This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52013DC0269
REPORT FROM THE COMMISSION TO THE EUROPEAN PARLIAMENT, THE COUNCIL, THE EUROPEAN ECONOMIC AND SOCIAL COMMITTEE AND THE COMMITTEE OF THE REGIONS EU Citizenship Report 2013 EU citizens: your rights, your future
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Verslag over het EU-burgerschap 2013 EU-burgers: uw rechten, uw toekomst
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Verslag over het EU-burgerschap 2013 EU-burgers: uw rechten, uw toekomst
/* COM/2013/0269 final */
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Verslag over het EU-burgerschap 2013 EU-burgers: uw rechten, uw toekomst /* COM/2013/0269 final */
VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES
PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN
DE REGIO'S Verslag over het EU‑burgerschap 2013
EU‑burgers: uw rechten, uw toekomst
1. Inleiding Geen Europese integratie zonder de burger.
Om het EU‑burgerschap en de burgerdimensie van het Europees project een nieuwe
stimulans te geven, werd 2013 door de EU‑instellingen uitgeroepen tot het
Europees Jaar van de burger. Nu de EU grote stappen zet om een hechte
economische en monetaire unie tot stand te brengen[1], waarvan democratische
legitimiteit een hoeksteen is, en een politieke unie in het verschiet ligt, is
het des te belangrijker om aandacht te besteden aan hetgeen de EU doet om het
leven van de burgers gemakkelijker te maken, hen te helpen hun rechten te
verstaan en hen te betrekken bij een debat over het Europa waarin zij willen
leven en dat zij voor de toekomstige generaties willen bouwen. Het EU‑burgerschap biedt de burgers
nieuwe rechten en kansen. Zich vrij binnen de EU verplaatsen en er vrij wonen
is het recht dat zij het meest associëren met het EU‑burgerschap. Door de
moderne technologie en het feit dat reizen vandaag de dag gemakkelijker is
geworden, kunnen de Europeanen dankzij de vrijheid van verkeer verder kijken
dan de nationale grenzen. Zo kunnen zij hun land voor kortere of langere
perioden verlaten en naar andere EU‑landen gaan om te werken, te studeren en
een opleiding te volgen, zaken te doen, zich te ontspannen, of om te winkelen.
Door het vrij verkeer neemt de sociale en culturele interactie binnen de EU toe
en ontstaan er nauwere banden tussen de Europeanen. Naarmate de EU de interne
obstakels uit de weg ruimt, levert het vrij verkeer daarnaast wederzijdse
economische voordelen op voor de ondernemingen en de burgers, ook voor degenen
die thuis blijven. In 1993 werd in het Verdrag van
Maastricht het EU‑burgerschap gedefinieerd en een reeks rechten vastgesteld
voor alle EU‑burgers, ongeacht of zij economisch actief zijn of niet. In het
Verdrag van Lissabon en het EU‑Handvest van de grondrechten werden de rechten
van de EU‑burgers steviger verankerd[2]. De EU‑burgers hebben met name
de volgende rechten: –
het recht niet te worden gediscrimineerd op grond
van nationaliteit; –
het recht zich vrij binnen de EU te verplaatsen en
er vrij te verblijven; –
het actief en passief kiesrecht bij de
gemeenteraadsverkiezingen en de verkiezingen voor het Europees Parlement in de
lidstaat waar zij verblijf houden, onder dezelfde voorwaarden als de onderdanen
van die staat; –
het recht op bescherming van de diplomatieke en
consulaire instanties van een ander EU‑land buiten de EU als hun eigen land er
niet vertegenwoordigd is, onder dezelfde voorwaarden als de onderdanen van dat andere
land; –
het recht verzoekschriften tot het Europees
Parlement te richten, zich tot de Europese Ombudsman te wenden en de EU‑instellingen
aan te schrijven (in alle officiële EU‑talen); en –
het recht samen met andere EU‑burgers een
burgerinitiatief te organiseren of te ondersteunen om tot nieuwe EU‑wetgeving
op te roepen. Het Hof van
Justitie van de Europese Unie bevestigde het constitutionele belang van het EU‑burgerschap
door te verklaren dat „de hoedanigheid van burger van de Unie immers de
primaire hoedanigheid van de onderdanen van de lidstaten [dient] te zijn”[3]. In een recent
historisch arrest[4]
maakte het Hof van Justitie duidelijk dat artikel 20 van het Verdrag
betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) zich verzet tegen nationale
maatregelen die tot gevolg kunnen hebben dat burgers van de Unie het effectieve
genot wordt ontzegd van de belangrijkste aan hun status van burger van de Unie
ontleende rechten. In 2010 stelde de Commissie haar
eerste verslag over het EU‑burgerschap[5]
voor en kondigde zij 25 maatregelen aan om ervoor te zorgen dat de EU‑burgers
in hun dagelijkse leven hun rechten kunnen genieten zonder met onnodige
obstakels te worden geconfronteerd. Sedertdien heeft de Commissie gevolg
gegeven aan deze 25 toezeggingen[6]. Welke
maatregelen zijn onder meer genomen? –
Vergemakkelijken van het verkeer van openbare
documenten (zoals geboorte-, overlijdens- of huwelijksakten of documenten in
verband met onroerend goed). –
Versterken van de rechten van de ongeveer 75 miljoen personen
die jaarlijks in de EU slachtoffer van een misdrijf zijn. –
Verminderen van de administratieve rompslomp voor
de 3,5 miljoen personen die jaarlijks een auto inschrijven in een ander EU‑land,
wat leidt tot besparingen van ten minste 1,5 miljard EUR per jaar
voor ondernemingen, burgers en inschrijvingsdiensten. –
Voorstellen van snelle en goedkope oplossingen voor
consumenten om hun geschillen met handelaren in de EU buitengerechtelijk te
beslechten, waardoor zij in heel Europa ongeveer 22,5 miljard EUR
kunnen besparen. –
Verbeteren van de toegankelijkheid van het spoorwegnet
voor de ongeveer 80 miljoen Europeanen met een handicap. –
Uit de weg ruimen van de belemmeringen voor de
doeltreffende uitoefening van hun kiesrechten bij de gemeenteraadsverkiezingen
en de verkiezingen voor het Europees Parlement voor de 8 miljoen kiesgerechtigde
EU‑burgers die in een ander EU‑land wonen dan hun eigen land. –
De burgers gebruiksvriendelijke informatie over hun
EU‑rechten aanbieden via een één online loket (Uw Europa en Europe Direct). Het tastbaar maken
van het EU‑burgerschap is een proces dat nog altijd gaande is. Dat er nog
belemmeringen bestaan, is ook gebleken uit een brede openbare raadpleging
over het EU‑burgerschap, die op 9 mei 2012 door de Commissie werd
gestart[7],
de Eurobarometer‑enquêtes over het EU‑burgerschap[8] en de kiesrechten[9] van 2013 en de evenementen
die door belanghebbenden ter voorbereiding van dit verslag samen met het
Europees Parlement[10],
het Comité van de Regio's[11]
en het Europees Economisch en Sociaal Comité[12]
werden georganiseerd. Bij de dialogen
met de burgers[13],
die door de Commissie in het kader van het Europees Jaar van de burger[14] zijn gestart, maken de
burgers hun zorgen en suggesties kenbaar. In dit verslag
over het EU‑burgerschap 2013 stelt de Commissie op zes belangrijke
gebieden twaalf nieuwe maatregelen voor om nog meer obstakels uit de
weg te ruimen die beletten dat de burgers hun EU‑rechten ten volle genieten[15]. Obstakels voor werknemers, studenten en
stagiairs in de EU uit de weg ruimen Momenteel maken de mensen zich vooral zorgen
over de financiële crisis, de overheidsschuld en de economische gevolgen
daarvan. Negen van de tien Europeanen beschouwen werkloosheid of de economische
situatie als de belangrijkste problemen waarmee hun regio te kampen heeft[16]. De Europeanen
verwachten in de eerste plaats van de EU dat zij de crisis bestrijdt, onder
meer door de werkloosheid te doen dalen, en dan vooral de jeugdwerkloosheid die
meer dan dubbel zo hoog is als die bij volwassenen (23,5% tegenover 9,5% in het
eerste kwartaal van 2013). De burgers vragen om een échte EU‑arbeidsmarkt,
die hen in staat stelt aan de slag te gaan in andere EU‑landen en bij te dragen
aan de Europese economie. Zij vragen ook om mogelijkheden om hun vaardigheden
te ontwikkelen en toegang te krijgen tot hoogwaardige opleiding in andere EU‑landen.
De Commissie werkt aan voorstellen om het voor de burgers gemakkelijker te
maken om in een ander EU‑land te werken, te studeren of een opleiding te
volgen, aangezien dit zowel voor de persoonlijke en professionele ontwikkeling
van de burgers als voor de economische groei van de hele EU gunstig is. De administratieve rompslomp in de
lidstaten verminderen De EU‑burgers weten dat zij recht van vrij
verkeer hebben[17].
Meer dan twee derde is van mening dat het vrij verkeer van personen binnen de
EU voor hun land economische voordelen oplevert[18]. De burgers maken
actief van dat recht gebruik door elk jaar miljarden reizen binnen de EU te
maken. Bijna een op de vijf respondenten van de openbare raadpleging over het
EU‑burgerschap van 2012 die van hun recht van vrij verkeer gebruikmaakten,
ondervond echter problemen, vaak als gevolg van lange of onduidelijke
administratieve procedures. De burgers willen oplossingen die het gemakkelijker
maken om elders in de EU te reizen en wonen. De Commissie doet suggesties om de
administratieve rompslomp te verminderen en de procedures in de lidstaten te
vereenvoudigen. De meer kwetsbaren in de EU beschermen Specifieke zorg en bescherming voor de meer
kwetsbare leden van de samenleving staan centraal in het Europese sociale
model. Bij de raadplegingen wezen de burgers op de specifieke moeilijkheden die
mensen met een handicap (volgens ramingen 80 miljoen mensen in de EU)
ondervinden wanneer zij zich binnen de EU verplaatsen. Zij wezen er ook op dat
sommige burgers kwetsbaarder zijn dan andere wanneer het erop aankomt hun
rechten te doen gelden, met name in strafprocedures, bijvoorbeeld als gevolg
van hun jonge leeftijd of hun geestelijke of lichamelijke toestand. De
Commissie stelt maatregelen voor om de rechten van de meer kwetsbare burgers te
versterken. De belemmeringen voor winkelen in de EU
wegnemen Grensoverschrijdend onlinewinkelen neemt
gestaag toe in de EU. Van de burgers die in 2012 via het internet een
aankoop deden, plaatste een kwart zijn bestelling bij verkopers in andere EU‑landen[19]. De EU‑burgers
ondervinden echter nog altijd problemen bij het onlinewinkelen[20]. De consumenten moeten
dus beter worden beschermd en geïnformeerd, vooral over producten op gebieden
die door snelle ontwikkelingen worden gekenmerkt, zoals digitale technologie.
Gemakkelijk en veilig grensoverschrijdend winkelen gaat hand in hand met eenvoudige
en snelle grensoverschrijdende verhaalmogelijkheden. De Commissie stelt
maatregelen voor om ervoor te zorgen dat de burgers beter geïnformeerd zijn,
met name wanneer zij online winkelen, en op een gemakkelijke manier verhaal
kunnen halen wanneer er iets fout gaat. Gerichte en
toegankelijke informatie in de EU Er is veel gedaan
om de burgers meer bewust te maken van hun EU‑rechten, met name door de
ontwikkeling van het éénloketsysteem Europe Direct[21] en Uw Europa[22]. Een op de drie
burgers verklaart nu dat hij goed geïnformeerd is over zijn EU‑rechten[23]. Dit is een
verbetering, maar nog altijd niet voldoende. Net iets minder dan een kwart van
de respondenten (24%) voelt zich redelijk of zeer goed geïnformeerd over wat
zij kunnen doen als hun EU‑rechten niet worden geëerbiedigd[24]. De Commissie werkt
ideeën uit om de voor de burgers bestemde informatie over hun EU‑rechten en de
uitoefening daarvan verder te stroomlijnen en te verbeteren. Aan het
democratisch proces van de EU deelnemen Dat EU‑burgers volledig
en op alle niveaus aan het democratisch proces van de EU deelnemen, behoort tot
het wezen van het burgerschap van de Unie. Tegen de achtergrond van dit
Europees Jaar van de burger en de naderende verkiezingen voor het Europees
Parlement, de gelegenheid bij uitstek voor burgers om zich uit te spreken,
wordt getracht om burgers en maatschappelijke organisaties nauwer te betrekken bij
het debat over Europese kwesties. De burgers stellen zich vragen bij het beleid
van bepaalde lidstaten om hun onderdanen het kiesrecht bij de nationale
verkiezingen te ontnemen omdat de betrokkenen tijdelijk in een ander EU‑land
wonen[25].
In de gezamenlijke hoorzitting van het Europees Parlement en de Commissie over het
EU‑burgerschap van 19 februari 2013 bespraken burgers,
maatschappelijke organisaties, deskundigen en leden van het Europees Parlement in
hoeverre ontneming van het kiesrecht in het Europa van nu gerechtvaardigd is.
De Commissie stelt formules voor om de deelname van de EU‑burgers aan het
democratisch proces van de EU te bevorderen. Het verslag over
het EU‑burgerschap 2013 gaat vergezeld van een verslag over de vorderingen
op de weg naar een echt EU‑burgerschap in de periode 2011‑2013 (krachtens artikel 25
VWEU). Daarin wordt de balans opgemaakt van de toepassing van de
Verdragsbepalingen inzake het EU‑burgerschap in de voorbije drie jaar. Daarnaast nam de
Commissie ook het jaarverslag over de toepassing van het EU‑Handvest van de
grondrechten aan[26]. 2. Twaalf nieuwe belangrijke
maatregelen om het leven van de EU‑burgers te verbeteren 2.1 – Obstakels
voor werknemers, studenten en stagiairs in de EU uit de weg ruimen Het voor
burgers, met name jongeren, gemakkelijker maken om hun vaardigheden te
ontwikkelen, werk te vinden en bij te dragen aan groei in de Europese Unie Mobiele
burgers stimuleren de economie van de EU Ondanks de hoge werkloosheid (meer dan 26 miljoen
mensen in de EU) neemt het aantal niet‑ingevulde vacatures in vergelijking met
midden 2009 toe en vinden bedrijven maar moeilijk gekwalificeerd
personeel. Dit vormt een risico voor groei en innovatie in de economie van de
EU. Arbeidsmobiliteit kan dus een krachtig aanpassingsmechanisme zijn om
onevenwichtigheden op te lossen en werk en vaardigheden beter op elkaar af te
stemmen, zodat de dynamiek wordt hersteld en de sociale malaise onder de EU‑burgers
wordt verlicht. Mobiele burgers vinden gemakkelijker werk en hebben meer mogelijkheden
voor persoonlijke en professionele ontwikkeling. Er bestaan goede economische argumenten voor
mobiliteit. Uit de recente ervaringen met de uitbreidingen van 2004 en 2007
blijkt dat mobiliteit binnen de EU positieve gevolgen heeft voor de economieën
en de arbeidsmarkten. Zo is het bbp van de EU15‑landen volgens ramingen op de
lange termijn met bijna 1% gestegen als gevolg van de mobiliteit na de
uitbreiding (in de periode 2004‑2009)[27].
Voor de hele EU is het effect van de recente mobiliteitsstromen binnen de EU op
het bbp gelijk aan een collectieve inkomenswinst van ongeveer 24 miljard EUR
voor de EU‑burgers[28].
Vandaag de dag is de mobiliteit van werknemers echter nog altijd gering in de
EU[29]. De EU‑burgers
staan nog altijd huiverig tegenover het zoeken naar werk in een ander EU‑land,
omdat zij zich zorgen maken over hun situatie als zij niet snel een baan vinden[30]. Momenteel
garandeert het EU‑recht dat werkloze burgers die recht hebben op een
werkloosheidsuitkering en die naar een ander EU‑land gaan om er werk te zoeken,
gedurende drie maanden hun werkloosheidsuitkering van hun thuisland blijven
ontvangen[31].
