This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52013DC0700
COMMUNICATION FROM THE COMMISSION TO THE EUROPEAN PARLIAMENT AND THE COUNCIL Enlargement Strategy and Main Challenges 2013-2014
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Uitbreidingsstrategie en belangrijke uitdagingen 2013-2014
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Uitbreidingsstrategie en belangrijke uitdagingen 2013-2014
/* COM/2013/0700 final */
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Uitbreidingsstrategie en belangrijke uitdagingen 2013-2014 /* COM/2013/0700 final */
Kopenhagen – twintig jaar later Eerst de basis: rechtsstaat, democratie en economie I. De uitbreidingsagenda Twintig jaar geleden
werd de Westelijke Balkan door conflicten verscheurd. In diezelfde tijd besloot
de Europese Unie over de voorwaarden die voortaan zouden gelden voor de
toetreding van nieuwe lidstaten, de zogenoemde criteria van Kopenhagen. De
criteria van Kopenhagen weerspiegelen de waarden waarop de EU is gegrondvest:
de democratie, de rechtsstaat, de eerbiediging van de grondrechten en het belang
van een functionerende markteconomie. Daarmee is de weg gebaand voor de
historische transformatie en de toetreding van landen in Midden- en
Oost-Europa. Tien jaar later, op de
top van Thessaloniki in 2003, bood de EU alle landen van de Westelijke Balkan
een duidelijk perspectief op het EU-lidmaatschap aan, mits zij zouden voldoen
aan alle gestelde voorwaarden, met name de criteria van Kopenhagen en de
voorwaarden van het stabilisatie- en associatieproces. Kroatië voldoet aan deze
voorwaarden. Na de ratificatie van het Toetredingsverdrag door alle lidstaten
heeft de Europese Unie Kroatië op 1 juli 2013 als 28e lidstaat welkom geheten.
Kroatië is het eerste land dat het stabilisatie- en associatieproces heeft
afgerond. De toetreding van Kroatië laat zien dat van het uitbreidingsproces en
de soft power van de EU een grote transformerende kracht en een sterk
stabiliserend effect uitgaan. Ook de historische
overeenkomst die in april tussen Servië en Kosovo* tot stand is gekomen, toont de kracht van het EU-perspectief
en de rol die het speelt om de diepe littekens van de geschiedenis te helen. De
moed van de politieke leiders van beide landen komt er eveneens in tot uiting.
In juni heeft de Europese Raad besloten toetredingsonderhandelingen met Servië
te openen en heeft de Raad machtiging verleend om onderhandelingen te openen
over een stabilisatie- en associatieovereenkomst met Kosovo. Ook voor de andere uitbreidingslanden is het een jaar van
betekenis geweest. In juni 2013 heeft Montenegro
brede actieplannen goedgekeurd voor de hoofdstukken Rechterlijke macht en
grondrechten en Justitie, vrijheid en veiligheid, overeenkomstig de
nieuwe aanpak, die inhoudt dat deze hoofdstukken in het begin van het
toetredingsproces aan de orde komen. In Albanië hebben alle partijen hun
steun verleend aan belangrijke hervormingen; de parlementsverkiezingen zijn
ordelijk verlopen en dankzij de strijd tegen corruptie en georganiseerde
misdaad is de status van kandidaat-lidstaat nu binnen bereik. De voormalige
Joegoslavische Republiek Macedonië is de crisis van eerder dit jaar te
boven gekomen, maar de bezorgdheid inzake met name de vrijheid van
meningsuiting en de media is gebleven. Er zijn maatregelen getroffen om de
nabuurschapsbetrekkingen te verbeteren. Meer in het algemeen is een doorbraak
in de door de VN gefaciliteerde besprekingen over de naam van het land nu
essentieel. Het feit dat in Bosnië en Herzegovina de politieke wil om
hervormingen door te voeren ontbreekt en het Sejdić/Finci-arrest nog
steeds niet is uitgevoerd, hindert de vooruitgang in de richting van de EU en
de economische vooruitzichten. Turkije heeft
vooruitgang geboekt met de hervorming van het rechtsstelsel en die op andere
gebieden. Het langverwachte democratiseringspakket is eind september
gepresenteerd. Er zijn vredesbesprekingen gevoerd met de PKK om een eind te
maken aan terrorisme en geweld in het zuidoosten van het land en de weg vrij te
maken voor een oplossing van de Koerdische kwestie. De reactie van de overheid
op de protestdemonstraties tegen de nieuwbouwplannen voor het Gezi-park gaf
aanleiding tot ernstige bezorgdheid en onderstreept dat het EU-perspectief de
leidraad moet blijven voor de hervormingen. De nieuwe regering van IJsland
heeft de toetredingsonderhandelingen met de EU opgeschort en verklaard dat de
onderhandelingen niet zullen doorgaan totdat daarover een referendum is
gehouden. Het toetredingsproces
van tegenwoordig is strikter en uitgebreider dan in het verleden het geval was.
Dit weerspiegelt de ontwikkeling van het EU-beleid en de lessen van eerdere
uitbreidingsronden. Het proces gaat uit van strikte maar eerlijke voorwaarden.
Vooruitgang in de richting van het lidmaatschap is afhankelijk van de
maatregelen die een land neemt om aan de vastgestelde criteria te voldoen. Een
belangrijke les uit het verleden is dat fundamentele kwesties het eerst
moeten worden aangepakt. De rechtsstaat
vormt thans de kern van het uitbreidingsproces. De nieuwe aanpak, die de Raad
in december 2011 heeft goedgekeurd, houdt in dat aspirant-leden in het begin
van de toetredingsonderhandelingen zaken moeten aanpakken als justitiële
hervorming en bestrijding van georganiseerde misdaad en corruptie. Dat geeft
die landen maximaal de tijd om hervormingen door te voeren, wat ertoe bijdraagt
dat deze vaste grond krijgen en onomkeerbaar worden. Deze nieuwe aanpak is een
belangrijk aspect van het onderhandelingskader voor Montenegro, en dat zal ook
gelden voor de andere uitbreidingslanden. De wereldwijde
economische crisis van de afgelopen vijf jaar heeft nogmaals duidelijk gemaakt
dat alle landen hun economisch bestuur grondig moeten herzien en
versterken. Dat geldt des te meer voor de landen van de Westelijke Balkan, die
geen van alle een functionerende markteconomie zijn. De werkloosheid is in al
die landen zeer hoog, met name onder jongeren. Deze landen moeten dringend
grondiger hervormen om weer tot duurzame groei te komen en hun problemen aan te
pakken, zodat zij aan de economische criteria kunnen voldoen en hun concurrentievermogen
kunnen verbeteren. In deze mededeling worden voorstellen gedaan om dit doel te
ondersteunen. Het gaat daarbij onder meer om nationale strategieën voor
economische hervorming en actieplannen voor het beheer van de
overheidsfinanciën. Gebeurtenissen in een
aantal uitbreidingslanden hebben laten zien hoe belangrijk het is dat de democratische
instellingen worden versterkt. Er moeten inclusieve democratische processen
zijn om deze instellingen te ondersteunen en de democratische kernbeginselen en
gemeenschappelijke EU-waarden te versterken. Essentieel is dat het
maatschappelijk middenveld een grotere rol speelt, dat er door alle partijen
ondersteunde platforms voor EU-integratie bestaan en dat verdere vooruitgang
wordt geboekt met de electorale, parlementaire en bestuurlijke hervormingen. De Europese Unie is
gegrondvest op gemeenschappelijke waarden en beginselen, waaronder eerbiediging
van de grondrechten. Alle landen van de Westelijke Balkan en Turkije
moeten verdere hervormingen doorvoeren om te waarborgen dat de beginselen van
vrijheid van meningsuiting en de bescherming van de rechten van personen die
tot een minderheid behoren, onder wie de Roma, niet alleen in de wet worden
vastgelegd, maar ook in de praktijk worden geëerbiedigd. Er zijn krachtigere
maatregelen nodig om andere kwetsbare groepen te beschermen tegen
discriminatie, vooral op grond van seksuele oriëntatie. Goede
nabuurschapsbetrekkingen en regionale samenwerking zijn essentiële
elementen van het stabilisatie- en associatieproces. Met name de ontwikkelingen
in Servië en Kosovo hebben laten zien dat het mogelijk is om een recente
geschiedenis van conflict te boven te komen. Dat is ook in overeenstemming met
de beginselen waarop de Europese Unie is gegrondvest. De regionale samenwerking
moet verder worden versterkt, inclusiever worden gemaakt en in de regio
geworteld zijn. De Commissie geeft haar volledige steun aan het werk van het
samenwerkingsproces voor Zuidoost-Europa (SEECP), met inbegrip van de regionale
strategie voor 2020. Er moet krachtiger worden gestreefd naar het beslechten
van bilaterale geschillen tussen uitbreidingslanden en tussen die landen
en de lidstaten. Bilaterale problemen moeten door de betrokkenen zo snel
mogelijk worden aangepakt, zodat zij het toetredingsproces niet vertragen. In 2014 gaat het tweede instrument
voor pretoetredingssteun van start. Met IPA II blijft de EU
aanzienlijke steun bieden aan de voorbereidingen van de uitbreidingslanden voor
de toetreding. De middelen voor de periode 2014–2020 zijn met 11,7 miljoen euro
(huidige prijzen) vergelijkbaar met het huidige financiële kader. Met
IPA II zal ook steun worden verleend voor regionale en
grensoverschrijdende samenwerking. IPA II zal met name aandacht schenken
aan gebieden van gezamenlijk belang, zoals ondersteuning van hervormingen op
het gebied van de rechtsstaat en duurzame uitvoering daarvan, versterking van
de democratische instellingen, goed bestuur en sociaal-economische
ontwikkeling. De start van IPA II
is ook een gelegenheid om de uitbreidingsstrategie en de bijstandsprioriteiten
nog beter op elkaar af te stemmen. IPA II biedt een aantal belangrijke
innovaties, zoals een accent op de formulering van beleid en strategieën voor
de lange termijn op een beperkt aantal prioriteitsgebieden, aangepast aan de
behoeften en capaciteiten van elk land. Daarvoor worden duidelijke doelen en
realistische indicatoren vastgesteld, die worden gekoppeld aan de meerjarige
sectorale bijstand. Als een land aan de normen voor financieel beheer van de
overheidsfinanciën voldoet, komt het in aanmerking voor begrotingssteun, wat
een stimulerend effect op hervormingen heeft. Er zijn stimuleringsmaatregelen
voor landen die vorderingen maken met hun hervormingen. Wanneer zij onvoldoende
presteren, krijgen de desbetreffende middelen een andere bestemming. Het beheer
van de IPA-programma’s wordt verder gestroomlijnd, met name doordat er minder,
maar grotere projecten worden gepland. Alle uitbreidingslanden
hebben een duidelijk Europees perspectief. De vorderingen in de richting
van het lidmaatschap hangen af van de maatregelen die een land neemt om aan de
criteria te voldoen. Daarbij wordt elke land op zijn merites beoordeeld. Dit is
essentieel voor de geloofwaardigheid van het uitbreidingsbeleid en om
ingrijpende hervormingen in de betrokken landen te stimuleren. Het is bovendien
van wezenlijk belang dat de lidstaten en de EU-instellingen op basis van goede
informatie een debat aangaan over de politieke, economische en sociale impact
van het uitbreidingsbeleid. De lidstaten zijn de aangewezen instantie om hun
burgers de feiten over het uitbreidingsbeleid te verstrekken, hen te informeren
over de voordelen ervan, waaronder de belangrijke bijdrage tot vrede,
veiligheid en welvaart, en in te gaan op de zorgen van de burgers. II.
Belangrijke
uitdagingen In deze mededeling
belicht de Commissie een aantal belangrijke uitdagingen voor de Westelijke
Balkan en Turkije: economisch bestuur en concurrentievermogen; de rechtsstaat;
het functioneren van de instellingen die de democratie waarborgen; de
grondrechten; en (wat de Westelijke Balkan betreft) het overwinnen van de
problemen uit het verleden. Deze uitdagingen raken de kern van de criteria van
Kopenhagen en de voorwaarden van het stabilisatie- en associatieproces. De
maatregelen om de problemen aan te pakken, versterken elkaar ook. Door
bijvoorbeeld de rechtsstaat te bevorderen en de grondrechten te garanderen,
wordt de rechtszekerheid vergroot. In combinatie met regionale integratie
versterkt dat de economische ontwikkeling en het concurrentievermogen
aanzienlijk. a)
Economisch bestuur en concurrentievermogen De afgelopen drie jaar
heeft de EU haar economisch bestuur aanmerkelijk versterkt. Door middel van het
Europese semester coördineren de lidstaten hun begrotings- en structuurbeleid
nog voordat de parlementen de nationale begroting vaststellen. De instrumenten
voor de economische dialoog met de uitbreidingslanden worden geleidelijk
aangepast aan de nieuwe uitdagingen en het coördinatiemechanisme van de EU. De
betrokken landen is al gevraagd meer aandacht te besteden aan de duurzaamheid
van hun externe positie en de grootste structurele hindernissen voor groei. De
belangrijkste instrumenten van de EU moeten nu in de economische dialoog
volledig aan bod komen, aangezien de uitbreidingslanden economisch en
financieel sterk zijn vervlochten met de EU. Rond 60% van de uitvoer
van de Westelijke Balkan gaat naar de EU. De EU is ook de grootste buitenlandse
directe investeerder. Behalve in Turkije domineren banken uit de EU de
financiële sector. Toegang tot de interne markt van de EU voor goederen en
diensten is een belangrijke groeifactor. Herstel in de EU heeft ook positieve
gevolgen voor met name de Westelijke Balkan. Volgens de nieuwste prognoses van
de Commissie zal de groei op de Westelijke Balkan voor 2013 uitkomen op 2%. De
prognose voor Turkije is 3,2%, d.w.z. een sterkere groei na een relatieve
terugval in 2012. Een bescheiden herstel
op de Westelijke Balkan is echter geen garantie voor duurzame groei en
convergentie. Alle uitbreidingslanden kennen nog aanzienlijke problemen in
termen van economische hervormingen, concurrentievermogen en werkgelegenheid: ·
Turkije
is een functionerende markteconomie, maar op de Westelijke Balkan heeft
momenteel geen enkel uitbreidingsland die status; ·
de
systemen voor financieel beheer van de overheid moeten aanzienlijk worden
versterkt om het risico van fraude en corruptie terug te dringen; ·
de
rechtsstaat moet aanzienlijk worden versterkt om het bedrijfsleven grotere
rechtszekerheid te bieden en het vertrouwen van investeerders te vergroten; ·
om
de grote externe onevenwichtigheden en de hoge werkloosheid in alle landen (op
de Westelijke Balkan gemiddeld meer dan 20%) aan te pakken, moeten structurele
hervormingen meer prioriteit krijgen en moet het concurrentievermogen worden
versterkt. Er zijn aanzienlijke regionale verschillen binnen de betrokken
landen: plattelandsgebieden kennen meer armoede. Er wordt een nieuwe
aanpak voorgesteld om de uitbreidingslanden te helpen eerst economische
basisproblemen aan te pakken en aan de economische criteria te voldoen. De
landen zal worden gevraagd het economische beleid en bestuur te verbeteren door
op gecoördineerde wijze een nationale strategie voor economische hervormingen
uit te werken die uit twee onderdelen bestaat: een macro-economisch en
budgettair programma en een programma voor structurele hervormingen en
concurrentie. Deze programma’s komen in de bilaterale en multilaterale dialoog
met de landen aan de orde. ·
Het
macro-economisch en budgettair programma blijft aan bod komen via de bestaande
instrumenten: de economische pretoetredingsprogramma’s voor de
kandidaat-lidstaten en de economische en budgettaire programma’s voor de
potentiële kandidaat-lidstaten. Om het toezicht te versterken, zal de
gemeenschappelijke Ecofin-raad met de kandidaat-lidstaten worden verzocht
gerichter beleidsadvies te verstrekken door middel van landspecifieke
aanbevelingen en de beleidsuitvoering jaarlijks te inventariseren en te
toetsen. ·
Nieuw
is dat de landen zal worden verzocht programma’s voor structurele hervormingen
en versterking van het concurrentievermogen uit te werken. Deze programma’s
worden in parallel met de budgettaire programma’s opgezet, maar getoetst in de
context van de betrokken instanties van de stabilisatie- en associatieovereenkomst
op het gebied van onder meer industrie, concurrentie, interne markt, onderzoek,
onderwijs, vervoer, energie en milieu. De Commissie zal in de
voortgangsverslagen die zij elk najaar uitbrengt duidelijke richtsnoeren geven
voor hervormingen die nodig zijn om beter aan de economische criteria te kunnen
voldoen. De Commissie zal met de
uitbreidingslanden tevens een dialoog aangaan over het beheer van de
overheidsfinanciën, waarbij onder meer steun wordt verleend inzake de
economische criteria. De landen zullen op dit gebied actieplannen moeten
opstellen, die door de Commissie worden gemonitord. Wanneer vorderingen worden
gemaakt op het gebied van doeltreffend beheer van de overheidsfinanciën, wordt
ook sectorale begrotingssteun mogelijk, waarin is voorzien in IPA II. De Commissie zal deze
aanpak stimuleren in nauwe samenwerking met de betrokken internationale
financiële instellingen. Zij zal daartoe uitgebreide regionale technische
bijstand verlenen. In de aanbevelingen van de Commissie over de economische
criteria worden richtsnoeren gegeven voor de omvang van deze technische
bijstand. Andere
maatregelen om concurrentievermogen, investeringen, groei en werkgelegenheid te
stimuleren De steun van de
Commissie voor duurzame economische ontwikkeling op de Westelijke Balkan gaat
verder dan macro-economische stabilisatie en het verkrijgen van de status van
functionerende markteconomie. De Commissie dringt er al sinds het begin van de
crisis op aan dat er meer wordt gedaan om de precaire sociaal-economische situatie
aan te pakken, met name de hoge werkloosheid. Zij heeft er ook op gewezen dat
op de Westelijke Balkan investeringen in infrastructuur moeten worden gesteund.
De grensoverschrijdende vervoers-, energie- en communicatienetwerken zijn
onvoldoende ontwikkeld. Gezien de omvang van de economieën van de Westelijke
Balkanlanden is sterkere integratie cruciaal. Regionale economische
samenwerking wordt erkend als een kans voor groei en een basis voor politieke
samenwerking en goede nabuurschapsbetrekkingen. De geplande liberalisering van
het dienstenverkeer in de Midden-Europese vrijhandelszone (CEFTA) draagt daar
ook toe bij. Ontwikkeling van het menselijke en fysieke kapitaal in
plattelandsgebieden en voortgezette overname van de EU-normen voor de landbouw-
en voedselsector zullen het concurrentievermogen van de landbouwsector in de
regio versterken. De Commissie is met
Turkije en Servië al een nieuwe dialoog aangegaan over werkgelegenheid en
sociale hervormingen. Dialogen met de voormalige Joegoslavische Republiek
Macedonië en Montenegro volgen nog. De sociaal-economische situatie in de
potentiële kandidaat-lidstaten is minder gunstig dan in de kandidaat-lidstaten.
Er is dan ook extra steun noodzakelijk voor het opbouwen van de bestuurlijke
capaciteit om deelname aan het nieuwe proces mogelijk te maken. De potentiële
kandidaat-lidstaten zullen gefaseerd voor deze nieuwe dialoog worden
uitgenodigd. In 2014 zal brede technische bijstand worden geprogrammeerd, met
het accent op de potentiële kandidaat-lidstaten. Om het tekort aan vaardigheden
aan te pakken en de onderwijsstelsels te verbeteren, blijft de Commissie werken
aan de ontwikkeling van het onderwijs- en opleidingsplatform voor de Westelijke
Balkan. Onder auspiciën van de
Regionale Samenwerkingsraad (RCC) zijn de in het kader van de agenda van
Thessaloniki opgerichte regionale groepen begonnen met de aanpak van de
prioriteiten van Europa 2020. Er wordt gewerkt aan een regionale 2020-strategie.
De kennis en de capaciteit van de momenteel verspreide regionale groepen moeten
worden versterkt, zodat zij regelmatige toetsingen kunnen uitvoeren en
aanbevelingen doen. De RCC moet een mechanisme voor overheidsmonitoring
opzetten. De bevindingen van de groepen en het monitoringmechanisme worden door
de Commissie verwerkt in haar economische dialoog en de IPA-programmering. Hervormingen die de
naleving van de economische criteria bevorderen, worden ook ondersteund door
het investeringskader voor de Westelijke Balkan. Dat investeringskader speelt
een steeds belangrijkere rol bij de voorbereiding en ondersteuning van de
investeringen die het meest noodzakelijk zijn om groei en werkgelegenheid te
stimuleren. Via het investeringskader steunen de Commissie, bilaterale donoren
en de internationale financiële instellingen voor 4 miljard euro investeringen
op het gebied van vervoer, energie, milieu, klimaatverandering, de sociale
sector en de ontwikkeling van de particuliere sector en het midden- en
kleinbedrijf. De Commissie verstrekt medefinanciering voor een mkb-platform
voor de Westelijke Balkan om via garanties en durfkapitaal de toegang tot
financiering voor het midden- en kleinbedrijf te verbeteren. Het verbeteren van de
vervoers- en energieverbindingen tussen de EU en de uitbreidingslanden is een
belangrijke prioriteit voor het bevorderen van duurzame economische groei,
werkgelegenheid, handel en culturele uitwisselingen. De Commissie onderstreept
het belang van verdere ontwikkeling van de trans-Europese
energie-infrastructuur en de samenwerking met de energiegemeenschap. Het
komende verdrag tot oprichting van een vervoersgemeenschap moet de integratie
van de markten voor het vervoer over land en de infrastructuur bevorderen en de
landen van de Westelijke Balkan helpen om de EU-normen voor het vervoer over
land ten uitvoer te leggen. De Commissie heeft de trans-Europese
vervoersnetwerken (TEN-T) en energienetwerken (TEN-E) van de EU herzien om de
verbindingen met de landen van het uitbreidings- en nabuurschapsbeleid te
verbeteren. Daartoe heeft zij een lijst van projecten van gemeenschappelijk
belang vastgesteld voor de ontwikkeling van trans-Europese
energie-infrastructuur. Op de komende ministerraad van de Energiegemeenschap
zal waarschijnlijk een lijst van projecten die van belang zijn voor de
Energiegemeenschap worden vastgesteld. De samenwerking met
Turkije zal worden geïntensiveerd, niet in de laatste plaats vanwege de
strategische ligging van het land en zijn potentieel als energieknooppunt.
Turkije heeft in 2013 de overeenkomst inzake de trans-Anatolische pijpleiding
geratificeerd, die een verbinding tot stand moet brengen met de
trans-Adriatische pijpleiding om aardgas van het Kaspische Zeegebied via
Turkije naar de EU te brengen. Versterking van de samenwerking tussen de EU en
Turkije op energiegebied en vorderingen op dit terrein bij de
toetredingsonderhandelingen vergemakkelijken in dit verband dat vooruitgang
wordt geboekt ten aanzien van de koppeling en integratie van de energiemarkten
van de EU en Turkije. De Commissie ziet uit naar de evaluatie van de douane-unie
EU-Turkije door de Wereldbank. Deze in opdracht van de Europese Commissie te
verrichten evaluatie zal aanbevelingen bevatten voor verbetering van de werking
ervan en mogelijke verbreding van het toepassingsgebied. Ter
ondersteuning van de werkzaamheden op de bovenstaande gebieden zal de
Commissie: – de
uitbreidingslanden verzoeken een nationale strategie voor economische
hervormingen uit te werken die uit twee onderdelen bestaat: het bestaande
macro-economische en budgettaire programma en een nieuw programma voor
structurele hervormingen en concurrentie. Dit proces zal leiden tot
landspecifieke aanbevelingen en duidelijke richtsnoeren voor de maatregelen die
vereist zijn om vooruitgang te boeken naar de totstandkoming van een
functionerende markteconomie en het concurrentievermogen te versterken; – een dialoog
met de betrokken landen aangaan over de maatregelen die vereist zijn om aan de
normen voor het beheer van de overheidsfinanciën te voldoen en zo de weg vrij
te maken voor mogelijke begrotingssteun in het kader van het IPA; – uitgebreide
technische bijstand verlenen in nauwe samenwerking met andere internationale
organisaties. In de periode 2007–2013
is voor 190 miljoen euro pretoetredingssteun verleend om de institutionele
capaciteit van de overheid te versterken op gebieden als het beheer van de
overheidsfinanciën, het economisch en begrotingsbeleid en statistiek, en ter
versterking van de institutionele capaciteit van de nationale banken. In het kader van
IPA II zal de Commissie hervormingen met het oog op de vervulling
van de economische criteria en de sociaal-economische ontwikkeling blijven
steunen, onder meer via het investeringskader voor de Westelijke Balkan.
Prioritair is daarbij de verbetering van de vervoers- en energieverbindingen
tussen de EU en de uitbreidingslanden. Ook zal zij technische bijstand blijven
verlenen ter ondersteuning van het economisch bestuur, de dialoog over
werkgelegenheid en sociale aangelegenheden, de doelstellingen van de RCC voor
de regionale 2020-strategie, en landbouw en plattelandsontwikkeling. b) De
rechtsstaat De rechtsstaat is één
van de fundamentele waarden waarop de EU is gegrondvest. Om waarden als de
rechtsstaat te beschermen, is de Europese Unie in het leven geroepen. en dat
geldt ook nu bij de recentste uitbreidingsronden. De rechtsstaat blijft voor de
EU een prioriteit: hij vormt de kern van het toetredingsproces en is een
van de belangrijkste pijlers van de criteria van Kopenhagen. Landen die tot de
EU willen toetreden, moeten al vanaf een vroeg stadium zorgen voor een correcte
werking van de kerninstituties die nodig zijn om de rechtsstaat te waarborgen.
