderen, naar het voorbeeld van het recente gezamenlijke initiatief van het Parc National du Mercantour (Frankrijk) en het Parco Naturale delle Alpi Marittime (Italië);

    7.

    wijst erop dat de strategie voor de Alpen inhoudelijk moet worden afgestemd op de Alpenovereenkomst en de latere protocollen hierbij, en dat bovendien rekening moet worden gehouden met de bestaande grensoverschrijdende samenwerking en netwerkvorming op dit terrein;

    8.

    benadrukt dat bij de macroregionale strategie voor de Alpen ook recht moet worden gedaan aan het behoud van traditionele vormen van — voornamelijk agrarisch — landgebruik, om zo de biodiversiteit, evenals het behoud van de bestaande beschermde gebieden te stimuleren;

    9.

    dringt erop aan dat een macroregionale strategie voor de Alpen het voorwerp moet vormen van een uitgebreide evaluatie door de Commissie op basis van objectieve criteria en meetbare indicatoren;

    10.

    roept de Commissie ertoe op artikel 174 van het VWEU daadwerkelijk ten uitvoer te leggen aan de hand van een strategisch plan dat tot doel heeft de structurele handicaps van berggebieden te ondervangen en de nodige voorwaarden voor economische groei en effectieve sociale en territoriale cohesie in het Alpengebied te garanderen;

    11.

    is van mening dat de territoriale dimensie van deze strategie zal leiden tot de concrete ontwikkeling van een territoriaal cohesieconcept;

    12.

    onderstreept dat een macroregionale strategie voor de Alpen een doeltreffend instrument is voor de bevordering van de Europese territoriale samenwerking binnen de betrokken regio, waarbij een bottom-upbenadering moet worden gevolgd en de samenwerking moet worden uitgebreid door beter gebruik te maken van de beschikbare middelen, zodat sectoroverschrijdende beleidscoördinatie gemakkelijker wordt gemaakt;

    13.

    benadrukt dat het de bedoeling is dat een macroregionale strategie voor de Alpen zou bewerkstelligen dat de verschillende initiatieven van de EU met betrekking tot het Alpengebied en berggebieden elkaar aanvullen en een reële meerwaarde aan concrete projecten toevoegen;

    14.

    is van mening dat de te ontwikkelen macroregionale strategie voor de Alpen zich ook moet uitstrekken tot de coördinatie van de bestaande EU-fondsen, in het bijzonder in het kader van het cohesiebeleid, met het oog op de implementatie van projecten die gericht zijn op het aanpakken van gemeenschappelijke problemen zoals de bescherming van het milieu, investeringen in concurrentievermogen en innovatie, land- en bosbouw, water-, energie-, milieu- en klimaatvraagstukken, alsmede transport;

    15.

    benadrukt dat een eventueel te ontwikkelen macroregionale strategie voor de Alpen in overeenstemming moet zijn met de Europa 2020-doelstellingen, zodat wordt gewaarborgd dat zij conform is met de toezegging van de EU om een slimme, duurzame en integratiegerichte groei te bewerkstelligen;

    16.

    onderstreept de noodzaak om door middel van een dergelijke strategie het innovatievermogen van de Alpenregio te vergroten door gebruik te maken van de vaardigheden waarover de beroepsbevolking beschikt, door het creëren van partnerschappen en door samenwerking tussen de voornaamste betrokkenen (arbeidsmarkt, onderwijs, opleiding en onderzoek, werkgevers), waardoor actieve jongeren voor het gebied behouden blijven, en door het ondersteunen van creativiteit en de vergroting van de capaciteit van de verschillende regio's op het gebied van onderwijs, wetenschap en onderzoek;

    17.

    onderstreept dat in het kader van het nieuwe macroregionale samenwerkingsmodel moet worden bewerkstelligd dat de natuurlijke handicaps van perifere regio's zoals hoge berggebieden worden getransformeerd tot nieuw te benutten kansen en mogelijkheden en dat de duurzame ontwikkeling van deze regio's wordt gestimuleerd;

    18.

    verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, het Comité van de Regio's en de andere relevante instellingen.


    (1)  PB C 188 E van 28.6.2012, blz. 30.


    Top