Hoewel het EU‑recht voorziet in de mogelijkheid dat de lidstaten het recht op
deze aanspraak tot maximaal zes maanden verlengen, is dit recht nog niet door
de respectieve nationale praktijken gewaarborgd[32]. Bij de openbare
raadpleging over het EU‑burgerschap van 2012 was een meerderheid van de
respondenten (69%) van mening dat zij ten minste zes maanden lang hun
werkloosheidsuitkering zouden moeten ontvangen wanneer zij in een ander EU‑land
naar werk zoeken. Bron: openbare raadpleging over het EU‑burgerschap van 2012 -
Basis:
respondenten die in een ander EU‑land
naar werk hadden gezocht. Frederico, een
jonge kok uit Portugal, besluit naar Zweden te gaan om een nieuwe baan te
zoeken. Hij vraagt het arbeidsbureau in Portugal om het document op grond
waarvan hij gedurende drie maanden zijn werkloosheidsuitkering in Zweden kan
ontvangen en registreert zich onmiddellijk bij aankomst bij het arbeidsbureau
in Zweden. Hij vindt echter geen baan binnen de drie maanden waarvoor het
document geldig was. Hij moet besluiten of hij naar Portugal terugkeert om zijn
recht op een werkloosheidsuitkering niet te verliezen, dan wel of hij in Zweden
blijft, maar dan zonder recht op een werkloosheidsuitkering. Hij besluit nog
enkele sollicitatiegesprekken in Zweden af te wachten en keert na vijf maanden
naar Portugal terug. Als gevolg daarvan verliest hij zijn recht op een
werkloosheidsuitkering in Portugal. Maatregel 1: De Commissie zal een herziening van de verordening
betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels[33] voorstellen en
nagaan of werkloosheidsuitkeringen langer dan de wettelijke drie maanden kunnen
worden uitgevoerd, zodat het voor de burgers gemakkelijker wordt om in een
ander EU‑land naar werk te zoeken. De Commissie spoort de lidstaten aan ten
volle gebruik te maken van de huidige regels op grond waarvan werkzoekenden hun
werkloosheidsuitkering gedurende maximaal zes maanden mogen ontvangen wanneer
zij in een andere lidstaat naar werk zoeken[34]. Burgers die
hun vaardigheden en competenties in het buitenland willen verbeteren De Commissie
heeft in haar werkgelegenheidspakket „Naar een banenrijk herstel”[35] en haar agenda voor
nieuwe vaardigheden en banen[36]
beklemtoond dat investeringen in onderwijs- en opleidingsstelsels van
fundamenteel belang zijn voor het bevorderen van de productiviteit, de
economische groei, het concurrentievermogen, en uiteindelijk de
werkgelegenheid. Jonge EU‑burgers
staan er open voor om hun vaardigheden en competenties te verbeteren door studie
of opleiding in een ander EU‑land[37].
Globaal genomen is meer dan één op de twee jonge Europeanen bereid tot of
enthousiast over werken in een andere EU‑lidstaat[38]. Bereidheid van jongeren om in een ander EU‑land te werken Bron: Eurobarometer over Jeugd in beweging van 2011. Volgens ramingen
op basis van de momenteel beschikbare gegevens heeft slechts 10% van de
Europeanen met een hogere opleiding elders in de EU gestudeerd[39]. De mobiliteitscijfers
voor lagere opleidingen (volledig programma) in de EU zijn nog lager. Dit valt
ten dele toe te schrijven aan de kosten van studeren in een ander EU‑land. In
haar voorstel voor een Erasmus voor iedereen‑programma[40] heeft de Commissie een
garantieregeling voor studentenleningen voorgesteld, zodat masterstudenten die
een volledig programma in een ander EU‑land willen voltooien, tegen gunstige
voorwaarden een banklening kunnen afsluiten. Volgens het voorstel van de
Commissie zouden in de programmaperiode van zeven jaar tot 330 000 studenten
van de regeling kunnen profiteren. Voorts zal de Commissie mobiliteit bij
jongeren met het oog op studie, opleiding of vrijwilligerswerk in het
buitenland, of deelname aan uitwisselingen van jongeren blijven aanmoedigen.
Leerkrachten en onderwijspersoneel zullen ook de mogelijkheid krijgen om in het
buitenland les te geven of een opleiding te volgen. Dankzij het nieuwe
programma zouden bijna vijf miljoen burgers in de periode 2014‑2020 van
deze mogelijkheden moeten kunnen profiteren. Jongeren die een
stage in een ander EU‑land overwegen, vinden niet altijd relevante informatie
over de bestaande mogelijkheden en maken zich zorgen over de kwaliteit en de
voorwaarden van de werkregelingen. Uit studies en enquêtes blijkt dat er in
verband met de kwaliteit van stages diverse problemen bestaan: gebrek aan
leerinhoud en ontoereikende voorwaarden, met name weinig (of geen) sociale
bescherming en compensatie/vergoeding[41].
Daarnaast is een stagecontract met daarin de rechten en plichten van de
partijen nog altijd niet verplicht in een aantal EU‑landen (maar liefst 25%
volgens een enquête van het Europees Jeugdforum van 2011)[42]. Als er weinig of geen
loon wordt betaald, bestaat de vrees dat werkgevers de stage beschouwen als een
vorm van onbetaald werk. Deze problemen moeten dringend worden aangepakt, zodat
jongeren meer mogelijkheden krijgen om in het buitenland hun vaardigheden te
ontwikkelen en werkervaring op te doen. Dit is niet alleen nodig om de
bezorgdheid van de burgers, en dan vooral de jongeren, weg te nemen, maar ook om
iets aan de dramatisch hoge jeugdwerkloosheid te doen. Nathalie
behaalt haar diploma in Frankrijk en overweegt haar beroepsloopbaan te beginnen
in Spanje of Duitsland. Omdat zij nog nooit in het buitenland heeft gewoond,
wil ze eerst een stage doen. Zij vraagt zich echter af of dat mogelijk is
zonder in een onderwijsprogramma te zijn ingeschreven (in Frankrijk is dat een eerste
vereiste). Voorts weet zij niet welke rechten zij in die landen als stagiair
zou hebben,of zij sociale bescherming zou genieten en of zij recht zou hebben
op een vergoeding of loon. Om het voor
jongeren gemakkelijker te maken kwalitatief hoogwaardige werkervaring op te
doen in een ander EU‑land, zal de Commissie in 2013 een kwaliteitskader
voor stages ontwikkelen, met daarin de belangrijkste vereisten waaraan een
kwalitatief hoogwaardige stage moet voldoen om de rechten van de stagiair te
beschermen en een uiterst nuttige werkervaring te garanderen. Ook zal zij het
Eures‑netwerk hervormen en beter laten aansluiten bij de werkelijke behoeften
van de arbeidsmarkt. Hiertoe zullen de arbeidsbemiddelingsdiensten worden
uitgebouwd, wat in het belang is van zowel de werkzoekenden als de bedrijven.
Daarnaast zal zij met enkele lidstaten een proefproject opzetten om de
uitwisseling van informatie over stages en leerlingplaatsen via Eures te
verbeteren teneinde jongeren te helpen bij de overgang naar de arbeidsmarkt. Voorts spoort de
Commissie de lidstaten aan de jeugdgarantie[43]
snel op een duurzame en ambitieuze manier ten uitvoer te leggen om jongeren te
helpen werkervaring op te doen. Maatregel 2: Om de jonge EU‑burgers
te helpen hun vaardigheden te ontwikkelen en de overgang naar de arbeidsmarkt
te maken, zal de Commissie in 2013 een kwaliteitskader voor stages
ontwikkelen. De Commissie zal voorts in 2013 een initiatief voorstellen om
Eures te moderniseren teneinde de rol en het effect van de
werkgelegenheidsdiensten op nationaal niveau te versterken en de arbeidsmobiliteit
in de EU beter te coördineren. Naast de hervorming van Eures zal de Commissie
een proefproject starten om de uitwisseling van informatie over stages en
leerlingplaatsen via Eures te verbeteren. 2.2 – De
administratieve rompslomp in de lidstaten verminderen Administratieve
belemmeringen wegnemen en procedures vereenvoudigen voor EU‑burgers die in de
EU wonen en reizen Identiteits-
en verblijfsdocumenten van burgers Vrij binnen de EU
reizen en wonen is het EU‑recht dat de burgers het meest associëren met het EU‑burgerschap[44]. Volgens de
Eurobarometer over het EU‑burgerschap van 2013[45] weten bijna negen op
de tien EU‑burgers dat zij dit recht van vrij verkeer hebben. Bron: Eurobarometer over het EU‑burgerschap
van 2013. Bijna één op de
vijf deelnemers aan de openbare raadpleging over het EU‑burgerschap van 2012[46] meldde echter
problemen met verhuizen naar of wonen in een ander EU-land (17%), onder meer
administratieve belemmeringen met documenten wanneer zij binnen de EU willen
reizen of hun identiteit moeten bewijzen. Vragen over vrij verkeer en verblijf
maakten 21% uit van de vragen die in 2012 aan Uw Europa - Advies[47] werden voorgelegd en 13%
van het totale aantal Solvit‑zaken in 2012[48]. EU‑burgers die
gedurende meer dan drie maanden in een ander EU‑land dan hun eigen land
verblijven, kunnen ertoe worden verplicht zich bij de lokale autoriteiten in te
schrijven, waar zij dan een bewijs van inschrijving ontvangen. Die bewijzen van
inschrijving worden echter niet altijd als identiteitsdocument in de EU
aanvaard (met name niet door particuliere entiteiten zoals banken, bedrijven,
enz.) en kunnen evenmin door de burgers als reisdocument worden gebruikt, zelfs
niet binnen de EU. Daarnaast kunnen EU‑burgers die houder zijn van een
identiteitskaart die door hun eigen land is afgegeven, daar vaak geen gebruik
van maken bij transacties in andere EU‑landen. Particuliere bedrijven staan
weigerachtig tegenover het aanvaarden van „buitenlandse” documenten als identiteitsbewijs
omdat het model van die documenten niet op EU‑niveau geharmoniseerd is, wat bij
paspoorten wel het geval is. Voorts is het voor EU‑burgers die in een ander EU‑land
wonen soms moeilijk om voor een reis binnen de EU op korte termijn een
identiteitskaart of paspoort te verkrijgen of vernieuwen, met name wanneer het
dichtstbijzijnde consulaat in een ander land is. Sanna, die
Fins is en in München woont, boekt een vlucht naar Finland, maar twee dagen
voor haar vertrek wordt ze op straat slachtoffer van een diefstal waarbij haar
paspoort en identiteitskaart worden gestolen. Sanna kan niet tijdig een nieuw
paspoort krijgen, omdat de enige Finse consulaire vertegenwoordigingen in
Duitsland die een paspoort kunnen afgeven, in Berlijn en Hamburg gevestigd zijn
en zij daar niet op zo korte termijn naartoe kan gaan. Op de luchthaven kan ze
alleen haar Duitse bewijs van inschrijving tonen, maar de
luchtvaartmaatschappij weigert haar op grond van de veiligheidsvoorschriften
aan boord van het vliegtuig te laten gaan. Bij de openbare
raadpleging over het EU‑burgerschap vroegen de burgers om het voor hen gemakkelijker
te maken om zich in de EU te identificeren, onder meer via eenvormige Europese
documenten, wanneer van toepassing[49].
De Commissie zal onder meer nagaan of het passend is regels in te voeren voor
een gemeenschappelijk beveiligd model voor de bewijzen van inschrijving die
door de lidstaten aan EU‑burgers worden afgegeven en voor de
verblijfsdocumenten die aan hun familieleden worden afgegeven. Door dit
initiatief zouden de EU‑burgers en hun familieleden in hun dagelijkse leven één
enkel document kunnen gebruiken en niet langer problemen ondervinden bij hun transacties
met particuliere entiteiten in andere EU‑landen dan hun eigen land. Bovendien zouden
de documenten beter worden beveiligd. Om de
administratieve rompslomp verder te verminderen, zouden de EU‑burgers ook de
optie moeten krijgen om die beveiligde bewijzen van inschrijving te gebruiken
als reisdocumenten voor verplaatsingen binnen de EU, als dergelijke documenten worden
afgegeven door de lidstaat waarin zij verblijven. Maatregel 3: De Commissie zal in 2013 en 2014 werken aan
oplossingen om de obstakels in verband met door de lidstaten afgegeven
identiteits- en verblijfsdocumenten uit de weg te ruimen voor de EU‑burgers en
hun familieleden die in een ander EU‑land wonen dan hun eigen land; die
oplossingen kunnen onder meer bestaan in facultatieve eenvormige Europese
documenten voor burgers, wanneer van toepassing. Grensoverschrijdende
belastingformaliteiten voor burgers EU‑burgers kunnen
in één land wonen, in een ander land werken en in nog een ander land eigendom
bezitten. Dit kan het voor hen moeilijk maken om te weten waar en hoe zij
belastingen moeten betalen. Taalbarrières en gebrek aan samenwerking tussen de
belastingdiensten van verschillende landen bij het oplossen van
grensoverschrijdende belastingkwesties maken de zaken er niet gemakkelijker op.
De burgers kunnen ook te maken krijgen met aanzienlijke administratieve
rompslomp, met name wanneer zij van andere landen teveel betaalde belasting
moeten terugkrijgen of wanneer als gevolg van tegenstrijdige belastingstelsels
dezelfde inkomsten tweemaal worden belast door verschillende lidstaten.
