EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52011PC0896
Proposal for a DIRECTIVE OF THE EUROPEAN PARLIAMENT AND OF THE COUNCIL on public procurement
Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende het gunnen van overheidsopdrachten
Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende het gunnen van overheidsopdrachten
/* COM/2011/0896 definitief - 2011/0438 (COD) */
Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende het gunnen van overheidsopdrachten /* COM/2011/0896 definitief - 2011/0438 (COD) */
TOELICHTING 1. Achtergrond van het voorstel ·
Motivering en doel van het voorstel De Europa 2020-strategie voor slimme, duurzame
en inclusieve groei [COM(2010) 2020] is gebaseerd op drie onderling nauw
verbonden en elkaar versterkende prioriteiten: het ontwikkelen van een op
kennis en innovatie gebaseerde economie; het bevorderen van een koolstofarme,
concurrerende economie waarin zuinig wordt omgesprongen met hulpbronnen; en het
stimuleren van een economie met veel werkgelegenheid en sociale en territoriale
cohesie. Overheidsopdrachten spelen in de Europa 2020-strategie
een belangrijke rol. Zij zijn een van de te gebruiken marktinstrumenten om deze
doelstellingen te bereiken, door het ondernemingsklimaat en de voorwaarden voor
bedrijven die willen innoveren, te verbeteren en door een ruimer gebruik van
groene overheidsopdrachten te stimuleren en zo de overgang naar een zuinige en
koolstofarme economie te ondersteunen. In de Europa 2020-strategie wordt
tegelijkertijd beklemtoond dat het beleid inzake overheidsopdrachten voor een
zo efficiënt mogelijke besteding van middelen moet zorgen en dat de markten
voor overheidsopdrachten overal in de EU open moeten worden gehouden. Om deze uitdagingen aan te gaan moet de
bestaande wetgeving inzake overheidsopdrachten worden herzien en gemoderniseerd
zodat deze beter aansluit bij de ontwikkelingen op politiek, sociaal en
economisch gebied. In haar mededeling "Akte voor de interne
markt: Twaalf hefbomen voor het stimuleren van de groei en het versterken van
het vertrouwen" van 13 april 2011 heeft de Commissie onder de twaalf
kernacties die vóór het einde van 2012 door de EU-instellingen moeten zijn
goedgekeurd, de herziening en modernisering van het wettelijk kader voor
overheidsopdrachten aangewezen, met als doel de gunning van opdrachten
flexibeler te doen verlopen en te komen tot een betere aanwending van
overheidsopdrachten ter ondersteuning van andere beleidslijnen. Dit voorstel heeft twee complementaire
doelstellingen: ·
de efficiëntie bij het besteden van middelen te verhogen
om te komen tot het best mogelijke aanbestedingsresultaat wat de
prijs-kwaliteitverhouding betreft. Dit betekent in het bijzonder dat de
bestaande aanbestedingsregels eenvoudiger en flexibeler moeten worden.
Gestroomlijnde, efficiëntere procedures zullen alle marktdeelnemers ten goede
komen en zullen de participatie van zowel kmo's als buitenlandse inschrijvers
bevorderen. ·
aanbesteders in staat stellen overheidsopdrachten
beter te gebruiken ter ondersteuning van gemeenschappelijke maatschappelijke doelen
zoals milieubescherming, hogere efficiëntie in het gebruik van hulpbronnen en
energie, bestrijding van klimaatverandering, bevordering van innovatie,
werkgelegenheid en maatschappelijke integratie en het garanderen van optimale
omstandigheden voor het verstrekken van maatschappelijke diensten van hoge
kwaliteit. ·
Algemene context Overheidsopdrachten spelen een belangrijke rol
in de algemene economische prestaties van de Europese Unie. In Europa besteden
overheidsdiensten ongeveer 18% van het bbp aan werken, leveringen en diensten.
Gelet op het volume van de bestedingen kunnen overheidsopdrachten gebruikt
worden als een krachtige hefboom om te komen tot een interne markt die slimme,
duurzame en inclusieve groei stimuleert. De huidige generatie aanbestedingsrichtlijnen
– Richtlijn 2004/17/EG[1] en Richtlijn 2004/18/EG[2]
– zijn het product van een lang ontwikkelingsproces dat in 1971 van start is
gegaan met Richtlijn 71/305/EEG. Deze richtlijnen waarborgen transparante en
niet-discriminerende procedures en willen er zo in de eerste plaats voor zorgen
dat ondernemers uit de hele interne markt ten volle gebruik kunnen maken van de
fundamentele vrijheden wanneer zij concurreren voor overheidsopdrachten. Uit een brede economische evaluatie is
gebleken dat de aanbestedingsrichtlijnen hun doelstellingen in aanzienlijke
mate hebben bereikt. Zij hebben geleid tot meer transparantie en sterkere
concurrentie terwijl de bereikte besparingen meetbaar zijn door lagere prijzen. Belanghebbenden hebben niettemin te kennen
gegeven dat er behoefte is aan een herziening van de aanbestedingsrichtlijnen
om de regels te vereenvoudigen, de efficiëntie en effectiviteit ervan te
verhogen en deze beter te doen aansluiten bij de politieke, sociale en
economische ontwikkelingen. Gestroomlijnde, efficiëntere procedures zullen de
aanbestedende diensten meer flexibiliteit geven, zullen alle ondernemers ten
goede komen en zullen de participatie van kmo's en buitenlandse inschrijvers
bevorderen. Betere aanbestedingsregels zullen aanbestedende diensten ook in
staat stellen een beter gebruik te maken van overheidsopdrachten ter
ondersteuning van gemeenschappelijke maatschappelijke doelen, zoals
milieubescherming, hogere efficiëntie in het gebruik van hulpbronnen en
energie, bestrijding van klimaatverandering, bevordering van innovatie,
werkgelegenheid en maatschappelijke integratie en het garanderen van optimale
omstandigheden voor het verstrekken van maatschappelijke diensten van hoge
kwaliteit. Deze beleidskeuzen werden bevestigd door de resultaten van een
raadpleging van belanghebbenden, die de Commissie in de lente van 2011 heeft
gehouden en waarin een zeer grote meerderheid van belanghebbenden zich heeft
uitgesproken voor een voorstel tot herziening van de aanbestedingsrichtlijnen
om deze beter aan te passen aan de nieuwe uitdagingen waarmee zowel
aanbestedende diensten als ondernemers te maken krijgen. ·
Bestaande bepalingen op het door het voorstel
bestreken gebied Samen met de voorgestelde nieuwe richtlijn
inzake opdrachten van nutsbedrijven zal het voorstel leiden tot vervanging van
de Richtlijnen 2004/17/EG en 2004/18/EG als centrale onderdelen van het
wetgevingskader inzake overheidsopdrachten van de Europese Unie. De richtlijn wordt aangevuld met de overige
elementen van dit wettelijk kader: ·
Richtlijn 2009/81/EG[3] voorziet in
bijzondere regels voor aanbestedingen op het gebied van defensie en veiligheid, ·
Richtlijn 89/665/EEG[4] bepaalt
gemeenschappelijke normen voor nationale beroepsprocedures om ervoor te zorgen
dat er in alle EU-landen snelle en doeltreffende rechtsmiddelen ter beschikking
worden gesteld in gevallen waarin inschrijvers van mening zijn dat opdrachten
op onrechtmatige wijze zijn gegund. ·
Samenhang met andere beleidsgebieden en
doelstellingen van de Unie Dit initiatief geeft uitvoering aan de Europa 2020-strategie
voor slimme, duurzame en inclusieve groei [COM(2010) 2020] en de Europa 2020-vlaggenschipinitiatieven
inzake de Digitale agenda voor Europa [COM(2010) 245], de Innovatie-Unie [COM(2010)
546], het geïntegreerd industriebeleid in een tijd van mondialisering [COM(2010)
614], Energie 2020 [COM(2010) 639] en het efficiënt gebruik van hulpbronnen in
Europa [COM(2011) 21]. Het geeft ook uitvoering aan de Akte voor de interne
markt [COM(2011) 206], in het bijzonder de twaalfde kernactie met betrekking
tot het "herziene en gemoderniseerde wettelijke kader voor
overheidsopdrachten". Het is een strategisch initiatief van het
werkprogramma van de Commissie voor 2011. 2. Raadpleging van belanghebbende partijen en
effectbeoordeling ·
Raadpleging van belanghebbende partijen Wijze van raadpleging, belangrijkste
geraadpleegde sectoren en algemeen profiel van de respondenten De Commissie publiceerde op 27 januari 2011
een Groenboek betreffende de modernisering van het EU-beleid inzake
overheidsopdrachten – Naar een meer efficiënte Europese aanbestedingsmarkt[5],
waarmee zij een ruime openbare raadpleging heeft gehouden over opties om de
wetgeving te wijzigen met het oog op een gemakkelijkere en flexibelere gunning
van opdrachten en een betere aanwending van overheidsopdrachten ter
ondersteuning van andere beleidslijnen. Het groenboek had tot doel een aantal
belangrijke gebieden voor hervorming aan te wijzen en belanghebbenden te
ondervragen over concrete mogelijkheden tot wijziging van de wet. Onderwerpen
die hierin aan bod kwamen, hadden onder meer betrekking op het vereenvoudigen
en flexibeler maken van procedures, het strategisch gebruik van
overheidsopdrachten om andere beleidsdoelstellingen te bevorderen, de
verbetering van de toegang tot overheidsopdrachten voor kmo's en de strijd
tegen vriendjespolitiek, corruptie en belangenconflicten. De openbare raadpleging eindigde op 18 april 2011
en leverde zeer veel reacties op. In het totaal kwamen 623 antwoorden binnen
van zeer uiteenlopende groepen van belanghebbenden, waaronder centrale
overheidsdiensten van de lidstaten, plaatselijke en regionale aanbesteders en
associaties daarvan, ondernemingen, industrieverbonden, universiteiten,
verenigingen uit het maatschappelijk middenveld (waaronder vakbonden) en
individuele burgers. De meeste antwoorden kwamen uit het Verenigd Koninkrijk,
Duitsland, Frankrijk, en in mindere mate uit België, Italië, Nederland,
Oostenrijk, Zweden, Spanje en Denemarken. De resultaten van de raadpleging zijn
samengevat in een synthesedocument[6] en ter discussie
voorgelegd op een openbare conferentie op 30 juni 2011[7]. Samenvatting van de reacties en hoe
daarmee rekening is gehouden De overgrote meerderheid van belanghebbenden
waardeerde het initiatief van de Europese Commissie om het huidige
aanbestedingenbeleid te herzien. Naast de verschillende onderwerpen die in het
groenboek zijn besproken, is door belanghebbenden met bijzondere aandrang
gewezen op de behoefte om procedures te vereenvoudigen en deze flexibeler te
maken. Een duidelijke meerderheid van alle groepen van belanghebbenden steunde
bijvoorbeeld het idee om een ruimer gebruik van de mededingingsprocedure van
gunning door onderhandelingen toe te staan. Er was ook grote steun voor
maatregelen ter verlichting van de administratieve lasten die verbonden zijn
aan de keuze van de inschrijver. Over het strategisch gebruik van
overheidsopdrachten om de maatschappelijke doelstellingen van de Europa 2020-strategie
te bereiken, waren de meningen van de belanghebbenden verdeeld. Veel belanghebbenden,
en met name ondernemingen, stonden in het algemeen weigerachtig ten aanzien van
het idee om overheidsopdrachten te gebruiken ter ondersteuning van andere
beleidsdoelstellingen. Andere belanghebbenden, met name organisaties uit het
maatschappelijk middenveld, waren sterke voorstanders van dit strategisch
gebruik en pleitten voor ingrijpende wijzigingen in de grondbeginselen van het
aanbestedingenbeleid. ·
Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid Naast de raadpleging over het groenboek
verrichtte de Europese Commissie in 2010/2011 een diepgaande evaluatie over de
gevolgen en de effectiviteit van de EU-aanbestedingsregels, uitgaande van een
omvangrijke verzameling van bewijsmateriaal en nieuw onafhankelijk onderzoek.
Het onderzoek had voornamelijk betrekking op de kosten en de effectiviteit van
de aanbestedingsprocedures, vragen in verband met grensoverschrijdende
aanbestedingen, toegang van kmo's tot aanbestedingsmarkten en het strategisch
gebruik van aanbestedingen in Europa. Uit de evaluatie blijkt duidelijk dat de
aanbestedingsrichtlijnen, dat wil zeggen Richtlijnen 2004/17/EG en 2004/18/EG,
hebben bijgedragen tot een cultuur van transparantie en resultaatgerichte
aanbesteding, een cultuur die besparingen oplevert en leidt tot verbeteringen
in de kwaliteit van de aanbestedingsresultaten die de kosten van deze
aanbestedingsprocedures, zowel voor overheidsafnemers als voor leveranciers,
ver overstijgen. Uit de evaluatie is voorts gebleken dat verschillen in de
tenuitvoerlegging en toepassing van de richtlijnen in de verschillende
lidstaten tot verschillende resultaten hebben geleid. De tijd die nodig is voor
het voltooien van procedures en de kosten voor overheidsafnemers verschillen
sterk tussen de lidstaten. ·
Effectbeoordeling De effectbeoordeling en de samenvatting
daarvan bieden een overzicht van de verschillende opties voor elk van de vijf
groepen van basisproblemen (administratieve organisatie, toepassingsgebied,
procedures, strategische aanbestedingen en toegang tot markten voor
overheidsopdrachten). Op basis van een analyse van de voor- en nadelen van de
verschillende opties werd een pakket van voorkeursopties vastgesteld waarin de
synergieën tussen de verschillende oplossingen geoptimaliseerd worden, waardoor
besparingen ten gevolge van één soort actie de betrokken kosten ten gevolge van
een andere kunnen compenseren (bv. mogelijke toename van procedurele
voorschriften ten gevolge van strategische aanbestedingen kon gedeeltelijk
worden gecompenseerd door besparingen in verband met de verbeterde opzet van
aanbestedingsprocedures). Deze voorkeursopties vormen de basis voor het
onderhavige voorstel. Het ontwerpverslag van effectbeoordeling is
gecontroleerd door de raad voor effectbeoordelingen, die heeft verzocht om
wijzigingen, met name wat betreft de aanwijzing van de te behandelen specifieke
onderdelen van het wettelijk kader, de beschrijving van de besproken opties,
een grondigere kosten-batenanalyse van de gekozen kernacties en de
systematische verwerking van de standpunten van belanghebbenden, zowel bij de
probleemomschrijving als bij de aanvullingen op de effectbeoordeling. Deze
aanbevelingen voor verbetering zijn opgenomen in het eindverslag. Het advies
van de raad voor effectbeoordelingen over het verslag wordt samen met dit
voorstel en met het definitieve effectbeoordelingsverslag en de samenvatting
daarvan gepubliceerd. 3. Juridische elementen van het voorstel ·
Rechtsgrondslag Het voorstel is gebaseerd op artikel 53, lid 1,
artikel 62 en artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de
Europese Unie (VWEU). ·
Subsidiariteitsbeginsel Het subsidiariteitsbeginsel is van toepassing
voorzover het voorstel geen gebieden bestrijkt die onder de exclusieve
bevoegdheid van de EU vallen. De doelstellingen van het voorstel kunnen om
de volgende reden niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt: De coördinatie van aanbestedingsprocedures
boven bepaalde drempels is een belangrijk instrument gebleken voor de
voltooiing van de interne markt op het gebied van overheidsopdrachten. Hierdoor
wordt gegarandeerd dat ondernemers in heel de interne markt effectieve en
gelijke toegang tot overheidsopdrachten krijgen. Uit ervaringen met de
Richtlijnen 2004/17/EG en 2004/18/EG en vroegere generaties van
aanbestedingsrichtlijnen is gebleken dat Europa-wijde aanbestedingsprocedures
zorgen voor transparantie en objectiviteit in de aanbestedingsactiviteiten,
hetgeen leidt tot aanzienlijke besparingen en betere resultaten, die de
overheid van de lidstaten en uiteindelijk de Europese belastingbetaler ten goede
komen. Deze doelstelling kan niet voldoende worden
bereikt door het optreden van de lidstaten, dat onvermijdelijk zou resulteren
in afwijkende voorschriften en mogelijk conflicterende procedureregelingen met
een toenemende complexiteit in de regelgeving en ongerechtvaardigde obstakels
voor grensoverschrijdende activiteiten tot gevolg. Het voorstel is derhalve in overeenstemming
met het subsidiariteitsbeginsel. ·
Evenredigheidsbeginsel Het voorstel is in overeenstemming met het
evenredigheidsbeginsel, aangezien het niet verder gaat dan nodig is om de goede
werking van de interne markt te garanderen door middel van een reeks
Europa-wijde gecoördineerde aanbestedingsprocedures. Voorts berust het voorstel
op een "toolbox"-aanpak, waarbij lidstaten een maximale graad van
flexibiliteit wordt geboden om de procedures en instrumenten aan te passen aan
hun specifieke situatie. In vergelijking met de huidige
aanbestedingsrichtlijnen zal het voorstel de administratieve last die verbonden
is aan het verloop van de procedure, verlichten zowel voor de aanbestedende
diensten als voor de ondernemers; waar nieuwe eisen worden gesteld
(bijvoorbeeld met betrekking tot strategische aanbestedingen), worden deze
gecompenseerd door het opheffen van verplichtingen op andere gebieden. ·
Keuze van instrumenten Aangezien het voorstel gebaseerd is op artikel
53, lid 1, artikel 62 en artikel 114 VWEU, is het gebruik van een verordening
voor bepalingen die van toepassing zijn op aanbestedingen van goederen en
diensten, niet toegestaan door het Verdrag. Het voorgestelde instrument is
derhalve een richtlijn. Zoals in de effectbeoordeling is aangegeven,
zijn niet-wetgevende opties tijdens de effectbeoordelingsprocedure afgevallen. 4. Gevolgen voor de begroting Dit voorstel heeft geen gevolgen voor de
begroting. 5. Aanvullende informatie ·
Intrekking van bestaande wetgeving De goedkeuring van dit voorstel zal leiden tot
de intrekking van bestaande wetgeving (Richtlijn 2004/18/EG). ·
Evaluatie-/herzienings-/vervalbepaling Het voorstel bevat een herzieningsbepaling met
betrekking tot de economische effecten van de drempelbedragen. ·
Omzettingsmaatregelen en verklarende documenten Het voorstel
heeft betrekking op een gebied waarin de wetgeving van de Unie coördinatie
beoogt, hetgeen aanzienlijke gevolgen heeft voor een groot aantal onderdelen
van het nationale recht. Ondanks de coördinatiedoelstelling leiden vele van de
bepalingen tot volledige harmonisatie en bevat het voorstel een groot aantal
juridische verplichtingen. De lidstaten vullen de regels van de Unie aan met
bijkomende nationale voorschriften zodat het hele stelsel operationeel wordt. In dit verband
heeft de Commissie een reeks factoren aangewezen die verdere toelichting door
de lidstaten behoeven om tot een correct begrip van de omzettingsmaatregelen te
komen alsmede om het geheel van aanbestedingsregels op nationaal niveau
operationeel te maken: –
omzettings- en uitvoeringsmaatregelen worden
vastgesteld op verschillende institutionele echelons (nationaal/federaal,
regionaal, lokaal); –
naast de verschillende niveaus van regelgeving
worden in veel lidstaten ook regels vastgesteld naargelang van de betrokken
sector of het type aanbesteding; –
administratieve maatregelen van algemene of
specifieke aard vormen een aanvulling op en in sommige gevallen een overlapping
met het centrale wettelijke kader. Alleen de
lidstaten kunnen uitleggen in welke zin de verschillende maatregelen een
omzetting van de aanbestedingsrichtlijnen van de Unie vormen en hoe deze
maatregelen zich onderling tot elkaar verhouden. Om deze redenen
moeten samen met de omzettingsmaatregelen stukken worden meegedeeld waarin het
verband tussen de verschillende onderdelen van deze richtlijn en de
overeenkomstige omzettingsmaatregelen wordt toegelicht. Het gaat dan in het
bijzonder om concordantietabellen die een operationeel instrument vormen voor
de analyse van de nationale maatregelen. ·
Europese Economische Ruimte De voorgestelde maatregel betreft een
onderwerp dat onder de EER-overeenkomst valt en moet daarom worden uitgebreid
tot de Europese Economische Ruimte. ·
Nadere uitleg van het voorstel 1)
Vereenvoudiging en flexibilisering van aanbestedingsprocedures De voorgestelde
richtlijn voorziet in het vereenvoudigen en flexibiliseren van de
procedureregeling zoals vastgesteld in de huidige aanbestedingsrichtlijnen. Met
dat doel worden de volgende maatregelen vastgesteld: Verduidelijking van het toepassingsgebied: Het basisbegrip "overheidsopdracht", dat ook in de titel
van de voorgestelde richtlijn voorkomt, is opnieuw ingevoerd om het toepassingsgebied
en het doel van de aanbestedingsregels beter af te bakenen en de toepassing van
de drempels te vergemakkelijken. De definities van een aantal kernbegrippen
waarmee het toepassingsgebied van de richtlijn wordt omschreven (zoals
publiekrechtelijke instelling, overheidsopdrachten voor werken en diensten,
gemengde opdrachten), zijn herzien in het licht van de rechtspraak van het Hof
van Justitie. Tegelijkertijd wordt ernaar gestreefd de continuïteit te bewaren
in het gebruik van begrippen die in de loop der jaren in de rechtspraak van het
Hof zijn ontwikkeld en die welbekend zijn bij praktijkmensen. In dit verband
moet worden opgemerkt dat kleine afwijkingen van de bewoordingen of van de
wijze van voorstelling zoals die in de vroegere richtlijnen bekend was, niet
noodzakelijk een inhoudelijke verandering meebrengen maar te wijten kunnen zijn
aan een vereenvoudiging van de teksten. Het traditionele onderscheid tussen zogenoemde
prioritaire en niet-prioritaire diensten ("A"- en
"B"-diensten) wordt afgeschaft. Uit de resultaten van de evaluatie is
gebleken dat het niet langer gerechtvaardigd is de volle toepassing van de
aanbestedingswetgeving te beperken tot een gelimiteerde groep van diensten. Het
is echter ook duidelijk geworden dat de gewone aanbestedingsregels niet
aangepast zijn voor sociale diensten die een specifieke reeks regels nodig
hebben (zie hieronder). 'Toolbox'-aanpak:
De stelsels van de lidstaten zullen voorzien in twee basisvormen van
procedures, namelijk openbare en niet-openbare procedures. Daarnaast kunnen de
lidstaten voorzien in de mededingingsprocedure van gunning door
onderhandelingen, de concurrentiegerichte dialoog en/of het
innovatiepartnerschap, een nieuw type procedure voor innovatieve aanbestedingen
(zie hieronder). Aanbestedende diensten zullen bovendien
beschikken over een reeks van zes specifieke aanbestedingstechnieken en
-instrumenten voor gegroepeerde en elektronische aanbestedingen:
raamovereenkomsten, dynamisch aankoopsystemen, elektronische veilingen,
elektronische catalogi, aankoopcentrales en gezamenlijke aanbesteding. In
vergelijking met de bestaande richtlijn zijn deze instrumenten verbeterd en
verduidelijkt om elektronische aanbestedingen te vergemakkelijken. Lichtere regeling voor lagere aanbestedende
diensten: In overeenstemming met de WTO-overeenkomst
inzake overheidsopdrachten voorziet het voorstel in een vereenvoudigde regeling
voor aanbestedingen ten behoeve van alle aanbestedende diensten onder het
niveau van de centrale overheid, zoals lokale en regionale overheden. Deze
afnemers kunnen vooraankondigingen gebruiken als oproep tot mededinging.
Wanneer zij van deze mogelijkheid gebruik maken, hoeven zij vóór de aanvang van
de aanbestedingsprocedure geen aparte aankondiging van een opdracht bekend te
maken. Zij kunnen eveneens op een flexibelere wijze en in onderling overleg met
deelnemers bepaalde termijnen vaststellen. Bevorderen van elektronische aanbesteding: Het gebruik van elektronische communicatie en transactieverwerking
door inkopers kan aanzienlijke besparingen opleveren en kan de uitkomst van de
aanbesteding verbeteren terwijl verspilling en fouten worden tegengegaan. Het
voorstel wil de lidstaten hulp bieden bij het overstappen naar elektronische
aanbesteding door leveranciers in staat te stellen deel te nemen aan
online-aanbestedingsprocedures in heel de interne markt. Met het oog hierop
voorziet de voorgestelde richtlijn in verplichte elektronische doorzending van
aankondigingen en de verplichte elektronische beschikbaarstelling van de
aanbestedingsdocumenten en wordt de overgang naar zuiver elektronische
communicatie, in het bijzonder elektronische inschrijving, binnen een periode
van twee jaar verplicht gesteld in alle aanbestedingsprocedures. Hiermee worden
dynamische aankoopsystemen en elektronische catalogi gestroomlijnd en verbeterd
en worden dit volledig elektronische aanbestedingsinstrumenten die bijzonder
geschikt zijn voor sterk gegroepeerde aanbestedingen van aankoopcentrales. Door
middel van het instrument van elektronische aanbestedingen kunnen aanbestedende
diensten ook fouten voorkomen, opsporen en corrigeren die gewoonlijk te wijten
zijn aan een verkeerd begrip of een verkeerde interpretatie van de
aanbestedingsregels. Modernisering van procedures: Het voorstel voorziet in een flexibelere en gebruiksvriendelijke
aanpak voor een aantal belangrijke aspecten van aanbestedingsprocedures. De
termijnen voor deelneming en indiening van inschrijvingen zijn ingekort en
maken een snellere en meer gestroomlijnde aanbesteding mogelijk. Het
onderscheid tussen de selectie van inschrijvers en de gunning van de opdracht,
vaak een bron van vergissingen en misverstanden, is flexibeler gemaakt;
hierdoor kunnen aanbestedende diensten besluiten hoe zij de opeenvolging zo
praktisch mogelijk aanpakken door de gunningscriteria vóór de selectiecriteria
te onderzoeken, en kunnen zij bij het gunnen rekening houden met het criterium
van de organisatie en de kwaliteit van het personeel dat toegewezen wordt voor
de uitvoering van de opdracht. De gronden voor uitsluiting van gegadigden en
inschrijvers zijn gewijzigd en verduidelijkt. Aanbestedende diensten zullen het
recht krijgen om ondernemers die aanzienlijk of bij voortduring tekort zijn
geschoten bij de uitvoering van eerdere opdrachten, uit te sluiten. Het
voorstel voorziet ook in de mogelijkheid van 'zelfreiniging': aanbestedende
diensten kunnen gegadigden of inschrijvers accepteren, ook als er een
uitsluitingsgrond is, als zij passende maatregelen hebben genomen om de
gevolgen van onwettig gedrag te verhelpen en herhaling van het wangedrag
doeltreffend te voorkomen. Het wijzigen van opdrachten gedurende de
looptijd ervan is voor praktijkmensen steeds belangrijker en daarmee
problematisch geworden. Een specifieke bepaling over wijziging van opdrachten
neemt de basisoplossingen over die in de rechtspraak zijn ontwikkeld, en levert
een pragmatische oplossing voor het aanpakken van onvoorziene omstandigheden
die een aanpassing van een overheidsopdracht gedurende de looptijd ervan
vergen. 2) Strategisch gebruik van overheidsopdrachten
bij nieuwe uitdagingen De voorgestelde richtlijn is gebaseerd op het
creëren van mogelijkheden en voorziet de aanbestedende diensten van de nodige
instrumenten om bij te dragen tot de strategische doelstellingen van Europa 2020
door gebruikmaking van hun koopkracht voor de aankoop van producten en diensten
die innovatie bevorderen, milieu- en klimaatvriendelijk zijn en ook gunstig
voor werkgelegenheid, openbare gezondheid en sociale omstandigheden. Levenscycluskosten:
In het voorstel wordt aan inkopers de mogelijkheid geboden hun
gunningsbeslissingen te baseren op de levenscycluskosten van de aan te kopen
producten, diensten of werken. De levenscyclus dekt alle fasen van het bestaan
van een product of werk of verrichting van een dienst, vanaf de aanschaf van de
grondstof of het opwekken van de hulpbronnen tot het verwijderen, het opruimen
of het afwerken ervan. De kosten waarmee rekening moet worden gehouden,
bevatten niet alleen de directe monetaire uitgaven maar ook de externe
milieukosten indien deze in geld kunnen worden uitgedrukt en gecontroleerd.
Wanneer in de Europese Unie een gemeenschappelijke methodologie voor de
berekening van levenscycluskosten wordt ontwikkeld, zullen aanbestedende
diensten verplicht worden daar gebruik van te maken. Productieproces:
Aanbestedende diensten kunnen in de technische specificaties en in de
gunningscriteria verwijzen naar alle factoren die rechtstreeks verbonden zijn
met het productieproces, voorzover deze betrekking hebben op aspecten van het
productieproces die nauw verbonden zijn met de specifieke productie of levering
van de aangeschafte goederen of diensten. Dit sluit uit dat rekening kan worden
gehouden met voorschriften die verband houden met de totstandbrenging van de
onder de aanbesteding vallende producten, werken of diensten, zoals het
algemene vereiste van maatschappelijk verantwoord ondernemerschap dat het
geheel van de werkzaamheden van de ondernemer omvat. Keuren:
Aanbestedende diensten kunnen eisen dat werken, leveringen of diensten voorzien
zijn van specifieke certificatie van milieu-, sociale of andere eigenschappen,
op voorwaarde dat ook equivalente keuren worden aanvaard. Dit geldt
bijvoorbeeld voor Europese of (pluri-) nationale milieukeuren of certificaten
waarmee wordt aangegeven dat voor het product geen kinderarbeid is gebruikt. De
bedoelde certificatieregelingen moeten betrekking op kenmerken die verband
houden met het voorwerp van de opdracht en moeten opgesteld zijn op basis van
wetenschappelijke informatie, die tot stand gekomen is in een open en
transparante procedure en toegankelijk is voor alle belanghebbende partijen. Bestraffing van schendingen van dwingend
sociaal, arbeids- of milieurecht: Volgens de
voorgestelde richtlijn kan een aanbestedende dienst ondernemers van de
procedure uitsluiten indien inbreuken op verplichtingen uit hoofde van
wetgeving van de Unie op het gebied van sociaal, arbeids- of milieurecht of uit
hoofde van het internationaal arbeidsrecht worden vastgesteld. Daarnaast zullen
aanbestedende diensten verplicht zijn inschrijvingen af te wijzen indien zij
hebben vastgesteld dat deze abnormaal laag zijn wegens schendingen van de
wetgeving van de Unie op het gebied van sociaal, arbeids- of milieurecht. Maatschappelijke diensten: Uit de evaluatie van de gevolgen en de effectiviteit van de
EU-aanbestedingsregels is gebleken dat maatschappelijke diensten,
gezondheidszorg en onderwijsvoorziening specifieke kenmerken vertonen waardoor
zij niet geschikt zijn voor toepassing van de gewone procedures voor de gunning
van overheidsopdrachten. Deze diensten worden gewoonlijk verstrekt binnen een
specifieke context die ten gevolge van verschillende administratieve,
organisationele en culturele omstandigheden sterk varieert naargelang van de
lidstaten. Deze diensten hebben in wezen slechts een zeer beperkte
grensoverschrijdende dimensie. Lidstaten moeten derhalve een grote vrijheid
krijgen om de keuze van dienstenaanbieders te organiseren. In het voorstel
wordt daarmee rekening gehouden door de invoering van een specifieke regeling voor
opdrachten voor deze diensten, met een hogere drempel van 500 000 euro en met
als enige verplichting de grondbeginselen van transparantie en gelijke
behandeling in acht te nemen. Uit de kwantitatieve analyse van de waarde van de
opdrachten voor dergelijke aan buitenlandse ondernemers gegunde diensten is
gebleken dat opdrachten onder deze drempelwaarde gewoonlijk geen
grensoverschrijdend belang hebben. Innovatie:
Onderzoek en innovatie spelen een centrale rol in de Europa 2020-strategie voor
slimme, duurzame en inclusieve groei. Aankoopdiensten moeten de mogelijkheid
krijgen innovatieve producten en diensten aan te schaffen om de toekomstige
groei te bevorderen en de efficiëntie en de kwaliteit van overheidsdiensten te
verbeteren. In het voorstel wordt aan dit doel tegemoetgekomen door het
innovatiepartnerschap, een nieuwe speciale procedure voor de ontwikkeling en de
daaropvolgende aankoop van nieuwe, innovatieve producten, werken en diensten,
op voorwaarde dat deze geleverd kunnen worden tegen overeengekomen kwaliteits-
en prijsniveaus. Daarnaast wordt in het voorstel de concurrentiegerichte
dialoog verbeterd en vereenvoudigd en worden grensoverschrijdende gezamenlijke
aanbestedingen, een belangrijk instrument voor innovatieve aankopen,
vergemakkelijkt. 3) Betere toegang tot de markt voor kmo's
en startende ondernemingen Kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's)
bezitten een enorm potentieel voor het scheppen van werkgelegenheid, groei en
innovatie. Vlotte toegang tot de aanbestedingenmarkt kan een hulp zijn om dit
potentieel te ontsluiten en geeft aanbestedende diensten ook de mogelijkheid om
het aanbod van toeleveranciers te vergroten, hetgeen een positieve weerslag
heeft door de toename van de concurrentie voor overheidsopdrachten. Om
overheidsopdrachten voor kmo's zo toegankelijk mogelijk te maken, publiceerde
de Commissie in 2008 de "Europese code van goede praktijken ter
vergemakkelijking van de toegang van het mkb tot overheidsopdrachten"[8].
Het voorstel bouwt voort op dit werk en biedt concrete maatregelen om
belemmeringen voor de markttoegang van kmo's op te heffen. Vereenvoudiging van
informatieverplichtingen: Kmo's zullen veel baat
hebben bij de algemene vereenvoudiging van de informatieverplichtingen in
aanbestedingsprocedures. Het voorstel voorziet in de verplichting om eigen
verklaringen te aanvaarden als voorlopig bewijsmateriaal voor
selectiedoeleinden. De feitelijke overlegging van documentair bewijs zal worden
vergemakkelijkt door een gestandaardiseerd document, het Europees aanbestedingspaspoort,
dat een bewijsmiddel is voor het ontbreken van gronden voor uitsluiting. Opdeling in percelen: Aanbestedende diensten worden verzocht om – homogene of heterogene –
overheidsopdrachten op te delen in percelen om ze toegankelijker te maken voor
kmo's. Indien zij besluiten dit niet te doen, zijn zij verplicht de redenen
hiervoor nader toe te lichten. Beperking van eisen voor deelname: Om te voorkomen dat de mogelijke deelname door kmo's op
ongerechtvaardigde wijze wordt belemmerd, bevat de voorgestelde richtlijn een
exhaustieve lijst van voorwaarden voor deelname aan aanbestedingsprocedures en
stelt zij expliciet dat deze voorwaarden beperkt moeten blijven tot "die
voorwaarden die geschikt zijn om te garanderen dat een gegadigde of inschrijver
over de … middelen en de … vaardigheden beschikt om de te gunnen opdracht uit
te voeren". Voorwaarden inzake omzet, die voor kmo's vaak een groot
obstakel voor toegang zijn, worden nadrukkelijk beperkt tot drie keer de
geraamde waarde van de opdracht, behalve in naar behoren gemotiveerde gevallen.
Tot slot moeten alle voorwaarden voor deelname door groepen ondernemingen – een
instrument van bijzonder belang voor kmo's – om objectieve redenen
gerechtvaardigd en evenredig zijn. Rechtstreekse betaling van onderaannemers: Een lidstaat kan voorts bepalen dat onderaannemers kunnen verzoeken
om rechtstreekse betaling door de aanbestedende dienst voor leveringen, werken
en diensten die aan de hoofdaannemer zijn verstrekt bij de uitvoering van de
opdracht. Hierdoor beschikken onderaannemers, die vaak kmo's zijn, over een
efficiënt middel om hun belangen bij de betaling beschermd te zien. 4) Deugdelijke procedures Door de financiële belangen die ermee gemoeid
zijn en de nauwe interactie tussen de openbare en de particuliere sector zijn
overheidsopdrachten gevoelig voor ondeugdelijke handelspraktijken, zoals
belangenconflicten, vriendjespolitiek en corruptie. Het voorstel verbetert de
bestaande mechanismen van vrijwaring tegen dergelijke gevaren en zorgt voor
aanvullende bescherming. Belangenconflicten:
Het voorstel bevat een specifieke bepaling over belangenconflicten die
betrekking heeft op reële, potentiële of vermoede situaties waarin zich een
belangenconflict voordoet ten aanzien van personeelsleden van de aanbestedende
dienst of van aanbieders van aanbestedingsdiensten die in het
aanbestedingsproces optreden, en bestuursleden van de aanbestedende dienst die
de uitkomst van een aanbestedingsprocedure kunnen beïnvloeden, zelfs al zijn
zij er formeel niet bij betrokken. Onrechtmatig gedrag: Het voorstel bevat een specifieke bepaling om op te treden tegen
onrechtmatig gedrag van gegadigden en inschrijvers: pogingen om het
besluitvormingsproces onrechtmatig te beïnvloeden of het sluiten van
overeenkomsten met andere deelnemers om het resultaat van de procedure te
manipuleren moeten uit de procedure worden gebannen. Dergelijke onrechtmatige
activiteiten schenden de grondbeginselen van het recht van de Europese Unie en
kunnen resulteren in ernstige verstoringen van de concurrentie. Onbillijke voordelen: Marktraadplegingen zijn voor aanbestedende diensten een nuttig
instrument om informatie te vergaren over de structuur, de mogelijkheden en de
capaciteit van een markt terwijl marktdeelnemers tegelijkertijd voorgelicht
worden over de aanbestedingsplannen en vereisten van de aankopende instanties
Verkennende contacten met marktdeelnemers mogen echter niet leiden tot
onbillijke voordelen en concurrentievervalsing. Het voorstel bevat daarom een
specifieke bepaling over vrijwaringsmechanismen tegen ongegronde bevoordeling
van deelnemers die de aanbestedende dienst geadviseerd hebben of bij de
voorbereiding van de procedure betrokken zijn geweest. 5) Bestuur Nationale toezichtsinstanties: Uit de evaluatie is gebleken dat niet alle lidstaten consequent en
systematisch toezicht houden op de uitvoering en werking van de
aanbestedingsregels. Dit legt een hypotheek op efficiënte en eenvormige
toepassing van de Europese wetgeving. In het voorstel is derhalve bepaald dat
de lidstaten één nationale instantie aanwijzen die belast is met het toezicht,
de tenuitvoerlegging en de controle van de aanbestedingsregels. Alleen deze
instantie met overkoepelende taken zal een overzicht verkrijgen van de
belangrijkste moeilijkheden bij de uitvoering en zal in staat zijn passende
oplossingen voor te stellen voor meer structurele problemen. De instantie zal
zich in een goede positie bevinden om rechtstreeks feedback te geven over de
werking van het beleid en over potentiële zwakke punten in de nationale
wetgeving en de praktijk, en zal dus bijdragen tot een snelle afbakening van
oplossingen en een verbetering van de aanbestedingsprocedures. Kenniscentra: In
vele gevallen beschikken de aanbestedende diensten niet over de interne
expertise om complexe aanbestedingsprojecten te behandelen. Aangepaste en
onafhankelijke professionele ondersteuning door administratieve structuren kan
het resultaat van aanbestedingen aanzienlijk verbeteren door een vergroting van
de kennisbasis en de professionele ervaring van de aanbestedende instanties en
door bijstand aan het bedrijfsleven en met name kmo's. Het voorstel verplicht
de lidstaten derhalve ondersteunende structuren aan te bieden met juridisch en
economisch advies, richtsnoeren, opleiding en bijstand in de voorbereiding en
uitvoering van aanbestedingsprocedures. Er bestaan op nationaal vlak reeds
ondersteunende structuren of mechanismen die op zeer uiteenlopende wijze zijn
georganiseerd maar toch verschillende belangstellingsgebieden voor
aanbestedende diensten en instanties dekken. De lidstaten zullen deze
mechanismen daarom kunnen gebruiken, hun expertise verder uitbouwen en deze
diensten promoten als een geschikt en modern instrument voor passende
ondersteuning van aanbestedende diensten en ondernemers. Om corruptie en vriendjespolitiek beter te
bestrijden zullen aanbestedende diensten verplicht zijn de tekst van de gegunde
opdrachten te zenden aan de toezichtsinstantie, die deze opdrachten dus op
verdachte patronen zal kunnen controleren en belanghebbende personen toegang tot
deze documenten kan verlenen, voorzover gewettigde openbare of particuliere
belangen daardoor niet aangetast worden. Er moet evenwel worden vermeden
onevenredig zware administratieve lasten op te leggen: de verplichting tot
doorzending van de volledige tekst van de gegunde opdracht moet daarom beperkt
blijven tot opdrachten met een relatief hoge waarde. De voorgestelde drempels
vormen daarom een juist evenwicht tussen een verzwaring van de administratieve
lasten en een verhoogde transparantie: met een drempel van 1 000 000 euro voor
leveringen en diensten en van 10 000 000 euro is deze verplichting van
toepassing op 10 tot 20% van alle in het Publicatieblad bekendgemaakte
aanbestedingen. De voorschriften inzake toezichtsinstanties en
kenniscentra voor de lidstaten zullen naar verwachting in het algemeen geen
bijkomende financiële lasten meebrengen. Hoewel er enige kosten worden verwacht
om bestaande mechanismen en structuren te hervormen en beter af te stemmen,
zullen deze uitgaven gecompenseerd worden door de vermindering van de
gerechtskosten (zowel voor aanbestedende diensten als ondernemingen), de kosten
ten gevolge van vertragingen in de gunning van opdrachten door verkeerde
toepassing van aanbestedingsregels of slechte voorbereiding van aanbestedingsprocedures,
en de kosten die te wijten zijn aan de huidige versnippering en inefficiëntie
in de adviesverlening aan aanbestedende diensten. Administratieve samenwerking: Het voorstel voorziet ook in daadwerkelijke samenwerking, waardoor
nationale toezichtsinstanties informatie en beste praktijken met elkaar kunnen
delen en kunnen samenwerken door middel van het Informatiesysteem interne markt
(IMI). 2011/0438 (COD) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN
DE RAAD betreffende het gunnen van overheidsopdrachten (Voor de EER relevante tekst) HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN
DE EUROPESE UNIE, Gezien het Verdrag betreffende de werking van
de Europese Unie, en met name artikel 53, lid 1, artikel 62 en artikel 114, Gezien het voorstel van de Europese Commissie, Na toezending van het ontwerp van
wetgevingshandeling aan de nationale parlementen[9], Gezien het advies van het Europees Economisch
en Sociaal Comité[10], Gezien het advies van het Comité van de
Regio’s[11], Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure, Overwegende hetgeen volgt: (1)
Wanneer door of namens overheden van de lidstaten
overheidsopdrachten worden gegund, moeten de beginselen van het Verdrag
betreffende de werking van de Europese Unie worden geëerbiedigd, met name het
vrije verkeer van goederen, de vrijheid van vestiging en het vrij verlenen van
diensten, alsmede de daarvan afgeleide beginselen, zoals gelijke behandeling,
niet-discriminatie, wederzijdse erkenning, evenredigheid en transparantie. Voor
overheidsopdrachten met een waarde boven een bepaald drempelbedrag moeten
echter bepalingen worden opgesteld die nationale procedures voor aanbestedingen
coördineren om te waarborgen dat deze beginselen in de praktijk worden
geëerbiedigd en dat overheidsopdrachten wordt opengesteld voor mededinging. (2)
Overheidsopdrachten spelen in de Europa
2020-strategie[12] een belangrijke rol en
zijn een van de marktinstrumenten die kunnen worden ingezet om een slimme,
duurzame en inclusieve groei te bereiken en tegelijkertijd overheidsmiddelen zo
efficiënt mogelijk te gebruiken. Met het oog daarop moeten de bestaande
aanbestedingsregels die zijn vastgesteld krachtens Richtlijn 2004/17/EG van het
Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 houdende coördinatie van
de procedures voor het plaatsen van opdrachten in de sectoren water- en
energievoorziening, vervoer en postdiensten[13] en Richtlijn 2004/18/EG
van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 betreffende de
coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor
werken, leveringen en diensten[14], worden herzien en
gemoderniseerd om de efficiëntie van de overheidsuitbestedingen te verhogen, in
het bijzonder door de deelneming van kleine en middelgrote ondernemingen aan
overheidsopdrachten te bevorderen, en om aanbesteders in staat te stellen
overheidsopdrachten beter te gebruiken ter ondersteuning van gemeenschappelijke
maatschappelijke doelen. Er is ook behoefte aan verduidelijking van de
basisbegrippen en -concepten om de rechtszekerheid te verhogen en om rekening
te houden met een aantal aspecten van de desbetreffende vaste rechtspraak van
het Hof van Justitie van de Europese Unie. (3)
De toenemende diversiteit van het overheidsoptreden
maakt het noodzakelijk om het begrip overheidsopdracht zelf duidelijker te
definiëren. De aanbestedingsregels van de Unie zijn niet bedoeld om alle vormen
van besteding van overheidsgeld te bestrijken, maar uitsluitend die vormen die
gericht zijn op de verkrijging van werken, leveringen of diensten tegen
betaling. Onder verkrijging moet in ruimere zin het verkrijgen van de baten van
de betrokken werken, leveringen of diensten worden verstaan, zonder dat de
eigendom noodzakelijkerwijs hoeft te worden overgedragen aan de aanbestedende
diensten. Bovendien valt het uitsluitend financieren van een activiteit,
waaraan vaak de verplichting is gekoppeld de ontvangen bedragen terug te
betalen wanneer deze niet worden benut voor de voorgenomen doeleinden,
doorgaans niet onder de aanbestedingsregels. (4)
Het is eveneens noodzakelijk te verduidelijken wat
moet worden verstaan onder één enkele aanbesteding, die tot gevolg heeft dat,
met betrekking tot de drempels van deze richtlijn, moet worden gerekend met het
samengetelde bedrag van alle overeenkomsten die worden gesloten voor het doel
van deze opdracht, en dat de opdracht als geheel moet worden bekendgemaakt,
mogelijk opgedeeld in percelen. Het concept één enkele aanbesteding omvat
alle werken, leveringen en diensten die nodig zijn om een bepaald project uit
te voeren, bijvoorbeeld een project van werken of een geheel van werken,
leveringen en/of diensten. Aanwijzingen voor het bestaan van één enkel project
vormen bijvoorbeeld de algemene voorafgaande planning en conceptie door de
aanbestedende dienst, het feit dat de verschillende aangekochte onderdelen één
enkele economische en technische functie vervullen of dat zij anderszins
logisch met elkaar verbonden zijn en binnen een kort tijdsbestek worden
uitgevoerd. (5)
Overeenkomstig artikel 11 van het Verdrag
betreffende de werking van de Europese Unie moeten eisen inzake milieubescherming
worden geïntegreerd in de omschrijving en uitvoering van het beleid en het
optreden van de Unie, in het bijzonder met het oog op het bevorderen van
duurzame ontwikkeling. In deze richtlijn wordt aangegeven hoe de aanbestedende
diensten aan de bescherming van het milieu en het bevorderen van duurzame
ontwikkeling kunnen bijdragen, met de verzekering dat zij voor hun opdrachten
tegelijk de beste prijs-kwaliteitverhouding kunnen verkrijgen. (6)
Zelfs indien zij niet noodzakelijk leiden tot
corrupt gedrag, houden reële, potentiële of vermeende belangenconflicten een
groot risico in dat aanbestedingsbeslissingen op ongepaste wijze worden
beïnvloed, hetgeen tot gevolg heeft dat de concurrentie wordt verstoord of dat
de gelijke behandeling van gegadigden in het gedrang komt. Daarom moeten
effectieve mechanismen worden opgezet om belangenconflicten te voorkomen, op te
sporen en te verhelpen. (7)
Onwettig gedrag van deelnemers aan een
aanbestedingsprocedure, zoals pogingen om het besluitvormingsproces op ongepaste
wijze te beïnvloeden of om overeenkomsten met andere gegadigden te sluiten met
het oog op het beïnvloeden van het resultaat van de procedure, kan leiden tot
schendingen van de grondbeginselen van het recht van de Unie en ernstige
concurrentievervalsingen. Ondernemers moeten daarom verplicht worden op
erewoord te verklaren dat zij geen onwettige handelingen zullen verrichten, en
moeten worden uitgesloten indien deze verklaring vals blijkt te zijn. (8)
Bij Besluit 94/800/EG van de Raad van 22 december 1994
betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap, voor wat betreft de
onder haar bevoegdheid vallende aangelegenheden, van de uit de multilaterale
handelsbesprekingen in het kader van de Uruguay-Ronde (1986-1994)
voortvloeiende overeenkomsten[15] is met name de
Overeenkomst inzake overheidsopdrachten van de Wereldhandelsorganisatie, hierna
de „overeenkomst” genoemd, goedgekeurd. De overeenkomst beoogt de invoering van
een multilateraal kader van evenwichtige rechten en verplichtingen met
betrekking tot overheidsopdrachten met het oog op de liberalisering en de
expansie van de wereldhandel. Voor opdrachten die onder de overeenkomst vallen,
alsmede onder andere toepasselijke internationale overeenkomsten waardoor de
Unie gebonden is, voldoen de aanbestedende diensten aan de verplichtingen uit
hoofde van deze overeenkomsten door deze richtlijn toe te passen op
ondernemingen van de derde landen die ondertekenende partij bij de
overeenkomsten zijn. (9)
De overeenkomst is van toepassing op opdrachten
boven bepaalde drempels die in de overeenkomst zijn vastgesteld en die in
bijzondere trekkingsrechten zijn uitgedrukt. De in deze richtlijn vastgestelde
drempels moeten worden geharmoniseerd om ervoor te zorgen dat zij
overeenstemmen met het equivalent in euro van de drempels van de overeenkomst.
Ook dient te worden voorzien in een periodieke herziening van de in euro
uitgedrukte drempels, om deze indien nodig aan te passen, door middel van een
zuiver rekenkundige operatie, aan eventuele schommelingen van de waarde van de
euro ten opzichte van het bijzondere trekkingsrecht. (10)
Uit de evaluatie van het effect en de
doeltreffendheid van de EU-wetgeving inzake overheidsopdrachten[16]
is gebleken dat de uitsluiting van een aantal diensten van de volle toepassing
van deze richtlijn moet worden herzien. Bijgevolg wordt de volle toepassing van
de richtlijn uitgebreid tot een aantal diensten (zoals hotel- en juridische
diensten, die beide een hoog percentage van grensoverschrijdende handel te zien
hebben gegeven). (11)
Andere categorieën van diensten hebben vanwege hun
aard nog steeds een beperkte grensoverschrijdende dimensie. Het gaan dan met
name om diensten aan personen zoals sociale diensten, gezondheidszorg en
onderwijs. Deze diensten worden verstrekt binnen een bijzondere context die sterk
varieert naargelang van de lidstaten, hetgeen te wijten is aan verschillende
culturele tradities. Daarom moet een specifieke regeling worden ingevoerd voor
opdrachten voor deze diensten, met een hogere drempel van 500 000 euro.
Tenzij concrete aanwijzingen van het tegendeel bestaan, zoals financiering van
grensoverschrijdende projecten door de Unie, zullen aanbieders uit andere
lidstaten over het algemeen weinig belangstelling hebben voor diensten aan
personen met een waarde onder deze drempel. Opdrachten voor diensten aan
personen die deze drempel overschrijden, moeten over heel de Unie transparant
verlopen. Wegens het belang van de culturele context en het gevoelige karakter
van deze diensten moeten de lidstaten een grote vrijheid krijgen om de keuze van
de dienstverrichters te organiseren zoals zij dat het meest passend achten. In
de voorschriften van deze richtlijn wordt rekening gehouden met die noodzaak en
wordt alleen de naleving van de basisbeginselen van transparantie en gelijke
behandeling verplicht gesteld, en er wordt voor gezorgd dat aanbestedende
diensten voor de keuze van dienstverrichters specifieke kwaliteitscriteria
kunnen toepassen zoals vastgesteld in het facultatieve Europees kwaliteitskader
voor sociale diensten van het Comité voor sociale bescherming van de Europese
Unie[17]. Lidstaten en/of
aanbestedende diensten blijven vrij om deze diensten zelf te verrichten of om
sociale diensten zo te organiseren dat er geen sprake is van gunning van
overheidsopdrachten, bijvoorbeeld door deze diensten alleen te financieren of
door licenties of machtigingen te verlenen aan alle ondernemers die
beantwoorden aan de vooraf door de aanbestedende dienst vastgestelde
voorwaarden, zonder beperkingen of quota, op voorwaarde dat dit systeem met
voldoende publiciteit gepaard gaat en aan het transparantiebeginsel en het
discriminatieverbod voldoet. (12)
Op overheidscontracten die worden gegund door
aanbestedende diensten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en
postdiensten en die vallen binnen het toepassingsgebied van deze activiteiten,
is Richtlijn […] van het Europees Parlement en de Raad van […] betreffende het
gunnen van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en
postdiensten[18] van toepassing.
Overheidsopdrachten die door aanbestedende diensten in het kader van hun
activiteiten voor de exploitatie van zee-, kust- of riviervervoerdiensten
worden gegund, vallen echter onder het toepassingsgebied van de onderhavige
richtlijn. (13)
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten en is derhalve
niet van toepassing op opdrachten die door internationale organisaties in eigen
naam en voor eigen rekening worden aanbesteed. Het is echter noodzakelijk te
verduidelijken in welke mate deze richtlijn moet worden toegepast op
aanbestedingen die onder specifieke internationale regels vallen. (14)
Er is een groot gebrek aan rechtszekerheid over de
vraag in hoeverre de aanbestedingsregels moeten worden toegepast op de
samenwerking tussen overheidsdiensten. De desbetreffende rechtspraak van het
Europees Hof van Justitie wordt door de lidstaten en zelfs door de
aanbestedende diensten op uiteenlopende wijze geïnterpreteerd. Het is daarom
noodzakelijk te verduidelijken in welke gevallen de aanbestedingsregels niet
van toepassing zijn op overeenkomsten tussen aanbestedende diensten. Bij deze
verduidelijking moeten de beginselen die zijn neergelegd in de toepasselijke
jurisprudentie van het Hof van Justitie, als leidraad fungeren. Het enkele feit
dat beide partijen in een overeenkomst zelf aanbestedende diensten zijn, sluit
op zich de toepassing van aanbestedingsregels niet uit. De toepassing van
aanbestedingsregels mag echter niet ten koste gaan van de vrijheid van
overheidsdiensten om te beslissen hoe zij de vervulling van hun taken van
algemeen belang willen organiseren. Opdrachten die worden gegund aan
gecontroleerde entiteiten, of samenwerking voor de gezamenlijke uitvoering van
de taken van algemeen belang van de deelnemende aanbestedende diensten moeten
daarom worden vrijgesteld van de toepassing van de aanbestedingsregels indien
is voldaan aan de in deze richtlijn neergelegde voorwaarden. Deze richtlijn wil
ervoor zorgen dat vrijgestelde samenwerking tussen overheidsdiensten niet leidt
tot verstoring van de mededinging ten opzichte van particuliere ondernemers. De
deelname van een aanbestedende dienst als inschrijver in een procedure voor de
gunning van een overheidsopdracht mag evenmin leiden tot verstoring van de
mededinging. (15)
Er bestaat een algemene behoefte aan meer
flexibiliteit en in het bijzonder een ruimere toegang tot
aanbestedingsprocedures met onderhandelingen, zoals nadrukkelijk is bepaald in
de overeenkomst, waarin onderhandeling in alle procedures is toegestaan. Tenzij
anders is bepaald in de wetgeving van de lidstaat in kwestie, moeten
aanbestedende diensten een mededingingsprocedure van gunning door
onderhandelingen als vastgelegd in deze richtlijn kunnen toepassen, in diverse
situaties waarin openbare of niet-openbare procedures waarschijnlijk niet
zullen leiden tot bevredigende aanbestedingsresultaten. Deze procedure moet
voorzien zijn van toereikende waarborgen om de beginselen van gelijke
behandeling en transparantie te eerbiedigen. Dit zal aanbestedende diensten
grotere vrijheid geven om werken, leveringen en diensten in te kopen die
volledig zijn afgestemd op hun specifieke behoeften. Tegelijkertijd zal
daardoor ook de grensoverschrijdende handel toenemen, daar uit de evaluatie is
gebleken dat opdrachten die worden gegund via een procedure van gunning door
onderhandelingen, een bijzonder hoog percentage grensoverschrijdende
inschrijvers hebben. (16)
Om dezelfde redenen moeten aanbestedende diensten
vrij zijn om de concurrentiegerichte dialoog te gebruiken. Het gebruik van deze
procedure is in waarde van de opdrachten de afgelopen jaren aanzienlijk toegenomen.
