Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52013AP0210

    P7_TA(2013)0210 Wederzijdse erkenning van beschermingsmaatregelen in burgerlijke zaken ***I Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 22 mei 2013 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de wederzijdse erkenning van beschermingsmaatregelen in burgerlijke zaken (COM(2011)0276 — C7-0128/2011 — 2011/0130(COD)) P7_TC1-COD(2011)0130 Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 22 mei 2013 met het oog op de vaststelling van Verordening (EU) nr. …/2013 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de wederzijdse erkenning van beschermingsmaatregelen in burgerlijke zaken

    PB C 55 van 12.2.2016, p. 143–144 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    12.2.2016   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 55/143


    P7_TA(2013)0210

    Wederzijdse erkenning van beschermingsmaatregelen in burgerlijke zaken ***I

    Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 22 mei 2013 over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de wederzijdse erkenning van beschermingsmaatregelen in burgerlijke zaken (COM(2011)0276 — C7-0128/2011 — 2011/0130(COD))

    (Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

    (2016/C 055/34)

    Het Europees Parlement,

    gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2011)0276),

    gezien artikel 294, lid 2, en artikel 81, lid 2, onder a), e) en f) van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C7-0128/2011),

    gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    gezien het advies van het Comité van de Regio’s van 16 februari 2012 (1),

    gezien de schriftelijke toezegging van de vertegenwoordiger van de Raad van 8 maart 2013 om het standpunt van het Europees Parlement goed te keuren, overeenkomstig artikel 294, lid 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    gezien artikel 55 van zijn Reglement,

    gezien de gezamenlijke beraadslagingen van de Commissie juridische zaken en de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid overeenkomstig artikel 51 van het Reglement,

    gezien het verslag van de Commissie juridische zaken en de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid en het advies van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken (A7-0126/2013),

    1.

    stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

    2.

    verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in haar voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen;

    3.

    verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.


    (1)  PB C 113, 18.4.2012, blz. 56.


    P7_TC1-COD(2011)0130

    Standpunt van het Europees Parlement in eerste lezing vastgesteld op 22 mei 2013 met het oog op de vaststelling van Verordening (EU) nr. …/2013 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de wederzijdse erkenning van beschermingsmaatregelen in burgerlijke zaken

    (Aangezien het Parlement en de Raad tot overeenstemming zijn geraakt, komt het standpunt van het Parlement overeen met de definitieve rechtshandeling: Verordening (EU) nr. 606/2013.)


    Top