De rechtsstaat ondersteunt het ondernemingsklimaat, biedt rechtszekerheid voor
ondernemers en stimuleert investeringen, werkgelegenheid en groei. Bestrijding
van georganiseerde misdaad en corruptie is essentieel om te voorkomen dat
criminelen het politieke, juridische en economische stelsel infiltreren. In de
meeste uitbreidingslanden zijn inclusieve, transparante en ambitieuze
justitiële hervormingen nodig om de onafhankelijkheid, onpartijdigheid,
efficiëntie en verantwoordingsplicht van het justitiële stelsel te waarborgen.
Er moet vooral aandacht worden besteed aan de procedures voor de benoeming en
beoordeling en de tuchtrechtelijke procedures voor rechters. Ook moeten er
krachtiger kaders voor de bestrijding van corruptie en georganiseerde misdaad
komen, omdat dat in veel uitbreidingslanden ernstige problemen zijn. Er moeten
op dit vlak aantoonbaar aanzienlijke en duurzame resultaten worden geboekt, op
basis van efficiënte, doelmatige en onbevooroordeelde onderzoeken, vervolgingen
en veroordelingen in zaken op alle niveaus, ook wat corruptie op hoog niveau
betreft. Het proces van visumliberalisering
heeft de Westelijke Balkanlanden gestimuleerd belangrijke maatregelen te
treffen om de zaken te hervormen die het nauwst samenhangen met dat proces.
Door deze hervormingen is het intern bestuur versterkt. De betrokken landen
moeten zich sterker inzetten om de hervormingen te consolideren en maatregelen
treffen om misbruik van de geliberaliseerde visumregeling te voorkomen, zoals
de Commissie heeft geschetst en aanbevolen in haar monitoringverslagen over de
visumliberalisering. Eind 2013 zal de Commissie het vierde monitoringverslag
uitbrengen. Vraagstukken op het gebied van migratie en grensbeheer blijven aan
de orde komen in de daarvoor bestemde kaders, zoals de stabilisatie- en
associatieovereenkomst en hoofdstuk 24 betreffende justitie, vrijheid en
veiligheid. Er wordt een nieuwe
aanpak ingevoerd voor de toetredingsonderhandelingen op het gebied van het
gerechtelijk stelsel en de grondrechten en justitie, vrijheid en veiligheid.
Gezien de opgedane ervaring wordt bij de nieuwe aanpak de eis gesteld dat
tijdens het hele proces een solide staat van dienst wordt aangetoond wat de
uitvoering van de hervormingen betreft. Dat geeft die landen maximaal de tijd
om hervormingen door te voeren, wat ertoe bijdraagt dat deze vaste grond
krijgen en onomkeerbaar worden. De nieuwe aanpak wordt nu toegepast bij de
onderhandelingen met Montenegro, dat als basis voor het openen van de
onderhandelingen over deze hoofdstukken uitvoerige actieplannen heeft
opgesteld. Overeenkomstig het verzoek van de Europese Raad van juni 2013 wordt
de nieuwe aanpak volledig geïntegreerd in het onderhandelingskader voor Servië.
De screening van de hoofdstukken 23 en 24 is momenteel aan de gang. De rechtsstaat is ook
een belangrijk thema voor de betrekkingen van de EU met andere
uitbreidingslanden. Bij de toetredingsdialoog op hoog niveau van de
Commissie met de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië komen
vraagstukken betreffende de rechtsstaat aan de orde. Een aantal belangrijke
prioriteiten van het advies van de Commissie van 2010 over de voorwaarden voor
het openen van toetredingsonderhandelingen met Albanië hebben betrekking
op de rechtsstaat. De Commissie steunt de justitiële hervormingen via haar
gestructureerde dialoog over justitie met Bosnië en Herzegovina, en
voert ook een gestructureerde dialoog over de rechtsstaat met Kosovo,
waarbij het accent ligt op de bestrijding van georganiseerde misdaad en
corruptie en de hervorming van de rechterlijke macht. De rechtsstaat is ook een
prioriteit in het kader van de positieve agenda met Turkije. Ter
ondersteuning van de werkzaamheden op de bovenstaande gebieden zal de
Commissie: – de nieuwe
aanpak voor de hoofdstukken rechterlijke macht en grondrechten en justitie,
vrijheid en veiligheid invoeren voor Montenegro en Servië en prioriteit blijven
geven aan de rechtsstaat via gerichte dialogen met de andere
uitbreidingslanden; – zorgen voor
coördinatie met de betrokken Europese agentschappen (met name Europol, Eurojust
en Frontex) en intensievere samenwerking tussen de agentschappen en de
uitbreidingslanden aanmoedigen, inclusief de sluiting van operationele
overeenkomsten met Europol. – de steun
voor met de rechtsstaat samenhangende hervormingen versterken via IPA II,
zowel op nationaal als op regionaal niveau, met het oog op de integratie van de
hervormingen op deze belangrijke gebieden en een doeltreffende uitwisseling van
de beste methoden om een succesvolle staat van dienst voor de aanpak van
georganiseerde misdaad en corruptie te verkrijgen. In de periode 2007–2013
is voor ruim 800 miljoen euro pretoetredingssteun verleend om de justitiële
sector en de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht te versterken, de
bestrijding van corruptie en georganiseerde misdaad te intensiveren en
grensbeheer en grensbeveiliging te verbeteren. Via IPA II zullen
sectorale strategieën worden uitgewerkt met een accent op het ontwikkelen van
een onafhankelijke, efficiënte en professionele rechterlijke macht en het
ondersteunen van de ontwikkeling van een krachtig nationaal en regionaal kader
en een staat van dienst voor de bestrijding van georganiseerde misdaad en corruptie.
Preventiemaatregelen maken hiervan deel uit. Rechtshandhavingsinstanties worden
doeltreffende juridische en onderzoeksmiddelen geboden, met name de
mogelijkheid om financieel onderzoek te verrichten. c) Het
functioneren van de instellingen die de democratie waarborgen Volgens de criteria van
Kopenhagen moeten de kandidaat-lidstaten beschikken over stabiele instellingen
die de democratie waarborgen. Zij moeten ervoor zorgen dat deze cruciale
instellingen, zoals het nationale parlement, de regering en het
overheidsbestuur, goed functioneren. In de meeste uitbreidingslanden moet
prioriteit worden gegeven aan de transparantie, verantwoordingsplicht en
effectiviteit van de instellingen en het overheidsbestuur, met sterkere
aandacht voor de behoeften van burgers en bedrijven. Er moet meer worden gedaan
om de participatieve democratie te versterken en nationale platformen voor met
de EU samenhangende hervormingen op te richten, die ervoor kunnen zorgen dat er
onder de partijen en in de samenleving een consensus tot stand komt over de
ingrijpende hervormingen die nodig zijn. Ook moeten de betrokken landen een
passend evenwicht tussen centrale, regionale en lokale overheid
bewerkstelligen waarmee de hervormingen en de dienstverlening aan de burgers
het best worden ondersteund. Ook de rol van de regionale en lokale autoriteiten
in het proces van aanpassing aan de EU en de uiteindelijke toepassing van de
EU-regels is cruciaal. De democratische
instellingen zijn in een aantal uitbreidingslanden nog steeds kwetsbaar. Er is
geen cultuur van het opbouwen van consensus en de rol van de nationale
parlementen is onvoldoende ontwikkeld. Democratie houdt meer in dan het
houden van vrije en eerlijke verkiezingen. Er zijn krachtige,
verantwoordingsplichtige instellingen en participatieve processen noodzakelijk,
waarvan de nationale parlementen de spil moeten zijn. Het parlementair toezicht
wordt vaak ondermijnd door buitensporig gebruik van spoedprocedures voor de
wetgeving, zwakke stelsels van parlementaire commissies en procedures,
onvoldoende overleg met belanghebbenden en minimale input van deskundigen. Verkiezingen worden maar
al te vaak gezien als een kans om politieke controle te krijgen over
staatinstellingen in een mate die verder gaat dan de normale, legitieme
overdracht van politieke macht zoals die bij een regeringswisseling
plaatsvindt. In veel gevallen zijn zelfs relatief lage posten bij de overheid
in wezen gepolitiseerd. Daardoor worden de capaciteit en de verantwoording van
het bestuur ondermijnd. Hervorming van het openbaar bestuur, met
inbegrip van professionalisering en depolitisering van het ambtenarenapparaat,
is essentieel. Toepassing van het beginsel van verdienste, bestrijding van
corruptie en garanderen van passende administratieve procedures, ook op personeelsgebied,
zijn van fundamenteel belang. Het maatschappelijk
middenveld en de burgers, met name jongeren, worden maar al te vaak
weggehouden van de dagelijkse politiek. De dialoog tussen de beslissers en de
belanghebbenden moet worden geïntensiveerd. Een mondig maatschappelijk
middenveld is een essentiële voorwaarde voor elk democratisch bestel. Het
versterkt de politieke verantwoording en de sociale cohesie, versterkt het
begrip voor hervormingen die met de toetreding samenhangen en bevordert de
inclusiviteit ervan. Het steunt verzoening in samenlevingen die als gevolg van
conflict verdeeld zijn. In sommige gevallen moet een meer ondersteunend klimaat
worden gecreëerd om de mogelijkheden voor beleidsdialoog en onpartijdige
inbreng in het besluitvormingsproces te verbreden. Statistieken van goede
kwaliteit, aangeleverd door onafhankelijke nationale instanties voor de
statistiek, zijn daarbij onontbeerlijk. De onafhankelijkheid en effectiviteit
van belangrijke instanties als een ombudsman en een nationale rekenkamer
moeten worden gewaarborgd en hun aanbevelingen moeten een passend gevolg
krijgen. Ter
ondersteuning van de werkzaamheden op de bovenstaande gebieden zal de
Commissie: – intensiever
gaan samenwerken met internationale organisaties zoals de Raad van Europa, de
OVSE/ODIHR en de OESO (SIGMA — steun voor beter bestuur en beheer) om
electorale en parlementaire hervormingen te steunen; de interparlementaire
samenwerking tussen de nationale parlementen van de regio, de parlementen van
de lidstaten en het Europees Parlement blijven steunen; – in het
toetredingsproces meer prioriteit toekennen aan hervorming van het openbaar
bestuur en daarbij een bijzonder accent leggen op transparantie, depolitisering
en aanwervingsprocedures op basis van verdienste; – meer
aandacht schenken aan het maatschappelijk middenveld, inclusief
capaciteitsbouw, aanmoediging van een klimaat dat de ontwikkeling ervan
ondersteunt en een grotere betrokkenheid van belanghebbenden bij de
hervormingen, onder meer door sterkere transparantie van het overheidsoptreden
en de overheidsuitgaven; –
participatie op brede basis in het toetredingsproces bevorderen, uitgaande van
het positieve voorbeeld van Montenegro, en maximale transparantie bij de omgang
met de relevante documenten bevorderen. In de periode 2007–2013
is voor ruim 30 miljoen euro pretoetredingssteun verleend om onder meer de
capaciteit van de nationale parlementen, ombudsmannen en nationale rekenkamers
te versterken. In diezelfde periode kregen maatschappelijke organisaties bijna 190
miljoen euro steun via IPA en ruim 35 miljoen euro via het Europees instrument
voor democratie en mensenrechten (EIDHR). Via IPA II zal de
Commissie steun verlenen voor de versterking van de democratische instellingen,
goed bestuur en ombudsinstanties, en voor hervorming van het openbaar bestuur
met inbegrip van twinningprojecten op deze gebieden. De Commissie zal tevens de
mogelijkheden onderzoeken om de komende generatie beleidsmakers,
overheidsambtenaren en leiders te ondersteunen, onder meer met gerichte
bezoekprogramma’s en mogelijk een EU-studiebeurzenregeling. De Commissie zal
ook steun blijven verlenen voor capaciteitsopbouw voor het maatschappelijk
middenveld, onder meer via de faciliteit voor het maatschappelijk middenveld,
en het middenveld nauwer betrekken bij de strategische programmering van
IPA II. d) Grondrechten Burgerrechten,
politieke, sociale en economische rechten en de rechten van leden van
minderheden zijn in de meeste uitbreidingslanden belangrijke onderwerpen. De
grondrechten worden in de uitbreidingslanden doorgaans door de wet
gegarandeerd, maar in veel gevallen is de praktijk daarmee niet in
overeenstemming. Er moet meer worden gedaan om de positie van vrouwen te
verbeteren en toe te zien op gelijke kansen voor mannen en vrouwen, om
kinderrechten in de praktijk te brengen en om mensen met een handicap steun te
bieden. De situatie met
betrekking tot de vrijheid van meningsuiting is in een aantal
uitbreidingslanden zeer zorgwekkend. Etnische minderheden, met name de Roma,
ondervinden veel problemen, ondanks dat hun rechten wettelijk worden beschermd.
Het is van belang dat er een geconsolideerd, samenhangend kader komt voor de
bestrijding van bepaalde vormen en uitingen van racisme en vreemdelingenhaat in
bijvoorbeeld de audiovisuele media, de sport, de politiek, het onderwijs en op
internet. Ook discriminatie op grond van seksuele oriëntatie is wijdverbreid.
Deze kwetsbare groepen worden geconfronteerd met vijandigheid in de samenleving
die makkelijk kan ontaarden in haatuitingen, geweld en intimidatie. De Commissie legt in
haar mededeling dit jaar bijzondere nadruk op de vrijheid van meningsuiting, de
situatie van de Roma en de positie van LGBTI-personen. De Commissie werkt ten
aanzien van deze grondrechten nauw samen met internationale en regionale
organisaties, met name de Raad van Europa en de OVSE. De Commissie stelt voor
dat de kandidaat-lidstaten als waarnemers deelnemen aan het EU-Bureau voor de
grondrechten, ter ondersteuning van hun inspanningen om de grondrechten
volledig te eerbiedigen. -
Vrijheid van meningsuiting De Commissie
beschouwt de vrijheid van meningsuiting en van de media als prioritair in het
kader van het proces van toetreding tot de EU en voor de financiële en
technische steun van de EU. In juni 2013 heeft de Commissie samen met het
Europees Parlement de conferentie Speak-Up!2 georganiseerd, waaraan is
deelgenomen door honderden vertegenwoordigers van de media, het maatschappelijk
middenveld en de nationale autoriteiten. De
uitbreidingslanden kennen doorgaans een veelkleurig medialandschap. Op de
Speak-Up!2-conferentie werd echter bevestigd dat een aantal belangrijke
problemen met spoed moet worden aangepakt. Journalisten worden vaak
geconfronteerd met geweld en intimidatie, wat tot zelfcensuur leidt. De
autoriteiten moeten meer doen om zowel oude als nieuwe gevallen te onderzoeken
en de daders afschrikkende straffen te geven. Door laster uit het
strafrecht te halen is in Zuidoost-Europa een belangrijke stap gezet voor de
bescherming van vrije, kritische journalistiek. Vervolging van journalisten
komt echter nog steeds voor. De rechterlijke macht dient te worden ontwikkeld
en opgeleid om machtsmisbruik door de overheid te voorkomen. Politieke
inmenging in de vrijheid van de media blijft een ernstig probleem. Er moet meer
worden gedaan om de politieke en financiële onafhankelijkheid van de openbare
omroepen in de Westelijke Balkanlanden te waarborgen. De beste garantie is
duurzame financiering en transparante regels voor de benoeming van
directieleden, alsmede sterke steun in het land voor de benodigde hervormingen.
In de meeste uitbreidingslanden functioneren de regelgevende instanties
niet goed. Er is ook geen sprake van functionerende zelfregulering door de
media, en mediaorganisaties moeten zich sterker inzetten voor een beter
intern bestuur. De informele economische pressie op de media moet worden
aangepakt, onder meer door transparant te maken wie de eigenaars van
mediaorganisaties zijn, door buitensporige concentratie te voorkomen en
transparante regels uit te vaardigen voor de aankoop van advertentieruimte door
de overheid. De arbeidswetten bij de media moeten beter worden uitgevoerd. Ter ondersteuning van de werkzaamheden op deze gebieden zal
de Commissie: – via de
regelmatige politieke dialoog met de uitbreidingslanden de vrijheid van
meningsuiting en de mediavrijheid bevorderen en het belang daarvan voor het
EU-lidmaatschap onderstrepen; – erop
toezien dat de vrijheid van meningsuiting en de mediavrijheid in de
onderhandelingshoofdstukken 23 (rechterlijke macht en grondrechten) en 10
(informatiemaatschappij en media) steeds als prioriteit worden behandeld; – vanaf 2014
een prijs toekennen voor excellente onderzoeksjournalistiek. In de periode 2007–2013
is voor ruim 27 miljoen euro pretoetredingssteun verleend om de
toetredingslanden te helpen bij het oplossen van problemen in verband met de
vrijheid van meningsuiting. Via IPA II zal de Commissie een
langetermijnvisie uitwerken voor de financiële bijstand van de EU op het gebied
van de vrijheid van meningsuiting, mede in samenwerking met de belangrijkste
partners (zoals de Raad van Europa, de OVSE en de OESO). -
Roma Er leven in Europa 10
tot 12 miljoen Roma, van wie rond 4 miljoen in Turkije en 1 miljoen op de
Westelijke Balkan. In heel Europa is de situatie van de meeste
Romagemeenschappen zeer zorgwekkend. De Roma zijn zeer vaak het slachtoffer
van racisme, discriminatie en sociale uitsluiting. Zij leven in diepe armoede,
zonder voldoende toegang tot gezondheidszorg, onderwijs en opleiding,
huisvesting en werk. Als gevolg van hun moeilijke omstandigheden hebben velen
van hen de regio verlaten en in EU-landen asiel gezocht. De meeste van deze
asielaanvragen hebben uiteindelijk geen succes. Dit is een onhoudbare situatie. Sinds 2011 kent de EU
een kader voor nationale strategieën voor integratie van de Roma, dat met name
is gericht op de bestrijding van armoede, sociale uitsluiting en discriminatie
van de Roma. De doelstellingen en beginselen van dit kader zijn ook relevant
voor de uitbreidingslanden. Daar moet veel meer worden gedaan om de sociale en
economische integratie van de Roma te bevorderen en nationale
Roma-strategieën te ontwikkelen en op passende wijze uit te voeren, op te
volgen en te monitoren. Integratie van de Roma moet een nationale prioriteit
worden, niet alleen in strategienota’s, maar ook in de praktijk. Maatregelen
zijn nodig om de toegang tot onderwijs te verbeteren, de werkgelegenheid
te bevorderen en de gezondheids- en huisvestingssituatie te verbeteren,
met name de toegang tot openbare voorzieningen zoals water en elektriciteit. De
kwestie van de identiteitsdocumenten en registratie van de Roma moet
worden aangepakt. Integratie
van de Roma blijft een belangrijke doelstelling, maar wordt in toenemende mate
een politieke uitdaging als geen krachtigere maatregelen worden genomen.
Vereist is een gecoördineerde aanpak, op basis van een sterke politieke wil
op alle niveaus, met name bij de gemeentelijke autoriteiten en de
nationale overheden van de betrokken landen. Ook is een mentaliteitsverandering
bij de meerderheidsbevolking nodig. Ook de leiders van de Roma moeten
een bijdrage leveren, door inschrijving in het bevolkingsregister te
bevorderen, het volgen van verplicht onderwijs te stimuleren en de uittocht van
asielzoekers te ontmoedigen. De plaatselijke autoriteiten moeten bereid zijn de
schoolplicht te handhaven en het verzet van de meerderheidsbevolking tegen
gemeenschappelijk onderwijs te bestrijden, onder meer door uitkeringen te
koppelen aan schoolbezoek. De Commissie werkt nauw
samen met alle uitbreidingslanden om te evalueren hoe het staat met de
toezeggingen om verdere integratie van de Romagemeenschap te bevorderen. De
samenhang tussen de steun aan de Roma in de uitbreidingslanden en de
werkzaamheden op EU-niveau dient te worden versterkt. Ter ondersteuning van de werkzaamheden op de bovenstaande
gebieden zal de Commissie: – steun en
aanmoediging bieden voor nationale bijeenkomsten als vervolg op de seminars van
2011, waarbij landentoezichtcommissies streng toezien op de uitvoering van de
operationele conclusies; – de
IPA-financiering verhogen en beter gericht maken door middel van een
Roma-faciliteit voor de financiering van de op de nationale seminars
goedgekeurde maatregelen, waarbij nauwer wordt samengewerkt met andere
internationale organisaties; – in 2014 in
Brussel een Roma-conferentie houden over de toekomstige ontwikkelingen, waarbij
prijzen zullen worden toegekend aan ngo’s voor innovatieve en succesvolle
projecten op het gebied van Roma-integratie. In de periode 2007–2013
is voor ruim 100 miljoen euro pretoetredingssteun verleend om steun te bieden
aan sociale integratie en inclusie van de Roma in de uitbreidingslanden, ook
wat huisvesting betreft. Via IPA II zal de Commissie middelen
gerichter verstrekken en de strategische samenwerking met externe
belanghebbenden versterken. Daarbij worden beste praktijken geïdentificeerd en
nagevolgd. Voorrang wordt gegeven aan projecten met een rechtstreeks effect op
het leven van afzonderlijke Roma, met bijzondere aandacht voor onderwijs en
sociale inclusie. -
Lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen, transgenders en
interseksuelen (LGBTI) Homofobie,
discriminatie en haatmisdrijven op grond van seksuele oriëntatie en
genderidentiteit zijn op de Westelijke Balkan en in Turkije nog altijd
wijdverbreid. Ten dele is dat het gevolg van incomplete wetgeving, maar ten
dele ook door inconsequente uitvoering van de wettelijke bepalingen. De
schendingen van LGBTI-rechten omvatten discriminatie op gebieden als
werkgelegenheid en onderwijs, niet-handhaving door sommige autoriteiten van de
vrijheid van meningsuiting en vergadering, alsmede haatuitingen, intimidatie en
fysiek geweld en zelfs moord. In juni 2013 heeft de EU
richtsnoeren opgesteld voor de bevordering en bescherming van de mensenrechten
van LGBTI’s, die als leidraad moeten dienen bij het externe EU-optreden op dit
gebied. Voor een succesvolle strategie is in de uitbreidingslanden een sterke
politieke wil nodig bij regering, plaatselijke autoriteiten en
rechtshandhavingsinstanties, maar ook bij de EU. De autoriteiten van de
uitbreidingslanden kunnen een sleutelrol spelen bij een verandering van de
mentaliteit jegens LGBTI’s in de hele samenleving, die vaak in het beste geval
ambivalent is en in het slechtste geval vijandig. De antidiscriminatiewetgeving
moet in Turkije en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië dringend
worden uitgebreid tot seksuele oriëntatie en genderidentiteit. In de meeste
landen is er nog geen wetgeving inzake haatmisdrijven. Rechtshandhavers,
personeelsleden van ombudsinstanties, rechters en mediawerknemers moeten worden
opgeleid om hen beter bekend te maken met nieuwe wetgeving, om voor correcte
uitvoering te zorgen en om bij te dragen tot beter begrip. De landen moeten
een nultolerantiebeleid voeren voor haatzaaien, geweld en intimidatie, zaken
uit het verleden met voorrang aanpakken en bereid zijn doortastend op te treden
bij nieuwe gevallen. De betrokken landen moeten maatregelen nemen om stereotypen
en misvattingen te bestrijden, onder meer in het onderwijs. Religieuze of
culturele normen mogen niet worden ingeroepen om discriminatie te
rechtvaardigen. De vrijheid van vergadering en de vrijheid van meningsuiting
moeten worden beschermd, onder meer door passend op te treden bij
prideoptochten, ook in Servië, waar de parade dit jaar helaas voor de derde
maal achtereen om veiligheidsredenen werd verboden. Ter ondersteuning van de werkzaamheden op de bovenstaande
gebieden zal de Commissie: – zorgen voor
meer politieke steun, onder meer door erop toe te zien dat deze zaken bij de uitbreidingslanden
en bij de toetredingsonderhandelingen systematisch aan de orde worden gesteld
in geschikte fora, door duidelijkere beleidsprioriteiten te stellen en
monitoring en follow-up te verbeteren; – in 2014 een
LGBTI-conferentie op hoog niveau organiseren om de balans op te maken van de
huidige stand van zaken en de geboekte vooruitgang, om beste praktijken uit te
wisselen en operationele conclusies vast te stellen; – de
strategische samenwerking met externe belanghebbenden (internationale organisaties
en het maatschappelijk middenveld) intensiveren. In de periode 2007–2013
is voor ruim 2,5 miljoen euro specifieke steun verleend met betrekking tot
LGBTI-vraagstukken, via zowel IPA als EIDHR. Via IPA II zal de
Commissie op meer gerichte wijze financiering verstrekken voor onder meer de
opleiding van personeel van de betrokken overheidsinstellingen, onder wie
rechters en politie, alsmede campagnes en andere initiatieven (workshops,
evenementen) om bewustwording en tolerantie te stimuleren. De Commissie zal
haar bijstand op deze gebieden coördineren met in het bijzonder de Raad van
Europa en de OVSE. e) Afhandeling
van bilaterale vraagstukken het overwinnen van de problemen uit het verleden De historische
overeenkomst tussen Belgrado en Prishtina/Priština schept de voorwaarden voor
het opbouwen van een gemeenschappelijke Europese toekomst voor beide partijen.
De overeenkomst werpt een nieuw licht op andere bilaterale geschillen en laat
zien wat bereikt kan worden met politieke wil, moed en steun van de EU. Na
talrijke door de EU gefaciliteerde bijeenkomsten op hoog niveau hebben Servië
en Kosovo op 19 april een eerste akkoord bereikt over de beginselen die aan een
normalisering van de betrekkingen ten grondslag liggen. In mei werden zij het
eens over een breed uitvoeringsplan met een duidelijk tijdschema tot aan eind 2013.