Deze procedure is nuttig gebleken in gevallen waarin de aanbestedende diensten
niet in staat zijn te bepalen welke middelen aan hun behoeften kunnen voldoen
of te beoordelen wat de markt te bieden heeft op het stuk van technische,
financiële of juridische oplossingen. Dat kan met name het geval zijn bij
innovatieve projecten, de uitvoering van omvangrijke geïntegreerde
vervoersinfrastructuurprojecten, grote computernetwerken, of projecten met een
complexe en gestructureerde financiering. (17)
Onderzoek en innovatie, waaronder eco-innovatie en
sociale innovatie, behoren tot de voornaamste drijvende krachten van de
toekomstige groei en staan centraal in de Europa 2020-strategie voor slimme,
duurzame en inclusieve groei. Aanbestedende diensten moeten overheidsopdrachten
zo strategisch mogelijk aanwenden om innovatie te bevorderen. De aankoop van
innovatieve goederen en diensten speelt een centrale rol in het verbeteren van
de efficiëntie en de kwaliteit van overheidsdiensten en vormt een antwoord op
grote maatschappelijke uitdagingen. Hiermee kan worden gestreefd naar de beste
prijs-/kwaliteitverhouding en naar ruimere economische, milieu- en
maatschappelijke voordelen om nieuwe ideeën te doen rijpen, deze om te zetten
in innovatieve producten en diensten en derhalve een duurzame economische groei
te bevorderen. Deze richtlijn moet helpen innovatieve activiteiten in
aanbestedingen te bevorderen en moet de lidstaten ondersteunen om de
streefdoelen van de Innovatie-Unie te bereiken. Daarom moet worden voorzien in
een specifieke aanbestedingsprocedure waarmee aanbestedende diensten een
innovatiepartnerschap op lange termijn kunnen aangaan voor de ontwikkeling en
daaropvolgende aankoop van nieuwe innovatieve producten, diensten of werken,
onder de voorwaarde dat deze geleverd kunnen worden tegen een overeengekomen
kwaliteits- en kostenniveau. Het partnerschap dient zodanig te worden
gestructureerd dat het de nodige “market-pull” kan opleveren om de ontwikkeling
van een innovatieve oplossing te bevorderen zonder de markt af te schermen. (18)
Gelet op de schadelijke gevolgen voor de
concurrentie dienen procedures van gunning via onderhandelingen zonder oproep
tot mededinging alleen in zeer uitzonderlijke omstandigheden te worden
gebruikt. Deze uitzondering moet worden beperkt tot gevallen waarin volgens
vaste rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie bekendmaking om
redenen van overmacht niet mogelijk is of waarin het vanaf het begin duidelijk
is dat daardoor niet meer concurrentie op gang zal komen, niet het minst omdat
er objectief gezien slechts één ondernemer is die de opdracht kan uitvoeren.
Alleen situaties van objectieve exclusiviteit kunnen het gebruik van de
procedure van gunning via onderhandelingen zonder oproep tot mededinging
rechtvaardigen, wanneer deze situatie van exclusiviteit niet door de
aanbestedende dienst zelf is gecreëerd met het oog op de toekomstige
aanbestedingsprocedure en wanneer er geen passende substituten beschikbaar
zijn, hetgeen grondig moet worden onderzocht. (19)
Elektronische informatie- en communicatiemiddelen
kunnen de bekendmaking van opdrachten in aanzienlijke mate vereenvoudigen en de
efficiëntie en transparantie van aanbestedingsprocedures verbeteren. Dit zou de
standaardvorm moeten worden voor mededeling en uitwisseling van informatie in
aanbestedingsprocedures. Door het gebruik van elektronische middelen wordt ook
tijd bespaard. Bijgevolg dienen bij gebruik van elektronische middelen de
minimumtermijnen te worden verkort, op voorwaarde echter dat deze verenigbaar
zijn met de specifieke verzendingsmethoden die in de Unie worden toegepast.
Bovendien kunnen elektronische informatie- en communicatiemiddelen met passende
functionaliteiten de aanbestedende diensten helpen fouten die zich tijdens de
aanbestedingsprocedure voordoen, te voorkomen, op te sporen en te corrigeren. (20)
Op de aanbestedingsmarkten van de Unie ontstaat een
sterke trend waarbij aanbestedende diensten hun vraag bundelen om
schaalvoordelen te verkrijgen met lagere prijzen en transactiekosten, en om het
beheer van aanbestedingen te verbeteren en te professionaliseren. Dit kan
worden bereikt door het bundelen van aankopen met betrekking tot het aantal
deelnemende aanbestedende diensten of het volume en de waarde ervan in de tijd.
Het samenvoegen en centraliseren van aankopen moet echter nauwlettend worden
gevolgd om buitensporige concentratie van kopersmacht en collusie te voorkomen
en om de transparantie en concurrentie alsmede de kansen voor markttoegang voor
kleine en middelgrote ondernemingen te vrijwaren. (21)
Raamovereenkomsten worden in Europa algemeen
gebruikt en worden beschouwd als een efficiënte aanbestedingstechniek. Dit
instrument moet daarom als dusdanig in grote mate behouden blijven. Een aantal
concepten moeten echter worden verduidelijkt, in het bijzonder de voorwaarden
voor het gebruik van een raamovereenkomst door aanbestedende diensten die zelf
geen partij zijn bij de overeenkomst. (22)
Uit de opgedane ervaring blijkt ook dat de behoefte
bestaat om de regels met betrekking tot dynamisch aankoopsystemen aan te passen
zodat aanbestedende diensten ten volle voordeel kunnen halen uit de
mogelijkheden van dit instrument. De systemen moeten worden vereenvoudigd, in
het bijzonder door deze toe te passen in de vorm van een niet-openbare
procedure en derhalve de behoefte aan indicatieve inschrijvingen uit te
schakelen, hetgeen vermeld is als een van de grootste lasten die uit deze
systemen voortvloeien. Elke ondernemer die een aanvraag tot deelneming indient
en aan de selectiecriteria voldoet, moet derhalve tot aanbestedingsprocedures
in het kader van een dynamisch aankoopsysteem worden toegelaten. Dankzij deze
aankooptechniek kunnen aanbestedende diensten over een bijzonder breed gamma
van inschrijvingen beschikken, wat derhalve leidt tot een optimaal gebruik van
middelen door brede concurrentie. (23)
Daarnaast worden voortdurend nieuwe elektronische
aankooptechnieken ontwikkeld, zoals elektronische catalogi. Zij dragen bij tot
meer concurrentie en gestroomlijnde overheidsaankopen, in het bijzonder door
besparingen in tijd en geld. Er moeten echter een aantal regels worden
vastgesteld om ervoor te zorgen dat het gebruik hiervan voldoet aan de
voorschriften van de richtlijn en de beginselen van gelijke behandeling,
non-discriminatie en transparantie. In het bijzonder wanneer opnieuw tot
concurrentie is opgeroepen door middel van een raamovereenkomst of wanneer een
dynamisch aankoopsysteem wordt gebruikt en er voldoende waarborgen worden
geboden wat betreft traceerbaarheid, gelijke behandeling en voorspelbaarheid,
moeten aanbestedende diensten inschrijvingen met betrekking tot specifieke
aankopen kunnen openstellen op basis van eerder ingezonden elektronische
catalogi. Overeenkomstig de voorschriften inzake elektronische
communicatiemiddelen moeten aanbestedende diensten vermijden ongerechtvaardigde
belemmeringen op te werpen voor de toegang van ondernemers tot
aanbestedingsprocedures die inschrijvingen in de vorm van elektronische
catalogi vereisen en die de naleving van de algemene beginselen van
non-discriminatie en gelijke behandeling waarborgen. (24)
Gecentraliseerde aankooptechnieken worden in de
meeste lidstaten steeds vaker gebruikt. Aankoopcentrales zijn belast met het
verrichten van aankopen of het gunnen van overheidsopdrachten/het sluiten van
raamovereenkomsten voor andere aanbestedende diensten of entiteiten. Door de
omvang van de aankopen maken deze technieken het mogelijk de concurrentie te
verbreden en overheidsbestellingen professioneler te laten verlopen. Daarom
moet de Unie voorzien in een definitie van aankoopcentrales die in dienst staan
van aanbestedende diensten, zonder dat dit de voortzetting van minder
geïnstitutionaliseerde en systematische vormen van gecentraliseerde aankopen in
de weg staat of afdoet aan de gevestigde praktijk waarbij dienstenaanbieders
worden gebruikt voor de voorbereiding en het beheer van aanbestedingsprocedures
in naam en voor rekening van een aanbestedende dienst. Er dienen eveneens
regels te worden vastgesteld voor de verdeling van de verantwoordelijkheid voor
de naleving van de verplichtingen uit hoofde van deze richtlijn, ook in het
geval van beroepsprocedures, tussen de aankoopcentrale en de aanbestedende
diensten die bestellingen plaatsen bij of via de aankoopcentrale. Wanneer de
laatstgenoemde dienst uitsluitend verantwoordelijk is voor de afwikkeling van
de aanbestedingsprocedures, moet hij ook uitsluitend en rechtstreeks instaan
voor de wettigheid van de procedures. Wanneer een aanbestedende dienst bepaalde
delen van de procedure op zich neemt, bijvoorbeeld het heropenen van de
concurrentie volgens een raamovereenkomst of de gunning van individuele
opdrachten op basis van een dynamisch aankoopsysteem, moet hij ook
verantwoordelijk blijven voor de stadia waarin hij optreedt. (25)
Elektronische communicatiemiddelen zijn bijzonder
geschikt om gecentraliseerde aankooppraktijken en -instrumenten te ondersteunen
omdat zij de mogelijkheid bieden gegevens te hergebruiken en automatisch te
verwerken en zo de informatie- en transactiekosten zoveel mogelijk te beperken.
In eerste instantie moet daarom het gebruik van deze elektronische
communicatiemiddelen door aankoopcentrales verplicht worden gesteld terwijl ook
de onderlinge toenadering van praktijken in de Unie moet worden bevorderd. Dit
moet na een overgangsperiode van twee jaar worden gevolgd door een algemene
verplichting tot gebruik van elektronische communicatiemiddelen in alle
aanbestedingsprocedures. (26)
Gezamenlijke aanbestedingen door aanbestedende
diensten uit verschillende lidstaten leveren thans specifieke wettelijke
problemen op, in het bijzonder door conflicten tussen nationale wetten. Ondanks
het feit dat Richtlijn 2004/18/EG grensoverschrijdende gezamenlijke
overheidsopdrachten impliciet heeft toegestaan, zijn er in de praktijk een
aantal nationale rechtsstelsels die op expliciete of impliciete wijze deze
grensoverschrijdende vorm van gunning op wettelijk vlak onzeker of onmogelijk
hebben gemaakt. Aanbestedende diensten uit verschillende lidstaten kunnen
belangstelling hebben in samenwerking en gemeenschappelijke gunning van
opdrachten om aldus maximaal profijt te halen uit het potentieel van de interne
markt met betrekking tot schaalvoordelen en deling van risico's en voordelen,
niet het minst voor innovatieve projecten die een groter risico inhouden dan
het risico dat redelijkerwijs door één aanbestedende dienst alleen kan worden
gedragen. Voor grensoverschrijdende gezamenlijke aanbestedingen dienen derhalve
nieuwe regels ter aanwijzing van het toepasselijke recht te worden opgesteld om
de samenwerking tussen aanbestedende diensten in de interne markt te
bevorderen. Daarnaast kunnen aanbestedende diensten uit verschillende lidstaten
gezamenlijke rechtspersonen naar nationaal of Unierecht oprichten. Voor
dergelijke vormen van gezamenlijke aanbesteding moeten specifieke regels worden
vastgesteld. (27)
De technische specificaties die door de
aanbestedende diensten worden opgesteld, moeten ervoor zorgen dat
overheidsopdrachten voor mededinging voor mededinging worden opengesteld.
Daarom moet het mogelijk zijn inschrijvingen in te dienen waarin de diversiteit
van technische oplossingen tot uiting komt, zodat er een voldoende hoog niveau
van concurrentie ontstaat. Bijgevolg moeten de technische specificaties op
zodanige wijze worden opgesteld dat een kunstmatige beperking van de
concurrentie wordt vermeden door het invoeren van voorschriften die een
specifieke ondernemer bevoordelen, wanneer deze voorschriften geënt zijn op de
basiskenmerken van leveringen, diensten of werken zoals deze gewoonlijk door de
betrokken ondernemer worden aangeboden. Door de technische specificaties op te
stellen in termen van functionele prestaties en eisen kan in het algemeen aan
deze doelstelling worden voldaan en wordt innovatie in de hand gewerkt. Bij
verwijzing naar een Europese norm, of bij gebreke daarvan naar een nationale norm,
moeten inschrijvingen op basis van andere gelijkwaardige oplossingen die
voldoen aan de voorschriften van de aanbestedende diensten, door de
aanbestedende diensten in overweging worden genomen. Om de gelijkwaardigheid
aan te tonen, kunnen inschrijvers verplicht worden bewijsmiddelen aan te voeren
die door derden gecontroleerd zijn; andere passende bewijsmiddelen, zoals een
technisch dossier van de fabrikant, kunnen echter ook worden aanvaard wanneer
de betrokken ondernemer geen toegang heeft tot deze certificaten of
testverslagen, of deze niet binnen de geldende termijnen kan verkrijgen. (28)
Aanbestedende diensten die werken, leveringen of
diensten met specifieke milieu-, sociale of andere kenmerken wensen aan te
kopen, moeten daarvoor kunnen verwijzen naar specifieke keuren, zoals het
Europese milieukeur, (pluri-)nationale milieukeuren of andere keuren, op
voorwaarde dat de voorschriften voor de keur verband houden met het voorwerp
van de opdracht, zoals de beschrijving van het product en wijze van aanbieding,
waaronder verpakkingsvereisten. Voorts is het belangrijk dat deze voorschriften
worden omschreven en vastgesteld op basis van objectief controleerbare
criteria, met gebruik van een procedure waaraan belanghebbenden, zoals
overheidsinstanties, consumenten, fabrikanten, distributeurs en
milieuorganisaties kunnen deelnemen, en dat de keur toegankelijk en beschikbaar
is voor alle betrokken partijen. (29)
Voor alle overheidsopdrachten die bedoeld zijn voor
gebruik door personen, hetzij het ruime publiek of het personeel van de
aanbestedende dienst, moeten de aanbestedende diensten de technische
specificaties zo vaststellen dat rekening wordt gehouden met criteria van
toegankelijkheid voor personen met een handicap of geschiktheid van het ontwerp
voor alle gebruikers, uitgezonderd in behoorlijk gemotiveerde gevallen. (30)
Om de betrokkenheid van kleine en middelgrote
ondernemingen (kmo's) bij de aanbestedingenmarkt te bevorderen, moeten
aanbestedende diensten ertoe worden aangezet opdrachten in percelen te verdelen
en krijgen zij de verplichting nader toe te lichten om welke redenen zij dat
niet doen. Wanneer een opdracht in percelen wordt verdeeld, kunnen
aanbestedende diensten, bijvoorbeeld om de concurrentie te vrijwaren of om de
continuïteit van de voorziening te waarborgen, het aantal percelen waarvoor een
ondernemer kan inschrijven, beperken; zij kunnen ook het aantal percelen
beperken dat aan één inschrijver kan worden gegund. (31)
Te strenge eisen met betrekking tot de economische
en financiële draagkracht vormen vaak een ongerechtvaardigde belemmering voor
de betrokkenheid van kmo's bij overheidsopdrachten. Aanbestedende diensten
mogen daarom niet eisen dat ondernemers een minimumomzet hebben waarvan de
waarde drie keer de geraamde waarde van de opdracht te boven gaat. In naar
behoren gemotiveerde omstandigheden kunnen echter strengere eisen worden
gesteld. Deze omstandigheden kunnen betrekking hebben op de hoge risico’s
verbonden aan de uitvoering van de opdracht of het feit dat de tijdige en
juiste uitvoering van de opdracht van kritiek belang is, bijvoorbeeld omdat
deze een noodzakelijke voorwaarde is voor de uitvoering van andere opdrachten. (32)
Veel ondernemingen, niet in de laatste plaats
kmo's, zijn van mening dat een grote belemmering voor hun deelname aan
aanbestedingen is gelegen in de administratieve lasten die voortvloeien uit de
verplichting om een aanzienlijk aantal certificaten of andere documenten over
te leggen die verband houden met uitsluitings- en selectiecriteria. Het
beperken van deze verplichtingen, bijvoorbeeld door middel van eigen
verklaringen, kan leiden tot een aanzienlijke vereenvoudiging waarvan zowel
aanbestedende diensten als ondernemers profiteren. Er moet echter worden geëist
dat de inschrijver aan wie besloten is de opdracht te gunnen, het relevante
bewijs verschaft, en aanbestedende diensten mogen geen overeenkomsten sluiten
met inschrijvers die daartoe niet in staat zijn. Verdere vereenvoudiging kan
worden bereikt door gestandaardiseerde documenten zoals het Europees
aanbestedingspaspoort, dat door alle aanbestedende diensten moet worden erkend
en ruim moet worden bevorderd onder ondernemers, in het bijzonder onder kmo's,
die door deze documenten aanzienlijk minder administratieve druk kunnen
ondervinden. (33)
De Commissie organiseert en beheert een
elektronisch systeem, e-Certis, dat op vrijwillige basis door de nationale
overheden wordt bijgewerkt en geverifieerd. e‑Certis beoogt de
uitwisseling van vaak door aanbestedende diensten gevraagde certificaten en
ander documentair bewijs te vergemakkelijken. Uit de tot nu toe opgedane
ervaring blijkt dat de vrijwillige bijwerking en verificatie onvoldoende is om
te waarborgen dat e-Certis zijn volledige potentieel kan realiseren voor de
vereenvoudiging en bevordering van de uitwisseling van documenten voor met name
kmo's. Daarom moet als eerste stap het bijwerken daarvan verplicht worden
gesteld; in een later stadium zal ook het gebruik van e-Certis verplicht worden
gesteld. (34)
Overheidsopdrachten mogen niet worden gegund aan
ondernemers die hebben deelgenomen aan een criminele organisatie of die zich
schuldig hebben gemaakt aan omkoping, fraude ten nadele van de financiële
belangen van de Unie of het witwassen van geld. Niet-betaling van belastingen
of socialezekerheidsbijdragen moet eveneens worden bestraft met verplichte
uitsluiting op het niveau van de Unie. Voorts moet aan aanbestedende diensten
de mogelijkheid worden gelaten gegadigden of inschrijvers uit te sluiten wegens
schending van milieu- of sociale verplichtingen, inclusief regels over toegankelijkheid
voor gehandicapte personen of andere vormen van ernstige beroepsfouten zoals
schendingen van mededingingsregels of intellectuele-eigendomsrechten. (35)
Ondernemers moeten de mogelijkheid krijgen om
maatregelen te nemen die de gevolgen van strafrechtelijke inbreuken of fouten
verhelpen en herhaling van het wangedrag doeltreffend voorkomen. Deze
maatregelen kunnen met name bestaan uit maatregelen op het gebied van personeel
en organisatie, zoals het verbreken van alle banden met personen of
organisaties die betrokken zijn bij het wangedrag, passende maatregelen voor de
reorganisatie van het personeel, de tenuitvoerlegging van verslagleggings- en
controlesystemen, de opzet van een interne controlestructuur voor toezicht op
de naleving, en de vaststelling van interne regels met betrekking tot
aansprakelijkheid en vergoeding. Wanneer zulke maatregelen voldoende garanties
bieden, mag de ondernemer in kwestie niet langer op deze gronden worden
uitgesloten. Ondernemers moeten aanbestedende diensten kunnen verzoeken de
genomen maatregelen te onderzoeken met het oog op mogelijke toelating tot de
aanbestedingsprocedure. (36)
Aanbestedende diensten kunnen verlangen dat
maatregelen of systemen voor milieubeheer worden toegepast tijdens de
uitvoering van een opdracht. Milieubeheersystemen kunnen uitwijzen of een
ondernemer over de technische capaciteit beschikt om de opdracht uit te voeren,
ongeacht of deze geregistreerd zijn krachtens instrumenten van de Unie zoals
Verordening (EG) nr. 1221/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 25
november 2009 inzake de vrijwillige deelneming van organisaties aan een
communautair milieubeheer- en milieuauditsysteem (EMAS)[19].
Een beschrijving van de maatregelen die de ondernemer neemt om hetzelfde niveau
van milieubescherming te waarborgen, dient te worden aanvaard als bewijs in
plaats van de milieubeheersystemen, wanneer de betrokken ondernemer geen
toegang heeft tot dergelijke systemen of deze niet kan verkrijgen binnen de
toepasselijke termijnen. (37)
De gunning van opdrachten dient te geschieden op
basis van objectieve criteria die ervoor zorgen dat het discriminatieverbod en
de beginselen van transparantie en gelijke behandeling in acht worden genomen.
Deze criteria moeten waarborgen dat inschrijvingen in een situatie van
daadwerkelijke mededinging worden beoordeeld, ook wanneer de aanbestedende
diensten werken, leveringen of diensten van hoge kwaliteit verlangen die
optimaal aansluiten op hun behoeften, bijvoorbeeld in het geval waarin de
gekozen gunningscriteria factoren inhouden die verbonden zijn met het
productieproces. Derhalve moeten aanbestedende diensten als gunningscriteria de
"economisch meest voordelige inschrijving" of de "laagste
prijs" kunnen toepassen, waarbij het hun in het laatste geval vrij staat
passende kwaliteitsnormen vast te stellen door gebruik te maken van technische
specificaties of voorwaarden voor de uitvoering van de opdracht. (38)
Wanneer aanbestedende diensten besluiten de
opdracht aan de economisch meest voordelige inschrijving te gunnen, moeten zij
bepalen op basis van welke gunningscriteria zij inschrijvingen zullen
beoordelen om uit te maken welke inschrijving de beste
prijs-kwaliteitverhouding biedt. Bij de vaststelling van deze criteria wordt
rekening gehouden met het voorwerp van de opdracht, aangezien het prestatieniveau
van iedere inschrijving aan de hand hiervan kan worden beoordeeld in verhouding
tot het voorwerp van de opdracht, zoals omschreven in de technische
specificaties, en de prijs-kwaliteitverhouding van iedere inschrijving kan
worden ingeschat. De gekozen gunningscriteria mogen de aanbestedende dienst
bovendien geen onbeperkte vrijheid verlenen en moeten ervoor zorgen dat
daadwerkelijke mededinging mogelijk blijft, en moeten dus vergezeld gaan van
voorschriften op basis waarvan de door de inschrijvers verstrekte informatie
daadwerkelijk kan worden gecontroleerd. (39)
Met het oog op de doelstellingen van de Europa 2020-strategie
voor duurzame groei is het uiterst belangrijk het potentieel van aanbestedingen
volledig te benutten. Gelet op de grote verschillen tussen individuele sectoren
en markten zou het echter niet raadzaam zijn voor overheidsopdrachten algemene
verplichtingen voor milieubewuste, sociaal verantwoorde en innovatieve aankopen
vast te stellen. De wetgever van de Unie heeft reeds dwingende aanbestedingsvoorschriften
opgesteld voor het nastreven van bepaalde doelen in de sector van de
wegvoertuigen (Richtlijn 2009/33/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23
april 2009 inzake de bevordering van schone en energiezuinige wegvoertuigen[20])
en kantoorapparatuur (Verordening (EG) nr. 106/2008 van het Europees Parlement
en de Raad van 15 januari 2008 betreffende een communautair
energie-efficiëntie-etiketteringsprogramma voor kantoorapparatuur[21]).
Bovendien is in het definiëren van gemeenschappelijke methodologieën voor de
berekening van levenscycluskosten aanzienlijke vooruitgang geboekt. Het is
derhalve aangewezen op deze weg voort te gaan en het vaststellen van dwingende
doelstellingen en streefdoelen aan sectorspecifieke wetgeving over te laten
volgens de in de desbetreffende sector heersende beleidskeuzen en
omstandigheden, en de ontwikkeling en het gebruik van Europese methoden van
levenscycluskostenberekening te bevorderen als een verdere aanzet voor de
aanwending van aanbestedingen met het oog op een duurzame groei. (40)
Deze sectorspecifieke maatregelen moeten worden
aangevuld door een aanpassing van de aanbestedingsrichtlijnen waardoor
aanbestedende diensten bevoegdheid wordt verleend om in hun aankoopstrategieën
de doelstellingen van de Europa 2020-strategie na te streven. Derhalve dient te
worden verduidelijkt dat aanbestedende diensten de economisch meest voordelige
inschrijving en de laagste prijs kunnen bepalen door uit te gaan van een
berekening van de levenscycluskosten, mits de te gebruiken methodologie op
objectieve en niet-discriminerende wijze wordt opgesteld en toegankelijk is
voor alle belanghebbenden. Het begrip levenscycluskosten omvat alle kosten
binnen de levenscyclus van een werk, levering of dienst, zowel de interne
kosten (zoals kosten voor ontwikkeling, productie, gebruik, onderhoud en
verwijdering) als de externe kosten, op voorwaarde dat deze in geld uitgedrukt
en gecontroleerd kunnen worden. In de Unie moeten gemeenschappelijke
methodologieën worden ontwikkeld voor de berekening van levenscycluskosten voor
specifieke categorieën van leveringen of diensten; wanneer een dergelijke
methodologie ontwikkeld is, moet zij verplicht worden gesteld. (41)
Voorts moeten aanbestedende diensten de
mogelijkheid krijgen in technische specificaties en gunningscriteria te
verwijzen naar een specifiek productieproces, een specifieke wijze van
dienstverrichting, of een specifiek proces voor elke andere fase in de
levenscyclus van een product of dienst, op voorwaarde dat deze verband houden
met het voorwerp van de opdracht. Om maatschappelijke overwegingen in
overheidsopdrachten beter in aanmerking te nemen, kunnen aanbesteders eveneens
de mogelijkheid aangrijpen om in het gunningscriterium van de economisch meest
voordelige inschrijving te letten op kenmerken die verband houden met de
arbeidsomstandigheden van de rechtstreeks aan de betrokken productieprocessen
of leveringen deelnemende personen. Deze kenmerken kunnen alleen slaan op het
beschermen van de gezondheid van het bij de productie betrokken personeel of op
het bevorderen van de sociale integratie van achtergestelde personen of
personen van kwetsbare categorieën tussen de werknemers die de opdracht
uitvoeren, inclusief de toegankelijkheid voor personen met een handicap.
Dergelijke gunningscriteria met die kenmerken moeten in elk geval beperkt
blijven tot die kenmerken welke een onmiddellijke weerslag hebben op de
personeelsleden in hun werkomgeving. Zij dienen te worden toegepast in
overeenstemming met Richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de Raad
van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers met
het oog op het verrichten van diensten[22] en wel op
zodanige wijze dat er geen sprake is van directe of indirecte discriminatie ten
aanzien van ondernemers uit andere lidstaten of uit derde landen die partij
zijn bij de overeenkomst of bij de vrijhandelsakkoorden waarbij de Unie partij
is. Voor aanbestedingen van diensten en aanbestedingen die betrekking hebben op
het ontwerpen van werken, moeten aanbestedende diensten de organisatie,
kwalificatie en ervaring van het bij de uitvoering van de opdracht betrokken
personeel als gunningscriterium kunnen gebruiken, aangezien dit van invloed kan
zijn op de kwaliteit van de uitvoering van de opdracht en bijgevolg de economische
waarde van de inschrijving. (42)
Inschrijvingen die abnormaal laag worden bevonden
in verhouding tot de werken, leveringen of diensten, kunnen gebaseerd zijn op
technisch, economisch of wettelijk ondeugdelijke veronderstellingen of
praktijken. Om mogelijke nadelen tijdens de uitvoering van de opdracht te
voorkomen moeten aanbestedende diensten verplicht worden nadere uitleg over de
aangerekende prijs te vragen wanneer een inschrijving aanzienlijk lager ligt
dan de prijzen van andere inschrijvers. Indien de inschrijver niet voldoende
uitleg kan verschaffen, moet de aanbestedende dienst het recht hebben de
inschrijving af te wijzen. De aanbestedende dienst is verplicht de inschrijving
af te wijzen indien hij heeft vastgesteld dat de abnormaal lage prijzen het gevolg
zijn van niet-nakoming van dwingende sociaal-, arbeids- of milieurechtelijke
voorschriften van de Unie of van internationale arbeidsrechtelijke
voorschriften. (43)
Uitvoeringsvoorwaarden van een opdracht zijn met de
richtlijn verenigbaar indien zij niet direct of indirect discriminerend zijn,
indien zij verband houden met het voorwerp van de opdracht en indien zij worden
vermeld in de aankondiging die als oproep tot mededinging wordt gebruikt, of in
de documenten van de aanbesteding. Zij kunnen met name ten doel hebben de
beroepsopleiding op de werkplek of de arbeidsparticipatie van moeilijk in het
arbeidsproces te integreren personen te bevorderen, de werkloosheid te
bestrijden of het milieu of het welzijn van dieren te beschermen. Als voorbeeld
kan worden verwezen naar de verplichting om voor de uitvoering van de opdracht
langdurig werkzoekenden aan te werven of in opleidingsacties voor werklozen of
jongeren te voorzien, om de voorschriften van de basisverdragen van de
Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) in acht te nemen zelfs indien deze
verdragen niet in het nationale recht zijn omgezet, en om een groter dan het
bij de nationale wetgeving voorgeschreven aantal achtergestelde personen aan te
werven. (44)
Tijdens de uitvoering van een opdracht zijn zowel
de nationale wetten, regelingen en collectieve overeenkomsten als die van de
Unie inzake arbeidsvoorwaarden en veiligheid op het werk van kracht, op
voorwaarde dat deze regels en de toepassing ervan in overeenstemming zijn met
het recht van de Unie. Voor grensoverschrijdende situaties, waarbij werknemers
van een lidstaat ter verwezenlijking van een opdracht in een andere lidstaat
diensten verlenen, is bij Richtlijn 96/71/EG van het Europees Parlement en de
Raad van 16 december 1996 betreffende de terbeschikkingstelling van werknemers
met het oog op het verlenen van diensten[23] bepaald aan
welke minimumvoorwaarden het land van ontvangst moet voldoen ten aanzien van
deze ter beschikking gestelde werknemers. Indien het nationale recht daartoe
strekkende bepalingen bevat, kan niet-naleving van die verplichtingen beschouwd
worden als een ernstige fout van de betrokken ondernemer, hetgeen ertoe kan
leiden dat hij wordt uitgesloten van de procedure voor de aanbesteding van een
overheidsopdracht. (45)
Rekening houdend met de desbetreffende rechtspraak
van het Hof van Justitie van de Europese Unie moet duidelijkheid worden
verschaft over de vraag onder welke voorwaarden wijzigingen van een opdracht
tijdens de uitvoering ervan een nieuwe aanbestedingsprocedure vereisen. Een nieuwe
aanbestedingsprocedure is vereist in geval van materiële wijzigingen van de
aanvankelijke opdracht, in het bijzonder van de reikwijdte en de omschrijving
van de wederzijdse rechten en verplichtingen, waaronder de verdeling van
intellectuele-eigendomsrechten. Deze wijzigingen tonen dat de partijen de
intentie hebben opnieuw te onderhandelen over de wezenlijke voorwaarden van die
opdracht. Dat doet zich met name voor wanneer de gewijzigde voorwaarden invloed
zouden hebben gehad op het resultaat van de procedure, hadden zij deel
uitgemaakt van de aanvankelijke procedure. (46)
Aanbestedende diensten kunnen af te rekenen krijgen
met externe omstandigheden die zij niet konden voorzien bij de gunning van de
opdracht. In dat geval is enige flexibiliteit vereist om de opdracht zonder
nieuwe gunningsprocedure aan deze omstandigheden aan te passen. Het begrip
onvoorzienbare omstandigheden verwijst naar omstandigheden die niet konden
worden voorzien ondanks een normaal zorgvuldige voorbereiding van de
aanvankelijke gunning door de aanbestedende dienst, rekening houdend met de
beschikbare middelen, de aard en de kenmerken van het specifieke project, de
goede praktijk in het betrokken gebied en de noodzaak te zorgen voor een
passende verhouding tussen de voor de voorbereiding van de gunning uitgetrokken
middelen en de voorzienbare waarde ervan. Dit is echter niet van toepassing in
gevallen waarin een wijziging tot een verandering van de aard van de gehele
aanbesteding leidt, bijvoorbeeld door werken, leveringen of diensten te vervangen
door iets anders of door het soort aanbesteding wezenlijk te veranderen, want
in een dergelijke situatie kan een hypothetische invloed op het resultaat
worden vermoed. (47)
Overeenkomstig de beginselen van gelijke
behandeling en transparantie mag de begunstigde inschrijver niet door een
andere ondernemer worden vervangen zonder de opdracht opnieuw voor concurrentie
open te stellen. Het is echter mogelijk dat de begunstigde inschrijver in de
loop van de uitvoering van de opdracht bepaalde structurele veranderingen
ondergaat, bijvoorbeeld door zuiver interne reorganisaties, fusies en overnames
of insolventie. Dergelijke structurele veranderingen hoeven niet automatisch te
leiden tot nieuwe gunningsprocedures voor alle opdrachten die door deze
ondernemer worden uitgevoerd. (48)
Aanbestedende diensten moeten in individuele
opdrachten zelf de mogelijkheid krijgen om door middel van herzieningsclausules
in wijzigingen te voorzien, maar deze clausules mogen hun geen onbeperkte
vrijheid geven. Deze richtlijn moet derhalve bepalen in welke mate de
aanvankelijke opdracht in wijzigingen kan voorzien. (49)
Uit de evaluatie is gebleken dat niet alle
lidstaten consequent en systematisch toezicht houden op de uitvoering en de
werking van de aanbestedingsregels. Dit heeft een negatieve invloed op de
correcte tenuitvoerlegging van de voorschriften van deze richtlijnen, hetgeen
veel kosten en onzekerheid met zich brengt. Een aantal lidstaten hebben een
nationale centrale instantie aangesteld die aanbestedingskwesties behandelt,
maar de functies waarmee deze instanties belast zijn, verschillen sterk tussen
lidstaten. Duidelijkere, meer consistente en gezagsvolle mechanismen voor
toezicht en controle verhogen de kennis van de werking van de
aanbestedingsregels, verschaffen ondernemers en aanbestedende diensten meer
rechtszekerheid en dragen bij tot het scheppen van gelijke kansen voor
marktdeelnemers. Deze mechanismen kunnen dienen als instrumenten voor het
opsporen en tijdig verhelpen van problemen, in het bijzonder voor projecten die
medegefinancierd worden door de Unie, en kunnen structurele gebreken aan het
licht brengen. Er bestaat met name een grote behoefte om deze mechanismen te
coördineren met het oog op een consistente toepassing, controle en begeleiding
van het aanbestedingenbeleid, alsook om de resultaten van het
aanbestedingenbeleid in heel de Unie te evalueren. (50)
De lidstaten moeten één nationale instantie
belasten met het toezicht, de uitvoering en de controle van aanbestedingen.
Deze centrale instantie moet beschikken over eerstehandse en tijdige informatie
met name over de verschillende problemen die zich in verband met de
tenuitvoerlegging van de aanbestedingsregels voordoen. Zij moet onmiddellijk
verslag kunnen uitbrengen over de werking van het beleid en mogelijke zwakten in
de nationale wetgeving en praktijk en bijdragen tot een snelle formulering van
oplossingen. Om corruptie en fraude efficiënt te bestrijden moeten deze
centrale instantie en het ruime publiek ook de mogelijkheid hebben de tekst van
de gegunde opdrachten nader te bekijken. Opdrachten met een hoge waarde moeten
dan ook aan de toezichtsinstantie worden doorgezonden en belanghebbende
personen moeten toegang krijgen tot deze documenten, voorzover daardoor geen
gewettigde openbare of particuliere belangen worden aangetast. (51)
Niet alle aanbestedende diensten kunnen de interne
expertise hebben om economisch of technisch complexe opdrachten af te handelen.
In dat verband zou aangepaste professionele ondersteuning een daadwerkelijke
aanvulling vormen op activiteiten van toezicht en controle. Deze doelstelling
kan worden bereikt door instrumenten voor kennisdeling (kenniscentra) die
technische bijstand bieden aan aanbestedende diensten; voorts kunnen
ondernemingen, en niet het minst kmo's, administratieve bijstand genieten, in
het bijzonder wanneer zij over de grenzen heen deelnemen aan
aanbestedingsprocedures. (52)
Op nationaal vlak bestaan er reeds structuren of
mechanismen voor toezicht, controle en ondersteuning en deze kunnen natuurlijk
worden gebruikt om toezicht te houden op aanbestedingen en om de uitvoering
daarvan te controleren alsmede om aanbestedende diensten en ondernemers de
nodige ondersteuning te verlenen. (53)
Daadwerkelijke samenwerking is vereist om in elke
lidstaat en in de Unie consistente adviesverlening en praktische hulp te
verzekeren. Instanties die belast zijn met toezicht, uitvoering, controle en
technische bijstand, moeten de mogelijkheid hebben informatie te delen en
daartoe samenwerking aan te gaan; in dit verband moet de door elke lidstaat
daartoe aangestelde instantie optreden als aanspreekpunt voor de diensten van
de Commissie ten behoeve van gegevensverzameling, uitwisseling van informatie
en toezicht op de tenuitvoerlegging van de aanbestedingsregels van de Unie. (54)
Met het oog op aanpassing aan de snelle
ontwikkelingen op het gebied van techniek, economie en regelgeving dient de
bevoegdheid om handelingen in de zin van artikel 290 van het Verdrag
betreffende de werking van de Europese Unie vast te stellen aan de Commissie te
worden overgedragen wat betreft een aantal niet-essentiële onderdelen van deze
richtlijn. Wegens de verplichting tot nakoming van internationale
overeenkomsten moet de Commissie immers bevoegdheid krijgen om de technische
procedures voor de berekeningsmethoden van de drempels te wijzigen alsmede om
de drempels zelf regelmatig te herzien en de bijlagen V en XI aan te passen; de
lijsten van centrale overheidsinstanties zijn vatbaar voor veranderingen ten
gevolge van bestuurlijke wijzigingen op nationaal niveau. Deze worden gemeld
aan de Commissie, die de bevoegdheid moet krijgen om bijlage I aan te passen;
verwijzingen naar de CPV-nomenclatuur kunnen door EU-regelgeving worden
gewijzigd en deze veranderingen moeten in de tekst van de richtlijn worden
overgenomen; de technische details en kenmerken van de middelen voor
elektronische ontvangst moeten worden aangepast aan de technologische
ontwikkelingen en de administratieve behoeften; de Commissie moet eveneens
bevoegdheid krijgen om een aantal technische normen voor elektronische communicatie
verplicht te stellen teneinde, rekening houdend met technologische
ontwikkelingen en administratieve behoeften, de interoperabiliteit van
technische formaten, processen en kennisgevingen te verzekeren in
aanbestedingsprocedures waar gebruik wordt gemaakt van elektronische
communicatie; de inhoud van het Europese aanbestedingspaspoort moet de
administratieve behoeften en de wijzigingen in de nationale en Europese
regelgeving weergeven; de lijst van wetgevingshandelingen van de Unie met
betrekking tot invoering van gemeenschappelijke methodologieën voor de
berekening van levenscycluskosten, moet snel worden aangepast om op
sectorniveau vastgestelde maatregelen daarin op te nemen. Om in deze behoeften
te voorzien moet de Commissie bevoegd worden om de lijst van
wetgevingshandelingen, met inbegrip van de methoden voor de berekening van
levenscycluskosten, bij te werken. (55)
Het is van bijzonder belang dat de Commissie
tijdens haar voorbereidende werkzaamheden passende raadplegingen houdt, onder
meer op deskundigenniveau. Bij het voorbereiden en opstellen van gedelegeerde
handelingen moet de Commissie erop toezien dat de desbetreffende documenten
gelijktijdig, tijdig en op passende wijze bij het Europees Parlement en de Raad
worden ingediend. (56)
Om eenvormige voorwaarden te verzekeren voor de
tenuitvoerlegging van deze richtlijn, voor het vaststellen van de
standaardformulieren voor de bekendmaking van aankondigingen, de standaardvorm
van het Europees aanbestedingspaspoort en van het door de toezichtsinstanties
te gebruiken gemeenschappelijk model voor het opstellen van het implementatie-
en statistisch verslag, moeten aan de Commissie uitvoeringsbevoegdheden worden
verleend. Deze bevoegdheden moeten worden uitgeoefend overeenkomstig
Verordening (EU) nr. 182/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16
februari 2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die
van toepassing zijn op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de
uitvoeringsbevoegdheden door de Commissie controleren[24].
De raadplegingsprocedure moet worden gebruikt voor het vaststellen van deze
uitvoeringshandelingen, die uit financieel oogpunt geen gevolgen hebben of geen
invloed hebben op de aard en reikwijdte van verplichtingen uit hoofde van deze
richtlijn. Deze handelingen worden integendeel gekenmerkt door een zuiver
administratieve doelstelling en dienen om de toepassing van regels uit hoofde
van deze richtlijn te vergemakkelijken. (57)
Daar de doelstelling van deze richtlijn, namelijk
de coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de
lidstaten die van toepassing zijn op bepaalde aanbestedingsprocedures, niet
voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve beter door de
Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van
het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel,
maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde
evenredigheidsbeginsel, gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om deze
doelstelling te verwezenlijken. (58)
Richtlijn 2004/18/EG dient derhalve te worden
ingetrokken. (59)
Overeenkomstig de gezamenlijke politieke verklaring
van de lidstaten en de Commissie over toelichtende stukken van [datum] hebben
de lidstaten zich ertoe verbonden om in verantwoorde gevallen de kennisgeving
van hun omzettingsmaatregelen vergezeld te doen gaan van één of meer stukken
waarin het verband tussen de onderdelen van een richtlijn en de overeenkomstige
delen van de nationale omzettingsinstrumenten wordt toegelicht. Met betrekking
tot deze richtlijn acht de wetgever de toezending van dergelijke stukken
verantwoord. HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN
VASTGESTELD: TITEL I: TOEPASSINGSGEBIED, DEFINITIES
EN ALGEMENE BEGINSELEN HOOFDSTUK I: Toepassingsgebied en
definities AFDELING 1: Onderwerp en definities Artikel 1: Onderwerp en toepassingsgebied Artikel 2: Definities Artikel 3: Gemengde aanbesteding AFDELING 2: Drempels Artikel 4: Drempelbedragen Artikel 5: Methoden voor de berekening van de
geraamde waarde van een opdracht Artikel 6: Herziening van de drempels AFDELING 3: Uitsluitingen Artikel 7: Opdrachten gegund in de sectoren
watervoorziening, energievoorziening, vervoer en postdiensten Artikel 8: Specifieke uitsluitingen op het
gebied van elektronische telecommunicatie Artikel 9: Op grond van internationale
voorschriften gegunde opdrachten en georganiseerde prijsvragen Artikel 10: Specifieke uitsluitingen voor
overheidsopdrachten voor diensten Artikel 11: Betrekkingen tussen
overheidsinstanties AFDELING 4: SPECIFIEKE SITUATIES Artikel 12: Opdrachten die door aanbestedende
diensten worden gesubsidieerd Artikel 13: Diensten voor onderzoek en
ontwikkeling Artikel 14: Defensie en veiligheid HOOFDSTUK II: Algemene regels Artikel 15: Beginselen van het gunnen van
overheidsopdrachten Artikel 16: Ondernemers Artikel 17: Voorbehouden opdrachten Artikel 18: Vertrouwelijkheid Artikel 19: Regels betreffende de
communicatiemiddelen Artikel 20: Nomenclaturen Artikel 21: Belangenconflicten Artikel 22: Onwettig gedrag TITEL II: OP OVERHEIDSOPDRACHTEN
TOEPASSELIJKE VOORSCHRIFTEN HOOFDSTUK I: Procedures Artikel 23: Voorwaarden met betrekking tot de
overeenkomst inzake overheidsopdrachten en tot andere internationale
overeenkomsten Artikel 24: Keuze van de procedures Artikel 25: Openbare procedure Artikel 26: Niet-openbare procedure Artikel 27: Mededinginsprocedure van gunning
door onderhandelingen Artikel 28: Concurrentiegerichte dialoog Artikel 29: Innovatiepartnerschap Artikel 30: Gebruik van de procedure van
gunning door onderhandelingen zonder bekendmaking van een aankondiging van een
opdracht HOOFDSTUK
II: Technieken en instrumenten voor elektronische en geaggregeerde
overheidsopdrachten Artikel 31: Raamovereenkomsten Artikel 32: Dynamische aankoopsystemen Artikel 33: Elektronische veilingen Artikel 34: Elektronische catalogi Artikel 35: Gecentraliseerde
aankoopactiviteiten en aankoopcentrales Artikel 36: Aanvullende aankoopactiviteiten Artikel 37: Occasionele gezamenlijke
aanbestedingen Artikel 38: Gezamenlijke aanbestedingen door
aanbestedende diensten van verschillende lidstaten HOOFDSTUK III: Verloop van de procedure AFDELING 1: VOORBEREIDING Artikel 39: Voorbereidende marktraadplegingen Artikel 40: Technische specificaties Artikel 41: Keuren Artikel 42: Testverslagen, certificering en
andere bewijsmiddelen Artikel 43: Varianten Artikel 44: Verdeling van opdrachten in
percelen Artikel 45: Vaststelling van termijnen Afdeling 2:
BEKENDMAKING EN TRANSPARANTIE Artikel 46: Vooraankondigingen Artikel 47: Aankondigingen van opdrachten Artikel 48: Aankondigingen van gegunde
opdrachten Artikel 49: Opmaak en wijze van bekendmaking
van aankondigingen Artikel 50: Bekendmaking op nationaal niveau Artikel 51: Elektronische beschikbaarheid van
aanbestedingsdocumenten Artikel 52: Uitnodigingen tot inschrijving of
tot deelneming aan de dialoog; uitnodigingen tot bevestiging van belangstelling
Artikel 53: Informatieverstrekking aan
gegadigden en inschrijvers AFDELING 3:
SELECTIE VAN DEELNEMERS EN GUNNING VAN DE OPDRACHTEN Artikel 54:
Algemene beginselen Onderafdeling
1: Kwalitatieve selectiecriteria Artikel 55: Gronden voor uitsluiting Artikel 56: Selectiecriteria Artikel 57: Eigen verklaringen en andere
bewijsmiddelen Artikel 58: Online-repository van certificaten
(e-Certis) Artikel 59: Europees aanbestedingspaspoort Artikel 60: Certificaten Artikel 61: Kwaliteitsnormen en normen inzake
milieubeheer Artikel 62: Beroep op de draagkracht van
andere lichamen Artikel 63: Officiële lijsten van erkende
ondernemers en certificering door publiekrechtelijke of privaatrechtelijke
instellingen Onderafdeling
2: Vermindering van aantallen gegadigden, inschrijvingen en oplossingen Artikel 64:
Vermindering van het aantal in andere opzichten gekwalificeerde gegadigden die
worden uitgenodigd tot deelneming Artikel 65: Vermindering van het aantal
inschrijvingen en oplossingen Onderafdeling 3: Gunning van de opdracht Artikel 66: Gunningscriteria voor opdrachten Artikel 67: Kostenbepaling op grond van
levenscyclus Artikel 68: Belemmeringen voor gunning Artikel 69: Abnormaal lage inschrijvingen HOOFDSTUK IV: Uitvoering van de opdracht Artikel 70: Voorwaarden waaronder de opdracht
wordt uitgevoerd Artikel 71: Onderaanneming Artikel 72: Wijziging van opdrachten gedurende
de termijn Artikel 73: Beëindiging van overeenkomsten TITEL III: BIJZONDERE VOORSCHRIFTEN VOOR
OVERHEIDSOPDRACHTEN HOOFDSTUK I: Sociale en andere
specifieke diensten Artikel 74: Gunning van opdrachten voor
sociale en andere specifieke diensten Artikel 75: Bekendmaking van de aankondigingen Artikel 76: Beginselen van het gunnen van
overheidsopdrachten HOOFDSTUK II: Regels voor prijsvragen op
het gebied van diensten Artikel 77: Algemene bepalingen Artikel 78: Toepassingsgebied Artikel 79: Aankondigingen Artikel 80: De organisatie van prijsvragen en
de selectie van deelnemers Artikel 81: Samenstelling van de jury Artikel 82: Beslissingen van de jury TITEL IV:
GOVERNANCE Artikel 83:
Handhaving Artikel 84: Overheidstoezicht Artikel 85: Individuele verslagen over
procedures voor de gunning van opdrachten Artikel 86: Nationale verslaglegging en
lijsten van aanbestedende diensten Artikel 87: Bijstand voor aanbestedende
diensten en bedrijven Artikel 88: Administratieve samenwerking TITEL V: GEDELEGEERDE BEVOEGDHEDEN,
UITVOERINGSBEVOEGDHEDEN EN SLOTBEPALINGEN Artikel 89: Uitoefening van de delegatie van
bevoegdheden Artikel 90: Spoedprocedure Artikel 91: Comitéprocedure Artikel 92: Omzetting Artikel 93: Intrekkingen Artikel 94: Evaluatie Artikel 95: Inwerkingtreding Artikel 96: Adressaten BIJLAGEN BIJLAGE I CENTRALE OVERHEIDSINSTANTIES BIJLAGE II LIJST VAN WERKZAAMHEDEN IN DE
ZIN VAN ARTIKEL 2, LID 8, ONDER a) BIJLAGE III LIJST VAN PRODUCTEN, ALS
BEDOELD IN ARTIKEL 4, ONDER b), BETREFFENDE HET PLAATSEN VAN OPDRACHTEN DOOR
AANBESTEDENDE DIENSTEN OP HET GEBIED VAN DEFENSIE BIJLAGE IV EISEN TEN AANZIEN VAN MIDDELEN
VOOR DE ELEKTRONISCHE ONTVANGST VAN INSCHRIJVINGEN, VERZOEKEN TOT DEELNEMING OF
PLANNEN EN ONTWERPEN BIJ PRIJSVRAGEN BIJLAGE V LIJST VAN INTERNATIONALE
OVEREENKOMSTEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 23 BIJLAGE VI INLICHTINGEN DIE IN DE
AANKONDIGINGEN MOETEN WORDEN OPGENOMEN BIJLAGE VII INFORMATIE DIE IN DE
SPECIFICATIES IN ELEKTRONISCHE VEILINGEN (ARTIKEL 33, LID 4) MOET
WORDEN OPGENOMEN BIJLAGE VIII DEFINITIE VAN ENKELE TECHNISCHE
SPECIFICATIES BIJLAGE IX SPECIFICATIES BETREFFENDE DE
BEKENDMAKING BIJLAGE X INHOUD VAN DE UITNODIGINGEN TOT
INSCHRIJVING, TOT DEELNEMING AAN DE DIALOOG OF TOT BEVESTIGING VAN
BELANGSTELLING ZOALS BEDOELD IN ARTIKEL 52 BIJLAGE XI Lijst van internationale sociale en milieuovereenkomsten, als
bedoeld inDE ARTIKELEN 54, LID 2, 55, LID 3, ONDER a) EN 69, LID 4 BIJLAGE XII REGISTERS BIJLAGE XIII INHOUD VAN HET EUROPEES
AANBESTEDINGSPASPOORT Bijlage XIV BEWIJSMIDDELEN VOOR
SELECTIECRITERIA BIJLAGE XV LIJST VAN DE IN ARTIKEL 67,
LID 4, BEDOELDE EU-WETGEVING BIJLAGE XVI DIENSTEN IN DE ZIN VAN ARTIKEL 74 BIJLAGE XVII CONCORDANTIETABEL TITEL I
TOEPASSINGSGEBIED, DEFINITIES EN ALGEMENE BEGINSELEN HOOFDSTUK I
Toepassingsgebied en definities Afdeling 1
Onderwerp en definities Artikel 1
Onderwerp en toepassingsgebied 1.
Bij deze richtlijn worden regels vastgesteld
betreffende procedures voor aanbesteding door aanbestedende diensten met
betrekking tot overheidsopdrachten en prijsvragen waarvan de geraamde waarde
niet minder bedraagt dan de in de artikel 4 vastgestelde drempels. 2.
