This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52012PC0136
Proposal for a DIRECTIVE OF THE EUROPEAN PARLIAMENT AND OF THE COUNCIL of [...]amending Directive 2006/66/EC on batteries and accumulators and waste batteries and accumulators as regards the placing on the market of portable batteries and accumulators containing cadmium intended for use in cordless power tools
Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van [...]tot wijziging van Richtlijn 2006/66/EG inzake batterijen en accu's, alsook afgedankte batterijen en accu's, wat betreft het op de markt brengen van cadmiumhoudende draagbare batterijen en accu's voor gebruik in draadloos elektrisch gereedschap
Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van [...]tot wijziging van Richtlijn 2006/66/EG inzake batterijen en accu's, alsook afgedankte batterijen en accu's, wat betreft het op de markt brengen van cadmiumhoudende draagbare batterijen en accu's voor gebruik in draadloos elektrisch gereedschap
/* COM/2012/0136 final - 2012/0066 (COD) */
Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van [...]tot wijziging van Richtlijn 2006/66/EG inzake batterijen en accu's, alsook afgedankte batterijen en accu's, wat betreft het op de markt brengen van cadmiumhoudende draagbare batterijen en accu's voor gebruik in draadloos elektrisch gereedschap /* COM/2012/0136 final - 2012/0066 (COD) */
TOELICHTING 1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL Doel van de
batterijenrichtlijn (Richtlijn 2006/66/EG)[1]
is het gebruik van batterijen en accu's in het kader van de activiteiten van
alle actoren die bij de levenscyclus van batterijen en accu's betrokken zijn,
milieuvriendelijker te maken. De richtlijn bevat specifieke voorschriften voor
het op de markt brengen van batterijen en accu's, alsook voor de inzameling,
verwerking, recycling en verwijdering van afgedankte batterijen en accu's. De richtlijn
verbiedt het op de markt brengen van batterijen en accu's die kwik en cadmium
bevatten. Het verbod op het gebruik van cadmium in batterijen en accu's geldt
voor "draagbare batterijen of accu's, ook die welke in apparaten zijn
ingebouwd, die meer dan 0,002 gewichtsprocent cadmium bevatten" (artikel
4, lid 1, onder b), van de batterijenrichtlijn). Dit verbod is niet voorgesteld
door de Commissie, maar is ingevoerd door de medewetgevers in de
medebeslissingsprocedure. Zowel de Raad[2]
als het Europees Parlement[3]
heeft afzonderlijke effectbeoordelingen betreffende ingrijpende wijzigingen
(zoals het verbod op cadmium) van het voorstel van de Commissie opgesteld. Artikel 4, lid 3,
voorziet in een vrijstelling voor batterijen en accu's die zijn bestemd voor
gebruik in: a) nood- en alarmsystemen, met inbegrip
van noodverlichting; b) medische apparatuur; c) draadloze elektrische
gereedschappen. Overeenkomstig artikel 4, lid 4, van de
batterijenrichtlijn beziet de Commissie de in artikel 4, lid 3, onder c),
bedoelde vrijstelling van het cadmiumverbod voor draagbare batterijen en accu's
voor gebruik in draadloos elektrisch gereedschap opnieuw en dient zij bij het
Europees Parlement en de Raad een verslag in met, indien passend, relevante
voorstellen met het oog op het verbieden van cadmium in batterijen en accu's. De Commissie is
verzocht uitsluitend deze vrijstelling opnieuw te bezien, omdat er op het
tijdstip van de goedkeuring van de richtlijn in 2006 twijfel bestond omtrent
het bestaan van reeds beschikbare technische substituten voor deze toepassing.