Hierdoor kon de Europese Raad het besluit nemen om toetredingsonderhandelingen
te openen met Servië en kon de Raad onderhandelingsrichtsnoeren vaststellen
voor een stabilisatie- en associatieovereenkomst met Kosovo. Er is ook vooruitgang
geboekt met andere bilaterale vraagstukken elders in de regio. De goede
nabuurschapsbetrekkingen – een essentieel element van het stabilisatie- en
associatieproces – zijn versterkt. Servië en Bosnië en Herzegovina hebben hun
contacten geïntensiveerd. De Servische president heeft in het openbaar excuses
gemaakt voor de in Bosnië en Herzegovina begane misdaden. In de betrekkingen
tussen Servië en Kroatië is een meer constructieve geest merkbaar. De bi- en multilaterale
contacten tussen de landen in de regio zijn ook voortgezet met betrekking tot
gevoelige kwesties zoals oorlogsmisdrijven, de terugkeer van vluchtelingen,
georganiseerde misdaad en politiële samenwerking. Er zijn diverse
overeenkomsten gesloten tussen parketten die oorlogsmisdaden vervolgen, onder
andere door Bosnië en Herzegovina met zowel Kroatië als Servië. Hindernissen
voor uitlevering worden uit de weg geruimd. Vertegenwoordigers van de
presidenten van Bosnië en Herzegovina, Kroatië, Montenegro, Servië en Kosovo
zijn in september voor het eerst bijeengekomen voor besprekingen over het
waarheids- en verzoeningsinitiatief RECOM. Er werd overeenstemming bereikt over
de doelstellingen en de hoofdtaak van dit initiatief. Het regionale
huisvestingsproject in het kader van het proces van Sarajevo wordt uitgevoerd
door Kroatië, Servië, Bosnië en Herzegovina en Montenegro. De geboekte vooruitgang
moet worden geconsolideerd. Er zijn nog veel onopgeloste bilaterale geschillen,
onder meer betreffende minderheden en problemen die samenhangen met het
uiteenvallen van Joegoslavië, zoals grensafbakening. De betrekkingen worden
gehinderd door diametraal tegengestelde visies op de jongste geschiedenis, maar
ook door de interetnische problematiek. De politieke en andere leiders moeten
meer verantwoordelijkheid tonen en zich sterker uitspreken tegen haatzaaien en
andere uitingen van intolerantie, in welk verband die zich ook voordoen. Er
moet meer worden gedaan om de daders van oorlogsmisdaden ter verantwoording te
roepen, om problemen aan te pakken in verband met vluchtelingen en binnenlands
ontheemden en om de betrekkingen in verband met de situatie van minderheden te
normaliseren. Er is te weinig vooruitgang geboekt wat vermiste personen
betreft. Interetnische geschillen
en geschillen betreffende status hinderen nog steeds het functioneren van
de instellingen binnen staten, in het bijzonder in Bosnië en Herzegovina,
waardoor het hervormingsproces wordt gefrustreerd. Ingewikkelde etnische
problematiek kan met succes worden aangepakt door middel van dialoog en
compromissen. Dat is gebleken uit de overeenkomst tussen Servië en Kosovo en de
uitvoering van de kaderovereenkomst van Ohrid in de voormalige Joegoslavische
Republiek Macedonië. Onopgeloste bilaterale
problemen hebben nog steeds een negatieve invloed op het toetredingsproces. In
een geest van goed nabuurschap moeten openstaande bilaterale problemen door de
betrokken partijen zo vroeg mogelijk worden aangepakt. Er moet alles aan worden
gedaan om te voorkomen dat significante bilaterale geschillen in de EU worden
geïmporteerd. De Commissie roept de partijen op al het mogelijke te doen om
uitstaande geschillen op te lossen conform de gebruikelijke beginselen en
methoden, waar nodig door een beroep te doen op het Internationaal Gerechtshof
of andere bestaande of ad hoc opgerichte instanties voor geschillenbeslechting.
Slovenië en Kroatië hebben laten zien dat een dergelijke aanpak positieve
resultaten kan hebben. Bilaterale problemen mogen niet tot vertraging van het toetredingsproces
leiden. De EU werkt er nu aan om
de eis dat de betrekkingen tussen Belgrado en Prishtina/Priština worden
genormaliseerd, te verwerken in het kader voor de toetredingsonderhandelingen
met Servië. Wat de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië betreft,
blijven goede nabuurschapsbetrekkingen van wezenlijk belang, wat mede inhoudt
dat er onder auspiciën van de VN via onderhandelingen een wederzijds
aanvaardbare oplossing van de naamkwestie tot stand moet komen. Hiernaar moet
zonder verder uitstel worden gestreefd. De Commissie is bereid bij te dragen
tot de noodzakelijke politieke impuls voor het zoeken naar oplossingen en steun
te verlenen aan daarmee samenhangende initiatieven. In een regio die nog
maar zo kort geleden door conflict werd verscheurd, is verzoening essentieel om
de stabiliteit te bevorderen. De landen van de regio, de lidstaten en de EU
moeten meer doen om in Zuidoost-Europa een klimaat tot stand te brengen dat het
mogelijk maakt de problemen van het verleden te overwinnen en daardoor het
risico zo klein mogelijk te maken dat onopgeloste bilaterale problemen als
politiek middel worden ingezet. De Commissie onderstreept het belang van de
verklaring van Kroatië over het bevorderen van de Europese waarden in
Zuidoost-Europa. Het is prijzenswaardig dat Kroatië bereid is zijn unieke
positie als eerste EU-lidstaat die ernstig te lijden heeft gehad van de
conflicten van de jaren ’90 van de vorige eeuw, in te zetten om zijn buurlanden
politieke en technische steun te bieden bij hun streven naar het
EU-lidmaatschap. De Commissie is bereid om dergelijke steun te faciliteren, met
name via de Taiex-faciliteit. De regionale
samenwerking is voortgezet in het kader van regionale fora zoals de
Energiegemeenschap, de Europese gemeenschappelijke luchtvaartruimte, de
Midden-Europese vrijhandelszone en de Regionale Hogeschool voor bestuurskunde.
De Regionale Samenwerkingsraad is bezig zijn rol als platform voor de promotie
van voor de hele regio en het EU-perspectief daarvan belangrijke vraagstukken
verder uit te werken, en zorgt er daarmee voor dat regionale samenwerking
steeds meer een integrerend onderdeel wordt van de politieke agenda van de
betrokken landen. Het voorstel van Montenegro voor een groep van zes op de
Westelijke Balkan (Albanië, Bosnië en Herzegovina, de voormalige Joegoslavische
Republiek Macedonië, Kosovo, Montenegro en Servië) is een constructief
initiatief dat voortbouwt op de positieve ervaring met de vier van Višegrad.
Het is belangrijk dat zulke initiatieven bestaande regelingen aanvullen en er
een meerwaarde aan geven, en dat ze uit de regio zelf voortkomen. Ook actieve
deelname aan de strategie voor de Donau-macroregio en de nieuwe strategie voor
de Adriatisch-Ionische macroregio kan de economische en sociale ontwikkeling steunen
en integratie in de EU bevorderen. Ter ondersteuning van de werkzaamheden op de bovenstaande
gebieden zal de Commissie: – de
ontwikkeling aanmoedigen van een netwerk van bilaterale overeenkomsten tussen
landen waarmee een stabilisatie- en associatieovereenkomst is gesloten,
teneinde een kader te bieden voor intensievere politieke dialoog over de
belangrijkste vraagstukken; – alle
betrokken landen politieke steun en faciliteiten blijven bieden om in een zo
vroeg mogelijk stadium oplossingen te vinden voor bilaterale problemen, en
actieve steun blijven verlenen aan de inspanningen om oplossingen te vinden in
andere fora. In de periode 2007–2013
heeft de Commissie aanzienlijke pretoetredingssteun verstrekt ten behoeve van
projecten en initiatieven voor verzoening en meer in het algemeen voor
regionale en grensoverschrijdende samenwerking. Verzoening is in IPA II
een centraal thema. De Commissie blijft steun verlenen aan initiatieven om de
erfenis van de oorlog te verwerken (het proces van Sarajevo, het netwerk van
parketten die oorlogsmisdaden vervolgen, het waarheids- en verzoeningsproces
RECOM). Samenwerking wordt ook aangemoedigd en gesteund op gebieden als
onderwijs, wetenschap, cultuur, media, jongeren en sport. De Commissie blijft
steun verlenen aan regionale initiatieven zoals de Regionale Samenwerkingsraad
en de Regionale Hogeschool voor bestuurskunde. Het is zaak te zorgen voor nauwe
samenhang tussen de landenprogramma’s en regionale programma’s en de relevante
macroregionale strategieën, en de middelen daaraan aan te passen. *** I. Conclusies en aanbevelingen Op basis van de
bovenstaande analyse en de landspecifieke beoordelingen in de als bijlage
opgenomen conclusies over de afzonderlijke landen komt de Commissie tot de
volgende conclusies en aanbevelingen: I 1. Twintig
jaar geleden werd de Westelijke
Balkan door conflicten verscheurd. Tegelijkertijd werden de criteria van Kopenhagen door de
Europese Unie vastgelegd met het oog op de toetreding van toekomstige lidstaten
tot de EU. Tien
jaar later hebben de EU-lidstaten op de Europese Raad van Thessaloniki in
2003 aan alle
landen van de Westelijke Balkan een duidelijk vooruitzicht op
EU-lidmaatschap aangereikt, op voorwaarde dat de noodzakelijke voorwaarden
werden vervuld, inclusief die van het stabilisatie- en associatieproces. Kroatië voldoet aan deze
voorwaarden, en in juli 2013 heeft de EU Kroatië als de 28e lidstaat
verwelkomd. De toetreding van Kroatië is een voorbeeld van de
transformerende kracht en het stabiliserende effect van het uitbreidingsproces.
Het historisch akkoord dat Servië en Kosovo in april hebben
gesloten, toont nogmaals aan welke kracht uitgaat van het perspectief op
EU-toetreding en het belang van dit perspectief bij de heling van de diepe
wonden uit het verleden. De criteria van Kopenhagen
hebben nog niets aan relevantie ingeboet en zijn een weerspiegeling van de
fundamentele waarden waarop de EU is gegrondvest: de democratie, de
rechtstaat en de eerbiediging van de fundamentele rechten. De economische
uitdagingen waarmee de EU wordt geconfronteerd, benadrukken het belang
van de economische criteria en de noodzaak om de economische en financiële
stabiliteit verder te consolideren en groei en concurrentievermogen in de
uitbreidingslanden te bevorderen. 2. Het
toetredingsproces is tegenwoordig strikter en uitgebreider dan in het
verleden het geval was, hetgeen een weerspiegeling is van de ontwikkeling van
het EU-beleid en van de lessen die uit eerdere uitbreidingen zijn getrokken.
Het proces is gebaseerd op strikte maar billijke voorwaarden,
waarbij vooruitgang in de richting van het lidmaatschap afhankelijk is van de
maatregelen die elk land heeft getroffen om te voldoen aan de vastgestelde
criteria. Dit is essentieel voor de geloofwaardigheid van
het uitbreidingsbeleid en de stimulansen waarbij de uitbreidingslanden worden
aangespoord vergaande hervormingen door te voeren. Een van de voornaamste
lessen uit het verleden is dat het zeer belangrijk is om eerst de
fundamentele vraagstukken aan te pakken. 3. De
rechtsstaat staat nu centraal in het uitbreidingsproces. De nieuwe aanpak,
die door de Raad in december 2011 is goedgekeurd, betekent dat landen bij de
aanvang van de toetredingsonderhandelingen kwesties als juridische hervormingen
en de strijd tegen de georganiseerde misdaad en corruptie moeten aanpakken.
Hiermee wordt gezorgd voor een optimale benutting van de tijd waarover landen
beschikken om een solide staat van dienst voor de uitvoering van hervormingen
op te bouwen, hetgeen resulteert in een sterke verankering en onomkeerbaarheid
van de hervormingen. Deze nieuwe benadering is een essentieel onderdeel van het
onderhandelingskader voor Montenegro en zal bepalend zijn voor onze aanpak van
de andere uitbreidingslanden. Het visumliberaliseringsproces levert de burgers
van de Westelijke Balkan aanzienlijke voordelen op, waardoor de landen ertoe
worden aangezet hervormingen tot stand te brengen op het vlak van de
rechtsstaat, grenscontrole en migratie. De landen moeten hun inspanningen
opvoeren om de hervormingen te consolideren en maatregelen ten uitvoer leggen
om misbruik van de geliberaliseerde visumregeling tegen te gaan. 4. Uit
de wereldwijde economische crisis is duidelijk gebleken hoe belangrijk het is
dat alle landen hun economisch beheer versterken. Geen van de landen van
de Westelijke Balkan is momenteel reeds een functionerende markteconomie. Al
deze landen hebben af te rekenen met een hoge werkloosheid, in het bijzonder
onder jongeren. Het is essentieel dat deze landen de hervormingen versnellen om
duurzame groei tot stand te brengen en de uitdagingen aanpakken om te kunnen
voldoen aan de economische criteria en het concurrentievermogen te
verbeteren. De Commissie heeft een aantal voorstellen gedaan ter ondersteuning
van deze doelstelling, zoals invoering van nationale strategieën voor
economische hervorming en actieplannen voor het beheer van de
overheidsfinanciën. De Commissie zal samenwerken met de belangrijkste
internationale financiële instellingen ter ondersteuning van hervormingen die
gericht zijn op de naleving van de economische criteria. Via het
Investeringskader voor de Westelijke Balkan wordt verder steun verleend aan
investeringen die de werkgelegenheid en groei moeten bevorderen. Een gunstiger
klimaat voor het aantrekken van buitenlandse directe investeringen is essentieel. 5. Uit
de gebeurtenissen die zich hebben voorgedaan in een aantal uitbreidingslanden
is gebleken dat het van belang is de democratische instellingen te
versterken en de democratische processen inclusiever te maken. De Commissie
bevordert en ondersteunt door middel van financiële bijstand een grotere rol
voor het maatschappelijk middenveld en partijoverschrijdende platforms voor
EU-integratie. In nauwe samenwerking met andere internationale organisaties die
op dit terrein actief zijn, zal de Commissie eveneens hervormingen op het vlak
van de organisatie van de verkiezingen, de werking van het parlement en de
overheidsdiensten bevorderen. 6. De Europese
Unie is gegrondvest op gemeenschappelijke waarden en beginselen, waaronder de
eerbiediging van de grondrechten. Alle landen van de Westelijke Balkan en
Turkije moeten verdere hervormingen doorvoeren om ervoor te zorgen dat de
beginselen van de vrijheid van meningsuiting en de bescherming van de rechten
van personen die tot een minderheid behoren, zoals de Roma, in de
praktijk worden gewaarborgd. Er moeten krachtigere maatregelen worden genomen
om andere kwetsbare groepen te beschermen tegen discriminatie, vooral op
grond van seksuele oriëntatie. De Commissie geeft deze kwesties in het
toetredingsproces een hogere prioriteit, onder meer door de IPA-middelen
gerichter toe te kennen en meer bijstand te verlenen voor de integratie van de
Roma door middel van een speciale faciliteit. 7. Regionale
samenwerking en goede nabuurschapsbetrekkingen zijn essentiële onderdelen
van het stabilisatie- en associatieproces. Kwesties die samenhangen met
conflicten in het verleden, zoals oorlogsmisdaden, de terugkeer van
vluchtelingen alsook de behandeling van minderheden en gelijke rechten voor
alle burgers, zijn cruciaal voor de stabiliteit op de Westelijke Balkan en
moeten grondig worden aangepakt. Daartoe zal de Commissie steun blijven
verlenen aan initiatieven die erop gericht zijn de erfenis van het verleden te
boven te komen. Regionale samenwerking moet verder worden versterkt en
inclusief zijn, waarbij gezorgd wordt voor een eigen regionale inbreng. De
Commissie staat volledig achter de werkzaamheden van het Zuidoost-Europees
Samenwerkingsproces (SEECP) en de Regionale Samenwerkingsraad, met inbegrip van
de regionale 2020-strategie. 8. Hernieuwde
inspanningen om een oplossing tot stand te brengen voor de bilaterale
geschillen tussen de uitbreidingslanden en met de huidige lidstaten zijn
noodzakelijk. Bilaterale problemen moeten door de betrokken partijen zo spoedig
mogelijk worden aangepakt en mogen niet tot vertraging van het
toetredingsproces leiden. De Commissie dringt erop aan dat de partijen alle
mogelijke inspanningen doen om de bestaande geschillen op te lossen
overeenkomstig de vaste beginselen en methoden. De toetredingsonderhandelingen
kunnen een politieke impuls creëren om geschillen bij te leggen. Alle betrokken
landen kunnen blijven rekenen op de politieke steun en facilitering van de
Commissie om bilaterale geschillen zo spoedig mogelijk bij te leggen, waarbij
de Commissie de inspanningen in andere fora om oplossingen tot stand te
brengen, actief zal blijven ondersteunen. De Commissie zal de ontwikkeling
bevorderen van een netwerk van bilaterale overeenkomsten tussen landen die
partij zijn bij de stabilisatie- en associatieovereenkomsten met het oog op de
totstandkoming van een kader voor een intensivering van de politieke dialoog
over de essentiële vraagstukken. 9. In 2014
wordt het tweede instrument voor pretoetredingssteun (hierna “IPA II”
genoemd) voor de periode tot 2020 operationeel. Via IPA II zal de EU
aanzienlijke steun blijven verlenen aan de uitbreidingslanden bij hun
voorbereiding op de toetreding en zal zij ook de regionale en
grensoverschrijdende samenwerking ondersteunen. De aandacht wordt toegespitst
op terreinen van gemeenschappelijk belang, met een kleiner aantal prioriteiten
en grotere projecten. De belangrijkste uitdagingen waarmee de landen worden
geconfronteerd, zullen op een meer strategische en samenhangende wijze worden
behandeld, met innovaties zoals een sectorale aanpak, stimulansen voor betere
prestaties en meer begrotingssteun, waarbij de aandacht sterker wordt
toegespitst op het bereiken van meetbare resultaten. Om deze landen in staat te
stellen te voorzien in de aanzienlijke investeringsbehoeften en groei en
werkgelegenheid te creëren, zal de Commissie de samenwerking met de
internationale financiële instellingen (IFI) versterken waardoor met
IPA-middelen ook particulier kapitaal kan worden aangetrokken via innovatieve
financiële instrumenten. 10. Het
uitbreidingsbeleid moet kunnen rekenen op de steun van de EU-burgers. Het is
essentieel dat de lidstaten, samen met de Europese instellingen, het voortouw
nemen in een met kennis van zaken gevoerd debat over de politieke, economische
en sociale gevolgen van het uitbreidingsbeleid. Zij vervullen een cruciale rol
bij de informatieverstrekking aan de burgers over het uitbreidingsbeleid,
waarbij de burgers in kennis moeten worden gesteld van de voordelen, waaronder
de belangrijke bijdrage aan de vrede, veiligheid en welvaart, en een antwoord
wordt gegeven op de punten van zorg bij de bevolking. II 11. Montenegro: De aanvang
van de toetredingsonderhandelingen vorig jaar was het begin van een nieuwe fase
op de weg naar de toetreding van Montenegro tot de EU. Voor de diepgaande en
duurzame politieke hervormingen die nodig zijn voor de tenuitvoerlegging van de
nieuwe aanpak voor hoofdstuk 23 (rechterlijke macht en grondrechten) en
hoofdstuk 24 (justitie, vrijheid en veiligheid) moet een sterke politieke
wil aan de dag worden gelegd en is een versterking van de bestuurlijke
capaciteit vereist. Het toetredingsproces moet inclusief zijn, met in alle
opzichten een sterke betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld.
Montenegro heeft uitvoerige actieplannen aangenomen die voorzien in een
uitgebreide hervormingsagenda met het oog op het versterken van de rechtsstaat.
De uitvoering van deze programma’s en de vooruitgang die wordt geboekt bij het
voldoen aan de tussentijdse ijkpunten voor deze hoofdstukken, zullen bepalend
zijn voor het algemene tempo van de toetredingsonderhandelingen. In dit verband
zijn de uitvoering van de grondwetswijzigingen van juli met betrekking tot de
versterking van de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht en de verdere vooruitgang
die wordt geboekt op het vlak van de strijd tegen de georganiseerde misdaad en
corruptie, met inbegrip van corruptie op hoog niveau, van wezenlijk belang. De hervorming van de
overheidsdiensten is een prioriteit om ervoor te zorgen dat Montenegro over de
capaciteit beschikt om het acquis toe te passen, de politieke inmenging
terug te schroeven en de transparantie en de deskundigheid van de
overheidsdiensten te vergroten. Uit de gebeurtenissen die zich de voorbije
maanden hebben voorgedaan, in het bijzonder het vermeende gebruik van
overheidsmiddelen voor partijpolitieke doeleinden, is gebleken hoe belangrijk
het is dat het vertrouwen van de burgers in de openbare instellingen wordt
versterkt. In dit verband is het van belang ervoor te zorgen dat onderzoeken op
een grondige en snelle wijze worden afgerond en passende maatregelen worden
genomen. De werkzaamheden van de parlementaire groep met betrekking tot het
verkiezingsproces moeten eveneens op passende wijze worden opgevolgd. De
vrijheid van meningsuiting moet worden versterkt, onder meer door alle
geweldplegingen en bedreigingen tegen journalisten zorgvuldig te onderzoeken,
waarbij de daders voor het gerecht worden gebracht. Op economisch gebied zijn
de verbetering van het ondernemingsklimaat en het aanpakken van de hoge
werkloosheid van essentieel belang. Thans is dringend actie geboden om de
aluminiumproducent KAP te herstructureren. 12. Servië: 2013 was een
historisch jaar voor Servië op de weg naar de Europese Unie. Met het besluit
van de Europese Raad van juni om de toetredingsonderhandelingen in te leiden is
een belangrijke nieuwe fase aangevangen in de betrekkingen tussen Servië en de
Europese Unie. Het is de erkenning voor zowel de vooruitgang die is geboekt op
het vlak van belangrijke hervormingen als de aanzienlijke inspanningen die
Servië heeft geleverd met betrekking tot de normalisering van zijn betrekkingen
met Kosovo. In september is de stabilisatie- en associatieovereenkomst in
werking getreden. Servië heeft actief en
constructief gewerkt aan een zichtbare en duurzame verbetering van de
betrekkingen met Kosovo. In april leidde de betrokkenheid van Servië bij de
door de EU gefaciliteerde dialoog tot een eerste akkoord met Kosovo over de
beginselen die
aan een normalisering van de betrekkingen ten grondslag liggen, dat in mei
werd aangevuld met een uitvoeringsplan. De tenuitvoerlegging is voorgezet en
heeft in de praktijk al tot een aantal onherroepelijke veranderingen geleid.
Voorts zijn de partijen het eens geworden over energie en telecommunicatie.
Servië moet zich volledig ertoe blijven verbinden de betrekkingen met Kosovo te
normaliseren en alle overeenkomsten die in de dialoog werden bereikt, uit te
voeren. In september is de Commissie
begonnen met de screening van het acquis, waarbij zij ernaar streeft de eerste
intergouvernementele conferentie over de toetreding van Servië uiterlijk in
januari 2014 te laten plaatsvinden, zodra het onderhandelingskader door de Raad
is vastgesteld. In deze nieuwe moeilijke fase zal Servië zal bijzondere
aandacht moeten besteden aan essentiële aspecten van de rechtsstaat, met name
de tenuitvoerlegging van de hervorming van het gerechtelijk apparaat, de strijd
tegen corruptie en georganiseerde misdaad, de hervorming van de
overheidsdiensten, de onafhankelijkheid van de belangrijkste instellingen, de
vrijheid van de media, de bestrijding van discriminatie en de bescherming van
minderheden. De Roma-strategie moet proactief worden uitgevoerd. Daarnaast moet
Servië het ondernemingsklimaat blijven verbeteren en een concurrerende
particuliere sector ontwikkelen. De aanpak van de hoge werkloosheid is ook van
essentieel belang. Servië moet voortbouwen op de positieve bijdrage die het in
de loop van het afgelopen jaar heeft geleverd aan de regionale samenwerking, inclusief
de intensivering van de contacten op hoog niveau met de buurlanden. 13. Voormalige
Joegoslavische Republiek Macedonië: Uit de politieke crisis
die ontstond na de gebeurtenissen in het parlement eind vorig jaar bleek hoe
sterk verdeeld de politieke partijen waren, hetgeen gevolgen had voor de
werking van het parlement en aantoonde hoe noodzakelijk het is om op een
constructieve wijze politiek in het nationaal belang te bedrijven. Verdere
tenuitvoerlegging van het politieke akkoord van 1 maart is essentieel. De
EU-agenda blijft de strategische prioriteit van het land. De toetredingsdialoog
op hoog niveau heeft ertoe bijgedragen dat op de meeste prioritaire gebieden
vooruitgang is geboekt, onder meer met betrekking tot het wegwerken van de
gerechtelijke achterstand en de vooruitgang in de strijd tegen corruptie. Ten
opzichte van waar het land zich bevindt in het toetredingsproces, is de
wetgeving reeds in hoge mate aangepast aan het acquis. Daarnaast is er verdere
vooruitgang geboekt bij de verbetering van het vermogen om aan de
verplichtingen van het lidmaatschap te voldoen. Voor het volgende jaar
moeten de hervormingsinspanningen in de eerste plaats worden toegespitst op de
doeltreffende uitvoering en handhaving van het bestaande rechts- en beleidskader.