Aanbesteding in de zin van deze richtlijn is de
aankoop of de verkrijging in een andere vorm van werken, leveringen of diensten
door een of meer aanbestedende diensten van door deze aanbestedende diensten
gekozen ondernemers, ongeacht of de werken, leveringen of diensten een openbare
bestemming hebben of niet. Een geheel van werken, leveringen en/of diensten,
zelfs indien aangekocht in verschillende opdrachten, vormt één enkele
aanbesteding in de zin van deze richtlijn indien de opdrachten deel uitmaken
van één enkel project. Artikel 2
Definities Voor de toepassing van deze richtlijn gelden
de volgende definities: (1)
"aanbestedende diensten" zijn de staats-,
regionale en lokale overheidsinstanties, publiekrechtelijke instellingen
alsmede verenigingen bestaande uit een of meer van deze overheidsinstanties of
een of meer van deze publiekrechtelijke instellingen; (2)
"centrale overheidsinstanties" zijn de
aanbestedende diensten als vermeld in bijlage I, alsmede de instanties die hen
zijn opgevolgd voorzover op nationaal niveau rectificaties of wijzigingen zijn
aangebracht; (3)
"lagere aanbestedende diensten" zijn alle
aanbestedende diensten die geen centrale overheidsinstantie zijn; (4)
"regionale overheidsinstanties" zijn alle
instanties van de bestuurlijke eenheden van de NUTS-niveaus 1 en 2, als bedoeld
in Verordening (EG) nr. 1059/2003 van het Europees Parlement en de Raad[25]; (5)
"lokale overheidsinstanties" zijn alle
instanties van de bestuurlijke eenheden van NUTS-niveau 3 en kleinere
bestuurlijke eenheden, als bedoeld in Verordening (EG) nr. 1059/2003; (6)
"publiekrechtelijke instellingen" zijn
instellingen die voldoen aan alle volgende kenmerken: (a)
zij zijn opgericht voor, of hebben het specifieke
doel te voorzien in andere behoeften van algemeen belang dan die van
industriële of commerciële aard; in deze zin heeft een instelling die in
normale marktomstandigheden werkzaam is, winst nastreeft en de met de
uitoefening van haar activiteit verbonden verliezen draagt, niet het doel te
voorzien in andere behoeften van algemeen belang dan die van industriële of
commerciële aard; (b)
zij bezitten rechtspersoonlijkheid; (c)
zij worden, merendeels, door de staats-, regionale
of lokale overheid of andere publiekrechtelijke lichamen gefinancierd; of zijn
voor hun beheer onderworpen aan toezicht door deze laatsten; of hebben een
bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan waarvan de leden voor meer
dan de helft door de staat, de regionale of lokale overheden of andere
publiekrechtelijke instellingen zijn aangewezen. (7)
"overheidsopdrachten" zijn schriftelijke
overeenkomsten onder bezwarende titel die tussen een of meer ondernemers en een
of meer aanbestedende diensten zijn gesloten en betrekking hebben op de
uitvoering van werken, de levering van producten of de verlening van diensten
in de zin van deze richtlijn; (8)
"overheidsopdrachten voor werken" zijn
overheidsopdrachten die betrekking hebben op: (a)
de uitvoering, of het ontwerp en de uitvoering, van
werken die betrekking hebben op een van de in bijlage II bedoelde activiteiten; (b)
de uitvoering, of het ontwerp en de uitvoering, van
een werk; (c)
het verwezenlijken met welke middelen dan ook van
een werk dat voldoet aan de eisen van de aanbestedende dienst die een
beslissende invloed uitoefent op het soort en het ontwerp van het werk; (9)
"een werk" is het product van een geheel
van bouwkundige of civieltechnische werken dat ertoe bestemd is als zodanig een
economische of technische functie te vervullen; (10)
"overheidsopdrachten voor leveringen"
zijn overheidsopdrachten die betrekking hebben op de aankoop, leasing, huur of
huurkoop, met of zonder koopoptie, van producten; Als overheidsopdracht voor
leveringen kunnen worden beschouwd, in bijkomende orde, plaatsings- en
installatiewerkzaamheden; (11)
"overheidsopdrachten voor diensten" zijn
andere opdrachten dan de in punt 8 bedoelde opdrachten die betrekking hebben op
de verrichting van diensten; (12)
"ondernemers" zijn elke natuurlijke of
rechtspersoon of openbaar lichaam of elke combinatie van deze personen en/of
diensten die de uitvoering van werken en/of een werk, een levering van
producten of een verrichting van diensten op de markt aanbiedt; (13)
"inschrijvers" zijn ondernemers die een
inschrijving hebben ingediend; (14)
"gegadigden" zijn ondernemers die hebben
verzocht om een uitnodiging of zijn uitgenodigd om deel te nemen aan een niet-openbare
procedure, een mededingingsprocedure van gunning door onderhandelingen of een
procedure van gunning door onderhandelingen zonder vooraankondiging, een
concurrentiegerichte dialoog of een innovatiepartnerschap; (15)
"aanbestedingsdocumenten" zijn alle
documenten die door de aanbestedende dienst worden opgesteld of vermeld ter
omschrijving of bepaling van onderdelen van de aanbesteding, met inbegrip van
de aankondiging van opdracht, de vooraankondiging wanneer deze wordt gebruikt
als oproep tot mededinging, de technische specificaties, het beschrijvende
document, de voorgestelde contractvoorwaarden, formaten voor de aanbieding van
documenten door gegadigden en inschrijvers, informatie over algemeen
toepasselijke verplichtingen en alle aanvullende documenten; (16)
"gecentraliseerde aankoopactiviteiten"
zijn activiteiten die permanent plaatsvinden op een van de volgende wijzen: (a)
de verkrijging van leveringen en/of diensten die
bestemd zijn voor aanbestedende diensten; (b)
de gunning van overheidsopdrachten of de sluiting
van raamovereenkomsten voor werken, leveringen of diensten die bestemd zijn
voor aanbestedende diensten; (17)
"aanvullende aankoopactiviteiten" zijn
activiteiten die bestaan in het verlenen van ondersteuning aan
aankoopactiviteiten, met name op de volgende wijzen: (a)
technische infrastructuur die aanbestedende
diensten in staat stelt om overheidsopdrachten te gunnen of raamovereenkomsten
te sluiten voor werken, leveringen of diensten; (b)
adviesverlening over het verloop of de opzet van
aanbestedingsprocedures; (c)
voorbereiding en beheer van aanbestedingsprocedures
namens en voor rekening van de betrokken aanbestedende dienst; (18)
een "aankoopcentrale" is een
aanbestedende dienst die gecentraliseerde aankoopactiviteiten en eventueel
aanvullende aankoopactiviteiten verricht; (19)
een "aanbieder van aanbestedingsdiensten"
is een openbare of particuliere instantie die aanvullende aankoopactiviteiten
op de markt aanbiedt; (20)
"schriftelijk" staat voor elk uit woorden
of cijfers bestaand geheel dat kan worden gelezen, gereproduceerd en vervolgens
meegedeeld, met inbegrip van informatie die via elektronische middelen wordt
overgebracht en opgeslagen; (21)
een "elektronisch middel" is
elektronische apparatuur voor verwerking (met inbegrip van digitale compressie)
en opslag van gegevens die worden verspreid, overgebracht en ontvangen door
draden, straalverbindingen, optische middelen of andere elektromagnetische
middelen; (22)
onder "levenscyclus" wordt verstaan alle
opeenvolgende en/of onderling verbonden stadia, waaronder productie, vervoer,
gebruik en onderhoud, in het bestaan van een product, werk of aanbieding van
een dienst, gaande van de verkrijging van de grondstof of de opwekking van
hulpbronnen tot de verwijdering, de opruiming en de afhandeling; (23)
"prijsvragen" zijn procedures die tot
doel hebben de aanbestedende dienst, in het bijzonder op het gebied van
ruimtelijke ordening, architectuur, engineering of automatische
gegevensverwerking, een plan of ontwerp te verschaffen dat na een oproep tot
mededinging door een jury wordt geselecteerd, al dan niet met toekenning van
prijzen. Artikel 3
Gemengde aanbesteding 1.
Opdrachten die betrekking hebben op twee of meer
soorten aanbestedingen (van werken, leveringen of diensten) worden gegund
overeenkomstig de bepalingen die van toepassing zijn op het type van
aanbesteding dat het voornaamste voorwerp van de betrokken opdracht kenmerkt. In het geval van gemengde opdrachten die
betrekking hebben op diensten in de zin van hoofdstuk I van titel III en andere
diensten, of op diensten en leveringen, wordt het voornaamste voorwerp van de
opdracht bepaald door een vergelijking tussen de waarden van de respectieve
diensten of leveringen. 2.
In het geval van opdrachten die betrekking hebben
op aanbestedingen die onder deze richtlijn vallen, en op aanbestedingen of
andere elementen waarop deze richtlijn, de Richtlijn [tot vervanging van 2004/17/EG]
en Richtlijn 2009/81/EG[26] niet van toepassing
zijn, wordt het deel van de opdracht dat uit onder deze richtlijn vallende
aanbesteding bestaat, gegund overeenkomstig de bepalingen van deze richtlijn. In het geval van gemengde opdrachten die
onderdelen van overheidsopdrachten en concessies bevatten, wordt het deel van
de opdracht dat een onder deze richtlijn vallende overheidsopdracht vormt,
gegund overeenkomstig de bepalingen van deze richtlijn. Wanneer de verschillende delen van de opdracht
objectief gezien niet scheidbaar zijn, wordt de toepassing van deze richtlijn
bepaald door het voornaamste voorwerp van die opdracht. Afdeling 2
Drempels Artikel 4
Drempelbedragen Deze richtlijn is van toepassing op opdrachten
waarvan de geraamde waarde exclusief belasting over de toegevoegde waarde (BTW)
gelijk is aan of groter dan de volgende drempelbedragen: (a)
5 000 000 euro voor
overheidsopdrachten voor werken; (b)
130 000 euro voor overheidsopdrachten
voor leveringen en voor diensten gegund door aanbestedende diensten die
centrale overheidsinstanties zijn, en voor door deze instanties georganiseerde
prijsvragen; wat betreft overheidsopdrachten voor leveringen afkomstig van
aanbestedende diensten die op het gebied van defensie werkzaam zijn, geldt deze
drempel alleen voor opdrachten betreffende producten die onder bijlage III
vallen; (c)
200 000 euro voor overheidsopdrachten
voor leveringen en voor diensten gegund door lagere
aanbestedende diensten en voor door deze diensten georganiseerde prijsvragen; (d)
500 000 euro voor overheidsopdrachten
voor sociale en andere specifieke diensten in de zin van bijlage XVI. Artikel 5
Methoden voor de berekening van de geraamde waarde van een opdracht 1.
De berekening van de geraamde waarde van een
opdracht is gebaseerd op het totale bedrag, exclusief BTW, zoals geraamd door
de aanbestedende dienst, met inbegrip van de eventuele opties en eventuele
verlengingen van het contract. Wanneer de aanbestedende dienst voorziet in prijzengeld
of uitkeringen aan gegadigden of inschrijvers, berekent hij deze door in de
geraamde waarde van de opdracht. 2.
De keuze van de methode voor de berekening van de
geraamde waarde van een aanbesteding mag niet bedoeld zijn om de opdracht aan
de toepassingssfeer van de richtlijn te onttrekken. Eén enkele aanbesteding mag
derhalve niet worden gesplitst om deze aan de toepassingssfeer van deze
richtlijn te onttrekken, tenzij objectieve redenen dit rechtvaardigen. 3.
Deze raming is geldig op het tijdstip waarop de
oproep tot mededinging wordt verzonden of, in gevallen waarin niet in een
dergelijke aankondiging is voorzien, op het tijdstip waarop de
aanbestedingsprocedure voor de aanbestedende dienst aanvangt, in het bijzonder
door omschrijving van de wezenlijke kenmerken van de voorgenomen aanbesteding. 4.
Bij de berekening van de waarde van een
raamovereenkomst of een dynamisch aankoopsysteem moet worden uitgegaan van de
geraamde maximale waarde, exclusief BTW, van alle voor de totale duur van de
raamovereenkomst of van het dynamisch aankoopsysteem voorgenomen opdrachten. 5.
Bij de berekening van de waarde van een
innovatiepartnerschap moet worden uitgegaan van de geraamde maximale waarde,
exclusief BTW, van de onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten die zullen plaatsvinden
in alle stadia van het voorgenomen partnerschap, alsmede van de leveringen,
diensten of werken die aan het einde van het voorgenomen partnerschap zullen
worden ontwikkeld en verkregen. 6.
In het geval van overheidsopdrachten voor werken
wordt bij de berekening van de geraamde waarde de waarde van de werken in
aanmerking genomen, alsmede de geraamde totale waarde van de voor de uitvoering
van het werk noodzakelijke goederen en diensten die door de aanbestedende
dienst ter beschikking van de ondernemer zijn gesteld. 7.
Wanneer een voorgenomen werk of een voorgenomen
aankoop van diensten aanleiding kan geven tot opdrachten die gelijktijdig in
afzonderlijke percelen worden gegund, wordt de geraamde totale waarde van deze
percelen als grondslag genomen. Wanneer de samengetelde waarde van de percelen
gelijk is aan of groter is dan het in artikel 4 bepaalde drempelbedrag, is deze
richtlijn van toepassing op de gunning van elk perceel. 8.
Wanneer een voorgenomen verkrijging van
soortgelijke leveringen aanleiding kan geven tot opdrachten die gelijktijdig in
afzonderlijke percelen worden gegund, wordt de geraamde totale waarde van deze
percelen als grondslag genomen voor de toepassing van artikel 4, onder b) en
c). Wanneer de samengetelde waarde van de percelen
gelijk is aan of groter is dan het in artikel 4 bepaalde drempelbedrag, is deze
richtlijn van toepassing op de gunning van elk perceel. 9.
Aanbestedende diensten kunnen opdrachten voor
afzonderlijke percelen gunnen zonder de in deze richtlijn bedoelde procedures
toe te passen, mits de geraamde waarde, exclusief BTW, van het betrokken
perceel kleiner is dan 80 000 euro voor leveringen of diensten of 1
miljoen euro voor werken. De samengetelde waarde van de aldus zonder toepassing
van deze richtlijn gegunde percelen mag echter niet meer bedragen dan 20% van
de samengetelde waarde van alle percelen waarin het voorgenomen werk, de
voorgenomen verkrijging van soortgelijke leveringen of de
voorgenomen aankoop van diensten is verdeeld. 10.
In het geval van overheidsopdrachten voor
leveringen of voor diensten die met een bepaalde regelmaat worden verleend of
die bestemd zijn om gedurende een bepaalde periode te worden hernieuwd, wordt
voor de berekening van de geraamde waarde van de opdracht de volgende grondslag
genomen: (a)
de totale reële waarde van de tijdens het
voorafgaande boekjaar of tijdens de voorafgaande twaalf maanden gegunde
soortgelijke opeenvolgende opdrachten, indien mogelijk gecorrigeerd voor
verwachte wijzigingen in hoeveelheid of waarde gedurende de twaalf maanden volgende
op de eerste opdracht, of (b)
de geraamde totale waarde van de opeenvolgende
opdrachten over de twaalf maanden volgende op de eerste levering of over het
boekjaar, indien dit zich over meer dan twaalf maanden uitstrekt. 11.
In het geval van overheidsopdrachten voor
leveringen die betrekking hebben op leasing, huur of huurkoop van producten,
wordt de waarde van de opdracht op de volgende grondslag geraamd: (a)
bij overheidsopdrachten met een vaste looptijd, de
totale geraamde waarde voor de gehele looptijd wanneer die ten hoogste twaalf
maanden bedraagt, dan wel de totale waarde wanneer de looptijd meer dan twaalf
maanden bedraagt, met inbegrip van de geraamde restwaarde, (b)
bij overheidsopdrachten voor onbepaalde duur of
waarvan de looptijd niet kan worden bepaald, het maandelijks te betalen bedrag
vermenigvuldigd met 48. 12.
In het geval van overheidsopdrachten voor diensten
wordt de waarde van de opdracht in voorkomend geval op de volgende grondslag
geraamd: (a)
verzekeringsdiensten: de te betalen premie en
andere vormen van beloning, (b)
bankdiensten en andere financiële diensten:
honoraria, provisies en rente, alsmede andere vormen van beloning, (c)
opdrachten betreffende een ontwerp: de te betalen
honoraria, provisies en andere wijzen van bezoldiging. 13.
In het geval van overheidsopdrachten voor diensten
waarvoor geen totale prijs is vermeld, wordt de waarde van de opdracht op de
volgende grondslag geraamd: (a)
bij opdrachten met een vaste looptijd die gelijk is
aan of korter is dan 48 maanden: de geraamde totale waarde voor de gehele looptijd; (b)
bij opdrachten voor onbepaalde duur of waarvan de
looptijd langer is dan 48 maanden: het maandelijks te betalen bedrag
vermenigvuldigd met 48. Artikel 6
Herziening van de drempels 1.
Om de twee jaar vanaf 30 juni 2014 controleert
de Commissie of de in artikel 4, onder a), b) en c), vastgestelde drempels
overeenstemmen met de in de overeenkomst inzake overheidsopdrachten
(GPA-overeenkomst) vastgestelde drempels en herziet zij indien nodig deze
drempels. Overeenkomstig de in de GPA-overeenkomst vastgestelde
berekeningsmethode berekent de Commissie de waarde van deze drempels op basis
van de gemiddelde dagwaarde van de euro uitgedrukt in bijzondere
trekkingsrechten, over een periode van 24 maanden die eindigt op de
laatste dag van de maand augustus voorafgaande aan de datum van 1 januari
waarop de herziening ingaat. De waarde van de aldus herziene drempels in euro
wordt zo nodig naar beneden afgerond op het dichtstbijzijnde veelvoud van
duizend euro om ervoor te zorgen dat de in de Overeenkomst gestipuleerde
vigerende drempels, uitgedrukt in BTR, worden nageleefd. 2.
Bij de in lid 1 van dit artikel genoemde
herziening herziet de Commissie eveneens: (a)
de in artikel 12, eerste alinea, onder a),
vastgestelde drempels, door deze in overeenstemming te brengen met de herziene
drempel voor overheidsopdrachten voor werken; (b)
de in artikel 12, eerste alinea, onder b),
vastgestelde drempels, door deze in overeenstemming te brengen met de
herziene drempel voor overheidsopdrachten voor diensten van lagere
aanbestedende diensten. 3.
Om de twee jaar vanaf 1 januari 2014 bepaalt
de Commissie de waarde in de nationale valuta van de lidstaten die niet aan de
Monetaire Unie deelnemen, van de in artikel 4, onder a), b) en c),
genoemde drempels, die overeenkomstig lid 1 van dit artikel zijn herzien. Tegelijkertijd bepaalt de Commissie de waarde in
de nationale valuta van de lidstaten die niet aan de Monetaire Unie deelnemen,
van de in artikel 4, onder d), genoemde drempel. Volgens de in de overeenkomst inzake
overheidsopdrachten vastgestelde berekeningsmethode worden deze waarden
vastgesteld op basis van de gemiddelde dagwaarde van deze valuta,
overeenstemmend met de toepasselijke drempel uitgedrukt in euro over een
periode van 24 maanden die eindigt op de laatste dag van de maand augustus voorafgaande
aan de herziening die op 1 januari ingaat. 4.
De in lid 1 bedoelde herziene drempels en de
in in lid 3 bedoelde tegenwaarde in nationale valuta worden door de
Commissie aan het begin van de maand november volgend op de herziening
bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie. 5.
De Commissie is overeenkomstig artikel 89 bevoegd
gedelegeerde handelingen vast te stellen om de de in lid 1, tweede alinea,
vastgestelde methodologie aan te passen aan elke verandering van de in de
overeenkomst inzake overheidsopdrachten vastgestelde methodologie voor de
herziening van de in artikel 4, onder a), b) en c), bedoelde drempels en
voor de vaststelling van de drempels in de nationale valuta van de lidstaten
die niet aan de Monetaire Unie deelnemen, als bedoeld in lid 3 van dit
artikel. Zij is eveneens bevoegd overeenkomstig artikel 89
gedelegeerde handelingen vast te stellen om de in artikel 4, onder a), b)
en c), genoemde drempels te herzien overeenkomstig lid 1 van dit artikel.
Zij is overeenkomstig artikel 89 eveneens bevoegd gedelegeerde handelingen vast
te stellen om overeenkomstig lid 2 van dit artikel de in artikel 12,
eerste alinea, onder a) en b), genoemde drempels te herzien. 6.
Wanneer het noodzakelijk is de in artikel 4,
onder a), b) en c), genoemde drempels en de in artikel 12, eerste alinea,
onder a) en b) genoemde drempels te herzien en toepassing van de in artikel 89
beschreven procedure wegens tijdsdruk niet mogelijk is, en derhalve dwingende
redenen van urgentie dit vereisen, wordt de in artikel 90 voorgeschreven
procedure toegepast op overeenkomstig de tweede alinea van lid 5 van dit
artikel vastgestelde gedelegeerde handelingen. Afdeling 3
Uitsluitingen Artikel 7
Opdrachten in de sectoren watervoorziening, energievoorziening, vervoer en postdiensten Deze richtlijn is niet van toepassing op
overheidsopdrachten en prijsvragen die in het kader van de [richtlijn tot
vervanging van Richtlijn 2004/17/EG] worden gegund of georganiseerd door
aanbestedende diensten die een of meer van de in de artikelen [5 tot en met 11]
van genoemde richtlijn bedoelde activiteiten uitoefenen en die voor de
uitvoering van deze activiteiten worden gegund, noch op overheidsopdrachten die
op grond van de [artikelen 15, 20 en 27] van die richtlijn van het
toepassingsgebied ervan zijn uitgesloten. Artikel 8
Specifieke uitsluitingen op het gebied van elektronische telecommunicatie Deze richtlijn
is niet van toepassing op overheidsopdrachten en prijsvragen die in hoofdzaak
tot doel hebben de aanbestedende diensten in staat te stellen openbare
communicatienetwerken beschikbaar te stellen of te exploiteren of aan het
publiek een of meer elektronischecommunicatiediensten te verlenen. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan
onder: (a)
"openbaar communicatienetwerk", een elektronischecommunicatienetwerk
dat geheel of hoofdzakelijk wordt gebruikt om voor het publiek beschikbare
elektronischecommunicatiediensten aan te bieden ter ondersteuning van de
overdracht van informatie tussen netwerkaansluitpunten; (b)
"elektronischecommunicatienetwerk", de
transmissiesystemen en in voorkomend geval de schakel- of routeringsapparatuur
en andere middelen, waaronder netwerkelementen die niet actief zijn, die het
mogelijk maken signalen over te brengen via draad, radiogolven, optische of andere
elektromagnetische middelen waaronder satellietnetwerken, vaste (circuit- en
pakketgeschakelde, met inbegrip van internet) en mobiele terrestrische
netwerken, elektriciteitsnetten, voor zover deze voor overdracht van signalen
worden gebruikt, netwerken voor radio- en televisieomroep en
kabeltelevisienetwerken, ongeacht de aard van de overgebrachte informatie; (c)
"netwerkaansluitpunt" (NAP)', het fysieke
punt waarop een abonnee de toegang tot een openbaar communicatienetwerk wordt
geboden; in het geval van netwerken met schakelings- of routeringsfuncties
wordt het NAP bepaald door middel van een specifiek netwerkadres, dat met een
abonneenummer of -naam kan zijn verbonden; (d)
"elektronischecommunicatiedienst", een
gewoonlijk tegen vergoeding aangeboden dienst die geheel of hoofdzakelijk
bestaat in het overbrengen van signalen via elektronischecommunicatienetwerken,
waaronder telecommunicatiediensten en transmissiediensten op netwerken die voor
omroep worden gebruikt, doch niet de dienst waarbij met behulp van elektronischecommunicatienetwerken
en -diensten overgebrachte inhoud wordt geleverd of redactioneel wordt
gecontroleerd. Hij omvat niet de diensten van de informatiemaatschappij zoals
omschreven in artikel 1 van Richtlijn 98/34/EG, die niet geheel of
hoofdzakelijk bestaan uit het overbrengen van signalen via
elektronische-communicatienetwerken. Artikel 9
Opdrachten en prijsvragen op grond van internationale voorschriften Deze richtlijn
is niet van toepassing op opdrachten of prijsvragen die de aanbestedende dienst
verplicht is te gunnen of te organiseren overeenkomstig andere
aanbestedingsprocedures dan die van deze richtlijn, en waarin is voorzien bij: (a)
een overeenkomstig het Verdrag gesloten
internationale overeenkomst tussen een lidstaat en een of meer derde landen met
betrekking tot werken, leveringen of diensten die bestemd zijn voor de
gezamenlijke verwezenlijking of exploitatie van een project door de
ondertekenende staten; (b)
een internationale overeenkomst betreffende de
legering van strijdkrachten die betrekking heeft op ondernemingen van een
lidstaat of van een derde land; (c)
een bijzondere procedure van een internationale
organisatie; (d)
aanbestedingsregels van een internationale
organisatie of een internationale financiële instelling voor opdrachten of
prijsvragen die volledig door deze organisatie of instelling worden
gefinancierd; in het geval van opdrachten of prijsvragen die in aanzienlijke
mate worden medegefinancierd door een internationale organisatie of
internationale financiële instelling, komen de partijen overeen welke
aanbestedingsprocedures moeten worden toegepast, voorzover deze in
overeenstemming zijn met het Verdrag. Alle overeenkomsten als bedoeld in punt a) van
de eerste alinea worden gemeld aan de Commissie, die het Raadgevend Comité
inzake overheidsopdrachten als bedoeld in artikel 91 kan raadplegen. Artikel 10
Specifieke uitsluitingen voor overheidsopdrachten voor diensten De richtlijn is niet van toepassing op
overheidsopdrachten voor diensten: (a)
betreffende de verwerving of huur, ongeacht de
financiële modaliteiten ervan, van grond, bestaande gebouwen of andere
onroerende zaken of betreffende de rechten hierop; de overeenkomsten
betreffende financiële diensten die voorafgaand aan, gelijktijdig met of als
vervolg op het koop- of huurcontract worden gesloten, zijn echter, ongeacht hun
vorm, aan deze richtlijn onderworpen; (b)
betreffende de aankoop, de ontwikkeling, de
productie of de coproductie van programmamateriaal bestemd voor audiovisuele
mediadiensten, die worden gegund door radio-omroeporganisaties, of
overeenkomsten betreffende zendtijd die worden gegund aan aanbieders van
audiovisuele mediadiensten; (c)
betreffende diensten van arbitrage en bemiddeling; (d)
inzake financiële diensten betreffende de uitgifte,
de aankoop, de verkoop en de overdracht van effecten of andere financiële
instrumenten, in de zin van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en
de Raad[27], door de centrale banken
verleende diensten en activiteiten die zijn uitgevoerd in het kader van de
Europese faciliteit voor financiële stabiliteit; (e)
inzake arbeidsovereenkomsten; (f)
betreffende diensten van openbaar vervoer van
passagiers over het spoor of per metro. Audiovisuele mediadiensten als bedoeld onder
b) omvatten alle vormen van transmissie en distributie met behulp van een
elektronisch netwerk. Artikel 11
Betrekkingen tussen overheidsinstanties 1.
Een opdracht die door een aanbestedende dienst
wordt gegund aan een andere rechtspersoon, valt buiten het toepassingsgebied
van deze richtlijn wanneer aan de volgende cumulatieve voorwaarden is voldaan: (a)
de aanbestedende dienst oefent op de betrokken
rechtspersoon toezicht uit zoals op zijn eigen diensten; (b)
ten minste 90% van de activiteiten van deze
rechtspersoon wordt uitgeoefend voor de controlerende aanbestedende dienst of
voor andere rechtspersonen die door deze aanbestedende dienst worden
gecontroleerd; (c)
er is geen privé-deelneming in de gecontroleerde
rechtspersoon. Een aanbestedende dienst wordt geacht op een
rechtspersoon toezicht zoals op zijn eigen diensten uit te oefenen in de zin
van de eerste alinea, onder a), wanneer hij zowel op strategische
doelstellingen als belangrijke beslissingen van de gecontroleerde rechtspersoon
een beslissende invloed uitoefent. 2.
Lid 1 is eveneens van toepassing wanneer een
gecontroleerde entiteit die een aanbestedende dienst is, een opdracht gunt aan
haar controlerende entiteit of aan een andere rechtspersoon die door dezelfde
aanbestedende dienst wordt gecontroleerd, mits er geen privé-deelneming is in
de rechtspersoon aan wie de overheidsopdracht wordt gegund. 3.
Een aanbestedende dienst die geen toezicht over een
rechtspersoon uitoefent in de zin van lid 1, kan niettemin zonder de bepalingen
van deze richtlijn toe te passen een opdracht gunnen aan een rechtspersoon die
hij gezamenlijk met andere aanbestedende diensten controleert, wanneer aan de
volgende voorwaarden is voldaan: (a)
de aanbestedende diensten oefenen op de betrokken
rechtspersoon gezamenlijk toezicht uit zoals op hun eigen diensten; (b)
ten minste 90% van de activiteiten van deze
rechtspersoon wordt verricht voor de controlerende aanbestedende diensten of
andere rechtspersonen die door dezelfde aanbestedende diensten worden
gecontroleerd; (c)
er is geen privé-deelneming in de gecontroleerde
rechtspersoon. Voor de toepassing van punt a) worden
aanbestedende diensten geacht gezamenlijk toezicht uit te oefenen over een
rechtspersoon wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan: (a)
de besluitvormingsorganen van de gecontroleerde
rechtspersoon zijn samengesteld uit vertegenwoordigers van alle deelnemende
aanbestedende diensten; (b)
deze aanbestedende diensten zijn in staat
gezamenlijk beslissende invloed uit te oefenen over de strategische
doelstellingen en belangrijke beslissingen van de gecontroleerde rechtspersoon; (c)
de gecontroleerde rechtspersoon streeft geen andere
belangen na dan die van de met hem verbonden overheden; (d)
de gecontroleerde rechtspersoon haalt uit de
overheidsopdrachten met de aanbestedende diensten geen andere winst dan een
vergoeding van de reële kosten. 4.
Een overeenkomst tussen twee of meer aanbestedende
diensten wordt niet geacht een overheidsopdracht te zijn in de zin van artikel 2,
lid 6, van deze richtlijn wanneer aan de volgende cumulatieve voorwaarden is
voldaan: (a)
de overeenkomst voorziet in een echte samenwerking
tussen de deelnemende aanbestedende diensten met de bedoeling hun taken van
openbaar belang gezamenlijk uit te oefenen, met wederzijdse rechten en
verplichtingen voor de partijen; (b)
de overeenkomst berust alleen op overwegingen die
verband houden met het openbare belang; (c)
de deelnemende aanbestedende diensten behalen op de
open markt niet meer dan 10% van de omzet uit de activiteiten die relevant zijn
in het kader van de overeenkomst; (d)
de overeenkomst houdt geen andere financiële
overdrachten tussen de deelnemende aanbestedende diensten in dat die welke
betrekking hebben op een vergoeding voor de reële kosten van de werken,
leveringen of diensten; (e)
in geen van de betrokken aanbestedende diensten is
sprake van deelneming van particulieren. 5.
De in de leden 1 tot en met 4 bedoelde afwezigheid
van privé-deelneming wordt gecontroleerd bij de gunning van de opdracht of bij
de sluiting van de overeenkomst. De uitsluitingen waarin de leden 1 tot en met 4
voorzien, zijn niet langer van toepassing wanneer een privé-deelneming
plaatsvindt, hetgeen als gevolg heeft dat de lopende opdrachten voor
mededinging moeten worden opengesteld door middel van gewone
aanbestedingsprocedures. Afdeling 4
Specifieke situaties Artikel 12
Opdrachten die door aanbestedende diensten worden gesubsidieerd Deze richtlijn is van toepassing op de gunning
van de volgende opdrachten: (a)
opdrachten voor werken die voor meer dan 50%
rechtstreeks door aanbestedende diensten worden gesubsidieerd en waarvan de
geraamde waarde, exclusief BTW, ten minste gelijk is aan 5 000 000
euro, wanneer deze opdrachten betrekking hebben op een van de volgende
activiteiten: (i) civieltechnische werkzaamheden in de zin
van bijlage II, (ii) bouwwerken voor ziekenhuizen,
inrichtingen voor sportbeoefening, recreatie en vrijetijdsbesteding, school- en
universiteitsgebouwen en gebouwen met een administratieve bestemming; (b)
opdrachten voor diensten die voor meer dan 50%
rechtstreeks door aanbestedende diensten worden gesubsidieerd, waarvan de
geraamde waarde, exclusief BTW, ten minste gelijk is aan 200 000 euro
en die verband houden met een opdracht voor werken in de zin van a). De aanbestedende diensten die de subsidies
toekennen in de zin van de eerste alinea, onder a) en b), zorgen ervoor dat
deze richtlijn wordt nageleefd wanneer zij deze opdrachten niet zelf gunnen of wanneer
zij deze opdracht in naam van en voor rekening van andere instanties gunnen. Artikel 13
Diensten voor onderzoek en ontwikkeling 1.
Deze richtlijn is van toepassing op
overheidsopdrachten voor diensten voor onderzoek en ontwikkeling met
CPV-referentienummers 73000000-2 tot en met 73436000-7, met uitzondering van 73200000-4,
73210000-7 of 73220000-0, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan: (a)
de baten komen uitsluitend toe aan de aanbestedende
dienst voor gebruik ervan in de uitoefening van zijn eigen werkzaamheden, (b)
de verleende dienst wordt volledig door de
aanbestedende dienst betaald. Deze richtlijn is niet van toepassing op
overheidsopdrachten voor diensten van onderzoek en ontwikkeling met
CPV-referentienummers 73000000-2 tot en met 73436000-7, met uitzondering van 73200000-4,
73210000-7 of 73220000-0, wanneer niet is voldaan aan een van de voorwaarden
als bedoeld in de eerste alinea, onder a) of b). 2.
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 89
gedelegeerde handelingen tot wijziging van de in lid 1 bedoelde
CPV-referentienummers vast te stellen om rekening te houden met veranderingen
in de CPV-nomenclatuur, mits deze wijzigingen niet tot gevolg hebben dat het
toepassingsgebied van deze richtlijn wordt gewijzigd. Artikel 14
Defensie en veiligheid 1.
Overeenkomstig artikel 346 van het Verdrag
betreffende de werking van de Europese Unie is deze richtlijn van toepassing op
het gunnen van overheidsopdrachten en op prijsvragen op defensie- en
veiligheidsgebied, met uitzondering van: (a)
opdrachten die binnen het toepassingsgebied van
Richtlijn 2009/81/EG vallen; (b)
opdrachten waarop Richtlijn 2009/81/EG op grond van
de artikelen 8, 12 en 13 van deze richtlijn niet van toepassing is. 2.
Deze richtlijn is niet van toepassing op andere
overheidsopdrachten en prijsvragen dan die welke in lid 1 zijn genoemd,
voorzover de bescherming van de essentiële veiligheidsbelangen van een lidstaat
niet kan worden gewaarborgd in een aanbestedingsprocedure overeenkomstig deze
richtlijn. HOOFDSTUK II
Algemene regels Artikel 15
Beginselen van het gunnen van overheidsopdrachten Aanbestedende diensten behandelen ondernemers
op gelijke basis en zonder te discrimineren en handelen op transparante en
evenredige wijze. Overheidsopdrachten worden niet opgesteld met
het doel om deze uit te sluiten van de werkingssfeer van de richtlijn of om de
mededinging op kunstmatige wijze te beperken. Artikel 16
Ondernemers 1.
Ondernemers die krachtens de wetgeving van de
lidstaat waarin zij zijn gevestigd, gerechtigd zijn de betrokken verrichting
uit te voeren, mogen niet worden afgewezen louter op grond van het feit dat zij
krachtens de wetgeving van de lidstaat waarin de opdracht wordt gegund, hetzij
een natuurlijke persoon, hetzij een rechtspersoon zouden moeten zijn. Voor overheidsopdrachten voor diensten en werken
alsmede voor overheidsopdrachten voor leveringen die bijkomende diensten of
plaatsings- en installatiewerkzaamheden inhouden, kan van rechtspersonen echter
worden geëist dat zij in de inschrijving of in de aanvraag tot deelneming de
namen en de desbetreffende beroepskwalificaties vermelden van de personen die
met de uitvoering van de opdracht worden belast. 2.
Combinaties van ondernemers kunnen inschrijvingen
indienen of zich als gegadigde opgeven. De aanbestedende dienst stelt voor de
deelneming van dergelijke combinaties geen specifieke voorwaarden vast die niet
aan individuele gegadigden worden opgelegd. Voor de indiening van een
inschrijving of een aanvraag tot deelneming kan de aanbestedende dienst van
deze combinaties van ondernemers niet eisen dat zij een bepaalde rechtsvorm
aannemen. Aanbestedende diensten kunnen specifieke
voorwaarden stellen voor de uitvoering van de opdracht door een combinatie,
mits deze gerechtvaardigd zijn op basis van objectieve gronden en evenredig
zijn. In deze voorwaarden kan van een combinatie worden geëist dat zij een
bepaalde rechtsvorm aanneemt, wanneer de opdracht haar wordt gegund, voorzover
deze verandering voor de bevredigende uitvoering van de opdracht noodzakelijk
is. Artikel 17
Voorbehouden opdrachten De lidstaten kunnen het recht om deel te nemen
aan aanbestedingsprocedures voorbehouden aan beschutte werkplaatsen en aan
ondernemers die de maatschappelijke en professionele integratie van
gehandicapte en achtergestelde werknemers tot doel hebben, of de uitvoering van
deze opdrachten voorbehouden in het kader van programma’s voor beschermde
arbeid, mits meer dan 30% van de werknemers van deze werkplaatsen,
ondernemingen of programma's gehandicapte of achtergestelde werknemers zijn. In de oproep tot mededinging wordt naar deze
bepaling verwezen. Artikel 18
Vertrouwelijkheid 1.
Tenzij in deze richtlijn of in het nationale recht
inzake toegang tot informatie anders is bepaald, en onverminderd de
verplichtingen inzake bekendmaking van gegunde overheidsopdrachten en de informatieverstrekking
aan gegadigden en inschrijvers overeenkomstig de artikelen 48 en 53 van deze
richtlijn, maakt een aanbestedende dienst de informatie die hem door een
ondernemer als vertrouwelijk is verstrekt, niet bekend; hieronder vallen met
name, zonder daartoe beperkt te blijven, fabrieks- of bedrijfsgeheimen en de
vertrouwelijke aspecten van inschrijvingen. 2.
Een aanbestedende dienst kan een ondernemer eisen
stellen die tot doel hebben de vertrouwelijke aard van de informatie die hij
beschikbaar stelt, gedurende de aanbestedingsprocedure te beschermen. Artikel 19
Regels betreffende communicatiemiddelen 1.
Uitgezonderd wanneer het gebruik van elektronische
communicatiemiddelen overeenkomstig de artikelen 32, 33, 34, 35, lid 4, 49, lid
2, of 51 van deze richtlijn verplicht is, kunnen aanbestedende diensten voor
elke mededeling en uitwisseling van informatie kiezen tussen de volgende
communicatiemiddelen: (a)
elektronische middelen overeenkomstig de leden 3, 4
en 5, (b)
brief of fax, (c)
telefoon in de gevallen en onder de omstandigheden
genoemd in lid 6, of (d)
een combinatie van deze middelen. De lidstaten kunnen in andere situaties dan die
waarin de artikelen 32, 33, 34, 35, lid 2, 49, lid 2, of 51 van deze richtlijn
voorzien, het gebruik van elektronische communicatiemiddelen verplicht stellen. 2.
De gekozen communicatiemiddelen moeten algemeen
beschikbaar zijn en mogen de toegang van ondernemers tot de gunningsprocedure
niet beperken. Bij elke mededeling, uitwisseling en opslag van
informatie zorgen de aanbestedende diensten ervoor dat de integriteit van de
gegevens en de vertrouwelijkheid van de inschrijvingen en aanvragen tot
deelneming gewaarborgd zijn. Zij nemen pas na het verstrijken van de uiterste
termijn voor de indiening kennis van de inhoud van de inschrijvingen en van de
aanvragen tot deelneming. 3.
De voor mededelingen te gebruiken elektronische
middelen en de technische kenmerken daarvan moeten niet-discriminerend en
algemeen beschikbaar zijn alsmede interoperabel met algemeen gebruikte
informatie- en communicatietechnologieën en mogen de toegang van ondernemers
tot de aanbestedingsprocedure niet beperken. De technische details en kenmerken
van de middelen voor elektronische ontvangst die in overeenstemming met de
eerste alinea van dit lid worden geacht, zijn vastgesteld in bijlage IV. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 89
gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging, ten gevolge van
technische ontwikkelingen of om administratieve redenen, van de in bijlage IV
vastgestelde technische details en kenmerken. Om de interoperabiliteit van technische formaten
en proces- en berichtnormen te waarborgen, met name in een grensoverschrijdende
context, is de Commissie bevoegd overeenkomstig artikel 89 gedelegeerde
handelingen vast te stellen om het gebruik van bepaalde technische normen
verplicht te stellen, ten minste met betrekking tot het gebruik van
elektronische inschrijving, elektronische catalogi en middelen voor
elektronische authenticatie. 4.
Aanbestedende diensten kunnen, wanneer
noodzakelijk, het gebruik van niet algemeen beschikbare middelen verplicht
stellen, mits zij alternatieve toegangsmiddelen aanbieden. Aanbestedende diensten worden geacht passende
alternatieve toegangsmiddelen aan te bieden in de volgende situaties: (a)
zij bieden onbeperkte en volledige, rechtstreekse
toegang met elektronische middelen tot deze instrumenten vanaf de datum van de
bekendmaking van de aankondiging in overeenstemming met bijlage IX of
vanaf de datum van verzending van de uitnodiging tot bevestiging van belangstelling;
de aankondiging of de uitnodiging tot bevestiging van belangstelling vermeldt
het internetadres waar deze instrumenten toegankelijk zijn; (b)
zij zorgen ervoor dat inschrijvers die in een
andere lidstaat dan die van de aanbestedende dienst gevestigd zijn, toegang
krijgen tot de aanbestedingsprocedure door gebruik van voorlopige tokens die
zonder extra kosten online beschikbaar worden gesteld; (c)
zij ondersteunen een alternatief kanaal voor
elektronische indiening van inschrijvingen. 5.
De volgende regels zijn van toepassing op middelen
voor elektronische verzending en ontvangst van inschrijvingen, alsmede voor
elektronische ontvangst van aanvragen tot deelneming: (a)
de belanghebbende partijen moeten kunnen beschikken
over informatie betreffende de specificaties voor de elektronische indiening
van inschrijvingen en aanvragen tot deelneming, inclusief encryptie en
tijdstempeldiensten; (b)
de middelen, methoden voor authenticatie en
elektronische handtekeningen voldoen aan de voorschriften van bijlage IV; (c)
de aanbestedende diensten bepalen het vereiste
veiligheidsniveau voor de elektronische communicatiemiddelen die in de
verschillende fasen van de specifieke aanbestedingsprocedure worden gebruikt;
dit niveau is evenredig met de daaraan verbonden risico's; (d)
wanneer elektronische handtekeningen als
omschreven in Richtlijn 1999/93/EG van het Europees Parlement en de Raad[28]
worden vereist, aanvaarden de aanbestedende diensten, zolang de handtekening
geldig is, al dan niet met een veilig middel aangemaakte handtekeningen die
gebaseerd zijn op een gekwalificeerd elektronisch certificaat, als bedoeld in
de vertrouwenslijst waarin Beschikking 2009/767/EG van de Commissie[29]
voorziet, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan: (i) de aanbestedende diensten stellen het
vereiste formaat voor geavanceerde handtekeningen vast op basis van de in
Besluit 2011/130/EU[30] van de Commissie
vastgestelde formaten en voeren de nodige maatregelen in om deze formaten
technisch te kunnen verwerken; (ii) wanneer een inschrijving wordt
ondertekend met ondersteuning van een gekwalificeerd certificaat dat in de
lijst van vertrouwde handtekeningen is opgenomen, mogen zij geen bijkomende
eisen stellen die het gebruik van deze handtekeningen door inschrijvers kunnen
belemmeren. 6.
De volgende regels zijn van toepassing op de
verzending van aanvragen tot deelneming: (a)
aanvragen tot deelneming aan een procedure voor de
gunning van een opdracht kunnen schriftelijk of telefonisch worden ingediend;
in het laatste geval wordt een geschreven bevestiging gezonden voordat de voor
ontvangst van de aanvraag gestelde termijn is verstreken; (b)
aanbestedende diensten kunnen eisen dat per fax
ingediende aanvragen tot deelneming per post of met elektronische middelen
worden bevestigd, wanneer dat nodig is om over een wettig bewijs te beschikken.
Voor de toepassing van b) vermeldt de
aanbestedende dienst in de aankondiging van de opdracht of in de uitnodiging
tot bevestiging van belangstelling dat aanvragen tot deelneming per fax moeten
worden ingediend en per post of met elektronische middelen moeten worden
bevestigd, en vermeldt hij binnen welke termijn deze bevestiging moet worden
verzonden. 7.
De lidstaten zorgen ervoor dat uiterlijk twee jaar
na de in artikel 92, lid 1, bepaalde datum alle aanbestedingsprocedures uit
hoofde van deze richtlijn worden verricht met gebruik van elektronische
communicatiemiddelen, met name door elektronische inschrijving, overeenkomstig
de voorschriften van dit artikel. Deze verplichting is niet van toepassing wanneer
het gebruik van elektronische middelen gespecialiseerde instrumenten of
bestandsformaten zou vereisen die niet in alle lidstaten algemeen beschikbaar
zijn in de zin van lid 3. Het staat aan de aanbestedende diensten die andere
communicatiemiddelen voor de indiening van inschrijvingen gebruiken, in de
aanbestedingsdocumenten aan te tonen dat het gebruik van elektronische middelen
wegens de bijzondere aard van de met de ondernemers uit te wisselen informatie
gespecialiseerde instrumenten of bestandsformaten vereist die niet algemeen
beschikbaar zijn in alle lidstaten. Aanbestedende diensten worden geacht gewettigde
redenen te hebben om in aanbestedingsprocedure geen elektronische
communicatiemiddelen te eisen in de volgende situaties: (a)
de omschrijving van de technische specificaties kan
wegens de gespecialiseerde aard van de aanbesteding niet worden weergegeven
door middel van bestandsformaten die door algemeen gebruikte applicaties worden
ondersteund; (b)
de applicaties voor ondersteuning van de
bestandsformaten die geschikt zijn voor de omschrijving van de technische
specificaties, maken deel uit van een merkgebonden licentieregeling en kunnen
niet beschikbaar worden gesteld voor downloads of gebruik op afstand door de
aanbestedende dienst; (c)
de applicaties voor ondersteuning van de
bestandsformaten die geschikt zijn voor de omschrijving van de technische
specificaties, gebruiken bestandsformaten die niet kunnen worden verwerkt door
andere open of downloadbare toepassingen. 8.
Aanbestedende diensten kunnen de voor de
aanbestedingsprocedures verwerkte elektronische gegevens gebruiken ter
voorkoming, opsporing en verbetering van fouten die zich in elk stadium
voordoen, door aangepaste instrumenten te ontwikkelen Artikel 20
Nomenclaturen 1.
Bij verwijzingen naar nomenclaturen met betrekking
tot het gunnen van overheidsopdrachten wordt gebruik gemaakt van de
"Gemeenschappelijke Woordenlijst Overheidsopdrachten", hierna CPV
(Common Procurement Vocabulary) genoemd, als vastgesteld bij Verordening (EG)
nr. 2195/2002[31]. 2.
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 89
gedelegeerde handelingen vast te stellen tot aanpassing van de in de bijlagen
II en XVI gebruikte referentienummers wanneer veranderingen in de
CPV-nomenclatuur moeten worden overgenomen in deze richtlijn en dit geen
wijziging van het toepassingsgebied van deze richtlijn inhoudt. Artikel 21
Belangenconflicten 1.
De lidstaten stellen regels vast om
belangenconflicten die bij de uitvoering van onder deze richtlijn vallende
aanbestedingsprocedures ontstaan, inclusief met betrekking tot het opzetten en
voorbereiden van de procedure, het opstellen van de aanbestedingsdocumenten, de
selectie van gegadigden en inschrijvers en de gunning van de opdracht,
daadwerkelijk te voorkomen, vast te stellen en onmiddellijk te verhelpen,
teneinde verstoring van de mededinging te voorkomen en een gelijke behandeling
van alle inschrijvers te verzekeren. Onder het begrip belangenconflict valt ten minste
elke situatie waarin de in lid 2 bedoelde categorieën personen direct of
indirect een privé-belang hebben bij het resultaat van de aanbestedingsprocedure,
waardoor de indruk kan ontstaan dat zij worden gehinderd bij de onpartijdige en
objectieve uitoefening van hun plichten. Voor de toepassing van dit artikel zijn
"privé-belangen" alle belangen in verband met familie, gevoelsleven,
economie, politiek of andere belangen die zij delen met de gegadigden of de
inschrijvers, met inbegrip van conflicterende beroepsbelangen. 2.
De in lid 1 bedoelde regels zijn van
toepassing op belangenconflicten waarbij ten minste de volgende categorieën van
personen betrokken zijn: (a)
personeelsleden van de aanbestedende dienst,
aanbieders van aanbestedingsdiensten of personeelsleden van andere
dienstverleners die bij de uitvoering van de aanbestedingsprocedure betrokken
zijn; (b)
de voorzitter van de aanbestedende dienst en leden
van de beslissingsorganen van de aanbestedende dienst die zonder
noodzakelijkerwijs bij de uitvoering van de aanbestedingsprocedure betrokken te
zijn toch invloed kunnen uitoefenen op het resultaat van deze procedure. 3.
De lidstaten waarborgen in het bijzonder dat: (a)
de in lid 2, onder a), bedoelde personeelsleden elk
belangenconflict met betrekking tot een van de gegadigden of inschrijver
openbaar maken zodra zij kennis krijgen van een dergelijk conflict, om de
aanbestedende dienst in staat te stellen deze situatie te verhelpen; (b)
gegadigden en inschrijvers bij de aanvang van de
aanbestedingsprocedure een verklaring indienen over het bestaan van
bevoorrechte banden met de in lid 2, onder b), bedoelde personen, waardoor
dezen in een situatie van belangenconflict kunnen terechtkomen; de
aanbestedende dienst vermeldt in het in artikel 85 genoemde individuele verslag
of een gegadigde of inschrijver een verklaring heeft ingediend. In geval van belangenconflict neemt de
aanbestedende dienst passende maatregelen. Deze maatregelen kunnen leiden tot
de verwijdering van het desbetreffende personeelslid uit de betrokken
aanbestedingsprocedure of tot een herschikking van de taken en
verantwoordelijkheden van het personeelslid. Wanneer een belangenconflict niet
daadwerkelijk met andere middelen kan worden verholpen, moet de betrokken
gegadigde of inschrijver worden uitgesloten van de procedure. Wanneer bevoorrechte banden worden vastgesteld,
brengt de aanbestedende dienst de overeenkomstig artikel 84 aangewezen
toezichtsinstantie onmiddellijk op de hoogte en neemt hij passende maatregelen
om elke onrechtmatige invloed op het gunningsproces te voorkomen en een gelijke
behandeling van de gegadigden en inschrijvers te verzekeren. Indien het
belangenconflict niet daadwerkelijk met andere middelen kan worden verholpen,
wordt de betrokken gegadigde of inschrijver uitgesloten van de procedure. 4.
Alle maatregelen overeenkomstig dit artikel worden
gedocumenteerd in het individueel verslag als bedoeld in artikel 85. Artikel 22
Onwettig gedrag Gegadigden verstrekken bij de aanvang van de
procedure een verklaring op erewoord luidens welke zij geen blijk geven of
zullen geven van de volgende feiten: (a)
het onrechtmatig beïnvloeden van het
besluitvormingsproces van de aanbestedende dienst of het verkrijgen van
vertrouwelijke informatie waardoor zij onrechtmatige voordelen uit de
aanbestedingsprocedure kunnen halen; (b)
het sluiten van overeenkomsten met andere
gegadigden en inschrijvers om de concurrentie te verstoren, of; (c)
het opzettelijk verstrekken van misleidende
informatie die een materiële invloed kan hebben op beslissingen inzake
uitsluiting, selectie of gunning. TITEL II
OP OVERHEIDSOPDRACHTEN TOEPASSELIJKE VOORSCHRIFTEN HOOFDSTUK I
Procedures Artikel 23
Voorwaarden met betrekking tot de overeenkomst inzake overheidsopdrachten en
andere internationale overeenkomsten 1.
Voorzover de bijlagen I, II, IV en V en de algemene
opmerkingen bij aanhangsel 1 van de Europese Unie bij de overeenkomst inzake
overheidsopdrachten en de andere door de Unie gesloten internationale
overeenkomsten waardoor de Unie gebonden is, als vermeld in bijlage V van deze
richtlijn, van toepassing zijn, geven aanbestedende diensten aan werken,
leveringen, diensten en ondernemers van de ondertekenende partijen van deze
overeenkomsten geen minder gunstige behandeling dan die welke zij aan werken,
leveringen, diensten en ondernemers van de Unie geven. Door toepassing van deze
richtlijn op ondernemers van de ondertekenende partijen bij deze overeenkomsten
leven de aanbestedende diensten deze overeenkomsten na. 2.
De Commissie is bevoegd om overeenkomstig
artikel 89 gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van de
lijst in bijlage V, wanneer dit noodzakelijk is ten gevolge van de sluiting van
nieuwe internationale overeenkomsten of de wijziging van bestaande
internationale overeenkomsten.
Artikel 24
Keuze van de procedures 1.
Wanneer zij overheidsopdrachten voor werken,
leveringen of diensten gunnen, passen aanbestedende diensten de nationale
procedures toe die in overeenstemming met deze richtlijn zijn gebracht, mits
onverminderd artikel 30 een oproep tot mededinging overeenkomstig deze
richtlijn is bekendgemaakt. De lidstaten bepalen dat aanbestedende diensten
openbare of niet-openbare procedures kunnen toepassen, zoals geregeld bij deze
richtlijn. De lidstaten kunnen bepalen dat aanbestedende
diensten innovatiepartnerschappen kunnen toepassen zoals geregeld bij deze
richtlijn. Zij kunnen ook bepalen dat aanbestedende diensten
een procedure van gunning door onderhandelingen of een concurrentiegerichte
dialoog kunnen toepassen in de volgende gevallen: (a)
met betrekking tot werken, wanneer de opdracht voor
werken zowel het ontwerp als de uitvoering van werken in de zin van artikel 2,
lid 8, tot doel heeft of wanneer onderhandelingen vereist zijn om de juridische
of financiële voorwaarden van het project te bepalen; (b)
met betrekking tot overheidsopdrachten voor werken,
voor werken die alleen worden uitgevoerd met het oog op onderzoek of innovatie,
proefneming of ontwikkeling en niet met het doel winst te boeken of de kosten
voor onderzoek en ontwikkeling terug te verdienen; (c)
met betrekking tot opdrachten voor diensten of
leveringen, wanneer de technische specificaties niet met voldoende precisie
kunnen worden opgesteld op basis van de normen, Europese technische
goedkeuringen, gemeenschappelijke technische specificaties of technische
referentiekaders in de zin van de punten 2 tot en met 5 van bijlage VIII; (d)
in geval van onregelmatige of onaanvaardbare
inschrijvingen in de zin van artikel 30, lid 2, onder a), naar aanleiding van
een openbare of niet-openbare procedure; (e)
indien ten gevolge van specifieke omstandigheden
die te maken hebben met de aard of de complexiteit van de werken, leveringen of
diensten of de hieraan verbonden risico's, de opdracht niet kan worden gegund
zonder voorafgaande onderhandelingen. De lidstaten kunnen besluiten de procedure van
gunning door onderhandelingen, de concurrentiegerichte dialoog of het
innovatiepartnerschap niet in nationale wetgeving om te zetten. 2.
De oproep tot mededinging kan geschieden op een van
de volgende manieren : (a)
door middel van een aankondiging van opdracht
overeenkomstig artikel 47, (b)
door middel van een vooraankondiging overeenkomstig
artikel 46, lid 2, wanneer de opdracht wordt gegund door een lagere
aanbestedende dienst in een niet-openbare procedure of een
mededingingsprocedure van gunning door onderhandelingen. In het onder b) genoemde geval worden ondernemers
die hun belangstelling kenbaar hebben gemaakt na de bekendmaking van de
vooraankondiging, uitgenodigd hun belangstelling schriftelijk te bevestigen
door middel van een uitnodiging tot bevestiging van belangstelling
overeenkomstig artikel 52. 3.
De lidstaten kunnen bepalen dat aanbestedende
diensten, alleen in de uitdrukkelijk in artikel 30 vermelde specifieke gevallen
en omstandigheden, een procedure voor gunning door onderhandelingen zonder
bekendmaking van een aankondiging van opdracht kunnen toepassen. Artikel 25
Openbare procedure 1.
In openbare procedures kunnen alle belangstellende
ondernemers inschrijven naar aanleiding van een oproep tot mededinging. De termijn voor de ontvangst van de inschrijvingen
bedraagt minimaal 40 dagen, te rekenen vanaf de verzenddatum van de
aankondiging van de opdracht. De inschrijving gaat vergezeld van de gevraagde
informatie voor de kwalitatieve selectie. 2.
Wanneer de aanbestedende diensten een
vooraankondiging bekend hebben gemaakt die niet wordt gebruikt als een oproep
tot mededinging, kan de minimale termijn voor ontvangst van inschrijvingen, als
vastgesteld in de tweede alinea van lid 1 van dit artikel, worden verkort
tot 20 dagen, mits aan beide volgende voorwaarden is voldaan: (a)
de kortere termijn is toegestaan mits de
vooraankondiging alle informatie bevat die voor de in bijlage VI,
deel B, afdeling I, opgenomen aankondiging van de opdracht wordt
geëist, voorzover deze informatie beschikbaar is op het tijdstip van
bekendmaking van de vooraankondiging; (b)
deze vooraankondiging is minimaal 45 dagen en
maximaal twaalf maanden voor de verzenddatum van de aankondiging van de
opdracht ter bekendmaking verzonden. 3.
Wanneer het niet haalbaar blijkt de in lid 1,
tweede alinea, vastgestelde termijnen in acht te nemen wegens een door de
aanbestedende dienst naar behoren gemotiveerde spoedsituatie, kan deze een
termijn vaststellen die niet minder mag bedragen dan 20 dagen na de
verzenddatum van de aankondiging van de opdracht. 4.
De aanbestedende dienst kan de in lid 1, tweede
alinea, vastgestelde termijn voor ontvangst van inschrijvingen met vijf dagen
verkorten wanneer hij ermee instemt dat inschrijvingen overeenkomstig artikel 19,
leden 3, 4 en 5, met elektronische middelen worden ingediend. Artikel 26
Niet-openbare procedure 1.
In niet-openbare procedures kunnen alle ondernemers
naar aanleiding van een oproep tot mededinging een aanvraag tot deelneming
indienen door de gevraagde informatie voor de kwalitatieve selectie te
verstrekken. De termijn voor de ontvangst van aanvragen tot
deelneming bedraagt minimaal dertig dagen, te rekenen vanaf de verzenddatum van
de aankondiging van de opdracht of, wanneer een vooraankondiging wordt gebruikt
als een oproep tot mededinging, vanaf de verzenddatum van de uitnodiging tot
bevestiging van belangstelling. 2.
Alleen de ondernemers die na beoordeling van de
gevraagde informatie door de aanbestedende dienst daartoe worden verzocht,
kunnen een inschrijving indienen. Aanbestedende diensten kunnen overeenkomstig
artikel 64 het aantal geschikte gegadigden beperken die tot deelneming aan
de procedure worden uitgenodigd. De termijn voor de ontvangst van inschrijvingen
bedraagt minimaal 35 dagen, te rekenen vanaf de verzenddatum van de uitnodiging
tot inschrijving. 3.