In 2012 maakten vragen over belastingen alleen al 9% uit van het totale
aantal Solvit‑zaken. Uw Europa - Advies, ondersteuningsdiensten zoals
consumentencentra in grensoverschrijdende regio's, en Eures melden ook dat zij
veel en uiteenlopende vragen over belastingen ontvangen. De Zweedse
Ylva is getrouwd met de Slowaakse Martin. Zij wonen in Zweden en zijn nu beiden
met pensioen. Terwijl Ylva alleen in Zweden heeft gewerkt, heeft Martin ook in
Slowakije gewerkt. Zij zouden nu naar Nederland willen verhuizen om dichter bij
hun kleinkinderen te zijn, maar hebben veel vragen in verband met hun fiscale
situatie en weten niet tot wie zij zich moeten wenden. Hoe zullen hun
pensioenen worden belast nadat zij zijn verhuisd? Hoe zit het met eventuele
successierechten? Wat moeten zij doen als zij na hun verhuizing met dubbele belasting
worden geconfronteerd? Als zij hun Zweedse huis behouden, waar zullen zij dan eigendomsbelasting
betalen en waar zullen de inkomsten van dat eigendom worden belast? In de loop
van 2013 zal de Commissie een overzicht opstellen van de beste praktijken
in de EU‑landen om de burgers in grensoverschrijdende belastingsituaties te
helpen. Ook zal zij follow‑upbesprekingen voeren met de nationale autoriteiten
om ervoor te zorgen dat die beste praktijken ruimere ingang vinden. Waaruit
kunnen die beste praktijken bestaan? Informatiecontactpunten van nationale instanties
die gespecialiseerd zijn in grensoverschrijdende belastingkwesties, websites
die de burgers basisinformatie verstrekken en hen naar het meest geschikte
contactpunt doorverwijzen, vereenvoudiging van de procedures om dubbele belasting
te voorkomen en in het buitenland teveel betaalde belasting terug te vragen, gedragscodes
voor belastingbetalers waarin hun basisrechten en -plichten worden beschreven,
en nauwe samenwerking tussen de EU‑landen om grensoverschrijdende
belastinggeschillen op te lossen. De Commissie zal
dit afstemmen op een nieuw initiatief inzake naleving voor de hele EU om ervoor
te zorgen dat alle nationale wetten die betrekking hebben op de door mobiele
personen te betalen belastingen in overeenstemming zijn met de rechtspraak van
het Hof van Justitie, en dat deze burgers niet te maken krijgen met onnodige administratieve
rompslomp wanneer zij hun recht uitoefenen naar een andere lidstaat te
verhuizen om er te werken of te verblijven. Maatregel 4: De Commissie zal in 2013 initiatieven nemen om beste praktijken
op het gebied van belasting in grensoverschrijdende situaties te bevorderen en
de juiste toepassing van het EU‑recht te waarborgen, zodat de Europese burgers
die verhuizen of over de grens werken, beter met de verschillende
belastingregels kunnen omgaan en met name dubbele belasting kunnen voorkomen. Rompslomp
in verband met auto's Momenteel worden de technische controles in de Unie op verschillende
manieren uitgevoerd: er worden verschillende voertuigcategorieën gecontroleerd,
de periodiciteit verschilt, de controlemethoden verschillen en de gebreken
worden anders beoordeeld. De controle van eenzelfde voertuig in verschillende
EU‑landen zou bijgevolg verschillende resultaten kunnen opleveren, wat tot
verschillende veiligheidsniveaus leidt. Omdat de normen uiteenlopen, erkennen
de EU‑landen elkaars keuringsbewijzen niet. Dit brengt onnodige administratieve
rompslomp en kosten met zich mee voor de burgers die met hun auto naar een
ander land reizen. De Litouwse Monika werkt vijf maanden per jaar in een hotel in een
Oostenrijks skigebied. Omdat zij in maart met haar auto naar de jaarlijkse
technische controle moet, net wanneer zij in Oostenrijk is, moet zij haar
verblijf onderbreken en helemaal naar Litouwen terugrijden. Het zou zoveel
gemakkelijker zijn als zij de technische controle in Oostenrijk zou kunnen plaatsvinden
en het keuringsbewijs automatisch in Litouwen en elders in de EU zou worden
erkend. In 2012 deed de Commissie voorstellen[50] om minimumnormen voor
de controle en de veiligheid van auto’s vast te stellen (deze moeten ertoe
leiden dat de kwaliteit van de controles wordt verhoogd, er vereisten voor de
controle‑apparatuur worden ingevoerd, de controleurs over meer vaardigheden
beschikken en het toezicht op de controlecentra wordt verscherpt). Op basis van
geharmoniseerde normen voor de technische controle van auto’s zal de Commissie
in de loop van 2014 concrete stappen zetten voor de ontwikkeling van een
elektronisch „voertuiginformatieplatform” dat de erkenning van de keuringsbewijzen
van de technische controle mogelijk moet maken. Maatregel 5: Op basis van haar werkzaamheden om de veiligheid op de weg
te verbeteren, zal de Commissie in de loop van 2014 stappen zetten voor de
ontwikkeling van een „voertuiginformatieplatform” om de erkenning van de keuringsbewijzen
van de technische controle mogelijk te maken, waardoor burgers gemakkelijker en
veiliger naar een ander EU‑land zullen kunnen reizen met hun auto. 2.3 – De meer
kwetsbaren in de EU beschermen De obstakels
voor burgers met een handicap uit de weg ruimen en de procedurele rechten van
burgers verder versterken, rekening houdend met de specifieke situatie van
kinderen en kwetsbare burgers Burgers met
een handicap Er zijn ongeveer 80 miljoen
personen met een handicap in de Europese Unie. Zij hebben vaak recht op
bepaalde voordelen, met name in verband met het openbaar vervoer of culturele
instellingen, op basis van hun gehandicaptenkaart. Anders dan de parkeerkaarten
voor personen met een handicap, waarvoor bijna vijftien jaar geleden een
gemeenschappelijk EU‑model werd opgesteld, worden de gehandicaptenkaarten
alleen erkend in de lidstaat van afgifte, wat de zaken bemoeilijkt voor
personen met een handicap die naar een ander EU‑land reizen. Seán, een
Ierse burger met een handicap, zou graag zijn klasgenoten vergezellen op de
jaarlijkse schoolreis. Hij is echter niet zeker dat zijn Ierse
gehandicaptenkaart in andere EU‑landen zal worden erkend en dat hij dus onder
dezelfde voorwaarden als de lokale bewoners met een handicap gebruik zal kunnen
maken van vervoer. Als Seán een EU‑gehandicaptenkaart had, zou hij er zeker van
zijn dat hij in aanmerking komt voor sommige specifieke voordelen die de
onderdanen van dat land genieten. De Commissie zal
een proefproject starten om een wederzijds erkende EU‑gehandicaptenkaart te
ontwikkelen, waardoor het voor personen met een handicap die naar andere EU‑landen
reizen, gemakkelijker wordt om aanspraak te maken op gelijke behandeling als
het aankomt op toegang tot vervoer, toerisme, cultuur en ontspanning. Maatregel 6: De Commissie zal de mobiliteit van personen met een
handicap binnen de EU bevorderen door in 2014 de ontwikkeling te
ondersteunen van een wederzijds erkende EU‑gehandicaptenkaart, waardoor binnen
de EU gelijke toegang wordt gewaarborgd tot bepaalde specifieke voordelen
(voornamelijk op het gebied van cultuur, ontspanning, toerisme en vervoer). Procedurele
rechten van burgers Eenieder wordt
voor onschuldig gehouden totdat zijn schuld is komen vast te staan[51]. Politiële en
justitiële samenwerking en de wederzijdse erkenning van beslissingen kunnen
worden bemoeilijkt doordat nationale regels inzake het vermoeden van onschuld
uiteenlopen. Daardoor ontstaat ook onzekerheid bij de burgers over de
bescherming die zij in een ander EU‑land kunnen krijgen. Voorts verschilt het
recht op rechtsbijstand in strafprocedures[52]
aanzienlijk van lidstaat tot lidstaat en zijn personen die in een ander EU‑land
in een strafprocedure worden verdacht of beschuldigd, momenteel niet altijd
verzekerd van doeltreffende en snelle rechtsbijstand. Bepaalde
verdachten of beschuldigden zijn extra kwetsbaar, omdat zij door hun leeftijd
of geestelijke of lichamelijke toestand moeite hebben om gesprekken te
verstaan, te volgen of er doeltreffend aan deel te nemen. Aangezien hun recht
op een eerlijk proces hierdoor in het gedrang kan komen, is het des te
belangrijker dat het vermoeden van onschuld en rechtsbijstand gewaarborgd zijn.
Bij de openbare raadpleging over het EU‑burgerschap steunde 73% van de
respondenten het idee kinderen en kwetsbare volwassenen waarborgen op een
eerlijk proces te geven, die in alle EU‑landen van toepassing moeten zijn. Christian, een
16-jarige die met zijn ouders in een ander EU‑land woont dan zijn land van
herkomst, wordt thuis aangehouden en naar het politiekantoor gebracht om er te
worden ondervraagd in verband met de diefstal van een auto die eerder die dag
gevonden is in de buurt van het gebouw waar hij woont. Hij wordt bijna zes uur
ondervraagd. Eerst ontkent hij alle betrokkenheid bij de diefstal, later bekent
hij de auto te hebben gestolen nadat de politie hem heeft gezegd dat een bekentenis
een gunstig effect zou hebben op zijn zaak. Christian wordt ondervraagd zonder
dat hij contact mag hebben met zijn ouders en zonder dat een advocaat aanwezig
is. Hij wordt niet geïnformeerd over zijn recht te zwijgen en zichzelf niet te
beschuldigen. De Commissie is
van plan tegen eind 2013 een pakket rechtsinstrumenten voor te stellen om
het vermoeden van onschuld en het recht op rechtsbijstand te waarborgen wanneer
een burger die in een ander EU‑land verdacht of strafrechtelijk vervolgd wordt,
en om de procedurele rechten van kinderen en kwetsbare personen te versterken. Maatregel 7: De Commissie zal tegen eind 2013 een pakket
rechtsinstrumenten voorstellen om de procedurele rechten van de EU‑burgers die worden
verdacht of strafrechtelijk vervolgd, verder te versterken, en daarbij rekening
houden met de specifieke situatie van kinderen en kwetsbare burgers. 2.4 – De
belemmeringen voor winkelen in de EU wegnemen Geringe
vorderingen van burgers De voorbije
twaalf maanden hebben vier op de tien burgers via het internet goederen of
diensten gekocht of besteld voor particuliere doeleinden (40%). Meer Europeanen
kopen goederen of diensten van verkopers die in andere EU‑landen gevestigd zijn
dan twee jaar geleden (+4 procentpunten). Bijna één op drie koopt offline en
online goederen van bedrijven die in andere lidstaten zijn gevestigd (30%)[53]. Het feit dat winkelen
binnen de EU gemakkelijker is geworden, kan meebrengen dat er meer geschillen
ontstaan. Die moeten op een snelle en gemakkelijke manier worden opgelost om de
burgers niet te ontmoedigen. De Europese verordening
inzake geringe vorderingen[54]
voerde een aantal praktische oplossingen in om grensoverschrijdende procedures
voor vorderingen van minder dan 2 000 EUR te vereenvoudigen: zo hoeft
de beslissing niet te worden erkend om in het buitenland ten uitvoer te kunnen
worden gelegd en kan de procedure schriftelijk worden gevoerd aan de hand van
een standaardformulier. Uit de klachten die burgers naar de Commissie hebben
gestuurd, blijkt echter dat de bestaande verordening moet worden aangescherpt,
omdat de praktijk in veel lidstaten te wensen overlaat. Hierbij moet worden
gedacht aan het gebrek aan praktische bijstand bij het invullen van het
verzoek, afwijking van het beginsel van de schriftelijke procedure, onnodige
zittingen, onvoldoende gebruik van tele- en videoconferentie om getuigen te
horen, enz. Tibor, die in
Hongarije woont, wil een nieuwe tv kopen. Hij vindt de ideale tv in een winkel in
zijn buurt voor 2 750 EUR, maar besluit op het internet naar een
betere prijs te zoeken. Hij vindt exact dezelfde tv voor 2 200 EUR en
bestelt deze online. De tv wordt tijdig geleverd, maar tot zijn verrassing is
de tv zwart en niet zilverkleurig, de kleur die hij had besteld. Hij stuurt de
tv terug en vraagt zijn geld terug. De verkoper laat niets van zich horen.
Omdat de verkoper in Portugal gevestigd is, vraagt Tibor zich af hoe hij
verhaal kan halen. Een vriend vertelt hem over de Europese procedure voor
geringe vorderingen op het Europees e‑justitieportaal[55] en snel zien zij
alle voordelen daarvan in: de vordering kan in Hongarije worden ingediend, in
plaats van in Portugal, zonder dat er een advocaat aan te pas komt of naar de
rechtbank hoeft te worden gegaan. Dan beseft hij dat hij geen gebruik zal
kunnen maken van deze gemakkelijke procedure, omdat het plafond voor de
Europese procedure voor geringe vorderingen 2 000 EUR is. De burgers
beschouwen het optrekken van het plafond voor de Europese procedure voor
geringe vorderingen noodzakelijk om het voor consumenten gemakkelijker te maken
om in een ander EU‑land verhaal te halen[56].
In de Eurobarometer over geringe vorderingen van 2013 lieten de
respondenten weten dat zij vooral door de volgende factoren zouden worden
aangemoedigd om zich tot een rechtbank in hun land te wenden: de mogelijkheid
de procedure alleen schriftelijk te voeren zonder naar de rechtbank te hoeven gaan
(37%), de mogelijkheid de procedure te voeren zonder een advocaat in de arm te hoeven
nemen (31%) en de mogelijkheid de procedure online te voeren (20%). De
Commissie zal de bestaande regels herzien om de Europese procedure voor geringe
vorderingen verder te vereenvoudigen, ervoor te zorgen dat de door de procedure
geboden faciliteiten volledig worden benut en het huidige plafond tot 25 000 EUR
op te trekken. De betrokken verordening zal ook een rechtskader creëren op
grond waarvan de burgers de procedure online kunnen voeren. Maatregel 8: De Commissie zal tegen eind 2013 de Europese
procedure voor geringe vorderingen herzien om het eenvoudiger te maken
geschillen in verband met aankopen in een ander EU‑land op te lossen. Burgers die
online winkelen De Europese
consumenten worden beschermd door wetgeving die garandeert dat zij eerlijk
worden behandeld, veilige producten kopen, uitgebreide informatie krijgen
voordat zij een aankoop doen en, zoals hierboven toegelicht, verhaal kunnen
halen wanneer iets verkeerd loopt[57].
In februari 2013 heeft de Commissie een pakket maatregelen aangenomen om
de veiligheid van consumentenproducten te verbeteren, waaronder de producten
die online worden gekocht, teneinde het vertrouwen van de burgers te vergroten
en de verkoop te stimuleren[58]. Ondanks deze
bescherming ondervinden de burgers nog altijd problemen, met name wanneer zij
online aankopen doen, zo meldt bijna één op vier deelnemers (24%) aan de
openbare raadpleging over het EU‑burgerschap van 2012. De consumenten
missen vaak cruciale informatie wanneer zij digitale producten vergelijken of
kopen (bv. audiovisuele downloads zoals muziek, films of games). Wanneer er informatie
voorhanden is, is die niet altijd begrijpelijk voor niet‑deskundigen. Zij
vinden het vaak moeilijk om te bepalen of zij het product op hun toestel zullen
kunnen gebruiken en om te beoordelen welke kwaliteit zij zullen krijgen. Florian zoekt
naar de beste website om het nieuwe album van zijn favoriete rockband te kopen
en te downloaden. Het album kan worden gedownload via een grote onlinewinkel.
Pas na de aankoop beseft hij dat hij ook de musicplayer van de winkel moet
kopen om het album te kunnen afspelen. Als er op een gebruiksvriendelijke
manier relevante informatie over de belangrijkste kenmerken, interoperabiliteit
en functies was verstrekt, had Florian gemakkelijk de verschillende
aanbiedingen kunnen vergelijken en kwalitatief hoogwaardige muziekbestanden
kunnen kopen die op zijn audioplayer zouden werken. De Commissie is
voornemens ervoor te zorgen dat consumenten die digitale producten kopen, op
een duidelijke en vergelijkbare manier alle belangrijke informatie krijgen. Als er over de
informatieverplichtingen voor digitale producten richtsnoeren worden verstrekt,
zullen de nationale autoriteiten gemakkelijker de regels inzake
consumentenbescherming kunnen handhaven. De Commissie zal ook een model voor
belangrijke informatie ontwikkelen (bv. prijs, type contract, recht op
intrekking, interoperabiliteit met hardware en software, functionaliteit zoals
het gebruikte digitale formaat, de kwaliteit van het bestand, de grootte van
het bestand, de mogelijkheid om het product te gebruiken op andere toestellen
van de consument, de mogelijkheid kopieën voor eigen gebruik te maken, enz.),
die op een eenvormige en gebruiksvriendelijke manier en op het juiste moment
(bv. wanneer het aanbod wordt gedaan) op het scherm moet verschijnen. Dit zal het ook
gemakkelijker maken om digitale producten te vergelijken en precieze
prijsvergelijkingswebsites te ontwikkelen. In 2010 raadpleegde meer dan 80%
van de Europese consumenten prijsvergelijkingswebsites en vijf op de tien
consumenten raadpleegden die websites minstens éénmaal per maand[59]. De Commissie zal er in
overleg met de belanghebbenden naar blijven streven om de transparantie en de
betrouwbaarheid van dergelijke hulpmiddelen voor consumenten te verbeteren[60]. De Commissie is
ook voornemens tegen het voorjaar van 2014 een speciale
voorlichtingscampagne in de EU te starten om de burgers meer bewust te maken
van hun rechten als consument en op die manier hun vertrouwen in de onlinemarkt
te vergroten. Maatregel 9: De Commissie zal tegen het voorjaar van 2014 in nauwe
samenwerking met de nationale handhavingsinstanties en belanghebbenden een
model ontwikkelen voor de belangrijkste informatie die online moet worden
vermeld om digitale producten gemakkelijk met elkaar te kunnen vergelijken. In
diezelfde periode zal zij in de hele EU een speciale voorlichtingscampagne over
consumentenrechten starten. 2.5 – Gerichte
en toegankelijke informatie in de EU Lokale besturen en recht van vrij
verkeer van de burgers De loketten van lokale
overheden spelen een belangrijke rol in de handhaving van het recht van vrij
verkeer van de burgers. Vaak gaat het om het eerste aanspreekpunt van burgers
die zich in een nieuwe stad vestigen, zodat de loketten een primaire bron van
informatie en bijstand zijn. Uit klachten die door de Commissie en de ondersteuningsdiensten
van de EU worden ontvangen, blijkt echter dat de problemen die EU‑burgers
ondervinden wanneer zij in een ander EU‑land dan hun eigen land gaan wonen,
vaak te wijten zijn aan het feit dat de loketbeambten van lokale overheden niet
voldoende vertrouwd zijn met het recht van vrij verkeer van de EU‑burgers. Dit
wordt bevestigd door de resultaten van een studie die in 2012 door het
Comité van de Regio's werd uitgevoerd[61]
en door de openbare raadpleging over het EU‑burgerschap van 2012. Eén op
de vier burgers die in een ander EU‑land wonen, meldt problemen (27%) en bijna
één op de twee zegt dat het personeel van lokale besturen niet voldoende
informatie heeft over hun EU‑rechten (47%). Het personeel van de lokale
besturen zou dus de mogelijkheid moeten krijgen om zich volledig vertrouwd te
maken met de regels inzake vrij verkeer. Bron: openbare
raadpleging over het EU‑burgerschap van 2012 - Basis: respondenten die
problemen ondervonden toen zij naar een ander EU‑land verhuisden of er verbleven. De Belgische Cécile en haar echtgenoot
Nicolás, een Argentijn, verhuizen naar een ander EU‑land en zodra zij daar
wonen, solliciteert Nicolás met succes bij een lokaal bedrijf. Wanneer het
bedrijf informatie inwint, zegt de ambtenaar bij de gemeente echter dat Nicolás
een werkvergunning moet hebben, zonder eraan te denken dat die verplichting
niet geldt voor familieleden van EU‑burgers die hun recht van vrij verkeer
uitoefenen. Nicolás wordt daardoor niet aangenomen. De Commissie zal
tegen eind 2014 een e‑opleidingsinstrument voor lokale besturen
ontwikkelen om ervoor te zorgen dat de EU‑burgers die zich bij een gemeente elders
in de EU melden, worden geholpen door loketbeambten die een grondige kennis
hebben van hun rechten en de voorwaarden en procedures om die rechten uit te
oefenen. De Commissie zal
vanaf 2013 via haar jumelageregeling de uitwisseling van beste
praktijken tussen gemeenten ondersteunen, alsook projecten om de kennis van de
rechten van burgers te vergroten en de handhaving daarvan te vereenvoudigen. Maatregel 10: De Commissie zal maatregelen nemen om ervoor te zorgen
dat de lokale overheden mogelijkheden krijgen om zich volledig vertrouwd te
maken met het recht van vrij verkeer van de EU-burgers. Burgers die
willen weten tot wie zij zich moeten wenden om naleving van hun rechten
geëerbiedigd af te dwingen Maar al te vaak
weten burgers niet wat zij moeten doen wanneer hun rechten niet worden
geëerbiedigd, en met name of zij zich moeten wenden tot nationale autoriteiten,
EU‑instellingen of andere instanties zoals het Europees Hof voor de rechten van
de mens. Zelfs wanneer het duidelijk is dat het gaat om een aangelegenheid voor
de EU‑instellingen, zijn de burgers vaak niet zeker tot wie zij zich moeten
wenden. Uit de
Eurobarometer over het EU‑burgerschap van 2013 blijkt dat net iets minder
dan een kwart van de respondenten (24%) zich redelijk of zeer goed geïnformeerd
acht over wat zij kunnen doen wanneer hun EU‑rechten niet worden geëerbiedigd.
