Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52013DP0196

    Besluit van het Europees Parlement van 21 mei 2013 over het verzoek om opheffing van de immuniteit van Spyros Danellis (I) (2013/2014(IMM))

    PB C 55 van 12.2.2016, p. 132–133 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    12.2.2016   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 55/132


    P7_TA(2013)0196

    Verzoek om opheffing van de immuniteit van Spyros Danellis (I)

    Besluit van het Europees Parlement van 21 mei 2013 over het verzoek om opheffing van de immuniteit van Spyros Danellis (I) (2013/2014(IMM))

    (2016/C 055/24)

    Het Europees Parlement,

    gezien het verzoek om opheffing van de immuniteit van Spyros Danellis, dat op 11 december 2012 werd ingediend door de plaatsvervangend officier van justitie van het hooggerechtshof van de Helleense Republiek (ref. 4634/2012) in verband met het vonnis van het administratieve hof van appel van Kreta van 22 maart 2012 (ref. 584/2012), en van de ontvangst waarvan op 14 januari 2013 ter plenaire vergadering kennis werd gegeven,

    na Spyros Danellis te hebben gehoord, overeenkomstig artikel 7, lid 3, van zijn Reglement,

    gezien artikel 9 van protocol nr. 7 betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, artikel 6, lid 2, van de Akte van 20 september 1976 betreffende de verkiezing van de leden van het Europees Parlement door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen, en artikel 62 van de grondwet van de Helleense Republiek,

    gezien de arresten van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 12 mei 1964, 10 juli 1986, 15 en 21 oktober 2008,19 maart 2010 en 6 september 2011 (1),

    gezien artikel 6, lid 2, en artikel 7 van zijn Reglement,

    gezien het verslag van de Commissie juridische zaken (A7-0159/2013),

    A.

    overwegende dat de plaatsvervangend officier van justitie van het hooggerechtshof van de Helleense Republiek heeft verzocht om opheffing van de parlementaire immuniteit van een lid van het Europees Parlement, Spyros Danellis, in verband met mogelijke gerechtelijke stappen wegens een vermeende overtreding;

    B.

    overwegende dat overeenkomstig artikel 9 van protocol nr. 7 betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie, de leden, op hun eigen grondgebied, de immuniteiten welke aan de leden van de volksvertegenwoordiging in hun land zijn verleend, genieten;

    C.

    overwegende dat overeenkomstig artikel 62 van de grondwet van de Helleense Republiek leden van het parlement tijdens de parlementaire zittingsperiode niet kunnen worden vervolgd, gearresteerd, gevangen genomen of op andere wijze aan beperkingen worden onderworpen zonder voorafgaande toestemming van het parlement;

    D.

    overwegende dat Spyros Danellis wordt beschuldigd van plichtsverzuim; zo zou hij als burgemeester van Chersonissos, in de provincie Heraklion, hebben verzuimd maatregelen te treffen tot sluiting van een onderneming werkzaam in zijn gemeente ondanks het bestaan van een besluit van de gezondheidsautoriteiten waarin dergelijke maatregelen verplicht waren gesteld;

    E.

    overwegende dat het bij de vermeende handelingen niet gaat om een mening of stem uitgebracht in de uitoefening van het ambt van lid van het Europees Parlement in de zin van artikel 8 van protocol nr. 7 betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie;

    F.

    overwegende dat de beschuldiging duidelijk niet in verband staat met de positie van Spyros Danellis als lid van het Europees Parlement, maar met zijn voormalige positie als burgemeester van Chersonissos;

    G.

    overwegende dat er geen aanwijzingen bestaan die duiden op fumus persecutionis, in het bijzonder vanwege het feit dat Spyros Danellis in onderhavige zaak niet de enige verdachte is;

    1.

    besluit de immuniteit van Spyros Danellis op te heffen;

    2.

    verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en het verslag van zijn bevoegde commissie onmiddellijk te doen toekomen aan de officier van justitie van het hooggerechtshof van de Helleense Republiek en aan Spyros Danellis.


    (1)  Arrest van 12 mei 1964 in zaak 101/63, Wagner/Fohrmann en Krier (Jurispr. 1964, blz. 407); arrest van 10 juli 1986 in zaak 149/85, Wybot/Faure e.a. (Jurispr. 1986, blz. 2391); arrest van 15 oktober 2008 in zaak T-345/05, Mote/Parlement (Jurispr. 2008, blz. II-2849); arrest van 21 oktober 2008 in gevoegde zaken C-200/07 en C-201/07, Marra/De Gregorio en Clemente (Jurispr. 2008, blz. I-7929); arrest van 19 maart 2010 in zaak T-42/06, Gollnisch/Parlement (Jurispr. 2010, blz. II-1135); arrest van 6 september 2011 in zaak C-163/10, Patriciello (Jurispr. 2011, blz. I-7565).


    Top