Wanneer de aanbestedende diensten een
vooraankondiging hebben bekendgemaakt die niet wordt gebruikt als oproep tot
mededinging, kan de termijn voor de ontvangst van inschrijvingen, als
vastgesteld in lid 2, tweede alinea, van dit artikel, worden verkort tot 15
dagen, mits aan alle volgende voorwaarden is voldaan: (a)
de vooraankondiging bevat alle informatie die voor
de in deel B, afdeling I, van bijlage VI opgenomen aankondiging
van de opdracht wordt geëist, voorzover die informatie beschikbaar is op het
tijdstip dat de aankondiging wordt bekendgemaakt; (b)
deze vooraankondiging is minimaal 45 dagen en
maximaal twaalf maanden voor de verzenddatum van de aankondiging van opdracht
ter bekendmaking verzonden. 4.
Lagere aanbestedende diensten kunnen de termijn
voor ontvangst van inschrijvingen in onderling overleg tussen de aanbestedende
dienst en de geselecteerde gegadigden vaststellen, mits alle gegadigden evenveel
tijd krijgen om hun inschrijvingen voor te bereiden en in te dienen. Wanneer
geen overeenstemming over de termijn voor de ontvangst van inschrijvingen kan
worden bereikt, stelt de aanbestedende dienst een termijn vast die ten minste 10
dagen bedraagt, te rekenen vanaf de datum van de uitnodiging tot inschrijving. 5.
De in lid 2 genoemde termijn voor de ontvangst van
inschrijvingen kan met vijf dagen worden verkort wanneer de aanbestedende
dienst ermee instemt dat inschrijvingen met elektronische middelen worden
ingediend overeenkomstig artikel 19, leden 3, 4 en 5. 6.
Wanneer het niet haalbaar blijkt de in dit artikel
vastgestelde termijnen in acht te nemen wegens een door de aanbestedende dienst
naar behoren gemotiveerde spoedsituatie, kan volgende termijnen vaststellen: (a)
een termijn voor ontvangst van aanvragen tot
deelneming van minimaal vijftien dagen, te rekenen vanaf de verzenddatum van de
aankondiging van de opdracht; (b)
een termijn voor ontvangst van inschrijvingen van
minimaal tien dagen, te rekenen vanaf de datum waarop de uitnodiging tot
inschrijving is verzonden. Artikel 27
Mededingingsprocedure van gunning door onderhandelingen 1.
Bij mededingingsprocedures van gunning door
onderhandelingen mogen alle ondernemers een verzoek tot deelneming indienen
naar aanleiding van een oproep tot mededinging door de gevraagde informatie
voor de kwalitatieve selectie te verstrekken. In de aankondiging van de opdracht of in de
uitnodiging tot bevestiging van belangstelling geven de aanbestedende diensten
een beschrijving van de opdracht en de minimumeisen en vermelden zij de
gunningscriteria zodat ondernemers kennis kunnen nemen van de aard en het
toepassingsgebied van de aanbesteding en kunnen besluiten al dan niet om
deelneming aan de onderhandelingen te verzoeken. De aanbestedende diensten
vermelden in de technische specificaties welke delen daarvan de minimumeisen
vormen. De termijn voor de ontvangst van aanvragen tot
deelneming bedraagt minimaal 30 dagen, te rekenen vanaf de verzenddatum van de
aankondiging van de opdracht of, ingeval een vooraankondiging als een oproep
tot mededinging wordt gebruikt, vanaf de verzenddatum van de uitnodiging tot
bevestiging van belangstelling. De termijn voor de ontvangst van inschrijvingen
bedraagt minimaal 30 dagen, te rekenen vanaf de verzenddatum van de
uitnodiging. Artikel 26, leden 3 tot en met 6, is van toepassing. 2.
Alleen ondernemers die na de beoordeling van de
gevraagde informatie daartoe door de aanbestedende diensten worden aangezocht,
kunnen schriftelijk een inschrijving indienen. Deze inschrijving vormt de basis
voor daaropvolgende onderhandelingen. Aanbestedende diensten kunnen
overeenkomstig artikel 64 het aantal geschikte gegadigden beperken die tot
deelneming aan de procedure worden uitgenodigd. 3.
De aanbestedende diensten onderhandelen met de
inschrijvers over de ingediende inschrijvingen om de inhoud van de offertes te
verbeteren teneinde deze beter te doen aansluiten bij de gunningscriteria en de
in de tweede alinea van lid 1 bedoelde minimumeisen. In de loop van de onderhandelingen mag geen
verandering worden aangebracht in de volgende elementen: (a) de beschrijving van de opdracht; (b) de delen van de technische specificaties
die de minimumeisen vormen; (c) de gunningscriteria. 4.
Tijdens de onderhandelingen waarborgen de aanbestedende
diensten de gelijke behandeling van alle inschrijvers. Daartoe verstrekken zij
geen informatie op discriminerende wijze die bepaalde inschrijvers kan
bevoordelen boven andere. Zij zien er in het bijzonder op toe dat alle
inschrijvers waarvan de inschrijvingen niet overeenkomstig lid 5 zijn
uitgeschakeld, schriftelijk op de hoogte worden gesteld van elke andere
wijziging dan van de minimumeisen die in de technische specificaties is
aangebracht, en wel op tijdige wijze zodat die inschrijvers hun inschrijvingen
naar aanleiding van deze wijzigingen desgewenst kunnen aanpassen en opnieuw
indienen. De aanbestedende diensten mogen de voorgestelde
oplossingen of andere door een deelnemer aan de onderhandelingen verstrekte
vertrouwelijke inlichtingen niet zonder zijn instemming aan de andere
deelnemers bekendmaken. Deze instemming mag niet de vorm van een algemene
ontheffing aannemen maar wordt verleend onder verwijzing naar de beoogde
bekendmaking van specifieke oplossingen of andere vertrouwelijke informatie. 5.
Mededingingsprocedures van gunning door
onderhandelingen kunnen in opeenvolgende fasen verlopen zodat het aantal
inschrijvingen waarover moet worden onderhandeld wordt beperkt aan de hand van
de gunningscriteria die in de aankondiging van de opdracht, de uitnodiging tot
bevestiging van belangstelling of de aanbestedingsdocumenten zijn vermeld. De
aanbestedende diensten geven in de aankondiging van de opdracht, de uitnodiging
tot bevestiging van belangstelling of de aanbestedingsdocumenten aan of zij van
deze mogelijkheid gebruik zullen maken. 6.
Wanneer de aanbestedende dienst voornemens is de
onderhandelingen af te sluiten, stelt hij de resterende inschrijvers daarvan in
kennis en stelt hij een gemeenschappelijke termijn vast voor de indiening van
eventuele nieuwe of aangepaste inschrijvingen. De aanbestedende dienst
beoordeelt de aldus bedongen inschrijvingen aan de hand van de aanvankelijk
vermelde gunningscriteria en gunt de opdracht overeenkomstig de artikelen 66
tot en met 69. Artikel 28
Concurrentiegerichte dialoog 1.
Bij concurrentiegerichte dialogen mogen alle
ondernemers verzoeken om deelneming indienen naar aanleiding van een oproep tot
mededinging door de gevraagde informatie voor de kwalitatieve selectie te
verstrekken. De termijn voor de ontvangst van aanvragen tot
deelneming bedraagt minimaal 30 dagen, te rekenen vanaf de verzenddatum van de
aankondiging van de opdracht. Alleen ondernemers die na de beoordeling van de
gevraagde informatie daartoe door de aanbestedende diensten worden aangezocht,
kunnen aan de dialoog deelnemen. Aanbestedende diensten kunnen overeenkomstig
artikel 64 het aantal geschikte gegadigden beperken die tot deelneming aan de
procedure worden uitgenodigd. De gunning van de opdracht geschiedt alleen op
basis van het gunningscriterium van de economisch voordeligste inschrijving
overeenkomstig artikel 66, lid 1, onder a). 2.
De aanbestedende diensten maken hun behoeften en
eisen bekend in de aankondiging van de opdracht en vermelden deze behoeften en
eisen in de aankondiging en/of in een beschrijvend document. Tegelijkertijd
vermelden zij in dezelfde documenten de gekozen gunningscriteria. 3.
De aanbestedende diensten openen met de
overeenkomstig de toepasselijke bepalingen van de artikelen 54 tot en met 65
geselecteerde gegadigden een dialoog met het doel na te gaan en te bepalen
welke middelen het meest geschikt zijn om aan hun behoeften te voldoen. Tijdens
deze dialoog kunnen zij met de geselecteerde gegadigden alle aspecten van de
opdracht bespreken. Tijdens de dialoog waarborgen de aanbestedende
diensten de gelijke behandeling van alle inschrijvers. Hiertoe verstrekken zij
geen informatie op discriminerende wijze die bepaalde inschrijvers kan
bevoordelen boven andere. De aanbestedende diensten mogen de voorgestelde
oplossingen of andere door een deelnemer aan de dialoog verstrekte
vertrouwelijke inlichtingen niet zonder zijn instemming aan de andere
deelnemers bekendmaken. Een dergelijke instemming mag niet de vorm aannemen van
een algemene ontheffing, maar wordt verleend onder verwijzing naar de beoogde
bekendmaking van specifieke oplossingen of andere vertrouwelijke informatie. 4.
Concurrentiegerichte dialogen kunnen in
opeenvolgende fasen verlopen, zodat het aantal in de dialoogfase te bespreken
oplossingen kan worden beperkt op basis van de gunningscriteria die in de
aankondiging van de opdracht of in het beschrijvende document zijn vermeld. De
aanbestedende diensten geven in de aankondiging van de opdracht of het
beschrijvende document aan of zij van deze mogelijkheid gebruik zullen maken. 5.
De aanbestedende dienst zet de dialoog voort tot
hij kan aangeven welke oplossing of oplossingen aan zijn behoeften kan of
kunnen voldoen. 6.
Nadat de aanbestedende diensten de dialoog voor
beëindigd hebben verklaard en de deelnemers daarvan op de hoogte hebben
gesteld, verzoeken zij de deelnemers hun definitieve inschrijvingen in te
dienen op basis van de tijdens de dialoog voorgelegde en gespecificeerde
oplossing of oplossingen. Deze inschrijvingen bevatten alle vereiste en
noodzakelijke elementen voor de uitvoering van het project. 7.
De aanbestedende diensten beoordelen de ontvangen
inschrijvingen op basis van de in de aankondiging van de opdracht of het
beschrijvend document vastgestelde gunningscriteria. Zo nodig kan de aanbestedende dienst, met het oog
op de definitieve vaststelling van de financiële verbintenissen of andere
voorwaarden van de opdracht, over de definitieve voorwaarden van de opdracht
onderhandelen met de inschrijver die overeenkomstig artikel 66, lid 1, onder a)
als de economisch meest voordelige is aangewezen, mits deze onderhandelingen de
inhoudelijke aspecten van de inschrijving of van de overheidsopdracht, met
inbegrip van de in de aankondiging van de opdracht of het beschrijvend document
vermelde behoeften en eisen, ongewijzigd laten en niet kunnen leiden tot
concurrentievervalsing of discriminatie. 8.
De aanbestedende diensten kunnen voorzien in
prijzengeld of uitkeringen voor de deelnemers van de dialoog. Artikel 29
Innovatiepartnerschap 1.
Bij innovatiepartnerschappen kunnen alle ondernemers
naar aanleiding van een aankondiging van opdracht een aanvraag tot deelneming
indienen om een gestructureerd partnerschap aan te gaan voor de ontwikkeling
van innovatieve werken, leveringen of diensten en de daaropvolgende aankoop van
de daaruit resulterende werken, leveringen of diensten, mits deze
overeenstemmen met de afgesproken prestatie- en prijsniveaus.. 2.
Het partnerschap wordt gestructureerd in fasen die
elkaar opvolgen in een reeks van stappen in het onderzoeks- en innovatieproces,
eventueel tot aan de fabricage van de geleverde goederen of de verstrekking van
de diensten. Het partnerschap bepaalt door de partner te bereiken tussentijdse
streefdoelen en voorziet in betaling van de vergoeding in passende termijnen.
Op basis van deze streefdoelen kan de aanbestedende dienst na elke fase
besluiten het partnerschap op te zeggen en voor de resterende fasen een nieuwe
aanbestedingsprocedure op te zetten, mits hij daarvoor de betrokken
intellectuele-eigendomsrechten heeft verkregen. 3.
De opdracht wordt gegund volgens de regels voor de
mededingingsprocedure van gunning door onderhandelingen als bedoeld in
artikel 27. Bij de selectie van gegadigden besteden de
aanbestedende diensten bijzondere aandacht aan criteria betreffende de
capaciteiten en de ervaring van de inschrijvers op het gebied van onderzoek en
ontwikkeling of de ontwikkeling van innovatieve oplossingen. Zij kunnen in
overeenstemming met artikel 64 het aantal geschikte gegadigden beperken die tot
deelneming aan de procedure worden uitgenodigd. Alleen de ondernemers die na beoordeling van de
gevraagde informatie door de aanbestedende dienst daartoe worden uitgenodigd,
kunnen projecten voor onderzoek en ontwikkeling indienen die voldoen aan de
door de aanbestedende dienst vastgestelde behoeften en waaraan niet door
bestaande oplossingen kan worden voldaan. De gunning van de opdracht geschiedt
uitsluitend op basis van het criterium van de economisch meest voordelige
inschrijving in overeenstemming met artikel 66, lid 1, onder a). 4.
De structuur van het partnerschap en in het
bijzonder de duur en de waarde van de verschillende fasen weerspiegelen de
graad van innovatie van de voorgestelde oplossing en de reeks van onderzoeks-
en innovatieactiviteiten die vereist zijn voor de ontwikkeling van een innovatieve
en nog niet op de markt beschikbare oplossing. De waarde en de looptijd van een
opdracht voor de aankoop van de daaruit voortvloeiende werken, leveringen of
diensten blijven binnen passende grenzen, rekening houdend met de noodzaak om
de gemaakte kosten, inclusief voor de ontwikkeling van een innovatieve
oplossing, terug te verdienen en te voorzien in een passende winst. Aanbestedende diensten maken geen gebruik van
innovatiepartnerschappen om de mededinging te verhinderen, te beperken of te
vervalsen. Artikel 30
Gebruik van de procedure van gunning door onderhandelingen zonder bekendmaking
van een aankondiging van opdracht 1.
De lidstaten kunnen bepalen dat aanbestedende
diensten uitsluitend in de gevallen als bepaald in de leden 2 tot en met 5 voor
het gunnen van overheidsopdrachten gebruik kunnen maken van een procedure van
gunning door onderhandelingen zonder voorafgaande bekendmaking. 2.
In de procedure van gunning door onderhandelingen
zonder voorafgaande bekendmaking voor overheidsopdrachten voor werken,
leveringen en diensten kan worden voorzien in een van de volgende gevallen: (a)
wanneer in het kader van een openbare of
niet-openbare procedure geen of geen geschikte inschrijvingen of geen aanvragen
tot deelneming zijn ingediend, mits de oorspronkelijke voorwaarden van de
opdracht niet wezenlijk worden gewijzigd en aan de Commissie of de
overeenkomstig artikel 84 aangewezen nationale toezichtsinstantie op hun
verzoek een verslag wordt overgelegd; (b)
wanneer de aanbesteding de creatie of de
verkrijging van een kunstwerk tot doel heeft; (c)
wanneer de werken, leveringen of diensten alleen
door een bepaalde ondernemer kunnen worden verricht om een van de volgende
redenen: (i) het ontbreken van mededinging om
technische redenen; (ii) de bescherming van octrooien, auteursrechten
of andere intellectuele-eigendomsrechten; (iii) de bescherming van andere exclusieve
rechten. Deze uitzondering geldt alleen wanneer er geen
redelijk alternatief of substituut bestaat en het ontbreken van mededinging
niet het resultaat is van een kunstmatige vernauwing van de parameters van de
aanbesteding; (d)
in strikt noodzakelijke gevallen waarin dringende
spoed, voortvloeiende uit overmacht, het onmogelijk maakt de gestelde termijnen
voor openbare procedures, niet-openbare procedures en procedures van gunning
door onderhandelingen met voorafgaande oproep tot mededinging in acht te nemen.
De ter rechtvaardiging van de dwingende spoed ingeroepen omstandigheden mogen
in geen geval aan de aanbestedende diensten te wijten zijn; Voor de toepassing van a) wordt een inschrijving
geacht niet geschikt te zijn wanneer: –
zij onregelmatig of onaanvaardbaar is, en –
zij volkomen irrelevant is ten aanzien van de
opdracht en niet voldoet aan de behoeften van de aanbestedende dienst zoals
aangegeven in de aanbestedingsdocumenten. Inschrijvingen worden met name geacht onregelmatig
te zijn wanneer zij niet overeenstemmen met de aanbestedingsdocumenten of
wanneer de aangeboden prijzen afgeschermd zijn van de normale marktwerking. Inschrijvingen worden met name geacht onaanvaardbaar
te zijn in de volgende gevallen: (a)
zij zijn laattijdig binnengekomen; (b)
zij zijn ingediend door inschrijvers die niet over
de vereiste kwalificaties beschikken; (c)
de prijs overschrijdt het door de aanbestedende
dienst begrote bedrag als vastgesteld vóór de aanvang van de
aanbestedingsprocedure; de voorafgaande vaststelling van de begroting moet
schriftelijk gedocumenteerd zijn; (d)
de inschrijvingen zijn abnormaal laag bevonden
overeenkomstig artikelzij zijn abnormaal laag bevonden overeenkomstig artikel 69. 3.
In de procedure van gunning door onderhandelingen
zonder bekendmaking van een aankondiging van opdracht kan worden voorzien voor
overheidsopdrachten voor leveringen: (a)
wanneer het producten betreft die uitsluitend voor
onderzoek, proefneming, studie of ontwikkeling worden vervaardigd; deze
bepaling geldt niet voor de productie in grote hoeveelheden met het doel de
commerciële haalbaarheid van het product vast te stellen of de kosten van
onderzoek en ontwikkeling te dekken; (b)
voor aanvullende leveringen door de oorspronkelijke
leverancier die bestemd zijn hetzij voor de gedeeltelijke vernieuwing van
veelvuldig gebruikte leveringen of installaties, hetzij voor de uitbreiding van
bestaande leveringen of installaties, indien verandering van leverancier de aanbestedende
dienst ertoe zou verplichten apparatuur aan te schaffen met andere technische
eigenschappen, zodat incompatibiliteit ontstaat of zich onevenredige technische
moeilijkheden bij het gebruik en het onderhoud voordoen; de looptijd van deze
opdrachten en nabestellingen mag in de regel drie jaar niet overschrijden; (c)
voor leveringen die genoteerd en aangekocht worden
op een grondstoffenmarkt of op andere soortgelijke markten zoals de handel in
elektriciteit; (d)
voor aankopen van leveringen onder bijzonder
voordelige voorwaarden, hetzij bij een leverancier die zijn handelsactiviteiten
staakt, hetzij bij de curator of vereffenaar in geval van een faillissement,
een gerechtelijk akkoord of een soortgelijke procedure van het nationale recht. 4.
Van de procedure van gunning door onderhandelingen
zonder bekendmaking van een aankondiging van opdracht kan gebruik worden
gemaakt voor overheidsopdrachten voor diensten, wanneer de opdracht voortvloeit
uit een overeenkomstig deze richtlijn georganiseerde prijsvraag en volgens de
toepasselijke voorschriften moet worden gegund aan de winnaar of aan één van de
winnaars van die prijsvraag; in het laatstgenoemde geval moeten alle winnaars
tot deelneming aan de onderhandelingen worden uitgenodigd. 5.
Van de procedure van gunning door onderhandelingen
zonder bekendmaking van een aankondiging van opdracht kan gebruik worden
gemaakt voor nieuwe werken of diensten bestaande uit de herhaling van
soortgelijke werken of diensten die door dezelfde aanbestedende diensten aan de
met een vroegere opdracht belaste dienstverlener zijn toevertrouwd, mits deze
werken of diensten overeenstemmen met een basisproject dat het voorwerp vormde
van een overeenkomstig artikel 24, lid 1, bedoelde procedures geplaatste eerste
opdracht. Het basisproject dient de omvang van de aanvullende werken of
diensten evenals de voorwaarden waaronder deze worden gegund, te vermelden. Bij de oproep tot mededinging voor de aanbesteding
van het eerste project wordt aangekondigd dat deze procedure kan worden
toegepast en het geraamde totaalbedrag voor de daaropvolgende werken moet door
de aanbestedende diensten in aanmerking worden genomen voor de toepassing van
de artikel 4. Van deze procedure kan slechts gedurende een
periode van drie jaar volgende op de oorspronkelijke opdracht gebruik worden
gemaakt. HOOFDSTUK II
Technieken en instrumenten voor elektronische en geaggregeerde
overheidsopdrachten Artikel 31
Raamovereenkomsten 1.
Aanbestedende diensten kunnen raamovereenkomsten
sluiten, mits zij de in deze richtlijn voorgeschreven procedures toepassen. Een raamovereenkomst is een overeenkomst tussen
een of meer aanbestedende diensten en een of meer ondernemers met het doel
gedurende een bepaalde periode de voorwaarden inzake te gunnen opdrachten vast
te leggen, met name wat betreft de prijs en, in voorkomend geval, de beoogde
hoeveelheid. De looptijd van een raamovereenkomst mag niet
langer zijn dan vier jaar, behalve in uitzonderingsgevallen die behoorlijk
gemotiveerd zijn met name op grond van het voorwerp van de raamovereenkomst. 2.
Opdrachten die gebaseerd zijn op een
raamovereenkomst, worden gegund volgens de procedures waarin dit lid en de
leden 3 en 4 voorzien. De procedures kunnen alleen worden toegepast
tussen de aanbestedende diensten die duidelijk daarvoor zijn aangewezen in de
oproep tot mededinging of in de uitnodiging tot bevestiging van belangstelling,
en de ondernemers die oorspronkelijk partij waren bij de raamovereenkomst. In opdrachten die op een raamovereenkomst zijn
gebaseerd, mogen in geen geval wezenlijke wijzigingen worden aangebracht met
betrekking tot in de raamovereenkomst gestelde voorwaarden, met name in het in
lid 3 bedoelde geval. Aanbestedende diensten mogen geen oneigenlijk
gebruik van raamovereenkomsten maken of mogen deze niet gebruiken om de
mededinging te hinderen, te beperken of te vervalsen. 3.
Wanneer een raamovereenkomst met één enkele
ondernemer wordt gesloten, worden de op die raamovereenkomst gebaseerde
opdrachten gegund volgens de in de raamovereenkomst gestelde voorwaarden. Voor de gunning van dergelijke opdrachten kunnen
de aanbestedende diensten de ondernemer die partij is bij de raamovereenkomst,
schriftelijk raadplegen en hem indien nodig verzoeken zijn inschrijving aan te
vullen. 4.
Wanneer een raamovereenkomst met meer dan één
ondernemer wordt gesloten, kan dit geschieden op een van de twee volgende
wijzen: (a)
volgens de voorwaarden van de raamovereenkomst,
zonder de opdracht opnieuw voor mededinging open te stellen, wanneer wordt
voorzien in alle voorwaarden met betrekking tot de verrichting van de betrokken
werken, leveringen of diensten alsmede in de objectieve voorwaarden ter
bepaling van de ondernemers die als partij bij de raamovereenkomst deze zullen
uitvoeren; laatstgenoemde voorwaarden worden vermeld in de
aanbestedingsdocumenten; (b)
wanneer in de raamovereenkomst niet is voorzien in
alle voorwaarden met betrekking tot de verrichting van de werken, leveringen of
diensten, door de opdracht opnieuw voor mededinging open te stellen voor de
ondernemers die partij zijn bij de raamovereenkomst. 5.
De in lid 4, onder b), bedoelde mededinging
geschiedt onder dezelfde voorwaarden als die welke voor de gunning van de
raamovereenkomst gelden en, wanneer passend, volgens nadere voorwaarden met
betrekking tot de specificaties van de raamovereenkomst, in overeenstemming met
de volgende procedure: (a)
voor elke te gunnen opdracht raadplegen de
aanbestedende diensten schriftelijk de ondernemers die in staat zijn de
opdracht uit te voeren; (b)
de aanbestedende diensten stellen een voldoende
lange termijn vast voor de indiening van inschrijvingen voor elke specifieke
opdracht, rekening houdend met elementen zoals de complexiteit van het voorwerp
van de opdracht en de nodige tijd voor de toezending van de inschrijvingen; (c)
de inschrijvingen worden schriftelijk ingediend en
de inhoud ervan wordt niet vrijgegeven totdat de gestelde indieningstermijn is
verstreken; (d)
de aanbestedende diensten gunnen elke opdracht aan
de inschrijver die op grond van de in de specificaties van de raamovereenkomst
vastgestelde gunningscriteria de beste inschrijving heeft ingediend. Artikel 32
Dynamische aankoopsystemen 1.
Voor aankopen voor courant gebruik, waarvan de
kenmerken wegens de algemene beschikbaarheid op de markt voldoen aan hun
behoeften, kunnen de aanbestedende dienstengebruik maken van een dynamisch
aankoopsysteem. Het dynamisch aankoopsysteem wordt beheerd als een volledig
elektronisch proces, dat gedurende de gehele looptijd openstaat voor elke
ondernemer die voldoet aan de selectiecriteria. 2.
Voor de gunning van opdrachten in een dynamisch aankoopsysteem
volgen aanbestedende diensten de regels van de niet-openbare procedure. Alle
gegadigden die aan de selectiecriteria voldoen, worden tot het systeem
toegelaten; het aantal tot het systeem toe te laten gegadigden wordt niet
beperkt overeenkomstig artikel 64. Voor alle communicatie in het kader van een
dynamisch aankoopsysteem wordt alleen gebruik gemaakt van elektronische
middelen overeenkomstig artikel 19, leden 2 tot en met 6. 3.
Voor de gunning van opdrachten in een dynamisch
aankoopsysteem gaan de aanbestedende diensten te werk als volgt: (a)
zij publiceren een oproep tot mededinging en
geven daarbij aan dat het om een dynamisch aankoopsysteem gaat; (b)
in de specificaties vermelden zij ten minste de
aard en de geraamde hoeveelheid van de beoogde aankopen, alsmede alle nodige
informatie omtrent het aankoopsysteem, de gebruikte elektronische apparatuur en
de nadere technische bepalingen en specificaties voor de verbinding; (c)
zij bieden gedurende de gehele looptijd van het
systeem onbeperkte en volledige rechtstreekse toegang tot de specificaties en
tot alle aanvullende documenten overeenkomstig artikel 51. 4.
De aanbestedende diensten verlenen elke ondernemer
tijdens de gehele looptijd van het dynamische aankoopsysteem de mogelijkheid te
verzoeken om deelneming aan het systeem onder de voorwaarden van lid 2. Zij
verrichten hun beoordeling van deze verzoeken volgens de selectiecriteria
binnen 10 werkdagen volgend op de ontvangst. De aanbestedende diensten melden de in de eerste
alinea bedoelde ondernemer zo spoedig mogelijk of hij al dan niet tot het
dynamisch aankoopsysteem is toegelaten. 5.
De aanbestedende diensten nodigen overeenkomstig
artikel 52 alle gekwalificeerde deelnemers uit om in te schrijven voor elke
specifieke gunning in het dynamisch aankoopsysteem. Zij gunnen de opdracht aan de inschrijver die de
beste inschrijving heeft ingediend op basis van de gunningscriteria als bepaald
in de aankondiging van de opdracht voor het dynamisch aankoopsysteem, of
wanneer een vooraankondiging wordt gebruikt als oproep tot mededinging, in de
uitnodiging tot bevestiging van belangstelling. Deze criteria kunnen in
voorkomend geval worden toegelicht in de uitnodiging tot inschrijving. 6.
De aanbestedende diensten vermelden de looptijd van
het dynamisch aankoopsysteem in de oproep tot mededinging. Zij brengen de
Commissie op de hoogte van elke verandering in looptijd, met gebruik van de
volgende standaardformulieren: (a)
wanneer de looptijd wordt gewijzigd zonder dat het
systeem wordt beëindigd, het formulier dat aanvankelijk is gebruikt voor de
oproep tot mededinging voor het dynamisch aankoopsysteem; (b)
wanneer het systeem wordt beëindigd, een
aankondiging van gegunde opdracht als bedoeld in artikel 48. 7.
Aan de betrokken ondernemers of partijen bij het
dynamisch aankoopsysteem mogen geen kosten in rekening worden gebracht. Artikel 33
Elektronische veilingen 1.
De aanbestedende diensten kunnen elektronische
veilingen gebruiken waarin nieuwe, verlaagde prijzen, en/of nieuwe waarden voor
bepaalde elementen van de inschrijvingen worden voorgesteld. Hiertoe gebruiken aanbestedende diensten een zich
herhalend elektronisch proces (elektronische veiling) dat plaatsvindt na de
eerste volledige beoordeling van de inschrijvingen en dat hun klassering op
basis van automatische beoordelingsmethoden mogelijk maakt. 2.
Bij openbare en niet-openbare procedures of bij
mededingingsprocedures van gunning door onderhandelingen kunnen de
aanbestedende diensten besluiten de gunning van een opdracht te laten
voorafgaan door een elektronische veiling, wanneer de specificaties nauwkeurig
kunnen worden vastgesteld. Onder dezelfde voorwaarden kan een elektronische
veiling worden gebruikt bij het opnieuw tot mededinging oproepen van de
partijen bij een raamovereenkomst, als bedoeld in artikel 31, lid 4, onder b),
alsmede bij de oproep tot mededinging voor opdrachten die worden gegund in het
kader van het dynamisch aankoopsysteem als bedoeld in artikel 32. 3.
De elektronische veiling heeft betrekking op een
van de volgende criteria: (a)
alleen de prijzen, wanneer de opdracht wordt gegund
op basis van de laagste prijs; (b)
de prijzen en/of de nieuwe waarden van de elementen
van de inschrijvingen als aangegeven in de specificaties, wanneer de opdracht
wordt gegund op basis van de economisch meest voordelige inschrijving. 4.
De aanbestedende diensten die een elektronische
veiling houden, maken daarvan melding in de aankondiging van de opdracht of in
de uitnodiging tot bevestiging van belangstelling. De specificaties bevatten
ten minste de in bijlage VII genoemde informatie. 5.
Alvorens tot de elektronische veiling over te gaan,
verrichten de aanbestedende diensten een eerste volledige beoordeling van de
inschrijvingen aan de hand van het gunningscriterium of de gunningscriteria en
de weging die daartoe is vastgesteld. Een inschrijving wordt geacht ontvankelijk te zijn
wanneer zij is ingediend door een gekwalificeerde inschrijver en overeenstemt
met de technische specificaties. Alle inschrijvers die een ontvankelijke
inschrijving hebben ingediend, worden tegelijkertijd via elektronische weg
uitgenodigd om aan de elektronische veiling deel te nemen, door op het vermelde
tijdstip overeenkomstig de in de uitnodiging vermelde instructies gebruik te
maken van de verbindingen. De elektronische veiling kan in een aantal
opeenvolgende fasen verlopen. Zij vangt op zijn vroegst twee werkdagen na de
datum van verzending van de uitnodigingen aan. 6.
Wanneer voor de gunning het criterium van de
economisch meest voordelige inschrijving wordt gehanteerd, gaat de uitnodiging
vergezeld van het resultaat van de volledige beoordeling van de betrokken
inschrijving, uitgevoerd overeenkomstig de in artikel 66, lid 5, eerste alinea,
bedoelde weging. De uitnodiging vermeldt eveneens de wiskundige
formule die tijdens de elektronische veiling zal worden gebruikt om de
automatische herklasseringen te bepalen op basis van de ingediende nieuwe
prijzen en/of nieuwe waarden. Deze formule houdt rekening met het gewicht dat
aan alle vastgestelde criteria is toegekend om de economisch voordeligste
inschrijving te bepalen, zoals in de aankondiging van de opdracht of het bestek
is aangegeven. Daartoe moeten eventuele marges vooraf in een bepaalde waarde
worden uitgedrukt. Wanneer varianten zijn toegestaan, moeten voor
elke variant afzonderlijke formules worden verstrekt. 7.
In elke fase van de elektronische veiling
verstrekken de aanbestedende diensten aan alle inschrijvers ten minste
voldoende informatie om hen in staat te stellen op elk moment hun respectieve
klassering te kennen en kunnen zij ook andere informatie betreffende andere
ingediende prijzen of waarden verstrekken indien dit vooraf is vermeld; zij
kunnen voorts op ieder ogenblik meedelen hoeveel inschrijvers aan een
specifieke fase van de veiling deelnemen. Zij mogen echter hoe dan ook in geen
enkele fase van de elektronische veiling de identiteit van de inschrijvers
bekendmaken. 8.
De aanbestedende diensten kunnen de elektronische
veiling op een of meer van de onderstaande wijzen afsluiten: (a)
op het vooraf aangegeven tijdstip; (b)
wanneer zij geen nieuwe prijzen of nieuwe waarden
meer ontvangen die voldoen aan de voorschriften inzake minimumverschillen, mits
zij vooraf hebben aangegeven welke termijn zij na ontvangst van de laatste
aanbieding in acht zullen nemen alvorens de veiling te sluiten; (c)
wanneer het vooraf aangegeven aantal fasen in de veiling
volledig is doorlopen. Wanneer de aanbestedende diensten hebben besloten
de elektronische veiling overeenkomstig c) af te sluiten, in voorkomend geval
in combinatie met de onder b) bepaalde regelingen, vermeldt de uitnodiging tot
deelneming aan de veiling het tijdschema voor elke fase van de veiling. 9.
Na de sluiting van de elektronische veiling gunnen
de aanbestedende diensten de opdracht overeenkomstig artikel 66, op basis van
de resultaten van de elektronische veiling. Artikel 34
Elektronische catalogi 1.
Wanneer aanbestedende diensten overeenkomstig
artikel 19 het gebruik van elektronische communicatiemiddelen verplicht
stellen, kunnen zij eisen dat inschrijvingen in het formaat van een
elektronische catalogus worden ingediend. De lidstaten kunnen het gebruik van elektronische
catalogi verplicht stellen bij bepaalde typen overheidsopdrachten. Inschrijvingen die in de vorm van een
elektronische catalogus worden ingediend, kunnen vergezeld gaan van andere
documenten ter aanvulling van de inschrijving. 2.
Elektronische catalogi worden door de gegadigden of
inschrijvers opgesteld met het oog op deelneming aan een specifieke
aanbestedingsprocedure in overeenstemming met de specificaties en het formaat
als vastgesteld door de aanbestedende dienst. Voorts voldoen elektronische catalogi aan de
voorschriften inzake elektronische communicatiemiddelen alsmede aan alle
aanvullende voorschriften als vastgesteld door de aanbestedende dienst
overeenkomstig artikel 19. 3.
Wanneer de indiening van inschrijvingen in de vorm
van elektronische catalogi wordt aanvaard dan wel verplicht is gesteld, gaan de
aanbestedende diensten te werk als volgt: (a)
zij vermelden dit in de aankondiging van de
opdracht of in de uitnodiging tot bevestiging van belangstelling wanneer een
vooraankondiging wordt gebruikt als een oproep tot mededinging; (b)
zij verstrekken in de specificaties alle nodige
informatie overeenkomstig artikel 19, lid 5, betreffende het formaat, de
gebruikte elektronische apparatuur en de en de nadere technische bepalingen
voor de verbinding en specificaties voor de catalogus. 4.
Wanneer een raamovereenkomst met meer dan één
ondernemer is gesloten na indiening van de inschrijvingen in de vorm van
elektronische catalogi, kunnen de aanbestedende diensten bepalen dat voor
specifieke opdrachten opnieuw tot mededinging wordt opgeroepen op basis van
bijgewerkte catalogi. In dat geval gebruiken de aanbestedende diensten een van
de volgende alternatieve methoden: (a)
zij verzoeken de inschrijvers hun elektronische
catalogi opnieuw in te dienen rekening houdend met de voorschriften van de
betrokken specifieke opdracht; (b)
zij delen de inschrijvers mee dat zij voornemens
zijn uit de reeds ingediende catalogi de nodige informatie te verzamelen
(hierna "punch out") om inschrijvingen op te maken die aangepast zijn
aan de vereisten van de betrokken specifieke opdracht, mits het gebruik van
deze methode in de aanbestedingsdocumenten voor de raamovereenkomst is
aangekondigd. 5.
Wanneer de aanbestedende diensten voor specifieke
opdrachten overeenkomstig lid 4, onder b), opnieuw tot mededinging oproepen,
vermelden zij op welk tijdstip zij voornemens zijn de nodige informatie te
verzamelen voor het verrichten van nieuwe inschrijvingen die aangepast zijn aan
de vereisten van de betrokken specifieke opdracht, en verlenen zij de
inschrijvers de mogelijkheid om het verzamelen van informatie te weigeren. De aanbestedende diensten voorzien in een
toereikende termijn tussen de mededeling en het daadwerkelijk verzamelen van de
informatie. Vóór de gunning van de opdracht leggen de
aanbestedende diensten de verzamelde informatie voor aan de betrokken
inschrijver en verlenen zij hem de mogelijkheid de juistheid van de aldus
verrichte inschrijving te bevestigen dan wel te betwisten. 6.
De aanbestedende diensten kunnen opdrachten gunnen
op basis van een dynamisch aankoopsysteem door middel van "punch
out", mits de aanvraag tot deelneming aan het dynamisch aankoopsysteem
vergezeld gaat van een elektronische catalogus in overeenstemming met de
technische specificaties en het formaat als vastgesteld door de aanbestedende
dienst. Deze catalogus wordt vervolgens door de gegadigden aangevuld wanneer
zij op de hoogte worden gebracht van het voornemen van de aanbestedende dienst
om inschrijvingen te verrichten door middel van een "punch out". De
"punch out" geschiedt in overeenstemming met lid 4, onder b) en lid 5. Artikel 35
Gecentraliseerde aankoopactiviteiten en aankoopcentrales 1.
Aanbestedende diensten kunnen werken, leveringen
en/of diensten van of via aankoopcentrales kopen. 2.
De lidstaten voorzien in de mogelijkheid voor
aanbestedende diensten om gebruik te maken van gecentraliseerde
aankoopactiviteiten van in een andere lidstaat gevestigde aankoopcentrales. 3.
Een aanbestedende dienst voldoet aan zijn
verplichtingen uit hoofde van deze richtlijn wanneer hij voor aanbestedingen
gebruik maakt van gecentraliseerde aankoopactiviteiten voorzover de betrokken
aanbestedingsprocedures en de uitvoering ervan door de aankoopcentrale alleen
worden verricht in alle stadia vanaf de bekendmaking van de oproep tot mededinging
tot de voltooiing van de daaruit voortvloeiende opdracht of opdrachten. Wanneer bepaalde stadia van de
aanbestedingsprocedure of de uitvoering van de daaruit voortvloeiende
opdrachten door de betrokken aanbestedende dienst worden verricht, blijft de
aanbestedende dienst echter verantwoordelijk voor de naleving van de
verplichtingen uit hoofde van deze richtlijn met betrekking tot de stadia
waarvoor hij zorgt. 4.
Voor alle aanbestedingsprocedures van een
aankoopcentrale worden elektronische communicatiemiddelen gebruikt in
overeenstemming met de voorschriften van artikel 19. 5.
Aanbestedende diensten kunnen voor gecentraliseerde
aanbestedingsactiviteiten een aankoopcentrale kiezen zonder de procedures van
deze richtlijn toe te passen, zelfs wanneer de aankoopcentrale daarvoor wordt
vergoed. 6.
De aankoopcentrale zorgt eveneens voor de
documenten van alle transacties die zij gedurende haar gecentraliseerde
aankoopactiviteiten verricht voor de uitvoering van opdrachten,
raamovereenkomsten of dynamische aankoopsystemen. Artikel 36
Aanvullende aankoopactiviteiten Aanbieders van aanvullende aankoopactiviteiten
worden gekozen volgens de aanbestedingsprocedures van deze richtlijn. Artikel 37
Occasionele gezamenlijke aanbestedingen 1.
Een of meer aanbestedende diensten kunnen
overeenkomen bepaalde specifieke aanbestedingen gezamenlijk te verrichten. 2.
Wanneer één aanbestedende dienst de betrokken
aanbestedingsprocedures alleen vervult in alle stadia gaande van de
bekendmaking van de oproep tot mededinging tot de voltooiing van de daaruit
voortvloeiende opdracht of opdrachten, is deze aanbestedende dienst als enige
verantwoordelijk voor de naleving van de verplichtingen uit hoofde van deze
richtlijn. Wanneer de aanbestedingsprocedures en de
uitvoering van de daaruit voortvloeiende opdrachten door meer dan één van de
deelnemende aanbestedende diensten worden waargenomen, blijft elke
aanbestedende dienst echter verantwoordelijk voor de naleving van de
verplichtingen uit hoofde van deze richtlijn met betrekking tot de stadia waarvoor
hij zorgt. Artikel 38
Gezamenlijke aanbestedingen door aanbestedende diensten uit verschillende
lidstaten 1.
Onverminderd artikel 11 kunnen aanbestedende
diensten van verschillende lidstaten gezamenlijk overheidsopdrachten gunnen
door gebruik te maken van één van de in dit artikel beschreven middelen. 2.
Verschillende aanbestedende diensten kunnen werken,
leveringen en/of diensten aankopen van of via een in een andere lidstaat
gevestigde aankoopcentrale. In dat geval wordt de gunningsprocedure verricht volgens
de nationale regeling van de lidstaat waar de aankoopcentrale is gevestigd. 3.
Meerdere aanbestedende diensten uit verschillende
lidstaten kunnen gezamenlijk een opdracht gunnen. In dat geval sluiten de
deelnemende aanbestedende diensten een overeenkomst tot regeling van: (a)
de nationale bepalingen die van toepassing zijn op
de aanbestedingsprocedure; (b)
de interne organisatie van de
aanbestedingsprocedure, met inbegrip van het beheer van de procedure, het delen
van verantwoordelijkheden, de verdeling van de te gunnen werken, leveringen of
diensten en de sluiting van overeenkomsten. Bij het vaststellen van de toepasselijke nationale
wet overeenkomstig a) kunnen de aanbestedende diensten de nationale bepalingen
kiezen van een lidstaat waarin ten minste een van de deelnemende diensten is
gevestigd. 4.
Wanneer meerdere aanbestedende diensten uit
verschillende lidstaten een gezamenlijke rechtspersoon hebben opgericht,
inclusief een rechtspersoon als de Europese groepering voor territoriale
samenwerking overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1082/2006 van het Europees
Parlement en de Raad[32] of andere rechtspersonen
naar Unierecht, komen de deelnemende aanbestedende diensten bij besluit van het
bevoegde orgaan van de gezamenlijke rechtspersoon overeen welke
aanbestedingsregels van een van de volgende lidstaten van toepassing zijn: (a)
de nationale bepalingen van de lidstaat waar de
gezamenlijke rechtspersoon zijn statutaire zetel heeft; (b)
de nationale bepalingen van de lidstaat waar de
gezamenlijke rechtspersoon zijn activiteiten uitoefent. Deze overeenkomst kan gelden voor onbepaalde tijd,
indien daarin is voorzien in de oprichtingsakte van de gezamenlijke
rechtspersoon, of kan worden beperkt tot een bepaalde tijd of tot een aantal
soorten opdrachten of tot een of meer individuele gunningen van opdrachten. 5.
Bij gebreke van een overeenkomst tot vaststelling
van de toepasselijke aanbestedingswet wordt de nationale wet die de gunning
regelt, vastgesteld volgens de volgende regels: (a)
wanneer de procedure door één deelnemende
aanbestedende dienst in naam van de andere wordt uitgevoerd of beheerd, zijn de
nationale bepalingen van de lidstaat van die aanbestedende dienst van
toepassing; (b)
wanneer de procedure niet door één deelnemende
aanbestedende dienst in naam van de andere wordt uitgevoerd of beheerd, en (i) betrekking heeft op een opdracht voor
werken, passen de aanbestedende diensten de nationale bepalingen toe van de
lidstaat waarin de meeste werken platsvinden; (ii) betrekking heeft op een opdracht voor
diensten of leveringen, passen de aanbestedende diensten de nationale
bepalingen toe van de lidstaat waar de meeste diensten of leveringen wordt
verricht; (c)
wanneer het niet mogelijk is de toepasselijke
nationale wet overeenkomstig a) of b) vast te stellen, passen de aanbestedende
diensten de nationale bepalingen toe van de lidstaat van de aanbestedende
dienst die het grootste deel van de kosten draagt. 6.
Bij gebreke van een overeenkomst tot vaststelling
van de toepasselijke aanbestedingswet overeenkomstig lid 4 wordt de nationale
wet die van toepassing is op aanbestedingsprocedures van gezamenlijke
rechtspersonen opgericht door onderscheiden aanbestedende diensten van
verschillende lidstaten, vastgesteld volgens de volgende regels: (a)
wanneer de procedure door het bevoegde orgaan van
de gezamenlijke rechtspersoon wordt uitgevoerd of beheerd, zijn de nationale
bepalingen van toepassing van de lidstaat waar de rechtspersoon zijn statutaire
zetel heeft; (b)
wanneer de procedure wordt gevoerd of beheerd door
een lid van de rechtspersoon namens deze rechtspersoon, zijn de regels bedoeld
in lid 5, onder a) en b), van toepassing; (c)
wanneer het niet mogelijk is om de toepasselijke
nationale wet overeenkomstig lid 5, onder a) en b), vast te stellen, passen de
aanbestedende diensten de nationale bepalingen toe van de lidstaat waar de
rechtspersoon zijn statutaire zetel heeft. 7.
Een of meer aanbestedende diensten kunnen
individuele opdrachten gunnen in een raamovereenkomst die gesloten is door of
samen met een in een andere lidstaat gevestigde aanbestedende dienst, mits de
raamovereenkomst specifieke bepalingen bevat volgens welke de respectieve
aanbestedende dienst of diensten de individuele opdrachten kunnen gunnen. 8.
Besluiten met betrekking tot de gunning van
opdrachten in grensoverschrijdende aanbestedingen vallen onder de gewone
beroepsprocedures die beschikbaar zijn volgens het toepasselijke nationale
recht. 9.
Om een effectieve werking van de beroepsmechanismen
mogelijk te maken zorgen de lidstaten ervoor dat de beslissingen van
beroepsinstanties in de zin van Richtlijn 89/665/EEG[33]
die in andere lidstaten zijn gevestigd, volledig ten uitvoer worden gelegd in
hun interne rechtsorde, wanneer deze beslissingen betrekking hebben op op hun
grondgebied gevestigde aanbestedende diensten die deelnemen aan de
desbetreffende grensoverschrijdende aanbestedingsprocedure. HOOFDSTUK III
Verloop van de procedure Afdeling 1
Voorbereiding Artikel 39
Voorbereidende marktraadplegingen 1.
Vóór de aanvang van een aanbestedingsprocedure
kunnen aanbestedende diensten marktraadplegingen houden om de structuur, de
bekwaamheid en het vermogen van de markt te beoordelen en ondernemers op de
hoogte te brengen van hun aanbestedingsplannen en -voorwaarden. Met dit doel kunnen aanbestedende diensten advies
inwinnen of ontvangen van structuren voor administratieve ondersteuning of van
derden of marktdeelnemers, mits dit advies niet tot afscherming van de
mededinging leidt en geen aanleiding geeft tot schending van het
discriminatieverbod en het transparantiebeginsel. 2.
Wanneer een gegadigde of inschrijver of een met een
gegadigde of inschrijver verbonden onderneming de aanbestedende dienst of
diensten heeft geadviseerd of anderszins betrokken is geweest bij de
voorbereiding van de aanbestedingsprocedure, neemt de aanbestedende dienst
passende maatregelen om ervoor te zorgen dat de mededinging niet wordt
verstoord door de deelneming van die gegadigde of inschrijver. Deze maatregelen omvatten de mededeling aan andere
gegadigden en inschrijvers van relevante informatie waarover uitwisseling heeft
plaatsgevonden in het kader van of ten gevolge van de betrokkenheid van de
gegadigde of inschrijver bij de voorbereiding van de aanbestedingsprocedure,
alsmede de vaststelling van passende termijnen voor de ontvangst van
inschrijvingen. De betrokken gegadigde of inschrijver wordt slechts van de
aanbestedingsprocedure uitgesloten indien er geen andere middelen zijn om de
naleving van het beginsel van gelijke behandeling te verzekeren. Alvorens te worden uitgesloten moeten gegadigden
of inschrijvers de kans krijgen te bewijzen dat hun betrokkenheid bij de
voorbereiding van de aanbestedingsprocedure de mededinging niet kan verstoren.
De maatregelen moeten worden vermeld in het krachtens artikel 85 vereiste
individuele verslag. Artikel 40
Technische specificaties 1.
De technische specificaties als omschreven in punt 1
van bijlage VIII maken deel uit van de aanbestedingsdocumenten. Zij bepalen
welke kenmerken worden voorgeschreven voor werken, leveringen of diensten. Deze kenmerken kunnen eveneens betrekking hebben
op specifieke processen voor de productie of verrichting van de gevraagde
werken, leveringen of diensten of op elk ander stadium van de levenscyclus als
bedoeld in artikel 2, punt 22. De technische specificaties bepalen ook of de
overdracht van intellectuele-eigendomsrechten vereist zal zijn. Voor alle aanbestedingen waarvan het voorwerp
bedoeld is voor gebruik door personen, hetzij door het ruime publiek hetzij
door het personeel van de aanbestedende dienst, moeten deze technische
specificaties, uitgezonderd in naar behoren gemotiveerde gevallen, zodanig
worden opgesteld dat rekening wordt gehouden met criteria inzake
toegankelijkheid voor personen met een handicap of de geschiktheid van het
ontwerp voor alle gebruikers. Wanneer bij wetgevende handeling van de Unie verplichte
normen inzake toegankelijkheid worden aangenomen, moet bij de vaststelling van
technische specificaties wat toegankelijkheidscriteria betreft daarnaar worden
verwezen. 2.
De technische specificaties moeten de inschrijvers
gelijke toegang tot de aanbestedingsprocedures waarborgen en mogen niet tot
gevolg hebben dat ongerechtvaardigde belemmeringen voor de openstelling van
overheidsopdrachten voor mededinging worden geschapen. 3.
Onverminderd dwingende nationale technische
voorschriften, voorzover deze verenigbaar zijn met het recht van de Unie,
worden de technische specificaties aangegeven op een van de volgende wijzen: (a)
in termen van prestatie- of functionele eisen,
inclusief milieukenmerken, mits de parameters voldoende nauwkeurig zijn opdat
de inschrijvers het voorwerp van de opdracht kunnen bepalen en de aanbestedende
diensten de opdracht kunnen gunnen; (b)
door verwijzing naar de technische specificaties
en, in volgorde van voorkeur, de nationale normen waarin Europese normen zijn
omgezet, de Europese technische goedkeuringen, de gemeenschappelijke technische
specificaties, internationale normen, andere door de Europese
normalisatie-instellingen opgestelde technische referentiesystemen, of, bij
gebreke daarvan, de nationale normen, de nationale technische goedkeuringen dan
wel de nationale technische specificaties, andere technische
referentiesystemen, inzake het ontwerpen, het berekenen en het uitvoeren van de
werken en het gebruik van de leveringen; elke verwijzing gaat vergezeld van de
woorden "of gelijkwaardig"; (c)
in termen van de onder a) bedoelde prestatie-
of functionele eisen, waarbij onder vermoeden van overeenstemming met deze
prestatie-eisen en functionele eisen wordt verwezen naar de onder b)
bedoelde technische specificaties; (d)
door verwijzing naar de onder b) bedoelde
technische specificaties voor bepaalde kenmerken, en naar de onder a) bedoelde
prestatie- of functionele eisen voor andere kenmerken. 4.
Behalve indien dit door het voorwerp van de
opdracht gerechtvaardigd is, mag in de technische specificaties geen melding
worden gemaakt van een bepaald fabrikaat of een bepaalde herkomst of van een
bijzondere werkwijze, noch mogen deze een verwijzing bevatten naar een merk,
een octrooi of een type, een bepaalde oorsprong of een bepaalde productie,
waardoor bepaalde ondernemingen of bepaalde producten worden bevoordeeld of
uitgeschakeld. Deze vermelding is bij wijze van uitzondering toegestaan wanneer
een voldoende nauwkeurige en begrijpelijke omschrijving van het voorwerp van de
opdracht niet mogelijk is door toepassing van lid 3. Een dergelijke vermelding
gaat vergezeld van de woorden "of gelijkwaardig". 5.
Wanneer een aanbestedende dienst gebruik maakt van
de mogelijkheid te verwijzen naar de in lid 3, onder b), genoemde
specificaties, wijst hij een inschrijving niet af op grond van het feit dat de
aangeboden werken, leveringen of diensten niet overeenstemmen met de betrokken
specificaties, wanneer de inschrijver in zijn inschrijving met elk passend
middel, inclusief de in artikel 42 bedoelde bewijsmiddelen, aantoont dat de
door hem voorgestelde oplossingen op gelijkwaardige wijze voldoen aan de in de
technische specificaties gestelde eisen. 6.
Wanneer een aanbestedende dienst gebruik maakt van
de in lid 3, onder a), geboden mogelijkheid de technische specificaties in
termen van prestatie- of functionele eisen vast te stellen, wijst hij een
inschrijving voor werken, leveringen of diensten niet af die voldoet aan een
nationale norm waarbij een Europese norm is omgezet, een Europese technische
goedkeuring, een gemeenschappelijke technische specificatie, een internationale
norm, een door een Europees normalisatieorgaan ingesteld technisch
verwijzingssysteem, wanneer deze specificaties betrekking hebben op de door de
aanbestedende dienst vastgestelde prestatie- of functionele eisen. De inschrijver bewijst in zijn inschrijving met
elk passend middel, waaronder de in artikel 42 bedoelde middelen, dat de
werken, leveringen of diensten in overeenstemming zijn met de norm en voldoen
aan de prestatie- of functionele eisen van de aanbestedende dienst. Artikel 41
Keuren 1.
Wanneer aanbestedende diensten milieu-, sociale of
andere kenmerken van een werk, levering of dienst voorschrijven in termen van
prestatie- of functionele eisen als bedoeld in artikel 40, lid 3, onder a),
kunnen zij eisen dat deze werken, leveringen of diensten een specifieke keur
dragen, mits voldaan is aan alle volgende voorwaarden: (a)
de voorschriften voor de keur hebben alleen
betrekking op kenmerken die verband houden met het voorwerp van de opdracht en
zijn geschikt voor de omschrijving van de kenmerken van de werken, leveringen
of diensten die het voorwerp van de opdracht vormen; (b)
de voorschriften voor de keur zijn ontwikkeld op
grond van wetenschappelijke gegevens of zijn gebaseerd op andere objectief
controleerbare en niet discriminerende criteria; (c)
de keur is vastgesteld in een open en transparante
procedure waaraan alle belanghebbenden, inclusief regeringsinstanties,
consumenten, fabrikanten, kleinhandelaars en milieuorganisaties, kunnen
deelnemen; (d)
de keur is voor alle betrokken partijen
toegankelijk; (e)
de criteria van de keur worden vastgesteld door een
derde partij die onafhankelijk is van de ondernemer die de keur aanvraagt. Aanbestedende diensten die een specifieke keur
eisen, aanvaarden alle gelijkwaardige keuren die voldoen aan de voorschriften
van de door de aanbestedende diensten aangegeven keur. Voor producten die de
keur niet dragen, aanvaarden de aanbestedende diensten eveneens een technisch
dossier van de fabrikant of andere geschikte bewijsmiddelen. 2.
Wanneer een keur aan de voorwaarden van lid 1,
onder b), c) en d) en e), voldoet maar eveneens eisen stelt die geen verband
houden met het voorwerp van de opdracht, kunnen de aanbestedende diensten de
technische specificaties vaststellen door verwijzing naar de gedetailleerde
technische specificaties van die keur, of indien noodzakelijk, delen daarvan
die verband houden met het voorwerp van de opdracht en geschikt zijn voor de
omschrijving van de kenmerken van dit voorwerp. Artikel 42
Testverslagen, certificering en andere bewijsmiddelen 1.