Bijzondere aandacht moet worden besteed aan de rechtsstaat, met inbegrip van de
onafhankelijkheid van de rechterlijke macht. Voorts moeten verdere resultaten
worden geboekt bij de bestrijding van corruptie en georganiseerde
criminaliteit. De vrijheid van meningsuiting en de mediavrijheid in het
algemeen blijven ook punten van zorg. De herziening van de kaderovereenkomst
van Ohrid, met name van belang voor de interetnische betrekkingen, moet
worden afgerond en de aanbevelingen moeten worden uitgevoerd. De Roma-strategie
moet proactief worden uitgevoerd. Het vervagen van het onderscheid tussen staat
en partij moet worden aangepakt, zoals in het kader van de verkiezingen door
OVSE/ODIHR is opgemerkt. Hoge werkloosheid moet worden bestreden en het beheer
van de overheidsfinanciën versterkt. De Commissie is van
oordeel dat nog steeds op toereikende wijze wordt voldaan aan de politieke
criteria en beveelt aan dat de toetredingsonderhandelingen worden ingeleid. De
overgang naar de volgende fase van het uitbreidingsproces waarbij grotere
uitdagingen moeten worden aangepakt, is essentieel om verdere hervormingen te
consolideren en te bevorderen alsook om de interetnische betrekkingen te
versterken. De toetredingsdialoog op hoog niveau is een nuttig instrument dat toegespitst
blijft op de essentiële kwesties, waaronder goede betrekkingen met de
buurlanden, maar kan niet in de plaats komen van de
toetredingsonderhandelingen. De Commissie blijft
ervan overtuigd dat een besluit om toetredingsonderhandelingen te openen zou
bijdragen tot een klimaat dat bevorderlijk is voor de verbetering van de
betrekkingen met de buurlanden in het algemeen en in het bijzonder voor de
totstandkoming van een wederzijds aanvaardbare oplossing voor de naamkwestie,
hetgeen voor de Commissie van essentieel belang is. Na bijna twee decennia is
grote politieke inzet van alle partijen in het VN-proces vereist om
uiteindelijk tot een oplossing te komen, met de actieve inzet van de
internationale gemeenschap. Dit is de vijfde keer
dat de Commissie aanbeveelt om de toetredingsonderhandelingen met dit land in
te leiden. Tot dusver is een besluit van de Raad achterwege gebleven. Het
uitblijven van een respons op deze aanbeveling zou mogelijk kunnen leiden tot
ernstige problemen voor de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië en de
EU. Hierdoor komt de geloofwaardigheid van het uitbreidingsproces in het
gedrang, dat is gebaseerd op duidelijke voorwaarden en het beginsel van de
eigen verdiensten. Door het ontbreken van een geloofwaardig perspectief op
toetreding tot de EU komt de houdbaarheid van de hervormingsinspanningen van
het land in het gedrang. Op verzoek van de
Europese Raad herhaalt de Commissie haar voornemen om onverwijld een voorstel
voor een onderhandelingskader in te dienen, dat rekening houdt met de behoefte
aan een oplossing van de naamkwestie in een vroeg stadium van de
toetredingsonderhandelingen, waarbij het EU-acquis analytisch wordt besproken,
te beginnen met de hoofdstukken inzake de rechterlijke macht en de grondrechten
alsmede justitie, vrijheid en veiligheid. De Commissie is van oordeel dat,
indien de screening en het overleg in de Raad over het onderhandelingskader in
gang waren gezet, de nodige impulsen zouden kunnen worden gegeven voor het
ondersteunen van een door onderhandelingen tot stand gekomen en wederzijds
aanvaardbare oplossing voor de naamskwestie, zelfs vóór de
inleiding van de onderhandelingshoofdstukken. Met de toepassing van de nieuwe
aanpak voor de hoofdstukken 23 en 24 alsook ten aanzien van de voormalige
Joegoslavische Republiek Macedonië zou kunnen worden voorzien in de nodige
instrumenten voor het aanpakken van belangrijke punten van zorg die ook voor
lidstaten van belang zijn, hetgeen zal bijdragen tot de duurzaamheid van de
hervormingen. Nu de tiende verjaardag
van de inwerkingtreding van de SAO in april 2004 naderbij komt, dringt de
Commissie er – eveneens voor de vijfde maal – bij de Raad op aan haar voorstel
uit 2009 goed te keuren om over te gaan naar de tweede fase van de associatie,
in overeenstemming met de desbetreffende bepalingen van de SAO, die in de
mogelijkheid voorzien dat de associatie wordt volledig verwezenlijkt in een
overgangsperiode van maximaal tien jaar. 14. Albanië: In oktober
jongstleden heeft de Commissie aanbevolen om Albanië de status van
kandidaat-lidstaat te verlenen, op voorwaarde dat belangrijke maatregelen op
het gebied van de hervorming van justitie en openbaar bestuur worden voltooid
en dat het reglement van orde van het parlement wordt herzien. In december 2012
heeft de Raad de Commissie verzocht met het oog op een beslissing over de
toekenning van de status van kandidaat-lidstaat verslag uit te brengen zodra de
nodige vooruitgang is geboekt, waarbij ook rekening dient te worden gehouden
met de verdere maatregelen die Albanië had getroffen op het vlak van de
bestrijding van corruptie en georganiseerde misdaad, onder meer door proactief
onderzoek en vervolging van dergelijke zaken. In dit verband heeft Albanië op
basis van een partijoverschrijdende consensus de resterende cruciale
hervormingen uitgevoerd van het gerechtelijk apparaat, het openbaar bestuur en
de werking van het parlement. De parlementsverkiezingen van juni zijn door de
internationale verkiezingswaarnemingsmissie van OVSE/ODIHR aangemerkt als open
verkiezingen met een actieve betrokkenheid van de burgers bij de campagne en
een daadwerkelijke naleving van de fundamentele vrijheden. In de strijd tegen
corruptie en georganiseerde misdaad heeft Albanië de eerste stappen gezet op
weg naar de verbetering van de doeltreffendheid van opsporing en vervolging en
de versterking van de samenwerking tussen de instanties voor rechtshandhaving.
Het aantal veroordelingen voor corruptie en witwaspraktijken is gestegen,
evenals het aantal onderzoeken op het gebied van mensen- en drugssmokkel. Alle
recente aanbevelingen van de Raad van Europa met betrekking tot de financiering
van politieke partijen en de wettelijke bepalingen inzake corruptie zijn naar
behoren aangepakt. De nieuwe regering in Albanië heeft zich er nadrukkelijk toe
verbonden de corruptie te bestrijden en heeft in haar programma aan dit punt
prioriteit toegekend. Aangezien
Albanië de nodige vooruitgang heeft geboekt, beveelt de Commissie de Raad aan
Albanië de status van kandidaat-lidstaat te verlenen, waarbij ervan uit wordt
gegaan dat Albanië blijft optreden tegen de georganiseerde misdaad en corruptie Aansluitend
op het advies van de Commissie van 2010 moet Albanië met het oog op de
inleiding van de toetredingsonderhandelingen voldoen aan de volgende essentiële
prioriteiten: 1. uitvoering
blijven geven aan de hervorming van het openbaar bestuur teneinde de
overheidsdiensten professioneler te maken en te depolitiseren; 2. verdere
maatregelen nemen om de onafhankelijkheid, efficiëntie en verantwoordingsplicht
van de gerechtelijke instanties te versterken; 3. nog
meer resolute inspanningen leveren bij de bestrijding van corruptie, onder meer
door sterke resultaten te boeken bij proactief onderzoek, vervolging en
veroordeling; 4. nog
meer resolute inspanningen leveren bij de bestrijding van de georganiseerde
misdaad, onder meer door sterke resultaten te boeken bij proactieve
onderzoeken, vervolgingen en veroordelingen; 5. doeltreffende
maatregelen nemen om de mensenrechten te beschermen, met name ten aanzien van
de Roma, een antidiscriminatiebeleid ten uitvoer leggen, alsook uitvoering
geven aan eigendomsrechten. De Commissie
is bereid steun te verlenen aan de inspanningen van Albanië om te voldoen aan
deze belangrijke prioriteiten door met het land een dialoog op hoog niveau aan
te gaan. Een
constructieve en duurzame dialoog tussen de regering en de oppositie over de
EU-gerelateerde hervormingen zal essentieel zijn om de toekomst van Albanië
binnen de EU veilig te stellen. De constructieve betrokkenheid van Albanië bij
de regionale samenwerking blijft essentieel. 15. Ten aanzien
van Bosnië en Herzegovina is het
Europese integratieproces tot stilstand gekomen. Het land moet zonder verder
uitstel het arrest van het Europees Hof voor de rechten van de mens in de zaak
Sejdić/Finci ten uitvoer leggen om verdere vooruitgang te kunnen boeken op
weg naar de EU. De uitvoering van dit arrest is niet alleen cruciaal voor het
land om vooruitgang te kunnen boeken op weg naar de EU, maar ook voor de
legitimiteit en de geloofwaardigheid van het presidentschap en het huis van
volkeren van Bosnië en Herzegovina, waarvoor in 2014 verkiezingen worden
georganiseerd. Daarnaast moet Bosnië en Herzegovina dringend een
coördinatiemechanisme inzake EU-aangelegenheden oprichten, opdat het land met
één stem kan spreken over de EU-agenda. Zonder de nodige
consensus over de vooruitgang op weg naar het EU-lidmaatschap is er een groot
risico dat de pretoetredingssteun niet zal resulteren in de beoogde resultaten.
Aangezien er voor de tenuitvoerlegging van het Sejdić/Finci-arrest nog
geen oplossing is gevonden en het EU-coördinatiemechanisme niet is opgericht,
kan hetzelfde niveau van EU-pretoetredingssteun niet worden gehandhaafd. De Commissie heeft
besloten de besprekingen over IPA II op te schorten totdat het land weer op
schema ligt in zijn proces van integratie in de EU. Zonder voelbare vooruitgang
loopt Bosnië en Herzegovina het risico aanzienlijke IPA-middelen te verliezen. De EU is vastberaden
Bosnië en Herzegovina en zijn burgers te ondersteunen bij het waarmaken aan hun
verwachtingen en ambities inzake het boeken van vooruitgang op weg naar het
EU-lidmaatschap. Verdere vooruitgang hangt af van het vermogen van de politieke
leiders om samen te werken en overeenstemming te bereiken over een compromis
waarmee de weg naar het EU-lidmaatschap wordt vrijgemaakt. Het bereiken van
overeenstemming over een dergelijk compromis zal het vertrouwen van de burgers
helpen herstellen in het vermogen van de politieke leiders om resultaten te
boeken met betrekking tot de integratie in de EU. Dit zou de weg vrijmaken voor
de inwerkingtreding van de stabilisatie- en associatieovereenkomst en in een
later stadium voor een geloofwaardige lidmaatschapsaanvraag. Hoewel beperkte
vooruitgang is geboekt bij de algemene hervorming van het justitiële systeem,
is een aantal aanbevelingen die de Commissie in het kader van de
gestructureerde dialoog over justitie heeft gegeven ten uitvoer gelegd. Uit
deze dialoog blijkt welke mogelijkheden de uitbreidingsagenda biedt en welke de
voordelen zijn van efficiënt engagement. Er is ook enige vooruitgang geboekt
bij het wegwerken van de achterstand bij de behandeling van zaken van
oorlogsmisdaden. Dankzij grondige voorbereidingen op alle niveaus die werden
ondersteund door de EU en andere internationale organisaties, was het ook
mogelijk om de langverwachte volkstelling te houden. Het land wordt evenwel
geconfronteerd met enorme uitdagingen. Meer aandacht moet uitgaan naar de
rechtsstaat, met inbegrip van de hervorming van het justitiële stelsel en de
bestrijding van corruptie en georganiseerde misdaad, de hervorming van het
openbaar bestuur, de vrijheid van meningsuiting, inclusief de aanpak van de
intimidatie van journalisten, en de bestrijding van discriminatie, met inbegrip
van de achterstelling van de Roma. Verdere economische hervormingen zijn
noodzakelijk ter verbetering van het zwakke ondernemingsklimaat en de
totstandkoming van één economische ruimte in het land. Naar aanleiding van de
toetreding van Kroatië tot de EU vindt de Commissie het onaanvaardbaar dat
Bosnië en Herzegovina tot nog toe weigert de interimovereenkomst/stabilisatie-
en associatieovereenkomst aan te passen om rekening te houden met zijn
traditionele handel met Kroatië. De Commissie roept Bosnië en Herzegovina op
zijn standpunt dringend te herzien zodat een aanpassing op basis van de
traditionele handelsstromen zo snel mogelijk kan worden afgerond. 16. Kosovo: 2013 was een
historisch jaar voor Kosovo op de weg naar de Europese Unie. De besluiten van
de Raad van juni om in te stemmen met de onderhandelingen over een
stabilisatie- en associatieovereenkomst (SAO) vormen de start van een
belangrijke nieuwe fase in de betrekkingen tussen de EU en Kosovo. Het is de
erkenning voor zowel de vooruitgang die is geboekt op het vlak van belangrijke
hervormingen als de aanzienlijke inspanningen die Kosovo heeft geleverd met
betrekking tot de normalisering van zijn betrekkingen met Servië. De
onderhandelingen over de overeenkomst worden deze maand officieel geopend. De
Commissie wenst deze onderhandelingen in het voorjaar van 2014 te voltooien, de
ontwerpovereenkomst in de zomer op te stellen en daarna de voorstellen voor te
leggen aan de Raad om de overeenkomst te ondertekenen en te voltooien. Kosovo heeft actief en
constructief gewerkt aan een zichtbare en duurzame verbetering van de
betrekkingen met Servië. In april leidde de betrokkenheid van Kosovo bij de
door de EU gefaciliteerde dialoog tot het eerste akkoord met Servië over de
beginselen die aan de normalisering van de betrekkingen ten grondslag liggen,
dat in mei werd aangevuld met een uitvoeringsplan. De
tenuitvoerlegging is voortgezet en heeft in de praktijk al tot een aantal
onomkeerbare veranderingen geleid. Voorts zijn de partijen zijn het eens
geworden over energie en telecommunicatie. Kosovo moet er zich volledig toe
blijven verbinden de betrekkingen met Servië te normaliseren en alle
overeenkomsten die in de dialoog werden bereikt, uit te voeren. De Commissie
zal extra IPA-middelen ter beschikking stellen om in de betrokken gemeenschappen
de uitvoering van de overeenkomst van april te ondersteunen. De rechtsstaat blijft
een essentiële prioriteit voor Kosovo. Het is ook een hoeksteen van het
stabilisatie- en associatieproces waarbij Kosovo betrokken is. In het kader van
de gestructureerde dialoog over de rechtsstaat kan Kosovo op dit vlak blijven
rekenen op steun en begeleiding, met inbegrip van de discussies over de
toekomst van de EU-rechtsstaatmissie (EULEX) in Kosovo. Kosovo blijft verdere
maatregelen nemen om de in het visumstappenplan opgenomen prioriteiten uit te
voeren en de Commissie dient hierover verslag uit te brengen in de eerste helft
van 2014. Kosovo moet zijn
inspanningen nu richten op de uitvoering van de hervormingen die noodzakelijk
zijn om te voldoen aan zijn verplichtingen in het kader van een toekomstig SAO.
Bijzondere aandacht moet worden besteed aan de bestrijding van georganiseerde
misdaad en corruptie, het voortzetten van justitiële en bestuurlijke
hervormingen, het waarborgen van de rechten van minderheden, waaronder de Roma,
en het aanpakken van de handelsvraagstukken. Kosovo moet dringend de
werkloosheid en de structurele problemen op de Kosovaarse arbeidsmarkt
aanpakken. De Commissie doet voorts
een beroep op alle stemgerechtigden om deel te nemen aan de komende
gemeenteraadsverkiezingen in november. Dit is een belangrijke kans voor de
plaatselijke gemeenschap in het noorden van Kosovo om haar democratische
rechten uit te oefenen en een volwaardige rol te spelen in de toekomstige
ontwikkeling van Kosovo. De Commissie verwacht dat de autoriteiten erop zullen
toezien dat de verkiezingen inclusief zijn, met volledige inachtneming van de
democratische beginselen. 17. Turkije is een
kandidaat-lidstaat en een strategische partner voor de Europese Unie. Turkije
is met zijn grote en dynamische economie ook een belangrijke handelspartner
voor de EU en is van grote waarde gebleken voor Europa’s concurrentievermogen
via de douane-unie. Turkije heeft een strategische ligging, ook voor
energiezekerheid, en speelt een belangrijke rol in de regio. De Commissie
benadrukt het belang van de lopende samenwerking en dialoog over kwesties van
buitenlands beleid. Met de positieve agenda die in 2012 werd gelanceerd,
worden de toetredingsonderhandelingen met Turkije nog steeds gesteund en
aangevuld. Hiermee kunnen de onderhandelingen evenwel niet worden vervangen.
Het volledige potentieel van de betrekkingen tussen de EU en Turkije kan
optimaal worden benut binnen het kader van een actief en geloofwaardig
toetredingsproces, waar de EU het anker blijft voor de economische en politieke
hervormingen in Turkije. Meer contacten op hoog niveau tussen Turkije, de EU en
haar lidstaten zouden resulteren in een intensievere samenwerking. Op het gebied van de
hervormingen is de laatste twaalf maanden aanzienlijke vooruitgang geboekt. Het
vierde pakket justitiële hervormingen zorgt voor een betere bescherming van de
grondrechten, inclusief de vrijheid van meningsuiting en de strijd tegen
straffeloosheid voor marteling en mishandeling. De regering is begonnen met een
historisch vredesproces om een einde te maken aan het terrorisme en het geweld
in het zuidoosten van het land, en om de weg vrij te maken voor een oplossing
voor de Koerdische kwestie. De maatregelen die in het democratiseringspakket van
september 2013 werden voorgesteld, bevatten verdere hervormingen in tal van
belangrijke kwesties, onder meer het gebruik van andere talen dan het Turks, de
rechten van personen die tot een minderheid behoren, en het wegwerken van de
huidige hoge drempels voor vertegenwoordiging in het parlement en de
overheidsfinanciering van politieke partijen. Essentieel is dat de uitvoering
in samenwerking met de betrokken partijen en in overeenstemming met de Europese
normen tot stand komt. De partij-overschrijdende bemiddelingscommissie van het
parlement, die een nieuwe grondwet moest opstellen, heeft over een aantal
artikelen overeenstemming bereikt. Met de goedkeuring van een uitgebreide wet
over buitenlanders en internationale bescherming werd een eerste stap gezet naar
een geschikte bescherming voor asielzoekers. Het bureau van de ombudsman is
opgericht en is al actief zijn rol aan het vervullen. Er wordt meer in het
openbaar gedebatteerd over onderwerpen die voorheen als gevoelig werden
beschouwd. Turkije heeft ook belangrijke humanitaire bijstand verleend aan
grote aantallen Syriërs die hun land zijn ontvlucht. Andere positieve
ontwikkelingen zijn de ratificatie door Turkije van de overeenkomst over de
trans-Anatolische pijpleiding die tot doel heeft een verbinding tot stand te
brengen met de trans-Adriatische pijpleiding, waardoor aardgas vanuit het
Kaspische Zeegebied via Turkije naar de EU kan worden getransporteerd. Het buitensporig gebruik
van geweld door politie en het feit dat er in het algemeen geen sprake was van
een dialoog tijdens de protesten in mei/juni heeft aanleiding gegeven tot
ernstige bezorgdheid. Hieruit blijkt de dringende noodzaak om verdere
hervormingen door te voeren, de dialoog met alle politieke geledingen en de
samenleving in het algemeen te bevorderen, en ervoor te zorgen dat de
grondrechten in de praktijk worden nageleefd. Een aantal administratieve en
gerechtelijke onderzoeken naar het politieoptreden tijdens de protesten is van
start gegaan. Deze onderzoeken moeten worden uitgevoerd in overeenstemming met
de Europese normen en de verantwoordelijken moeten ter verantwoording worden
geroepen. Het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft twee circulaires
opgesteld die tot doel hebben de procedures voor het politieoptreden tijdens
demonstraties te verbeteren. Het is belangrijk vooruitgang te blijven boeken
met de plannen voor de oprichting van een toezichtsmechanisme op de
wetshandhaving ten einde te zorgen voor een onafhankelijk toezicht op het
politieoptreden. Verdere wijzigingen in het Turkse rechtsstelsel zijn
noodzakelijk, met name ter versterking van de vrijheid van meningsuiting en de
mediavrijheid alsook de vrijheid van vereniging en vergadering; de justitiële
praktijk moet systematisch in overeenstemming zijn met de Europese normen. Het vierde
pakket van justitiële hervormingen moet in zijn geheel worden uitgevoerd. De
golf van protesten in juni is ook het gevolg van de brede democratische
hervormingen die in de afgelopen tien jaar hebben plaatsgevonden en de opkomst
van een dynamisch en gevarieerd maatschappelijk middenveld dat moet worden
gerespecteerd en in elke fase van de besluitvorming op een meer systematische
wijze moet worden geraadpleegd, ongeacht wie beschikt over de meerderheid in
het parlement. Al deze ontwikkelingen
wijzen op het belang van de betrokkenheid van de EU, waarbij de EU het ijkpunt
voor de hervormingen in Turkije blijft. Hiertoe moeten de
toetredingsonderhandelingen opnieuw op tempo komen, met inachtneming van de
verbintenissen van de EU en de gestelde voorwaarden. In dit verband is met de
opening van hoofdstuk 22 inzake regionaal beleid een belangrijke stap
voorwaarts gezet, waarbij de Commissie ernaar uitziet om de IGC zo spoedig
mogelijk te laten plaatsvinden. Turkije heeft vooruitgang geboekt in een aantal
andere hoofdstukken. Turkije kan het tempo van de onderhandelingen versnellen
door te voldoen aan de criteria, de vereisten van het onderhandelingskader in
acht te nemen en zijn contractuele verplichtingen ten aanzien van de EU na te
leven. Vooruitgang in de toetredingsonderhandelingen
en vooruitgang bij de politieke hervormingen in Turkije zijn twee kanten van
dezelfde medaille. Het is in het belang van zowel Turkije als de EU dat
overeenstemming wordt bereikt over de criteria voor het openen van hoofdstuk 23
(rechterlijke macht en grondrechten) en hoofdstuk 24 (justitie, vrijheid en
veiligheid) en dat Turkije zo snel mogelijk in kennis wordt gesteld van deze
criteria om de onderhandelingen in het kader van beide hoofdstukken in te
leiden, opdat de dialoog van de EU met Turkije over cruciale aangelegenheden
van wederzijds belang kan worden geïntensiveerd en de lopende
hervormingsinspanningen kunnen worden ondersteund. De ondertekening van de
overnameovereenkomst tussen de EU en Turkije en de gelijktijdige aanvang van de
visumdialoog met het oog op een visumliberalisering zouden een nieuwe impuls
geven aan de betrekkingen tussen de EU en Turkije en voor beide partijen
concrete voordelen opleveren. Het is van belang dat in beide processen
vooruitgang wordt geboekt en dat de ondertekening en ratificatie van de
overnameovereenkomst in Turkije snel wordt afgewikkeld. Met een verdere
versterking van de samenwerking tussen de EU en Turkije op energiegebied en
vooruitgang in de toetredingsonderhandelingen kan de koppeling tussen en de
integratie van de Europese en Turkse energiemarkten worden bevorderd. De Commissie heeft
nadrukkelijk gewezen op alle soevereine rechten van de EU-lidstaten, waaronder
het recht op het sluiten van bilaterale overeenkomsten en het zoeken naar en
exploiteren van hun natuurlijke hulpbronnen, overeenkomstig het EU-acquis en
het internationaal recht, met inbegrip van het VN-verdrag inzake het recht van
de zee. In aansluiting op de standpunten die de Raad en de Commissie de
afgelopen jaren herhaaldelijk hebben geuit, dient Turkije dringend te voldoen
aan zijn verplichting om het aanvullend protocol volledig uit te voeren en
dient het met spoed te werken aan de normalisering van de betrekkingen met de
Republiek Cyprus. Dit zou een nieuwe impuls kunnen geven aan het
toetredingsproces, waardoor met name vooruitgang zou kunnen worden geboekt met
betrekking tot de acht hoofdstukken die ter sprake komen in de conclusies van
de Raad van december 2006. De Commissie dringt er tevens op aan dat elke soort
bedreiging, bron van wrijving of maatregel die afbreuk kan doen aan de
betrekkingen van goed nabuurschap of de vreedzame regeling van geschillen kan
bemoeilijken, wordt vermeden. De inzet en de concrete bijdrage van Turkije om
een alomvattende regeling voor de kwestie-Cyprus tot stand te brengen, is van
cruciaal belang. 18. Wat
betreft de kwestie-Cyprus, verwacht de Commissie
van de Grieks-Cypriotische en de Turks-Cypriotische gemeenschappen dat zij
onder auspiciën van de Verenigde Naties volwaardige onderhandelingen hervatten
over een alomvattende regeling. De Commissie verwacht van beide partijen dat
zij snel beginnen te onderhandelen over de kern van de zaak om het overleg
spoedig met succes te kunnen afronden. Alle partijen worden aangemoedigd om bij
te dragen tot het tot stand brengen van een positief klimaat tussen
gemeenschappen – via maatregelen die de Cyprioten in hun dagelijkse
levensomstandigheden voordelen moeten opleveren – en om het publiek voor te
bereiden op de noodzakelijke compromissen. De Commissie is van oordeel dat de
voordelen van hereniging zullen opwegen tegen de eventuele concessies die met
het oog op een hereniging noodzakelijk kunnen zijn. Alle Cyprioten zouden met
name baat hebben bij de exploitatie van de olie- en gasreserves. Indien beide
partijen hierom verzoeken en de VN ermee instemt, is de Commissie bereid haar
steun voor dit toenaderingsproces te intensiveren. 19. IJsland: De
toetredingsonderhandelingen met IJsland bevonden zich in een vergevorderd
stadium toen de nieuwe regering besloot de onderhandelingen op te schorten.