Ruwweg de helft van de respondenten (51%) heeft de indruk niet zeer goed
geïnformeerd te zijn, terwijl daarnaast een kwart van de respondenten (23%) meent
helemaal niet geïnformeerd te zijn. Bron: Eurobarometer over het EU‑burgerschap van 2013. Deze bevindingen
werden bevestigd door de openbare raadpleging over het EU‑burgerschap van 2012.
Veel respondenten meldden ook dat de hulpmiddelen die in de vraag werden
genoemd (Solvit, Europe Direct, Uw Europa - Advies) nieuw voor hen waren. De
meerderheid van alle respondenten gaf aan dat zij blij zouden zijn met een
online hulpmiddel waardoor zij gemakkelijker te weten zouden kunnen komen op
welk niveau (EU, nationaal of lokaal) hun probleem het best zou kunnen worden
opgelost (63%). Bron: openbare raadpleging over het EU‑burgerschap van 2012 -
Basis: alle respondenten. De Sloveense Maja koopt een klein
appartement in Bulgarije, maar ontdekt achteraf dat het gebouw niet voldoet aan
verschillende bouwvoorschriften en dat de makelaar die informatie had
achtergehouden. Zij denkt dat haar grondrecht op eigendom geschonden is, maar
vraagt zich af of zij een klacht moet indienen bij de Europese Commissie, de
Europese Ombudsman of de Bulgaarse of de Sloveense Ombudsman. Zij weet niet dat
de nationale consumentenautoriteiten de juiste instantie zijn tot wie zij zich moet
wenden. Het
éénloketsysteem Uw Europa en Europe Direct alsook de andere thematische
hulpmiddelen die de burgers praktische informatie over hun rechten bieden,
zullen verder worden uitgebouwd. De Commissie zal
op haar centrale Europa‑website de burgers op een gebruiksvriendelijke manier
doorverwijzen naar de dienst die bevoegd is om hun probleem op te lossen,
hetzij ondersteuningsdiensten en instellingen van de EU, hetzij nationale en
lokale instanties. Maatregel 11: De Commissie zal er in de loop van 2013 voor zorgen
dat burgers gemakkelijker te weten kunnen komen tot wie zij zich moeten wenden
om verhaal te halen. Zij zal hiertoe op haar centrale Europa‑website duidelijke
richtsnoeren verstrekken. 2.6 – Aan het
democratisch proces van de Unie deelnemen De kiesrechten
van de burgers versterken en hun volledige deelname aan het democratisch proces
in de EU bevorderen Burgers en hun politieke deelname in de
EU De volledige deelname van de EU‑burgers aan
het democratisch proces van de EU, op alle niveaus, behoort tot het wezen van
het EU‑burgerschap. Het mobiliseren van de burgers, het versterken van de
dialoog met de maatschappelijke organisaties en het aanmoedigen van vrije en
pluralistische media zijn van cruciaal belang voor een geïnformeerd politiek
debat in een democratisch bestel. Deelname aan de verkiezingen voor het
Europees Parlement is de belangrijkste manier waarop de burgers hun stempel op
het EU‑beleid kunnen drukken en vormt de hoeksteen van de representatieve
democratie in de Europese Unie. Ongeveer zes op de tien EU‑burgers denken dat
hun stem uitbrengen bij de Europese verkiezingen de beste manier is om ervoor
te zorgen dat zij door de EU‑beleidsmakers worden gehoord[62]. De Commissie deed
onlangs aanbevelingen om de Europese verkiezingen nog transparanter te maken en
de banden tussen de burgers en de EU te versterken, en beklemtoonde daarbij dat
de Europese politieke partijen daarin een belangrijke rol moeten spelen[63]. Voorts zal de
Commissie het gebruik van het Europees burgerinitiatief blijven aanmoedigen. Om de EU‑burgers meer bewust te maken van het
EU‑burgerschap en de concrete daaraan verbonden rechten, met name hun
kiesrechten, en van hun mogelijkheden om aan het besluitvormingsproces van de
EU deel te nemen, zal de Commissie een handboek opstellen waarin de aan het EU‑burgerschap
verbonden rechten duidelijk, beknopt en leesbaar worden toegelicht, en
bevorderen dat dit handboek ruime verspreiding krijgt. Zo zou het handboek door
de nationale autoriteiten kunnen worden verspreid onder alle jonge EU‑burgers
die de stemgerechtigde leeftijd hebben bereikt, maar het zou ook bij andere
gelegenheden kunnen worden verspreid, zoals de aangifte van geboorten, de
afgifte van paspoorten of de verwerving van de nationaliteit van een lidstaat,
of kunnen dienen als materiaal in schoolcurricula, met name over burgerschap. Burgers en hun recht deel te nemen aan
verkiezingen in hun EU‑land van herkomst Europeanen zijn algemeen de mening toegedaan
dat EU‑burgers niet louter wegens hun verhuizing naar een ander EU-land het
recht mag worden ontnomen hun stem uit te brengen bij de nationale verkiezingen
in het land waarvan zij de nationaliteit bezitten. Bron: openbare
raadpleging over het EU‑burgerschap van 2012 - Basis: alle respondenten. Bron: Eurobarometer over
de kiesrechten van 2013. Een Deens koppel krijgt interessant werk
aangeboden in een bedrijf in Polen en verhuist naar daar, terwijl hun dochter
in Denemarken blijft om haar studies te voltooien. Zij gaan vaak terug naar
Kopenhagen om hun familie en vrienden te zien en blijven de politieke en
sociale ontwikkelingen in Denemarken aandachtig volgen, omdat zij uiteindelijk
naar Denemarken willen terugkeren. Zij kunnen echter niet stemmen bij de
nationale verkiezingen, omdat Deense burgers die het land verlaten volgens de
huidige wetgeving alleen als kiezer ingeschreven mogen blijven als zij laten
registreren dat zij van plan zijn binnen twee jaar terug te keren. Als er nationaal beleid bestaat om het
kiesrecht te ontnemen, wordt dit doorgaans gerechtvaardigd door het feit dat de
band met de samenleving van herkomst na een zekere tijd in het buitenland
verwaterd is. Dit argument zou opnieuw moeten worden bekeken in het licht van
de huidige sociaaleconomische en technologische realiteit, het feit dat mensen
gemakkelijker kunnen reizen en de toegenomen sociale en culturele verwevenheid
binnen de EU. In een ander EU‑land verblijven betekent niet langer dat de
banden met het land van herkomst definitief worden doorgeknipt, zoals dat in
het verleden soms wel het geval was. De EU‑burgers zouden nu in staat moeten
zijn om zelf te beslissen of zij willen blijven deelnemen aan het politieke
leven in het land waarvan zij de nationaliteit bezitten, of willen investeren
in het politieke leven van hun gastsamenleving. In de discussies op de
gezamenlijke hoorzitting van het Europees Parlement en de Commissie over het EU‑burgerschap
van 19 februari 2013 werd er ook op gewezen dat het absurd is dat EU‑burgers
wezenlijke politieke rechten worden ontnomen net omdat zij hun EU‑grondrecht
van vrij verkeer hebben uitgeoefend. Zij die hun recht van vrij verkeer hebben
uitgeoefend, kunnen zich in een minder gunstige positie bevinden dan wanneer
zij in eigen land waren gebleven of hun verblijf in een ander EU‑land hadden
ingekort. Er zijn op nationaal niveau procedures gevoerd waarin werd betwist
dat nationaal beleid tot ontneming van kiesrechten conform het EU‑recht is[64], maar tot dusver is er
nog geen prejudiciële vraag dienaangaande aan het Hof van Justitie voorgelegd. Burgers en
hun recht deel te nemen aan verkiezingen in hun EU‑land van verblijf EU-burgers hebben actief en passief kiesrecht
bij gemeenteraadsverkiezingen en verkiezingen voor het Europees Parlement in
het gastland, onder dezelfde voorwaarden als de eigen onderdanen. Deze rechten
waren bedoeld om concreet effect te geven aan het beginsel dat onderdanen en
niet‑onderdanen niet mogen worden gediscrimineerd, en de EU‑burgers in staat te
stellen beter te integreren en deel te nemen aan het democratisch proces in hun
gastland[65].
Deze rechten hebben echter geen betrekking op de belangrijkste niveaus van
politieke deelname, namelijk het nationale niveau en het regionale niveau (in
de 13 lidstaten waar de regio’s wetgevende bevoegdheden hebben)[66]. Deze asymmetrie brengt mee dat EU‑burgers die
reeds lid zijn van de gemeenschap op lokaal niveau, zich niet kunnen uitspreken
over beslissingen van de nationale wetgever die hen rechtstreeks aangaan. Deze
leemte in de gelijke behandeling en in de politieke participatie voor EU‑burgers
die hun EU‑grondrecht van vrij verkeer en verblijf binnen de EU uitoefenen, dreigt
groter te worden naarmate de Europese integratie voortschrijdt en de deelname
van de EU‑burgers aan het democratisch proces van de Unie belangrijker wordt. Bij de openbare raadpleging over het EU‑burgerschap
van 2012 en de Eurobarometer over de kiesrechten van 2013 was respectievelijk
72% en 67% van de respondenten van mening dat niet-onderdanen uit de EU zouden
moeten kunnen stemmen in de nationale verkiezingen van hun gastland. Dit is een
aanzienlijke stijging ten opzichte van 2010 (+17 procentpunten). Bron: openbare
raadpleging over het EU‑burgerschap van 2012 - Basis: alle respondenten. Bron: Eurobarometer
over de kiesrechten van 2013. In verband met de regionale verkiezingen antwoordde
64% van de respondenten in de Eurobarometer over de kiesrechten van 2013
dat de EU‑burgers kiesrecht zouden moeten krijgen (gesteld dat in dat land
dergelijke verkiezingen worden gehouden). Ook dit is een aanzienlijke stijging
ten opzichte van 2010 (+10 procentpunten). Bron: Eurobarometer
over de kiesrechten van 2013. Als EU-burgers die in een ander EU‑land wonen,
op grond van hun banden met de lidstaat waarvan zij de nationaliteit bezitten,
of de banden die zij geleidelijk met hun lidstaat van verblijf hebben opgebouwd,
zouden mogen kiezen in welk van deze twee landen zij hun belangrijkste
politieke rechten willen uitoefenen, zouden hun inclusie en deelname aan het
democratisch proces van de Unie een nieuwe stimulans krijgen. Overigens is ontwikkeling
van de aan het EU‑burgerschap verbonden rechten vervat in het Verdrag zelf (bv.
artikel 25 VWEU). In de context van de ruimere denkoefeningen over de
toekomst van de Europese Unie zal de Commissie onderzoeken op welke manieren de
EU‑burgers zouden kunnen deelnemen aan de nationale en regionale verkiezingen
in hun land van verblijf. Burgers en hun toegang tot een Europees
debat Momenteel acht 68% van de EU‑burgers zich niet
voldoende geïnformeerd over Europese aangelegenheden. 74% van de mensen met een
negatieve perceptie van de EU beschouwen zichzelf als niet goed geïnformeerd.
Hoewel het internet en de sociale media steeds meer ingang vinden, zeker bij de
jongere burgers, is televisie voor de meeste mensen (58%) nog altijd de belangrijkste
bron van informatie over Europese aangelegenheden[67]. De richtlijn
audiovisuele mediadiensten[68]
bevordert pluralisme in de media door de nationale markten open te stellen voor
omroeporganisaties en aanbieders van video-op-aanvraag uit andere EU‑landen.