Aanbestedende diensten kunnen eisen dat ondernemers
een testverslag van een erkende instantie of een door deze instantie afgegeven
certificaat verstrekken als bewijs van conformiteit met de technische
specificaties. Wanneer aanbestedende diensten eisen dat
certificaten van erkende organisaties worden overgelegd waaruit conformiteit
met een bijzondere technische specificatie blijkt, worden ook certificaten van
andere gelijkwaardige erkende organisaties aanvaard. 2.
Aanbestedende diensten aanvaarden andere geschikte
bewijsmiddelen dan die welke in lid 1 worden bedoeld, zoals een technisch
dossier van de fabrikant, wanneer de ondernemer geen toegang heeft tot de in
lid 1 bedoelde certificaten of testverslagen of deze niet binnen de desbetreffende
termijnen kan verkrijgen. 3.
Erkende instanties in de zin van lid 1 van dit
artikel zijn testlaboratoria, ijklaboratoria en inspectie- en
certificatieorganisaties die geaccrediteerd zijn overeenkomstig Verordening
(EG) nr. 765/2008 van het Europees Parlement en van de Raad[34]. 4.
De lidstaten verstrekken andere lidstaten op hun
verzoek alle informatie met betrekking tot de middelen en documenten die
overeenkomstig artikel 40, lid 6, artikel 41 en de leden 1, 2 en 3
van dit artikel zijn overgelegd ten bewijze van de naleving van de technische
voorschriften. De bevoegde autoriteiten van de lidstaat van vestiging
verstrekken deze informatie overeenkomstig artikel 88. Artikel 43
Varianten 1.
Aanbestedende diensten kunnen inschrijvers toestaan
varianten in te dienen. Zij vermelden in de aankondiging van de opdracht, of
als een vooraankondiging als oproep tot mededinging wordt gebruikt, in de
uitnodiging tot bevestiging van belangstelling, of zij varianten al dan niet
toestaan. Varianten zijn niet toegestaan zonder een dergelijke vermelding. 2.
De aanbestedende diensten die varianten toestaan,
vermelden in de aanbestedingsdocumenten aan welke minimumeisen deze varianten
moeten voldoen alsmede hoe zij moeten worden ingediend. Voorts garanderen zij
dat de gekozen gunningscriteria daadwerkelijk kunnen worden toegepast op
varianten die aan deze minimumvoorschriften voldoen, en op conforme
inschrijvingen die geen varianten zijn. 3.
De aanbestedende diensten houden alleen rekening
met de varianten die aan de gestelde minimumeisen voldoen. Bij procedures voor het gunnen van opdrachten voor
leveringen of diensten mogen de aanbestedende diensten die varianten hebben
toegestaan, een variant niet afwijzen uitsluitend omdat deze, mocht hij worden
gekozen, tot een opdracht voor diensten in plaats van een opdracht voor
leveringen, dan wel tot een opdracht voor leveringen in plaats van een opdracht
voor diensten zou leiden. Artikel 44
Verdeling van opdrachten in percelen 1.
Overheidsopdrachten kunnen worden onderverdeeld in
homogene of heterogene percelen. Voor opdrachten met een waarde die gelijk is
aan of hoger dan de in artikel 4 bepaalde drempels maar overeenkomstig het
bepaalde in artikel 5 niet lager dan 500 000 euro, verschaft de
aanbestedende dienst, wanneer hij het niet passend acht de opdracht in percelen
te verdelen, in de aankondiging van de opdracht of in de uitnodiging tot
bevestiging van belangstelling een specifieke toelichting over zijn motieven
daarvoor. Aanbestedende diensten geven in de aankondiging
van de opdracht of de uitnodiging tot bevestiging van belangstelling aan of de
inschrijvingen beperkt zijn tot één perceel dan wel tot een aantal percelen. 2.
Aanbestedende diensten kunnen, zelfs wanneer de
mogelijkheid tot inschrijven voor alle percelen is vermeld, het aantal aan een
inschrijver te gunnen percelen beperken, mits het maximumaantal in de
aankondiging van de opdracht of in de uitnodiging tot bevestiging van
belangstelling is aangegeven. Aanbestedende diensten vermelden in de
aanbestedingsdocumenten volgens welke objectieve en niet-discriminerende
criteria of regels verschillende percelen worden gegund indien de toepassing
van de gekozen gunningscriteria zou leiden tot de gunning van meer percelen dan
het maximumaantal aan een zelfde inschrijver. 3.
Indien meer dan een perceel aan dezelfde
inschrijver kan worden gegund, kunnen aanbestedende diensten bepalen of zij één
opdracht per perceel dan wel een of meer opdrachten voor verschillende of voor
alle percelen zullen gunnen. De aanbestedende diensten vermelden in de
aanbestedingsdocumenten of zij het recht voorbehouden om een dergelijke keuze
te maken, en in bevestigend geval, welke percelen in één opdracht kunnen worden
samengebracht. Aanbestedende diensten bepalen eerst voor elk
individueel perceel welke inschrijvingen het beste voldoen aan de
overeenkomstig artikel 66 vastgestelde gunningscriteria. Zij kunnen een
opdracht voor meer dan een perceel gunnen aan een inschrijver die niet als
eerste staat gerangschikt voor alle individuele onder deze opdracht vallende
percelen, op voorwaarde dat voor alle onder deze opdracht vallende percelen
beter aan de overeenkomstig artikel 66 vastgestelde gunningscriteria is
voldaan. De aanbestedende diensten vermelden in de aanbestedingsdocumenten
welke methoden zij voornemens zijn te gebruiken voor deze vergelijking. Deze
methoden moeten transparant, objectief en niet-discriminerend zijn. 4.
Aanbestedende diensten kunnen eisen dat alle
inschrijvers gecoördineerd optreden onder leiding van de ondernemer aan wie het
perceel voor de coördinatie van het gehele project of van relevante onderdelen
daarvan is gegund. Artikel 45
Vaststelling van termijnen 1.
Bij de vaststelling van de termijnen voor de
aanvragen tot deelneming en de ontvangst van inschrijvingen moeten
aanbestedende diensten in het bijzonder rekening houden met de complexiteit van
de opdracht en met de voor de voorbereiding van de inschrijvingen benodigde
tijd, onverminderd de in de artikelen 24 tot en met 30 vastgestelde
minimumtermijnen. 2.
Wanneer inschrijvingen slechts kunnen plaatsvinden
na een bezoek aan de plaats of na inzage ter plaatse van de documenten waarop
de aanbestedingsdocumenten berusten, worden de termijnen voor ontvangst van de
inschrijvingen verlengd zodat alle betrokken ondernemers kunnen beschikken over
de voor het opstellen van de inschrijvingen verreiste informatie. Afdeling 2
Bekendmaking en transparantie Artikel 46
Vooraankondigingen 1. Aanbestedende diensten kunnen
hun voornemens met betrekking tot geplande aanbestedingen te kennen geven door
zo snel mogelijk na de aanvang van het begrotingsjaar een vooraankondiging
bekend te maken. Deze aankondigingen bevatten de in bijlage VI, deel B,
afdeling I, omschreven informatie. Zij worden belendgemaakt door de Commissie
of door de aanbestedende diensten via hun "kopersprofiel" overeenkomstig
punt 2, onder b) van bijlage IX. Wanneer de aankondiging door de aanbestedende
diensten wordt gepubliceerd via hun kopersprofiel, verzenden deze een
aankondiging van bekendmaking via hun kopersprofiel overeenkomstig punt 3
van bijlage IX. 2. Bij niet-openbare procedures
en mededingingsprocedures van gunning door onderhandelingen kunnen lagere
aanbestedende diensten een vooraankondiging gebruiken als oproep tot
mededinging overeenkomstig artikel 24, lid 2, mits de aankondiging aan
alle volgende voorwaarden voldoet: (a)
zij verwijst specifiek naar leveringen, werken of
diensten waarop de te gunnen opdracht betrekking heeft; (b)
zij vermeldt dat deze opdracht zal worden gegund
door middel van een niet-openbare procedure of een mededingingsprocedure van gunning
door onderhandelingen zonder verdere bekendmaking van een oproep en verzoekt de
belangstellende ondernemers hun belangstelling schriftelijk kenbaar te maken; (c)
zij bevat, naast de informatie als vermeld in
bijlage VI, deel B, afdeling I), de informatie als vermeld in
bijlage VI, deel B, afdeling II; (d)
de bekendmaking geschiedt niet meer dan 12 maanden
vóór de datum waarop de uitnodiging als bedoeld in artikel 52, lid 1,
is verzonden. Deze aankondigingen worden niet bekendgemaakt in
een kopersprofiel. Artikel 47
Aankondigingen van opdrachten Alle aanbestedende diensten kunnen een
aankondiging van opdracht gebruiken als oproep tot mededinging met betrekking
tot alle procedures. Deze aankondigingen bevatten de informatie als vermeld in
bijlage VI, deel C, en worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 49. Artikel 48
Aankondigingen van gegunde opdrachten 1.
Niet later dan 48 dagen na de gunning van een
opdracht of de sluiting van raamovereenkomst zenden de aanbestedende diensten
een aankondiging van gegunde opdracht over de resultaten van de
aanbestedingsprocedure. Deze aankondigingen bevatten de in
bijlage VI, deel D, bedoelde informatie en worden bekendgemaakt
overeenkomstig artikel 49. 2.
Wanneer de oproep tot mededinging voor de betrokken
opdracht is verricht door middel van een vooraankondiging en de aanbestedende
dienst niet het voornemen heeft om verdere opdrachten te gunnen gedurende de
periode van twaalf maanden waarop de vooraankondiging betrekking heeft, wordt
dit specifiek vermeld in de aankondiging van de gegunde opdracht. In het geval van overeenkomstig artikel 31
gesloten raamovereenkomsten zijn de aanbestedende diensten niet verplicht een
aankondiging betreffende de resultaten van de aanbestedingsprocedure te zenden
voor elke opdracht die op deze overeenkomst is gebaseerd. 3.
De aanbestedende diensten zenden binnen 48 dagen
na de gunning van elke opdracht een bekendmaking over het resultaat van de
gunning van de opdrachten op basis van een dynamisch aankoopsysteem. Deze
aankondigingen kunnen echter per kwartaal worden gebundeld. In dat geval worden
de gebundelde aankondigingen binnen 48 dagen na het einde van elk kwartaal
gezonden. 4.
Bepaalde informatie over de gunning van de opdracht
of de sluiting van de raamovereenkomst behoeft niet voor bekendmaking te worden
vrijgegeven indien de openbaarmaking van deze informatie de toepassing van de
wet in de weg zou staan, in strijd zou zijn met het openbare belang, schade zou
berokkenen aan de rechtmatige commerciële belangen van bepaalde publieke of
particuliere ondernemers, inclusief de belangen van de ondernemer aan wie de
opdracht is gegund, of afbreuk zou kunnen doen aan de eerlijke mededinging
tussen ondernemers. Artikel 49
Opmaak en wijze van bekendmaking van aankondigingen 1.
De in de artikelen 46, 47 en 48 bedoelde
aankondigingen bevatten de in bijlage VI genoemde inlichtingen, in de vorm van
standaardformulieren, met inbegrip van standaardformulieren voor correcties. De Commissie stelt deze standaardformulieren vast.
Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in
artikel 91 bedoelde raadplegingsprocedure. 2.
De in de artikelen 46, 47 en 48 bedoelde
aankondigingen worden opgesteld, met elektronische middelen aan de Commissie
gezonden en overeenkomstig bijlage IX bekendgemaakt. Aankondigingen worden
uiterlijk vijf dagen na verzending bekendgemaakt. De kosten voor de
bekendmaking van de aankondigingen door de Commissie worden gedragen door de
Unie. 3.
De in artikel 46, lid 2 en artikel 47
bedoelde aankondigingen worden onverkort bekendgemaakt in een officiële taal
van de Unie als gekozen door de aanbestedende dienst. Alleen de tekst in deze
taalversie is authentiek. Een samenvatting met de belangrijke gegevens van elke
aankondiging wordt in de andere officiële talen bekendgemaakt. 4.
De Commissie zorgt voor herhaalde bekendmaking van
de volledige tekst en de samenvatting van vooraankondigingen als bedoeld in
artikel 46, lid 2, en
oproepen tot mededinging waarbij een dynamisch aankoopsysteem wordt opgezet als
bedoeld in artikel 32, lid 3, onder a): (a)
in het geval van vooraankondigingen, gedurende
twaalf maanden of tot de ontvangst van een aankondiging van een gegunde
opdracht overeenkomstig artikel 48, waarin wordt vermeld dat er geen
verdere opdrachten worden gegund gedurende de periode van twaalf maanden
waarop de oproep tot mededinging betrekking heeft; (b)
in het geval van oproepen tot mededinging waarbij
een dynamisch aankoopsysteem wordt opgezet, voor de geldigheidsduur van het
dynamisch aankoopsysteem. 5.
De aanbestedende diensten moeten de verzenddatum
van de aankondigingen kunnen bewijzen. De Commissie verstrekt de aanbestedende dienst een
bevestiging van ontvangst van de aankondiging en van bekendmaking van de
verzonden informatie, met vermelding van de datum van bekendmaking. Deze
bevestiging vormt het bewijs van de bekendmaking. 6.
Aanbestedende diensten kunnen aankondigingen van
opdrachten voor werken, leveringen of diensten bekendmaken die niet onder de in
deze richtlijn voorgeschreven bekendmakingsvoorschriften vallen, mits deze
aankondigingen in elektronische vorm aan de Commissie worden gezonden in het
formaat en op de wijze als omschreven in bijlage IX. Artikel 50
Bekendmaking op nationaal niveau 1.
De in de artikelen 46, 47 en 48 bedoelde
aankondigingen en de de inhoud daarvan worden op nationaal niveau niet
bekendgemaakt voordat zij overeenkomstig artikel 49 zijn bekendgemaakt. 2.
Aankondigingen die op nationaal niveau worden
bekendgemaakt, mogen geen andere informatie bevatten dan de informatie in de
aankondigingen die aan de Commissie worden toegezonden of via een kopersprofiel
worden bekendgemaakt, en moeten de datum van toezending aan de Commissie of van
de bekendmaking via het kopersprofiel vermelden. 3.
Vooraankondigingen worden niet via het
kopersprofiel bekendgemaakt voordat de kennisgeving van de bekendmaking in deze
vorm aan de Commissie is verzonden; zij vermelden de datum van deze verzending. Artikel 51
Elektronische beschikbaarheid van aanbestedingsdocumenten 1.
De aanbestedende diensten bieden met elektronische
middelen kosteloze, rechtstreekse en volledige toegang tot de
aanbestedingsdocumenten vanaf de datum van bekendmaking van de aankondiging
overeenkomstig artikel 49 of vanaf de datum waarop de uitnodiging tot
bevestiging van belangstelling is verzonden. De tekst van de aankondiging of
van deze uitnodiging tot bevestiging van belangstelling vermeldt het
internetadres waar deze documenten toegankelijk zijn. 2.
De aanbestedende diensten of de bevoegde diensten
verstrekken nadere inlichtingen over de specificaties en de ondersteunende
documenten, mits dit tijdig is aangevraagd en niet later dan zes dagen vóór de
uiterste datum van ontvangst van de inschrijvingen. In het geval van de
versnelde openbare procedure als bedoeld in artikel 25, lid 3, en artikel 26,
lid 5, bedraagt deze termijn vier dagen. Artikel 52
Uitnodigingen tot inschrijving of tot deelneming aan de dialoog; uitnodigingen
tot bevestiging van belangstelling 1.
Bij niet-openbare procedures, concurrentiegerichte
dialogen, innovatiepartnerschappen en mededingingsprocedures van gunning door
onderhandelingen nodigen de aanbestedende diensten de daartoe uitgekozen
gegadigden gelijktijdig en schriftelijk uit om een inschrijving in te dienen,
of in het geval van een concurrentiegerichte dialoog, tot deelneming aan de
dialoog. Wanneer een vooraankondiging is gebruikt als
oproep tot mededinging overeenkomstig artikel 46, lid 2, nodigen de
aanbestedende diensten de ondernemers die hun belangstelling kenbaar hebben
gemaakt, gelijktijdig en schriftelijk uit om hun voortdurende belangstelling te
bevestigen. 2.
De in lid 1 bedoelde uitnodigingen bevatten een
verwijzing naar het elektronische adres waar de specificaties en andere
ondersteunende documenten met elektronische middelen rechtstreeks beschikbaar
zijn gesteld. Daarnaast bevatten zij de in bijlage X voorgeschreven informatie. Artikel 53
Informatieverstrekking aan gegadigden en inschrijvers 1.
Aanbestedende diensten stellen elke gegadigde en
inschrijver zo spoedig mogelijk in kennis van besluiten inzake sluiting van een
raamovereenkomst, gunning van een opdracht of toelating tot een dynamisch
aankoopsysteem, met inbegrip van de redenen waarom zij hebben besloten de
raamovereenkomst niet te sluiten, de opdracht na oproep tot mededinging niet te
gunnen of de procedure te heropenen, of het dynamisch aankoopsysteem niet in te
stellen. 2.
Op verzoek van de betrokken partij informeren
aanbestedende diensten zo spoedig mogelijk en in elk geval binnen 15 dagen na
ontvangst van een schriftelijk verzoek: (a)
iedere afgewezen gegadigde over de redenen voor de
afwijzing van zijn aanvraag tot deelneming; (b)
iedere afgewezen inschrijver over de redenen voor
de afwijzing van zijn inschrijving, inclusief voor de in artikel 40, leden 5 en
6, bedoelde gevallen, de redenen voor het besluit inzake niet-gelijkwaardigheid
of het besluit dat de werken, leveringen of diensten niet aan de prestatie- en
functionele eisen voldoen; (c)
iedere inschrijver die een ontvankelijke
inschrijving heeft ingediend, over de kenmerken en relatieve voordelen van de
geselecteerde inschrijving, alsmede over de naam van de begunstigde inschrijver
of de partijen bij de raamovereenkomst; (d)
iedere inschrijver die een ontvankelijke
inschrijving heeft ingediend, over het verloop en de voortgang van de
onderhandelingen en de dialoog met de inschrijvers. 3.
Aanbestedende diensten kunnen besluiten dat
bepaalde informatie als bedoeld in lid 1 betreffende de gunning van de
opdracht, de sluiting van de raamovereenkomst of de toelating tot het dynamisch
aankoopsysteem niet wordt meegedeeld indien openbaarmaking van deze informatie
de toepassing van de wet in de weg zou staan, in strijd zou zijn met het
openbare belang, schade zou berokkenen aan de rechtmatige commerciële belangen
van bepaalde publieke of particulier ondernemers, inclusief de belangen van de
ondernemer aan wie de opdracht is gegund, of afbreuk zou kunnen doen aan de
eerlijke mededinging tussen ondernemers. Afdeling 3
Selectie van deelnemers en gunning van de opdrachten Artikel 54
Algemene beginselen 1.
Opdrachten worden gegund op grond van de criteria
als vastgesteld in de artikelen 66 tot en met 69, mits aan de volgende
cumulatieve voorwaarden is voldaan: (a)
de inschrijving voldoet aan de eisen, voorwaarden
en criteria als bedoeld in de aankondiging van opdracht of de uitnodiging tot
bevestiging van belangstelling en in de aanbestedingsdocumenten, met
inachtneming van artikel 43; (b)
de inschrijving is afkomstig van een inschrijver
die niet is uitgesloten van deelname overeenkomstig de artikelen 21 en
55 en die voldoet aan de overeenkomstig artikel 56 door de aanbestedende dienst
vastgestelde selectiecriteria en, in voorkomend geval, de niet-discriminerende
regels en criteria als bedoeld in artikel 64. 2.
Aanbestedende diensten kunnen besluiten een
opdracht niet te gunnen aan de inschrijver die de beste inschrijving heeft
ingediend, wanneer zij hebben vastgesteld dat de inschrijving niet of niet op
gelijkwaardige wijze voldoet aan verplichtingen uit hoofde van wetgeving van de
Unie op het gebied van sociaal, arbeids- of milieurecht of uit hoofde van de in
bijlage XI vermelde bepalingen van internationaal sociaal en milieurecht. 3.
In openbare procedures kunnen aanbestedende
diensten besluiten tot onderzoek van de inschrijvingen over te gaan voordat de
geschiktheid van de inschrijvers wordt beoordeeld, mits de desbetreffende
bepalingen van deze afdeling worden nageleefd, met inbegrip van de regel dat de
opdracht niet wordt gegund aan een inschrijver die overeenkomstig artikel 55
moet worden uitgesloten of die niet voldoet aan de door de aanbestedende dienst
overeenkomstig onderafdeling 1 van deze afdeling vastgestelde gunningscriteria. 4.
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 89
gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van de in bijlage XI
bedoelde lijst, wanneer dit noodzakelijk is ten gevolge van de sluiting van
nieuwe internationale overeenkomsten of de wijziging van bestaande
internationale overeenkomsten. Onderafdeling 1
Kwalitatieve selectiecriteria Artikel 55
Gronden voor uitsluiting 1.
Van deelneming aan een overheidsopdracht wordt
uitgesloten iedere gegadigde of inschrijver jegens wie bij een onherroepelijk
vonnis een veroordeling is uitgesproken om een van de volgende redenen: (a)
deelneming aan een criminele organisatie in de zin
van artikel 2, lid 1, van Kaderbesluit van de Raad 2008/841/JBZ[35]; (b)
omkoping in de zin van artikel 3 van de
overeenkomst ter bestrijding van corruptie waarbij ambtenaren van de Europese
Gemeenschappen of van de lidstaten van de Europese Unie betrokken zijn[36]
en artikel 2 van Kaderbesluit van de Raad 2003/568/JBZ[37],
alsmede omkoping of corruptie als omschreven in de nationale wet van de
aanbestedende dienst of de ondernemer; (c)
fraude in de zin van artikel 1 van de
overeenkomst aangaande de bescherming van de financiële belangen van de
Europese Gemeenschappen[38]; (d)
terroristische misdrijven of strafbare feiten in verband
met terroristische activiteiten in de zin van respectievelijk de artikelen 1 en
3 van Kaderbesluit 2002/475/JBZ[39], dan wel uitlokking van,
medeplichtigheid aan of poging tot het plegen van een dergelijk misdrijf of
strafbaar feit als bedoeld in artikel 4 van genoemd kaderbesluit; (e)
witwassen van geld als omschreven in artikel 1 van
Richtlijn 91/308/EEG van de Raad[40]. De verplichting om een gegadigde of inschrijver
van deelname aan een overheidsopdracht uit te sluiten is ook van toepassing
wanneer een veroordeling bij een onherroepelijk vonnis is uitgesproken ten
aanzien van de bedrijfsleider of enige andere persoon die vertegenwoordigings-,
beslissings- of zeggenschapsbevoegdheid heeft ten aanzien van de gegadigde of
de inschrijver. 2.
Een ondernemer wordt van deelname aan een opdracht
uitgesloten wanneer de aanbestedende dienst op de hoogte is van een in kracht
van gewijsde gegane rechterlijke beslissing waarbij is vastgesteld dat deze
niet heeft voldaan aan de verplichtingen tot betaling van belastingen of socialezekerheidsbijdragen
volgens de wetgeving van het land waar hij is gevestigd of van de lidstaat van
de aanbestedende dienst. 3.
Een aanbestedende dienst kan een ondernemer van
deelname aan een overheidsopdracht uitsluiten indien aan een van de volgende voorwaarden
is voldaan: (a)
wanneer de dienst op de hoogte is van schendingen
van verplichtingen die door de wetgeving van de Unie zijn vastgesteld op het
gebied van sociale en arbeidswetgeving of milieuwetgeving, of van de in
bijlage XI bedoelde internationale sociale en milieuovereenkomsten.
Naleving van de Uniewetgeving of van internationale bepalingen houdt ook in dat
deze wetgeving op gelijkwaardige wijze kan worden nageleefd; (b)
wanneer de ondernemer in staat van faillissement of
liquidatie verkeert, wanneer de activa worden beheerd door een curator of door
de rechtbank, wanneer een regeling met schuldeisers geldt, wanneer de
werkzaamheden zijn gestaakt of wanneer de onderneming in een andere
vergelijkbare toestand verkeert ingevolge een soortgelijke procedure uit hoofde
van nationale wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen; (c)
wanneer de aanbestedende dienst op enige grond
aannemelijk kan maken dat de ondernemer in de uitoefening van zijn beroep een
ernstige fout heeft begaan; (d)
wanneer de ondernemer blijk heeft gegeven van
aanzienlijke of voortdurende tekortkomingen bij de uitvoering van wezenlijke
voorschriften uit hoofde van een vroegere opdracht of vroegere opdrachten van
vergelijkbare aard bij dezelfde aanbestedende dienst. Voor de toepassing van de in de eerste alinea,
onder d), bedoelde uitsluitingsgrond voorzien de aanbestedende diensten in een
methode voor de beoordeling van contractuele prestaties op basis van objectieve
en meetbare criteria die op een systematische, consistente en transparante
wijze worden gehanteerd. Elke prestatiebeoordeling wordt bekendgemaakt aan de
desbetreffende ondernemer, die de gelegenheid krijgt bezwaar te maken tegen de
bevindingen en bescherming in rechte kan verkrijgen. 4.
Een gegadigde of inschrijver die in een van de in
de leden 1, 2 en 3, bedoelde situaties verkeert, kan de aanbestedende
dienst ondanks het bestaan van de relevante grond voor uitsluiting
bewijsmateriaal verstrekken waaruit zijn betrouwbaarheid blijkt. Hiertoe bewijst de gegadigde of inschrijver dat
hij eventuele schade als gevolg van strafrechtelijke inbreuken of beroepsfouten
heeft vergoed, de feiten en omstandigheden heeft opgehelderd door actief samen
te werken met de onderzoekende autoriteiten en concrete technische,
organisatorische en persoonlijke maatregelen heeft genomen die geschikt zijn om
verdere strafrechtelijke inbreuken of fouten te voorkomen. De aanbestedende
diensten beoordelen de door gegadigden en inschrijvers genomen maatregelen,
rekening houdend met de ernst en de bijzondere omstandigheden van de
strafrechtelijke inbreuken of fouten. Wanneer de aanbestedende dienst de
maatregelen onvoldoende acht, dient hij de redenen van dit besluit kenbaar te
maken. 5.
De lidstaten zorgen ervoor dat aanbestedende
diensten en ondernemingen via het contactpunt waarin artikel 88 voorziet,
eenvoudig informatie en bijstand kunnen verkrijgen met betrekking tot de
toepassing van dit artikel. 6.
De lidstaten stellen andere lidstaten desgevraagd
alle informatie ter beschikking die betrekking heeft op de in dit artikel opgesomde
gronden voor uitsluiting. De bevoegde autoriteiten van de lidstaat van
vestiging verstrekken deze informatie overeenkomstig artikel 88. Artikel 56
Selectiecriteria 1.
De aanbestedende diensten kunnen
deelnemingsvoorwaarden opstellen met betrekking tot: (a)
de geschiktheid om de beroepsactiviteit uit te
oefenen; (b)
de economische en financiële draagkracht; (c)
technische en beroepsbekwaamheid. Zij zijn niet verplicht alle in de leden 2, 3
en 4, bedoelde voorwaarden op te leggen maar kunnen geen andere eisen stellen. De aanbestedende diensten beperken eventuele
deelnemingsvoorwaarden tot die voorwaarden die geschikt zijn om te garanderen
dat een gegadigde of inschrijver over de juridische en financiële middelen en
de commerciële en technische vaardigheden beschikt om de te gunnen opdracht uit
te voeren. Alle voorschriften moeten betrekking te hebben op en strikt in
verhouding staan tot het voorwerp van de opdracht, rekening houdend met de
noodzaak om daadwerkelijke mededinging te waarborgen. 2.
Met betrekking tot de geschiktheid om de
beroepsactiviteit uit te oefenen kunnen aanbestedende diensten van ondernemers
eisen dat zij zijn ingeschreven bij een van de beroeps- of handelsregisters die
in de lidstaat van vestiging worden bijgehouden, als omschreven in
bijlage XII. Bij procedures voor de gunning van
overheidsopdrachten voor diensten kan de aanbestedende dienst, indien de
gegadigden of de inschrijvers over een bijzondere vergunning moeten beschikken
of lid van een bepaalde organisatie moeten zijn om in hun land van oorsprong de
betrokken dienst te kunnen verlenen, eisen dat zij aantonen dat zij over deze
vergunning of dit lidmaatschap beschikken. 3.
Met betrekking tot de economische en financiële
draagkracht kunnen aanbestedende diensten van ondernemers eisen dat zij over voldoende
financiële en economische capaciteit beschikken. Hiertoe kunnen zij eisen dat
ondernemers een bepaalde minimumjaaromzet hebben, met inbegrip van een bepaalde
minimumomzet op het gebied waarvoor de opdracht geldt en beschikken over een
afdoende beroepsrisicoverzekering. De minimumjaaromzet mag niet hoger zijn dan
driemaal de geraamde waarde van de opdracht, behalve in naar behoren
gemotiveerde gevallen die betrekking hebben op de speciale risico’s die
verbonden zijn aan de aard van de werken, diensten of leveringen. De
aanbestedende dienst vermeldt dergelijke uitzonderlijke gevallen in de
aanbestedingsdocumenten. Wanneer een opdracht in percelen is onderverdeeld,
geldt dit artikel voor elk afzonderlijk perceel. De aanbestedende dienst kan de
eis inzake de minimumjaaromzet voorts vaststellen ten aanzien van groepen
percelen, ingeval aan de begunstigde inschrijver verschillende percelen wordt
gegund krijgt die tegelijkertijd moeten worden uitgevoerd. Wanneer op een raamovereenkomst gebaseerde
opdrachten na een nieuwe oproep tot mededinging worden gegund, wordt de
maximale jaaromzet als bedoeld in de tweede alinea van dit lid, berekend op
basis van de verwachte maximale omvang van specifieke opdrachten die
tegelijkertijd worden uitgevoerd, indien bekend, of als deze niet bekend is, op
de geraamde waarde van de raamovereenkomst. 4.
Met betrekking tot de technische bekwaamheid en
beroepsbekwaamheid kunnen aanbestedende diensten eisen dat ondernemers over de
noodzakelijke personele en technische middelen en ervaring beschikken om de
opdracht volgens een passende kwaliteitsnorm uit te voeren. Aanbestedende
diensten kunnen tot de bevinding komen dat ondernemers de opdracht niet volgens
een passende kwaliteitsnorm zullen uitvoeren wanneer zij hebben heeft vastgesteld
dat er sprake is van belangenconflicten die de uitvoering van de opdracht
negatief kunnen beïnvloeden. Bij procedures voor de gunning van
overheidsopdrachten voor leveringen waarvoor plaatsings- of
installatiewerkzaamheden nodig zijn, voor het verlenen van diensten of de
uitvoering van werken, kan de geschiktheid van ondernemers om die diensten te
verlenen of die installatiewerkzaamheden of werken uit te voeren, worden
beoordeeld aan de hand van hun knowhow, efficiëntie, ervaring en
betrouwbaarheid. 5.
De aanbestedende diensten vermelden in de
aankondiging van opdracht of de uitnodiging tot bevestiging van belangstelling
de vereiste deelnemingsvoorwaarden, eventueel in de vorm van minimale vereisten
inzake bekwaamheid, samen met de geschikte bewijsmiddelen daarvoor. Artikel 57
Eigen verklaringen en andere bewijsmiddelen 1.
Aanbestedende diensten aanvaarden als voorlopig
bewijs eigen verklaringen van gegadigden en inschrijvers volgens welke deze
voldoen aan de volgende voorwaarden: (a)
zij bevinden zich niet in een van de situaties als
bedoeld in artikel 55, waardoor ondernemers kunnen of moeten worden
uitgesloten; (b)
zij voldoen aan de selectiecriteria als vastgesteld
overeenkomstig artikel 56; (c)
zij voldoen, indien van toepassing, aan de
objectieve regels en criteria als vastgesteld overeenkomstig artikel 64; (d)
zij zijn desgevraagd in staat overwijld documenten
tot staving te verstrekken die de aanbestedende diensten eisen overeenkomstig
de artikelen 59 en 60 en, in voorkomend geval, de artikelen 61 en 63. 2.
Een aanbestedende dienst kan een gegadigde of
inschrijver tijdens de procedure te allen tijde verzoeken de vereiste
documentatie geheel of gedeeltelijk over te leggen wanneer dit noodzakelijk is
om het goede verloop van de procedure te waarborgen. Vóór de gunning van de opdracht eist de
aanbestedende dienst van de inschrijver aan wie de opdracht wordt gegund dat
hij de documenten overeenkomstig de artikelen 59 en 60 en, in voorkomende
gevallen, artikel 61 overlegt. De aanbestedende dienst kan ondernemers
verzoeken de overeenkomstig de artikelen 59, 60 en 61 overgelegde
verklaringen en documenten aan te vullen of te verduidelijken. 3.
Aanbestedende diensten eisen geen andere
certificaten dan die welke in de artikelen 60 en 61 zijn bedoeld; met
betrekking tot artikel 62 kunnen ondernemers gebruik maken van alle
passende middelen om ten aanzien van de aanbestedende dienst te bewijzen dat
zij de nodige middelen tot hun beschikking hebben. Gegadigden en inschrijvers worden niet uitgenodigd
tot nieuwe overlegging van een certificaat of een ander bewijsstuk dat
gedurende de afgelopen vier jaar in een eerdere procedure reeds aan dezelfde
aanbestedende dienst is overgelegd en dat nog geldig is. 4.
De lidstaten stellen overeenkomstig artikel 88
andere lidstaten desgevraagd alle informatie ter beschikking die betrekking
heeft op de in artikel 55 opgesomde uitsluitingsgronden, de geschiktheid,
de financiële en technische vaardigheden van inschrijvers als bedoeld in
artikel 56 en de inhoud of aard van de in dit artikel vermelde
bewijsmiddelen. Artikel 58
Online-repository van certificaten (e-Certis) 1.
Met het oog op de vereenvoudiging van
grensoverschrijdende inschrijvingen zorgen de lidstaten ervoor dat de
informatie inzake certificaten en andere vormen van bewijsstukken die in
e-Certis zijn opgeslagen, permanent wordt bijgewerkt. 2.
Het gebruik van e-Certis wordt verplicht en
aanbestedende diensten wordt ertoe verplicht uiterlijk twee jaar na de
overeenkomstig artikel 92, lid 1, vastgestelde datum alleen de
certificaten of bewijsstukken te eisen die in e-Certis beschikbaar zijn. Artikel 59
Europees aanbestedingspaspoort 1.
Nationale autoriteiten verstrekken, op verzoek van
een onderneming die in de desbetreffende lidstaat is gevestigd en die aan de
nodige voorwaarden voldoet, een Europees aanbestedingspaspoort. Het Europees
aanbestedingspaspoort bevat de in bijlage XIII omschreven bijzonderheden
en wordt opgesteld op basis van een standaardformulier. De Commissie is bevoegd overeenkomstig
artikel 89 gedelegeerde handelingen vast te stellen teneinde bijlage XIII
te wijzigen in verband met de technische vooruitgang of om administratieve
redenen. Zij stelt ook het standaardformulier voor het Europees
aanbestedingspaspoort vast. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld
overeenkomstig de in artikel 91 bedoelde raadplegingsprocedure. 2.
Uiterlijk twee jaar na de in artikel 92,
lid 1, vastgestelde datum wordt het paspoort uitsluitend in elektronische
vorm verstrekt. 3.
De autoriteit die het paspoort afgeeft, betrekt de
relevante informatie rechtstreeks van de bevoegde instanties, tenzij dit
vanwege nationale regels inzake bescherming van persoonsgegevens verboden is. 4.
Het Europees aanbestedingspaspoort wordt door alle
aanbestedende diensten erkend als bewijs van naleving van de gestelde
deelnemingsvoorwaarden en kan niet zonder motivering ter discussie worden
gesteld. Een dergelijke motivering kan betrekking hebben op het feit dat het
paspoort meer dan zes maanden eerder is afgegeven. 5.
De lidstaten stellen andere lidstaten desgevraagd
alle informatie ter beschikking die betrekking heeft op de authenticiteit en de
inhoud van het Europees aanbestedingspaspoort. De bevoegde instanties van de
lidstaat van vestiging verstrekken deze informatie overeenkomstig artikel 88. Artikel 60
Certificaten 1.
Als voldoende bewijs dat de ondernemer niet
verkeert in een van de in artikel 55 bedoelde situaties, wordt door de
aanbestedende diensten aanvaard: (a)
voor lid 1 van dat artikel, een uittreksel uit het
desbetreffende register, bijvoorbeeld het strafregister of, bij gebreke
daarvan, een gelijkwaardig document, afgegeven door een bevoegde rechterlijke
of administratieve instantie van het land van oorsprong of het land waar de
ondernemer is gevestigd, waaruit blijkt dat aan de betrokken eisen is voldaan; (b)
voor lid 2 en lid 3, onder b), van het genoemde
artikel, een door de bevoegde instantie van de betrokken lidstaat afgegeven
getuigschrift; (c)
wanneer dergelijke documenten of getuigschriften
niet door het betrokken land worden afgegeven of niet alle in de leden 1, 2 en 3,
onder b), van dat artikel genoemde gevallen dekken, kunnen deze worden
vervangen door een daartoe bestemde officiële verklaring van het overeenkomstig
artikel 88 aangewezen nationale contactpunt. 2.
Het bewijs van de economische en financiële
draagkracht van een ondernemer kan in het algemeen worden geleverd door een of
meer van de in bijlage XIV, deel 1, bedoelde referenties. Wanneer de ondernemer om gegronde redenen niet in
staat is de door de aanbestedende dienst gevraagde referenties over te leggen,
kan hij zijn economische en financiële draagkracht aantonen met andere
documenten die de aanbestedende dienst geschikt acht. 3.
De technische bekwaamheid van de ondernemer kan
worden aangetoond op een of meer van de wijzen bedoeld in bijlage XIV,
deel 2, naargelang van de aard, de hoeveelheid of omvang en het doel van
de werken, leveringen of diensten. 4.
De lidstaten stellen overeenkomstig artikel 88
andere lidstaten desgevraagd alle informatie ter beschikking die betrekking
heeft op de bewijzen voor uitsluitingsgronden, de documenten ten bewijze van de
geschiktheid om de beroepsactiviteit uit te oefenen en de financiële en
technische vaardigheden van inschrijvers, alsmede eventuele andere
bewijsmiddelen als bedoeld in de leden 1, 2 en 3 van dit artikel. Artikel 61
Kwaliteitsnormen en normen inzake milieubeheer 1.
Ingeval aanbestedende diensten de overlegging eisen
van een door een onafhankelijke instantie opgestelde verklaring dat de
ondernemer voldoet aan bepaalde kwaliteitsnormen, met inbegrip van normen
inzake toegankelijkheid voor gehandicapte personen, verwijzen zij naar
regelingen voor kwaliteitsbewaking op basis van de desbetreffende Europese
normenreeks die gecertificeerd zijn door instanties overeenkomstig de Europese
normenreeks voor certificering. Zij erkennen gelijkwaardige verklaringen van in
andere lidstaten gevestigde instanties. Zij aanvaarden eveneens andere bewijzen
van gelijkwaardige maatregelen inzake kwaliteitsbewaking van ondernemers die
niet voor dergelijke verklaringen in aanmerking komen of die deze verklaringen
niet binnen de gestelde termijnen kunnen verkrijgen. 2.
Wanneer aanbestedende diensten de overlegging eisen
van een door een onafhankelijke instantie opgestelde verklaring dat de
ondernemer voldoet aan bepaalde regelingen of normen inzake milieubeheer,
verwijzen zij naar het communautair milieubeheer- en milieuauditsysteem (EMAS)
of enig ander milieubeheersysteem als erkend overeenkomstig artikel 45 van
Verordening (EG) nr. 1221/2009 van het Europees Parlement en de Raad[41]
of andere normen inzake milieubeheer op basis van de toepasselijke Europese of
internationale normen die door geaccrediteerde instanties zijn gecertificeerd.
Zij erkennen gelijkwaardige certificaten gelijkwaardige verklaringen van in
andere lidstaten gevestigde instanties. Zij aanvaarden eveneens andere bewijzen
van gelijkwaardige maatregelen inzake milieubeheer van ondernemers die niet
voor dergelijke certificaten in aanmerking komen of deze niet binnen de
gestelde termijnen kunnen verkrijgen. 3.
De lidstaten stellen andere lidstaten
overeenkomstig artikel 88 desgevraagd alle informatie ter beschikking die
betrekking heeft op documenten die worden overgelegd als bewijs van de naleving
van de in de leden 1 en 2 van dit artikel bedoelde kwaliteits- en milieunormen. Artikel 62
Beroep op de draagkracht van andere entiteiten 1.
Met betrekking tot de in artikel 56, lid 3,
bedoelde criteria inzake economische en financiële draagkracht en de in
artikel 56, lid 4, bedoelde criteria inzake technische bekwaamheid en
beroepsbekwaamheid kan een ondernemer zich, in voorkomend geval en voor een
bepaalde opdracht, beroepen op de draagkracht van andere entiteiten, ongeacht
de juridische aard van zijn banden met die entiteiten. In dat geval toont hij
ten behoeve van de aanbestedende dienst aan dat hij voor de volledige geldigheidsduur
van de erkenningsregeling kan beschikken over deze middelen, bijvoorbeeld door
overlegging van de desbetreffende verbintenis van deze diensten. Voor de
economische en financiële draagkracht kunnen aanbestedende diensten eisen dat
de ondernemer en deze diensten gezamenlijk instaan voor de uitvoering van de
opdracht. Onder dezelfde voorwaarden kan een combinatie van
ondernemers als bedoeld in artikel 16, zich beroepen op de draagkracht van
de deelnemers aan de combinatie of andere entiteiten. 2.
In het geval van opdrachten voor werken, diensten
en plaatsings- en installatiewerkzaamheden in het kader van een opdracht voor
diensten kunnen aanbestedende diensten eisen dat bepaalde kritieke taken
rechtstreeks door de inschrijver zelf worden verricht, of wanneer een
inschrijving door een combinatie van ondernemers als bedoeld in artikel 16 is
ingediend, door een deelnemer aan de combinatie. Artikel 63
Officiële lijsten van erkende ondernemingen en certificering door
publiekrechtelijke of privaatrechtelijke instellingen 1.
De lidstaten kunnen officiële lijsten van erkende
aannemers, leveranciers of dienstverleners vaststellen en bijhouden of zorgen
voor een certificering door instellingen die voldoen aan de Europese
certificeringsnormen in de zin van bijlage VIII. Zij verstrekken de Commissie en de andere
lidstaten het adres van de certificeringsinsteling of de instantie die belast
is met de officiële lijsten, waarnaar aanvragen dienen te worden verzonden. 2.
De lidstaten passen de voorwaarden voor
inschrijving op de in lid 1 bedoelde lijsten en de voorwaarden voor afgifte van
certificaten door de certificeringsinstellingen aan volgens de bepalingen van
deze onderafdeling. De lidstaten passen deze voorwaarden eveneens aan
met betrekking tot artikel 62, voor verzoeken tot inschrijving van
ondernemers die deel uitmaken van een groep en die gebruikmaken van middelen
die hun door andere ondernemingen van de groep ter beschikking worden gesteld.
In die gevallen moeten deze ondernemers bewijzen ten aanzien van de instantie
die de officiële lijst vaststelt, dat zij gedurende de volledige
geldigheidsduur van het bewijs van inschrijving op de officiële lijst over die
middelen zullen beschikken, en dat deze ondernemingen voor dezelfde periode
blijven voldoen aan de voorschriften op het gebied van de kwalitatieve selectie
als vervat in de officiële lijst of het certificaat waarop deze ondernemers
zich voor hun inschrijving beroepen. 3.
De ondernemers die op een officiële lijst zijn
ingeschreven of in het bezit zijn van een certificaat, kunnen de aanbestedende
dienst bij elke opdracht een door de bevoegde autoriteit afgegeven bewijs van
inschrijving of het door de bevoegde certificeringsinstelling afgegeven
certificaat overleggen. Op dit bewijs of certificaat worden de referenties vermeld
op grond waarvan de inschrijving van die ondernemers op de lijst of
certificering mogelijk was, alsmede de classificatie op deze lijst. 4.
De door de bevoegde autoriteit gecertificeerde
inschrijving op een officiële lijst of het door de certificeringsinstelling
afgegeven certificaat vormt een vermoeden van geschiktheid met betrekking tot
de eisen voor kwalitatieve selectie zoals vervat in de lijst of het
certificaat. 5.
De informatie die uit de inschrijving op een
officiële lijst of de certificering kan worden afgeleid, kan niet zonder
verantwoording ter discussie worden gesteld. Met betrekking tot de betaling van
socialezekerheidsbijdragen en belastingen en heffingen kan van elke
ingeschreven ondernemer bij elke te gunnen opdracht een aanvullend certificaat worden
geëist. Lid 3 en de eerste alinea van het onderhavige
lid worden door de aanbestedende diensten van de andere lidstaten alleen
toegepast op leveranciers die zijn gevestigd in de lidstaat die de officiële
lijst bijhoudt. 6.
De in de lijst of het certificaat vervatte
vereisten inzake bewijs van de criteria voor kwalitatieve selectie moeten
voldoen aan de artikelen 59 en 60 en, indien van toepassing, aan
artikel 61. Voor inschrijving van ondernemers uit andere lidstaten op een
officiële lijst of voor de certificering van die ondernemers mogen geen andere
bewijzen of verklaringen worden gevraagd dan die van nationale ondernemers
worden gevraagd. Ondernemers kunnen te allen tijde verzoeken om
inschrijving op een officiële lijst of om afgifte van een certificaat. Zij
worden binnen een betrekkelijk korte termijn in kennis gesteld van het besluit
van de met de opstelling van de lijst belaste autoriteit of van de bevoegde
certificeringsinstelling. 7.
Inschrijving op een lijst of certificering kan niet
aan ondernemers uit andere lidstaten worden opgelegd voor deelneming aan een
overheidsopdracht. De aanbestedende diensten erkennen gelijkwaardige
certificaten van de in andere lidstaten gevestigde instellingen. Zij aanvaarden
ook andere gelijkwaardige bewijsmiddelen. 8.
De lidstaten stellen andere lidstaten
overeenkomstig artikel 88 desgevraagd alle informatie ter beschikking die
betrekking heeft op de documenten die zijn overgelegd als bewijs dat de
ondernemers voldoen aan de eisen voor inschrijving op de lijst van erkende ondernemingen
of als bewijs dat ondernemers uit een andere lidstaat over een gelijkwaardige
certificering beschikken. Onderafdeling 2
beperking van het aantal gegadigden, inschrijvingen en oplossingen Artikel 64
Beperking van het aantal in andere opzichten gekwalificeerde gegadigden die
worden uitgenodigd tot deelneming 1.
Bij niet-openbare procedures,
mededingingsprocedures van gunning door onderhandelingen, concurrentiegerichte
dialogen en innovatiepartnerschappen kunnen de aanbestedende diensten het
aantal aan de selectiecriteria beantwoordende gegadigden die zij tot indiening
van een inschrijving of tot een dialoog zullen uitnodigen, beperken op
voorwaarde dat er een voldoende aantal gekwalificeerde gegadigden is. De aanbestedende diensten vermelden in de aankondiging
van de opdracht of de uitnodiging tot bevestiging van belangstelling de
objectieve en niet-discriminerende criteria of regels die zij voornemens zijn
te hanteren, alsook het minimum- en in voorkomend geval het maximumaantal
gegadigden die zij voornemens zijn uit te nodigen. 2.
Bij niet-openbare procedures bedraagt het
minimumaantal gegadigden vijf. Bij mededingingsprocedures van gunning door
onderhandelingen, concurrentiegerichte dialogen en innovatiepartnerschappen is
het minimumaantal drie. Het aantal uitgenodigde gegadigden moet in elk geval
toereikend zijn om daadwerkelijke mededinging te waarborgen. De aanbestedende diensten nodigen een aantal
gegadigden uit dat ten minste gelijk is aan het vereiste minimumaantal. Wanneer
het aantal gegadigden die aan de selectiecriteria en de minimumvoorschriften
inzake bekwaamheid voldoen, lager is dan het in artikel 56, lid 5 bedoelde
minimumaantal, kan de aanbestedende dienst de procedure voortzetten door de
gegadigde of de gegadigden met de vereiste bekwaamheden uit te nodigen. De
aanbestedende dienst kan tot dezelfde procedure geen andere ondernemers
toelaten die niet om deelneming hebben verzocht, of gegadigden die niet over de
vereiste bekwaamheden beschikken. Artikel 65
Beperking van het aantal inschrijvingen en oplossingen Wanneer de aanbestedende diensten gebruik
maken van de in artikel 27, lid 5, bedoelde mogelijkheid tot
beperking van het aantal tot onderhandelingen toegelaten inschrijvingen of van
de in artikel 28, lid 4, bedoelde mogelijkheid tot beperking van het
aantal te bespreken oplossingen, passen zij de in de aankondiging van de
opdracht, de specificaties of het beschrijvend document vermelde
gunningscriteria toe. In de slotfase moet het bereikte aantal een
daadwerkelijke mededinging kunnen waarborgen voorzover er voldoende geschikte
gegadigden of oplossingen zijn. Onderafdeling 3
Gunning van de opdracht Artikel 66
Gunningscriteria voor opdrachten 1.
Onverminderd nationale wettelijke en
bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de vergoeding van bepaalde diensten
zijn de criteria op basis waarvan aanbestedende diensten een opdracht gunnen: (a)
de economisch meest voordelige inschrijving; (b)
de laagste kostprijs. De kosten kunnen naar keuze van de aanbestedende
dienst worden beoordeeld op basis van de prijs alleen of op basis van
kosteneffectiviteit, zoals een beoordeling van de levenscycluskosten, onder de
in artikel 67 bepaalde voorwaarden. 2.
De in lid 1, onder a), bedoelde economisch meest
voordelige inschrijving wordt uit het oogpunt van de aanbestedende dienst
vastgesteld op basis van criteria die verband houden met het voorwerp van de
betrokken opdracht. Deze criteria omvatten naast de in lid 1, onder b),
bedoelde prijs of kosten andere criteria die verband houden met het voorwerp
van de betrokken opdracht, zoals: (a)
kwaliteit, waaronder technische waarde, esthetische
en functionele kenmerken, toegankelijkheid, geschiktheid van het ontwerp voor
alle gebruikers, milieukenmerken en innovatief karakter; (b)
voor opdrachten voor diensten en opdrachten die
betrekking hebben op het ontwerpen van werken, kunnen de organisatie, de
kwalificatie en de ervaring van het bij de uitvoering van de opdracht betrokken
personeel in aanmerking worden genomen, met als gevolg dat dit personeel na de
gunning van de opdracht alleen kan worden vervangen met instemming van de
aanbestedende dienst, die moet nagaan of met deze vervangingen een evenwaardige
organisatie en kwaliteit wordt verzekerd; (c)
klantenservice en technische bijstand,
leveringsdatum en leveringsperiode of termijn voor voltooiing; (d)
het specifieke proces van productie of levering van
de gevraagde werken, goederen of diensten of in elk ander stadium van de
levenscyclus, als bedoeld in artikel 2, punt 22, voorzover deze criteria nader
bepaald zijn overeenkomstig lid 4 en betrekking hebben op factoren die
rechtstreeks verband houden met deze processen en het specifieke proces van
productie of verrichting van de gevraagde werken, leveringen of diensten
kenmerken. 3.
De lidstaten kunnen bepalen dat de gunning van
bepaalde soorten opdrachten wordt gebaseerd op de economisch meest voordelige
aanbieding als bedoeld in lid 1, onder a), en lid 2. 4.
Gunningscriteria verlenen de aanbestedende dienst
geen onbeperkte keuzevrijheid. Zij zorgen ervoor dat daadwerkelijke mededinging
mogelijk blijft en worden onderworpen aan voorschriften waarmee de door de
inschrijvers verstrekte informatie daadwerkelijk kan worden gecontroleerd.
Aanbestedende diensten controleren op basis van de door de inschrijvers
verstrekte informatie en bewijsmiddelen daadwerkelijk of de inschrijvingen aan
de gunningscriteria voldoen. 5.
In het in lid 1, onder a), bedoelde geval
specificeert de aanbestedende dienst in de aankondiging van de opdracht, de
uitnodiging tot bevestiging van belangstelling, de aanbestedingsdocumenten of, bij
de concurrentiegerichte dialoog, in het beschrijvende document, het relatieve
gewicht dat hij voor de bepaling van de economisch meest voordelige
inschrijving aan elk van de gekozen criteria toekent. Dit relatieve gewicht kan worden uitgedrukt in een
marge met een passend verschil tussen minimum en maximum. Wanneer weging om objectieve redenen niet mogelijk
is, vermeldt de aanbestedende dienst de criteria in dalende graad van
belangrijkheid. Artikel 67
Levenscycluskosten 1.
Levenscycluskosten dekken voorzover relevant alle
volgende kosten over de levenscyclus van een product, dienst of werk, als
bedoeld in artikel 2, punt 22: (a)
interne kosten, met inbegrip van kosten voor de
verkrijging, zoals productiekosten, het gebruik, zoals energieverbruik,
onderhoudskosten, en het levenseinde, zoals kosten voor ophaling en recycling,
en (b)
externe milieukosten die rechtstreeks verband
houden met de levenscyclus, mits de waarde in geld kan worden vastgesteld en
gecontroleerd, die betrekking kunnen hebben op kosten voor de uitstoot van
broeikasgassen of andere vervuilende uitstoot en overige kosten voor
bestrijding van klimaatverandering. 2.
Wanneer aanbestedende diensten de kosten op basis
van de levenscyclus beoordelen, vermelden zij in de aanbestedingsdocumenten
welke methodologie wordt gebruikt voor de berekening van de levenscycluskosten.
De gebruikte methodologie moet voldoen aan de volgende voorwaarden: (a)
zij is ontwikkeld op grond van wetenschappelijke
gegevens of is gebaseerd op andere objectief controleerbare en niet discriminerende
criteria; (b)
zij is bedoeld voor herhaalde of voortdurende
toepassing; (c)
zij is toegankelijk voor alle betrokken partijen. Aanbestedende diensten staan ondernemers,
waaronder ondernemers uit derde landen, toe voor de vaststelling van de
levenscycluskosten van hun offerte verschillende methodologieën toe te passen,
mits zij bewijzen dat deze methodologie voldoet aan de onder a), b) en c)
gestelde eisen en evenwaardig is aan de door de aanbestedende dienst vermelde
methodologie. 3.
Ingeval als onderdeel van een wetgevingshandeling
van de Unie, inclusief bij gedelegeerde handelingen uit hoofde van
sectorspecifieke regelgeving, een gemeenschappelijke methodologie voor de
berekening van levenscycluskosten wordt vastgesteld, is deze van toepassing
wanneer de levenscycluskosten deel uitmaken van de in artikel 66, lid 1,
bedoelde gunningscriteria. Een lijst van dergelijke wetgevings- en
gedelegeerde handelingen is opgenomen in bijlage XV. De Commissie is bevoegd
overeenkomstig artikel 89 gedelegeerde handelingen vast te stellen met
betrekking tot de bijwerking van deze lijst wanneer wijzigingen noodzakelijk
zijn ten gevolge van de vaststelling van nieuwe wetgeving of de intrekking of
wijziging van deze wetgeving. Artikel 68
Beletsels voor gunning Aanbestedende diensten gunnen de opdracht niet
aan de inschrijver die de beste inschrijving heeft ingediend in een van de
volgende gevallen: (a)
de inschrijver is niet in staat de overeenkomstig
de artikelen 59, 60 en 61 vereiste certificaten en documenten te
verstrekken; (b)
de krachtens artikel 22 afgelegde verklaring van de
inschrijver is vals; (c)
de krachtens artikel 21, lid 3, onder b), afgelegde
verklaring van de inschrijver is vals. Artikel 69
Abnormaal lage inschrijvingen 1.
De aanbestedende dienst verzoekt ondernemers om
toelichting over de gevraagde prijs of kosten wanneer aan alle volgende
voorwaarden is voldaan: (a)
de aangerekende prijs of kosten zijn meer dan 50%
lager dan de gemiddelde prijs of kosten van de andere inschrijvingen; (b)
de aangerekende prijzen of kosten zijn meer dan 20%
lager dan de prijzen of kosten van de tweede laagste inschrijving; (c)
er zijn ten minste vijf inschrijvingen ingediend. 2.
Wanneer inschrijvingen om andere redenen abnormaal
laag lijken, kunnen aanbestedende diensten ook om toelichting verzoeken. 3.