Hierdoor is het toetredingsproces tot stilstand gekomen. De regering heeft
verklaard dat zij een evaluatie zal uitvoeren van zowel de tot dusver gevoerde
onderhandelingen als de ontwikkelingen in de Europese Unie, die in de loop van
de komende maanden ter bespreking bij het IJslandse parlement zal worden
ingediend. De Commissie heeft de voorbereidende werkzaamheden voor IPA II
opgeschort. Onder alle omstandigheden blijft IJsland een belangrijke partner
voor de EU. BIJLAGE Conclusies
inzake Montenegro, Servië, de voormalige Joegoslavische republiek Macedonië,
Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kosovo, Turkije en IJsland Montenegro De opening van de
toetredingsonderhandelingen met Montenegro in juni 2012 markeerde het begin van
een nieuwe en intensieve fase voor Montenegro op weg naar toetreding tot de EU.
De diepgaande en duurzame politieke hervormingen die noodzakelijk zijn voor de
uitvoering van de nieuwe aanpak van hoofdstuk 23 (Rechterlijke macht en
grondrechten) en van hoofdstuk 24 (Justitie, vrijheid en veiligheid), vereisen
een sterke politieke wil en grotere bestuurlijke capaciteit. Het
toetredingsproces moet inclusief zijn, met een voortdurende grote betrokkenheid
van maatschappelijke organisaties. Tijdens de verslagperiode
heeft Montenegro bijzondere aandacht besteed aan de uitwerking van omvattende
actieplannen om het hervormingsproces inzake de rechtsstaat in Montenegro in
goede banen te leiden. In juni hechtte de regering haar goedkeuring aan deze
actieplannen die de criteria voor het openen van de hoofdstukken 23 en 24
vormen. Na goedkeuring van de actieplannen beval de Commissie in augustus de
opening van deze hoofdstukken aan, en in september nodigde de Raad Montenegro
uit zijn onderhandelingsstandpunten in te dienen. De werkzaamheden vorderen
momenteel overeenkomstig de nieuwe aanpak van deze hoofdstukken zoals
uiteengezet in het onderhandelingskader met Montenegro. Eind juni 2013 werden
voor alle onderhandelingshoofdstukken de evaluatievergaderingen afgerond. Tot
dusver werden voor twee hoofdstukken (wetenschap en onderzoek; onderwijs en
cultuur) de onderhandelingen voorlopig afgesloten. Voor zes hoofdstukken (vrij
verkeer van goederen; recht van vestiging en vrijheid van dienstverlening;
mededingingsbeleid; landbouw en plattelandsontwikkeling; voedselveiligheid,
veterinair en fytosanitair beleid; regionaal beleid en coördinatie van
structuurinstrumenten) werden de criteria voor het openen vastgesteld. De hervorming van het
openbare bestuur is een prioriteit om te garanderen dat Montenegro in staat is
de wetgeving van de EU toe te passen, de politisering aan te pakken en
transparantie en professionalisme in het openbare bestuur te verbeteren. De
gebeurtenissen van de afgelopen maanden, meer bepaald het vermeende misbruik
van openbare middelen voor partijpolitieke doeleinden, hebben het belang in het
licht gesteld van een versterking van het vertrouwen van de burger in de
openbare instellingen. In dit verband is het van belang te garanderen dat de
onderzoeken grondig en snel worden voltooid en dat passende maatregelen worden
getroffen. Het is ook noodzakelijk te zorgen voor een adequate follow-up van de
werkzaamheden van de parlementaire werkgroep inzake het verkiezingsproces.
Montenegro moet ook zorgen voor een adequate follow-up van de sinds lang
bestaande aanbevelingen van de OVSE/het ODIHR inzake de kieswetgeving en een
duidelijke, algemeen aanvaarde afbakening van openbare en partijpolitieke
belangen bewerkstelligen. Montenegro voldoet verder in voldoende mate aan de politieke
criteria voor lidmaatschap van de EU. De parlements- en
presidentsverkiezingen van oktober 2012 en april 2013 hebben geen verandering
teweeggebracht in de prioriteit die Montenegro geeft aan de doelstelling van
toetreding tot de EU. Hoewel deze verkiezingen door de OVSE/het ODIHR als
professioneel en doeltreffend georganiseerd werden aangemerkt, is toch ook op
een aantal tekortkomingen gewezen. De niet-erkenning van de resultaten van de
presidentsverkiezingen door de oppositie heeft geleid tot een twee maanden
durende boycot van het parlement door de grootste oppositiepartij. De boycot
werd beëindigd nadat de partijen overeenstemming hadden bereikt over het
opzetten van twee parlementaire organen om de beschuldigingen na te gaan van misbruik
van openbare middelen voor verkiezingsdoeleinden en om aanbevelingen op te
stellen om het verkiezingsproces te verbeteren. De parlementaire
onderzoekscommissie inzake het vermeende misbruik van openbare middelen
beëindigde haar werkzaamheden in juli. Het parlement slaagde er niet in
overeenstemming te bereiken over conclusies waarmee onder meer de politieke
verantwoordelijkheid zou worden vastgesteld en beperkte zich tot een technisch
verslag. De gerechtelijke follow-up hiervan moet nog worden gegarandeerd. Een werkgroep belast met
het scheppen van vertrouwen in het verkiezingsproces heeft reeds
ontwerp-wetgeving aangenomen over het opstellen van één enkele kiezerslijst,
ter vervanging van de wet op het kiesregister, alsook ontwerp-wijzigingen van
de wet op de identiteitskaarten. Op het gebied van de rechtsstaat heeft het
parlement de lang verwachte grondwetswijzigingen goedgekeurd voor een
versterking van de onafhankelijkheid van het gerecht, die over het algemeen
overeenkomen met de aanbevelingen van de commissie van Venetië. Montenegro is nauw
betrokken bij regionale en internationale politie- en gerechtelijke
samenwerking. Hoewel enkele vonnissen in verband met drugssmokkel werden
geveld, ging het slechts in enkele zaken om misdrijven als mensenhandel en
witwassen. In enkele gevallen werden veroordelingen in eerste instantie voor
georganiseerde misdaad en corruptie vernietigd. Straffeloosheid voor slechte
behandeling van gevangenen blijft een serieus probleem. Montenegro heeft een
leidende rol op zich genomen voor de bevordering van de regionale samenwerking,
met name door de oprichting van het initiatief "de Zes van de Westelijke
Balkan" voor te stellen. Wat het Internationale
Strafhof betreft, handhaaft Montenegro nog steeds een bilaterale immuniteitsovereenkomst
uit 2007 met de Verenigde Staten, waarin vrijstellingen van de rechtsmacht van
het Hof worden verleend. Montenegro moet zich aanpassen aan het EU-standpunt. Met het oog op de
toekomst moet Montenegro de politieke en gerechtelijke follow-up garanderen van
het vermeende misbruik van openbare middelen voor partijpolitieke doeleinden.
Montenegro moet ook de werkzaamheden van de parlementaire werkgroep inzake het
verkiezingsproces tot een goed einde brengen door wetgevende en andere
maatregelen te treffen met het oog op grotere politieke steun en meer
vertrouwen van de burger in het verkiezingsproces en de openbare instellingen. Meer vertrouwen wekken
in de overheid hangt nauw samen met een verdere versterking van de rechtsstaat.
Om die reden speelt de doeltreffende en tijdige uitvoering van de actieplannen
van Montenegro op dit vlak een centrale rol. Er moet bijzondere aandacht
uitgaan naar hervormingen die de onafhankelijkheid, de verantwoordingsplicht en
het professionalisme van het gerecht vergroten, door de versterking van de
integriteitsgaranties en door benoemingen op basis van verdiensten. Op dit vlak
zal de tenuitvoerlegging van de grondwetswijzigingen een belangrijke rol
vervullen. Parallel daarmee moet Montenegro zijn staat van dienst verbeteren in
verband met het systematische opspeuren en vervolgen van gevallen van corruptie
en georganiseerde misdaad, ook in opzienbarende gevallen, alsook in verband
met het opleggen van boeten die evenredig zijn met de ernst van de begane
misdrijven. De vrijheid van
meningsuiting moet worden vergroot, met name door alle gevallen van
geweldpleging en bedreigingen tegen journalisten degelijk te onderzoeken en de
schuldigen voor de rechter te brengen. Er is meer aandacht nodig om de
tekortkomingen inzake de bescherming van de mensenrechten door het gerecht en
de rechtshandhavingsautoriteiten aan te pakken, speciaal ten aanzien van
kwetsbare groepen. Zigeuners worden geconfronteerd met discriminatie, meer
bepaald op het gebied van de sociale en economische rechten, en zij blijven
ondervertegenwoordigd op het politieke niveau. Lesbische, homoseksuele,
biseksuele, transgender- en interseksuele activisten worden nog steeds
gediscrimineerd. Agressie wordt zelden aangegeven en de straffen moeten verder
worden verhoogd. De goedkeuring van het
plan voor de reorganisatie van de overheidssector en de inwerkingtreding van de
nieuwe ambtenarenwet zijn stappen in de goede richting. Een eerlijke en op
concurrentie gebaseerde aanwerving van ambtenaren is een voorwaarde om een
professioneel openbaar bestuur op te bouwen. De niet-gedateerde ontslagbrieven
zijn een punt van zorg; zij moeten worden teruggezonden aan de personeelsleden
die ze ondertekenden. Op de economische
criteria heeft Montenegro enige verdere vooruitgang geboekt op weg naar een
werkende markteconomie. Het land zou de concurrentiedruk en de marktkrachten
binnen de Unie op middellange termijn het hoofd moeten kunnen bieden, mits de
bestaande zwakke punten verder worden aangepakt door middel van passend macro-economisch
beleid en structurele hervormingen. Nadat het land in 2012
in een recessie terecht was gekomen, eindigde deze in 2013. De heropleving van
het toerisme en de buitenlandse directe investeringen hebben tezamen met de
toename van de elektriciteitsuitvoer het herstel bevorderd, en daarmee de
zwakke binnenlandse vraag gecompenseerd. Het tekort op de lopende rekening
neemt af, maar het blijft nog erg hoog. In juli werd voor de aluminiumproducent
KAP een faillissementsprocedure gestart, hetgeen een risico is voor de
overheidsfinanciën vanwege de aanzienlijke voorwaardelijke verplichtingen. De
werkloosheid blijft zeer hoog. De groei van de kredietverlening nam na vier
jaar inkrimping weer toe, maar het hoge niveau van probleemleningen blijft
wegen op de kapitalisatie van de banken en bijgevolg op de kredietverlening. Om het hoofd te bieden
aan de bestaande economische problemen en de externe onevenwichtigheden te
verminderen, moet Montenegro zijn concurrentiekracht vergroten, door een
verbeterde productiviteit en door meer buitenlandse directe investeringen aan
te trekken in meer sectoren dan alleen toerisme en vastgoed. Een gezond
bedrijfsklimaat wordt nog steeds gehinderd door een zwakke rechtsstaat en door
corruptie. Het hoge werkloosheidscijfer vereist dat de kloof wordt gedicht
tussen de vraag naar en het aanbod van arbeidsvaardigheden en dat op
bedrijfsniveau grotere flexibiliteit bestaat voor onafhankelijke loonvorming.
Ook dient de openbare dienst voor arbeidsvoorziening te worden versterkt om het
activeringsbeleid uit te voeren en een inclusieve en doeltreffende arbeidsmarkt
op te zetten. De autoriteiten moeten de leefbaarheid van het aluminiumbedrijf
volgens de marktvoorwaarden objectief onderzoeken en de beste oplossing kiezen
zonder de druk op de overheidsfinanciën te sterk op te voeren. Budgettaire
consolidering moet worden voortgezet, met inbegrip van inspanningen om
achterstallige belastingen te innen. Het hoge niveau van probleemleningen
blijft wegen en maakt een versterkt toezicht op de banken noodzakelijk met de
garantie van afdoende voorziening. De informele sector vormt nog steeds een
groot probleem. Wat de capaciteit
betreft om aan de voorwaarden van EU-lidmaatschap te voldoen, is de
aanpassing van Montenegro aan de EU-wetgeving gevarieerd. Op vele domeinen is
de versterking van de bestuurlijke capaciteit een terugkerend probleem. Voor
hoofdstukken als overheidsopdrachten, vennootschapsrecht,
intellectuele-eigendomsrechten, informatiemaatschappij en media, belastingen,
ondernemingen en industrieel beleid, heeft Montenegro voldoende vooruitgang
geboekt zodat de Commissie de opening van de toetredingsonderhandelingen kon
aanbevelen. Op andere gebieden zoals
het vrije verkeer van goederen, het recht van vestiging en de vrijheid van
dienstverlening, landbouw en plattelandsontwikkeling, voedselveiligheid,
veterinair en fytosanitair beleid, regionaal beleid en de coördinatie van
structuurinstrumenten, werden de criteria voor het openen vastgesteld, vaak met
inbegrip van strategieën voor aanpassing aan de EU-wetgeving. Deze criteria
moeten Montenegro helpen bij zijn werkzaamheden de komende maanden. Wat betreft
het hoofdstuk mededinging, is een herstructureringsplan voor de
aluminiumproducent KAP bijzonder dringend om Montenegro conform te maken met
zijn verplichtingen in het kader van de stabilisatie- en
associatieovereenkomst. Wat betreft het milieu en de klimaatverandering zijn
aanzienlijk meer inspanningen nodig, met inbegrip van meer strategische
planning, om de aanpassing aan en de uitvoering van de EU-wetgeving te
garanderen. Servië Het jaar 2013 is voor
Servië een historisch jaar geweest op de weg naar toetreding tot de Europese
Unie. Servië heeft actief en constructief meegewerkt aan een zichtbare en
duurzame verbetering van de betrekkingen met Kosovo. In april resulteerde het
engagement van Servië voor de dialoog die door de EU wordt gefaciliteerd, in
een belangwekkende Eerste Overeenkomst (Eerste Overeenkomst van beginselen
met het oog op de normalisering van de betrekkingen), die in mei werd
aangevuld met een tenuitvoerleggingsplan. Beide partijen zijn met name
overeengekomen dat geen enkele partij de vooruitgang van de andere partij
inzake hun respectieve weg naar toetreding tot de EU zou hinderen of anderen
daartoe aansporen. Dit is een fundamentele wijziging in de betrekkingen tussen
beide partijen. De tenuitvoerlegging van de Eerste Overeenkomst werd voortgezet
en heeft reeds tot een aantal onomkeerbare veranderingen op lokaal vlak geleid.
De partijen hebben overeenstemming bereikt over energie en telecommunicatie. Er
is ook vooruitgang geboekt met de tenuitvoerlegging van overeenkomsten binnen
de technische dialoog en de samenwerking van Servië met EULEX is op een aantal
punten verder verbeterd. Servië heeft het tempo
van de hervormingen opnieuw opgedreven alsook de contacten op hoog niveau met
de buurlanden met het oog op een positieve bijdrage tot regionale samenwerking.
Servië heeft een aantal stappen gezet om zijn begrotingssituatie te
stabiliseren en het bedrijfsklimaat te verbeteren. Het land heeft de aanpassing
van zijn wetgeving aan de EU-normen voortgezet op talrijke gebieden, waarop
thans wordt toegezien in het kader van het nationale plan voor de goedkeuring
van het acquis voor de periode 2013-2016. De stabilisatie- en associatieovereenkomst
tussen de EU en Servië werd van kracht op 1 september. Ingevolge de
aanzienlijke vooruitgang die werd geboekt, werd een nieuwe fase ingegaan in de
betrekkingen tussen Servië en de Europese Unie. De Europese Raad besloot op 28
juni toetredingsonderhandelingen te openen, na de aanbeveling van de Commissie
van 22 april. De Commissie diende haar voorstel voor een kader voor de
onderhandelingen bij de Raad in op 22 juli. De Commissie ging in september ook
van start met het analytische onderzoek (screening) van de EU-verworvenheden.
Het onderhandelingskader zal naar verwachting spoedig door de Raad worden
goedgekeurd en door de Europese Raad worden bevestigd met het oog op de eerste
inter-gouvernementele conferentie uiterlijk in januari 2014 over de toetreding
van Servië. In deze nieuwe,
veeleisende fase van de betrekkingen tussen de EU en Servië zal het land zijn
inspanningen nog moeten opdrijven om te voldoen aan alle criteria voor
lidmaatschap. Het zal ook van cruciaal belang zijn tijdens de toetredingsfase
regelmatig voorlichting te verstrekken over de voordelen en kansen van het
toetredingsproces voor alle burgers van Servië. Servië zal onder meer
bijzondere aandacht moeten besteden aan de volgende belangrijke punten van
zorg: de rechtsstaat, meer bepaald de hervorming van het gerecht, de
bestrijding van corruptie en de georganiseerde misdaad, de hervorming van het
openbare bestuur, de onafhankelijkheid van essentiële instellingen, de vrijheid
van de media, anti-discriminatie en de bescherming van minderheden. Servië moet zich
volledig blijven inzetten voor de voortdurende normalisering van de
betrekkingen met Kosovo en de uitvoering van alle tijdens de dialoog bereikte
overeenstemming, met inbegrip van samenwerking van EULEX in voorkomend geval.
Servië moet de Eerste Overeenkomst helemaal uitvoeren, meer bepaald met
betrekking tot de politie, het gerecht en de lokale verkiezingen in Kosovo. Het
is van belang dat Servië de deelname van Serviërs uit Kosovo aan de komende
lokale verkiezingen aldaar zo breed mogelijk blijft aanmoedigen. Met name moet
de volledige toepassing worden verzekerd van het beginsel van inclusieve
regionale samenwerking, ook om problemen te vermijden zoals dat naar aanleiding
van de top van het Samenwerkingsproces voor Zuidoost-Europa (SEECP). Van Servië
zal worden verwacht een actieve bijdrage te blijven leveren aan de regionale
samenwerking en verzoening. Servië voldoet in
toereikende mate aan de politieke criteria. De regering heeft de
integratie-agenda van de EU actief opgevolgd, blijk gegeven van consensus in
essentiële beleidskwesties en het overlegproces bevorderd. Het parlement heeft
zijn werkzaamheden, het overlegproces over de wetgeving en zijn toezicht over
de uitvoerende macht transparanter gemaakt. Toch maakt het parlement nog steeds
gebruik van urgentieprocedures waardoor de tijd voor debat en onderzoek van de
ontwerp-wetgeving op onbillijke wijze wordt bekort. Servië heeft bijzondere
aandacht besteed aan de verbetering van de rechtsstaat, dat een punt van essentieel
belang zal zijn, overeenkomstig de nieuwe aanpak van hoofdstuk 23 (Rechterlijke
macht en grondrechten) en 24 (Justitie, vrijheid en veiligheid). Servië keurde
omvattende nieuwe strategieën goed op het gebied van de rechterlijke macht, de
bestrijding van corruptie en anti-discriminatie na een uitgebreid
overlegproces. Er is duidelijk een proactieve aanpak geweest van het onderzoek
in de strijd tegen corruptie, ook in opzienbarende zaken. De regionale en
internationale samenwerking heeft ook tot enig resultaat geleid in de strijd
tegen de georganiseerde misdaad. In een aantal gevallen werd een
strafrechtelijk onderzoek gestart, maar op deze gebieden blijven uiteindelijke
veroordelingen een zeldzaamheid. Servië werkt eveneens verder ten volle samen
met het Internationaal Strafhof voor het voormalige Joegoslavië (ICTY). Wat betreft de vrijheid
van meningsuiting, werd eerroof uit het strafrecht gehaald. Overeenkomstig de
eerdere afspraken in verband met de integratie van Roma-zigeuners werden er
maatregelen ten uitvoer gelegd en werd een nieuw actieplan goedgekeurd. Het
wettelijke kader voor de bescherming van minderheden wordt over het algemeen
nageleefd, maar de consistente toepassing ervan in heel Servië moet nog worden
doorgevoerd, op gebieden als onderwijs, taalgebruik, toegang tot de media en
religieuze praktijk in de minderheidstaal. Hoewel een aantal extra
inspanningen werd gedaan door de overheid en onafhankelijke instellingen voor
de bescherming van andere kwetsbare groepen, zoals lesbische, homoseksuele,
biseksuele, transgender- en interseksuele activisten, ontbreekt hiervoor
voldoende politieke steun. Meer bepaald is te betreuren dat de Pride Parade
voor het derde jaar op rij om veiligheidsredenen werd verboden. Dit is een
gemiste kans om respect voor de fundamentele rechten te betonen. Met het oog op de
toekomst moet Servië bijzondere aandacht hebben voor de versterking van de
onafhankelijkheid van essentiële instellingen en meer bepaald van het gerecht.
Het grondwettelijke en wettelijke kader biedt nog steeds ruimte voor politieke
beïnvloeding, in het bijzonder bij gerechtelijke benoemingen en ontslagen door
het parlement. Voor verdere hervormingen zal een omvattende functionele analyse
van het rechtswezen noodzakelijk zijn wat betreft de kosten, de efficiëntie en
de toegang tot justitie. De staat van dienst van Servië voor het doeltreffend
onderzoeken, vervolgen en veroordelen van gevallen van corruptie en
georganiseerde misdaad moet nog steeds aanzienlijk worden verbeterd. Er dient
zorgvuldig te worden toegezien op de tenuitvoerlegging van de recente
wijzigingen in de wetgeving betreffende machtsmisbruik met het oog op een
omvattend overzicht van economische misdrijven. Er moet doeltreffende wetgeving
worden opgezet voor de bescherming van klokkenluiders. De doeltreffende
uitvoering van de strategieën en actieplannen op het gebied van het gerecht en
de corruptiebestrijding zal een test zijn voor de bereidheid en goede wil van
Servië om vooruitgang te boeken. Mogelijk zullen deze strategische documenten
in het licht van de screening verder moeten worden aangepast. De regering moet ook de
hervorming van de overheidsadministratie verder in goede banen leiden en verder
een transparant, op verdiensten gebaseerd dienstenstelsel uitbouwen. Het
wettelijke kader voor de overheidsdiensten op lokaal vlak moet nog degelijk
worden toegepast en ontwikkeld. Er moet meer aandacht
worden besteed aan de vrijheid van de pers. Servië moet nu werk maken van de
uitvoering van de mediastrategie, te beginnen met de goedkeuring van de
verwachte wetgeving inzake openbare informatie en de media, openbare omroepen
en elektronische communicatie. De directe financiering en controle van de media
door de overheid en de leefbaarheid van de openbare omroep blijven belangrijke
problemen die moeten worden opgelost. Het actieplan van de
anti-discriminatie-strategie moet worden goedgekeurd en uitgevoerd. De overheid
moet de bescherming van de media, van mensenrechtenactivisten en andere
kwetsbare groepen, ook van lesbische, homoseksuele, biseksuele, transgender- en
interseksuele activisten, tegen bedreigingen en aanvallen van radicale groepen
opvoeren. De recente vooruitgang in de situatie van minderheden, ook van
zigeuners, moet in de toekomst verder worden geconsolideerd, met inbegrip van
een verbeterde financiering. Voortdurende aandacht moet worden besteed aan de
kwestie van huisvesting en toegang tot documenten voor zigeuners. Er moet meer
aandacht zijn voor regio's met serieuze sociaal-economische problemen, met name
in het zuiden en oosten van Servië. De verkiezingen voor de nationale
minderhedenraad in 2014 zullen Servië een goede kans bieden om zijn engagement
ten aanzien van de bescherming van minderheden opnieuw te bevestigen. Het
verkiezingsproces moet op een ordelijke wijze geschieden, rekening houdend met
gedane aanbevelingen van onafhankelijke instanties. Het zal van groot belang
zijn dat Servië verder actief bijdraagt aan de regionale samenwerking en zijn
banden met de buurlanden verder aanhaalt, ook door nog openstaande bilaterale
kwesties aan te kaarten. Wat de economische
criteria betreft, heeft Servië enige vooruitgang geboekt in de richting van
een functionerende markteconomie. Servië moet aanzienlijke inspanningen leveren
om zijn economie te herstructureren, wil het in staat zijn op middellange
termijn het hoofd te bieden aan de concurrentiedruk en de marktkrachten binnen
de Unie. In 2012 werd Servië
opnieuw met een recessie geconfronteerd en de economie is met 1,7% gekrompen.
Een grote toename van de uitvoer heeft de verminderde binnenlandse vraag
enigszins gecompenseerd en heeft in de eerste helft van 2013 geleid tot een
klein, maar ongelijk herstel. Op het punt van de inkomsten werd een reeks
maatregelen voor budgettaire consolidering getroffen. Het proces van
herstructurering van overheidsbedrijven werd weer op gang getrokken. Er is
enige vooruitgang geboekt met de bestrijding van corruptie en de verbetering
van de eigendomsrechten. De groei blijft een
beperkte basis hebben en de eerste tekenen van economisch herstel in 2013
hadden geen gevolgen voor de arbeidsmarkt. De werkloosheid en het
begrotingstekort blijven erg hoog. De arbeidsmarkt bleef rigide en duurzame
werkgelegenheid blijft een groot probleem. Een geloofwaardig programma voor
begrotingsaanpassing op de middellange termijn ontbreekt nog steeds. De
aanwezigheid van de overheid in de economie is significant en de
overheidsbedrijven bleven grote verliezen opstapelen. Servië moet het
bedrijfsklimaat verder verbeteren en grote inspanningen doen om een
concurrentiële particuliere sector op poten te zetten. Het functioneren van de
marktmechanismen wordt belemmerd door rechtsonzekerheid en corruptie. De
informele sector vormt nog steeds een groot probleem. Wat de capaciteit
betreft om de verplichtingen van het lidmaatschap na te leven, heeft Servië
zijn wetgeving verder aangepast aan de EU-vereisten op talrijke domeinen,
hetgeen nog werd onderstreept door de goedkeuring van het nationale plan voor
de goedkeuring van het acquis. Er is goede vooruitgang geboekt op het gebied
van overheidsopdrachten met de goedkeuring van de nieuwe wet op de
overheidsopdrachten die een verdere aanpassing inhoudt aan de EU-normen en
betere bepalingen omvat voor de preventie van corruptie. De kwestie van de
onafhankelijkheid van de centrale bank is ten dele opgelost door een wijziging
van de wet. Er werden twee nieuwe wetten aangenomen op het gebied van
boekhoudnormen en auditing van bedrijven met het oog op verdere aanpassing op
het punt van het vennootschapsrecht. Het institutionele kader voor het beleid
ten aanzien van kleine en middelgrote ondernemingen en hun toegang tot
financiering is verbeterd. Maatregelen ter verbetering van het bedrijfsklimaat,
met name effectbeoordelingen voor nieuwe wetgeving op bedrijven, zijn een goede
ontwikkeling. De volkstelling en landbouwtelling werden met succes afgerond. De
wijzigingen van de wet op auteursrechten in verband met de inning en
vrijstelling van taksen zijn echter een stap terug vergeleken met de EU-normen.