Daarnaast heeft het internet de toegang tot content uit andere lidstaten
gemakkelijker gemaakt. De nationale televisiezenders brengen echter vaak vanuit
een nationaal standpunt en louter voor een nationaal publiek verslag uit over
Europese kwesties. Als de burgers vanuit een Europees standpunt en vanuit
verschillende nationale perspectieven uit andere lidstaten informatie over
Europese kwesties zouden krijgen, zou de Europese publieke ruimte worden
uitgebreid en zou er een beter geïnformeerd democratisch debat ontstaan[69]. Maatregel 12: De Commissie zal de volgende stappen ondernemen: - de EU‑burgers meer bewust maken van de aan hun EU‑burgerschap
verbonden rechten, en vooral hun kiesrechten, door in mei 2014 op de dag
van Europa een handboek uit te brengen waarin die EU‑rechten in heldere en eenvoudige
taal worden uitgelegd; - constructieve oplossingen voorstellen om EU‑burgers die in een ander
EU‑land wonen, in staat te stellen hun kiesrecht bij de nationale verkiezingen
in hun land van herkomst te behouden zodat zij volledig kunnen deelnemen aan
het democratisch proces van de EU; en - in 2013 nagaan hoe de Europese publieke ruimte kan worden
uitgebreid en ontwikkeld op basis van bestaande nationale en Europese
structuren, om ervoor te zorgen dat de publieke opinie niet langer langs
nationale grenzen uiteenvalt. 3. Conclusie: Een nieuwe
stimulans voor het EU‑burgerschap Het verslag over het EU‑burgerschap 2013
en de brede raadplegingen die voor input hebben gezorgd, berusten op de
ervaringen van de burgers. De Commissie wil ervoor zorgen dat zij hun EU‑rechten
volledig kunnen genieten en kunnen profiteren van de voordelen van het
burgerschap van de Unie in hun dagelijkse leven. Dit verslag en de debatten daarover moeten er samen
met het Europees jaar van de burger[70]
en de burgerdialogen[71]
voor zorgen dat burgers, politici, deskundigen en maatschappelijke organisaties
in de aanloop naar de Europese verkiezingen van 2014 een echt debat voeren
over de totstandkoming van een sterkere en steeds hechtere Unie die de burgers
centraal stelt. Commissievoorzitter Barroso benadrukte in zijn
State of the Union‑toespraak van 2012 dat Europa steeds democratischer moet
worden. De EU‑burgers zullen het Europese project blijven dragen als zij de concrete
voordelen zien die het voor hen en hun familie oplevert, zij zich met het doel
en de visie van het project vereenzelvigen en zij bij het proces worden betrokken. BIJLAGE 1 Follow-up
van het verslag over het EU‑burgerschap 2010: 25 uitgevoerde maatregelen In het verslag over het EU‑burgerschap 2010
werden 25 maatregelen geformuleerd die de Commissie zou gaan nemen om de
belemmeringen weg te nemen die de EU‑burgers ondervinden als zij in hun
dagelijkse leven hun EU‑rechten willen uitoefenen. In deze bijlage wordt een
overzicht gegeven van de voornaamste maatregelen die de Commissie heeft genomen
om haar toezeggingen van 2010 na te komen[72]. Juridische
duidelijkheid verschaffen over de eigendomsrechten van internationale paren -
Maatregel 1 De Commissie nam op 16 maart 2011 twee
voorstellen aan voor verordeningen betreffende de bevoegdheid, het
toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen op
het gebied van - huwelijksvermogensstelsels[73], en - de vermogensrechtelijke gevolgen van
geregistreerde partnerschappen[74]. De voorgestelde verordeningen hebben als doel
internationale paren die in geval van echtscheiding, scheiding van tafel en bed
of overlijden eigendomskwesties moeten oplossen, te helpen bij het bepalen welk
recht toepasselijk is en welke rechtbank bevoegd. Ze bevatten ook regels om
door middel van één enkele procedure gerechtelijke beslissingen inzake eigendom
van een paar in alle lidstaten te laten erkennen en ten uitvoer te leggen. Volgens
ramingen zouden paren hierdoor gemiddeld 2 000 à 3 000 EUR per
zaak kunnen uitsparen, afhankelijk van de complexiteit van de zaak. Wegnemen
van omslachtige en dure formaliteiten voor de grensoverschrijdende erkenning
van documenten van de burgerlijke stand en vergemakkelijken van de
grensoverschrijdende toegang tot justitie - Maatregelen 2 en 3 Maatregel 2 Op 14 december 2010 bracht de
Commissie een groenboek uit („Minder administratieve formaliteiten
voor burgers: de bevordering van het vrije verkeer van openbare documenten en
de erkenning van de gevolgen van akten van de burgerlijke stand”)[75]. Daarmee werd de
aanzet gegeven voor een openbare raadpleging die tot 10 mei 2011
liep. Op 24 april 2013 stelde de Commissie een verordening[76] voor, die het voor de
burgers gemakkelijker zal maken om openbare akten die in grensoverschrijdende
situaties nodig zijn (zoals geboorte-, overlijdens- of huwelijksakten of akten
in verband met onroerend goed) te doen erkennen. Door de voorgestelde regels
worden de administratieve formaliteiten vereenvoudigd, wat de rompslomp
vermindert. Ook zullen de kosten van vertaling voor het gebruik van openbare
akten binnen de EU minder hoog oplopen. Het voorstel omvat ook meertalige EU‑standaardformulieren,
die de burgers onder meer in verband met geboorte, huwelijk en overlijden
kunnen aanvragen. Maatregel 3 De Commissie startte in juli 2010 het Europees
e-justitieportaal, een elektronisch éénloketsysteem dat
in de hele EU toegang tot justitie biedt. Burgers die te maken
hebben zaken als echtscheiding, overlijden, geschillen of verhuizing, en die
hun rechten voor een rechtbank van een ander EU‑land moeten handhaven, kunnen
snel antwoorden krijgen op een aantal vragen. Zij kunnen met name een
beoefenaar van een juridisch beroep in een ander land vinden en te weten komen
hoe zij via bemiddeling dure gerechtelijke procedures kunnen voorkomen, van
welke lidstaat het recht toepasselijk is in hun zaak en of zij voor
rechtsbijstand in aanmerking komen. Versterken van de bescherming van verdachten en beklaagden in
strafzaken en van slachtoffers van een misdaad - Maatregelen 4 en 5 Maatregel 4 De Commissie
diende op 8 juni 2011 een voorstel voor een richtlijn[77] in
betreffende het recht op toegang tot een advocaat in strafprocedures en
betreffende het recht op communicatie bij aanhouding om ervoor te zorgen
dat iedere verweerder in een strafprocedure op dezelfde elementaire rechten kan
rekenen, ongeacht zijn nationaliteit en het EU‑land waar de procedure
plaatsvindt. Dit voorstel legt voor de hele Europese Unie minimumnormen vast
betreffende het recht van verdachten en beklaagden op toegang tot een advocaat
en voor het recht van personen in hechtenis op communicatie met een persoon van
hun keuze, zoals een familielid, werkgever of consulaire autoriteit[78]. Maatregel 5 Op 18 mei 2011 presenteerde de
Commissie de volgende documenten: - een mededeling over een betere
rechtspositie voor slachtoffers in de EU[79],
waarin het standpunt van de Commissie inzake de maatregelen in verband met de
slachtoffers van misdrijven wordt uiteengezet; - een voorstel voor een richtlijn
tot vaststelling van minimumnormen voor de rechten en de bescherming van
slachtoffers van misdrijven en voor slachtofferhulp[80],
dat als doel heeft de bestaande nationale maatregelen te versterken met voor de
hele EU geldende minimumnormen, zodat ieder slachtoffer op dezelfde elementaire
rechten kan rekenen, ongeacht zijn nationaliteit en het EU‑land waar het
misdrijf heeft plaatsgevonden; en - een voorstel voor een
verordening betreffende de wederzijdse erkenning van beschermingsmaatregelen in
burgerlijke zaken[81] (tot aanvulling van de richtlijn betreffende het Europees
beschermingsbevel[82]
van 2012, dat van toepassing is op beschermingsmaatregelen in criminele
zaken). Het voorstel heeft als doel ervoor te zorgen dat de slachtoffers
van geweld nog altijd kunnen rekenen op een beschermingsmaatregel tegen de
dader als zij naar een ander EU‑land reizen of verhuizen. Op basis van het voorstel van de Commissie
werd op 25 oktober 2012 Richtlijn 2012/29/EU[83] tot vaststelling
van minimumnormen voor de rechten, de ondersteuning en de bescherming van
slachtoffers van strafbare feiten aangenomen. De daarin vastgestelde
minimumvoorschriften garanderen onder meer dat slachtoffers op een respectvolle
manier worden behandeld, informatie ontvangen over hun rechten en hun zaak en
actief aan de procedure kunnen deelnemen. Ze garanderen ook dat er in
elke lidstaat slachtofferhulp bestaat, dat wordt vastgesteld welke slachtoffers
in verband met hun kwetsbaarheid specifieke bescherming behoeven (waaronder
kinderen) en dat die slachtoffers de juiste bescherming krijgen. Oplossen
van belastingproblemen in grensoverschrijdende situaties, met name bij de
belasting van auto’s[84]
en vereenvoudigen van de procedures om auto’s opnieuw in te schrijven -
Maatregel 6 De Commissie publiceerde op 20 december 2010[85] de mededeling
„Wegwerken van grensoverschrijdende fiscale obstakels voor EU-burgers”.
Daarin werd een overzicht gegeven van de ernstigste fiscale problemen waarmee
EU‑burgers in grensoverschrijdende situaties te maken hebben. Ook kondigde de
Commissie haar voornemen aan om op sommige specifieke gebieden voorstellen te
doen en meer algemeen de lidstaten te helpen om hun belastingstelsels
compatibeler te maken en beter samen te werken in het belang van de EU‑burgers.
Daarnaast stelde de Commissie inbreuken op het EU‑recht vast en ondernam
zij waar nodig stappen tegen de betrokken lidstaten. In de mededeling „Dubbele belasting in de
interne markt” van 11 november 2011[86] kwamen de
voornaamste problemen met dubbele belasting binnen de EU aan bod en werden
concrete maatregelen beschreven die de Commissie aan de lidstaten zal
voorstellen om die problemen aan te pakken, zoals de oprichting van een forum
inzake dubbele belasting en de aanneming door de lidstaten van een gedragscode
en een mechanisme voor geschillenregeling. Voorts presenteerde de Commissie op 15 december 2011
een allesomvattend initiatief inzake successiebelasting, met inbegrip van
een aanbeveling[87],
met de bedoeling de lidstaten ertoe aan te zetten de problemen van dubbele of
meervoudige belasting van dezelfde nalatenschap aan te pakken. De
Commissie gaf de lidstaten ook richtsnoeren om hun successiebelastingsystemen
niet‑discriminerend te maken. Daarnaast toetste de Commissie de op
grensoverschrijdende nalatenschappen toepasselijke fiscale bepalingen van de
lidstaten en ondernam zij waar nodig stappen tegen de betrokken lidstaten. In 2014
zal de Commissie een verslag opstellen. De Commissie hield een publieke raadpleging
van 3 maart tot 26 mei 2011 om na te gaan welke de voornaamste
moeilijkheden zijn die de EU‑burgers ondervinden bij de inschrijving van auto's
die voordien in een andere lidstaat geregistreerd waren. Op basis
hiervan nam de Commissie op 4 april 2012 een voorstel aan voor
een verordening tot vereenvoudiging van de overbrenging van in een andere
lidstaat ingeschreven motorvoertuigen[88].
Dit initiatief heeft als doel de onnodige administratieve rompslomp te
verminderen, waardoor ondernemingen, burgers en inschrijvingsdiensten jaarlijks
ten minste 1,5 miljard EUR zouden kunnen besparen. Om de problemen aan te pakken waarmee de EU‑burgers
in verband met grensoverschrijdende autobelasting te maken hebben, presenteerde
de Commissie op 14 december 2012 de mededeling „Versterking
van de eengemaakte markt door het wegwerken van grensoverschrijdende fiscale
obstakels voor personenauto’s”[89].
Daarin worden de EU‑regels inzake autobelasting toegelicht en wordt nagegaan
wat de beste praktijken zijn die de lidstaten zouden moeten toepassen, zoals
betere informatieverstrekking voor de burgers over hun rechten en plichten in
verband met de toepassing van autobelastingen in grensoverschrijdende situaties
en terugbetaling van een deel van de inschrijvingsbelasting voor auto’s die
permanent naar een andere lidstaat worden overgebracht. In het
begeleidende werkdocument van de diensten van de Commissie[90] gaf de Commissie een
overzicht van de rechtsbescherming die de EU‑burgers en de marktdeelnemers op
grond van het EU‑recht genieten. De EU‑burgers
helpen optimaal te profiteren van grensoverschrijdende gezondheidszorg en e‑gezondheidstechnologie
- Maatregel 7 Richtlijn 2011/24/EU betreffende de
toepassing van de rechten van patiënten bij grensoverschrijdende
gezondheidszorg[91] trad op 24 april 2011 in werking en zou tegen 25 oktober 2013
in nationaal recht moeten zijn omgezet. De richtlijn verduidelijkt de rechten
van patiënten op toegang tot veilige en kwalitatief hoogwaardige behandeling
binnen de EU en op terugbetaling daarvan. Bij Richtlijn 2011/24/EU is een netwerk
opgericht van nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor e‑gezondheid,
het zogenaamde „e‑gezondheidsnetwerk”. Een van de doelstellingen van dit
netwerk is de ontwikkeling van richtsnoeren tot vaststelling van een
minimumreeks patiëntengegevens om de grensoverschrijdende uitwisseling van deze
gegevens tussen lidstaten te vergemakkelijken[92].
Voorts zal het netwerk de lidstaten ondersteunen bij het ontwikkelen van
gemeenschappelijke identificatie- en authenticatiemaatregelen om de
overdraagbaarheid van gegevens te bevorderen. Daarnaast publiceerde de Commissie op 6 december 2012
een werkdocument van de diensten van de Commissie over de toepasbaarheid van
het bestaande EU‑rechtskader op telegeneeskundediensten[93], om het rechtskader
inzake over de grenzen heen verleende telegeneeskundediensten te
verduidelijken. Dit document vergezelde het actieplan e‑gezondheidszorg 2012‑2020
van de Commissie, dat de neerslag is van de visie van de EU op de verbreiding
van e‑gezondheidszorg en de inspraak van patiënten en gezondheidswerkers in het
gebruik van e‑gezondheidszorg. Om de Europeanen een beveiligde
onlinetoegang tot hun medische gegevens te bieden, financiert de Commissie
ten slotte van januari 2012 tot eind 2014 twee proefprojecten[94], waarbij 20 regio's
in verschillende lidstaten betrokken zijn. Bevorderen
van het nuttig effect van het recht op consulaire bescherming voor EU‑burgers
in nood in derde landen - Maatregel 8 Op 23 maart 2011
presenteerde de Commissie de mededeling „Consulaire bescherming voor
EU‑burgers in derde landen: stand van zaken en
verdere maatregelen”[95],
waarin concrete maatregelen werden aangekondigd om het nuttig effect te
bevorderen van het recht van EU‑burgers om in derde landen te worden
bijgestaan, ook in crisissituaties, door de diplomatieke en consulaire autoriteiten
van alle lidstaten. Op dezelfde dag startte
de Commissie een specifieke website over consulaire bescherming[96], waarop burgers die
informatie zoeken over consulaire bescherming, de adressen van de consulaire en
diplomatieke vertegenwoordigingen in niet‑EU‑landen en het reisadvies van de
lidstaten kunnen vinden. Op 14 december 2011
nam de Commissie een voorstel voor een richtlijn inzake consulaire
bescherming voor burgers van de Unie in het buitenland[97] aan. Burgers
meer bewust maken van hun rechten bij het kopen van pakketreizen en het reizen
als passagier of toerist, die rechten handhaven, en de belemmeringen voor
personen met een handicap wegnemen - Maatregelen 9, 10, 11 en 12 Maatregel 9 De Commissie
heeft de markt voor pakketreizen grondig beoordeeld, alsook de mogelijke
beleidsopties waarmee kan worden gereageerd op de veranderingen in deze markt
sedert de aanneming van de bestaande richtlijn in 1990. Door deze
ontwikkelingen, namelijk de invoering en de uitbreiding van het internet als
distributiekanaal, zijn consumenten hun vakantie op een andere manier gaan
organiseren. De Commissie heeft onlangs verschillende raadplegingen
georganiseerd met consumentenverenigingen, belanghebbenden uit de sector en
lidstaten en naar verwachting zal zij tegen de zomer van 2013 haar
voorstel met maatregelen voor de toekomst aankondigen. Maatregel 10 Nieuwe Europese wetgeving, die in 2012
en 2013 in werking is getreden, garandeert dat passagiers overal in Europa
dezelfde basisrechten genieten, ongeacht of zij per vliegtuig, trein, boot of
bus reizen - Verordening (EU) nr. 1177/2010[98] betreffende de
rechten van passagiers die over zee of binnenwateren reizen trad in werking
op 6 januari 2011, en Verordening (EU) nr. 181/2011[99] betreffende de
rechten van autobus- en touringcarpassagiers trad in werking op 20 maart 2011.
Op grond van deze nieuwe regels hebben passagiers bij al deze vervoerswijzen
het recht op informatie en bijstand wanneer er iets verkeerd loopt met hun
reis. Inzonderheid zullen personen met een handicap en personen met
verminderde mobiliteit bescherming en gratis bijstand genieten wanneer zij
reizen. De Commissie organiseerde tussen 2010
en 2012 in heel Europa een bewustmakingscampagne over passagiersrechten,
waarbij in 28 luchthavens in Europa informatie werd verstrekt over de
rechten van vliegtuigpassagiers en treinreizigers. Daarnaast werd op 4 juli 2012
een pan‑Europese voorlichtingsdag georganiseerd („Airport Day”). De
Commissie zal haar inspanningen om de burgers meer bewust te maken van hun
passagiersrechten in alle vervoerswijzen voortzetten met een nieuwe
informatiecampagne in heel Europa, die in 2013 zal worden gestart en tot
midden 2015 zal duren. Voorts stelde de Commissie op 13 maart 2013
een herziening van de rechten van de vliegtuigpassagiers voor[100]. Duidelijker
wetgeving en betere mechanismen voor handhaving en klachtenbehandeling moeten
waarborgen dat deze rechten beter worden toegepast. Maatregel 11 Op 15 november 2010 nam de Commissie
de strategie inzake handicaps 2010‑2020[101] aan, om mensen met
een handicap inspraak te geven zodat zij hun rechten kunnen genieten en
volledig aan de samenleving kunnen deelnemen. De strategie moet op acht
belangrijke gebieden de belemmeringen wegnemen: toegankelijkheid,
participatie, gelijkheid, werkgelegenheid, onderwijs en opleiding, sociale
bescherming en gezondheid. Op 11 april 2011 presenteerde de
Commissie een verslag over Verordening (EG) nr. 1107/2006 inzake
de rechten van gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit die per
luchtvervoer reizen[102],
waarin wordt vastgesteld op welke punten de toepassing van de verordening
problematisch is. Dit verslag kreeg in juni 2012 follow‑up in de
vorm van richtsnoeren[103]
voor nationale autoriteiten en belanghebbenden uit de luchtvervoerssector.