De in de leden 1 en 2 bedoelde toelichting kan in
het bijzonder betrekking hebben op: (a)
de doelmatigheid van de bouwmethode, het
fabricageproces of de geleverde diensten; (b)
de gekozen technische oplossingen of uitzonderlijk
gunstige omstandigheden waarvan de inschrijver bij de levering van de
producten, het verrichten van de diensten of de uitvoering van de werken kan
profiteren; (c)
de originaliteit van de door de inschrijver
voorgestelde werken, leveringen of diensten; (d)
naleving, tenminste op gelijkwaardige wijze, van verplichtingen
uit hoofde van wetgeving van de Unie op het gebied van sociaal, arbeids- of
milieurecht of met betrekking tot de in bijlage XI vermelde bepalingen van
internationaal sociaal en milieurecht, of indien deze niet van toepassing zijn,
uit hoofde van andere regelingen die een gelijkwaardig beschermingsniveau
bieden; (e)
de eventuele ontvangst van staatssteun door de
inschrijver. 4.
De aanbestedende dienst controleert de verstrekte
informatie in overleg met de inschrijver. Hij kan de inschrijving alleen afwijzen
wanneer het lage niveau van de aangerekende prijzen of kosten niet uit het
bewijsmateriaal blijkt rekening houdend met de in lid 3 bedoelde elementen. Aanbestedende diensten wijzen de inschrijving af
wanneer zij hebben vastgesteld dat de inschrijving abnormaal laag is omdat zij
niet voldoet aan verplichtingen gelden uit hoofde van wetgeving van de Unie op
het gebied van sociaal, arbeids- of milieurecht of uit hoofde van de in bijlage
XI vermelde bepalingen van internationaal sociaal en milieurecht. 5.
Wanneer een aanbestedende dienst constateert dat
een inschrijving abnormaal laag is doordat de inschrijver overheidssteun heeft
gekregen, kan de inschrijving alleen op die grond worden afgewezen na overleg
met de inschrijver wanneer deze niet binnen een door de aanbestedende dienst
gestelde toereikende termijn kan aantonen dat de betrokken steun verenigbaar
met de interne markt is in de zin van artikel 107 van het Verdrag. Wanneer de
aanbestedende dienst in een dergelijke situatie een inschrijving afwijst, stelt
hij de Commissie daarvan in kennis. 6.
De lidstaten stellen overeenkomstig artikel 88
andere lidstaten desgevraagd informatie ter beschikking over de bewijzen en
stukken die met betrekking tot de in lid 3 bedoelde gegevens worden overgelegd. HOOFDSTUK IV
Uitvoering van de opdracht Artikel 70
Voorwaarden waaronder de opdracht wordt uitgevoerd Aanbestedende diensten kunnen speciale
voorwaarden verbinden aan de uitvoering van een opdracht, mits deze voorwaarden
in de oproep tot mededinging of in de specificaties worden vermeld. Deze
voorwaarden kunnen in het bijzonder betrekking hebben op overwegingen op
sociaal en milieugebied. Zij kunnen eveneens de verplichting voor ondernemingen
inhouden om te voorzien in compensaties voor het risico op prijsstijgingen die
het gevolg zijn van prijsschommelingen (hedging) en een aanzienlijke invloed
kunnen hebben op de uitvoering van de opdracht. Artikel 71
Onderaanneming 1.
In de aanbestedingsdocumenten kan de aanbestedende
dienst de inschrijver verzoeken, of hij kan daartoe door een lidstaat worden
verplicht, in zijn inschrijving aan te geven welk gedeelte van de opdracht hij
eventueel voornemens is aan derden in onderaanneming te geven en welke
onderaannemers hij voorstelt. 2.
De lidstaten kunnen bepalen dat de aanbestedende dienst
verschuldigde betalingen op verzoek van de onderaannemer en wanneer de aard van
de opdracht dit mogelijk maakt, rechtstreeks aan de onderaannemer overmaakt
voor werken, leveringen of diensten aan de hoofdaannemer. In dat geval voeren
de lidstaten passende mechanismen in waardoor de hoofdaannemer zich kan
verzetten tegen onverschuldigde betalingen. Regelingen betreffende deze wijze
van betaling worden in de aanbestedingsdocumenten omschreven. 3.
De leden 1 en 2 laten de vraag naar de
aansprakelijkheid van de hoofdondernemer onverlet. Artikel 72
Wijziging van opdrachten gedurende de termijn 1.
Een wezenlijke wijziging van de bepalingen van een
opdracht voor werken, leveringen of diensten tijdens de looptijd ervan vormt
een nieuwe gunning in de zin van deze richtlijn en vereist een nieuwe
gunningsprocedure overeenkomstig deze richtlijn. 2.
Een wijziging van een opdracht tijdens de looptijd
ervan wordt geacht wezenlijk te zijn in de zin van lid 1 wanneer de opdracht
hierdoor wezenlijk verschilt van de aanvankelijk gesloten opdracht.
Onverminderd de leden 3 en 4 wordt een wijziging in elk geval geacht wezenlijk
te zijn wanneer aan een van de volgende voorwaarden is voldaan: (a)
de wijziging voorziet in voorwaarden die, hadden
zij deel uitgemaakt van de aanvankelijke gunningsprocedure, de selectie van
andere dan de aanvankelijk geselecteerde gegadigden en de gunning van de
opdracht aan een andere inschrijver mogelijk zouden hebben gemaakt; (b)
de wijziging verandert de economische balans van de
opdracht ten gunste van de ondernemer; (c)
de wijziging verruimt het toepassingsgebied van de
opdracht in aanzienlijke mate tot werken, leveringen of diensten die
aanvankelijk daar niet onder vielen. 3.
De vervanging van de ondernemer wordt geacht een
wezenlijke wijziging te zijn in de zin van lid 1. De eerste alinea geldt echter niet in het geval
van rechtsopvolging onder algemene of gedeeltelijke titel in de positie van de
aanvankelijke ondernemer, ten gevolge van herstructurering van de onderneming
of insolventie, door een andere ondernemer die voldoet aan de aanvankelijk
vastgestelde criteria voor kwalitatieve selectie, mits dit geen andere
wezenlijke wijzigingen in de opdracht meebrengt en niet is bedoeld om de
toepassing van deze richtlijn te omzeilen. 4.
Wanneer de waarde van de wijziging in geld kan
worden uitgedrukt, wordt de wijziging niet geacht wezenlijk te zijn in de zin
van lid 1 wanneer de waarde ervan de in artikel 4 vastgestelde drempels niet
overschrijdt en wanneer deze minder dan 5% van de prijs van de aanvankelijke
opdracht bedraagt, mits de wijziging de algemene aard van de opdracht niet
wijzigt. Wanneer een aantal opeenvolgende wijzigingen plaatsvinden, wordt de
waarde beoordeeld op basis van de cumulatieve waarde van de opeenvolgende
wijzigingen. 5.
Wijzigingen van een opdracht worden niet geacht
wezenlijk te zijn in de zin van lid 1 wanneer door de aanbestedingsdocumenten
is voorzien in duidelijke, precieze en ondubbelzinnige herzieningsclausules of
-opties. Deze clausules omschrijven de omvang en de aard van mogelijke
wijzigingen of keuzemogelijkheden alsmede de voorwaarden waaronder deze kunnen
worden gebruikt. Zij voorzien niet in wijzigingen of keuzemogelijkheden die de
algemene aard van de gunningsprocedure kunnen veranderen. 6.
In afwijking van lid 1 vereist een wezenlijke
wijziging geen nieuwe aanbestedingsprocedure wanneer aan de volgende
cumulatieve voorwaarden is voldaan: (a)
de behoefte aan wijziging is het gevolg van
omstandigheden die een zorgvuldige ondernemer niet kon voorzien; (b)
de wijziging brengt geen verandering in de algemene
aard van de opdracht; (c)
de prijsverhogingen zijn niet hoger dan 50% van de
waarde van de oorspronkelijke opdracht. Aanbestedende diensten maken deze wijzigingen
bekend in het Publicatieblad van de Europese Unie. Deze aankondigingen
bevatten de in bijlage VI, deel G, bedoelde informatie en worden
bekendgemaakt overeenkomstig artikel 49. 7.
De aanbestedende diensten maken geen gebruik van
wijzigingen in de opdracht in de volgende gevallen: (a)
wanneer de wijziging tot doel heeft gebreken in de
uitvoering door de ondernemer of de gevolgen daarvan te verhelpen die door de
handhaving van contractuele verplichtingen kunnen worden verholpen; (b)
wanneer de wijziging tot doel heeft het risico te
compenseren van prijsverhogingen die door de contractant afgedekt zijn. Artikel 73
Beëindiging van overeenkomsten De lidstaten zorgen ervoor dat aanbestedende
diensten onder de bij het toepasselijke nationale contractenrecht bepaalde
voorwaarden een opdracht voor werken, leveringen of diensten gedurende de
looptijd ervan kunnen verbreken wanneer aan een van de volgende voorwaarden is
voldaan: (a)
de in artikel 11 bepaalde uitzonderingen zijn niet
langer van toepassing ten gevolge van een privé-deelneming in de rechtspersoon
aan wie de opdracht is gegund overeenkomstig artikel 11, lid 4; (b)
een wijziging van de opdracht vormt een nieuwe
gunning in de zin van artikel 72; (c)
het Hof van Justitie van de Europese Unie stelt in
een procedure overeenkomstig artikel 258 van het Verdrag vast dat een lidstaat
zijn verplichtingen krachtens de Verdragen niet is nagekomen wegens het feit
dat een tot deze lidstaat behorende aanbestedende dienst de betrokken opdracht
heeft gegund zonder zijn verplichtingen krachtens de Verdragen en deze
richtlijn na te komen. Titel III
Bijzondere aanbestedingsregelingen HOOFDSTUK I
Sociale diensten en andere specifieke diensten Artikel 74
Gunning van opdrachten voor sociale en andere specifieke diensten De in bijlage XVI opgesomde opdrachten voor
sociale en andere specifieke diensten worden gegund in overeenstemming met dit
hoofdstuk wanneer de waarde van de opdracht gelijk is aan of hoger dan de in
artikel 4, onder d), vastgestelde drempel. Artikel 75
Bekendmaking van de aankondigingen 1.
Aanbestedende diensten die voornemens zijn om een
overheidsopdracht te gunnen voor de in artikel 74 bedoelde diensten, maken
hun voornemen hiertoe kenbaar via een aankondiging van opdracht. 2.
Aanbestedende diensten die een overheidsopdracht
hebben gegund voor de in artikel 84 bedoelde diensten, maken de resultaten
hiervan bekend in een aankondiging van een gegunde opdracht. 3.
De in de leden 1 en 2 bedoelde aankondigingen
bevatten de in bijlage VI, delen H en I, omschreven informatie in
overeenstemming met de standaardformulieren. De Commissie stelt de standaardformulieren vast.
Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 91
bedoelde raadplegingsprocedure. 4.
De in de leden 1 en 2 bedoelde aankondigingen
worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 49. Artikel 76
Beginselen van gunning van overheidsopdrachten 1.
De lidstaten voeren voor de gunning van onder dit
hoofdstuk vallende opdrachten passende procedures in waarbij wordt gezorgd voor
volledige naleving van de beginselen van transparantie en gelijke behandeling
van ondernemers en aanbestedende diensten rekening kunnen houden met de
specifieke kenmerken van de betrokken diensten. 2.
De lidstaten zorgen ervoor dat aanbestedende
diensten rekening kunnen houden met de noodzaak de kwaliteit, continuïteit,
toegankelijkheid, beschikbaarheid en volledigheid van de diensten, de specifieke
behoeften van verschillende categorieën gebruikers, de betrokkenheid en
inspraak van gebruikers en de innovatie te verzekeren. De lidstaten kunnen ook
bepalen dat de keuze van de dienstenaanbieder niet alleen op de prijs voor de
verrichting van de dienst wordt gebaseerd. HOOFDSTUK II
REGELS VOOR PRIJSVRAGEN Artikel 77
Algemene bepalingen 1.
De regels voor het uitschrijven van een prijsvraag
worden vastgesteld overeenkomstig dit hoofdstuk en ter beschikking gesteld van
belangstellenden voor deelneming aan de prijsvraag. 2.
De toelating van deelnemers tot prijsvragen mag
niet worden beperkt: (a)
tot het grondgebied van een lidstaat of een deel
daarvan; (b)
op grond van het feit dat de deelnemers, ingevolge
de wetgeving van de lidstaat waar de prijsvraag wordt uitgeschreven, hetzij
natuurlijke personen hetzij rechtspersonen moeten zijn. Artikel 78
Toepassingsgebied Dit hoofdstuk heeft betrekking op: (a)
prijsvragen die worden georganiseerd als onderdeel
van een aanbestedingsprocedure van een opdracht voor diensten; (b)
prijsvragen met prijzengeld of betaling van de
deelnemers. In de onder a) bedoelde gevallen wordt de in
artikel 4 genoemde drempel berekend op basis van de geraamde waarde van de
overheidsopdracht voor diensten, exclusief BTW, met inbegrip van het eventuele
prijzengeld of betaling van de deelnemers. Artikel 79
Aankondigingen 1.
Aanbestedende diensten die voornemens zijn een
prijsvraag uit te schrijven, doen daartoe een oproep tot mededinging in een
aankondiging van een prijsvraag. Wanneer zij het voornemen hebben een vervolgopdracht
voor diensten te gunnen overeenkomstig artikel 30, lid 3, wordt dit
in de aankondiging van de prijsvraag vermeld. 2.
Aanbestedende diensten die een prijsvraag hebben
uitgeschreven, zenden overeenkomstig artikel 49 een aankondiging
betreffende de resultaten van de prijsvraag en moeten de datum van verzending
kunnen aantonen. Indien openbaarmaking van de gegevens over de
uitslag van de prijsvraag de toepassing van de wet in de weg zou staan, in
strijd zou zijn met het openbare belang, schade zou berokkenen aan de
rechtmatige commerciële belangen van publieke of particuliere ondernemers,
inclusief de belangen van de ondernemer aan wie de opdracht is gegund, of
afbreuk zou kunnen doen aan de eerlijke mededinging tussen ondernemers,
behoeven deze gegevens niet te worden bekendgemaakt. 3.
De in de leden 1 en 2 van dit artikel bedoelde
aankondigingen worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 49, leden 2 tot en
met 6, en artikel 50. Zij bevatten de in bijlage VI, deel G, bedoelde
informatie in het formaat van standaardformulieren. De Commissie stelt de standaardformulieren vast.
Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in
artikel 91 bedoelde raadplegingsprocedure. Artikel 80
Regels voor de organisatie van prijsvragen en de selectie van deelnemers 1.
Voor het organiseren van hun prijsvragen passen de
aanbestedende diensten procedures toe die aan de bepalingen van deze richtlijn
zijn aangepast. 2.
Bij prijsvragen met een beperkt aantal deelnemers
stellen aanbestedende diensten duidelijke en niet-discriminerende
selectiecriteria vast. In elk geval moet het aantal gegadigden die tot
deelneming aan de prijsvraag worden uitgenodigd, toereikend zijn om een
daadwerkelijke mededinging te waarborgen. Artikel 81
Samenstelling van de jury De jury bestaat uitsluitend uit natuurlijke
personen die onafhankelijk zijn van de deelnemers aan de prijsvraag. Wanneer
van de deelnemers aan een prijsvraag een bijzondere beroepskwalificatie wordt
geëist, moet ten minste een derde van de juryleden dezelfde kwalificatie of een
gelijkwaardige kwalificatie hebben. Artikel 82
Beslissingen van de jury 1.
De jury is autonoom in haar beslissingen en
adviezen. 2.
De jury onderzoekt de projecten op basis van door
de gegadigden anoniem voorgelegde ontwerpen en uitsluitend op grond van de
criteria die in de aankondiging van de prijsvraag zijn vermeld. 3.
Zij stelt een door haar leden ondertekend verslag
op met de op basis van de merites van elk project vastgestelde rangorde van de
projecten, vergezeld van opmerkingen en punten die verduidelijking behoeven. 4.
De anonimiteit moet worden geëerbiedigd totdat het
advies of de beslissing van de jury bekend is. 5.
De gegadigden kunnen zo nodig worden uitgenodigd om
door de jury in haar notulen vermelde vragen te beantwoorden teneinde
duidelijkheid te verschaffen omtrent bepaalde aspecten van de projecten. 6.
Van de dialoog tussen de leden van de jury en de
gegadigden worden volledige notulen opgesteld. TITEL IV
BESTUUR Artikel 83
Handhaving Overeenkomstig Richtlijn 89/665/EEG van de
Raad zorgen de lidstaten voor een correcte tenuitvoerlegging van deze richtlijn
door doeltreffende, beschikbare en transparante mechanismen ter aanvulling van
het bestaande stelsel van beroepsmogelijkheden tegen beslissingen van
aanbestedende diensten. Artikel 84
Overheidstoezicht 1.
De lidstaten wijzen één onafhankelijke instantie
aan die belast is met toezicht op en coördinatie van uitvoeringsactiviteiten
(hierna "de toezichtsinstantie"). De lidstaten stellen de Commissie
op de hoogte van de aangewezen instantie. Alle aanbestedende diensten zijn onderworpen aan
dit toezicht. 2.
De bevoegde instanties die bij de
uitvoeringsactiviteiten betrokken zijn, worden zo georganiseerd dat
bevoegdheidsconflicten worden vermeden. Het stelsel van overheidstoezicht is
transparant. Met dat doel worden richtsnoeren en adviezen alsmede een
jaarverslag over de tenuitvoerlegging en toepassing van de in deze richtlijn
vastgestelde regels bekendgemaakt. Het jaarverslag bevat de volgende informatie: (a)
een vermelding over de slaagkansen van kleine en
middelgrote ondernemingen (kmo's) in aanbestedingen; wanneer het
slaagpercentage lager is dan 50% wat de waarde van aan kmo's gegunde opdrachten
betreft, wordt in het verslag onderzocht wat hiervoor de redenen zijn; (b)
een algemeen overzicht over de tenuitvoerlegging
van het beleid inzake duurzame aanbestedingen, met inbegrip van procedures
waarin rekening wordt gehouden met overwegingen inzake milieubescherming,
sociale integratie, waaronder de toegankelijkheid voor personen met een
handicap of bevordering van innovatie; (c)
informatie over het toezicht en de
voortgangsbegeleiding, overeenkomstig de leden 3 tot en met 5 van dit artikel,
van inbreuken op aanbestedingsregels die de begroting van de Unie raken; (d)
gecentraliseerde gegevens over gemelde gevallen van
fraude, omkoping, belangenconflicten en andere ernstige onregelmatigheden op
het gebied van overheidsaanbestedingen, met inbegrip van de gevallen die zich
voordoen in door de begroting van de Unie medegefinancierde projecten. 3.
De toezichtsinstantie is belast met de volgende
taken: (a)
toezicht op de toepassing van de
aanbestedingsregels en de daaraan verbonden praktijk van aanbestedende diensten
en in het bijzonder van aankoopcentrales; (b)
juridisch advies aan aanbestedende diensten over de
interpretatie van aanbestedingsregels en -beginselen en over de toepassing van
aanbestedingsregels in specifieke gevallen; (c)
verstrekking van initiatiefadviezen en richtsnoeren
over aangelegenheden van algemeen belang met betrekking tot de interpretatie en
toepassing van aanbestedingsregels, vaak terugkerende vragen en systeemgebonden
moeilijkheden betreffende de toepassing van aanbestedingsregels, op basis van
de bepalingen van deze richtlijn en de desbetreffende rechtspraak van het Hof
van Justitie van de Europese Unie; (d)
invoering en toepassing van algemene, werkbare,
'red flag' indicatorsystemen om gevallen van fraude, corruptie,
belangenconflicten en andere ernstige onregelmatigheden te voorkomen, op te
sporen en op passende wijze te melden; (e)
bewustmaking van de bevoegde nationale instanties, waaronder
de auditinstanties, met betrekking tot vastgestelde specifieke schendingen en
systeemgebonden problemen; (f)
onderzoek van klachten van burgers en ondernemingen
over de toepassing van aanbestedingsregels in specifieke gevallen en
doorzending van de onderzoeksresultaten aan de bevoegde aanbestedende diensten,
die verplicht zijn in hun beslissingen daarmee rekening te houden, of wanneer
de onderzoeksresultaten niet worden gevolgd, de redenen voor de afwijzing
daarvan toe te lichten; (g)
toezicht op de beslissingen van nationale
gerechtelijke instanties en autoriteiten naar aanleiding van een uitspraak van
het Hof van Justitie van de Europese Unie op basis van artikel 267 van het
Verdrag of bevindingen van de Europese Rekenkamer waarin schendingen van de
Europese aanbestedingsregels met betrekking tot door de Unie medegefinancierde
projecten zijn vastgesteld; de toezichtsinstantie meldt elke inbreuk op
aanbestedingsprocedures van de Unie aan het Europees Bureau voor
fraudebestrijding wanneer deze betrekking heeft op opdrachten die direct of
indirect door de Europese Unie worden gefinancierd. De onder e) bedoelde taken laten de uitoefening
van het recht van hoger beroep overeenkomstig nationaal recht of overeenkomstig
de bij Richtlijn 89/665/EEG ingevoerde regeling onverlet. De lidstaten machtigen de toezichtsinstantie om in
beroepsprocedures tegen beslissingen van aanbestedende diensten krachtens
nationaal recht bevoegde gerechtelijke instanties aan te zoeken wanneer deze
een schending heeft vastgesteld tijdens haar activiteiten van toezicht en
juridisch advies. 4.
Onverminderd de algemene procedures en werkmethoden
die de Commissie heeft vastgesteld voor haar mededelingen aan en contacten met
de lidstaten, treedt de toezichtsinstantie op als specifiek contactpunt voor de
Commissie wanneer deze overeenkomstig artikel 17 van het Verdrag betreffende de
Europese Unie en artikel 317 van het Verdrag betreffende de werking van de
Europese Unie toeziet op de toepassing van het Europese recht en op de
uitvoering van de begroting van de Unie. Zij brengt aan de Commissie verslag
uit over elke schending van deze richtlijn in procedures voor de gunning van
direct of indirect door de Unie gefinancierde opdrachten. De Commissie kan de toezichtsinstantie in het
bijzonder aanzoeken voor de behandeling van individuele gevallen wanneer de
opdracht nog niet is gegund of het nog mogelijk is een beroepsprocedure in te
stellen. Zij kan deze instantie ook belasten met de controleactiviteiten die
noodzakelijk zijn ter uitvoering van de maatregelen waartoe lidstaten zich
hebben verbonden om door de Commissie aangewezen schendingen van Europese
aanbestedingsregels en beginselen te verhelpen. De Commissie kan de toezichtsinstantie verzoeken
beweerde inbreuken op de aanbestedingsregels van de Unie te onderzoeken met
betrekking tot door de begroting van de Unie medegefinancierde projecten. Zij
kan de toezichtsinstantie belasten met de begeleiding van bepaalde gevallen om
ervoor te zorgen dat ten aanzien van inbreuken op de aanbestedingsregels van de
Unie met betrekking tot medegefinancierde projecten passende maatregelen worden
genomen door de bevoegde nationale autoriteiten, die verplicht zijn de
instructies van de toezichtsinstantie te volgen 5.
De onderzoeks- en handhavingsactiviteiten die de
toezichtsinstantie verricht om te verzekeren dat de beslissingen van de
aanbestedende diensten voldoen aan deze richtlijn en de algemene beginselen van
het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, komen niet in de
plaats van en doen niet af aan de institutionele rol van de Commissie als
behoeder van het Verdrag. Wanneer de Commissie een individueel geval voor
behandeling verwijst, behoudt zij voorts het recht om op te treden in
overeenstemming met de haar krachtens het Verdrag verleende bevoegdheden. 6.
De aanbestedende diensten verstrekken de nationale
toezichtsinstantie de volledige tekst van alle gegunde opdrachten met een
waarde die gelijk is aan of hoger dan: (a)
1 000 000 euro in het geval van opdrachten voor
leveringen of diensten; (b)
10 000 000 euro in het geval van opdrachten voor
werken 7.
Onverminderd nationale wetgeving betreffende
toegang tot informatie en in overeenstemming met nationale en EU-wetgeving
betreffende gegevensbescherming geeft de toezichtsinstantie op schriftelijk
verzoek kosteloze, onbeperkte, volledige en rechtstreekse toegang tot de in lid
6 bedoelde opdrachten. Toegang tot bepaalde delen van de opdrachten kan worden
geweigerd wanneer de vrijgeving daarvan de handhaving van de wet in de weg zou
staan of anderszins in strijd zou zijn met het openbare belang, schade zou
berokkenen aan de rechtmatige commerciële belangen van bepaalde publieke of
particulier ondernemers of afbreuk zou kunnen doen aan de eerlijke mededinging
tussen ondernemers. Toegang tot de onderdelen die voor vrijgeving in
aanmerking komen, wordt binnen een redelijke termijn verleend en niet later dan
45 dagen vanaf de datum van het verzoek. De verzoekers die om toegang vragen, hoeven geen
direct of indirect belang met betrekking tot de desbetreffende opdracht aan te
tonen. De ontvanger van de informatie mag deze publiek maken. 8.
Het in lid 2 genoemde verslag bevat eveneens een
overzicht van alle activiteiten die de toezichtsinstantie overeenkomstig de
leden 1 tot en met 6 uitoefent. Artikel 85
Individuele verslagen over procedures voor de gunning van opdrachten Aanbestedende diensten stellen over elke
opdracht en raamovereenkomst en telkens wanneer een dynamisch aankoopsysteem
wordt ingevoerd, een proces-verbaal op, dat ten minste het volgende bevat: (a)
de naam en het adres van de aanbestedende dienst,
het voorwerp en de waarde van de opdracht, de raamovereenkomst of het dynamisch
aankoopsysteem; (b)
de namen van de begunstigde gegadigden of
inschrijvers met motivering van deze keuze; (c)
de namen van de uitgesloten gegadigden of inschrijvers
met motivering van deze uitsluiting; (d)
de redenen voor de afwijzing van abnormaal laag
bevonden inschrijvingen; (e)
de naam van de begunstigde inschrijver en de
motivering voor de keuze van deze inschrijving, alsmede, indien bekend, het
gedeelte van de opdracht of de raamovereenkomst dat de begunstigde inschrijver
voornemens is in onderaanneming aan derden te geven; (f)
voor procedures van gunning via onderhandelingen
zonder voorafgaande bekendmaking, de in artikel 30 bedoelde omstandigheden
die het gebruik van deze procedure rechtvaardigen; (g)
in voorkomend geval, de redenen voor het besluit
van de aanbestedende dienst om een opdracht niet te gunnen, een
raamovereenkomst niet te sluiten of een dynamisch aankoopsysteem niet in te
voeren; (h)
in voorkomend geval, vastgestelde
belangenconflicten en de in dit verband genomen maatregelen. De aanbestedende diensten documenteren het
verloop van alle gunningsprocedures, ongeacht of deze al dan niet elektronisch
worden verricht. Hiertoe bewaren zij documenten voor alle stadia in de
aanbestedingsprocedure, met inbegrip van de communicatie met ondernemers en
interne beraadslaging, de voorbereiding van de inschrijvingen, eventuele
dialoog of onderhandeling, selectie en gunning van de opdracht. Het proces-verbaal, of de hoofdpunten ervan,
worden desgevraagd aan de Commissie of de nationale toezichtsinstantie
meegedeeld. Artikel 86
Nationale verslaglegging en lijsten van aanbestedende diensten 1.
De overeenkomstig artikel 84 opgerichte of
aangewezen instanties zenden de Commissie uiterlijk op 31 oktober van het
volgende jaar op basis van een standaardformulier een uitvoerings- en
statistisch verslag over het jaar. 2.
Het in lid 1 bedoelde verslag bevat ten minste
de volgende informatie: (a)
een volledige en bijgewerkte lijst van alle
centrale overheidsinstanties, lagere aanbestedende diensten en
publiekrechtelijke instellingen en associaties van aanbestedende diensten die
overheidsopdrachten gunnen of raamovereenkomsten sluiten, met vermelding voor
elke dienst van het uniek identificatienummer wanneer de nationale wetgeving in
een dergelijk nummer voorziet; deze lijst wordt ingedeeld naar type dienst. (b)
een volledige en bijgewerkte lijst van alle
aankoopcentrales; (c)
voor alle opdrachten boven de in artikel 4 van
deze richtlijn vastgestelde drempels: (i) het aantal en de waarde van opdrachten
uitgesplitst naar type aanbestedende dienst per procedure en per werk, levering
en dienst overeenkomstig de CPV-nomenclatuur; (ii) voor opdrachten die in een procedure
van gunning door onderhandelingen zonder voorafgaande bekendmaking zijn gegund,
worden de onder i) bedoelde gegevens bovendien uitgesplitst naargelang van de
in artikel 30 bedoelde omstandigheden, met vermelding van het aantal en de
waarde van de opdrachten die per lidstaat en per derde land van vestiging van
de begunstigde onderneming zijn gegund; (d)
voor alle opdrachten die onder de in artikel 4
van deze richtlijn vastgestelde drempels vallen maar wel onder deze richtlijn
zouden vallen als hun waarde de drempel overschreed, het aantal en de waarde
van de gegunde opdrachten uitgesplitst naar type aanbestedende dienst. 3.
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 89
gedelegeerde handelingen vast te stellen tot wijziging van bijlage I om na
kennisgevingen door lidstaten de lijst van aanbestedende diensten bij te
werken, wanneer deze wijzigingen noodzakelijk zijn om aanbestedende diensten
juist te identificeren. De Commissie kan op gezette tijdstippen in het Publicatieblad
van de Europese Unie een lijst van de krachtens lid 2, onder a),
doorgegeven publiekrechtelijke diensten ter informatie bekendmaken. 4.
De lidstaten stellen de Commissie informatie ter
beschikking over hun institutionele organisatie met betrekking tot de
uitvoering, controle en naleving van deze richtlijn, alsmede over nationale
initiatieven om voorlichting en bijstand te verlenen bij de uitvoering van de
aanbestedingsregels van de Unie of een antwoord te formuleren op de uitdagingen
die zich bij de uitvoering van deze regels aandienen. 5.
De Commissie stelt het standaardformulier vast voor
het opmaken van het in lid 1 bedoelde jaarlijkse uitvoerings- en statistisch
verslag. Deze uitvoeringshandelingen worden vastgesteld overeenkomstig de in
artikel 91 bedoelde raadplegingsprocedure. Artikel 87
Bijstand voor aanbestedende diensten en ondernemers 1.
De lidstaten stellen structuren voor technische
ondersteuning ter beschikking om aanbestedende diensten juridisch en economisch
advies, voorlichting en bijstand te verlenen bij de voorbereiding en uitvoering
van aanbestedingsprocedures. De lidstaten zorgen er eveneens voor dat elke
aanbestedende dienst bekwame bijstand en adviesverlening over individuele
aangelegenheden kan verkrijgen. 2.
Teneinde de toegang van ondernemers, en met name
kmo's, tot aanbestedingen te verbeteren en het correcte begrip van de bepalingen
van deze richtlijn te bevorderen, zorgen de lidstaten ervoor dat passende
bijstand kan worden verkregen, ook met elektronische middelen of met gebruik
van bestaande netwerken voor beroepsondersteuning. 3.
Specifieke administratieve ondersteuning wordt ter
beschikking gesteld van ondernemers die voornemens zijn deel te nemen aan een
aanbestedingsprocedure in een andere lidstaat. Deze ondersteuning heeft ten
minste betrekking op de administratieve verplichtingen in de betrokken lidstaat
en op mogelijke verplichtingen op het gebied van elektronische aanbestedingen. De lidstaten zorgen ervoor dat belangstellende
ondernemers een vlotte toegang krijgen tot passende informatie over
verplichtingen met betrekking tot belastingen, milieubescherming en sociaal- of
arbeidsrechtelijke verplichtingen die gelden in de lidstaat, regio of plaats
waar de werken moeten worden uitgevoerd of de diensten moeten worden verricht
en die bij de uitvoering van de opdracht van toepassing zullen zijn op de ter
plaatse uit te voeren werken of te leveren diensten. 4.
Voor de toepassing van de leden 1, 2 en 3 kunnen de
lidstaten een of meerdere instanties of administratieve structuren aanwijzen.
De lidstaten zorgen voor een passende coördinatie tussen deze instanties en
structuren. Artikel 88
Administratieve samenwerking 1.
De lidstaten verlenen elkaar wederzijdse bijstand
en nemen maatregelen met het oog op daadwerkelijke onderlinge samenwerking
teneinde uitwisseling van informatie over de in de artikelen 40, 41, 42, 55, 57,
59, 60, 61, 63 en 69 bedoelde onderwerpen te verzekeren. Zij zien toe op de
vertrouwelijkheid van de onderling uitgewisselde informatie. 2.
De bevoegde autoriteiten van alle betrokken
lidstaten wisselen informatie uit met inachtneming van de wetgeving inzake
bescherming van persoonsgegevens als bedoeld in Richtlijnen 95/46/EG van het
Europees Parlement en de Raad[42] en 2002/58/EG van het
Europees Parlement en de Raad[43]. 3.
Voor de toepassing van dit artikel wijzen de
lidstaten een of meerdere contactpunten aan en delen zij de contactgegevens
daarvan mee aan de overige lidstaten, de toezichtsinstanties en de Commissie.
De lidstaten publiceren de lijst van contactpunten en werken deze regelmatig
bij. De toezichtsinstantie wordt belast met de coördinatie van deze
contactpunten. 4.
De uitwisseling van informatie geschiedt door
middel van het informatiesysteem interne markt (IMI) opgericht overeenkomstig
Verordening (EU) nr. XXX/XXXX van het Europees Parlement en de Raad[44]
[voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende
de administratieve samenwerking via het Informatiesysteem interne markt
("de IMI-verordening") COM(2011) 522]. De lidstaten verstrekken
onverwijld de door andere lidstaten gevraagde informatie. TITEL V
GEDELEGEERDE BEVOEGDHEDEN, UITVOERINGSBEVOEGDHEDEN EN SLOTBEPALINGEN Artikel 89
Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie 1.
De bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te
stellen wordt aan de Commissie toegekend onder de in dit artikel neergelegde
voorwaarden. 2.
De in de artikelen, 6, 13, 19, 20, 23, 54, 59, 67
en 86 bedoelde delegatie van bevoegdheden aan de Commissie geschiedt voor
onbepaalde tijd vanaf [de datum van inwerkingtreding van deze richtlijn]. 3.
De in de artikelen 6, 13, 19, 20, 23, 54, 59, 67 en
86 bedoelde bevoegdheidsdelegatie kan door het Europees Parlement of de Raad te
allen tijde worden ingetrokken. Een besluit tot intrekking beëindigt de
delegatie van de in dat besluit genoemde bevoegdheid. Het wordt van kracht op
de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese
Unie of op een daarin genoemde latere datum. Het besluit laat de geldigheid
van de reeds van kracht zijnde gedelegeerde handelingen onverlet. 4.
Zodra de Commissie een gedelegeerde handeling
vaststelt, stelt zij het Europees Parlement en de Raad daarvan gelijktijdig in
kennis. 5.
Een krachtens dit artikel vastgestelde gedelegeerde
handeling treedt alleen in werking indien het Europees Parlement of de Raad
binnen een termijn van twee maanden na de kennisgeving van de handeling aan het
Europees Parlement en de Raad daartegen geen bezwaar heeft gemaakt, of indien
zowel het Europees Parlement als de Raad voor het verstrijken van de termijn
van twee maanden de Commissie hebben medegedeeld dat zij daartegen geen bezwaar
zullen maken. Op initiatief van het Europees Parlement of de Raad wordt deze
termijn met twee maanden verlengd. Artikel 90
Spoedprocedure 1.
Gedelegeerde handelingen die overeenkomstig dit
artikel worden vastgesteld, treden onverwijld in werking en zijn van toepassing
zolang geen bezwaar wordt aangetekend overeenkomstig lid 2. In de kennisgeving
van de gedelegeerde handeling aan het Europees Parlement en de Raad wordt
vermeld om welke redenen gebruik wordt gemaakt van de spoedprocedure. 2.
Het Europees Parlement of de Raad kan
overeenkomstig de in artikel 89, lid 5, bedoelde procedure bezwaar aantekenen
tegen een gedelegeerde handeling. In dit geval trekt de Commissie de handeling
na kennisgeving van het besluit van het Europees Parlement of de Raad om
bezwaar aan te tekenen onverwijld in. Artikel 91
Comitéprocedure 1.
De Commissie wordt bijgestaan door het Raadgevend
Comité inzake overheidsopdrachten, dat is ingesteld bij Besluit 71/306/EEG van
de Raad[45]. Dit comité is een
comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011. 2.
Wanneer naar dit artikel wordt verwezen, is artikel
4 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing. Artikel 92
Omzetting 1. De lidstaten doen de nodige
wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 30
juni 2014 aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van
die bepalingen onverwijld mede. Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen,
wordt in de bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze
richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten. 2. De lidstaten delen de
Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die
zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen. Artikel 93
Intrekkingen Richtlijn 2004/18/EG wordt met ingang van 30 juni
2014 ingetrokken. Verwijzingen naar de ingetrokken richtlijn
gelden als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn en worden gelezen volgens
de concordantietabel in bijlage XVII. Artikel 94
Evaluatie De Commissie evalueert de economische gevolgen
voor de interne markt die voortvloeien uit de toepassing van de in artikel 4
vastgestelde drempelwaarden en brengt daarover uiterlijk op 30 juni 2017
verslag uit aan het Europees Parlement en de Raad. In geval van verandering van de krachtens de
overeenkomst geldende drempelwaarden wordt het verslag, indien passend, gevolgd
door een wetgevingsvoorstel tot wijziging van de in deze richtlijn vastgestelde
drempelwaarden. Artikel 95
Inwerkingtreding Deze richtlijn treedt in werking op de
twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad
van de Europese Unie. Artikel 96
Adressaten Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten. Gedaan te Brussel, 20.12.2011 Voor het Europees Parlement Voor
de Raad De Voorzitter De
Voorzitter BIJLAGE I
CENTRALE OVERHEIDSINSTANTIES België 1. Services publics fédéraux (ministères): || 1. Federale Overheidsdiensten (Ministeries): SPF Chancellerie du Premier Ministre || FOD Kanselarij van de Eerste Minister SPF Personnel et Organisation || FOD Personeel en Organisatie SPF Budget et Contrôle de la Gestion || FOD Budget en Beheerscontrole SPF Technologie de l'Information et de la Communication (Fedict) || FOD Informatie- en Communicatietechnologie (Fedict) SPF Affaires étrangères, Commerce extérieur et Coopération au Développement || FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking SPF Intérieur || FOD Binnenlandse Zaken SPF Finances || FOD Financiën SPF Mobilité et transports || FOD Mobiliteit en Vervoer SPF Emploi, Travail et Concertation sociale || FOD Werkgelegenheid, Arbeid en sociaal overleg SPF Sécurité Sociale et Institutions Publiques de Sécurité Sociale || FOD Sociale Zekerheid en Openbare Instellingen van sociale Zekerheid SPF Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et Environnement || FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu SPF Justice || FOD Justitie SPF Economie, PME, Classes moyennes et Énergie || FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie Ministère de la Défense || Ministerie van Landsverdediging Service public de Programmation Intégration sociale, Lutte contre la pauvreté et Economie sociale || Programmatorische Overheidsdienst Maatschappelijke Integratie, Armoedsbestrijding en sociale Economie Service public fédéral de Programmation Développement durable || Programmatorische federale Overheidsdienst Duurzame Ontwikkeling Service public fédéral de Programmation Politique scientifique || Programmatorische federale Overheidsdienst Wetenschapsbeleid 2. Régie des Bâtiments; || 2. Regie der Gebouwen Office national de Sécurité sociale || Rijksdienst voor sociale Zekerheid Institut national d’Assurance sociales pour travailleurs indépendants || Rijksinstituut voor de sociale Verzekeringen der Zelfstandigen Institut national d’Assurance Maladie-Invalidité || Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering Office national des Pensions || Rijksdienst voor Pensioenen Caisse auxiliaire d’Assurance Maladie-Invalidité || Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering Fonds des Maladies professionnelles || Fonds voor Beroepsziekten Office national de l’Emploi || Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening Bulgarije –
Администрация
на Народното
събрание –
Aдминистрация
на
Президента –
Администрация
на
Министерския
съвет –
Конституционен
съд –
Българска
народна
банка –
Министерство
на външните
работи –
Министерство
на
вътрешните
работи –
Министерство
на
държавната
администрация
и административната
реформа –
Министерство
на
извънредните
ситуации –
Министерство
на
земеделието
и храните –
Министерство
на
здравеопазването –
Министерство
на
икономиката
и енергетиката –
Министерство
на културата –
Министерство
на образованието
и науката –
Министерство
на околната
среда и
водите –
Министерство
на отбраната –
Министерство
на
правосъдието –
Министерство
на
регионалното
развитие и благоустройството –
Министерство
на
транспорта –
Министерство
на труда и
социалната
политика –
Министерство
на финансите Staatsagentschappen, staatscommissies,
uitvoerende agentschappen en andere staatsautoriteiten die bij wet of bij
besluit van de Raad van Ministers zijn opgericht en een functie hebben die
verband houdt met de uitoefening van de uitvoerende macht: –
Агенция
за ядрено
регулиране –
Висшата
атестационна
комисия –
Държавна
комисия за
енергийно и
водно регулиране –
Държавна
комисия по
сигурността
на информацията –
Комисия
за защита на
конкуренцията –
Комисия
за защита на
личните
данни –
Комисия
за защита от
дискриминация –
Комисия
за
регулиране
на
съобщенията –
Комисия
за финансов
надзор –
Патентно
ведомство на
Република
България –
Сметна
палата на
Република
България –
Агенция
за
приватизация –
Агенция
за
следприватизационен
контрол –
Български
институт по
метрология –
Държавна
агенция
„Архиви” –
Държавна
агенция
„Държавен
резерв и
военновременни
запаси” –
Държавна
агенция
„Национална
сигурност” –
Държавна
агенция за
бежанците –
Държавна
агенция за
българите в
чужбина –
Държавна
агенция за
закрила на
детето –
Държавна
агенция за
информационни
технологии и
съобщения –
Държавна
агенция за
метрологичен
и технически
надзор –
Държавна
агенция за
младежта и
спорта –
Държавна
агенция по
горите –
Държавна
агенция по
туризма –
Държавна
комисия по
стоковите
борси и тържища –
Институт
по публична
администрация
и европейска
интеграция –
Национален
статистически
институт –
Национална
агенция за
оценяване и
акредитация –
Националната
агенция за
професионално
образование
и обучение –
Национална
комисия за
борба с
трафика на хора –
Агенция
„Митници” –
Агенция
за държавна и
финансова
инспекция –
Агенция
за държавни
вземания –
Агенция
за социално
подпомагане –
Агенция
за хората с
увреждания –
Агенция
по
вписванията –
Агенция
по геодезия,
картография
и кадастър –
Агенция
по енергийна
ефективност –
Агенция
по заетостта –
Агенция
по
обществени
поръчки –
Българска
агенция за
инвестиции –
Главна
дирекция
„Гражданска
въздухоплавателна
администрация” –
Дирекция
„Материално-техническо
осигуряване
и социално
обслужване”
на
Министерство
на
вътрешните
работи –
Дирекция
„Оперативно
издирване” на
Министерство
на
вътрешните
работи –
Дирекция
„Финансово-ресурсно
осигуряване”
на
Министерство
на
вътрешните
работи –
Дирекция
за
национален
строителен
контрол –
Държавна
комисия по
хазарта –
Изпълнителна
агенция
„Автомобилна
администрация” –
Изпълнителна
агенция
„Борба с
градушките” –
Изпълнителна
агенция
„Българска
служба за
акредитация” –
Изпълнителна
агенция
„Военни
клубове и информация” –
Изпълнителна
агенция
„Главна
инспекция по
труда” –
Изпълнителна
агенция
„Държавна
собственост
на
Министерството
на отбраната” –
Изпълнителна
агенция
„Железопътна администрация” –
Изпълнителна
агенция
„Изпитвания и
контролни
измервания
на
въоръжение,
техника и имущества” –
Изпълнителна
агенция
„Морска
администрация” –
Изпълнителна
агенция
„Национален
филмов център” –
Изпълнителна
агенция
„Пристанищна
администрация” –
Изпълнителна
агенция
„Проучване и
поддържане
на река
Дунав” –
Изпълнителна
агенция
„Социални
дейности на
Министерството
на отбраната” –
Изпълнителна
агенция за
икономически
анализи и
прогнози –
Изпълнителна
агенция за
насърчаване
на малките и
средни
предприятия –
Изпълнителна
агенция по
лекарствата –
Изпълнителна
агенция по
лозата и
виното –
Изпълнителна
агенция по
околна среда –
Изпълнителна
агенция по
почвените
ресурси –
Изпълнителна
агенция по
рибарство и
аквакултури –
Изпълнителна
агенция по
селекция и
репродукция
в
животновъдството –
Изпълнителна
агенция по
сортоизпитване,
апробация и
семеконтрол –
Изпълнителна
агенция по
трансплантация –
Изпълнителна
агенция по
хидромелиорации –
Комисията
за защита на
потребителите –
Контролно-техническата
инспекция –
Национален
център за
информация и
документация –
Национален
център по
радиобиология
и радиационна
защита –
Национална
агенция за
приходите –
Национална
ветеринарномедицинска
служба –
Национална
служба
„Полиция” –
Национална
служба
„Пожарна
безопасност
и защита на
населението” –
Национална
служба за
растителна
защита –
Национална
служба за
съвети в
земеделието –
Национална
служба по
зърното и
фуражите –
Служба
„Военна
информация” –
Служба
„Военна
полиция” –
Фонд
„Републиканска
пътна
инфраструктура” –
Авиоотряд
28 Tsjechië –
Ministerstvo dopravy –
Ministerstvo financí –
Ministerstvo kultury –
Ministerstvo obrany –
Ministerstvo pro místní rozvoj –
Ministerstvo práce a sociálních věcí –
Ministerie van industrie en handel –
Ministerstvo spravedlnosti –
Ministerstvo školství, mládeže a tělovýchovy –
Ministerstvo vnitra –
Ministerstvo zahraničních věcí –
Ministerstvo zdravotnictví –
Ministerstvo zemědělství –
Ministerstvo životního prostředí –
Poslanecká sněmovna PČR –
Senát PČR –
Kancelář prezidenta –
Český statistický úřad –
Český úřad
zeměměřičský a katastrální –
Úřad průmyslového vlastnictví –
Úřad pro ochranu osobních údajů –
Bezpečnostní informační služba –
Národní bezpečnostní úřad –
Česká akademie věd –
Vězeňská služba –
Český báňský úřad –
Úřad pro ochranu hospodářské soutěže –
Správa státních hmotných rezerv –
Státní úřad pro jadernou bezpečnost –
Česká národní banka –
Energetický regulační úřad –
Úřad vlády České republiky –
Ústavní soud –
Nejvyšší soud –
Nejvyšší správní soud –
Nejvyšší státní zastupitelství –
Nejvyšší kontrolní úřad –
Kancelář Veřejného ochránce práv –
Grantová agentura České republiky –
Státní úřad inspekce práce –
Český telekomunikační úřad Denemarken –
Folketinget Rigsrevisionen –
Statsministeriet –
Udenrigsministeriet –
Beskæftigelsesministeriet 5 styrelser og institutioner (5 bureaus en
instellingen) –
Domstolsstyrelsen –
Finansministeriet 5 styrelser og institutioner (5 bureaus en
instellingen) –
Forsvarsministeriet 5 styrelser og institutioner (5 bureaus en
instellingen) –
Ministeriet for Sundhed og Forebyggelse Adskillige styrelser og institutioner,
herunder Statens Serum Institut (diverse agentschappen en instellingen,
waaronder Statens Serum Institut) –
Justitsministeriet Rigspolitichefen, anklagemyndigheden samt 1
direktorat og et antal styrelser (hoofd van de politie, openbare aanklager, 1
directoraat en een aantal agentschappen) –
Kirkeministeriet 10 stiftsøvrigheder (10 diocesane autoriteiten) –
Kulturministeriet (ministerie van Cultuur) 4 styrelser samt et antal statsinstitutioner (4
agentschappen en een aantal instellingen) –
Miljøministeriet 5 styrelser (5 agentschappen) –
Ministeriet for Flygtninge, Invandrere og
Integration 1 styrelse (1 agentschap) –
Ministeriet for Fødevarer, Landbrug og Fiskeri 4 direktorater og institutioner (4
directoraten en instellingen) –
Ministeriet for Videnskab, Teknologi og Udvikling Adskillige styrelser og institutioner,
Forskningscenter Risø og Statens uddannelsesbygninger (diverse agentschappen en
instellingen, waaronder nationaal onderzoekscentrum Risø en de nationale
onderzoeks- en onderwijsinstituten) –
Skatteministeriet 1 styrelse og institutioner (1 agentschap en
diverse instellingen) –
Velfærdsministeriet 3 styrelser og institutioner (3 agentschappen
en diverse instellingen) –
Transportministeriet 7 styrelser og institutioner, herunder
Øresundsbrokonsortiet (7 agentschappen en instellingen, waaronder
Øresundsbrokonsortiet) –
Undervisningsministeriet 3 styrelser, 4 undervisningsinstitutioner og 5
andre institutioner (3 agentschappen, 4 onderwijsinstellingen, 5 andere
instellingen) –
Økonomi- og Erhvervsministeriet Adskillige styrelser og institutioner (diverse
agentschappen en instellingen) –
Klima- og Energiministeriet 3 styrelser og institutioner (3 agentschappen
en instellingen) Duitsland –
Auswärtiges Amt –
Bundeskanzleramt –
Bundesministerium für Arbeit und Sozialordnung. –
Bundesministerium für Bildung und Forschung –
Bundesministerium für Ernährung, Landwirtschaft und
Verbraucherschutz, Wilhelmstr. –
Bundesministerium der Finanzen –
Bundesministerium des Innern (alleen burgerlijke
goederen) –
Bundesministerium für Gesundheit –
Bondsministerie van Defensie (geen militaire
goederen) –
Bundesministerium der Justiz –
Bundesministerium für Verkehr, Bau- und
Stadtentwicklung, S11 –
// Bundesministerium für Wirtschaft und
Technologie. –
Bundesministerium für wirtschaftliche
Zusammenarbeit und Entwicklung –
Bundesministerium der Verteidigung (geen militaire
goederen) –
Bundesministerium für Umwelt, Naturschutz und
Reaktorsicherheit Estland –
Vabariigi Presidendi Kantselei –
Eesti Vabariigi Riigikogu –
Eesti Vabariigi Riigikohus –
Riigikontroll –
Õiguskantsler –
Riigikantselei –
Rahvusarhiiv –
Haridus- ja Teadusministeerium –
Justiitsministeerium –
Kaitseministeerium –
Keskkonnaministeerium –
Kultuuriministeerium –
Majandus- ja Kommunikatsiooniministeerium –
Põllumajandusministeerium –
Rahandusministeerium –
Siseministeerium –
Sotsiaalministeerium –
Välisministeerium –
Keeleinspektsioon –
Riigiprokuratuur –
Teabeamet –
Maa-amet –
Keskkonnainspektsioon –
Metsakaitse- ja Metsauuenduskeskus –
Muinsuskaitseamet –
Patendiamet –
Tarbijakaitseamet –
Riigihangete Amet –
Taimetoodangu Inspektsioon –
Põllumajanduse Registrite ja Informatsiooni Amet –
Veterinaar- ja Toiduamet –
Konkurentsiamet –
Maksu –ja Tolliamet –
Statistikaamet –
Kaitsepolitseiamet –
Kodakondsus- ja Migratsiooniamet –
Piirivalveamet –
Politseiamet –
Eesti Kohtuekspertiisi Instituut –
Keskkriminaalpolitsei –
Päästeamet –
Andmekaitse Inspektsioon –
Ravimiamet –
Sotsiaalkindlustusamet –
Tööturuamet –
Tervishoiuamet –
Tervisekaitseinspektsioon –
Tööinspektsioon –
Lennuamet –
Maanteeamet –
Veeteede Amet –
Julgestuspolitsei –
Kaitseressursside Amet –
Kaitseväe Logistikakeskus –
Tehnilise Järelevalve Amet Ierland –
President’s Establishment –
Houses of the Oireachtas — [parlement] –
Department of the Taoiseach — [eerste minister] –
Central Statistics Office –
Department of Finance –
Office of the Comptroller and Auditor General –
Office of the Revenue Commissioners –
Office of Public Works –
State Laboratory –
Office of the Attorney General –
Office of the Director of Public Prosecutions –
Valuation Office –
Office of the Commission for Public Service
Appointments –
Public Appointments Service –
Office of the Ombudsman –
Chief State Solicitor’s Office –
Department of Justice, Equality and Law Reform –
Courts Service –
Prisons Service –
Office of the Commissioners of Charitable
Donations and Bequests –
Department of the Environment, Heritage and
Local Government –
Department of Education and Science –
Department of Communications, Energy and Natural
Resources –
Department of Agriculture, Fisheries and Food –
Department of Transport –
Department of Health and Children –
Department of Enterprise, Trade and Employment –
Department of Arts, Sports and Tourism –
Department of Defence –
Department of Foreign Affairs –
Department of Social and Family Affairs –
Department of Community, Rural and Gaeltacht –
[Gaelicsprekende regio’s] Affairs –
Arts Council –
National Gallery Griekenland –
Υπουργείο
Εσωτερικών –
Υπουργείο
Εξωτερικών –
Υπουργείο
Οικονομίας και
Οικονομικών –
Υπουργείο
Ανάπτυξης –
Υπουργείο
Δικαιοσύνης –
Υπουργείο
Εθνικής
Παιδείας και
Θρησκευμάτων –
Υπουργείο
Πολιτισμού –
Υπουργείο
Υγείας και
Κοινωνικής
Αλληλεγγύης –
Υπουργείο
Περιβάλλοντος,
Χωροταξίας και
Δημοσίων Έργων –
Υπουργείο
Απασχόλησης
και Κοινωνικής
Προστασίας –
Υπουργείο
Μεταφορών και
Επικοινωνιών –
Υπουργείο
Αγροτικής
Ανάπτυξης και
Τροφίμων –
Υπουργείο
Εμπορικής
Ναυτιλίας,
Αιγαίου και
Νησιωτικής
Πολιτικής –
Υπουργείο
Μακεδονίας-
Θράκης –
Γενική
Γραμματεία
Επικοινωνίας –
Γενική
Γραμματεία
Ενημέρωσης –
Γενική
Γραμματεία
Νέας Γενιάς –
Γενική
Γραμματεία
Ισότητας –
Γενική
Γραμματεία
Κοινωνικών
Ασφαλίσεων –
Γενική
Γραμματεία
Απόδημου
Ελληνισμού –
Γενική
Γραμματεία
Βιομηχανίας –
Γενική
Γραμματεία
Έρευνας και
Τεχνολογίας –
Γενική
Γραμματεία
Αθλητισμού –
Γενική
Γραμματεία
Δημοσίων Έργων –
Γενική
Γραμματεία
Εθνικής
Στατιστικής
Υπηρεσίας
Ελλάδος –
Εθνικό
Συμβούλιο
Κοινωνικής
Φροντίδας –
Οργανισμός
Εργατικής
Κατοικίας –
Εθνικό
Τυπογραφείο –
Γενικό
Χημείο του
Κράτους –
Ταμείο
Εθνικής Οδοποιίας –
Εθνικό
Καποδιστριακό
Πανεπιστήμιο
Αθηνών –
Αριστοτέλειο
Πανεπιστήμιο
Θεσσαλονίκης –
Δημοκρίτειο
Πανεπιστήμιο
Θράκης –
Πανεπιστήμιο
Αιγαίου –
Πανεπιστήμιο
Ιωαννίνων –
Πανεπιστήμιο
Πατρών –
Πανεπιστήμιο
Μακεδονίας –
Πολυτεχνείο
Κρήτης –
Σιβιτανίδειος
Δημόσια Σχολή
Τεχνών και
Επαγγελμάτων –
Αιγινήτειο
Νοσοκομείο –
Αρεταίειο
Νοσοκομείο –
Εθνικό
Κέντρο
Δημόσιας
Διοίκησης –
Οργανισμός
Διαχείρισης
Δημοσίου
Υλικού –
Οργανισμός
Γεωργικών
Ασφαλίσεων –
Οργανισμός
Σχολικών
Κτιρίων –
Γενικό
Επιτελείο
Στρατού –
Γενικό
Επιτελείο
Ναυτικού –
Γενικό Επιτελείο
Αεροπορίας –
Ελληνική
Επιτροπή
Ατομικής
Ενέργειας –
Γενική
Γραμματεία
Εκπαίδευσης
Ενηλίκων –
Υπουργείο
Εθνικής Άμυνας –
Γενική
Γραμματεία
Εμπορίου Spanje –
Presidencia de Gobierno –
Ministerio de Asuntos Exteriores y de Cooperación –
Ministerio de Justicia –
Ministerio de Defensa –
Ministerio de Economía y Hacienda –
Ministerio del Interior –
Ministerio de Fomento –
Ministerio de Educación, Política Social y Deportes –
Ministerio de Industria, Turismo y Comercio –
Ministerio de Trabajo e Inmigración –
Ministerio de la Presidencia –
Ministerio de Administraciones Públicas –
Ministerio de Cultura –
Ministerio de Sanidad y Consumo –
Ministerio de Medio Ambiente y Medio Rural y Marino –
Ministerio de Vivienda –
Ministerio de Ciencia e Innovación –
Ministerio de Igualdad Frankrijk 1.