In de toekomst moet
Servië zijn inspanningen voor aanpassing aan de EU-normen opdrijven met
speciale aandacht voor de effectieve tenuitvoerlegging van de goedgekeurde
wetgeving. Meer bepaald moet Servië zijn inspanningen opdrijven voor de
aanpassing van de wetgeving op het gebied van waterbeleid, afvalbeheer,
luchtkwaliteit en natuurbescherming, voor meer opening van de markt,
ontbundeling en tarieven die de kosten weerspiegelen in de energiesector. Er
zijn ook verdere inspanningen nodig op het gebied van de controle op de
staatssteun, waar de onafhankelijkheid van de controlecommissie voor
staatssteun verder moet worden gegarandeerd en de vrijstelling van te
privatiseren bedrijven van de regels voor staatssteun moeten worden
ingetrokken. De stelsels voor sociale bescherming, arbeidsbetrekkingen en
sociale dialoog moeten aanzienlijk worden versterkt, met name op het
tripartiete niveau van de sociale dialoog. De wet inzake genetisch
gemodificeerde organismen moet worden aangepast aan de EU-normen om toetreding
tot de WTO mogelijk te maken. Er zijn aanzienlijke extra inspanningen nodig om
het beheer en de controle van de financiën in de openbare sector te
ontwikkelen, gebaseerd op het concept van de verantwoordingsplicht van
beheerders, en om te komen tot volledige externe auditcapaciteit. De interim-overeenkomst
van de stabilisatie- en associatieovereenkomst is verder vlot ten uitvoer
gelegd. De voormalige
Joegoslavische republiek Macedonië De voormalige
Joegoslavische republiek Macedonië was het eerste land dat in 2001 met de EU
een stabilisatie- en associatieovereenkomst ondertekende. Het land is sinds
acht jaar kandidaat-lidstaat, nadat de Commissie in november 2005 een positief
advies en de Raad in december 2005 een besluit ter zake hebben uitgebracht.
Sinds 2009 oordeelde de Commissie dat het land in voldoende mate aan de
politieke criteria voldoet, en beval zij aan om onderhandelingen te openen. De
Commissie heeft eveneens sinds 2009 aanbevolen de tweede fase van de associatie
in het kader van de stabilisatie- en associatieovereenkomst aan te vatten. Voor
geen van deze gevallen heeft de Raad tot dusver een besluit getroffen. Twintig
jaar na de toetreding van het land tot de Verenigde Naties moet voor de
naamkwestie onverwijld een oplossing worden gevonden. Zonder
onderhandelingsproces zijn de belangrijkste fora voor discussie over en voor
toezicht op de hervormingen de organen die zijn opgezet in het kader van de
stabilisatie- en associatieovereenkomst, alsook de toetredingsdialoog op hoog
niveau (HLAD), opgezet in 2012. De HLAD heeft voor de meeste prioritaire
gebieden voor vooruitgang gezorgd. Deze in het kader van de HLAD geboekte
vooruitgang zal het land goed van pas komen wanneer de onderhandelingen van
start gaan. Het is echter en kan geen vervanging zijn voor vooruitgang naar het
openen van de toetredingsonderhandelingen. De politieke crisis die
het afgelopen jaar is gevolgd op de gebeurtenissen in het parlement heeft diepe
verdeeldheid aan het licht gebracht tussen de politieke partijen, waardoor de
werking van het parlement werd getroffen en de noodzaak werd aangetoond om een
constructief beleid te voeren in het nationale belang. Tijdens de goedkeuring
van de begroting voor 2013 heeft de gedwongen verwijdering van parlementsleden
van de oppositie en van journalisten uit het parlementsgebouw tot gevolg gehad
dat de grootste oppositiegroepering de werkzaamheden van het parlement ging
boycotten en ook dreigde met een boycot van de lokale verkiezingen. De
langdurige patstelling werd opgelost door de uitvoering van het politieke
akkoord van 1 maart. Dit impliceerde een terugkeer naar het parlement van de
parlementsleden van de oppositie, deelname aan de gemeenteraadsverkiezingen,
toekomstgerichte aanbevelingen door een onderzoekscommissie, de ondertekening
van een partijen-overschrijdend memorandum van overeenstemming over de
Euro-Atlantische strategische doelstellingen van het land en verdere
werkzaamheden voor de hervorming van de verkiezingen. De dialoog tussen de
regering en de journalisten is nog niet weer op gang gekomen. De consensus over
het verslag van de onderzoekscommissie heeft uitgewezen dat met politieke wil
constructieve oplossingen via dialoog en compromissen mogelijk zijn. De
aanbevelingen van de onderzoekscommissie moeten volledig ten uitvoer worden
gelegd. Het land voldoet over
het algemeen nog steeds in voldoende mate aan de politieke criteria. De
gemeenteraadsverkiezingen van maart-april 2013 werden door de OVSE/het ODIHR
als professioneel en doeltreffend georganiseerd aangemerkt, hoewel werd gewezen
op het vage verschil tussen overheid en partij en verdere aanpassingen van de
kieswetgeving werden aanbevolen. Tussen 2004 en 2010 werden in het land de
meeste gerechtelijke hervormingen doorgevoerd. Dit jaar is verdere vooruitgang
geboekt op het gebied van de doeltreffendheid van het gerecht. Er is ook
vooruitgang geboekt met de verzameling van omvattende gegevens in verband met
de stand van zaken bij de corruptiebestrijding, waarop in de toekomst moet
worden voortgebouwd. Wat betreft de vrijheid van meningsuiting is de
mediadialoog tot stilstand gekomen na de verwijdering van journalisten uit het
parlement en ondanks de ontwikkelingen van het wettelijke kader is de reputatie
van het land inzake de vrijheid van de media verslechterd. De sluiting van een
aantal persmedia de afgelopen jaren heeft ook tot verschraling geleid van de
verschillende standpunten die de burger geboden worden. Aangezien het land,
vergeleken met het stadium van toetreding waarin het zich bevindt, een grote
mate van aanpassing van de wetgeving heeft bereikt, moet het volgende jaar de
prioriteit worden gelegd op de doeltreffende tenuitvoerlegging en afdwinging
van de bestaande wettelijke en beleidskaders, tot een vergelijkbaar niveau van
andere landen die reeds het stadium van de toetredingsonderhandelingen hebben bereikt.
Op het gebied van de
rechtsstaat moeten de onafhankelijkheid en de competentie van de rechtbanken
verder worden verbeterd en moet grotere aandacht worden besteed aan de
kwaliteit van de rechtsspraak voor de burger. Corruptie komt nog steeds op vele
gebieden voor en blijft een groot probleem. Het land moet de tastbare impact
aantonen van de bestaande anti-corruptiemaatregelen en doeltreffende
maatregelen uitvoeren om de georganiseerde misdaad aan te pakken. Wat de
vrijheid van meningsuiting betreft, is de hoge mate van polarisering van de
media, veelal volgens politieke overtuiging, een hindernis voor de ontwikkeling
van objectieve berichtgeving, door het uitoefenen van economische druk op
journalisten en media-eigenaren (onder meer ook door de ondoorzichtige praktijk
van openbare advertering) en het aanhouden van lage professionele normen. De
dialoog tussen de regering en de media moet opnieuw worden aangezwengeld en
concrete resultaten opleveren om de mediacultuur te veranderen en een klimaat
van vertrouwen en krediet te creëren. De overblijvende ODIHR-aanbevelingen
moeten volledig worden uitgevoerd. De Roma-strategie moet op een actieve manier
ten uitvoer worden gelegd. Er is meer actie nodig tegen intolerantie ten
aanzien van lesbische, homoseksuele, biseksuele, transgender- en interseksuele
personen. Het is ook dringend
noodzakelijk om de herziening van de kaderovereenkomst van Ohrid, die van groot
belang is voor de verbetering van de inter-communautaire en inter-etnische
betrekkingen, te voltooien en de aanbevelingen ervan uit te voeren. Dit zal,
naast de voortgezette decentralisatie, als kernelement van de overeenkomst
bijdragen tot stabiliteit in het land en daarbuiten. Het land onderhoudt over
het algemeen goede betrekkingen met andere uitbreidingslanden en speelt een
actieve rol in de regionale samenwerking. Een constructieve aanpak van
de betrekkingen met de naburige EU-lidstaten blijft belangrijk. Daden en
woorden die de betrekkingen van goed nabuurschap kunnen schaden, moeten worden
vermeden. Wat de economische
criteria betreft, blijft het land goed op schema en heeft het op een aantal
punten verdere vooruitgang geboekt om te komen tot een functionerende
markteconomie. Het land moet in staat worden geacht op middellange termijn het
hoofd te bieden aan de concurrentiedruk en de marktkrachten binnen de Unie,
mits de hervormingsprogramma's daadkrachtig uitgevoerd blijven worden, zodat de
aanzienlijke structurele tekortkomingen worden weggewerkt. De economie
stagneerde in 2012, terwijl in de eerste helft van 2013 de groei weer aanzette.
Tegen de achtergrond van een problematische externe omgeving bleef de
macro-economische stabiliteit behouden. De werkloosheid is nog steeds erg hoog,
met name onder jongeren. Het stijgende tekort en het niveau van de
overheidsschuld hebben de kwetsbaarheid van het land vergroot. Er moeten
maatregelen worden genomen om de onderliggende oorzaken voor de hoge
werkloosheid weg te nemen, met name door de tekorten van arbeidsvaardigheden
aan te pakken. De duurzaamheid van de openbare financiën moet worden versterkt.
Het begrotingsbeleid moet worden afgestemd op de structurele
hervormingsprioriteiten van het land en gericht op uitgaven die de groei
bevorderen. De invoering van een begrotingskader op middellange termijn en strategische
planning zouden een versterking betekenen van de begrotingsdiscipline. Er zijn
verdere inspanningen nodig om het beheer van de openbare financiën doeltreffend
uit te voeren en zo het meest doeltreffende en transparante gebruik van
openbare en EU-middelen te garanderen. Om te zorgen voor meer investeringen uit
de particuliere sector zijn verdere inspanningen vereist om het bedrijfsklimaat
te verbeteren, dat negatief wordt belast door corruptie en door langdurige en
dure procedures voor het verlaten van de markt. De informele sector vormt nog
steeds een groot probleem. Het land onderhoudt een
diepgaande en brede samenwerking met de EU op alle gebieden van het acquis
en is ver gevorderd met de aanpassing van zijn wetgeving, op strategisch en
institutioneel niveau, waarbij thans de nadruk ligt op bestuurlijke capaciteit
en coördinatiemechanismen binnen het nationale bestuur ten einde een
doeltreffende tenuitvoerlegging te garanderen. Het land heeft zijn vermogen
om de verplichtingen van het lidmaatschap op zich te nemen verder
verbeterd. Het land blijft voldoen aan zijn verbintenissen in het kader van de
stabilisatie- en associatieovereenkomst in het perspectief van de tiende
verjaardag van de inwerkingtreding ervan. Op het gebied van de
interne markt werd een goed niveau van aanpassing van de wetgeving bereikt op
het vlak van kapitaalbewegingen, postdiensten en vennootschapsrecht. Op het
gebied van justitie en binnenlandse zaken is het land goed gevorderd met de
voorbereidingen inzake visumbeleid, buitengrenzen en Schengen, en
politiesamenwerking. Wat betreft de hervorming van het openbare bestuur moeten
de werkzaamheden worden voortgezet voor de uitvoering van de beginselen van
transparantie, verdienste en eerlijke vertegenwoordiging. Er zijn meer inspanningen
nodig, meer bepaald op het gebied van regionaal beleid, milieu en
klimaatverandering, waar de tenuitvoerlegging van door de EU gefinancierde
projecten moet worden verbeterd, alsook op het gebied van waterkwaliteit,
controle op vervuiling door de industrie en risicobeheer. Wat betreft sociaal
beleid en werkgelegenheid zijn maatregelen nodig om een inclusieve en
doeltreffende arbeidsmarkt te verwezenlijken. De interne controle van de
overheidsfinanciën moet worden versterkt en ontwikkeld in het openbare bestuur.
Over het algemeen heeft het land een niveau van aanpassing aan de EU-normen
bereikt dat voldoende is om over te gaan naar de volgende fase van het
toetredingsproces. Albanië In oktober beval de
Commissie de Raad aan om Albanië de status van kandidaat-lidstaat te verlenen,
op voorwaarde dat belangrijke maatregelen op het gebied van de hervorming van
justitie en openbaar bestuur worden voltooid en dat het reglement van orde van
het parlement wordt herzien. In december 2012 nodigde de Raad, met het oog op
het toekennen van de status van kandidaat-lidstaat, de Commissie uit verslag
uit te brengen zodra de nodige vooruitgang was geboekt, rekening houdend met de
verdere maatregelen van Albanië voor de bestrijding van corruptie en de
georganiseerde misdaad, met inbegrip van proactieve onderzoeken en vervolgingen
van dergelijke gevallen. In dit verband heeft Albanië de resterende essentiële
hervormingsmaatregelen in verband met het gerecht, het openbare bestuur en het
parlement met partij-overschrijdende consensus goedgekeurd. De
parlementsverkiezingen van juni werden door de internationale
verkiezingswaarnemingsmissie van de OVSE/het ODIHR als concurrentieel
aangemerkt, met actieve deelname van de burgers tijdens de hele campagne en een
degelijk respect voor de fundamentele vrijheden. In de strijd tegen corruptie
en de georganiseerde misdaad heeft Albanië een begin gemaakt met efficiëntere
onderzoeken en vervolgingen en een versterking van de samenwerking tussen de
rechtshandhavingsinstanties. Het aantal veroordelingen in zaken van corruptie
en witwassen is toegenomen, net als het aantal onderzoeken naar mensenhandel en
drugssmokkel. Alle recente aanbevelingen van de Raad van Europa inzake de
financiering van politieke partijen en wettelijke bepalingen inzake corruptie
werden bevredigend opgevolgd. De nieuwe regering in Albanië heeft zich er
strikt toe verbonden de corruptie te bestrijden en heeft in haar programma deze
kwestie prioritair aangemerkt. Na het advies van de
Commissie van 2010 moet Albanië voldoen aan de volgende kernprioriteiten vóór
opening van de toetredingsonderhandelingen. Albanië moet 1) de hervorming van
het openbare bestuur voortzetten met het oog op meer professionalisme en
depolitisering van de overheidsdiensten; 2) verdere actie ondernemen om de
onafhankelijkheid, doeltreffendheid en verantwoordingsplicht van de
gerechtelijke instellingen te versterken; 3) verder aanzienlijke inspanningen
doen om corruptie te bestrijden, ook met het oog op een solide staat van dienst
van proactieve onderzoeken, vervolgingen en veroordelingen; 4) verder
aanzienlijke inspanningen doen om de georganiseerde misdaad te bestrijden, ook
met het oog op een solide staat van dienst van proactieve onderzoeken,
vervolgingen en veroordelingen; 5) doeltreffende maatregelen nemen om de
mensenrechten te versterken, inclusief voor zigeuners, alsook het
anti-discriminatiebeleid en de eigendomsrechten. Een constructieve en
voortdurende dialoog tussen de regering en de oppositie in verband met
EU-gerelateerde hervormingen zal vitaal zijn om de EU-toekomst van Albanië te
verzekeren. Het constructieve engagement van Albanië voor regionale
samenwerking blijft essentieel. Albanië heeft verdere
vooruitgang geboekt om te voldoen aan de politieke criteria voor
lidmaatschap van de EU. De regeringsmeerderheid en de oppositie hebben
samengewerkt om een reeks wettelijke instrumenten in het parlement goed te
keuren. Dit omvat onder meer de goedkeuring van de ambtenarenwet, de wet op het
hooggerechtshof en het reglement van orde van het parlement, alsook een reeks
wijzigingen van het strafwetboek en het wetboek van burgerlijke
rechtsvordering. Hoewel de voorbereiding
van de parlementsverkiezingen van 23 juni gepaard ging met spanningen die soms
de werkzaamheden van de kiesorganen in gevaar brachten, waren de verkiezingen
concurrentieel en verliepen zij over het algemeen op een ordelijke wijze met
een hoge opkomst. Albanië boekte verder vooruitgang met de hervorming van het
openbare bestuur, meer bepaald door de goedkeuring van de ambtenarenwet. Er werden verdere
stappen gezet voor de hervorming van het gerecht, met inbegrip van een
reorganisatie van het systeem van rechtbanken. Betere werkmethoden van de
anticorruptie-organen, meer veroordelingen en betere interinstitutionele
samenwerking hebben geleid tot enige vooruitgang in de bestrijding van
corruptie, resulterend in een initiële stand van zaken in verband met de
resultaten, die nog moet worden versterkt. Beter toezicht en grotere
transparantie op essentiële domeinen, zoals de registratie van eigendommen,
douane, hoger onderwijs en gezondheid, wijzen op een grotere bewustheid van het
belang van preventie. De aanbevelingen van de Raad van Europa inzake de
financiering van politieke partijen en wettelijke bepalingen inzake corruptie
werden opgevolgd. Toch blijft corruptie nog een bijzonder ernstig probleem dat
vastberaden en gecoördineerd moet worden aangepakt. Wat betreft de
georganiseerde misdaad is de politiesamenwerking verbeterd, net als de analyse
van bedreigingen; de inbeslagname van drugs en criminele tegoeden is
toegenomen. De aanbevelingen van de Raad van Europa inzake de strijd tegen
witwassen werden opgevolgd. Belangrijke wijzigingen van de strafwet hadden tot
doel de mensenhandel en andere ernstige misdrijven tegen te gaan. Op het gebied van de
mensenrechten werden de vrijheid van vergadering en vereniging, alsook de
gewetens- en godsdienstvrijheid over het algemeen gerespecteerd. Op het gebied
van anti-discriminatie werd vooruitgang geboekt, bijvoorbeeld door het
actieplan voor de rechten van lesbische, homoseksuele, biseksuele, transgender-
en interseksuele personen. Wat betreft de vrijheid van meningsuiting heeft de
wet op de audiovisuele media een aanzienlijke verbetering gebracht van het
wettelijke kader voor de audiovisuele media in Albanië. Met het oog op de
toekomst moet Albanië de hervorming van het rechtswezen versnellen. De
institutionele en wettelijke structuur van het rechtswezen moet worden herzien
en versterkt. Om de onafhankelijkheid, transparantie, verantwoordingsplicht en
doeltreffendheid van het gerecht te verzekeren, moet nog essentiële wetgeving
worden opgesteld of goedgekeurd, met inbegrip van grondwetswijzigingen voor een
depolitisering van de benoemingen aan het hooggerechtshof. De recent
goedgekeurde wetgeving moet effectief worden toegepast met de volle steun van
de politici en de gerechtelijke instanties. Albanië moet bovendien
bijzondere aandacht besteden aan de tenuitvoerlegging van de hervorming van het
openbare bestuur, meer bepaald inzake structurele wetgeving en administratieve
regelgeving. De secundaire wetgeving betreffende de nieuwe ambtenarenwet moet
spoedig worden goedgekeurd en uitgevoerd. In het openbare bestuur moet worden
gezorgd voor continuïteit en het professionalisme, de depolitisering en de
verantwoordingsplicht moeten worden versterkt. Gerichte maatregelen
voor de strijd tegen corruptie zullen noodzakelijk zijn, met inbegrip van de
toekenning van het noodzakelijke gezag en van dito capaciteiten aan een
centraal coördinatieorgaan, naast sterke politieke steun. De capaciteit voor
preventie en repressie en de onafhankelijkheid van de
rechtshandhavingsinstanties moeten worden versterkt. Er dient te worden gezorgd
voor een degelijke follow-up van de verslagen van onafhankelijke instanties door
het parlement. De staat van dienst van
effectieve onderzoeken en vervolgingen van daden van georganiseerde misdaad
moet verder worden ontwikkeld, voortbouwend op de beginresultaten. Er zijn
verdere inspanningen nodig voor de voltooiing van de wijzigingen van het
wetboek van strafvordering en voor een doeltreffende uitbreiding van het
gebruik van evaluaties van bedreigingen, de uitwisseling van informatie en
gerichte, proactieve onderzoeken. Er is ook een meer proactieve aanpak vereist
voor het onderzoek naar onverklaarbare rijkdom en vermoedens van witwassen. Op het gebied van de
mensenrechten moet prioritair aandacht uitgaan naar het opstellen van nieuwe
wetgeving en de uitvoering van bestaande wetgeving, met duidelijke aandacht
voor de rechten van gehandicapten, kinderrechten en de integratie van
zigeuners. Wat betreft de vrijheid van meningsuiting zijn er extra inspanningen
nodig om de volledige onafhankelijkheid van de reguleringsautoriteit voor de
media te garanderen. Wat de economische
criteria betreft, heeft Albanië enige verdere vooruitgang geboekt in de
richting van een functionerende markteconomie. Het land wordt in staat geacht
op de middellange termijn het hoofd te bieden aan de concurrentiedruk en de
marktkrachten binnen de Unie, mits het zijn structurele hervormingen versnelt. Albanië heeft de
macro-economische stabiliteit kunnen handhaven. De groei van het bbp
vertraagde, maar bleef positief, voornamelijk dankzij de buitenlandse vraag. De
lage inflatie creëerde ruimte voor een monetair beleid dat de groei stimuleert,
maar de weerslag ervan in de reële economie moet nog blijken, aangezien de
groei van de kredietverlening vertraagde ten gevolge van hoge en stijgende
probleemleningen. Het deficit op de begroting blijft groot en de openbare schuld
is nog gestegen, hetgeen heeft geleid tot een doorbreken en opheffen van het
verplichte schuldplafond van 60% van het bbp. Er was een lichte verbetering op
de arbeidsmarkt, maar de werkloosheid blijft hoog. Het tekort op de lopende
rekening is verminderd, maar blijft groot. De economie blijft kwetsbaar voor
zowel binnenlandse structurele tekortkomingen als de mondiale economische
volatiliteit. Albanië moet zijn
stabiliteitsgeoriënteerde begrotings- en monetaire beleid aanvullen met
structurele hervormingen om een duurzame economische groei op de lange termijn
te verzekeren. Albanië moet het hoge niveau van het begrotingsdeficit en de
openbare schuld aanpakken, alsook zijn tendens om op korte termijn te denken.
Voorts dient de budgettaire voorspelbaarheid te worden verbeterd door de
herhaalde overschatting van de inkomsten te beperken en de belastingen op
efficiëntere wijze te innen. Een verbetering van het bedrijfs- en
investeringsklimaat is essentieel voor de diversificatie van de economie en de
stimulering van het groeipotentieel op de lange termijn. Dit kan onder meer
worden bereikt door een versterking van de rechtsstaat, de bestrijding van
corruptie en het aanpakken van achterstallige betalingen, alsook door de
ontwikkeling van infrastructuur en de valorisering van menselijk kapitaal. De informele
sector vormt nog steeds een groot probleem. De stabilisatie- en
associatieovereenkomst werd over het algemeen verder vlot toegepast en Albanië
is ermee doorgegaan zijn wetgeving aan te passen aan de EU-normen op een aantal
gebieden, waardoor het zijn capaciteit om te voldoen aan de verplichtingen
voor lidmaatschap heeft vergroot. Er waren verbeteringen op gebieden als
overheidsopdrachten, statistiek, justitie, vrijheid en veiligheid, en douane.