De Commissie verschaft daarin toelichting met het oog op een betere toepassing
van de verordening. De nieuwe bewustmakingscampagne die de Commissie
midden 2013 zal starten, omvat specifieke acties voor passagiers met een
handicap en passagiers met beperkte mobiliteit. Op 11 maart 2013
nam de Commissie Richtlijn 2013/9/EU[104]
aan, waarin uitdrukkelijk een aantal wezenlijke vereisten voor de
toegankelijkheid van het spoorwegnet voor personen met een handicap en
passagiers met beperkte mobiliteit zijn opgenomen. Een ander onderdeel van de maatregelen van de
Commissie houdt verband met het lopende proces om de toegankelijkheid van
gebouwen te standaardiseren. De
Commissie stelde een studie op waarin de versnipperde situatie in de EU wordt
beschreven en een overzicht wordt gegeven van meer dan 250 voorschriften,
normen en richtsnoeren. Vanaf 2013 zal zij werken aan de ontwikkeling van
een Europese norm. Voorts kende de Commissie op 3 december 2012
voor de derde maal de Access City Award toe. Deze prijs, die
jaarlijks wordt uitgereikt op de Europese dag van personen met een handicap, is
bedoeld voor steden met meer dan 50 000 inwoners die voorbeeldige
initiatieven nemen om hun toegankelijkheid te verbeteren. De winnaars
tot dusver waren Berlijn in 2012, Salzburg in 2011 en Avila in 2010. Ten slotte hield de Commissie tussen 12 december 2011
en 29 februari 2012 een openbare raadpleging ter voorbereiding
van een Europese Toegankelijkheidsakte. Dit initiatief heeft als
doel ervoor te zorgen dat personen met een handicap toegang hebben tot belangrijke
goederen en diensten in de lidstaten. Ook mensen met een beperkte
mobiliteit, zoals senioren, zullen daarvan kunnen profiteren. Maatregel 12 Om de consumenten meer vertrouwen te geven in
toeristische diensten, is de Commissie een Europees kwaliteitslabel aan het
creëren dat moet zorgen voor samenhang in de beoordeling van de kwaliteit van
de aan de consumenten aangeboden diensten. De Commissie wil ook dat
steeds meer burgers op vakantie kunnen gaan, ongeacht hun handicap of
moeilijkheden als gevolg van hun leeftijd of economische situatie. Daartoe
probeert zij bedrijven bewust te maken van de voordelen van investeringen in
toegankelijkheid, moedigt zij toerisme in het laagseizoen aan en neemt zij deel
aan specifieke communicatie‑activiteiten om duurzame toeristische bestemmingen
te bevorderen. Consumenten op hun rechten en de bestaande verhaalmiddelen wijzen en
snelle, goedkope buitengerechtelijke oplossingen voor consumentengeschillen
mogelijk maken – Maatregelen 13 en 14 Maatregel 13 Overeenkomstig de
doelstelling van de digitale agenda voor Europa om bewustzijn van en inzicht in
de digitale rechten van de burgers te bevorderen, presenteerde de Commissie op 17 december 2012
de code van EU‑onlinerechten[105].
Deze code roept geen nieuwe rechten in het leven, maar biedt een transparant
en duidelijk overzicht van de belangrijkste in het EU-recht vervatte
beginselen en rechten op grond waarvan burgers worden beschermd wanneer zij van
internetdiensten gebruikmaken, via het internet goederen kopen of met de
verstrekkers van die diensten een geschil hebben. De code zelf is niet
afdwingbaar, maar de specifieke rechten en beginselen zijn dat wel, op grond
van de nationale wetgeving waarbij de EU‑regels waaruit ze voortvloeien, worden
omgezet. Maatregel 14 Om snelle en goedkope buitengerechtelijke
oplossingen voor consumentengeschillen in de EU te bevorderen, stelde de
Commissie op 29 november 2011 een wetgevingspakket voor dat bestaat
uit een voorstel voor een richtlijn betreffende alternatieve beslechting van
consumentengeschillen (ADR)[106]
en een voorstel voor een verordening betreffende onlinebeslechting van
consumentengeschillen (ODR)[107].
In december 2012 namen het Europees Parlement en de Raad beide
voorstellen aan. De wetgeving zal in juni 2013 worden
bekendgemaakt. - De richtlijn ADR consumenten zal het
voor consumenten die een probleem hebben met een product dat of een dienst die
zij gekocht hebben (met uitzondering van geschillen in de sectoren gezondheid
en onderwijs), mogelijk maken om het geschil met de handelaar op te lossen door
een beroep te doen op een ADR‑entiteit (bv. een bemiddelaar, een mediator, een
arbiter, een ombudsman, een klachtencommissie enz.). De ADR‑entiteit
moet voldoen aan bepaalde kwaliteitsvereisten (zoals transparantie,
onafhankelijkheid, billijkheid en doeltreffendheid) en de uitkomst van de
procedure binnen 90 dagen meedelen. Ook zullen onlinehandelaren de
consumenten over ADR moeten informeren. - De verordening ODR consumenten richt
voor de hele EU een onlineplatform op dat consumenten en bedrijven zal voorzien
van één enkel toegangspunt om geschillen over aankopen via het internet binnen 90 dagen
volledig online op te lossen. Ook zullen onlinehandelaren de consumenten over
ODR moeten informeren. ADR en ODR zijn
sneller, goedkoper en eenvoudiger dan gerechtelijke procedures en zullen naar
verwachting de consumenten in Europa een besparing opleveren van ongeveer 22,5 miljard
EUR. Voorts
concentreerde de Commissie zich op de bevordering van bemiddeling, aangezien de
burgers hierdoor heel wat tijd en geld kunnen besparen. De EU‑regels
inzake bemiddeling zijn opgenomen in een richtlijn[108], die op 21 mei 2008
is aangenomen en tegen 21 mei 2011 door de lidstaten moest zijn
omgezet. De Commissie startte in juli 2012 een studie om een
uitgebreide evaluatie te maken van de omzetting van de richtlijn door de
lidstaten en te onderzoeken hoeveel belang er moet worden gehecht aan de
bevordering van bemiddeling om justitie burgervriendelijker te maken. Op
grond van deze analyse zal de Commissie kunnen bepalen of er verdere
maatregelen moeten worden genomen. Vergemakkelijken
van de mobiliteit binnen de EU van de EU‑burgers en van de uitoefening van hun
socialezekerheidsrechten – Maatregelen 15 en 16 Maatregel 15 De Commissie voerde een streng
handhavingsbeleid om de volledige en juiste omzetting en toepassing van de
EU‑regels inzake vrij verkeer in de Europese Unie te garanderen. Als gevolg van dit beleid wijzigden de meeste
lidstaten hun wetgeving of zegden toe dit binnen een bepaalde termijn te zullen
doen om de EU‑regels volledig na te leven. De opgeloste problemen betroffen de onjuiste of onvolledige omzetting
van de EU‑regels inzake de rechten van toegang en verblijf van familieleden van
burgers van de Unie, met inbegrip van partners van hetzelfde geslacht, de
voorwaarden voor de afgifte van visa en verblijfskaarten voor familieleden die
onderdaan zijn van een derde land, en de waarborgen tegen verwijdering. In
zeven van de twaalf gestarte inbreukprocedures heeft de Commissie de betrokken
lidstaten een met redenen omkleed advies gestuurd, wat de laatste stap is
voordat de zaak voor het Hof van Justitie van de EU wordt gebracht. Het
verslag over de vorderingen op weg naar een echt EU‑burgerschap 2011‑2013
(verslag krachtens artikel 25 VWEU), dat het verslag over het EU‑burgerschap 2013
vergezelt, bevat een meer gedetailleerde beoordeling. Op 26 april 2013 stelde de Commissie
een richtlijn voor betreffende maatregelen om de uitoefening van de
in de context van het vrije verkeer van werknemers aan werknemers verleende
rechten te vergemakkelijken[109].
Dit voorstel heeft als doel de rechten van vrij verkeer van werknemers
beter te handhaven en discriminatie op grond van nationaliteit te voorkomen.
De lidstaten zullen met name op nationaal niveau instanties moeten oprichten
die informatie over de rechten van mobiele EU‑werknemers verstrekken en
bijstand verlenen aan de slachtoffers van discriminatie op grond van
nationaliteit. Voorts zullen
de lidstaten de mobiele EU‑werknemers die van mening zijn dat zij het
slachtoffer van discriminatie zijn, doeltreffende verhaalmiddelen op nationaal
niveau moeten bieden en ervoor moeten zorgen dat verenigingen en organisaties
zoals vakbonden en ngo’s namens of ter ondersteuning van EU‑migranten die het
slachtoffer zijn van discriminatie, in administratieve of gerechtelijke
procedures kunnen optreden. Om de EU‑burgers meer bewust te maken en
ervoor te zorgen dat zij gemakkelijk toegang hebben tot informatie over hun
recht om zich vrij binnen de EU te verplaatsen en er te verblijven, publiceerde
de Commissie in 2010 op de portaalsite Uw Europa[110] eenvoudige en
duidelijke informatie over de toepasselijke EU‑regels en over hoe daarvan kan
worden geprofiteerd. Die portaalsite biedt ook toegang tot gepersonaliseerde
ondersteuningsdiensten. Daarnaast publiceerde de Commissie in 2012 de
brochure „Uw Europa - Uw rechten”[111]
en in 2013 een geactualiseerde versie van de leidraad voor EU‑burgers
in verband met de vrijheid van verkeer en verblijf in Europa, waarin hun
rechten en mogelijkheden duidelijk worden toegelicht[112]. Maatregel 16 Om mobiele burgers te helpen bij de
uitoefening van hun socialezekerheidsrechten in Europa, ontwikkelt de Commissie
de elektronische uitwisseling van socialezekerheidsinformatie (EESSI),
een IT‑systeem om de socialezekerheidsinstanties in de EU te helpen sneller en
veiliger informatie uit te wisselen. Via dit systeem verloopt de
communicatie tussen de nationale socialezekerheidsinstanties aan de hand van
gestructureerde elektronische documenten, ter vervanging van uitwisselingen op
papier. Dit systeem zal de burgers grote voordelen opleveren, aangezien
de socialezekerheidsuitkeringen beter zullen kunnen worden beheerd en sneller
worden berekend en betaald, en er zich bij de behandeling van de aanvragen
minder fouten zullen voordoen. De Commissie en de lidstaten zijn momenteel
het centrale systeem aan het ontwikkelen en zullen daarna de nationale
socialezekerheidsinstanties helpen zich voor te bereiden op het werken in een
elektronische omgeving. Wegnemen
van de belemmeringen voor de uitoefening van de politieke rechten van de
burgers – Maatregelen 17, 18, 19 en 20 De initiatieven die door de Commissie zijn
genomen om de belemmeringen voor EU‑burgers die aan de Europese verkiezingen
willen deelnemen, uit de weg te ruimen, werden gepresenteerd in de mededeling
van de Commissie van 12 maart 2013 („Voorbereiding van de
Europese verkiezingen van 2014: het verloop ervan nog democratischer en
efficiënter maken”)[113]
en samengevat in het verslag over de vorderingen op weg naar een echt EU‑burgerschap 2010‑2013
(verslag krachtens artikel 25 VWEU), dat het verslag over het EU‑burgerschap 2013
vergezelt. In dit deel wordt een samenvatting gegeven van
de vorderingen in verband met twee andere problemen die in het verslag over het
EU‑burgerschap 2010 waren besproken. Om te beginnen voerde de Commissie, zoals
aangekondigd in maatregel 18, een streng handhavingsbeleid
om ervoor te zorgen dat alle lidstaten EU‑burgers die geen onderdaan van hun
land zijn, toestaan om politieke partijen op te richten of daarvan lid te
worden. Het beginsel van non‑discriminatie op grond van
nationaliteit impliceert niet alleen de formele afschaffing van de
nationaliteitsvereiste als een voorwaarde voor het passief en actief kiesrecht
in de gemeenteraadsverkiezingen en de verkiezingen voor het Europees Parlement
van de burgers van de Unie, maar ook de afschaffing van alle maatregelen die
hen zouden kunnen beletten deze rechten onder gelijke voorwaarden uit te
oefenen, wat door het Verdrag wordt gewaarborgd. Het verbod om lid te worden van een politieke
partij ontneemt burgers van de Unie die geen onderdaan zijn van de betrokken
lidstaat, de mogelijkheid om het belangrijkste platform voor politieke deelname
te gebruiken, inzonderheid tijdens verkiezingen. Ook hebben zij hierdoor minder
kansen om verkozen te worden dan de eigen onderdanen. De Commissie heeft
stappen ondernomen tegen zeven lidstaten en vier zaken zijn voldoende
opgehelderd en afgesloten. Ten tweede is de Commissie, zoals aangekondigd
in maatregel 20, in 2011 politiek overleg gestart met die
lidstaten waarvan de onderdanen hun politieke rechten kunnen verliezen in hun
land van herkomst (ontneming van kiesrecht) als zij gedurende zekere tijd
in een andere lidstaat wonen. Het doel was te bepalen welke opties er bestaan
om te voorkomen dat EU‑burgers hun recht verliezen om in een land aan nationale
verkiezingen deel te nemen als gevolg van de uitoefening van hun recht van vrij
verkeer. De Commissie stuurde de betrokken lidstaten brieven, waarin zij haar
standpunten toelichtte en vroeg om hun bijdrage aan een gemeenschappelijke
denkoefening. De antwoorden leverden informatie op over de huidige wetgevingen
en beleidslijnen en over de debatten die hierover op nationaal niveau
plaatsvinden. Dit overleg toonde aan dat er moet worden gezocht naar
constructieve manieren om de deelname van de burgers aan het democratisch
proces van de EU op alle niveaus te bevorderen, wat verder is toegelicht in
maatregel 12 van dit verslag over het EU‑burgerschap. De
burgers gemakkelijk toegankelijke informatie verstrekken over hun EU‑rechten -
Maatregelen 21 en 22 Maatregel 21 De voorbije drie jaar heeft de Commissie
gestreefd naar een sterkere integratie van de diensten van Europe
Direct (de contactcentra van Europe Direct en het netwerk van ongeveer
450 informatiecentra van Europe Direct) en de portaalsite Uw
Europa – Burgers, teneinde de burgers via meerdere kanalen, namelijk
online, telefonisch, e‑mail- en persoonlijk contact, een volledig
meertalig informatieplatform aan te bieden. De portaalsite Uw Europa kreeg een volledig
nieuw gezicht en biedt nu praktische informatie in 22 talen
over de EU‑rechten en de nationale omzettingsregels vanuit een
gebruikersperspectief, terwijl de bezoekers voor meer gepersonaliseerd advies
naar de relevante hulp- en ondersteuningsdiensten worden geleid (zoals Europe
Direct, Uw Europa - Advies, Solvit, Eures en het netwerk van Europese centra
voor de consument (ECC‑net)). De portaalsite wordt verder ontwikkeld, onder
meer via intensievere samenwerking met de lidstaten om te garanderen dat er
over de rechten van de EU‑burgers landenspecifieke informatie kan worden
aangeboden (bv. adressen van de nationale autoriteiten, richtsnoeren over
specifieke procedures die moeten worden gevolgd of documenten die moeten worden
ingediend om de EU‑rechten uit te oefenen, informatie over nationale regels,
zoals die welke bij de aankoop van eigendom toepasselijk zijn). Tegelijkertijd
zal de Commissie Solvit verder versterken en online en offline meer
zichtbaarheid geven. In 2011 en 2012 kregen de 450 informatiecentra
van Europe Direct in alle lidstaten een grondige briefing over de inhoud
van de portaalsite Uw Europa – Burgers en hoe de inhoud daarvan kan worden
gebruikt om te voldoen aan de behoeften aan informatie van de burgers. De
opdracht van het nieuwe Europe Direct‑netwerk voor de periode 2013‑2017
werd opnieuw geformuleerd. De informatiecentra kregen daarin een duidelijke rol
als partners van het éénloketsysteem en als vraagbaak die de burgers
doorverwijzen naar de relevante inhoud van Uw Europa. Daarnaast deed de Commissie inspanningen om
Europe Direct en Uw Europa onder de aandacht te brengen van zoveel mogelijk
Europeanen als het primaire, burgervriendelijke éénloketinformatiepunt over
EU‑rechten. Hierdoor steeg het aantal vragen dat door de contactcentra van
Europe Direct werd beantwoord in 2012 met meer dan 20 % ten
opzichte van 2011. Ook Uw Europa kreeg aanzienlijk meer bezoekers
(in 2012 telde de site bijna 4,3 miljoen bezoekers, in
vergelijking met 2,4 miljoen in 2011 en 1,5 miljoen in 2010).