Ministeries –
Services du Premier ministre –
Ministère chargé de la santé, de la jeunesse et des sports –
Ministère chargé de l’intérieur, de l’outre-mer et des collectivités
territoriales –
Ministère chargé de la justice –
Ministère chargé de la défense –
Ministère chargé des affaires étrangères et européennes –
Ministère chargé de l’éducation nationale –
Ministère chargé de l’économie, des finances et de l’emploi –
Secrétariat d’Etat aux transports –
Secrétariat d’Etat aux entreprises et au commerce extérieur –
Ministère chargé du travail, des relations sociales et de la solidarité –
Ministère chargé de la culture et de la communication –
Ministère chargé du budget, des comptes publics et de la fonction
publique –
Ministère chargé de l’agriculture et de la pêche –
Ministère chargé de l’enseignement supérieur et de la recherche –
Ministère chargé de l’écologie, du développement et de l’aménagement
durables –
Secrétariat d’Etat à la fonction publique –
Ministère chargé du logement et de la ville –
Secrétariat d’Etat à la coopération et à la francophonie –
Secrétariat d’Etat à l’outre-mer –
Secrétariat d’Etat à la jeunesse, des sports et de la vie associative –
Secrétariat d’Etat aux anciens combattants –
Ministère chargé de l’immigration, de l’intégration, de l’identité
nationale et du co-développement –
Secrétariat d’Etat en charge de la prospective et de l’évaluation des
politiques publiques –
Secrétariat d’Etat aux affaires européennes, –
Secrétariat d’Etat aux affaires étrangères et aux droits de l’homme –
Secrétariat d’Etat à la consommation et au tourisme –
Secrétariat d’Etat à la politique de la ville –
Secrétariat d’Etat à la solidarité –
Secrétariat d’Etat en charge de l’industrie et de la consommation –
Secrétariat d’Etat en charge de l’emploi –
Secrétariat d’Etat en charge du commerce, de l’artisanat, des PME, du
tourisme et des services –
Secrétariat d’Etat en charge de l’écologie –
Secrétariat d’Etat en charge du développement de la région-capitale –
Secrétariat d’Etat en charge de l’aménagement du territoire 2.
Instellingen, onafhankelijke diensten en
gerechtelijke instanties –
Présidence de la République –
Assemblée Nationale –
Sénat –
Conseil constitutionnel –
Conseil économique et social –
Conseil supérieur de la magistrature –
Agence française contre le dopage –
Autorité de contrôle des assurances et des mutuelles –
Autorité de contrôle des nuisances sonores aéroportuaires –
Autorité de régulation des communications électroniques et des postes –
Autorité de sûreté nucléaire –
Autorité indépendante des marchés financiers –
Comité national d’évaluation des établissements publics à caractère
scientifique, culturel et professionnel –
Commission d’accès aux documents administratifs –
Commission consultative du secret de la défense nationale –
Commission nationale des comptes de campagne et des financements
politiques –
Commission nationale de contrôle des interceptions de sécurité –
Commission nationale de déontologie de la sécurité –
Commission nationale du débat public –
Commission nationale de l’informatique et des libertés –
Commission des participations et des transferts –
Commission de régulation de l’énergie –
Commission de la sécurité des consommateurs –
Commission des sondages –
Commission de la transparence financière de la vie politique –
Conseil de la concurrence –
Conseil des ventes volontaires de meubles aux enchères publiques –
Conseil supérieur de l’audiovisuel –
Défenseur des enfants –
Haute autorité de lutte contre les discriminations et pour l’égalité –
Haute autorité de santé –
Médiateur de la République –
Cour de justice de la République –
Tribunal des Conflits –
Conseil d’Etat –
Cours administratives d’appel –
Tribunaux administratifs –
Cour des Comptes –
Chambres régionales des Comptes –
Cours et tribunaux de l’ordre judiciaire (Cour de Cassation, Cours
d’Appel, Tribunaux d’instance et Tribunaux de grande instance) 3.
Nationale publieke instellingen –
Académie de France à Rome –
Académie de marine –
Académie des sciences d’outre-mer –
Académie des technologies –
Agence centrale des organismes de sécurité sociale (ACOSS) –
Agence de biomédicine –
Agence pour l’enseignement du français à l’étranger –
Agence française de sécurité sanitaire des aliments –
Agence française de sécurité sanitaire de l’environnement et du travail –
Agence Nationale pour la cohésion sociale et l’égalité des chances –
Agence nationale pour la garantie des droits des mineurs –
Agences de l’eau –
Agence Nationale de l’Accueil des Etrangers et des migrations –
Agence nationale pour l’amélioration des conditions de travail (ANACT –
Agence nationale pour l’amélioration de l’habitat (ANAH) –
Agence Nationale pour la Cohésion Sociale et l’Egalité des Chances –
Agence nationale pour l’indemnisation des français d’outre-mer (ANIFOM) –
Assemblée permanente des chambres d’agriculture (APCA) –
Bibliothèque publique d’information –
Bibliothèque nationale de France –
Bibliothèque nationale et universitaire de Strasbourg –
Caisse des Dépôts et Consignations –
Caisse nationale des autoroutes (CNA) –
Caisse nationale militaire de sécurité sociale (CNMSS) –
Caisse de garantie du logement locatif social –
Casa de Velasquez –
Centre d’enseignement zootechnique –
Centre d’études de l’emploi –
Centre d’études supérieures de la sécurité sociale –
Centres de formation professionnelle et de promotion agricole –
Centre hospitalier des Quinze-Vingts –
Centre international d’études supérieures en sciences agronomiques
(Montpellier Sup Agro) –
Centre des liaisons européennes et internationales de sécurité sociale –
Centre des Monuments Nationaux –
Centre national d’art et de culture Georges Pompidou –
Centre national des arts plastiques –
Centre national de la cinématographie –
Centre National d’Etudes et d’expérimentation du machinisme agricole, du
génie rural, des eaux et des forêts (CEMAGREF) –
Centre national du livre –
Centre national de documentation pédagogique –
Centre national des œuvres universitaires et scolaires (CNOUS) –
Centre national professionnel de la propriété forestière –
Centre National de la Recherche Scientifique (C.N.R.S) –
Centres d’éducation populaire et de sport (CREPS) –
Centres régionaux des œuvres universitaires (CROUS) –
Collège de France –
Conservatoire de l’espace littoral et des rivages lacustres –
Conservatoire National des Arts et Métiers –
Conservatoire national supérieur de musique et de danse de Paris –
Conservatoire national supérieur de musique et de danse de Lyon –
Conservatoire national supérieur d’art dramatique –
Ecole centrale de Lille –
Ecole centrale de Lyon –
École centrale des arts et manufactures –
École française d’archéologie d’Athènes –
École française d’Extrême-Orient –
École française de Rome –
École des hautes études en sciences sociales –
Ecole du Louvre –
École nationale d’administration –
École nationale de l’aviation civile (ENAC) –
École nationale des Chartes –
École nationale d’équitation –
Ecole Nationale du Génie de l’Eau et de l’environnement de Strasbourg –
Écoles nationales d’ingénieurs –
Ecole nationale d’ingénieurs des industries des techniques agricoles et
alimentaires de Nantes –
Écoles nationales d’ingénieurs des travaux agricoles –
École nationale de la magistrature –
Écoles nationales de la marine marchande –
École nationale de la santé publique (ENSP) –
École nationale de ski et d’alpinisme –
École nationale supérieure des arts décoratifs –
École nationale supérieure des arts et techniques du théâtre –
École nationale supérieure des arts et industries textiles Roubaix –
Écoles nationales supérieures d’arts et métiers –
École nationale supérieure des beaux-arts –
École nationale supérieure de céramique industrielle –
École nationale supérieure de l’électronique et de ses applications
(ENSEA) –
Ecole nationale supérieure du paysage de Versailles –
Ecole Nationale Supérieure des Sciences de l’information et des
bibliothécaires –
Ecole nationale supérieure de la sécurité sociale –
Écoles nationales vétérinaires –
École nationale de voile –
Écoles normales supérieures –
École polytechnique –
École technique professionnelle agricole et forestière de Meymac
(Corrèze) –
École de sylviculture Crogny (Aube) –
École de viticulture et d’œnologie de la Tour- Blanche (Gironde) –
École de viticulture — Avize (Marne) –
Etablissement national d’enseignement agronomique de Dijon –
Établissement national des invalides de la marine (ENIM) –
Établissement national de bienfaisance
Koenigswarter –
Établissement public du musée et du domaine national de Versailles –
Fondation Carnegie –
Fondation Singer-Polignac –
Haras nationaux –
Hôpital national de Saint-Maurice –
Institut des hautes études pour la science et la technologie –
Institut français d’archéologie orientale du Caire –
Institut géographique national –
Institut National de l’origine et de la qualité –
Institut national des hautes études de sécurité –
Institut de veille sanitaire –
Institut National d’enseignement supérieur et de recherche agronomique
et agroalimentaire de Rennes –
Institut National d’Etudes Démographiques (I.N.E.D) –
Institut National d’Horticulture –
Institut National de la jeunesse et de l’éducation populaire –
Institut national des jeunes aveugles — Paris –
Institut national des jeunes sourds — Bordeaux –
Institut national des jeunes sourds — Chambéry –
Institut national des jeunes sourds — Metz –
Institut national des jeunes sourds — Paris –
Institut national de physique nucléaire et de physique des particules
(I.N.P.N.P.P) –
Institut national de la propriété industrielle –
Institut National de la Recherche Agronomique (I.N.R.A) –
Institut National de la Recherche Pédagogique (I.N.R.P) –
Institut National de la Santé et de la Recherche Médicale (I.N.S.E.R.M) –
Institut national d’histoire de l’art (I.N.H.A.) –
Institut national de recherches archéologiques préventives –
Institut National des Sciences de l’Univers –
Institut National des Sports et de l’Education Physique –
Institut national supérieur de formation et de recherche pour
l’éducation des jeunes handicapés et les enseignements inadaptés –
Instituts nationaux polytechniques –
Instituts nationaux des sciences appliquées –
Institut national de recherche en informatique et en automatique (INRIA) –
Institut national de recherche sur les transports et leur sécurité
(INRETS) –
Institut de Recherche pour le Développement –
Instituts régionaux d’administration –
Institut des Sciences et des Industries du vivant et de l’environnement
(Agro Paris Tech) –
Institut supérieur de mécanique de Paris –
Institut Universitaires de Formation des Maîtres –
Musée de l’armée –
Musée Gustave-Moreau –
Musée national de la marine –
Musée national J.-J.-Henner –
Musée du Louvre –
Musée du Quai Branly –
Muséum National d’Histoire Naturelle –
Musée Auguste-Rodin –
Observatoire de Paris –
Office français de protection des réfugiés et apatrides –
Office National des Anciens Combattants et des Victimes de Guerre (ONAC) –
Office national de la chasse et de la faune sauvage –
Office National de l’eau et des milieux aquatiques –
Office national d’information sur les enseignements et les professions
(ONISEP) –
Office universitaire et culturel français pour l’Algérie –
Ordre national de la Légion d’honneur –
Palais de la découverte –
Parcs nationaux –
Universités 4.
Andere nationale openbare instellingen –
Union des groupements d’achats publics (UGAP) –
Agence Nationale pour l'Emploi (A.N.P.E.); –
Caisse Nationale des Allocations Familiales
(C.N.A.F.); –
Caisse Nationale d'Assurance Maladie des
Travailleurs Salariés (C.N.A.M.); –
Caisse Nationale d'Assurance-Vieillesse des
Travailleurs Salariés (C.N.A.V.T.S.); Italië ·
Organen die aankopen doen –
Presidenza del Consiglio dei Ministri –
Ministero degli Affari Esteri –
Ministero dell’Interno –
Ministero della Giustizia e Uffici giudiziari
(esclusi i giudici di pace) –
Ministero della Difesa –
Ministero dell'Economia e delle Finanze –
Ministero dello Sviluppo Economico –
Ministero delle Politiche Agricole, Alimentari e
Forestali –
Ministero dell’Ambiente — Tutela del Territorio e
del Mare –
Ministero delle Infrastrutture e dei trasporti –
Ministero del Lavoro, della Salute e delle
Politiche Sociali –
Ministero dell’ Istruzione, Università e Ricerca –
Ministero per i Beni e le Attività culturali,
comprensivo delle sue articolazioni periferiche ·
Andere nationale publieke organen –
CONSIP (Concessionaria Servizi Informatici
Pubblici) Cyprus –
Προεδρία
και Προεδρικό
Μέγαρο –
Γραφείο
Συντονιστή
Εναρμόνισης –
Υπουργικό
Συμβούλιο –
Βουλή των
Αντιπροσώπων –
Δικαστική
Υπηρεσία –
Νομική
Υπηρεσία της
Δημοκρατίας –
Ελεγκτική
Υπηρεσία της
Δημοκρατίας –
Επιτροπή
Δημόσιας
Υπηρεσίας –
Επιτροπή
Εκπαιδευτικής
Υπηρεσίας –
Γραφείο
Επιτρόπου
Διοικήσεως –
Επιτροπή
Προστασίας
Ανταγωνισμού –
Υπηρεσία
Εσωτερικού
Ελέγχου –
Γραφείο
Προγραμματισμού –
Γενικό
Λογιστήριο της
Δημοκρατίας –
Γραφείο
Επιτρόπου
Προστασίας
Δεδομένων
Προσωπικού
Χαρακτήρα –
Γραφείο
Εφόρου
Δημοσίων
Ενισχύσεων –
Αναθεωρητική
Αρχή Προσφορών –
Υπηρεσία
Εποπτείας και
Ανάπτυξης
Συνεργατικών Εταιρειών –
Αναθεωρητική
Αρχή Προσφύγων –
Υπουργείο
Άμυνας –
Υπουργείο
Γεωργίας,
Φυσικών Πόρων
και Περιβάλλοντος –
Τμήμα
Γεωργίας –
Κτηνιατρικές
Υπηρεσίες –
Τμήμα
Δασών –
Τμήμα
Αναπτύξεως
Υδάτων –
Τμήμα
Γεωλογικής
Επισκόπησης –
Μετεωρολογική
Υπηρεσία –
Τμήμα
Αναδασμού –
Υπηρεσία
Μεταλλείων –
Ινστιτούτο
Γεωργικών
Ερευνών –
Τμήμα
Αλιείας και
Θαλάσσιων
Ερευνών –
Υπουργείο
Δικαιοσύνης
και Δημοσίας
Τάξεως –
Αστυνομία –
Πυροσβεστική
Υπηρεσία
Κύπρου –
Τμήμα
Φυλακών –
Υπουργείο
Εμπορίου,
Βιομηχανίας
και Τουρισμού –
Τμήμα
Εφόρου
Εταιρειών και
Επίσημου
Παραλήπτη –
Υπουργείο
Εργασίας και Κοινωνικών
Ασφαλίσεων –
Τμήμα
Εργασίας –
Τμήμα
Κοινωνικών
Ασφαλίσεων –
Τμήμα
Υπηρεσιών
Κοινωνικής
Ευημερίας –
Κέντρο
Παραγωγικότητας
Κύπρου –
Ανώτερο
Ξενοδοχειακό
Ινστιτούτο
Κύπρου –
Ανώτερο
Τεχνολογικό
Ινστιτούτο –
Τμήμα
Επιθεώρησης
Εργασίας –
Τμήμα
Εργασιακών
Σχέσεων –
Υπουργείο
Εσωτερικών –
Επαρχιακές
Διοικήσεις –
Τμήμα
Πολεοδομίας
και Οικήσεως –
Τμήμα
Αρχείου
Πληθυσμού και
Μεταναστεύσεως –
Τμήμα
Κτηματολογίου
και
Χωρομετρίας –
Γραφείο
Τύπου και
Πληροφοριών –
Πολιτική
Άμυνα –
Υπηρεσία
Μέριμνας και
Αποκαταστάσεων
Εκτοπισθέντων –
Υπηρεσία Ασύλου –
Υπουργείο
Εξωτερικών –
Υπουργείο
Οικονομικών –
Τελωνεία –
Τμήμα
Εσωτερικών
Προσόδων –
Στατιστική
Υπηρεσία –
Τμήμα
Κρατικών
Αγορών και
Προμηθειών –
Τμήμα
Δημόσιας
Διοίκησης και
Προσωπικού –
Κυβερνητικό
Τυπογραφείο –
Τμήμα
Υπηρεσιών
Πληροφορικής –
Υπουργείο
Παιδείας και
Πολιτισμού –
Υπουργείο
Συγκοινωνιών
και Έργων –
Τμήμα
Δημοσίων Έργων –
Τμήμα
Αρχαιοτήτων –
Τμήμα
Πολιτικής
Αεροπορίας –
Τμήμα
Εμπορικής
Ναυτιλίας –
Τμήμα
Οδικών
Μεταφορών –
Τμήμα
Ηλεκτρομηχανολογικών
Υπηρεσιών –
Τμήμα
Ηλεκτρονικών
Επικοινωνιών –
Υπουργείο
Υγείας –
Φαρμακευτικές
Υπηρεσίες –
Γενικό
Χημείο –
Ιατρικές
Υπηρεσίες και
Υπηρεσίες
Δημόσιας Υγείας –
Οδοντιατρικές
Υπηρεσίες –
Υπηρεσίες
Ψυχικής Υγείας Letland ·
Ministeries, staatssecretariaten en instellingen
die daaronder ressorteren –
Aizsardzības ministrija un tās
padotībā esošās iestādes –
Ārlietu ministrija un tas padotībā
esošās iestādes –
Bērnu un ģimenes lietu ministrija un
tās padotībā esošas iestādes – Ekonomikas ministrija un tās padotībā esošās
iestādes –
Finanšu ministrija un tās padotībā
esošās iestādes –
Iekšlietu ministrija un tās padotībā
esošās iestādes –
Izglītības un zinātnes ministrija un
tās padotībā esošās iestādes –
Kultūras ministrija un tas padotībā
esošās iestādes –
Labklājības ministrija un tās
padotībā esošās iestādes –
Reģionālās attīstības un
pašvaldības lietu ministrija un tās padotībā esošās
iestādes –
Satiksmes ministrija un tās padotībā
esošās iestādes –
Tieslietu ministrija un tās padotībā
esošās iestādes –
Veselības ministrija un tās
padotībā esošās iestādes –
Vides ministrija un tās padotībā
esošās iestādes –
Zemkopības ministrija un tās
padotībā esošās iestādes – Īpašu uzdevumu ministra sekretariāti un to padotībā
esošās iestādes –
Satversmes aizsardzības birojs ·
Andere staatsinstellingen –
Augstākā tiesa – Centrālā vēlēšanu komisija – Finanšu un kapitāla tirgus komisija – Latvijas Banka –
Prokuratūra un tās
pārraudzībā esošās iestādes –
Saeimas kanceleja un tās padotībā
esošās iestādes –
Satversmes tiesa – Valsts kanceleja un tās padotībā esošās
iestādes –
Valsts kontrole –
Valsts prezidenta kanceleja –
Tiesībsarga birojs –
Nacionālā radio un televīzijas
padome –
Citas valsts iestādes, kuras nav ministriju
padotībā (andere staatsinstellingen die niet onder een ministerie
ressorteren) Litouwen –
Prezidentūros kanceliarija –
Seimo kanceliarija –
Instellingen die verantwoording verschuldigd
zijn aan de Seimas (het parlement): –
Lietuvos mokslo taryba –
Seimo kontrolierių įstaiga –
Valstybės kontrolė –
Specialiųjų tyrimų tarnyba –
Valstybės saugumo departamentas –
Konkurencijos taryba –
Lietuvos gyventojų genocido ir rezistencijos
tyrimo centras –
Vertybinių popierių komisija –
Ryšių reguliavimo tarnyba –
Nacionalinė sveikatos taryba –
Etninės kultūros globos taryba –
Lygių galimybių kontrolieriaus tarnyba –
Valstybinė kultūros paveldo komisija –
Vaiko teisių apsaugos kontrolieriaus
įstaiga –
Valstybinė kainų ir energetikos
kontrolės komisija –
Valstybinė lietuvių kalbos komisija –
Vyriausioji rinkimų komisija –
Vyriausioji tarnybinės etikos komisija –
Žurnalistų etikos inspektoriaus tarnyba –
Vyriausybės kanceliarija –
Instellingen die verantwoording verschuldigd zijn
aan de Vyriausybė (regering): –
Ginklų fondas –
Informacinės visuomenės plėtros
komitetas –
Kūno kultūros ir sporto departamentas –
Lietuvos archyvų departamentas –
Mokestinių ginčų komisija –
Statistikos departamentas –
Tautinių mažumų ir išeivijos
departamentas –
Valstybinė tabako ir alkoholio kontrolės
tarnyba –
Viešųjų pirkimų tarnyba –
Narkotikų kontrolės departamentas –
Valstybinė atominės energetikos saugos
inspekcija –
Valstybinė duomenų apsaugos inspekcija –
Valstybinė lošimų priežiūros
komisija –
Valstybinė maisto ir veterinarijos tarnyba –
Vyriausioji administracinių ginčų
komisija –
Draudimo priežiūros komisija –
Lietuvos valstybinis mokslo ir studijų fondas –
Lietuvių grįžimo į Tėvynę
informacijos centras –
Konstitucinis Teismas –
Lietuvos bankas –
Aplinkos ministerija –
Instellingen die onder het Aplinkos ministerija
(ministerie van Milieuzaken) vallen: –
Generalinė miškų urėdija –
Lietuvos geologijos tarnyba –
Lietuvos hidrometeorologijos tarnyba –
Lietuvos standartizacijos departamentas –
Nacionalinis akreditacijos biuras –
Valstybinė metrologijos tarnyba –
Valstybinė saugomų teritorijų tarnyba –
Valstybinė teritorijų planavimo ir
statybos inspekcija –
Finansų ministerija –
Instellingen die onder het Finansų ministerija
(ministerie van Financiën) vallen: –
Muitinės departamentas –
Valstybės dokumentų technologinės
apsaugos tarnyba –
Valstybinė mokesčių inspekcija –
Finansų ministerijos mokymo centras –
Krašto apsaugos ministerija –
Instellingen die vallen onder het Krašto apsaugos
ministerijos (ministerie van Nationale defensie): –
Antrasis operatyvinių tarnybų
departamentas –
Centralizuota finansų ir turto tarnyba –
Karo prievolės administravimo tarnyba –
Krašto apsaugos archyvas –
Krizių valdymo centras –
Mobilizacijos departamentas –
Ryšių ir informacinių sistemų
tarnyba –
Infrastruktūros plėtros departamentas –
Valstybinis pilietinio pasipriešinimo rengimo
centras –
Lietuvos kariuomenė –
Krašto apsaugos sistemos kariniai vienetai ir
tarnybos –
Kultūros ministerija –
Instellingen die onder het Kultūros
ministerija (ministerie van Cultuur) vallen: –
Kultūros paveldo departamentas –
Valstybinė kalbos inspekcija –
Socialinės apsaugos ir darbo ministerija –
Instellingen die vallen onder het Socialinės
apsaugos ir darbo ministerijos (ministerie van Sociale Zekerheid en Werk): –
Garantinio fondo administracija –
Valstybės vaiko teisių apsaugos ir
įvaikinimo tarnyba –
Lietuvos darbo birža –
Lietuvos darbo rinkos mokymo tarnyba –
Trišalės tarybos sekretoriatas –
Socialinių paslaugų priežiūros
departamentas –
Darbo inspekcija –
Valstybinio socialinio draudimo fondo valdyba –
Neįgalumo ir darbingumo nustatymo tarnyba –
Ginčų komisija –
Techninės pagalbos neįgaliesiems centras –
Neįgaliųjų reikalų
departamentas –
Susisiekimo ministerija –
Instellingen die onder het Susisiekimo ministerija
(ministerie van Transport en communicatie) vallen: –
Lietuvos automobilių kelių direkcija –
Valstybinė geležinkelio inspekcija –
Valstybinė kelių transporto inspekcija –
Pasienio kontrolės punktų direkcija –
Sveikatos apsaugos ministerija –
Instellingen die onder het Sveikatos apsaugos
ministerija (ministerie van Volksgezondheid) vallen: –
Valstybinė akreditavimo sveikatos
priežiūros veiklai tarnyba –
Valstybinė ligonių kasa –
Valstybinė medicininio audito inspekcija –
Valstybinė vaistų kontrolės tarnyba –
Valstybinė teismo psichiatrijos ir
narkologijos tarnyba –
Valstybinė visuomenės sveikatos
priežiūros tarnyba –
Farmacijos departamentas –
Sveikatos apsaugos ministerijos Ekstremalių
sveikatai situacijų centras –
Lietuvos bioetikos komitetas –
Radiacinės saugos centras –
Švietimo ir mokslo ministerija –
Instellingen die onder het Švietimo ir mokslo
ministerija (ministerie van Onderwijs en wetenschappen) vallen: –
Nacionalinis egzaminų centras –
Studijų kokybės vertinimo centras –
Teisingumo ministerija –
Instellingen die onder het Teisingumo ministerija
(ministerie van Justitie) vallen: –
Kalėjimų departamentas –
Nacionalinė vartotojų teisių
apsaugos taryba –
Europos teisės departamentas –
Ūkio ministerija –
Instellingen die onder het Ūkio ministerija
(ministerie van Economische zaken) vallen: –
Įmonių bankroto valdymo departamentas –
Valstybinė energetikos inspekcija –
Valstybinė ne maisto produktų inspekcija –
Valstybinis turizmo departamentas –
Užsienio reikalų ministerija –
Diplomatinės atstovybės ir
konsulinės įstaigos užsienyje bei atstovybės prie
tarptautinių organizacijų –
Vidaus reikalų ministerija –
Instellingen die onder het Vidaus reikalų
ministerija (ministerie van Binnenlandse zaken) vallen: –
Asmens dokumentų išrašymo centras –
Finansinių nusikaltimų tyrimo tarnyba –
Gyventojų registro tarnyba –
Policijos departamentas –
Priešgaisrinės apsaugos ir gelbėjimo
departamentas –
Turto valdymo ir ūkio departamentas –
Vadovybės apsaugos departamentas –
Valstybės sienos apsaugos tarnyba –
Valstybės tarnybos departamentas –
Informatikos ir ryšių departamentas –
Migracijos departamentas –
Sveikatos priežiūros tarnyba –
Bendrasis pagalbos centras –
Žemės ūkio ministerija –
Instellingen die onder het Žemės ūkio
ministerija (ministerie van Landbouw) vallen: –
Nacionalinė mokėjimo agentūra –
Nacionalinė žemės tarnyba –
Valstybinė augalų apsaugos tarnyba –
Valstybinė gyvulių veislininkystės
priežiūros tarnyba –
Valstybinė sėklų ir grūdų
tarnyba –
Žuvininkystės departamentas –
Teismai (rechtbanken): –
Lietuvos Aukščiausiasis Teismas –
Lietuvos apeliacinis teismas –
Lietuvos vyriausiasis administracinis teismas –
apygardų teismai –
apygardų administraciniai teismai –
apylinkių teismai –
Nacionalinė teismų administracija –
Generalinė prokuratūra –
Andere centrale overheidsentiteiten (institucijos
[instellingen], įstaigos [instanties], tarnybos [agentschappen]): –
Aplinkos apsaugos agentūra –
Valstybinė aplinkos apsaugos inspekcija –
Aplinkos projektų valdymo agentūra –
Miško genetinių išteklių, sėklų
ir sodmenų tarnyba –
Miško sanitarinės apsaugos tarnyba –
Valstybinė miškotvarkos tarnyba –
Nacionalinis visuomenės sveikatos tyrimų
centras –
Lietuvos AIDS centras –
Nacionalinis organų transplantacijos biuras –
Valstybinis patologijos centras –
Valstybinis psichikos sveikatos centras –
Lietuvos sveikatos informacijos centras –
Slaugos darbuotojų tobulinimosi ir
specializacijos centras –
Valstybinis aplinkos sveikatos centras –
Respublikinis mitybos centras –
Užkrečiamųjų ligų profilaktikos
ir kontrolės centras –
Trakų visuomenės sveikatos
priežiūros ir specialistų tobulinimosi centras –
Visuomenės sveikatos ugdymo centras –
Muitinės kriminalinė tarnyba –
Muitinės informacinių sistemų
centras –
Muitinės laboratorija –
Muitinės mokymo centras –
Valstybinis patentų biuras –
Lietuvos teismo ekspertizės centras –
Centrinė hipotekos įstaiga –
Lietuvos metrologijos inspekcija –
Civilinės aviacijos administracija –
Lietuvos saugios laivybos administracija –
Transporto investicijų direkcija –
Valstybinė vidaus vandenų laivybos
inspekcija –
Pabėgėlių priėmimo centras Luxemburg –
Ministère d’Etat –
Ministère des affaires étrangères et de
l’immigration –
Ministère de l'Agriculture, de la Viticulture et du
Développement rural –
Ministère des Classes moyennes, du Tourisme et du
Logement –
Ministère de la Culture, de l’Enseignement
Supérieur et de la Recherche –
Ministère de l’Economie et du Commerce extérieur –
Ministère de l’Education nationale et de la
Formation professionnelle –
Ministère de l’Egalité des chances –
Ministère de l’Environnement –
Ministère de la Famille et de l’Intégration –
Ministère des finances –
Ministère de la Fonction publique et de la Réforme
administrative –
Ministère de l'Intérieur et de l'Aménagement du
Territoire –
Ministère de la Justice –
Ministère de la Santé –
Ministère de la Sécurité Sociale –
Ministère des Transport –
Ministère du Travail et de l’Emploi –
Ministère des Travaux publics Hongarije –
Egészségügyi Minisztérium –
Földművelésügyi és Vidékfejlesztési
Minisztérium –
Gazdasági és Közlekedési Minisztérium –
Honvédelmi Minisztérium –
Igazságügyi és Rendészeti Minisztérium –
Környezetvédelmi és Vízügyi Minisztérium –
Külügyminisztérium –
Miniszterelnöki Hivatal –
Oktatási és Kulturális Minisztérium –
Önkormányzati és Területfejlesztési Minisztérium –
Pénzügyminisztérium –
Szociális és Munkaügyi Minisztérium –
Központi Szolgáltatási Főigazgatóság Malta –
Uffiċċju tal-Prim Ministru (Kantoor van
de eerste minister) –
Ministeru ghall-Familja u Solidarjeta' Socjali
(ministerie van Gezinsbeleid en maatschappelijke solidariteit) –
Ministeru ta’ l-Edukazzjoni Zghazagh u Impjieg
(ministerie van Onderwijs, jeugdzaken en werkgelegenheid) –
Ministeru tal-Finanzi (ministerie van Financiën) –
Ministeru tar-Riżorsi u l-Infrastruttura
(ministerie voor Hulpbronnen en infrastructuur) –
Ministeru tat-Turiżmu u Kultura (ministerie
voor Toerisme en cultuur) –
Ministeru tal-Ġustizzja u l-Intern (miniserie
van Justitie en binnenlandse zaken) –
Ministeru għall-Affarijiet Rurali u l-Ambjent
(ministerie voor Plattelandszaken en milieu) –
Ministeru għal Għawdex (Ministerie voor
Gozo) –
Ministeru tas-Sahha, 1-Anzjani u Kura
fil-Kommunita' (ministerie van Volksgezondheid, ouderen en
gemeenschapszorg)". –
Ministeru ta’ l-Affarijiet Barranin (ministerie van
Buitenlandse zaken) –
Ministeru għall-Investimenti, Industrija u
Teknologija ta’ Informazzjoni (ministerie van Investeringen, industrie en
informatietechnologie) –
Ministeru għall-Kompetittivà u Komunikazzjoni
(ministerie van Concurrentie en communicatie) –
Ministeru għall-Iżvilupp Urban u Toroq
(ministerie van Stadsontwikkeling en wegen) Nederland –
Ministerie van Algemene Zaken –
Bestuursdepartement –
Bureau van de Wetenschappelijke Raad voor het
Regeringsbeleid –
Rijksvoorlichtingsdienst –
Ministerie van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties –
Bestuursdepartement –
Centrale Archiefselectiedienst (CAS) –
Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) –
Agentschap Basisadministratie Persoonsgegevens en
Reisdocumenten (BPR) –
Agentschap Korps Landelijke Politiediensten –
Ministerie van Buitenlandse Zaken –
Directoraat-generaal Regiobeleid en Consulaire
Zaken (DGRC) –
Directoraat-generaal Politieke Zaken (DGPZ) –
Directoraat-generaal Internationale Samenwerking
(DGIS) –
Directoraat-generaal Europese Samenwerking (DGES) –
Centrum tot Bevordering van de Import uit
Ontwikkelingslanden (CBI) –
Centrale diensten ressorterend onder S/PlvS –
Buitenlandse Posten (ieder afzonderlijk) –
Ministerie van Defensie –
Bestuursdepartement –
Commando Diensten Centra (CDC) –
Defensie Telematica Organisatie (DTO) –
Centrale directie van de Defensie Vastgoed Dienst –
De afzonderlijke regionale directies van de
Defensie Vastgoed Dienst –
Defensie Materieel Organisatie (DMO) –
Landelijk Bevoorradingsbedrijf van de Defensie
Materieel Organisatie –
Logistiek Centrum van de Defensie Materieel
Organisatie –
Marinebedrijf van de Defensie Materieel Organisatie –
Defensie Pijpleiding Organisatie (DPO) –
Ministerie van Economische Zaken –
Bestuursdepartement –
Centraal Planbureau (CPB) –
SenterNovem –
Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) –
Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) –
Economische Voorlichtingsdienst (EVD) –
Agentschap Telecom –
Kenniscentrum Professioneel & Innovatief
Aanbesteden, Netwerk voor Overheidsopdrachtgevers (PIANOo) –
Regiebureau Inkoop Rijksoverheid –
Octrooicentrum Nederland –
Consumentenautoriteit –
Ministerie van Financiën –
Bestuursdepartement –
Belastingdienst Automatiseringscentrum –
Belastingdienst –
de afzonderlijke Directies der Rijksbelastingen –
Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (incl.
Economische Controle dienst (ECD)) –
Belastingdienst Opleidingen –
Dienst der Domeinen –
Ministerie van Justitie –
Bestuursdepartement –
Dienst Justitiële Inrichtingen –
Raad voor de Kinderbescherming –
Centraal Justitie Incasso Bureau –
Openbaar Ministerie –
Immigratie en Naturalisatiedienst –
Nederlands Forensisch Instituut –
Dienst Terugkeer & Vertrek –
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit –
Bestuursdepartement –
Dienst Regelingen (DR) –
Agentschap Plantenziektenkundige Dienst (PD) –
Algemene Inspectiedienst (AID) –
Dienst Landelijk Gebied (DLG) – Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) –
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap –
Bestuursdepartement –
Inspectie van het Onderwijs –
Erfgoedinspectie –
Centrale Financiën Instellingen –
Nationaal Archief –
Adviesraad voor Wetenschaps- en Technologiebeleid –
Onderwijsraad –
Raad voor Cultuur –
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid –
Bestuursdepartement –
Inspectie Werk en Inkomen –
Agentschap SZW –
Ministerie van Verkeer en Waterstaat –
Bestuursdepartement –
Directoraat-Generaal Transport en Luchtvaart –
Directoraat-generaal Personenvervoer –
Directoraat-generaal Water –
Centrale diensten –
Shared services Organisatie Verkeer en Waterstaat –
Koninklijke Nederlandse Meteorologisch Instituut
KNMI –
Rijkswaterstaat, Bestuur –
De afzonderlijke regionale Diensten van
Rijkswaterstaat –
De afzonderlijke specialistische diensten van
Rijkswaterstaat –
Adviesdienst Geo-Informatie en ICT –
Adviesdienst Verkeer en Vervoer (AVV) –
Bouwdienst –
Corporate Dienst –
Data ICT Dienst –
Dienst Verkeer en Scheepvaart –
Dienst Weg- en Waterbouwkunde (DWW) –
Rijksinstituut voor Kunst en Zee (RIKZ) –
Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en
Afvalwaterbehandeling (RIZA) –
Waterdienst –
Inspectie Verkeer en Waterstaat, Hoofddirectie –
Port state Control –
Directie Toezichtontwikkeling Communicatie en
Onderzoek (TCO) –
Toezichthouder Beheer Eenheid Lucht –
Toezichthouder Beheer Eenheid Water –
Toezichthouder Beheer Eenheid Land –
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Ordening en Milieu –
Bestuursdepartement –
Directoraat-generaal Wonen, Wijken en Integratie –
Directoraat-generaal Ruimte –
Directoraat-generaal Milieubeheer –
Rijksgebouwendienst –
VROM Inspectie –
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport –
Bestuursdepartement –
Inspectie Gezondheidsbescherming, Waren en
Veterinaire Zaken –
Inspectie Gezondheidszorg –
Inspectie Jeugdhulpverlening en Jeugdbescherming –
Rijksinstituut voor de Volksgezondheid en Milieu
(RIVM) –
Sociaal en Cultureel Planbureau –
Agentschap t.b.v. het College ter Beoordeling van
Geneesmiddelen –
Tweede Kamer der Staten-Generaal –
Eerste Kamer der Staten-Generaal –
Raad van State –
Algemene Rekenkamer –
Nationale Ombudsman –
Kanselarij der Nederlandse Orden –
Kabinet der Koningin –
Raad voor de rechtspraak en de Rechtbanken Oostenrijk –
Bundeskanzleramt –
Bundesministerium für europäische und
internationale Angelegenheiten –
Bundesminister für Finanzen –
Bundesministerium für Gesundheit, Familie und
Jugend –
Bundesministerium für Inneres –
Bundesministerium für Justiz –
Bundesministerium für Landesverteidigung –
Bundesministerium für Land- und Forstwirtschaft,
Umwelt und Wasserwirtschaft –
Bundesministerium für Soziales und
Konsumentenschutz –
Bundesministerium für Unterricht, Kunst und Kultur –
Bundesministerium für Verkehr, Innovation und
Technologie –
Bundesministerium für Wirtschaft und Arbeit –
Bundesministerium für Bildung und Forschung –
Österreichische Forschungs- und Prüfzentrum Arsenal
Gesellschaft m.b.H –
Bundesbeschaffung G.m.b.H –
Bundesrechenzentrum G.m.b.H Polen –
Kancelaria Prezydenta RP –
Kancelaria Sejmu RP –
Kancelaria Senatu RP –
Kancelaria Prezesa Rady Ministrów –
Sąd Najwyższy –
Naczelny Sąd Administracyjny –
Wojewódzkie sądy administracyjne –
Sądy powszechne — rejonowe, okręgowe i
apelacyjne –
Trybunat Konstytucyjny –
Najwyższa Izba Kontroli –
Biuro Rzecznika Praw Obywatelskich –
Biuro Rzecznika Praw Dziecka –
Biuro Ochrony Rządu –
Biuro Bezpieczeństwa Narodowego –
Centralne Biuro Antykorupcyjne –
Ministerstwo Pracy i Polityki Społecznej –
Ministerstwo Finansów –
Ministerstwo Gospodarki –
Ministerstwo Rozwoju Regionalnego –
Ministerstwo Kultury i Dziedzictwa Narodowego –
Ministerstwo Edukacji Narodowej –
Ministerstwo Obrony Narodowej –
Ministerstwo Rolnictwa i Rozwoju Wsi –
Ministerstwo Skarbu Państwa –
Ministerstwo Sprawiedliwości –
Ministerstwo Infrastruktury –
Ministerstwo Nauki i Szkolnictwa Wyższego –
Ministerstwo Środowiska –
Ministerstwo Spraw Wewnętrznych i
Administracji –
Ministerstwo Spraw Zagranicznych –
Ministerstwo Zdrowia –
Ministerstwo Sportu i Turystyki –
Urząd Komitetu Integracji Europejskiej –
Urząd Patentowy Rzeczypospolitej Polskiej –
Urząd Regulacji Energetyki –
Urząd do Spraw Kombatantów i Osób
Represjonowanych –
Urząd Transportu Kolejowego –
Urząd Dozoru Technicznego –
Urząd Rejestracji Produktów Leczniczych,
Wyrobów Medycznych i Produktów Biobójczych –
Urząd do Spraw Repatriacji i Cudzoziemców –
Urząd Zamówień Publicznych –
Urząd Ochrony Konkurencji i Konsumentów –
Urząd Lotnictwa Cywilnego –
Urząd Komunikacji Elektronicznej –
Wyższy Urząd Górniczy –
Główny Urząd Miar –
Główny Urząd Geodezji i Kartografii –
Główny Urząd Nadzoru Budowlanego –
Główny Urząd Statystyczny –
Krajowa Rada Radiofonii i Telewizji –
Generalny Inspektor Ochrony Danych Osobowych –
Państwowa Komisja Wyborcza –
Państwowa Inspekcja Pracy –
Rządowe Centrum Legislacji –
Narodowy Fundusz Zdrowia –
Polska Akademia Nauk –
Polskie Centrum Akredytacji –
Polskie Centrum Badań i Certyfikacji –
Polska Organizacja Turystyczna –
Polski Komitet Normalizacyjny –
Zakład Ubezpieczeń Społecznych –
Komisja Nadzoru Finansowego –
Naczelna Dyrekcja Archiwów Państwowych –
Kasa Rolniczego Ubezpieczenia Społecznego –
Generalna Dyrekcja Dróg Krajowych i Autostrad –
Państwowa Inspekcja Ochrony Roślin i
Nasiennictwa –
Komenda Główna Państwowej Straży
Pożarnej –
Komenda Główna Policji –
Komenda Główna Straży Granicznej –
Inspekcja Jakości Handlowej Artykułów
Rolno-Spożywczych –
Główny Inspektorat Ochrony Środowiska –
Główny Inspektorat Transportu Drogowego –
Główny Inspektorat Farmaceutyczny –
Główny Inspektorat Sanitarny –
Główny Inspektorat Weterynarii –
Agencja Bezpieczeństwa Wewnętrznego –
Agencja Wywiadu –
Agencja Mienia Wojskowego –
Wojskowa Agencja Mieszkaniowa –
Agencja Restrukturacji i Modernizacji Rolnictwa –
Agencja Rynku Rolnego –
Agencja Nieruchomości Rolnych –
Państwowa Agencja Atomistyki –
Polska Agencja Żeglugi Powietrznej –
Polska Agencja Rozwiązywania Problemów
Alkoholowych –
Agencja Rezerw Materiałowych –
Narodowy Bank Polski –
Narodowy Fundusz Ochrony Środowiska i
Gospodarki Wodnej –
Państwowy Fundusz Rehabilitacji Osób
Niepełnosprawnych –
Instytut Pamięci Narodowej — Komisja
Ścigania Zbrodni Przeciwko Narodowi Polskiemu –
Rada Ochrony Pamięci Walk i
Męczeństwa –
Służba Celna Rzeczypospolitej Polskiej –
Państwowe Gospodarstwo Leśne „Lasy
Państwowe” –
Polska Agencja Rozwoju Przedsiębiorczości –
Urzędy wojewódzkie –
Samodzielne Publiczne Zakłady Opieki Zdrowotnej,
jeśli ich organem założycielskim jest minister, centralny organ
administracji rządowej lub wojewoda Portugal –
Presidência do Conselho de Ministros –
Ministério das Finanças e da Administração Pública –
Ministério da Defesa Nacional –
Ministério dos Negócios Estrangeiros –
Ministério da Administração Interna –
Ministério da Justiça –
Ministério da Economia e da Inovação –
Ministério da Agricultura, Desenvolvimento Rural e
Pescas –
Ministério da Educação –
Ministério da Ciência, Tecnologia e do Ensino
Superior –
Ministério da Cultura –
Ministério da Saúde –
Ministério do Trabalho e da Solidariedade Social –
Ministério das Obras Públicas, Transportes e
Comunicações –
Ministério do Ambiente, do Ordenamento do
Território e do Desenvolvimento Regional –
Presidença da Republica –
Tribunal Constitucional –
Tribunal de Contas –
Provedoria de Justiça Roemenië –
Administraţia Prezidenţială –
Senatul României –
Camera Deputaţilor –
Inalta Curte de Casaţie şi Justiţie –
Curtea Constituţională –
Consiliul Legislativ –
Curtea de Conturi –
Consiliul Superior al Magistraturii –
Parchetul de pe lângă Inalta Curte de
Casaţie şi Justiţie –
Secretariatul General al Guvernului –
Cancelaria primului ministru –
Ministerul Afacerilor Externe –
Ministerul Economiei şi Finanţelor –
Ministerul Justiţiei –
Ministerul Apărării –
Ministerul Internelor şi Reformei
Administrative –
Ministerul Muncii, Familiei şi
Egalităţii de Sanse –
Ministerul pentru Intreprinderi Mici şi
Mijlocii, Comerţ, Turism şi Profesii Liberale –
Ministerul Agriculturii și Dezvoltării
Rurale –
Ministerul Transporturilor –
Ministerul Dezvoltării, Lucrărilor
Publice şi Locuinţei –
Ministerul Educaţiei Cercetării şi
Tineretului –
Ministerul Sǎnǎtǎții Publice –
Ministerul Culturii şi Cultelor –
Ministerul Comunicaţiilor şi Tehnologiei
Informaţiei –
Ministerul Mediului şi Dezvoltării
Durabile –
Serviciul Român de Informaţii –
Serviciul de Informaţii Externe –
Serviciul de Protecţie şi Pază –
Serviciul de Telecomunicaţii Speciale –
Consiliul Naţional al Audiovizualului –
Consiliul Concurenţei (CC) –
Direcţia Naţională Anticorupţie –
Inspectoratul General de Poliţie –
Autoritatea Naţională pentru
Reglementarea şi Monitorizarea Achiziţiilor Publice –
Consiliul Naţional de Soluţionare a
Contestaţiilor –
Autoritatea Naţională de Reglementare
pentru Serviciile Comunitare de Utilităţi Publice(ANRSC) –
Autoritatea Naţională Sanitară Veterinară
şi pentru Siguranţa Alimentelor –
Autoritatea Naţională pentru
Protecţia Consumatorilor –
Autoritatea Navală Română –
Autoritatea Feroviară Română –
Autoritatea Rutieră Română –
Autoritatea Naţională pentru
Protecţia Drepturilor Copilului –
Autoritatea Naţională pentru Persoanele
cu Handicap –
Autoritatea Naţională pentru Turism –
Autoritatea Naţională pentru Restituirea
Proprietăţilor –
Autoritatea Naţională pentru Tineret –
Autoritatea Naţională pentru Cercetare
Stiinţifica –
Autoritatea Naţională pentru Reglementare
în Comunicaţii şi Tehnologia Informaţiei –
Autoritatea Naţională pentru Serviciile
Societăţii Informaţionale –
Autoritatea Electorală Permanente –
Agenţia pentru Strategii Guvernamentale –
Agenţia Naţională a Medicamentului –
Agenţia Naţională pentru Sport –
Agenţia Naţională pentru Ocuparea
Forţei de Muncă –
Agenţia Naţională de Reglementare în
Domeniul Energiei –
Agenţia Română pentru Conservarea
Energiei –
Agenţia Naţională pentru Resurse
Minerale –
Agenţia Română pentru Investiţii
Străine –
Agenţia Naţională pentru
Intreprinderi Mici şi Mijlocii şi Cooperaţie –
Agenţia Naţională a
Funcţionarilor Publici –
Agenţia Naţională de Administrare
Fiscală –
Agenţia de Compensare pentru Achiziţii de
Tehnică Specială –
Agenţia Naţională Anti-doping –
Agenţia Nucleară –
Agenţia Naţională pentru
Protecţia Familiei –
Agenţia Naţională pentru Egalitatea
de Sanse între Bărbaţi şi Femei –
Agenţia Naţională pentru
Protecţia Mediului –
Agenţia naţională Antidrog Slovenië –
Predsednik Republike Slovenije –
Državni zbor Republike Slovenije –
Državni svet Republike Slovenije –
Varuh človekovih pravic –
Ustavno sodišče Republike Slovenije –
Računsko sodišče Republike Slovenije –
Državna revizijska komisja za revizijo postopkov
oddaje javnih naročil –
Slovenska akademija znanosti in umetnosti –
Vladne službe –
Ministrstvo za finance –
Ministrstvo za notranje zadeve –
Ministrstvo za zunanje zadeve –
Ministrstvo za obrambo –
Ministrstvo za pravosodje –
Ministrstvo za gospodarstvo –
Ministrstvo za kmetijstvo, gozdarstvo in prehrano –
Ministrstvo za promet –
Ministrstvo za okolje in, prostor –
Ministrstvo za delo, družino in socialne zadeve –
Ministrstvo za zdravje –
Ministrstvo za javno upravo –
Ministrstvo za šolstvo in šport –
Ministrstvo za visoko šolstvo, znanost in
tehnologijo –
Ministrstvo za kulturo –
Vrhovno sodišče Republike Slovenije –
višja sodišča –
okrožna sodišča –
okrajna sodišča –
Vrhovno državno tožilstvo Republike Slovenije –
Okrožna državna tožilstva –
Državno pravobranilstvo –
Upravno sodišče Republike Slovenije –
Višje delovno in socialno sodišče –
delovna sodišča –
Davčna uprava Republike Slovenije –
Carinska uprava Republike Slovenije –
Urad Republike Slovenije za preprečevanje
pranja denarja –
Urad Republike Slovenije za nadzor prirejanja iger
na srečo –
Uprava Republike Slovenije za javna plačila –
Urad Republike Slovenije za nadzor proračuna –
Policija –
Inšpektorat Republike Slovenije za notranje zadeve –
General štab Slovenske vojske –
Uprava Republike Slovenije za zaščito in
reševanje –
Inšpektorat Republike Slovenije za obrambo –
Inšpektorat Republike Slovenije za varstvo pred
naravnimi in drugimi nesrečami –
Uprava Republike Slovenije za izvrševanje kazenskih
sankcij –
Urad Republike Slovenije za varstvo konkurence –
Urad Republike Slovenije za varstvo potrošnikov –
Tržni inšpektorat Republike Slovenije –
Urad Republike Slovenije za intelektualno lastnino –
Inšpektorat Republike Slovenije za elektronske
komunikacije, elektronsko podpisovanje in pošto –
Inšpektorat za energetiko in rudarstvo –
Agencija Republike Slovenije za kmetijske trge in
razvoj podeželja –
Inšpektorat Republike Slovenije za kmetijstvo,
gozdarstvo in hrano –
Fitosanitarna uprava Republike Slovenije –
Veterinarska uprava Republike Slovenije –
Uprava Republike Slovenije za pomorstvo –
Direkcija Republike Slovenije za caste –
Prometni inšpektorat Republike Slovenije –
Direkcija za vodenje investicij v javno železniško
infrastrukturo –
Agencija Republike Slovenije za okolje –
Geodetska uprava Republike Slovenije –
Uprava Republike Slovenije za jedrsko varstvo –
Inšpektorat Republike Slovenije za okolje in
prostor –
Inšpektorat Republike Slovenije za delo –
Zdravstveni inšpektorat –
Urad Republike Slovenije za kemikalije –
Uprava Republike Slovenije za varstvo pred sevanji –
Urad Republike Slovenije za meroslovje –
Urad za visoko šolstvo –
Urad Republike Slovenije za mladino –
Inšpektorat Republike Slovenije za šolstvo in šport –
Arhiv Republike Slovenije –
Inšpektorat Republike Slovenije za kulturo in
medije –
Kabinet predsednika Vlade Republike Slovenije –
Generalni sekretariat Vlade Republike Slovenije –
Služba vlade za zakonodajo –
Služba vlade za evropske zadeve –
Služba vlade za lokalno samoupravo in regionalno
politiko –
Urad vlade za komuniciranje –
Urad za enake možnosti –
Urad za verske skupnosti –
Urad za narodnosti –
Urad za makroekonomske analize in razvoj –
Statistični urad Republike Slovenije –
Slovenska obveščevalno-varnostna agencija –
Protokol Republike Slovenije –
Urad za varovanje tajnih podatkov –
Urad za Slovence v zamejstvu in po svetu –
Služba Vlade Republike Slovenije za razvoj –
Informacijski pooblaščenec –
Državna volilna komisija Slowakije Ministeries en andere centrale
overheidsdiensten, als bedoeld in Wet nr. 575/2001 inzake de structuur van de werkzaamheden
van de regering en centrale overheidsdiensten, als gewijzigd bij latere
wetgeving: –
Kancelária Prezidenta Slovenskej republiky –
Národná rada Slovenskej republiky –
Ministerstvo hospodárstva Slovenskej republiky –
Ministerstvo financií Slovenskej republiky –
Ministerstvo dopravy, pôšt a telekomunikácií
Slovenskej republiky –
Ministerstvo pôdohospodárstva Slovenskej republiky –
Ministerstvo výstavby a regionálneho rozvoja
Slovenskej republiky –
Ministerstvo vnútra Slovenskej republiky –
Ministerstvo obrany Slovenskej republiky –
Ministerstvo spravodlivosti Slovenskej republiky –
Ministerstvo zahraničných vecí Slovenskej
republiky –
Ministerstvo práce, sociálnych vecí a rodiny
Slovenskej republiky –
Ministerstvo životného prostredia Slovenskej
republiky –
Ministerstvo školstva Slovenskej republiky –
Ministerstvo kultúry Slovenskej republiky –
Ministerstvo zdravotníctva Slovenskej republiky –
Úrad vlády Slovenskej republiky –
Protimonopolný úrad Slovenskej republiky –
Štatistický úrad Slovenskej republiky –
Úrad geodézie, kartografie a katastra Slovenskej
republiky –
Úrad jadrového dozoru Slovenskej republiky –
Úrad pre normalizáciu, metrológiu a skúšobníctvo
Slovenskej republiky –
Úrad pre verejné obstarávanie –
Úrad priemyselného vlastníctva Slovenskej republiky –
Správa štátnych hmotných rezerv Slovenskej
republiky –
Národný bezpečnostný úrad –
Ústavný súd Slovenskej republiky –
Najvyšši súd Slovenskej republiky –
Generálna prokuratura Slovenskej republiky –
Najvyšši kontrolný úrad Slovenskej republiky –
Telekomunikačný úrad Slovenskej republiky –
Úrad priemyselného vlastníctva Slovenskej republiky –
Úrad pre finančný trh –
Úrad na ochranu osobn ý ch udajov –
Kancelária verejneho ochranu prav Finland –
Oikeuskanslerinvirasto — Justitiekanslersämbetet –
Liikenne- Ja Viestintäministeriö —
Kommunikationsministeriet –
Ajoneuvohallintokeskus AKE —
Fordonsförvaltningscentralen AKE –
Ilmailuhallinto — Luftfartsförvaltningen –
Ilmatieteen laitos — Meteorologiska institutet –
Merenkulkulaitos — Sjöfartsverket –
Merentutkimuslaitos — Havsforskningsinstitutet –
Ratahallintokeskus RHK — Banförvaltningscentralen
RHK –
Rautatievirasto — Järnvägsverket –
Tiehallinto — Vägförvaltningen –
Viestintävirasto – Kommunikationsverket –
Maa- ja metsätalousministeriö / Jord- och
skogsbruksministeriet –
Elintarviketurvallisuusvirasto —
Livsmedelssäkerhetsverket –
Maanmittauslaitos – Lantmäteriverket –
Maaseutuvirasto — Landsbygdsverket –
Oikeusministeriö — Justitieministeriet –
Tietosuojavaltuutetun toimisto – Dataombudsmannens
byrå –
Tuomioistuimet – domstolar –
Korkein oikeus – Högsta domstolen –
Korkein hallinto-oikeus – Högsta förvaltningsdomstolen –
Hovioikeudet – hovrätter –
Käräjäoikeudet – tingsrätter –
Hallinto-oikeudet –förvaltningsdomstolar –
Markkinaoikeus - Marknadsdomstolen –
Työtuomioistuin – Arbetsdomstolen –
Vakuutusoikeus – Försäkringsdomstolen –
Kuluttajariitalautakunta — Konsumenttvistenämnden –
Vankeinhoitolaitos – Fångvårdsväsendet –
HEUNI — Yhdistyneiden Kansakuntien yhteydessä
toimiva Euroopan kriminaalipolitiikan instituutti — HEUNI — Europeiska
institutet för kriminalpolitik, verksamt i anslutning till Förenta Nationerna –
Konkurssiasiamiehen toimisto — Konkursombudsmannens
byrå –
Kuluttajariitalautakunta — Konsumenttvistenämnden –
Oikeushallinnon palvelukeskus —
Justitieförvaltningens servicecentral –
Oikeushallinnon tietotekniikkakeskus —
Justitieförvaltningens datateknikcentral –
Oikeuspoliittinen tutkimuslaitos (Optula) —
Rättspolitiska forskningsinstitutet –
Oikeusrekisterikeskus — Rättsregistercentralen –
Onnettomuustutkintakeskus — Centralen för
undersökning av olyckor –
Rikosseuraamusvirasto — Brottspåföljdsverket –
Rikosseuraamusalan koulutuskeskus —
Brottspåföljdsområdets utbildningscentral –
Rikoksentorjuntaneuvosto Rådet för
brottsförebyggande –
Saamelaiskäräjät — Sametinget –
Valtakunnansyyttäjänvirasto — Riksåklagarämbetet –
