This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52012JC0031
Joint Proposal for a COUNCIL REGULATION amending Regulation (EU) No 101/2011 of 4 February 2011 concerning restrictive measures directed against certain persons, entities and bodies in view of the situation in Tunisia
Gezamenlijk voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EU) nr. 101/2011 van de Raad van 4 februari 2011 betreffende restrictieve maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten in verband met de situatie in Tunesië
Gezamenlijk voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EU) nr. 101/2011 van de Raad van 4 februari 2011 betreffende restrictieve maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten in verband met de situatie in Tunesië
/* JOIN/2012/031 final - 2012/0318 (NLE) */
Gezamenlijk voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EU) nr. 101/2011 van de Raad van 4 februari 2011 betreffende restrictieve maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten in verband met de situatie in Tunesië /* JOIN/2012/031 final - 2012/0318 (NLE) */
TOELICHTING (1)
De Raad heeft op 31 januari 2011 Besluit
2011/72/GBVB betreffende restrictieve maatregelen tegen bepaalde personen en
entiteiten vanwege de situatie in Tunesië vastgesteld. (2)
Besluit 2012/…/… van de Raad van … behelst een
wijziging van de in artikel 1 van Besluit 2011/72/GBVB van de Raad beschreven
uitzonderingen om het toepassingsgebied uit te breiden tot de vrijgave van
bevroren tegoeden of economische middelen die noodzakelijk zijn om te voldoen
aan een gerechtelijk of administratief vonnis dat in de EU is vastgesteld of
een gerechtelijk vonnis dat uitvoerbaar is in een lidstaat. (3)
Om uitvoering te geven aan dit besluit moet
Verordening (EU) nr. 101/2011 van de Raad van 4 februari 2011 betreffende
restrictieve maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten in verband met
de situatie in Tunesië moet worden gewijzigd. (4)
Artikel 9 van Verordening (EU) nr.
101/2011 heeft betrekking op het delen van informatie door personen, entiteiten
en lichamen om de naleving van de verordening te vergemakkelijken.
Overeenkomstig artikel 9, lid 2, mag verstrekte of ontvangen informatie
uitsluitend worden gebruikt voor de doeleinden waarvoor de informatie is
verstrekt of ontvangen. Deze wijziging verduidelijkt dat dit lidstaten niet
belet dergelijke informatie overeenkomstig nationale wetgeving uit te wisselen
met Tunesië en met andere lidstaten om wederrechtelijk verkregen
vermogensbestanddelen in bepaalde omstandigheden terug te vorderen. (5)
De hoge vertegenwoordiger van de Unie voor
buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Europese Commissie stellen
gezamenlijk voor Verordening (EU) nr. 101/2011 dienovereenkomstig te wijzigen. 2012/0318 (NLE) Gezamenlijk voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EU) nr.
101/2011 van de Raad van 4 februari 2011 betreffende restrictieve maatregelen
tegen bepaalde personen en entiteiten in verband met de situatie in Tunesië
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, en met name artikel 215, Gezien Besluit 2011/72/GBVB van de Raad van 31
januari 2011 betreffende restrictieve maatregelen tegen bepaalde personen en
entiteiten in verband met de situatie in Tunesië[1], Gezien het gezamenlijke voorstel van de hoge
vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en
de Europese Commissie, Overwegende hetgeen volgt: (1) Verordening (EU) nr. 101/2011
van de Raad van 4 februari 2011 betreffende restrictieve maatregelen tegen
bepaalde personen en entiteiten in verband met de situatie in Tunesië[2] geeft uitvoering aan de
maatregelen van Besluit 2011/72/GBVB van de Raad. (2) Besluit 2012/…/… van de Raad
van … behelst een wijziging van Besluit 2011/72/GBVB van de Raad om de vrijgave
mogelijk te maken van bevroren tegoeden of economische middelen die
noodzakelijk zijn om te voldoen aan een gerechtelijk of administratief vonnis
dat in de EU is vastgesteld of een gerechtelijk vonnis dat uitvoerbaar is in
een lidstaat. (3) Artikel 9 van Verordening
(EU) nr. 101/2011 betreft informatie die personen, entiteiten en lichamen
moeten verstrekken aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaten om de naleving
van de verordening te vergemakkelijken en die wordt doorgestuurd aan de
Commissie. Overeenkomstig artikel 9, lid 2, mag verstrekte of ontvangen informatie
uitsluitend worden gebruikt voor de doeleinden waarvoor de informatie is
verstrekt of ontvangen. Dit belet lidstaten niet dergelijke informatie
overeenkomstig hun nationale wetgeving uit te wisselen met Tunesië of met derde
landen, uitsluitend om indien nodig wederrechtelijk verkregen
vermogensbestanddelen in bepaalde omstandigheden terug te vorderen. (4) Verordening (EU) nr. 101/2011
dient derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd, HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING
VASTGESTELD: Artikel 1 Verordening (EU) nr. 101/2011 wordt als volgt
gewijzigd: (1)
Artikel 5 wordt vervangen door: "Artikel 5 1. In afwijking van het bepaalde in artikel 2
kunnen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, als vermeld op de lijst van
websites van bijlage 2, toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde
bevroren tegoeden of economische middelen indien aan de volgende voorwaarden is
voldaan: a) de tegoeden of economische middelen zijn het
voorwerp van een arbitragebesluit dat is vastgesteld vóór de datum waarop de in
artikel 2 bedoelde natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam is
opgenomen in bijlage I, of van een justitieel of administratief vonnis dat in
de EU is uitgesproken of van een gerechtelijk vonnis dat van uitvoerbaar is in
de betrokken lidstaat, en dat van voor of na die datum dateert; b) de tegoeden of economische middelen worden
uitsluitend aangewend om te voldoen aan vorderingen die door een dergelijk
vonnis zijn gewaarborgd of geldig zijn verklaard, overeenkomstig de wet- en
regelgeving tot vaststelling van de rechten van de personen die titularis zijn
van dergelijke vorderingen; c) het vonnis is niet ten behoeve van een
natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam van bijlage I; d) de erkenning van het vonnis is niet in strijd
met de openbare orde van de betrokken lidstaat. 2. De betrokken bevoegde autoriteiten stellen de
bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten en de Commissie in kennis van
elke op grond van dit artikel verleende toestemming." Artikel 2 (2)
Na artikel 9, lid 2, wordt het volgende lid 3
toegevoegd: "3. Lid 2 belet lidstaten niet
dergelijke informatie overeenkomstig hun nationale wetgeving uit te wisselen
met Tunesië of met derde landen, uitsluitend om indien nodig wederrechtelijk
verkregen vermogensbestanddelen in bepaalde omstandigheden terug te
vorderen." Artikel 3 Deze verordening treedt in werking op de dag
na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Deze verordening is verbindend in al
haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel, Voor
de Raad De
voorzitter [1] PB L 28 van 2.2.2011, blz. 62. [2] PB L 31 van 5.2.2011, blz. 1.