In dit verband wordt in overweging 11 het volgende gepreciseerd: "De
Commissie moet de noodzaak van een aanpassing van deze richtlijn beoordelen,
met inachtneming van het beschikbare technische en wetenschappelijke
feitenmateriaal. De Commissie moet in het bijzonder de vrijstelling van het
cadmiumverbod voor draagbare batterijen en accu's voor gebruik in draadloos
elektrisch gereedschap herzien. […]". In december 2010
heeft de Commissie een verslag ingediend bij het Europees Parlement en de Raad[4]. In dit verslag concludeert de
Commissie dat het op dat moment niet passend was om voorstellen uit te brengen
betreffende de vrijstelling voor cadmiumhoudende draagbare batterijen voor
gebruik in draadloos elektrisch gereedschap omdat niet alle technische
informatie (met name de kosten en baten van cadmium en substituten daarvan)
beschikbaar was om een dergelijk besluit te onderbouwen. Sindsdien heeft
de Commissie deze aanvullende informatie gebundeld en gebruikt voor de
voorbereiding van een effectbeoordeling, in overeenstemming met haar
richtsnoeren over effectbeoordelingen. In
overeenstemming met de verbintenis van de Commissie om in elk instrument dat
zij voornemens is te wijzigen, de bepalingen ter zake van de
regelgevingsprocedure met toetsing opnieuw te bezien, wordt de
batterijenrichtlijn met dit voorstel ook aangepast aan de artikelen 290 en 291
van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie[5]. 2. RESULTATEN VAN OVERLEG MET DE
BELANGHEBBENDEN EN EFFECTBEOORDELING Op basis van een in 2009 gepubliceerde studie
is op de EUROPA-website een online openbare raadpleging van de belanghebbenden
gehouden (10 maart - 10 mei 2010). Op deze website zijn de bijdragen en een
overzicht van de opmerkingen van de belanghebbenden gepubliceerd. De belanghebbenden werden uitgenodigd hun
standpunt mee te delen inzake de ecologische, sociale en economische gevolgen
die een toekomstig verbod op cadmium in draagbare batterijen en accu's voor
gebruik in draadloos elektrisch gereedschap met zich zou kunnen meebrengen. Sommige belanghebbenden spraken zich uit voor
een intrekking van de vrijstelling voor het gebruik van
nikkel-cadmiumbatterijen (NiCd-batterijen) in draadloos elektrisch gereedschap,
omdat de economische kosten volgens hen minimaal zijn en de milieuvoordelen op
lange termijn aanzienlijk. Anderen waren tegen de intrekking van de
vrijstelling en benadrukten dat de gegevens over de economische, sociale en
milieugevolgen een intrekking niet rechtvaardigen. In het algemeen bevestigde
de raadpleging van de belanghebbenden de noodzaak van een vergelijkende
levenscyclusanalyse met het oog op een solide basis voor de
kosten-batenanalyse. Op 18 juli 2011 vond een workshop met
belanghebbenden (collegiale toetsing) plaats. Doel was inbreng te leveren voor
de vergelijkende levenscyclusanalyse van de drie verschillende chemische
samenstellingen die worden gebruikt in draagbare batterijen voor gebruik in
draadloos elektrisch gereedschap. Deze analyse is uitgevoerd door een
consultant in opdracht van de Commissie. In de effectbeoordeling van de Commissie wordt
geconcludeerd dat het totale milieu-effect van de beleidsopties die voorzien in
een intrekking van de vrijstelling (onmiddellijke intrekking of intrekking in
2016), geringer zou zijn dan dat van het basisscenario, zowel wat betreft het
vermijden van lozingen van cadmium in het milieu als in termen van
geaggregeerde milieueffecten op basis van zes milieu-indicatoren. Een uitgestelde intrekking van de vrijstelling
(in 2016) zou iets minder milieuvoordelen opleveren dan een onmiddellijke
intrekking, maar de kosten zouden ook veel lager uitvallen. Een aantal
recyclers en fabrikanten van draadloos elektrisch gereedschap heeft
kostenramingen gegeven voor beide beleidsopties betreffende de intrekking van
de vrijstelling (tussen 40 en 60 miljoen euro in het geval van onmiddellijke
intrekking en 33 miljoen euro in het geval van intrekking tegen 2016). Het is
evenwel twijfelachtig of al deze kosten zijn toe te schrijven aan de intrekking
van de vrijstelling, aangezien de hoeveelheden in draadloos elektrisch
gereedschap gebruikte cadmiumbatterijen in het basisscenario tussen 2013 en
2025 met 50% zullen verminderen. De hogere fabricagekosten van de alternatieve
batterijtechnologie voor draadloos elektrisch gereedschap in het kader van de
beleidsopties betreffende de intrekking van de vrijstelling zouden gevolgen
kunnen hebben voor de consument. In de periode 2013-2025 zal een draadloos
elektrisch gereedschap met batterijen met een alternatieve chemische
samenstelling, afhankelijk van de gekozen samenstelling (nikkel-metaalhydride
of lithiumion) respectievelijk 0,8 en 2,1 euro meer kosten bij een
onmiddellijke intrekking van de vrijstelling en 0,4 en 0,9 euro extra bij
intrekking in 2016. De sociale gevolgen en de administratieve
belasting zijn bij alle beleidsopties beperkt en er worden geen problemen in
verband met de naleving verwacht. In de effectbeoordeling wordt geconcludeerd
dat een uitgestelde intrekking van de vrijstelling (in 2016) minder
milieuvoordelen zou opleveren dan een onmiddellijke intrekking, maar dat de