Uit recente enquêtes onder de bezoekers bleek een hoge mate van tevredenheid. 70%
van de bezoekers vindt ten minste een deel van de informatie waarnaar zij op
zoek zijn en 93% van de gebruikers geeft de portaalsite de beoordeling voldoende
of beter[114]. Maatregel 22 Met de steun en de coördinatie van de
vertegenwoordigingen van de Commissie in de EU‑landen zijn de informatiecentra
van Europe Direct een belangrijk instrument voor de voorlichting over de EU‑rechten
op lokaal, regionaal en nationaal niveau geworden. Daarnaast versterkten de vertegenwoordigingen hun samenwerking met Uw
Europa - Advies om burgers gepersonaliseerd advies over juridische kwesties te
kunnen bieden. De informatiecentra van Europa Direct fungeren
momenteel als belangrijkste toegangspunten voor informatie op lokaal niveau:
zij beantwoorden vragen van hun lokale publiek of verwijzen burgers door naar
thematische EU‑informatiediensten en -kanalen op nationaal niveau. In 2012
werd een automatisch communicatiekanaal opgericht dat het netwerk verbindt met
het contactcentrum van Europe Direct te Brussel. Via dit communicatiekanaal kan
elk lokaal informatiecentrum van Europe Direct het contactcentrum direct vragen
stellen namens burgers. In het kader van haar inspanningen om burgers
sneller toegang te geven tot de informatie die zij nodig hebben om van hun EU‑rechten
te kunnen profiteren, is de Commissie momenteel een „no wrong door”‑beleid
aan het uitstippelen. Door naadloze verbindingen tussen Europe Direct en de
verstrekkers van thematische EU‑informatie worden de vragen van de burgers
altijd door de juiste voorlichtingsinstantie beantwoord, ongeacht waar de vraag
is binnengekomen. De vertegenwoordigingen van de Commissie in
de lidstaten ondernamen talloze thematische en algemene bewustmakings- en
publieksacties in verband met de rechten van de burgers. Daarnaast
werkten zij met allerhande communicatiemiddelen mee aan voorlichting
over het Europees burgerinitiatief. In 2012 werd het contactcentrum
van Europe Direct het centrale contactpunt voor informatie over het Europees
burgerinitiatief. De
burgers meer bewust maken van het EU‑burgerschap en de daaraan verbonden
rechten – Maatregelen 23, 24 en 25 Maatregel 23 Op basis van een Commissievoorstel riepen de
Raad en het Europees Parlement 2013 uit tot het Europees Jaar van de
burger[115]. De bedoeling van het Jaar (www.europa.eu/citizens-2013)
is de burgers van de Unie meer bewust te maken van hun EU‑rechten en van het
beleid en de programma's die als doel hebben de uitoefening van die rechten te
ondersteunen, een debat te stimuleren alsook actief burgerschap en actieve
democratische participatie in het beleid van de Unie te bevorderen. Het Europees Jaar van de burger biedt de burgers
in het hele continent tal van mogelijkheden om over deze belangrijke zaken te
debatteren. Om de doelstellingen van het Europees Jaar te bereiken, werkt de
Commissie nauw samen met veel belanghebbenden, instellingen en
belangstellenden. Als doorgeefluik spelen deze een belangrijke rol door ervoor
te zorgen dat de boodschappen van het Europees Jaar tot het lokale niveau
doordringen. Daarnaast is in het zevende kaderprogramma
voor onderzoek in het onderdeel Sociaaleconomische wetenschappen en geesteswetenschappen,
dat door de Commissie wordt beheerd, een activiteitengebied gewijd aan „De
burger in de Europese Unie”. Onderzoek op dit gebied heeft als doel de kennis
over het EU‑burgerschap te bevorderen en het bewustzijn te vergroten. De
onderzoeksresultaten worden verspreid in academische kringen en onder
beleidsmakers, maatschappelijke organisaties en het grote publiek. De Commissie
heeft een reeks multidisciplinaire onderzoeksprojecten gefinancierd die zich
specifiek bezighouden met de vraag hoe bij de EU‑burgers democratische
betrokkenheid en deelname kunnen worden bevorderd[116]. Maatregel 24 Op 15 november 2011 respectievelijk 14 december 2011
diende de Commissie haar voorstellen voor het toekomstige programma „Rechten
en burgerschap”[117]
en het toekomstige programma Europa voor de burger[118] in. Beide voorstellen
hebben als doel op een samenhangende en complementaire wijze financiële
steun voor het EU‑burgerschap te verlenen. Het programma Rechten en
burgerschap zal betrekking hebben op de rechten die uit het EU‑burgerschap
voortvloeien, terwijl het programma Europa voor de burger de deelname van de
burgers aan het democratisch proces van de Unie zal bevorderen. De programma’s
zullen elkaar aanvullen door synergieën te benutten en dubbel werk te
voorkomen. Bij het opstellen van deze voorstellen bestond
het algemene doel van de Commissie uit stroomlijnen en vereenvoudigen[119]. De programma’s zijn
bijgevolg volledig op de financiële regels afgestemd, wat betekent dat ze in
beginsel aan dezelfde algemene regels onderworpen zijn en zullen profiteren van
de vereenvoudigingen van de nieuwe financiële regels. Maatregel 25 Om kwalitatief hoogwaardige verslaggeving te
garanderen en betere informatie over Europese aangelegenheden te verstrekken, werden
in het voorjaar van 2011 op Euronews nieuwe programma’s gestart en werd op
14 juni 2011 in Brussel een studio geopend. De dagelijkse
verslaggeving over EU‑aangelegenheden is hierdoor versterkt en levendiger
geworden, met meer debatten, interviews en ook programma's waaraan burgers deelnemen.
De Commissie sloot bovendien een partnerschapsovereenkomst met Euronews om deze
initiatieven op de langere termijn te kunnen ondersteunen. BIJLAGE 2 – Twaalf nieuwe belangrijke
maatregelen om het leven van de EU‑burgers te verbeteren 1. De Commissie zal een
herziening van de verordening betreffende de coördinatie van de
socialezekerheidsstelsels voorstellen en nagaan of werkloosheidsuitkeringen
langer dan de wettelijke drie maanden kunnen worden uitgevoerd, zodat het voor
de burgers gemakkelijker wordt om in een ander EU‑land naar werk te zoeken. De
Commissie spoort de lidstaten aan ten volle gebruik te maken van de huidige
regels op grond waarvan werkzoekenden hun werkloosheidsuitkering gedurende
maximaal zes maanden mogen ontvangen wanneer zij in een andere lidstaat naar
werk zoeken. 2. Om de jonge EU‑burgers te
helpen hun vaardigheden te ontwikkelen en de overgang naar de arbeidsmarkt te
maken, zal de Commissie in 2013 een kwaliteitskader voor stages
ontwikkelen. De Commissie zal voorts in 2013 een initiatief voorstellen om
Eures te moderniseren teneinde de rol en het effect van de
werkgelegenheidsdiensten op nationaal niveau te versterken en de
arbeidsmobiliteit in de EU beter te coördineren. Naast de hervorming van Eures
zal de Commissie een proefproject starten om de uitwisseling van informatie
over stages en leerlingplaatsen via Eures te verbeteren. 3. De Commissie zal in 2013
en 2014 werken aan oplossingen om de obstakels in verband met door de
lidstaten afgegeven identiteits- en verblijfsdocumenten uit de weg te ruimen
voor de EU‑burgers en hun familieleden die in een ander EU‑land wonen dan hun
eigen land; die oplossingen kunnen onder meer bestaan in facultatieve
eenvormige Europese documenten voor burgers, wanneer van toepassing. 4. De Commissie zal in 2013
initiatieven nemen om beste praktijken op het gebied van belasting in
grensoverschrijdende situaties te bevorderen en de juiste toepassing van het EU‑recht
te waarborgen, zodat de Europese burgers die verhuizen of over de grens werken,
beter met de verschillende belastingregels kunnen omgaan en met name dubbele
belasting kunnen voorkomen. 5. Op basis van haar
werkzaamheden om de veiligheid op de weg te verbeteren, zal de Commissie in de
loop van 2014 stappen zetten voor de ontwikkeling van een
„voertuiginformatieplatform” om de erkenning van de keuringsbewijzen van de
technische controle mogelijk te maken, waardoor burgers gemakkelijker en
veiliger naar een ander EU‑land zullen kunnen reizen met hun auto. 6. De Commissie zal de
mobiliteit van personen met een handicap binnen de EU bevorderen door in 2014
de ontwikkeling te ondersteunen van een wederzijds erkende EU‑gehandicaptenkaart,
waardoor binnen de EU gelijke toegang wordt gewaarborgd tot bepaalde specifieke
voordelen (voornamelijk op het gebied van cultuur, ontspanning, toerisme en
vervoer). 7. De Commissie zal tegen
eind 2013 een pakket rechtsinstrumenten voorstellen om de procedurele
rechten van de EU‑burgers die worden verdacht of strafrechtelijk vervolgd,
verder te versterken, en daarbij rekening houden met de specifieke situatie van
kinderen en kwetsbare burgers. 8. De Commissie zal tegen eind 2013
de Europese procedure voor geringe vorderingen herzien om het eenvoudiger te
maken geschillen in verband met aankopen in een ander EU‑land op te lossen. 9. De Commissie zal tegen het
voorjaar van 2014 in nauwe samenwerking met de nationale
handhavingsinstanties en belanghebbenden een model ontwikkelen voor de
belangrijkste informatie die online moet worden vermeld om digitale producten
gemakkelijk met elkaar te kunnen vergelijken. In diezelfde periode zal zij in
de hele EU een speciale voorlichtingscampagne over consumentenrechten starten. 10. De Commissie zal maatregelen
nemen om ervoor te zorgen dat de lokale overheden mogelijkheden krijgen om zich
volledig vertrouwd te maken met het recht van vrij verkeer van de EU‑burgers. 11. De Commissie zal er in de loop
van 2013 voor zorgen dat burgers gemakkelijker te weten kunnen komen tot
wie zij zich moeten wenden om verhaal te halen. Zij zal hiertoe op haar
centrale Europa‑website duidelijke richtsnoeren verstrekken. 12. De Commissie zal de
volgende stappen ondernemen: –
de EU‑burgers meer bewust maken van de aan hun
EU‑burgerschap verbonden rechten, en vooral hun kiesrechten, door in mei 2014
op de dag van Europa een handboek uit te brengen waarin die EU‑rechten in
heldere en eenvoudige taal worden uitgelegd; –
constructieve oplossingen voorstellen om EU‑burgers
die in een ander EU‑land wonen, in staat te stellen hun kiesrecht bij de
nationale verkiezingen in hun land van herkomst te behouden zodat zij volledig
kunnen deelnemen aan het democratisch proces van de EU; en –
in 2013 nagaan hoe de Europese publieke ruimte
kan worden uitgebreid en ontwikkeld op basis van bestaande nationale en
Europese structuren, om ervoor te zorgen dat de publieke opinie niet langer
langs nationale grenzen uiteenvalt. [1] Blauwdruk voor een hechte economische en monetaire unie
- Aanzet tot een Europees debat, COM(2012) 777 final/2. [2] Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie (tweede deel, artikelen 20 tot en met 24) en
Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (hoofdstuk V). In dit verslag kan de term „burger” ook slaan op
een persoon die binnen de EU verblijft overeenkomstig de desbetreffende
Verdragsbepalingen en afgeleide wetgeving. [3] Zie bijvoorbeeld zaak C‑184/99, Grzelczyk,
punt 31. [4] Zaak C‑34/09, Ruiz Zambrano, punt 42. [5] Verslag over het EU‑burgerschap 2010, „Het wegnemen
van de belemmeringen voor de rechten van EU‑burgers”, COM(2010) 603
definitief. [6] In bijlage 1 bij dit verslag is een volledig en
gedetaileerd verslag van de sedert 2010 genomen maatregelen opgenomen. [7] Openbare raadpleging over het EU‑burgerschap, die door
de Commissie op 9 mei 2012 werd gestart (hierna „de openbare
raadpleging over het EU‑burgerschap van 2012” genoemd) - http://ec.europa.eu/justice/citizen/files/eu-citizen-brochure_nl.pdf [8] Flash Eurobarometer 365 - Burgerschap van de
Europese Unie - februari 2013 (hierna „de Eurobarometer over het EU‑burgerschap
van 2013” genoemd) - http://ec.europa.eu/public_opinion/flash/fl_365_en.pdf [9] Flash Eurobarometer 364 -
Kiesrechten - maart 2013 (hierna „de Eurobarometer over de kiesrechten
van 2013” genoemd) - http://ec.europa.eu/public_opinion/flash/fl_364_en.pdf [10] Gezamenlijke hoorzitting van het Europees Parlement en de
Commissie over het EU‑burgerschap van 19 februari 2013, „Making the most of EU citizenship” - http://ec.europa.eu/justice/citizen/document/files/eu_hearing_report.pdf [11] Forum van 28 november 2012
- „Citizens’ Agenda going local” - http://www.cor.europa.eu/en/news/forums/Documents/proceeding_forum_citizens.pdf [12] Conferentie van 22‑23 januari 2013, „Making the
most of the European Year of Citizens”. [13] http://ec.europa.eu/european-debate/index_en.htm. [14] http://europa.eu/citizens-2013/. [15] Voor alle voorstellen voor maatregelen die in dit deel
worden toegelicht, zullen de gebruikelijke procedures van de Commissie ter
voorbereiding van het besluitvormingsproces moeten worden gevolgd. Daarnaast
moeten de voorstellen passen binnen het meerjarig financieel kader 2014‑2020. [16] Standard Eurobarometer 78 - Europees burgerschap - najaar 2012
(hierna „de Standard Eurobarometer 78” genoemd) - http://ec.europa.eu/public_opinion/archives/eb/eb78/eb78_first_en.pdf.
De EU‑burgers maken zich steeds meer zorgen over de werkloosheid
(+ 4 procentpunten sedert de Eurobarometer‑enquête van het voorjaar
van 2012). [17] Volgens de Eurobarometer over het EU‑burgerschap
van 2013 geldt dit voor negen van de tien burgers. [18] Eurobarometer over het EU‑burgerschap van 2013. [19] Eurostat - Internetaankopen door individuen - http://appsso.eurostat.ec.europa.eu/nui/submitViewTableAction.do.
De cijfers zijn hoger voor jongeren (leeftijdscategorie 25‑34 jaar). [20] Uit de openbare raadpleging over het EU‑burgerschap
van 2012 blijkt dat een op de vier respondenten problemen ondervindt bij
het onlinewinkelen. [21] http://europa.eu/europedirect/index_nl.htm [22] http://europa.eu/youreurope/index.htm [23] Eurobarometer over het EU‑burgerschap van 2013. [24] Ibid. [25] Openbare raadpleging over het EU‑burgerschap van 2012
en Eurobarometer over de kiesrechten van 2013. [26] COM(2013) 271 - http://ec.europa.eu/justice/fundamental-rights/files/charter_report_2012_en.pdf [27] Zie „Employment and social developments in Europe 2011”,
hoofdstuk 6: „Intra-EU labour mobility and the impact of enlargement”,
blz. 274. [28] Zie het verslag van het European Integration Consortium,
„Labour mobility within the EU in the context of enlargement and the
functioning of the transitional arrangements”, Nuremberg, 2009, blz. 132.
Zie ook „Five years of an enlarged EU, Economic achievements and challenges”,
European economy 1/2009, blz. 135. [29] Slechts 3% van de beroepsbevolking van de EU woont in een
ander EU‑land. De jaarlijkse grensoverschrijdende mobiliteit binnen de EU staat
op een gemiddeld jaarlijks percentage van slechts 0,29%. Dit is ver onder de
percentages van de interne mobiliteit in Australië (1,5%) en de Verenigde
Staten (2,4%). Zie de „Economic Surveys” van de OESO - Europese Unie -
maart 2012 - http://www.oecd.org/eco/49950244.pdf [30] Volgens de Eurobarometer‑enquête over geografische en
arbeidsmobiliteit verwacht of ondervindt bijna een kwart van de respondenten (24%)
problemen bij het vinden van werk in het buitenland. Special Eurobarometer 337
- Geografische en arbeidsmobiliteit - juni 2010 - http://ec.europa.eu/public_opinion/archives/ebs/ebs_337_en.pdf [31] In artikel 64, lid 1, onder c), van
Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de
socialezekerheidsstelsels, PB L 166, blz. 70, is het volgende
bepaald: „Het recht op uitkering wordt gehandhaafd gedurende een tijdvak van
drie maanden vanaf de datum waarop de werkloze niet langer ter beschikking
stond van de diensten voor arbeidsvoorziening van de lidstaat die hij heeft
verlaten, zonder dat de totale duur waarover uitkering wordt verleend, de
totale duur mag overschrijden waarover hij krachtens de wetgeving van bedoelde
lidstaat recht op uitkering heeft. De periode van drie maanden kan door de
bevoegde dienst of het bevoegde orgaan tot maximaal zes maanden worden verlengd.”