Albanië moet extra inspanningen leveren ter verzekering van een doeltreffende
toepassing van de intellectuele- en industriële-eigendomsrechten, en speciale
aandacht besteden aan de energiesector, met inbegrip van de diversificatie van
energiebronnen, het functioneren van de elektriciteitsmarkt, het voorkomen van
netwerkverliezen en van het lage inningspercentage van facturen. Albanië moet
ook de kwestie van de btw-terugbetalingen vastberaden aanpakken, ook wat de
bestaande achterstallen aangaat, alsook de milieubescherming versterken door
duurzame investeringen op het gebied van afvalbeheer en afvalwater. Verdere
vooruitgang is nodig op het gebied van werkgelegenheid en sociaal beleid. De
bestuurlijke capaciteit en het professionalisme van de organen die zijn belast
met de uitvoering van het acquis moeten worden versterkt en de
onafhankelijkheid van de regulerende instanties moet worden gevrijwaard. Op
diverse gebieden van de EU-verworvenheden, meer bepaald overheidsopdrachten en
financiële controle, is het van belang de transparantie en
verantwoordingsplicht te vergroten. Bosnië en
Herzegovina Terwijl andere
landen in de regio vooruitgang boeken, stagneert Bosnië en Herzegovina in het
Europese integratieproces. De stabilisatie- en associatieovereenkomst (SAO)
werd in 2008 ondertekend en de ratificatie werd voltooid in 2011. De SAO is nog
niet in werking getreden omdat het land nog niet voldoet aan de resterende
doelstellingen, met name een geloofwaardige inspanning voor de
tenuitvoerlegging van het vonnis van het Europees Hof voor de rechten van de
mens in de zaak Sejdić-Finci betreffende de discriminatie van burgers op
grond van etniciteit. Op de betrekkingen van de EU met Bosnië en Herzegovina is
dus nog steeds de interim-overeenkomst van 2008 van toepassing. De politieke vertegenwoordigers
hebben geen gezamenlijke visie op de algehele richting die het land uitgaat,
zijn toekomst of de manier waarop het moet werken. Over cruciale zaken als het
proces van de integratie in de EU wordt geen diepgaande interne politieke dialoog
gevoerd en worden evenmin prioriteiten bepaald. De EU-agenda was voor de
politieke vertegenwoordigers van het land geen prioriteit, zodat er ook geen
vooruitgang is geboekt met betrekking tot het Europese perspectief. Partij- of
etnische belangen op korte termijn kregen voorrang op een toekomstgericht
beleid om Bosnië en Herzegovina in de EU te verankeren. De politieke impasse in
de federatie duurt al meer dan een jaar en heeft negatieve gevolgen voor goed
bestuur, op federatie- en op staatsniveau. Bepaalde politieke actoren blijven
de eenheid van Bosnië en Herzegovina als één enkele staat ter discussie
stellen. Er werd nog niet voldaan
aan de twee belangrijkste vereisten in de routekaart 2012 betreffende het
verzoek tot toetreding van het land tot de EU, met name de daadwerkelijke
tenuitvoerlegging van het vonnis in de zaak Sejdić-Finci en de invoering
van een coördinatiemechanisme voor EU-zaken. De EU heeft grote inspanningen
geleverd om de politieke leiders van Bosnië en Herzegovina te helpen bij het
vinden van een gemeenschappelijke basis om het Sejdić-Finci-vonnis uit te
voeren, maar een oplossing werd niet gevonden. De uitvoering van dit
vonnis is niet alleen essentieel voor het land om zijn weg richting EU voort te
zetten, maar ook voor de legitimiteit en geloofwaardigheid van het
presidentschap en het nationale parlement van Bosnië en Herzegovina, die in 2014
zullen worden verkozen. De toetredingsprocedure zou daardoor uit de impasse
worden gehaald, en dat is voor Bosnië en Herzegovina een cruciale stap in de
evolutie van postconflictland naar een EU-lidstaat in de toekomst. Zonder
politieke moed en vastberadenheid zal het Europese perspectief voor Bosnië en
Herzegovina geen realiteit worden. Even dringend en
belangrijk is de invoering van een coördinatiemechanisme voor EU-zaken tussen
de verschillende beleidsniveaus. In een uitermate gedecentraliseerd land als
Bosnië en Herzegovina is een coördinatiemechanisme cruciaal om het mogelijk te
maken dat de respectievelijke vertegenwoordigers van Bosnië en Herzegovina
namens het hele land kunnen spreken en een verbintenis kunnen aangaan bij hun
interactie met de EU. Het land moet dringend een mechanisme ontwikkelen om aan
deze basisvereiste te voldoen. Het wordt steeds
moeilijker te verantwoorden dat een land pretoetredingssteun krijgt als de
politieke vertegenwoordigers ervan niet bereid zijn tot een consensus te komen
die nodig is om het pretoetredingspad te kunnen volgen. Zonder deze consensus
is de kans groot dat de pretoetredingssteun niet het verhoopte resultaat
oplevert. Aangezien er voor de uitvoering van het Sejdić-Finci-vonnis geen
oplossing is gevonden en het EU-coördinatiemechanisme nog niet is ingesteld,
kan het financieringsniveau van het instrument voor pretoetredingssteun (IPA)
niet worden aangehouden. De Commissie heeft besloten de besprekingen over IPA
II op te schorten totdat het land weer op schema zit in zijn proces van
integratie in de EU. Zonder voelbare vooruitgang loopt Bosnië en Herzegovina
het risico aanzienlijk wat pretoetredingsmiddelen te verliezen. De
voorbereidingen van het land om zich aan te passen aan de toetreding van
Kroatië verliepen traag, maar de nodige overeenkomsten inzake
grensoverschrijding van personen en goederen aan de grens met Kroatië werden
tijdig, dus vóór 1 juli, ondertekend. De Commissie vindt het onaanvaardbaar dat
Bosnië en Herzegovina tot nog toe weigert de interimovereenkomst en de
stabilisatie-overeenkomst aan te passen om rekening te houden met zijn
traditionele handel met Kroatië. De Commissie roept Bosnië en Herzegovina op
zijn standpunt dringend te herzien zodat een aanpassing op basis van de
traditionele handelsstromen zo snel mogelijk kan worden afgerond. Het land heeft
erg weinig vooruitgang geboekt inzake de politieke criteria. Het
Sejdić-Finci-vonnis werd niet uitgevoerd en het land heeft dus geen eind
gemaakt aan de discriminerende praktijk dat burgers van Bosnië en Herzegovina
die niet verklaren te behoren tot een van de drie constituerende volksgroepen,
geen kandidaat mogen zijn voor het presidentschap of voor het nationale
parlement van Bosnië en Herzegovina. Het wetgevingsproces blijft over het
algemeen extreem traag verlopen omdat de politieke wil om compromissen te
sluiten, ontbreekt. Het frequente
gebruik van de spoedprocedure om wetten in te dienen in het parlement van Bosnië en Herzegovina leidde tot het overdreven gebruik van de procedure
van vitaal nationaal belang. Bij gebrek aan politieke overeenstemming werd
wetgeving vaak geblokkeerd door een veto van een entiteit. Er is nog veel
corruptie, er is geen doeltreffende preventie van witwassen, en in de strijd
tegen de georganiseerde misdaad en het georganiseerde terrorisme is beperkte
vooruitgang geboekt. Hoewel er beperkte vooruitgang is geboekt met de algehele
hervorming van het rechtsstelsel, werd een aantal aanbevelingen die de
Commissie deed in het kader van de gestructureerde dialoog op het gebied van
justitie, uitgevoerd: inzake de berechting van oorlogsmisdaden is met de
bepaling van de jurisdictie voor zaken aanzienlijke vooruitgang geboekt in
overeenstemming met de nationale strategie voor oorlogsmisdaden en met de
toewijzing van de nodige financiële en personele middelen uit de betreffende
budgetten en belangrijkste bijdragen van het IPA. De achterstand bij de
behandeling van rechtszaken is teruggebracht. Het sluiten van de protocollen
voor samenwerking inzake de vervolging van plegers van oorlogsmisdaden,
misdaden tegen de menselijkheid en genocide met zowel Kroatië als Servië is
veelbelovend. Globaal gezien zijn er nog ernstige tekortkomingen op het vlak
van onafhankelijkheid, efficiëntie, verantwoordingsplicht en onpartijdigheid
van het rechtswezen in Bosnië en Herzegovina. De tenuitvoerlegging van
de bestaande mensenrechteninstrumenten, ook die ter bescherming van lesbische,
homoseksuele, biseksuele, transseksuele en interseksuele personen tegen geweld
en haatzaaien, en de tenuitvoerlegging van actieplannen voor Roma, blijft
beperkt. Leemten in de wetgeving vormen nog steeds een hindernis voor de
duurzame terugkeer en lokale integratie van vluchtelingen en binnenlands
ontheemden. Er bestaan wettelijke bepalingen in verband met vrije
meningsuiting, maar de intimidatie van journalisten en uitgevers blijft een
probleem, net als de financiële druk op publieke omroepen. Bosnië en
Herzegovina bleef actief deelnemen aan regionale samenwerking en onderhield
zijn betrekkingen van goede nabuurschap. De nog bestaande problemen met
buurlanden inzake grenzen en eigendommen moeten worden aangepakt. Dankzij grondige
voorbereidingen, ondersteund door de EU en andere internationale organisaties,
was het mogelijk om voor de eerste keer sinds 1991 in Bosnië en Herzegovina de
langverwachte volkstelling te houden. Wat de economische
criteria betreft, heeft Bosnië en Herzegovina beperkte
vooruitgang geboekt op weg naar een functionerende markteconomie.
Het land moet met grote vastberadenheid aanzienlijke verdere
hervormingsinspanningen leveren, wil het op lange termijn het hoofd kunnen
bieden aan de concurrentiedruk en de marktkrachten in de EU. De economie
kromp met 1,1% in 2012. De indicatoren voor de eerste helft van 2013 geven
bescheiden tekenen van herstel aan. De werkloosheid is nog steeds zeer hoog. De
kwaliteit van de overheidsfinanciën blijft laag, zelfs al werd het beheer van
de overheidsfinanciën enigszins versterkt. Ondanks een kleine verbetering
blijft de consensus over de essentie van economisch en begrotingsbeleid zwak
waardoor hervormingen op het niveau van het land worden gehinderd. De grote en
inefficiënte overheidssector met meerdere overlappende bevoegdheden op staats-,
entiteits-, gemeente- of kantonniveau (in het bijzonder in de federatie) blijft
een risico vormen voor de begrotingsstabiliteit. Een inefficiënt wetgevings- en
rechtsstelsel hindert de handhavingscapaciteit, heeft een duidelijke ontradend
effect op investeringen en vormt een bron van corruptie. De samenstelling en de
geringe doeltreffendheid van de openbare uitgaven in Bosnië en Herzegovina
blijven een probleem. In deze context moet de begrotingskennisgeving nog worden
verbeterd om de kwaliteit van de analyse en de beleidsvorming te verbeteren.
Structurele rigiditeit zoals de te hoge belasting op arbeid en de slecht
afgestemde sociale overdrachten vraagt om maatregelen om de vraag naar arbeid
te bevorderen. Overheden in de federatie moeten doorwerken aan de
pensioenhervorming. Aangezien overheidsbedrijven een groot aandeel hebben in de
economie, moeten de overheden een nieuwe impuls geven aan privatisering, die
mogelijk de begrotingssituatie kan verbeteren en tot meer concurrentie kan
leiden. De particuliere sector moet worden ondersteund met een gezond
ondernemingsklimaat, met name door een betere naleving van contracten en de
oprichting van een eengemaakte economische ruimte in het land. De informele sector
vormt nog steeds een groot probleem. Het gebrek aan
echte politieke steun voor de EU-agenda blijkt uit de zeer beperkte vooruitgang
van de afstemming op de EU-wetten en -normen. Dit betreft met name de
gebieden veterinaire en voedselveiligheid, concurrentie, overheidsopdrachten,
energie, milieu en klimaatverandering, transport, werkgelegenheid en sociaal
beleid. Op andere gebieden als plattelandsontwikkeling of regionaal beleid is
er weinig vooruitgang door het gebrek aan overeenstemming over de relevante
strategieën voor het hele land. In een aantal gevallen zijn benoemingen voor
belangrijke organen nodig. Als dit niet gebeurt, hindert dat het
wetgevingsproces. Andere instellingen als de Raad voor staatssteun lijden onder
het gebrek aan financiële middelen en werken dus nog niet naar behoren. Een van
de weinige positieve uitzonderingen is het domein van de intellectuele,
industriële en commerciële eigendomsrechten, waar de voorbereidingen voor
afstemming op de EU-normen goed gevorderd zijn. Als Bosnië en
Herzegovina producten van dierlijke oorsprong wil uitvoeren naar de EU moet het
snel vooruitgang boeken met de omzetting van de EU-wetgeving inzake veterinaire
en voedselveiligheid. Bosnië en Herzegovina is het enige land in de regio dat
zijn wetgeving niet heeft afgestemd op de EU-richtlijnen uit 2004 inzake
overheidsopdrachten. Het moet dit dringend doen. Het land moet zijn
inspanningen op peil houden om alle hervormingen die volgen uit het stappenplan
visumliberalisering uit te voeren, ook inzake bredere maatregelen aan de
grenzen om de nationale en regionale veiligheid te waarborgen. Activiteiten ter
voorkoming van misbruiken van de visumvrijstelling moeten worden voortgezet. Kosovo 2013 was een historisch
jaar voor Kosovo op de weg naar de Europese Unie. De besluiten van de Raad van
juni om in te stemmen met de onderhandelingen over een stabilisatie- en
associatieovereenkomst (SAO) vormen de start van een belangrijke nieuwe fase in
de betrekkingen tussen de EU en Kosovo. De onderhandelingen worden deze maand
officieel geopend. De Commissie wenst deze onderhandelingen in het voorjaar van
2014 te voltooien, de ontwerpovereenkomst in de zomer op te stellen en daarna
de voorstellen voor te leggen aan de Raad om de overeenkomst te ondertekenen en
te sluiten. Kosovo heeft actief en
constructief gewerkt aan een zichtbare en duurzame verbetering van de betrekkingen
met Servië.
In april leidde de betrokkenheid van Kosovo bij de door de EU gefaciliteerde
dialoog tot de "eerste overeenkomst van beginselen
met het oog op de normalisering van de betrekkingen" met
Servië (de eerste overeenkomst), die in mei werd aangevuld met een
uitvoeringsplan. Beide partijen hebben met name
afgesproken dat geen van beide de andere zal dwarsbomen of derden ertoe zal
aanzetten de andere te dwarsbomen op zijn weg naar integratie in de EU. De
betrekkingen tussen beide zijden zijn dus fundamenteel veranderd. De
tenuitvoerlegging van de eerste overeenkomst is voortgezet en heeft in de
praktijk al tot een aantal onomkeerbare veranderingen geleid. De partijen zijn
het eens geworden over energie en telecommunicatie. Er is ook vooruitgang
geboekt met de tenuitvoerlegging van overeenkomsten die in de technische
dialoog werden bereikt, met de steun van de EU-rechtsstaatmissie EULEX. Kosovo moet
er zich volledig toe blijven verbinden de betrekkingen met Servië te
normaliseren en alle overeenkomsten die in de dialoog werden bereikt, uit te
voeren. Kosovo moet de tenuitvoerlegging van de eerste overeenkomst voltooien,
met name inzake de politie, het gerecht en de gemeenteraadsverkiezingen. In het noorden van
Kosovo was er weerstand tegen de eerste overeenkomst. De terughoudendheid
en de inclusieve aanpak van Prishtina/Priština hebben, in combinatie met de
positieve rol die Belgrado speelde, bijgedragen tot het voorkomen van een
escalatie. Na de eerste overeenkomst werden de Servische politiekantoren in het
noorden van Kosovo gesloten, de betaling van salarissen door Servië aan
politieagenten in dienst van Kosovo werd stopgezet, de Servische rechtbanken
behandelen niet langer strafzaken in Kosovo, en de vergaderingen van gemeenten
in de vier noordelijke gemeenten zijn ontbonden. De gemeenteraadsverkiezingen
die in november gepland zijn, zullen ook plaatsvinden in het noorden van
Kosovo. Het is belangrijk dat deze verkiezingen ordelijk verlopen en dat
iedereen die mag kiezen ook kan deelnemen en zijn democratisch recht kan
uitoefenen. Op 19 september werd bij een aanval op een EULEX-konvooi in het
noorden van Kosovo een lid van EULEX gedood. Zowel de leiders van Kosovo als
die van Servië veroordeelden de aanval ten strengste. Kosovo heeft zijn beleid
grondig hervormd. In april bevestigden[1] de Commissie en
de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en
veiligheidsbeleid dat Kosovo voldeed aan de kortetermijnprioriteiten inzake de
rechtsstaat, het openbaar bestuur, de bescherming van minderheden en handel als
vastgesteld in de haalbaarheidsstudie[2] van oktober
vorig jaar. In april heeft de Commissie ook haar aanbeveling aan de Raad gepubliceerd
om een kaderovereenkomst te ondertekenen en te sluiten om Kosovo te laten
deelnemen aan programma's van de Europese Unie. In december werd Kosovo
lid van de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling. In juni ondertekende
Kosovo een kaderovereenkomst met de Europese Investeringsbank en stemde de
Ontwikkelingsbank van de Raad van Europa in met de toetreding van Kosovo. In
februari besloot de regionale samenwerkingsraad zijn statuten aan te passen
zodat Kosovo volwaardig kan deelnemen. De dialoog over visumliberalisering
bleef hoog op de politieke agenda van Kosovo staan. Prishtina/Priština
heeft inspanningen geleverd om vooruitgang te boeken. In februari hechtte de
Commissie haar goedkeuring aan het eerste verslag over de mate waarin Kosovo
voldoet aan de vereisten van het stappenplan voor visumliberalisering.[3] Kosovo keurde
in april zijn actieplan voor visumliberalisering goed. Tot nog toe hebben drie
vergaderingen met hoge ambtenaren plaatsgehad. In nauwe samenwerking met de
Commissie, de delegatie van de EU in Prishtina/Priština en EULEX heeft Kosovo
vooruitgang geboekt bij het aanpassen van de wetgeving zoals in het verslag
werd aanbevolen. Verdere inspanningen op dit vlak zijn nodig. Kosovo moet zich
ook toespitsen op de tenuitvoerlegging van de wetgeving. Een brede politieke
consensus over het Europees perspectief van Kosovo is cruciaal geweest voor het
tempo van de aanpassing. De nationale raad voor Europese integratie heeft deze
doelstelling ook nagestreefd. Het is belangrijk dat deze consensus behouden
blijft en wordt uitgebreid. Deze inspanningen moeten een cruciale bijdrage
blijken aan de onderhandelingen over de stabilisatie- en
associatieovereenkomst. In de
haalbaarheidsstudie van de Commissie worden de prioritaire gebieden uiteengezet
waarop Kosovo zich moet toespitsen om te voldoen aan de verplichtingen van een
stabilisatie- en associatieovereenkomst. Dat zijn de rechtsstaat, het
rechtswezen, het openbaar bestuur, de kieshervorming en het parlement, de
mensenrechten en de grondrechten, de bescherming van minderheden, handel en
interne markt, en fytosanitaire en veterinaire kwesties. In het kader van de politieke
criteria heeft de Kosovaarse regering haar capaciteit vergroot om de
prioriteiten van het Europese integratieproces aan te pakken. Deze capaciteit
blijkt uit het feit dat zij zorgt voor de follow-up van de
kortetermijndoelstellingen van de haalbaarheidsstudie en van de voorbereidingen
voor de onderhandelingen over de stabilisatie- en associatieovereenkomst. Er
zijn al stappen gezet om de controlerende rol van het parlement over het
regeringswerk te versterken. Het besluit van het parlement om te debatteren
over de uitkomst van een rechtszaak was echter een tegenslag in het licht van
de inspanningen van Kosovo om zijn instellingen voor democratisch bestuur te
versterken. Kosovo heeft aangetoond
resultaten te willen boeken in de strijd tegen georganiseerde misdaad en
corruptie, inclusief het starten van onderzoeken en het versterken van het
wetgevingskader. De eerste stappen zijn gezet om op dit gebied geharmoniseerde
statistieken te produceren. Kosovo heeft zijn goede samenwerking met EULEX
voortgezet. Het rechtsstelsel onderging een belangrijke hervorming. De
coherente uitvoering ervan is cruciaal om tot verdere positieve veranderingen
te komen en moet nauwgezet worden gecontroleerd. In januari traden de wetten
inzake rechtbanken en vervolging in werking, waarbij nieuwe structuren voor
rechtbanken en vervolging werden ingevoerd. Het nieuwe rechtskader moet
bijdragen aan de onafhankelijkheid, de efficiëntie, de verantwoordingsplicht en
de onpartijdigheid van het rechtsstelsel. Kosovo heeft ook de overname van
personen uit lidstaten voortgezet. Na de aanbevelingen van
de haalbaarheidsstudie heeft het parlement wijzigingen aangebracht aan de
artikelen van het wetboek van strafrecht met betrekking tot de strafrechtelijke
aansprakelijkheid van de media en de bescherming van journalistieke bronnen. De
raad voor toezicht op de tenuitvoerlegging, waarvan de Kosovaarse overheid en
de Servisch orthodoxe kerk samen deel uitmaken, werd opgericht en werkt goed.
Uitzendingen van de openbare omroep in het Servisch zijn van start gegaan. Er
werd een nieuwe commissaris voor talenbeleid benoemd en zijn bureau is van
start gegaan met de werkzaamheden. De ombudsdienst heeft meer middelen en
personeel gekregen en kan nu zijn rol spelen als beschermer van goed bestuur en
mensenrechten in Kosovo. Kosovo moet de kieshervorming
nog voltooien en zorgen dat het rechtskader de goede praktijken van de EU
weerspiegelt. Het parlement moet zijn toezicht op de uitvoerende macht
versterken door wetsontwerpen beter te onderzoeken en de tenuitvoerlegging van
beleid en wetten beter te controleren. De regering moet zorgen voor gepaste
deelname aan het werk van het parlement. De financiële onafhankelijkheid van
het parlement is verbeterd maar verdere stappen zijn nodig (bijvoorbeeld beter
reglement van interne orde en betere regelgeving over het parlement) om de
financiële en administratieve onafhankelijkheid van het parlement te vergroten. Met betrekking tot de rechtsstaat
moet Kosovo concreet bewijzen dat de strijd tegen georganiseerde misdaad en
corruptie prioriteit krijgt en resultaten oplevert, en de wetgeving en
tenuitvoerlegging ervan versterken. Kosovo moet de statistieken op dit gebied
nog betrouwbaarder maken. Kosovo moet EULEX en de speciale onderzoekstaskforce
actief ondersteunen bij de uitvoering van hun mandaat. Kosovo neemt geleidelijk
aan meer verantwoordelijkheden over van EULEX. De gestructureerde dialoog over
de rechtsstaat is een essentieel forum voor Kosovo en de EU om de vooruitgang
ter zake te beoordelen. De inmenging van de
politiek in het werk van de rechterlijke macht blijft zorgwekkend. De
raad voor rechtsvervolging en de raad voor justitie moeten krachtig reageren op
aanvallen tegen rechters, aanklagers en de gerechtelijke instanties. Het
parlement en de regering moeten dat ook doen. Er moet worden voorzien in
passende veiligheids- en beschermingsmaatregelen voor rechters, aanklagers,
getuigen, eisers en rechtbankpersoneel. Kosovo moet verdere maatregelen treffen
om de gerechtelijke achterstand te verminderen, ook inzake de handhaving van
vonnissen, en moet ervoor zorgen dat de processen in de geschikte lokalen
worden gevoerd en in overeenstemming zijn met de gerechtelijke procedures.
Kosovo moet rechters en aanklagers van minderheden in dienst blijven nemen, in
overeenstemming met het wetgevende kader. Kosovo moet ervoor zorgen dat de
speciale openbare aanklager die verantwoordelijk is voor zaken die de georganiseerde
misdaad, oorlogsmisdaden en corruptie betreffen, zijn bevoegdheden behoudt. Met betrekking tot het openbaar
bestuur moet Kosovo zich concentreren op de uitvoering van de wetgeving, de
strategie en het actieplan, waarvoor duidelijke beleidsrichtlijnen nodig zijn.
Het openbaar bestuur moet professioneler worden, en personen die behoren tot
een minderheid moeten ook vertegenwoordigd zijn, in overeenstemming met de
wetgeving. De politieke inmenging bij aanwervingen en benoemingen van
overheidspersoneel moet stoppen. De ingewikkelde en overlappende institutionele
structuren ter bescherming en ondersteuning van mensenrechten en
grondrechten moeten worden vereenvoudigd. Er zijn meer inspanningen nodig
voor het onderzoeken en vervolgen van fysieke aanvallen tegen journalisten. Dat
geldt eveneens voor gewelddadige incidenten tegen de lesbische, homoseksuele,
biseksuele en transseksuele gemeenschap. Kosovo moet ook vooruitgang boeken op
het vlak van de handhaving van eigendomsrechten door het wegwerken van de
achterstand bij de behandeling van zaken en een verbeterde handhaving van
justitiële en bestuurlijke beslissingen. De wetgeving op het vlak van de
bescherming van persoonsgegevens moet beter worden gehandhaafd. Het parlement
moet een mechanisme ontwerpen voor een duurzame langetermijnfinanciering voor
de openbare omroep, en de benoemingen voor de raad van bestuur moeten worden
voltooid. Betreffende de bescherming
van minderheden moet de wetgeving inzake cultureel erfgoed en de
Servisch-orthodoxe kerk verder worden uitgevoerd. De lokale overheden moeten
verdere ondersteuning krijgen bij de decentralisering. De strategie en het
actieplan voor de Roma-, Ashkali- en Egyptische gemeenschappen moeten strikt
worden uitgevoerd aangezien de situatie van deze minderheden in de praktijk nog
steeds tot grote bezorgdheid leidt. Dit is eveneens van belang in het kader van
de visumliberalisering. Etnisch of religieus geïnspireerd geweld moet worden
onderzocht en vervolgd en de daders moeten voor het gerecht worden gebracht. Wat de economische
criteria betreft, heeft Kosovo enige vooruitgang geboekt
in de richting van de totstandkoming van een functionerende markteconomie. Er
zijn aanzienlijke hervormingen en investeringen nodig om op de lange termijn
het hoofd te kunnen bieden aan de concurrentiedruk en de marktwerking. De moeilijke economische
situatie in de regio en de EU begint invloed te hebben op de Kosovaarse
economie, zij het in mindere mate dan in andere landen in de regio. Kosovo's
bbp groeide met 2,5% in 2012. Er werd een voorzichtig begrotingsbeleid gevoerd
en de begrotingsresultaten blijven op schema. Een wettelijk verbindende
begrotingsregel werd ingevoerd en moet in 2014 worden toegepast. De
werkloosheid is nog steeds zeer hoog. Kosovo blijft grote investeringen doen in
zijn infrastructuur. Verdere inspanningen
zijn nodig om de macro-economische stabiliteit te ondersteunen en de sociale
situatie te verbeteren. Kosovo moet zijn concurrentievermogen en
ondernemingsklimaat verbeteren, en de particuliere sector ondersteunen om de
werkloosheid te verminderen. Een gezond ondernemingsklimaat vergt verdere
maatregelen om de zwakke rechtsstaat en de corruptie aan te pakken. De
privatisering moet worden voortgezet. De informele sector vormt nog steeds een
groot probleem. De prioriteiten inzake Europese
normen moeten worden aangepakt in het kader van de onderhandelingen over de
stabilisatie- en associatieovereenkomst. Kosovo heeft de herstructurering van
het ministerie voor Handel en Industrie voltooid en is nu in staat efficiënt te
onderhandelen over de handelsgerelateerde delen van de overeenkomst; het heeft
eveneens een effectbeoordeling voltooid. Kosovo heeft zich ook ingezet voor de
voorbereiding van de landbouwtelling. Met betrekking tot handel
en interne markt is een verbetering van de ondernemingsstatistieken
essentieel. Kosovo moet het rechtskader voor handel, concurrentie en de interne
markt blijven uitvoeren. Zoals in de haalbaarheidsstudie is bepaald, moet
Kosovo zijn inspanningen opdrijven op een aantal fytosanitaire en
veterinaire gebieden die betrekking hebben op voedselveiligheid. In de energiesector
moeten de inspanningen om de energiecentrale A te sluiten, worden opgevoerd.