kosten ook veel lager zouden uitvallen. Aangezien een intrekking van de
vrijstelling in 2016 vrijwel even effectief zou zijn, maar wel efficiënter dan
een onmiddellijke intrekking, verdient deze optie de voorkeur. 3. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL Bij artikel 1, lid 1, van het onderhavige
voorstel wordt artikel 4, lid 3, onder c), van Richtlijn 2006/66/EG gewijzigd
en wordt de vrijstelling voor het gebruik van cadmium in draagbare batterijen
en accu's voor gebruik in draadloos elektrisch gereedschap ingetrokken op 1
januari 2016. Dit betekent dat het gebruik van cadmium in draagbare batterijen
en accu's voor gebruik in draadloos elektrisch gereedschap, inclusief die welke
zijn ingebouwd in toepassingen, vanaf die datum overeenkomstig artikel 4, lid
1, van Richtlijn 2006/66/EG wordt beperkt tot 0,002 gewichtsprocent cadmium. In artikel 1, leden 2 tot en met 11, van dit
voorstel worden de gedelegeerde en uitvoeringsbevoegdheden van de Commissie in
het kader van Richtlijn 2006/66/EG, alsook de overeenkomstige procedures voor
de goedkeuring van deze handelingen vastgesteld. Op grond van artikel 2 van het voorstel dienen
de lidstaten de wijziging van artikel 4, lid 3, onder c), van Richtlijn
2006/66/EG binnen 18 maanden na de inwerkingtreding van de richtlijn om te
zetten. In artikel 3 van het voorstel is bepaald dat
deze richtlijn in werking treedt op de twintigste dag na die van de
bekendmaking ervan in het Publicatieblad. In artikel 4 van het voorstel is bepaald dat
de richtlijn tot de lidstaten is gericht. 4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING Niet van toepassing. 5. OPTIONELE ELEMENTEN Niet van toepassing. 2012/0066 (COD) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN
DE RAAD van [...]
tot wijziging van Richtlijn 2006/66/EG inzake batterijen en accu's, alsook
afgedankte batterijen en accu's, wat betreft het op de markt brengen van
cadmiumhoudende draagbare batterijen en accu's voor gebruik in draadloos
elektrisch gereedschap (Voor de EER relevante tekst) HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN
DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, en met name artikel 192, lid 1, Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Na toezending van het ontwerp van de wetgevingshandeling
aan de nationale parlementen, Gezien het advies van het Europees Economisch
en Sociaal Comité[6],
Gezien het advies van het Comité van de
Regio’s[7],
Handelend volgens de gewone
wetgevingsprocedure, Overwegende hetgeen volgt: (1) Richtlijn 2006/66/EG van het
Europees Parlement en de Raad van 6 september 2006 inzake batterijen en accu's,
alsook afgedankte batterijen en accu's en tot intrekking van Richtlijn
91/157/EEG[8]
verbiedt het op de markt brengen van draagbare batterijen en accu's die meer
dan 0,002 gewichtsprocent cadmium bevatten, inclusief die welke in apparaten
zijn ingebouwd. Draagbare batterijen en accu's voor gebruik in draadloos
elektrisch gereedschap zijn echter vrijgesteld van dit verbod. (2) De Commissie heeft de
vrijstelling overeenkomstig artikel 4 van Richtlijn 2006/66/EG opnieuw bezien
met het oog op het verbieden van cadmium in batterijen en accu's. (3) Deze herziening heeft geleid
tot de conclusie dat, teneinde de in het milieu geloosde hoeveelheid cadmium te
verminderen, het verbod op het gebruik van cadmium dient te worden uitgebreid
tot draagbare batterijen en accu's voor gebruik in draadloos elektrisch
gereedschap, aangezien op de markt geschikte cadmiumvrije substituten voor deze
toepassingen beschikbaar zijn, namelijk nikkel-metaalhydride- en
lithiumionbatterijtechnologieën. (4) De bestaande vrijstelling
voor dit gebruik dient tot en met 31 december 2015 van toepassing te blijven,
zodat de sector de relevante technologieën verder kan aanpassen. (5) Als gevolg van de inwerkingtreding
van het Verdrag van Lissabon moeten de aan de Commissie krachtens Richtlijn
2006/66/EG toegekende bevoegdheden worden aangepast aan de artikelen 290 en 291
van het Verdrag. (6) Met het oog op de aanvulling
of wijziging van Richtlijn 2006/66/EG dient aan de Commissie de bevoegdheid te
worden verleend om overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag handelingen vast
te stellen die betrekking hebben op bijlage III betreffende verwerkings- en
recyclingsvoorschriften, de criteria om te beoordelen of de verwerking en
recycling buiten de Europese Unie heeft plaatsgevonden in omstandigheden die
stroken met de eisen van deze richtlijn, producentenregistratie,
capaciteitsmarkering voor draagbare en autobatterijen en -accu's, en op
vrijstellingen van de markeringsvoorschriften. Het is van bijzonder belang dat
de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden passend overleg pleegt,
onder meer met deskundigen. Bij het voorbereiden en opstellen van gedelegeerde
handelingen dient de Commissie erop toe te zien dat de desbetreffende
documenten gelijktijdig, tijdig en op passende wijze bij het Europees Parlement
en de Raad worden ingediend. (7) Om te zorgen voor eenvormige
voorwaarden voor de uitvoering van Richtlijn 2006/66/EG, dienen aan de
Commissie uitvoeringsbevoegdheden te worden verleend met betrekking tot
overgangsregelingen inzake minimuminzamelingscijfers, een gemeenschappelijke