De regelingen voor de uitwisseling van informatie, samenwerking en wederzijdse
bijstand tussen de organen en diensten van de betrokken lidstaten, met name om
verslag uit te brengen over de naleving door de werkzoekende van de
georganiseerde controleprocedures, zijn vastgesteld in artikel 55 van
Uitvoeringsverordening (EG) nr. 987/2009, PB L 284,
blz. 19. [32] COM(2012) 173. [33] Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de
coördinatie van de socialezekerheidsstelsels, PB L 166, blz. 1. [34] COM(2012) 173. [35] Ibid. [36] COM(2010) 682. [37] Volgens de Eurobarometer over de eengemaakte markt
van 2011 zou 28% van de beroepsbevolking van de EU overwegen om in de
toekomst in een ander EU‑land te werken. Het aandeel is bijzonder hoog (54%)
bij de jongeren (leeftijdscategorie 15‑24 jaar) en bij de burgers in
de leeftijdscategorie 25‑39 jaar (38%). Special Eurobarometer 363
- Interne markt: bewustzijn, percepties en effecten - september 2011 - http://ec.europa.eu/public_opinion/archives/ebs/ebs_363_en.pdf [38] Flash Eurobarometer 319b - Jeugd in beweging:
opleiding en stage, mobiliteit, werkgelegenheid en ondernemerschap - mei 2011
- http://ec.europa.eu/public_opinion/flash/fl_319b_sum_en.pdf [39] In 2011 stelde de Raad een ijkpunt vast voor de
opleidingsmobiliteit bij hoger opgeleiden. Tegen 2020 zou ten minste 20%
van de hoger opgeleiden een periode van studie of stage in verband met de
hogere opleiding in het buitenland moeten hebben doorgemaakt (ofwel voor een
volledig diploma of voor een periode van ten minste drie maanden). [40] Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement
en de Raad tot vaststelling van „Erasmus voor iedereen” Het programma van de
Unie voor onderwijs, beroepsopleiding, jeugd en sport, COM(2011) 788. [41] Studie van de Europese Commissie met een uitgebreid
overzicht van de stageregelingen in de lidstaten - 2012 - http://ec.europa.eu/social/main.jsp?catId=738&langId=en&pubId=6717 [42] Studie van het Europees Jeugdforum - 2011 - „Interns
revealed” - http://issuu.com/yomag/docs/yfj_internsrevealed_web [43] De jeugdgarantie is een regeling die ervoor zorgt dat alle
jongeren onder de 25 jaar binnen vier maanden nadat zij werkloos zijn
geworden of het formele onderwijs hebben verlaten, een deugdelijk aanbod
krijgen voor een baan, voortgezet onderwijs, een leerlingplaats of een stage,
overeenkomstig de aanbeveling van de Raad van 22 april 2013. [44] Special Eurobarometer 75.1 - De Europese Ombudsman en de
rechten van de burgers - juli 2011 - http://www.ombudsman.europa.eu/en/press/statistics/eb751_eb_report.faces [45] http://ec.europa.eu/public_opinion/archives/flash_arch_374_361_en.htm#365 [46] http://ec.europa.eu/justice/citizen/files/eu-citizen-brochure_nl.pdf [47] Uw Europa – Advies is een dienst die
het publiek juridisch advies verstrekt. De dienst bestaat uit een team juristen
die alle officiële EU‑talen bestrijken en zowel het EU‑recht als de nationale
wetgevingen in alle EU‑landen vertrouwd zijn: http://europa.eu/youreurope/advice/index_nl.htm [48] Solvit behandelt problemen met een grensoverschrijdend
element die het gevolg zijn van een slechte toepassing van het EU‑recht door
overheidsinstanties in de EU‑lidstaten: http://ec.europa.eu/solvit/ [49] De overwogen maatregel zal alleen van toepassing zijn op
die lidstaten die identiteitskaarten of inschrijvingsdocumenten afgeven. [50] Voorstel voor een verordening betreffende de periodieke
technische controle van motorvoertuigen en aanhangwagens, COM(2012) 380,
voorstel voor een verordening betreffende de technische controle langs de weg
van bedrijfsvoertuigen die in de Unie aan het verkeer deelnemen, COM(2012) 382,
en voorstel voor een richtlijn inzake de kentekenbewijzen van motorvoertuigen,
COM(2012) 381. [51] Dit basisbeginsel van het strafrecht is vastgelegd in
artikel 48 van het Handvest van de grondrechten van de EU en in
artikel 6, lid 2, van het Europees Verdrag tot bescherming van de
rechten van de mens. Het vloeit ook voort uit de constitutionele tradities die
de lidstaten delen. [52] Het recht op rechtsbijstand is vastgelegd in artikel 47
van het Handvest van de grondrechten van de EU en in artikel 6, lid 3,
van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens. [53] Special
Eurobarometer 395 over de procedure voor geringe vorderingen - april 2013
- (hierna „de Eurobarometer over geringe vorderingen 2013” genoemd) - http://ec.europa.eu/public_opinion/archives/eb_special_399_380_en.htm#395 [54] Van toepassing sinds 1 januari 2009. [55] https://e-justice.europa.eu/home.do [56] Zie met name de openbare raadpleging over het EU‑burgerschap
van 2012. [57] Zie het verslag over het EU‑burgerschap van 2010, Het
wegnemen van de belemmeringen voor de rechten van EU‑burgers, COM(2010) 603,
en met name de maatregelen 9 tot en met 13, de consumentenagenda,
COM(2012) 225 en de Akte voor de interne markt II Samen voor nieuwe
groei, COM(2012) 573. [58] Het pakket productveiligheid en markttoezicht bestaat
onder meer uit een voorstel voor een verordening betreffende de veiligheid van
consumentenproducten (COM(2013) 78), een voorstel voor een verordening
betreffende het markttoezicht op producten (COM(2013) 75), en een
mededeling van de Commissie over 20 acties voor gezondere en conforme
producten voor Europa: een meerjarig actieplan voor het toezicht op producten
in de EU (COM(2013) 76). De documenten zijn te vinden op: http://ec.europa.eu/consumers/safety/psmsp/index_en.htm [59] „Consumer market study on the functioning of e-commerce” (2011),
die namens het DG Gezondheid en consumenten van de Europese Commissie door
Civic Consulting is uitgevoerd. [60] Zie voor meer informatie het verslag over de dialoog met
de belanghebbenden over vergelijkingsinstrumenten: http://ec.europa.eu/consumers/documents/consumer-summit-2013-msdct-report_en.pdf [61] Studie van het Comité van de Regio’s van 2012, „Local
and regional authorities promoting EU citizenship and citizens' rights” - http://www.cor.europa.eu/en/news/forums/Documents/summary_cor_study_citizenship.pdf [62] Eurobarometer 77.4 van het Europees Parlement - Nog twee
jaar tot de Europese verkiezingen van 2014 - juni 2012 - http://www.europarl.europa.eu/pdf/eurobarometre/2012/election_2012/eb77_4_ee2014_synthese_analytique_en.pdf [63] Aanbeveling van de Commissie om de
verkiezingen voor het Europees Parlement democratischer en doeltreffender te
voeren, C(2013) 1303. [64] Bijvoorbeeld in de zaak Preston
wezen het High Court en het Court of Appeal van het Verenigd Koninkrijk de
vordering af van een Britse onderdaan die meer dan 15 jaar in Spanje had
gewoond en de ontneming van zijn kiesrecht betwistte. Een verzoek om beroep in te stellen bij het Supreme Court werd afgewezen,
zonder dat er een prejudiciële verwijzing heeft plaatsgevonden. [65] Preambule van de richtlijnen 93/109/EG
en 94/80/EG. [66] De 13 lidstaten waar de regio’s wetgevende
bevoegdheden hebben, zijn: Oostenrijk (Länder), België (gemeenschappen en
gewesten), Tsjechië (kraje), Denemarken (amtskommuner), Duitsland (Länder),
Spanje (comunidades autonómas), Frankrijk (régions), Italië (twee autonome
provincies en 20 regio’s), Nederland (provinciale staten), Polen
(województwo), Slowakije (kraje), Zweden (landstingsfullmäktige) en het
Verenigd Koninkrijk. [67] Standaard Eurobarometer 78 - Verslag over het gebruik
van de media in de Europese Unie - http://ec.europa.eu/public_opinion/archives/eb/eb78/eb78_media_en.pdf [68] Richtlijn 2010/13/EU betreffende de coördinatie van
bepaalde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in de lidstaten inzake
het aanbieden van audiovisuele mediadiensten (richtlijn audiovisuele
mediadiensten), PB L 95, blz. 1. [69] Zie de State of the Union‑toespraak van
Commissievoorzitter Barroso van 2012: „Ik zou graag zien dat zich een
Europese publieke ruimte ontwikkelt, waar Europese aangelegenheden worden
besproken vanuit een Europees gezichtspunt. We kunnen niet alleen nationale
oplossingen blijven aandragen voor Europese problemen”, http://europa.eu/rapid/press-release_SPEECH-12-596_nl.htm;
zie ook de resolutie van het Europees Parlement van 7 september 2010 „Journalistiek
en nieuwe media - totstandbrenging van een publieke ruimte in Europa” (2010/2015(INI))
en de toespraak van de Duitse Bondspresident Joachim Gauck over Europa van 22 februari 2013
- http://www.bundespraesident.de/SharedDocs/Reden/EN/JoachimGauck/Reden/2013/130222-Europe.html [70] http://europa.eu/citizens-2013/ [71] http://ec.europa.eu/european-debate/index_en.htm [72] Het overzicht van de follow‑up van de 25 maatregelen
die in het verslag 2010 zijn voorgesteld, zal regelmatig worden
geactualiseerd - http://ec.europa.eu/commission_2010-2014/reding/factsheets/pdf/table_of_actions_en.pdf [73] COM(2011) 126. [74] COM(2011) 127/2. [75] COM(2010) 747. [76] Voorstel voor een verordening ter bevordering van het
vrije verkeer van burgers en bedrijven door vereenvoudigde aanvaarding van
bepaalde openbare akten in de Europese Unie en tot wijziging van Verordening (EU)
nr. 1024/2012, COM(2013) 228. [77] COM(2011) 326. [78] Dit voorstel maakt deel uit van
een reeks maatregelen die worden ingevoerd om in de hele EU duidelijke rechten
vast te stellen en de grondrechten van de burgers op een eerlijk proces en het
recht van verdediging te waarborgen. In november 2010 trad een richtlijn
betreffende het recht op vertolking en vertaling in strafprocedures in werking,
die tegen 27 oktober 2013 in nationaal recht zou moeten worden
omgezet, en op 21 juni 2012 een richtlijn
betreffende het recht op informatie in strafprocedures, die tegen 2 juni 2014
zou moeten worden omgezet. [79] COM(2011) 274. [80] COM(2011) 275. [81] COM(2011) 276. [82] Richtlijn 2011/99/EG van het Europees Parlement en de
Raad van 13 december 2011, PB L 338, blz. 2. [83] Richtlijn 2012/29/EU van het Europees Parlement en de
Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van minimumnormen voor de
rechten, de ondersteuning en de bescherming van slachtoffers van strafbare
feiten, en ter vervanging van Kaderbesluit 2001/220/JBZ, PB L 315,
blz. 57. [84] Met inbegrip van inschrijvingsbelasting en
verkeersbelasting. [85] COM(2010) 769. [86] COM(2011) 712. [87] 2011/856/EU. [88] Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement
en van de Raad tot vereenvoudiging van de overbrenging van in een andere
lidstaat ingeschreven voertuigen binnen de interne markt, COM(2012) 164. [89] COM(2012) 756. [90] SWD(2012) 429. [91] Richtlijn 2011/24/EU van het Europees Parlement en de
Raad van 9 maart 2011 betreffende de toepassing van de rechten van
patiënten bij grensoverschrijdende gezondheidszorg, PB L 88,
blz. 45. [92] Het netwerk wordt daartoe ondersteund door de gezamenlijke
actie betreffende het initiatief inzake de governance van e-gezondheidszorg
(eHGI) en de gezamenlijke actie inzake patiëntenregisters (PARENT). [93] SWD(2012) 414. [94] Projecten SUSTAINS en PALENTE. [95] COM(2011) 149. [96] http://ec.europa.eu/consularprotection [97] COM(2011) 881. [98] Verordening van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010
betreffende de rechten van passagiers die over zee of binnenwateren reizen en
houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004,
PB L 334, blz. 1. [99] Verordening van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011
betreffende de rechten van autobus- en touringcarpassagiers en houdende
wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004, PB L 55,
blz. 1. [100] COM(2013) 130. [101] COM(2010) 636. [102] Verslag van de Commissie aan het
Europees Parlement en de Raad inzake de werking en het effect van
Verordening (EG) nr. 1107/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006
inzake de rechten van gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit die per
luchtvervoer reizen, COM(2011) 166. [103] SWD(2012) 171 - http://ec.europa.eu/transport/themes/passengers/air/doc/prm/2012-06-11-swd-2012-171_en.pdf [104] Richtlijn van de Commissie tot wijziging van
bijlage III bij Richtlijn 2008/57/EG van het Europees Parlement en de
Raad betreffende de interoperabiliteit van het spoorwegsysteem in de
Gemeenschap, PB L 68, blz. 55. [105] De volledige versie van de code, samen met samenvattingen,
is te vinden op de website Digital Agenda for Europe, terwijl op de
portaalsite Uw Europa-Burgers een vereenvoudigde versie
gepubliceerd is onder een nieuw deel Internet: uw rechten. [106] Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en
de Raad betreffende alternatieve beslechting van consumentengeschillen en tot
wijziging van Verordening (EG) nr. 2006/2004 en Richtlijn 2009/22/EG
(Richtlijn ADR consumenten), COM(2011) 793. [107] Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en
de Raad betreffende onlinebeslechting van consumentengeschillen (Verordening
ODR consumenten), COM(2011) 794. [108] Richtlijn 2008/52/EG van het Europees Parlement en de
Raad van 21 mei 2008 betreffende bepaalde aspecten van
bemiddeling/mediation in burgerlijke en handelszaken. [109] Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en
de Raad betreffende maatregelen om de uitoefening van de in de context van het
vrije verkeer van werknemers aan werknemers verleende rechten te
vergemakkelijken, COM(2013) 236. [110] http://europa.eu/youreurope/citizens/residence/index_nl.htm [111] Uw Europa, uw rechten - Intracommunautaire handel -
vrij verkeer van goederen - EU Bookshop [112] Vrij verkeer en verblijf in Europa - Sociale
bescherming en sociale zekerheid - EU Bookshop [113] COM(2013) 126. [114] Bevindingen van een enquête die tussen 18 december 2012
en 1 februari 2013 bij de betrokkenen werd gehouden om de relevantie
en het nut van Uw Europa te beoordelen sedert de wijziging van het uitzicht van
de site in 2009, en van een pop‑upenquête die in januari/februari 2013
direct op de portaalsite werd gehouden om meer te weten te komen over het
profiel van de bezoekers en hun tevredenheid over de site. [115] Besluit nr. 1093/2012/EU van
het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 over het
Europees Jaar van de burger (2013), PB L 325, blz. 1. [116] Voor een overzicht, zie http://ec.europa.eu/research/social-sciences/research_en.html [117] Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en
de Raad tot vaststelling van het programma „Rechten en burgerschap” voor de
periode 2014‑2020, COM(2011) 758. [118] Voorstel voor een verordening van de Raad tot vaststelling
van het programma „Europa voor de burger” voor de periode 2014‑2020, COM(2011) 884. [119] Zie de mededelingen van de Commissie van 8 februari 2013,
Een vereenvoudigingsagenda voor het MFK 2014‑2020, COM(2012) 42, en van 20 september 2012,
Vereenvoudiging: eerste scoreboard voor het MFK 2014‑2020, COM(2012) 531.