Dat de nadruk lag op de haalbaarheidsstudie, de voorbereiding van de
onderhandelingen over de overeenkomst met de EU en de dialoog over
visumliberalisering, heeft gevolgen gehad voor de vooruitgang op andere
gebieden. Turkije Turkije is een
kandidaat-lidstaat en een strategische partner voor de Europese Unie. Turkije
is met zijn grote en dynamische economie ook een belangrijke handelspartner
voor de EU en is van grote waarde gebleken voor Europa's concurrentievermogen
via de douane-unie. Turkije heeft een strategische locatie, ook voor
energiezekerheid, en speelt een belangrijke regionale rol. De Commissie
benadrukt het belang van de lopende samenwerking en dialoog over kwesties van
buitenlands beleid. De EU is voor Turkije ook nog steeds een ijkpunt
voor zijn economische en politieke hervorming. De gebeurtenissen rond het
Gezipark toonden aan hoe belangrijk het is de dialoog te promoten in het hele
politieke spectrum en de maatschappij in het algemeen, en hoe noodzakelijk
respect voor de grondrechten in de praktijk is. Met de positieve agenda
die in 2012 werd gelanceerd, worden de toetredingsonderhandelingen met Turkije
nog steeds gesteund en aangevuld via versterkte samenwerking op een aantal
gebieden van gemeenschappelijk belang. De agenda heeft een aantal positieve
resultaten opgeleverd maar kan de onderhandelingen niet vervangen. Het
volledige potentieel van de betrekkingen van de EU met Turkije wordt het beste
benut binnen het kader van een actief en geloofwaardig toetredingsproces. Dit
proces blijft het geschiktste kader voor het stimuleren van EU-gerelateerde
hervormingen, het ontwikkelen van een dialoog over vraagstukken betreffende het
buitenlands en veiligheidsbeleid, het versterken van het concurrentievermogen
en het intensiveren van de samenwerking op het gebied van energie en justitie
en binnenlandse zaken. De toetredingsonderhandelingen moeten weer op tempo
komen, waarbij de verbintenissen van de EU en de vastgelegde voorwaarden moeten
worden gerespecteerd. In dit opzicht vormt de opening van hoofdstuk 22 -
regionaal beleid, na een patstelling van meer dan drie jaar in de onderhandelingen,
een belangrijke stap. Turkije kan het tempo van de onderhandelingen opdrijven
door te voldoen aan de criteria, te voldoen aan de vereisten van het
onderhandelingskader en zijn contractuele verplichtingen jegens de EU na te
komen, ook op het vlak van de volledige en niet-discriminerende
tenuitvoerlegging van het aanvullend protocol van de associatieovereenkomst
jegens alle lidstaten. De ontwikkelingen van de
afgelopen twaalf maanden in Turkije op het vlak van de politieke criteria
leveren een gemengd beeld op. Belangrijke hervormingsinspanningen zijn
voortgezet. Het vierde pakket wetgevingshervormingen dat in april werd
goedgekeurd, zorgt voor een betere bescherming van de grondrechten, inclusief
de vrijheid van meningsuiting en de strijd tegen straffeloosheid voor
martelingen en mishandelingen. De regering is begonnen met een vredesproces om
een einde te maken aan het terrorisme en het geweld in het zuidoosten van het
land, en om de weg vrij te maken voor een oplossing voor de Koerdische kwestie.
Dit proces moet door alle partijen te goeder trouw worden voortgezet. De
maatregelen die in het democratiseringspakket van september 2013 werden
voorgesteld, bevatten verdere hervormingen in tal van belangrijke kwesties,
onder meer het gebruik van andere talen dan het Turks, de rechten van personen
die tot een minderheid behoren, en veranderingen aan de huidige hoge drempels
voor vertegenwoordiging in het parlement en de financiering van politieke
partijen, waardoor het pluralisme zou moeten toenemen. Vorderingen in de
samenwerking met oppositiepartijen en tenuitvoerlegging in overeenstemming met
Europese normen zijn cruciaal. De
partij-overschrijdende bemiddelingscommissie van het parlement, die een nieuwe
grondwet moest opstellen, heeft haar werkzaamheden voortgezet en over een
aantal artikelen overeenstemming bereikt. Dit werk moet worden voortgezet met
de nodige bereidheid tot compromissen. Met de goedkeuring van een uitgebreide
wet over buitenlanders en internationale bescherming werd een eerste stap gezet
naar een geschikte bescherming voor asielzoekers. Ook de inspanningen ter
bescherming van de vrouwenrechten zijn voortgezet, met name met de
tenuitvoerlegging van de wet ter bescherming van het gezin en ter voorkoming
van geweld. Het bureau van de ombudsman is opgericht en is al actief zijn rol
aan het vervullen. Ook de nationale instelling voor mensenrechten is
operationeel. Bovendien kan een
publiek debat over zaken die vroeger gevoelig lagen, makkelijker worden
gevoerd, ook over de Koerdische kwestie, de rol van het leger, de Armeense
kwestie of de rechten van personen ongeacht hun seksuele voorkeur. Het
democratisch debat breidt uit, in het bijzonder via de sociale media, en wordt
ook gevoerd buiten de traditionele partijpolitiek, zelfs via betogingen. In dat
opzicht was de golf van protesten van juni het resultaat van een brede
democratische hervorming die de afgelopen tien jaar heeft plaatsgevonden en het
ontstaan van een florerend en divers maatschappelijk middenveld dat meer
respect moet krijgen en systematisch moet worden bevraagd op elk
besluitvormingsniveau, ongeacht wie in het parlement de meerderheid heeft. Verdere vooruitgang
wordt echter nog gehinderd door bepaalde factoren. Het politieke klimaat wordt
nog steeds gekenmerkt door polarisering en een gebrek aan bereidheid tot het
sluiten van compromissen. De regering heeft veelal uitsluitend gesteund op haar
parlementaire meerderheid om wetten goed te keuren en beslissingen te nemen,
ook over maatschappelijk gevoelig liggende zaken, met onvoldoende overleg met
en raadpleging van belanghebbenden. De daaruit voortvloeiende spanningen en
frustraties kenden een hoogtepunt in mei en juni met betrekking tot een
omstreden project voor stadsontwikkeling in het Gezipark in Istanbul en leidden
ook in andere steden tot massale protesten. Pogingen om tegemoet te komen aan
de demonstranten waren beperkt en werden overschaduwd door het buitensporige
geweld van de politie, de polariserende taal en het algemene gebrek aan
dialoog. Bij deze confrontaties lieten zes mensen het leven en vielen meer dan 8000
gewonden. Uit de inspecties van het ministerie van Binnenlandse Zaken werd
geconcludeerd dat de politie in mei en juni buitensporig geweld gebruikte tegen
de demonstranten. Uit de golf aan
protesten in juni bleek dat een aantal zaken dringend moest worden aangepakt.
Met betrekking tot het buitensporige geweld van de politie moeten de
administratieve en gerechtelijke onderzoeken worden gevolgd in overeenstemming
met de jurisprudentie van het Europees Hof voor de rechten van de mens, en
moeten de verantwoordelijken ter verantwoording worden geroepen. Er moet
wetgeving worden goedgekeurd en overeenkomstig de Europese normen worden
uitgevoerd inzake de oprichting van een comité van toezicht op de
rechtshandhaving als onafhankelijk toezichtsorgaan voor overtredingen die de
politie begaat. Het ministerie van Binnenlandse Zaken zette een eerste stap
vooruit met de omzendbrieven om het gedrag van politieagenten tijdens
betogingen te reguleren. Het algemene rechtskader en de praktijk van het
ingrijpen van rechtshandhavers moeten worden afgestemd op de Europese normen
zodat de mensenrechten en in het bijzonder de vrijheid van vergadering in alle
omstandigheden worden gewaarborgd. Cruciale bepalingen uit
het Turkse rechtskader en de interpretatie ervan door leden van de rechterlijke
macht blijven een hinderpaal vormen voor de vrijheid van meningsuiting, met
inbegrip van de mediavrijheid. De eigendomsstructuur van de Turkse media,
beheerst door grote industriële groepen, in combinatie met soms intimiderende
uitlatingen van hoge ambtenaren en waarschuwingen van overheden, maakt dat de
media op grote schaal aan zelfcensuur doen, zoals ook bleek toen de gewone
media in juni niet berichtten over de protesten. Dit klimaat heeft er ook toe
geleid dat journalisten ontslag namen of werden ontslagen. Een restrictieve
interpretatie door het gerecht van de wettelijke bepalingen over het aanzetten
tot haat heeft geleid tot een aantal veroordelingen van prominenten wegens hun
kritische opmerkingen over religie. De vage definitie in de strafwet van
lidmaatschap van een gewapende organisatie blijft de basis vormen voor een
groot aantal arrestaties en vervolgingen. Over kwesties inzake geloof en
gewetensbezwaren moet nog een rechtskader worden opgesteld dat strookt met het
Europees mensenrechtenverdrag. Er moeten aanzienlijke inspanningen worden
geleverd om de rechten te waarborgen van vrouwen, kinderen en lesbische,
homoseksuele, biseksuele, transseksuele en interseksuele personen. Huiselijk
geweld, gevallen van eerwraak en gedwongen huwelijken op jonge leeftijd blijven
een groot probleem. Turkije moet garanderen dat alle eigendomsrechten, ook die
van de religieuze niet-moslimgemeenschappen, gevrijwaard blijven. Deze tekortkomingen
moeten worden aangepakt en het vierde pakket wetgevingshervormingen moet in
overeenstemming met de Europese normen worden uitgevoerd. De overheden moeten
meer inspanningen leveren om de grondrechten en vrijheden te vrijwaren zodat
alle burgers hun rechten ongehinderd kunnen uitoefenen. De maatregelen die
in het democratiseringspakket werden aangekondigd, bieden uitzicht op
vooruitgang in een aantal van deze problemen. Deze problemen
benadrukken het belang van de EU om haar verbintenis met Turkije op het vlak
van grondrechten te verstevigen. Vooruitgang in de toetredingsonderhandelingen
en vooruitgang in de politieke hervormingen in Turkije zijn twee kanten van
dezelfde munt. Het is in het belang van zowel Turkije als de EU dat
overeenstemming wordt bereikt over de criteria voor de opening van hoofdstukken
23 - Rechterlijke macht en grondrechten en 24 -Justitie, vrijheid en
veiligheid en dat deze criteria zo spoedig mogelijk aan Turkije worden
meegedeeld, zodat de onderhandelingen in deze hoofdstukken van start kunnen
gaan. Dit zou er in grote mate toe bijdragen dat de EU en haar normen het
ijkpunt blijven voor de hervormingen in Turkije. In het licht van de
vereiste hervormingen moet het algemene besluitvormingsproces, zowel op
nationaal als op lokaal vlak, een meer gestructureerde en systematische
raadpleging van het maatschappelijk middenveld inhouden. De bestaande wetgeving
moet worden hervormd en meer bijdragen tot de ontwikkeling van maatschappelijk
organisaties in het algemeen. Zo moet bij de uitvoering van
milieu-effectbeoordelingen bijvoorbeeld de EU-regelgeving volledig worden
nageleefd. Grote infrastructuurprojecten mogen niet langer worden
uitgesloten. De raadpleging van de relevante actoren in het maatschappelijk
middenveld moet ten zeerste worden aangemoedigd. De ondertekening van de overnameovereenkomst
tussen de EU en Turkije en de gelijktijdige start van de visumdialoog
vormen de eerste stappen in de richting van een visumliberalisering, die de
betrekkingen tussen de EU en Turkije een nieuwe impuls kan geven. Met beide
processen moet vooruitgang worden geboekt en de bekrachtiging in Turkije van de
overnameovereenkomst moet spoedig worden voltooid zodat zij volledig en
efficiënt kan worden uitgevoerd. Inzake buitenlands
beleid is Turkije een belangrijke rol blijven spelen in de wijde
nabuurschap, onder meer door de uitbreiding van zijn activiteiten als
niet-traditionele donor in de Hoorn van Afrika, de ondersteuning van de
democratische hervormingen in Noord-Afrika en doorgedreven samenwerking met en tussen
Afghanistan en Pakistan. Turkije speelde een belangrijke rol in Syrië, als
steun van de ontwikkeling van een meer eenvormige oppositie en verstrekker van
humanitaire hulp aan grote aantallen Syriërs die hun land ontvluchtten. Het
land is ook praktische ondersteuning blijven verlenen aan het E3+3-overleg met
Iran. De bekrachtiging van een intergouvernementele overeenkomst over het
project van de trans-Anatolische pijpleiding (TANAP) tussen Turkije en
Azerbeidzjan was een belangrijke bijdrage aan de doelstelling van meer
energiezekerheid in Europa dankzij een zuidelijke energiecorridor. De
regelmatige politieke dialoog tussen de EU en Turkije werd nog
intensiever en had betrekking op zowel internationale kwesties van wederzijds
belang als het Midden-Oosten en Centraal-Azië, als op algemene zaken zoals
terrorismebestrijding en niet-proliferatie. Turkije heeft zijn beleid van
contact en overleg met de westelijke Balkan voortgezet, ook via zijn actieve
deelname aan het Samenwerkingsproces voor Zuidoost-Europa en zijn bijdrage aan
de militaire, politie- en rechtsstaatmissies onder leiding van de EU in Bosnië
en Herzegovina en Kosovo. Turkije bleef zijn steun
uitdrukken voor de herneming van de gesprekken om te komen tot een eerlijke,
volledige en leefbare oplossing van de kwestie Cyprus onder auspiciën
van de Verenigde Naties. De bereidheid van Turkije en Griekenland om contacten
te aanvaarden met de hoofdonderhandelaars van beide gemeenschappen is een stap
vooruit die kan bijdragen tot een oplossing. De EU heeft ook het
belang benadrukt van de vooruitgang in de normalisering van de betrekkingen
tussen Turkije en alle EU-lidstaten, met inbegrip van de Republiek Cyprus. De
EU heeft Turkije opgeroepen te stoppen met het tegenhouden van de toetreding
van lidstaten tot internationale organisaties en mechanismen. Bovendien heeft
de EU nogmaals alle soevereine rechten van de EU-lidstaten beklemtoond, zoals
het sluiten van bilaterale overeenkomsten en het zoeken naar en exploiteren van
hun natuurlijke hulpbronnen overeenkomstig de EU-regelgeving en het
internationaal recht, waaronder het VN-verdrag inzake het zeerecht. In deze context
betreurde de EU in de conclusies van de Raad van 11 december 2012 ten zeerste
dat Turkije, ondanks herhaalde oproepen, nog steeds weigert het Aanvullend
Protocol bij de associatieovereenkomst volledig en op niet-discriminerende
wijze toe te passen ten aanzien van alle lidstaten, en de beperkingen nog niet
heeft weggewerkt voor boten en vliegtuigen die in Cyprus ingeschreven zijn en
waarvan de laatste aanloophaven Cyprus was. De EU benadrukte dat het een impuls
zou kunnen zijn voor de onderhandelingsprocedure als aan deze verplichting
wordt voldaan. Indien op dit vlak geen vooruitgang wordt geboekt, zal de EU de
maatregelen van 2006 handhaven, wat een voortdurend effect op de algemene
vooruitgang van de onderhandelingen zal hebben. De EU zal de ontwikkelingen
nauwlettend blijven volgen en de vorderingen met betrekking tot de in de
verklaring van de Europese Gemeenschap en haar lidstaten van 21 september 2005
beschreven kwesties beoordelen. Er moet nu onverwijld vooruitgang worden
geboekt. In overeenstemming met
het onderhandelingskader en met de eerdere conclusies van de Europese Raad en
de Raad moet Turkije zich er ondubbelzinnig toe verbinden betrekkingen van
goede nabuurschap te onderhouden en geschillen vreedzaam op te lossen
overeenkomstig het handvest van de Verenigde Naties en daarbij indien nodig een
beroep doen op het Internationaal Gerechtshof. In deze context heeft de EU
nogmaals haar ernstige bezorgdheid geuit en Turkije aangemaand iedere
bedreiging of actie tegen een lidstaat te vermijden, net als iedere bron van
spanningen of acties die de betrekkingen van goede nabuurschap en de vreedzame
oplossingen van geschillen zouden kunnen schaden. De EU is verheugd over
de voortgezette samenwerkingsinitiatieven tussen Griekenland en Turkije om de
bilaterale betrekkingen te verbeteren. De jongste en 55e ronde
verkennende gesprekken over de afbakening van het continentaal plateau vond
plaats in september. Griekenland en Cyprus hadden formele klachten over de
schending van hun territoriale wateren en luchtruim door Turkije, ook door
vluchten over Griekse eilanden. Wat de economische
criteria betreft: Turkije is een functionerende
markteconomie. Het land moet in staat worden geacht op de middellange termijn
het hoofd te bieden aan de concurrentiedruk en de marktkrachten binnen de Unie,
mits het de uitvoering van het uitvoerige structurele hervormingsprogramma
versnelt. Na de sterke
groeicijfers van ongeveer 9% van de twee vorige jaren is de groei van het
Turkse bbp vertraagd tot 2,2% in 2012. Dit ging gepaard met een herbalancering
van de groei van binnenlandse vraag naar buitenlandse handel, een tijdelijke
verkleining van het tekort op de lopende rekening en een verder afnemende
inflatie. In de eerste helft van 2013 nam de groei van het bbp weer toe tot 3,7%.
Tegelijk werd het tekort op de lopende rekening weer groter en trokken de
consumentenprijzen weer aan. De overheidsschuld als deel van het bbp bleef
dalen en zit nu duidelijk onder 40%. Door zowel binnenlandse als mondiale
factoren staan de financiële markten sinds mei onder druk, wat tot
onmiddellijke reactie leidde van de centrale bank om de wisselkoers stabiel te
houden en de kapitaaluitvoer te beperken. De recente economische
prestaties van Turkije tonen aan dat er veel potentieel is, maar ook dat de
economie voortdurend in onevenwicht is. Door de afhankelijkheid van de instroom
van kapitaal om een groot en structureel tekort op de lopende rekening te
financieren is Turkije aan de externe kant kwetsbaar voor wisselingen in de
algemene houding tegenover risico's die leiden tot grote
wisselkoersschommelingen en boom-bustcycli in economische activiteit. Om deze
kwetsbaarheid aan te pakken zijn maatregelen nodig voor meer binnenlandse
besparingen en heeft het budgettair beleid een belangrijke rol te spelen. De
goedkeuring van een begrotingsregel zou de begrotingstransparantie verhogen en
zo een krachtige begrotingsverankering en een grotere geloofwaardigheid
bewerkstelligen. De relatief hoge inflatie blijft een groot probleem. Een nieuw
evenwicht van de macro-economische beleidsmix zou kunnen helpen de druk op het
monetair beleid te verlichten. Voor de middellange tot langere termijn is het cruciaal
dat de markten voor goederen, diensten en arbeid beter werken dankzij
structurele hervormingen om op internationaal niveau meer concurrentieel te
worden. De lopende raadpleging
over de werking van de douane-unie van de EU biedt een belangrijke kans
om te reflecteren en te discussiëren over de nodige modernisering van dit
belangrijke instrument in de betrekkingen tussen de EU en Turkije, met het oog
op de verbetering van de prestaties inzake handel aan beide zijden, en op
economische integratie. Gezien de potentiële
verdere ontwikkeling van Turkije als energieknooppunt en de uitdagingen waar
het samen met de EU voor staat, is het belangrijk dat de versterkte dialoog
wordt gevoerd over alle kwesties van gemeenschappelijk belang. Met betrekking tot het
vermogen te voldoen aan de verplichtingen van het lidmaatschap is Turkije
zijn wetgeving blijven afstemmen op de EU-regelgeving. Er is goede vooruitgang
geboekt inzake vrij verkeer van goederen, financiële diensten, energie,
regionaal beleid en coördinatie van structuurinstrumenten, wetenschap en
onderzoek, en onderwijs. Er waren aanzienlijke ontwikkelingen inzake de
opstelling van een rechtskader voor migratie en asiel. Het rechtskader tegen de
financiering van terrorisme werd verbeterd. De nieuwe wetgeving inzake
elektriciteit heeft dit beleidsdomein grotendeels aangepast aan de
EU-regelgeving. De Commissie heeft de vooruitgang beoordeeld die in het kader
van de werkgroepen inzake de positieve agenda is geboekt, en heeft Turkije en
de lidstaten meegedeeld aan welke criteria volgens haar is voldaan. De
Commissie nam ook nota van de vooruitgang inzake belangrijke vereisten op het
vlak van justitie en grondrechten. In sommige hoofdstukken was de vooruitgang
beperkt, onder meer inzake overheidsopdrachten, concurrentiebeleid, landbouw en
plattelandsontwikkeling, voedselveiligheid, veterinair en fytosanitair beleid,
en belastingen. Bredere inspanningen
blijven nodig op het vlak van intellectueel-eigendomsrecht, landbouw en
plattelandsontwikkeling, voedselveiligheid, veterinair en fytosanitair beleid,
sociaal beleid en werkgelegenheid, milieu en klimaatverandering, en
consumentenbescherming. Aanzienlijke vooruitgang is nodig op het vlak van de
rechterlijke macht en grondrechten, en justitie, vrijheid en veiligheid. De
aanpassing van de wetgeving moet worden voortgezet, met name inzake
overheidsopdrachten, concurrentiebeleid en belastingen. Turkije moet zijn
institutionele capaciteit ontwikkelen, in het bijzonder in de hoofdstukken over
vennootschapsrecht, transport en regionaal beleid en de coördinatie van
structuurinstrumenten. IJsland Na de algemene
verkiezingen van 27 april 2013 besloot de regering de onderhandelingen over
EU-toetreding op te schorten en niet voort te zetten zonder goedkeuring in een
referendum. De IJslandse EU-onderhandelingscommissie werd ontbonden. Dit
besluit houdt in dat de toetredingsprocedure is stopgezet. De regering heeft
verklaard dat zij zal beoordelen wat de huidige stand van zaken is van de
onderhandelingen en van de ontwikkelingen van de Europese Unie, en dat zij die
beoordeling in de komende maanden ter bespreking zal voorleggen aan het
IJslandse parlement. De IJslandse overheid
heeft onder de nieuwe regering haar bijdrage aan dit verslag stopgezet. De
rapportering van de Commissie in het kader van deze mededeling werd aangepast
aan deze nieuwe stand van de zaken en heeft betrekking op de periode van
september 2012 tot mei 2013, toen nieuwe regering is aangetreden. Tot nog toe zijn 27
onderhandelingshoofdstukken geopend, waarvan er 11 voorlopig zijn afgesloten.
Tijdens de verslagperiode werd aanzienlijke vooruitgang geboekt: er werden 9
hoofdstukken geopend en 1 hoofdstuk werd voorlopig afgesloten. Voor de EU is
IJsland een belangrijke partner als lid van de Europese Economische Ruimte en
als deelnemer aan de Schengenzone, dankzij de gemeenschappelijke belangen op
het vlak van hernieuwbare energie en klimaatverandering, en in het licht van
het strategische belang van het Noordpoolbeleid van de EU. Als een gevestigde en
goed werkende democratie voldoet IJsland nog steeds volledig aan de
politieke criteria voor EU-lidmaatschap. Wat de economische
criteria betreft kan IJsland worden beschouwd als een functionerende
markteconomie. Beperkingen voor kapitaalverkeer
vormen een aanzienlijke hindernis voor investeringen en groei. Het opheffen van
deze controles en tegelijk de wisselkoersstabiliteit behouden blijft een grote
opgave. In juni 2012 werd op verzoek van de IJslandse regering binnen het
toetredingskader, een ad-hoc-groep over de opheffing van kapitaalcontroles, met
daarin deskundigen van de Europese Centrale Bank, de Commissie en het
Internationaal Monetair Fonds, opgericht om de vooruitzichten voor de opheffing
van deze controles te beoordelen. Met betrekking tot het instrument
voor pretoetredingssteun (IPA) voor IJsland heeft de Commissie,
gezien de bedoeling van dit instrument en het regeringsbesluit over de
toetredingsonderhandelingen, de voorbereidende werkzaamheden voor IPA II
opgeschort. De Commissie zal geen nieuwe contracten ondertekenen in het kader
van IPA I. Met betrekking tot reeds ondertekende contracten voert de Commissie
per project een beoordeling uit, samen met de IJslandse overheden, zodat de
Commissie kan oordelen welke projecten kunnen worden voortgezet. IJsland heeft al
een hoge mate van aanpassing bereikt op een aantal belangrijke
beleidsgebieden van de EU-regelgeving, vooral dankzij zijn lidmaatschap van de
Europese Economische Ruimte. In de verslagperiode werden bijkomende stappen
gezet met de aanpassing, onder meer op de volgende gebieden: vrij verkeer van
goederen, vennootschapsrecht, overheidsopdrachten, informatiemaatschappij en
media, en transportbeleid. * Deze
benaming laat de standpunten over de status van Kosovo onverlet, en is in
overeenstemming met Resolutie 1244/1999 van de VN-Veiligheidsraad en het advies
van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van
Kosovo. [1] JOIN(2013) 8
final. [2] COM(2012) 602
final. [3] COM(2013) 66
final.