methode voor de berekening van de jaarlijkse verkoop van draagbare batterijen
en accu's aan eindgebruikers en een vragenlijst of schema voor nationale
uitvoeringsverslagen. Deze bevoegdheden moeten worden uitgeoefend
overeenkomstig Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de
Raad van 28 februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en
beginselen die van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de
uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren[9]. (8) Richtlijn 2006/12/EG is met
ingang van 12 december 2010 ingetrokken bij Richtlijn 2008/98/EG. (9) Richtlijn 2006/66/EG moet
daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd, HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN
VASTGESTELD: Artikel 1 Richtlijn 2006/66/EG wordt als volgt
gewijzigd: 1. Artikel 4, lid 3,
onder c), wordt vervangen door: "c) draadloze elektrische gereedschappen, tot
en met 31 december 2015." 2. Artikel 10, lid 4,
wordt vervangen door: "4. De Commissie kan middels
uitvoeringshandelingen overgangsregelingen vaststellen om problemen aan te
pakken die ingevolge specifieke nationale omstandigheden in een lidstaat
ontstaan bij de toepassing van de in lid 2 bedoelde voorschriften. Deze
uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 24,
lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure. De Commissie stelt uiterlijk op 26 september 2007
middels uitvoeringshandelingen een gemeenschappelijke methode voor de
berekening van de jaarlijkse verkoop van draagbare batterijen en accu's aan
eindgebruikers vast. Deze uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel
24, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld."; 3. In artikel 12, lid 6, worden
de eerste twee zinnen vervangen door: "6. De Commissie wordt gemachtigd om
overeenkomstig artikel 23 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen om
bijlage III te wijzigen of aan te vullen teneinde rekening te houden met de
wetenschappelijke en technische vooruitgang."; 4. Artikel 12, lid 7, wordt
geschrapt; 5. Artikel 15, lid 3,
wordt vervangen door: "3. De Commissie wordt gemachtigd om
overeenkomstig artikel 23 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen waarbij
uitvoeringsbepalingen ter aanvulling van die van lid 2 van dit artikel worden
vastgesteld, in het bijzonder criteria om te beoordelen of de daarin bedoelde
omstandigheden stroken met de eisen van deze richtlijn."; 6. Artikel 17 wordt vervangen
door: "Artikel 17 Registratie De lidstaten zorgen ervoor dat elke producent
wordt geregistreerd. De registratie verloopt in elke lidstaat volgens dezelfde
procedurele vereisten. De Commissie wordt gemachtigd om overeenkomstig
artikel 23 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen waarbij deze registratievereisten
worden vastgesteld"; 7. Artikel 18, lid 2,
wordt vervangen door: "2. De lidstaten maken de in lid 1 bedoelde
ontwerp-maatregelen en de redenen om ze voor te stellen, openbaar, en stellen
de Commissie en de andere lidstaten hiervan in kennis."; 8. Artikel 21 wordt als volgt
gewijzigd: (a)
Lid 2 wordt vervangen door: "2. De lidstaten zorgen ervoor dat uiterlijk
op 26 september 2009 op alle draagbare batterijen en accu’s en autobatterijen
en -accu’s de capaciteit ervan zichtbaar, leesbaar en onuitwisbaar wordt
vermeld. De Commissie wordt gemachtigd om overeenkomstig artikel 23 bis
gedelegeerde handelingen vast te stellen waarbij uiterlijk op 26 maart 2009
uitvoeringsbepalingen ter aanvulling van dit voorschrift worden vastgesteld,
met inbegrip van geharmoniseerde testmethoden voor de bepaling van de
capaciteit en het geschikte gebruik."; (b)
Lid 7 wordt vervangen door: "7. De Commissie wordt gemachtigd om
overeenkomstig artikel 23 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen om
vrijstellingen van de markeringsvoorschriften van dit artikel te
verlenen."; 9. Artikel 22, lid 2,
wordt vervangen door: "2. Deze verslagen worden opgesteld aan de
hand van een vragenlijst of schema. De Commissie stelt middels
uitvoeringshandelingen de vragenlijst of het schema voor deze verslagen vast
volgens de in artikel 24, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure. De vragenlijst
of het schema wordt zes maanden vóór de aanvang van de eerste verslagperiode
aan de lidstaten toegezonden. 10. Het volgende artikel 23 bis
wordt toegevoegd: "Artikel 23 bis Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie 1. De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast
te stellen, wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel
neergelegde voorwaarden. 2. De in artikel 12, lid 6, artikel 15, lid 3,
artikel 17 en artikel 21, leden 2 en 7, bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde
handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie toegekend voor onbepaalde
tijd met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn. 3. Het Europees Parlement of de Raad kan de in
artikel 12, lid 6, artikel 15, lid 3, artikel 17 en artikel 21, leden 2 en 7,
bedoelde bevoegdheidsdelegatie te allen tijde intrekken. Het besluit tot
intrekking beëindigt de delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid.
Het wordt van kracht op de dag na die van de bekendmaking ervan in het
Publicatieblad van de Europese Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het
laat de geldigheid van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen
onverlet. 4. Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling
heeft vastgesteld, doet zij daarvan gelijktijdig kennisgeving aan het Europees
Parlement en de Raad. 5. Een overeenkomstig artikel 12, lid 6, artikel
15, lid 3, artikel 17 en artikel 21, leden 2 en 7, vastgestelde gedelegeerde
handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement noch de Raad
daartegen binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de
handeling aan het Europees Parlement en de Raad bezwaar heeft gemaakt, of
indien zowel het Europees Parlement als de Raad vóór het verstrijken van die
termijn de Commissie heeft meegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar zullen
maken. Die termijn wordt op initiatief van het Europees Parlement of de Raad
met twee maanden verlengd."; 11. Artikel 24 wordt vervangen
door: "Artikel 24 Comitéprocedure 1. De Commissie wordt bijgestaan door het comité
dat is ingesteld bij artikel 39 van Richtlijn 2008/98/EG*. Het betreft een comité in de zin van Verordening
(EU) nr. 182/2011. 2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel
5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing. __________________ * PB L 312 van 22.11.2008, blz. 3.". Artikel 2 Omzetting 1. De lidstaten doen de nodige
wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk 18
maanden na de inwerkingtreding van deze richtlijn aan artikel 1, lid 1,
ervan te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld
mee. 2. Wanneer de lidstaten die
bepalingen aannemen, wordt in de bepalingen zelf of bij de officiële
bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze
verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten. 3. De lidstaten delen de
Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij
op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen. Artikel 3 Inwerkingtreding Deze richtlijn treedt in werking op de
twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de
Europese Unie. Artikel 4 Adressaten Deze richtlijn
is gericht tot de lidstaten. Gedaan te Brussel, op 26.3.2012 Voor het Europees Parlement Voor
de Raad De voorzitter De
voorzitter [1] PB
L 266 van 26.9.2006, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2008/103/EG
(PB L 327 van 5.12.2008, blz. 7-8). [2] Ontwerp-effectbeoordeling
van de belangrijkste amendementen van de Raad op het voorstel van de Commissie
voor een batterijenrichtlijn (november, 2004), beschikbaar op: http://register.consilium.eu.int/pdf/en/04/st14/st14372.en04.pdf [3] Verbod
op loodbatterijen: Analyse van een wijziging van artikel 4 in het
gemeenschappelijk standpunt van de Raad met het oog op de aanneming van de
richtlijn inzake batterijen en accu's, alsook afgedankte batterijen en accu's
en tot intrekking van Richtlijn 91/157/EEG (november, 2005), beschikbaar op: http://www.europarl.europa.eu/comparl/envi/pdf/externalexpertise/ieep_6leg/batteries.pdf [4] Het
verslag van de Commissie is beschikbaar op: http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=CELEX:52010DC0698:EN:NOT
[5] De
tekst van de verklaring van de Commissie is beschikbaar op: http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=OJ:L:2011:055:0019:0020:EN:PDF
[6] PB C […] van […], blz. […]. [7] PB C […] van […], blz. […]. [8] PB L 266 van 26.9.2006, blz. 1. [9] PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13.