Vankeinhoitolaitos – Fångvårdsväsendet –
Opetusministeriö — Undervisningsministeriet –
Opetushallitus — Utbildningsstyrelsen –
Valtion elokuvatarkastamo — Statens
filmgranskningsbyrå –
Puolustusministeriö/Försvarsministeriet –
Puolustusvoimat– Försvarsmakten –
Sisäasiainministeriö — Inrikesministeriet –
Väestörekisterikeskus –Befolkningsregistercentralen –
Keskusrikospoliisi – Centralkriminalpolisen –
Liikkuva poliisi – Rörliga polisen –
Rajavartiolaitos –Gränsbevakningsväsendet –
Lääninhallitukset — Länstyrelserna –
Suojelupoliisi — Skyddspolisen –
Poliisiammattikorkeakoulu — Polisyrkeshögskolan –
Poliisin tekniikkakeskus — Polisens teknikcentral –
Poliisin tietohallintokeskus — Polisens datacentral –
Helsingin kihlakunnan poliisilaitos —
Polisinrättningen i Helsingfors –
Pelastusopisto — Räddningsverket –
Hätäkeskuslaitos — Nödcentralsverket –
Maahanmuuttovirasto — Migrationsverket –
Sisäasiainhallinnon palvelukeskus —
Inrikesförvaltningens servicecentral –
Sosiaali- Ja Terveysministeriö — Social- Och
Hälsovårdsministeriet –
Työttömyysturvan muutoksenhakulautakunta —
Besvärsnämnden för utkomstskyddsärenden –
Sosiaaliturvan muutoksenhakulautakunta —
Besvärsnämnden för socialtrygghet –
Lääkelaitos – Läkemedelsverket –
Terveydenhuollon oikeusturvakeskus –
Rättsskyddscentralen för hälsovården –
Säteilyturvakeskus – Strålsäkerhetscentralen –
Kansanterveyslaitos — Folkhälsoinstitutet –
Lääkehoidon kehittämiskeskus ROHTO —
Utvecklingscentralen för läkemedelsbe-handling –
Sosiaali- ja terveydenhuollon tuotevalvontakeskus —
Social- och hälsovårdens produkttill-synscentral –
Sosiaali- ja terveysalan tutkimus- ja
kehittämiskeskus Stakes — Forsknings- och utvecklingscentralen för social- och
hälsovården Stakes –
Vakuutusvalvontavirasto — Försäkringsinspektionen –
Työ- Ja Elinkeinoministeriö — Arbets- Och
Näringsministeriet –
Kuluttajavirasto – Konsumentverket –
Kilpailuvirasto – Konkurrensverket –
Patentti- ja rekisterihallitus – Patent- och
registerstyrelsen –
Valtakunnansovittelijain toimisto –
Riksförlikningsmännens byrå –
Valtion turvapaikanhakijoiden vastaanottokeskukset
– Statliga förläggningar för asylsökande –
Energiamarkkinavirasto − Energimarknadsverket –
Geologian tutkimuskeskus — Geologiska
forskningscentralen –
Huoltovarmuuskeskus —
Försörjningsberedskapscentralen –
Kuluttajatutkimuskeskus —
Konsumentforskningscentralen –
Matkailun edistämiskeskus (MEK) — Centralen för
turistfrämjande –
Mittatekniikan keskus (MIKES) — Mätteknikcentralen –
Tekes — teknologian ja innovaatioiden
kehittämiskeskus −Tekes — utvecklingscentralen för teknologi och
innovationer –
Turvatekniikan keskus (TUKES) —
Säkerhetsteknikcentralen –
Valtion teknillinen tutkimuskeskus (VTT) — Statens
tekniska forskningscentral –
Syrjintälautakunta — Nationella
diskrimineringsnämnden –
Työneuvosto — Arbetsrådet –
Vähemmistövaltuutetun toimisto —
Minoritetsombudsmannens byrå –
Ulkoasiainministeriö/Utrikesministeriet –
Valtioneuvoston Kanslia — Statsrådets Kansli –
Valtiovarainministeriö — Finansministeriet –
Valtiokonttori – Statskontoret –
Verohallinto – Skatteförvaltningen –
Tullilaitos – Tullverket –
Tilastokeskus — Statistikcentralen –
Valtiontaloudellinen tutkimuskeskus — Statens
ekonomiska forskiningscentral –
Ympäristöministeriö — Miljöministeriet –
Suomen ympäristökeskus — Finlands miljöcentral –
Asumisen rahoitus- ja kehityskeskus —
Finansierings- och utvecklingscentralen för boendet –
Valtiontalouden tarkastusvirasto – Statens
revisionsverk Zweden A –
Affärsverket svenska kraftnät –
Akademien för de fria konsterna –
Alkohol- och läkemedelssortiments-nämnden –
Allmänna pensionsfonden –
Allmänna reklamationsnämnd –
Ambassader –
Ansvarsnämnd, statens –
Arbetsdomstolen –
Arbetsförmedlingen –
Arbetsgivarverk, statens –
Arbetslivsinstitutet –
Arbetsmiljöverket –
Arkitekturmuseet –
Arrendenämnder –
Arvsfondsdelegationen –
Arvsfondsdelegationen B –
Banverket –
Barnombudsmannen –
Beredning för utvärdering av medicinsk metodik,
statens –
Bergsstaten –
Biografbyrå, statens –
Biografiskt lexikon, svenskt –
Birgittaskolan –
Blekinge tekniska högskola –
Bokföringsnämnden –
Bolagsverket –
Bostadsnämnd, statens –
Bostadskreditnämnd, statens –
Boverket –
Brottsförebyggande rådet –
Brottsoffermyndigheten C –
Centrala studiestödsnämnden D –
Danshögskolan –
Datainspektionen –
Departementen –
Domstolsverket –
Dramatiska institutet E –
Ekeskolan –
Ekobrottsmyndigheten –
Ekonomistyrningsverket –
Ekonomiska rådet –
Elsäkerhetsverket –
Energimarknadsinspektionen –
Energimyndigheten, statens –
EU/FoU-rådet –
Exportkreditnämnden –
Exportråd, Sveriges F –
Fastighetsmäklarnämnden –
Fastighetsverk, statens –
Fideikommissnämnden –
Finansinspektionen –
Finanspolitiska rådet –
Finsk-svenska gränsälvskommissionen –
Fiskeriverket –
Flygmedicincentrum –
Folkhälsoinstitut, statens –
Fonden för fukt- och mögelskador –
Forskningsrådet för miljö, areella näringar och
samhällsbyggande, Formas –
Folke Bernadotte Akademin –
Forskarskattenämnden –
Forskningsrådet för arbetsliv och socialvetenskap –
Fortifikationsverket –
Forum för levande historia –
Försvarets materielverk –
Försvarets radioanstalt –
Försvarets underrättelsenämnd –
Försvarshistoriska museer, statens –
Försvarshögskolan –
Försvarsmakten –
Försäkringskassan G –
Gentekniknämnden –
Geologiska undersökning –
Geotekniska institut, statens –
Giftinformationscentralen –
Glesbygdsverket –
Grafiska institutet och institutet för högre
kommunikation- och reklamutbildning –
Granskningsnämnden för radio och TV –
Granskningsnämnden för försvarsuppfinningar –
Gymnastik- och Idrottshögskolan –
Göteborgs universitet H –
Handelsflottans kultur- och fritidsråd –
Handelsflottans pensionsanstalt –
Handelssekreterare –
Handelskamrar, auktoriserade –
Handikappombudsmannen –
Handikappråd, statens –
Harpsundsnämnden –
Haverikommission, statens –
Historiska museer, statens –
Hjälpmedelsinstitutet –
Hovrätterna –
Hyresnämnder –
Häktena –
Hälso- och sjukvårdens ansvarsnämnd –
Högskolan Dalarna –
Högskolan i Borås –
Högskolan i Gävle –
Högskolan i Halmstad –
Högskolan i Kalmar –
Högskolan i Karlskrona/Ronneby –
Högskolan i Kristianstad –
Högskolan i Skövde –
Högskolan i Trollhättan/Uddevalla –
Högskolan på Gotland –
Högskolans avskiljandenämnd –
Högskoleverket –
Högsta domstolen I –
ILO kommittén –
Inspektionen för arbetslöshetsförsäkringen –
Inspektionen för strategiska producter –
Institut för kommunikationsanalys, statens –
Institut för psykosocial miljömedicin, statens –
Institut för särskilt utbildningsstöd –
Institutet för arbetsmarknadspolitisk utvärdering –
Institutet för rymdfysik –
Institutet för tillväxtpolitiska studier –
Institutionsstyrelse, Statens –
Insättningsgarantinämnden –
Integrationsverket –
Internationella programkontoret för
utbildningsområdet J –
Jordbruksverk, statens –
Justitiekanslern –
Jämställdhetsombudsmannen –
Jämställdhetsnämnden –
Järnvägar, statens –
Järnvägsstyrelsen K –
Kammarkollegiet –
Kammarrätterna –
Karlstads universitet –
Karolinska Instituut –
Kemikalieinspektionen –
Kommerskollegium –
Konjunkturinstitutet –
Konkurrensverket –
Konstfack –
Konsthögskolan –
Konstnärsnämnden –
Konstråd, statens –
Konsulat –
Konsumentverket –
Krigsvetenskapsakademin –
Krigsförsäkringsnämnden –
Kriminaltekniska laboratorium, statens –
Kriminalvården –
Krisberedskapsmyndigheten –
Kristinaskolan –
Kronofogdemyndigheten –
Kulturråd, statens –
Kungl. Biblioteket –
Kungl. Konsthögskolan –
Kungl. Musikhögskolan i Stockholm –
Kungl. Tekniska högskolan –
Kungl. Vitterhets-, historie- och
antikvitetsakademien –
Kungl Vetenskapsakademin –
Kustbevakningen –
Kvalitets- och kompetensråd, statens –
Kärnavfallsfondens styrelse L –
Lagrådet –
Lantbruksuniveritet, Sveriges –
Lantmäteriverket –
Linköpings universitet –
Livrustkammaren, Skoklosters slott och Hallwylska
museet –
Livsmedelsverk, statens –
Livsmedelsekonomiska institutet –
Ljud- och bildarkiv, statens –
Lokala säkerhetsnämnderna vid kärnkraftverk –
Lotteriinspektionen –
Luftfartsverket –
Luftfartsstyrelsen –
Luleå tekniska universitet –
Lunds universitet –
Läkemedelsverket –
Läkemedelsförmånsnämnden –
Länsrätterna –
Länsstyrelserna –
Lärarhögskolan i Stockholm M –
Malmö högskola –
Manillaskolan –
Maritima muséer, statens –
Marknadsdomstolen –
Medlingsinstitutet –
Meteorologiska och hydrologiska institut, Sveriges –
Migrationsverket –
Militärhögskolor –
Mittuniversitetet –
Moderna museet –
Museer för världskultur, statens –
Musikaliska Akademien –
Musiksamlingar, statens –
Myndigheten för handikappolitisk samordning –
Myndigheten för internationella adoptionsfrågor –
Myndigheten för skolutveckling –
Myndigheten för kvalificerad yrkesutbildning –
Myndigheten för nätverk och samarbete inom högre
utbildning –
Myndigheten för Sveriges nätuniversitet –
Myndigheten för utländska investeringar i Sverige –
Mälardalens högskola N –
Nationalmuseum –
Nationellt centrum för flexibelt lärande –
Naturhistoriska riksmuseet –
Naturvårdsverket –
Nordiska Afrikainstitutet –
Notarienämnden –
Nämnd för arbetstagares uppfinningar, statens –
Nämnden för statligt stöd till trossamfund –
Nämnden för styrelserepresentationsfrågor –
Nämnden mot diskriminering –
Nämnden för elektronisk förvaltning –
Nämnden för RH anpassad utbildning –
Nämnden för hemslöjdsfrågor O –
Oljekrisnämnden –
Ombudsmannen mot diskriminering på grundav sexuell
läggning –
Ombudsmannen mot etnisk diskriminering –
Operahögskolan i Stockholm P –
Patent- och registreringsverket –
Patentbesvärsrätten –
Pensionsverk, statens –
Personregisternämnd statens, SPAR-nämnden –
Pliktverk, Totalförsvarets –
Polarforskningssekretariatet –
Post- och telestyrelsen –
Premiepensionsmyndigheten –
Presstödsnämnden R –
Radio- och TV–verket –
Rederinämnden –
Regeringskansliet –
Regeringsrätten –
Resegarantinämnden –
Registernämnden –
Revisorsnämnden –
Riksantikvarieämbetet –
Riksarkivet –
Riksbanken –
Riksdagsförvaltningen –
Riksdagens ombudsmän –
Riksdagens revisorer –
Riksgäldskontoret –
Rikshemvärnsrådet –
Rikspolisstyrelsen –
Riksrevisionen –
Rikstrafiken –
Riksutställningar, Stiftelsen –
Riksvärderingsnämnden –
Rymdstyrelsen –
Rådet för Europeiska socialfonden i Sverige –
Räddningsverk, statens –
Rättshjälpsmyndigheten –
Rättshjälpsnämnden –
Rättsmedicinalverket S –
Samarbetsnämnden för statsbidrag till trossamfund –
Sameskolstyrelsen och sameskolor –
Sametinget –
SIS, Standardiseringen i Sverige –
Sjöfartsverket –
Skatterättsnämnden –
Skatteverket –
Skaderegleringsnämnd, statens –
Skiljenämnden i vissa trygghetsfrågor –
Skogsstyrelsen –
Skogsvårdsstyrelserna –
Skogs och lantbruksakademien –
Skolverk, statens –
Skolväsendets överklagandenämnd –
Smittskyddsinstitutet –
Socialstyrelsen –
Specialpedagogiska institutet –
Specialskolemyndigheten –
Språk- och folkminnesinstitutet –
Sprängämnesinspektionen –
Statistiska centralbyrån –
Statskontoret –
Stockholms universitet –
Stockholms internationella miljöinstitut –
Strålsäkerhetsmyndigheten –
Styrelsen för ackreditering och teknisk kontroll –
Styrelsen för internationellt utvecklingssamarbete,
SIDA –
Styrelsen för Samefonden –
Styrelsen för psykologiskt försvar –
Stängselnämnden –
Svenska institutet –
Svenska institutet för europapolitiska studier –
Svenska ESF rådet –
Svenska Unescorådet –
Svenska FAO kommittén –
Svenska Språknämnden –
Svenska Skeppshypotekskassan –
Svenska institutet i Alexandria –
Sveriges författarfond –
Säkerhetspolisen –
Säkerhets- och integritetsskyddsnämnden –
Södertörns högskola T –
Taltidningsnämnden –
Talboks- och punktskriftsbiblioteket –
Operahögskolan i Stockholm –
Tingsrätterna –
Tjänstepensions och grupplivnämnd, statens –
Tjänsteförslagsnämnden för domstolsväsendet –
Totalförsvarets forskningsinstitut –
Totalförsvarets pliktverk –
Tullverket –
Turistdelegationen U –
Umeå universitet –
Ungdomsstyrelsen –
Uppsala universitet –
Utlandslönenämnd, statens –
Utlänningsnämnden –
Utrikesförvaltningens antagningsnämnd –
Utrikesnämnden –
Utsädeskontroll, statens V –
Valideringsdelegationen –
Valmyndigheten –
Vatten- och avloppsnämnd, statens –
Vattenöverdomstolen –
Verket för förvaltningsutveckling –
Verket för högskoleservice –
Verket för innovationssystem (VINNOVA) –
Verket för näringslivsutveckling (NUTEK) –
Vetenskapsrådet –
Veterinärmedicinska anstalt, statens –
Veterinära ansvarsnämnden –
Väg- och transportforskningsinstitut, statens –
Vägverket –
Vänerskolan –
Växjö universitet –
Växtsortnämnd, statens Å –
Åklagarmyndigheten –
Åsbackaskolan Ö –
Örebro universitet –
Örlogsmannasällskapet –
Östervångsskolan –
Överbefälhavaren –
Överklagandenämnden för högskolan –
Överklagandenämnden för nämndemanna-uppdrag –
Överklagandenämnden för studiestöd –
Överklagandenämnden för totalförsvaret Verenigd Koninkrijk –
Cabinet Office –
Office of the Parliamentary Counsel –
Central Office of Information –
Charity Commission –
Crown Estate Commissioners (Vote Expenditure
Only) –
Crown Prosecution Service –
Department for Business, Enterprise and
Regulatory Reform –
Competition Commission –
Gas and Electricity Consumers’ Council –
Office of Manpower Economics –
Department for Children, Schools and Families –
Department of Communities and Local Government –
Rent Assessment Panels –
Department for Culture, Media and Sport –
British Library –
British Museum –
Commission for Architecture and the Built
Environment –
The Gambling Commission –
Historic Buildings and Monuments Commission for
England (English Heritage) –
Imperial War Museum –
Museums, Libraries and Archives Council –
National Gallery –
National Maritime Museum –
National Portrait Gallery –
Natural History Museum –
Science Museum –
Tate Gallery –
Victoria and Albert Museum –
Wallace Collection –
Department for Environment, Food and Rural
Affairs –
Agricultural Dwelling House Advisory Committees –
Agricultural Land Tribunals –
Agricultural Wages Board and Committees –
Cattle Breeding Centre –
Countryside Agency –
Plant Variety Rights Office –
Royal Botanic Gardens, Kew –
Royal Commission on Environmental Pollution –
Department of Health –
Dental Practice Board –
National Health Service Strategic Health
Authorities –
NHS Trusts –
Prescription Pricing Authority –
Department for Innovation, Universities and
Skills –
Higher Education Funding Council for England –
National Weights and Measures Laboratory –
Patent Office –
Department for International Development –
Department of the Procurator General and
Treasury Solicitor –
Legal Secretariat to the Law Officers –
Department for Transport –
Maritime and Coastguard Agency –
Department for Work and Pensions –
Disability Living Allowance Advisory Board –
Independent Tribunal Service –
Medical Boards and Examining Medical Officers
(War Pensions) –
Occupational Pensions Regulatory Authority –
Regional Medical Service –
Social Security Advisory Committee –
Export Credits Guarantee Department –
Foreign and Commonwealth Office –
Wilton Park Conference Centre –
Government Actuary’s Department –
Government Communications Headquarters –
Home Office –
HM Inspectorate of Constabulary –
House of Commons –
House of Lords –
Ministry of Defence –
Defence Equipment & Support –
Meteorological Office –
Ministry of Justice –
Boundary Commission for England –
Combined Tax Tribunal –
Council on Tribunals –
Court of Appeal — Criminal –
Employment Appeals Tribunal –
Employment Tribunals –
HMCS Regions, Crown, County and Combined Courts
(England and Wales) –
Immigration Appellate Authorities –
Immigration Adjudicators –
Immigration Appeals Tribunal –
Lands Tribunal –
Law Commission –
Legal Aid Fund (England and Wales) –
Office of the Social Security Commissioners –
Parole Board and Local Review Committees –
Pensions Appeal Tribunals –
Public Trust Office –
Supreme Court Group (England and Wales) –
Transport Tribunal –
The National Archives –
National Audit Office –
National Savings and Investments –
National School of Government –
Northern Ireland Assembly Commission –
Northern Ireland Court Service –
Coroners Courts –
County Courts –
Court of Appeal and High Court of Justice in
Northern Ireland –
Crown Court –
Enforcement of Judgements Office –
Legal Aid Fund –
Magistrates’ Courts –
Pensions Appeals Tribunals –
Northern Ireland, Department for Employment and
Learning –
Northern Ireland, Department for Regional
Development –
Northern Ireland, Department for Social
Development –
Northern Ireland, Department of Agriculture and
Rural Development –
Northern Ireland, Department of Culture, Arts
and Leisure –
Northern Ireland, Department of Education –
Northern Ireland, Department of Enterprise,
Trade and Investment –
Northern Ireland, Department of the Environment –
Northern Ireland, Department of Finance and
Personnel –
Northern Ireland, Department of Health, Social
Services and Public Safety –
Northern Ireland, Office of the First Minister
and Deputy First Minister –
Northern Ireland Office –
Crown Solicitor’s Office –
Department of the Director of Public
Prosecutions for Northern Ireland –
Forensic Science Laboratory of Northern Ireland –
Office of the Chief Electoral Officer for
Northern Ireland –
Police Service of Northern Ireland –
Probation Board for Northern Ireland –
State Pathologist Service –
Office of Fair Trading –
Office for National Statistics –
National Health Service Central Register –
Office of the Parliamentary Commissioner for
Administration and Health Service Commissioners –
Paymaster General’s Office –
Postal Business of the Post Office –
Privy Council Office –
Public Record Office –
HM Revenue and Customs –
The Revenue and Customs Prosecutions Office –
Royal Hospital, Chelsea –
Royal Mint –
Rural Payments Agency –
Scotland, Auditor-General –
Scotland, Crown Office and Procurator Fiscal
Service –
Scotland, General Register Office –
Scotland, Queen’s and Lord Treasurer’s
Remembrancer –
Scotland, Registers of Scotland –
The Scotland Office –
The Scottish Ministers –
Architecture and Design Scotland –
Crofters Commission –
Deer Commission for Scotland –
Lands Tribunal for Scotland –
National Galleries of Scotland –
National Library of Scotland –
National Museums of Scotland –
Royal Botanic Garden, Edinburgh –
Royal Commission on the Ancient and Historical
Monuments of Scotland –
Scottish Further and Higher Education Funding
Council –
Scottish Law Commission –
Community Health Partnerships –
Special Health Boards –
Health Boards –
The Office of the Accountant of Court –
High Court of Justiciary –
Court of Session –
HM Inspectorate of Constabulary –
Parole Board for Scotland –
Pensions Appeal Tribunals –
Scottish Land Court –
Sheriff Courts –
Scottish Police Services Authority –
Office of the Social Security Commissioners –
The Private Rented Housing Panel and Private
Rented Housing Committees –
Keeper of the Records of Scotland –
The Scottish Parliamentary Body Corporate –
HM Treasury –
Office of Government Commerce –
United Kingdom Debt Management Office –
The Wales Office (Office of the Secretary of
State for Wales) –
The Welsh Ministers –
Higher Education Funding Council for Wales –
Local Government Boundary Commission for Wales –
The Royal Commission on the Ancient and
Historical Monuments of Wales –
Valuation Tribunals (Wales) –
Welsh National Health Service Trusts and Local
Health Boards –
Welsh Rent Assessment Panels BIJLAGE II
LIJST VAN WERKZAAMHEDEN IN DE ZIN VAN ARTIKEL 2, LID 8, ONDER a) Bij verschillen tussen CPV en NACE is de
CPV-nomenclatuur van toepassing. NACE Rev. 1 (1) || code CPV SECTIE F || BOUWNIJVERHEID Afdeling || Groep || Klasse || Omschrijving || Toelichting 45 || || || Bouwnijverheid || Deze afdeling omvat: — nieuwbouw, restauratiewerk en gewone reparaties. || 45000000 || 45.1 || || Het bouwrijp maken van terreinen || || 45100000 || || 45.11 || Slopen van gebouwen; grondverzet || Deze klasse omvat: — het slopen van gebouwen en andere bouwwerken; — het ruimen van bouwterreinen; — grondverzet: graven, ophogen, egaliseren en nivelleren van bouwterreinen, graven van sleuven en geulen, verwijderen van rotsen, grondverzet met behulp van explosieven enz.; — het geschikt maken van terreinen voor mijnbouw: — verwijderen van deklagen en overige werkzaamheden in verband met de ontsluiting van delfstoffen en de voorbereiding van de ontginning. Deze klasse omvat voorts: — de drainage van bouwterreinen, — de drainage van land- en bosbouwgrond. || 45110000 || || 45.12 || Proefboren en boren || Deze klasse omvat: — het proefboren en het nemen van bodemmonsters ten behoeve van de bouw of voor geofysische, geologische of dergelijke doeleinden. Deze klasse omvat niet: — het boren van putten voor de aardolie- of aardgaswinning, zie 11.20; — het boren van waterputten, zie 45.25; — het delven van mijnschachten, zie 45.25; — de aardolie- en aardgasexploratie en geofysisch, geologisch en seismisch onderzoek, zie 74.20. || 45120000 || 45.2 || || Burgerlijke en utiliteitsbouw; weg- en waterbouw || || 45200000 || || 45.21 || Algemene bouwkundige en civieltechnische werken || Deze klasse omvat: — de bouw van alle soorten gebouwen; de uitvoering van civieltechnische werken; — bruggen, inclusief die voor verhoogde wegen, viaducten, tunnels en ondergrondse doorgangen; — pijpleidingen, kabels en hoogspanningsleidingen over lange afstand; — pijpleidingen, kabels en hoogspanningsleidingen in de bebouwde kom; — bijkomende werken; — het monteren en optrekken van geprefabriceerde constructies ter plaatse. Deze klasse omvat niet: — diensten in verband met de aardolie- en de aardgaswinning, zie 11.20; — het optrekken van volledige geprefabriceerde constructies van zelf vervaardigde onderdelen, niet van beton, zie 20, 26, 28; — bouwwerkzaamheden aan of in stadions, zwembaden, sporthallen, tennisbanen, golfterreinen en andere sportaccommodaties, andere dan het optrekken van gebouwen, zie 45.23; — installatiewerkzaamheden, zie 45.3; — de afwerking van gebouwen, zie 45.4; — architecten en ingenieurs, zie 74.20; — projectbeheer voor de bouw, zie 74.20. || 45210000 met uitzondering van: -45213316 45220000 45231000 45232000 || || 45.22 || Dakbedekking en bouw van dakconstructies || Deze klasse omvat: — de bouw van daken; — dakbedekking; — het waterdicht maken. || 45261000 || || 45.23 || Bouw van autowegen en andere wegen, vliegvelden en sportfaciliteiten || Deze klasse omvat: — de bouw van autowegen, straten en andere wegen en paden voor voertuigen en voetgangers; — de bouw van spoorwegen; — de bouw van start- en landingsbanen; — bouwwerkzaamheden aan of in stadions, zwembaden, sporthallen, tennisbanen, golfterreinen en andere sportaccommodaties, andere dan het optrekken van gebouwen; — het schilderen van markeringen op wegen en parkeerplaatsen. Deze klasse omvat niet: — voorafgaand grondverzet, zie 45.11. || 45212212 en DA03 45230000 met uitzondering van: -45231000 -45232000 -45234115 || || 45.24 || Waterbouw || Deze klasse omvat — de aanleg van: — waterwegen, haven- en rivierwerken, jachthavens, sluizen enz.; — dammen en dijken; — baggerwerk; — werkzaamheden onder water. || 45240000 || || 45.25 || Overige gespecialiseerde werkzaamheden in de bouw || Deze klasse omvat: — gespecialiseerde bouwwerkzaamheden ten behoeve van diverse bouwwerken, waarvoor specifieke ervaring of een speciale uitrusting nodig is; — bouw van funderingen, inclusief heien; — boren en aanleggen van waterputten, delven van mijnschachten; — opbouw van niet zelf vervaardigde elementen van staal; — buigen van staal; — metselen, inclusief zetten van natuursteen; — optrekken en afbreken van steigers en werkplatforms, inclusief verhuur van steigers en werkplatforms; — bouw van schoorstenen en industriële ovens. Deze klasse omvat niet: — de verhuur van steigers zonder optrekken en afbreken, zie 71.32 || 45250000 45262000 || 45.3 || || Installatiewerkzaamheden || || 45300000 || || 45.31 || Elektrische installatie || Deze klasse omvat: de installatie in gebouwen en andere bouwwerken van: — elektrische bedrading en toebehoren; — telecommunicatiesystemen; — elektrische verwarmingssystemen; — antennes; — brandalarmsystemen; — inbraakalarmsystemen; — liften en roltrappen, — bliksemafleiders, enz. || 45213316 45310000 met uitzondering van: -45316000 || || 45.32 || Isolatie || Deze klasse omvat: — het aanbrengen in gebouwen en andere bouwwerken van isolatiemateriaal (warmte, geluid, trillingen). Deze klasse omvat niet: — het waterdicht maken, zie 45.22. || 45320000 || || 45.33 || Loodgieterswerk || Deze klasse omvat: — de installatie in gebouwen en andere bouwwerken van: — waterleidingen en artikelen voor sanitair gebruik; — gasaansluitingen; — apparatuur en leidingen voor verwarming, ventilatie, koeling en klimaatregeling; — sprinklerinstallaties. Deze klasse omvat niet: — de installatie en reparatie van elektrische verwarmingsinstallaties, zie 45.31. || 45330000 || || 45.34 || Overige bouwinstallatie || Deze klasse omvat: — de installatie van verlichtings- en signaleringssystemen voor wegen, spoorwegen, luchthavens en havens; — de installatie in en aan gebouwen en andere bouwwerken van toebehoren, niet elders geklasseerd. || 45234115 45316000 45340000 || 45.4 || || Afwerking van gebouwen || || 45400000 || || 45.41 || Stukadoorswerk || Deze klasse omvat: — het aanbrengen van pleister- en stukadoorswerk (inclusief het aanbrengen van een hechtgrond) aan de binnen- of buitenzijde van gebouwen en andere bouwwerken. || 45410000 || || 45.42 || Schrijnwerk || Deze klasse omvat: — het plaatsen van niet zelf vervaardigde deuren, vensters, kozijnen, inbouwkeukens, trappen, winkelinrichtingen en dergelijke, van hout of van ander materiaal; — de binnenafwerking, zoals plafonds, wandbekleding van hout, verplaatsbare tussenwanden enz. Deze klasse omvat niet: — het leggen van parket of andere houten vloerbedekking, zie 45.43. || 45420000 || || 45.43 || Vloer- en wandafwerking || Deze klasse omvat: — het aanbrengen in gebouwen en andere bouwwerken van: — — vloer- of wandtegels van keramische stoffen, beton of gehouwen steen; — parket of andere houten vloerbedekking, tapijt en vloerbedekking van linoleum, rubber of kunststof; — vloerbedekking en wandbekleding van terrazzo, marmer, graniet of lei; — behang. || 45430000 || || 45.44 || Schilderen en glaszetten || Deze klasse omvat: — het schilderen van het binnen- en buitenwerk van gebouwen; — het schilderen van wegen- en waterbouwkundige werken; — het aanbrengen van glas, spiegels enz. Deze klasse omvat niet: — de installatie van vensters, zie 45.42. || 45440000 || || 45.45 || Overige werkzaamheden in verband met de afwerking van gebouwen || Deze klasse omvat: — de installatie van particuliere zwembaden; — gevelreiniging met behulp van stoom, door middel van zandstralen enz.; — overige werkzaamheden in verband met de afwerking van gebouwen, n.e.g. Deze klasse omvat niet: — het reinigen van het interieur van gebouwen en andere bouwwerken, zie 74.70. || 45212212 en DA04 45450000 || 45.5 || || Verhuur van bouw- of sloopmachines met bedieningspersoneel || || 45500000 || || 45.50 || Verhuur van bouw- of sloopmachines met bedieningspersoneel || Deze klasse omvat niet: — de verhuur van bouw- en sloopmachines zonder bedieningspersoneel, zie 71.32. || 45500000 (1) Verordening (EEG) nr. 3037/90 van de Raad van 9 oktober 1990 betreffende de statistische nomenclatuur van de economische activiteiten in de Europese Gemeenschap (PB L 293 van 24.10.1990, blz. 1), verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 761/93 van de Commissie (PB L 83 van 3.4.1993, blz. 1). BIJLAGE III
LIJST VAN PRODUCTEN, ALS BEDOELD IN ARTIKEL 4, ONDER B), BETREFFENDE HET GUNNEN
DOOR AANBESTEDENDE DIENSTEN VAN OPDRACHTEN OP HET GEBIED VAN DEFENSIE De enige met het oog op deze richtlijn
toepasselijke tekst is die van bijlage 1, onder 3) van de GPA
(Overeenkomst inzake overheidsopdrachten), waarop de volgende indicatieve lijst
van producten is gebaseerd: Hoofdstuk 25: || Zout; zwavel; aarde en steen; gips, kalk en cement Hoofdstuk 26: || Metaalertsen, slakken en assen Hoofdstuk 27: || Minerale brandstoffen, aardolie en distillatieproducten daarvan; bitumineuze stoffen; minerale was, met uitzondering van: ex 27.10: bijzondere motorbrandstoffen Hoofdstuk 28: || AnorganisaaAnorganische chemische producten; anorganische of organische verbindingen van edele metalen, vanmetalen, van radioactieve elementen, van zeldzame aardmetalen en van isotopen, met uitzondering van: ex 28.09: springstoffen ex 28.13: springstoffen ex 28.14: traangas ex 28.28: springstoffen ex 28.32: springstoffen ex 28.39: springstoffen ex 28.50: toxische producten ex 28.51: toxische producten ex 28.54: springstoffen Hoofdstuk 29: || Organische chemische producten met uitzondering van: ex 29.03: springstoffen ex 29.04: springstoffen ex 29.07: springstoffen ex 29.08: springstoffen ex 29.11: springstoffen ex 29.12: springstoffen ex 29.13: toxische producten ex 29.14: toxische producten ex 29.15: toxische producten ex 29.21: toxische producten ex 29.22: toxische producten ex 29.23: toxische producten ex 29.26: springstoffen ex 29.27: toxische producten ex 29.29: springstoffen Hoofdstuk 30: || Farmaceutische producten Hoofdstuk 31: || Meststoffen Hoofdstuk 32: || Looi- en verfextracten; looizuur (tannine) en derivaten daarvan; pigmenten en andere kleur- en verfstoffen; verf en vernis; mastiek; inkt Hoofdstuk 33: || Etherische oliën en harsaroma’s; parfumerieën, toiletartikelen en cosmetische producten Hoofdstuk 34: || Zeep, organische tensioactieve producten; wasmiddelen, smeermiddelen, kunstwas, bereide was, poets- en onderhoudsmiddelen, kaarsen en dergelijke artikelen, modelleerpasta’s en tandtechnische waspreparaten Hoofdstuk 35: || Eiwitstoffen; gewijzigd zetmeel; lijm; enzymen Hoofdstuk 37: || Producten voor fotografie en cinematografie Hoofdstuk 38: || Diverse producten van de chemische industrie, met uitzondering van: ex 38.19: toxische producten Hoofdstuk 39: || Kunstmatige plastische stoffen, ethers en esters van cellulose, kunstharsen en werken daarvan, met uitzondering van: ex 39.03: springstoffen Hoofdstuk 40: || Rubber (natuurlijke en synthetische rubber en factis) en werken van rubber, met uitzondering van: ex 40.11: kogelbestendige banden Hoofdstuk 41: || Huiden en vellen (andere dan pelterijen), alsmede leder Hoofdstuk 42: || Lederwaren; zadel- en tuigmakerswerk; reisartikelen, handtassen en dergelijke bergingsmiddelen; werken van darmen Hoofdstuk 43: || Pelterijen en bontwerk; namaakbont Hoofdstuk 44: || Hout, houtskool en houtwaren Hoofdstuk 45: || Kurk en kurkwaren Hoofdstuk 46: || Vlechtwerk en mandenmakerswerk Hoofdstuk 47: || Stoffen voor het vervaardigen van papier Hoofdstuk 48: || Papier en karton; cellulose-, papier- en kartonwaren Hoofdstuk 49: || Artikelen van de uitgeverij, van de pers of van een andere grafische industrie; geschreven of getypte teksten en plannen Hoofdstuk 65: || Hoofddeksels en delen daarvan Hoofdstuk 66: || Paraplu’s, parasols, wandelstokken, zitstokken, zwepen, rijzwepen, alsmede delen daarvan Hoofdstuk 67: || Geprepareerde veren en geprepareerd dons en artikelen van veren of van dons; kunstbloemen; werken van mensenhaar Hoofdstuk 68: || Werken van steen, van gips, van cement, van asbest, van mica en van dergelijke stoffen Hoofdstuk 69: || Keramische producten Hoofdstuk 70: || Glas en glaswerk Hoofdstuk 71: || Echte en gekweekte parels, edelstenen en halfedelstenen, edele metalen en metalen geplateerd met edele metalen, alsmede werken daarvan; fancybijouterieën Hoofdstuk 73: || Gietijzer, ijzer en staal Hoofdstuk 74: || Koper en werken van koper Hoofdstuk 75: || Nikkel en werken van nikkel Hoofdstuk 76: || Aluminium en werken van aluminium Hoofdstuk 77: || Magnesium en beryllium en werken daarvan Hoofdstuk 78: || Lood en werken van lood Hoofdstuk 79: || Zink en werken van zink Hoofdstuk 80: || Tin en werken van tin Hoofdstuk 81: || Andere onedele metalen; cermets; werken van deze stoffen Hoofdstuk 82: || Gereedschap; messenmakerswerk, lepels en vorken, van onedel metaal, met uitzondering van: ex 82.05: gereedschappen ex 82.07: gereedschappen, onderdelen Hoofdstuk 83: || Allerlei werken van onedele metalen Hoofdstuk 84: || Stoomketels, machines, toestellen en mechanische werktuigen, met uitzondering van: ex 84.06: motoren ex 84.08: andere motoren ex 84.45: machines ex 84.53: automatische gegevensverwerkende machines ex 84.55: delen van machines van post 84.53 ex 84.59: kernreactoren Hoofdstuk 85: || Elektrische machines, apparaten en toestellen; artikelen voor elektrotechnisch gebruik, met uitzondering van: ex 85.13: telecommunicatieapparatuur ex 85.15: zendtoestellen Hoofdstuk 86: || Rollend en ander materieel voor spoor- en tramwegen; niet elektrische signaal- en waarschuwingstoestellen voor het verkeer, met uitzondering van: ex 86.02: gepantserde elektrische locomotieven ex 86.03: andere gepantserde locomotieven ex 86.05: gepantserde wagons ex 86.06: reparatiewagens ex 86.07: goederenwagens Hoofdstuk 87: || Automobielen, tractoren, rijwielen, motorrijwielen en andere voertuigen, voor vervoer over land, met uitzondering van: ex 87.08: gevechtswagens en pantserauto’s ex 87.01: tractoren ex 87.02: militaire voertuigen ex 87.03: takelwagens ex 87.09: motorfietsen ex 87.14: aanhangwagens Hoofdstuk 89: || Scheepvaart met uitzondering van: ex 89.01A: oorlogsschepen Hoofdstuk 90: || Optische instrumenten, apparaten en toestellen; instrumenten, apparaten en toestellen voor de fotografie en de cinematografie; meet-, verificatie-, controle- en precisie-instrumenten, -apparaten en -toestellen; medische en chirurgische instrumenten, apparaten en toestellen, met uitzondering van: ex 90.05: binocles (dubbele kijkers) ex 90.13: diverse instrumenten, lasers ex 90.14: telemeters ex 90.28: elektrische en elektronische meetinstrumenten ex 90.11: microscopen ex 90.17: instrumenten voor de geneeskunde ex 90.18: toestellen voor mechanische therapie ex 90.19: orthopedische toestellen ex 90.20: röntgentoestellen Hoofdstuk 91: || Uurwerken Hoofdstuk 92: || Muziekinstrumenten; toestellen voor het opnemen of het weergeven van geluid, toestellen voor het opnemen of het weergeven van beelden en geluid voor televisie, alsmede delen en toebehoren van deze toestellen Hoofdstuk 94: || Meubelen (ook voor medisch of voor chirurgisch gebruik); artikelen voor bedden en dergelijke artikelen, met uitzondering van: ex 94.01A: zitmeubelen voor luchtvaartuigen Hoofdstuk 95: || Stoffen geschikt om te worden gesneden of te worden gevormd, in bewerkte staat (werken daaronder begrepen) Hoofdstuk 96: || Bezems en borstels, kwasten en penselen, poederdonsjes en zeven Hoofdstuk 98: || Diverse werken BIJLAGE IV
EISEN TEN AANZIEN VAN MIDDELEN VOOR DE ELEKTRONISCHE ONTVANGST VAN
INSCHRIJVINGEN, VERZOEKEN TOT DEELNEMING OF PLANNEN EN ONTWERPEN BIJ
PRIJSVRAGEN De middelen voor de elektronische ontvangst
van inschrijvingen, verzoeken tot deelneming en plannen en ontwerpen moeten
door passende technische voorzieningen en procedures ten minste de waarborg
bieden dat: (a)
het exacte tijdstip en de exacte datum van
ontvangst van inschrijvingen, verzoeken tot deelneming en plannen en ontwerpen
precies kunnen worden vastgesteld; (b)
redelijkerwijs kan worden verzekerd dat niemand
vóór de opgegeven uiterste data toegang kan hebben tot de op grond van
onderhavige eisen verstrekte informatie; (c)
bij een inbreuk op dit toegangsverbod redelijkerwijs
kan worden verzekerd dat de inbreuk zonder problemen kan worden opgespoord; (d)
alleen de gemachtigde personen de data voor
openbaarmaking van de ontvangen informatie kunnen vaststellen of wijzigen; (e)
tijdens de verschillende fasen van de aanbestedingsprocedure
of van de prijsvraag alleen een gelijktijdig optreden van de gemachtigde
personen toegang kan geven tot het geheel of een gedeelte van de verstrekte
informatie; (f)
het gelijktijdig optreden van de gemachtigde
personen slechts na de opgegeven datum toegang tot de verstrekte informatie kan
geven; (g)
de met toepassing van de onderhavige eisen
ontvangen en openbaar gemaakte informatie slechts toegankelijk blijft voor de
tot inzage gemachtigde personen, en (h)
authenticatie van inschrijvingen moet voldoen aan
de in deze bijlage vermelde eisen. BIJLAGE V
LIJST VAN INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN ALS BEDOELD IN DE ARTIKELEN 23 EN 66 Er zijn overeenkomsten gesloten met de
volgende landen of groepen landen: –
Albanië (PB L 107 van 28.4.2009) –
Bosnië (PB L 169 van 30.6.2008) –
CARIFORUM (PB L 289 van 30.10.2008) –
Chili (PB L 352 van 30.12.2002) –
Kroatië (PB L 26 van 28.1.2005) –
Mexico (PB L 276 van 28.10.2000, L 157 van 30.6.2000) –
Montenegro (PB L 345 van 28.12.2007) –
Zuid-Korea - (PB L 127 van 14.5.2011) –
Zwitserland (PB L 300 van 31.12.1972) BIJLAGE VI
INLICHTINGEN DIE IN AANKONDIGINGEN MOETEN WORDEN OPGENOMEN DEEL A
INLICHTINGEN DIE IN AANKONDIGINGEN VAN BEKENDMAKING VAN EEN VOORAANKONDIGING
VIA EEN KOPERSPROFIEL MOETEN WORDEN OPGENOMEN
(in de zin van artikel 46, lid 1) 1.
Naam, identificatienummer (indien de nationale
wetgeving hierin voorziet), adres inclusief NUTS-code, telefoonnummer,
faxnummer, e-mail- en internetadres van de aanbestedende dienst en, indien het
een andere dienst betreft, van de dienst waar nadere inlichtingen kunnen worden
verkregen. 2.
Type aanbestedende dienst en uitgeoefende
hoofdactiviteit. 3.
Indien van toepassing, vermelding dat de
aanbestedende dienst een aankoopcentrale is; of dat het om een andere vorm van
gezamenlijke aanbesteding gaat. 4.
Codenummer(s) van de CPV-nomenclatuur. 5.
Internetadres van het "kopersprofiel"
(URL). 6.
Datum van verzending van de aankondiging van
bekendmaking van de vooraankondiging in het kopersprofiel. DEEL B
INLICHTINGEN DIE IN VOORAANKONDIGINGEN MOETEN WORDEN OPGENOMEN
(in de zin van artikel 46) I. INLICHTINGEN DIE IN ALLE GEVALLEN
MOETEN WORDEN OPGENOMEN 1.
Naam, identificatienummer (indien de nationale
wetgeving hierin voorziet), adres inclusief NUTS-code, telefoonnummer,
faxnummer, e-mail- en internetadres van de aanbestedende dienst en, indien het
een andere dienst betreft, van de dienst waar nadere inlichtingen kunnen worden
verkregen. 2.
E-mail- of internetadres waar het bestek en
eventuele aanvullende documentatie vrij, rechtstreeks, volledig en gratis
toegankelijk is. 3.
Type aanbestedende dienst en uitgeoefende
hoofdactiviteit. 4.
Indien van toepassing, vermelding dat de
aanbestedende dienst een aankoopcentrale is of dat het om een andere vorm van
gezamenlijke aanbesteding gaat. 5.
Codenummer(s) van de CPV-nomenclatuur; indien de
opdracht in percelen is verdeeld, moet deze informatie voor elk perceel worden
verstrekt. 6.
NUTS-code voor de hoofdlocatie van de werken in het
geval van opdrachten voor werken of NUTS-code voor de hoofdplaats van levering
of uitvoering voor opdrachten voor leveringen en diensten; indien de opdracht
in percelen is verdeeld, moet deze informatie voor elk perceel worden
verstrekt. 7.
Beknopte beschrijving van de aanbesteding: aard en
omvang van werken, aard en hoeveelheid of waarde van leveringen, aard en omvang
van diensten. 8.
Indien deze aankondiging niet als oproep tot
mededinging wordt gebruikt, vermoedelijke datum of data voor bekendmaking van
een aankondiging van een opdracht of aankondigingen van opdrachten ten aanzien
van de in deze vooraankondiging bedoelde opdracht(en). 9.
Datum van verzending van de aankondiging. 10.
Alle overige relevante informatie. 11.
Vermelding of de opdracht onder de overeenkomst
valt. II. AANVULLENDE INLICHTINGEN DIE MOETEN
WORDEN VERSTREKT WANNEER DE AANKONDIGING DIENT ALS OPROEP TOT MEDEDINGING
(ARTIKEL 46, LID 2) 1.
Vermelding van het feit dat belangstellende
leveranciers de dienst op de hoogte moeten brengen van hun belangstelling voor
de opdracht(en). 2.
Aard van de procedure voor het gunnen
(niet-openbaar of mededingingsprocedure van gunning door onderhandelingen,
dynamisch aankoopsysteem, concurrentiegerichte dialoog of
innovatiepartnerschap). 3.
Indien van toepassing, vermelding of: (a)
het om een raamovereenkomst gaat, (b)
het om een dynamisch aankoopsysteem gaat. 4.
Tijdskader voor de levering van goederen, werken of
diensten en looptijd van de opdracht voor zover al bekend. 5.
De voorwaarden voor deelneming, voor zover al
bekend, waaronder: (a)
indien van toepassing, de vermelding dat het gaat
om een overheidsopdracht die is voorbehouden aan sociale werkplaatsen of
waarvan de uitvoering is voorbehouden in het kader van programma's voor
beschermde arbeid, (b)
indien van toepassing, vermelding of het verlenen
van de dienst ingevolge wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen aan een
bepaalde beroepsgroep is voorbehouden, (c)
een beknopte beschrijving van de selectiecriteria. 6.
Beknopte omschrijving van de voor gunning van de
opdracht te gebruiken criteria voor zover al bekend: "laagste kosten"
of "economisch voordeligste inschrijving". 7.
Geraamde totale waarde van de opdracht(en) voor zover
al bekend; indien de opdracht in percelen is verdeeld, moet deze informatie
voor elk perceel worden verstrekt. 8.
Uiterste data voor de ontvangst van de blijken van
belangstelling. 9.
Adres waarnaar de blijken van belangstelling
verzonden moeten worden. 10.
Taal of talen waarin de aanvragen tot deelneming of
inschrijvingen moeten worden ingediend. 11.
Indien van toepassing, vermelding of: (a)
elektronische indiening van inschrijvingen of
verzoeken tot deelneming vereist is/wordt aanvaard, (b)
er gebruik wordt gemaakt van elektronische
orderplaatsing, (c)
er gebruik wordt gemaakt van elektronische
facturering, (d)
elektronische betalingen worden aanvaard. 12.
Informatie over of de opdracht verband houdt met
een project en/of programma dat met middelen van de Europese Unie wordt
gefinancierd. 13.
Naam en adres van de toezichtsinstantie en de
instantie die bevoegd is voor beroepsprocedures en eventueel
bemiddelingsprocedures. Precieze aanduiding van de termijnen voor
beroepsprocedures, of, in voorkomend geval, naam, adres, telefoonnummer,
faxnummer en e-mailadres van de dienst waar deze inlichtingen kunnen worden
verkregen. DEEL C
INLICHTINGEN DIE IN AANKONDIGINGEN VAN OPDRACHTEN MOETEN WORDEN OPGENOMEN
(in de zin van artikel 47) 1.
Naam, identificatienummer (indien de nationale
wetgeving hierin voorziet), adres inclusief NUTS-code, telefoonnummer,
faxnummer, e-mail- en internetadres van de aanbestedende dienst en, indien het
een andere dienst betreft, van de dienst waar nadere inlichtingen kunnen worden
verkregen. 2.
E-mail- of internetadres waar het bestek en
eventuele aanvullende documentatie vrij, rechtstreeks, volledig en gratis
toegankelijk is. 3.
Type aanbestedende dienst en uitgeoefende
hoofdactiviteit. 4.
Indien van toepassing, vermelding dat de
aanbestedende dienst een aankoopcentrale is of dat het om een andere vorm van
gezamenlijke aanbesteding gaat. 5.
Codenummer(s) van de CPV-nomenclatuur; indien de
opdracht in percelen is verdeeld, moet deze informatie voor elk perceel worden
verstrekt. 6.
NUTS-code voor de hoofdlocatie van de werken in het
geval van opdrachten voor werken of NUTS-code voor de hoofdplaats van levering
of uitvoering voor opdrachten voor leveringen en diensten; indien de opdracht
in percelen is verdeeld, moet deze informatie voor elk perceel worden
verstrekt. 7.
Beschrijving van de aanbesteding: aard en omvang
van werken, aard en hoeveelheid of waarde van leveringen, aard en omvang van
diensten. Indien de opdracht in percelen is verdeeld, moet deze informatie voor
elk perceel worden verstrekt. Indien van toepassing, beschrijving van eventuele
opties. 8.
Geraamde totale waarde van de opdracht/opdrachten;
indien de opdracht in percelen is verdeeld, moet deze informatie voor elk
perceel worden verstrekt. 9.
Toelating of verbod van varianten. 10.
Tijdskader voor de levering van leveringen, werken
of diensten en, voor zover mogelijk, looptijd van de opdracht. (a)
Bij raamovereenkomsten: beoogde looptijd van de
raamovereenkomst, in voorkomend geval, onder vermelding van de redenen voor een
looptijd van meer dan vier jaar; voor zover mogelijk, vermelding van waarde en
frequentie van de te gunnen opdrachten, aantal ondernemers dat zal deelnemen,
en, in voorkomend geval het maximumaantal. (b)
Vermelding van de geplande duur van het systeem,
ingeval van een dynamisch aankoopsysteem; voor zover mogelijk, vermelding van
waarde en frequentie van de te gunnen opdrachten. 11.
Voorwaarden voor deelneming met inbegrip van: (a)
indien van toepassing, de vermelding dat het gaat
om een overheidsopdracht die is voorbehouden aan sociale werkplaatsen of
waarvan de uitvoering is voorbehouden in het kader van programma's voor
beschermde arbeid, (b)
indien van toepassing, vermelding of het verlenen
van de dienst ingevolge wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen aan een
bepaalde beroepsgroep is voorbehouden; verwijzing naar de desbetreffende wettelijke
of bestuursrechtelijke bepalingen, (c)
een lijst en een beknopte omschrijving van de
criteria betreffende de persoonlijke situatie van ondernemers die tot hun
uitsluiting kunnen leiden en van selectiecriteria; eventueel vereiste
specifieke minimumeisen ten aanzien van de bekwaamheid; vermelding van vereiste
informatie (eigen verklaringen, documentatie). 12.
Het type gunningsprocedure; indien van toepassing,
motivering van de toepassing van een versnelde procedure (in geval van een
openbare procedure, een niet-openbare procedure of een mededingingsprocedure
van gunning door onderhandelingen). 13.
Indien van toepassing, vermelding of: (a)
het om een raamovereenkomst gaat, (b)
het om een dynamisch aankoopsysteem gaat, (c)
er sprake is van een elektronische veiling (in
geval van een openbare procedure, een niet-openbare procedure of een
mededingingsprocedure van gunning door onderhandelingen). 14.
Wanneer de opdracht in percelen moet worden
verdeeld, vermelding van de mogelijkheid voor de ondernemers om voor één, meer
en/of alle percelen in te schrijven. Vermelding van een eventuele beperking van
het aantal percelen dat aan één inschrijver kan worden gegund. Wanneer de
opdracht niet in percelen is verdeeld, een vermelding van de redenen daarvan. 15.
Voor de niet-openbare procedures, de mededingingsprocedures
van gunning door onderhandelingen, de concurrentiegerichte dialogen of de
innovatiepartnerschappen waar gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid tot
beperking van het aantal kandidaten voor het indienen van inschrijvingen, de
dialoog of de onderhandelingen: minimumaantal en, in voorkomend geval,
maximumaantal kandidaten en objectieve criteria voor de bepaling van het aantal
kandidaten in kwestie. 16.
Voor de mededingingsprocedures van gunning door
onderhandelingen, de concurrentiegerichte dialogen of de
innovatiepartnerschappen, indien van toepassing, vermelding van de toepassing
van een procedure in achtereenvolgende fasen waarbij het aantal te bespreken
oplossingen of ter onderhandeling openstaande inschrijvingen geleidelijk wordt
beperkt. 17.
Indien van toepassing, de bijzondere voorwaarden
voor de uitvoering van de opdracht(en). 18.
De criteria die moeten worden toegepast voor de
gunning van de opdracht(en) "laagste kosten" of "economisch
voordeligste inschrijving". De criteria voor de vaststelling van de
economisch voordeligste inschrijving en de weging ervan moeten worden vermeld
wanneer zij niet in het bestek, of, in geval van een concurrentiegerichte
dialoog, in het beschrijvende document zijn opgenomen. 19.
Uiterste datum voor de ontvangst van de
inschrijvingen (openbare procedures) of verzoeken tot deelneming (niet-openbare
procedures, mededingingsprocedures van gunning door onderhandelingen,
dynamische aankoopsystemen, concurrentiegerichte dialogen of
innovatiepartnerschappen). 20.
Adres waar de inschrijvingen of verzoeken tot
deelneming naartoe moeten worden gestuurd. 21.
In geval van een openbare procedure: (a)
termijn gedurende welke de inschrijver zijn
inschrijving gestand moet doen, (b)
dag, tijd en plaats voor de opening van de
inschrijvingen, (c)
personen die bij de opening worden toegelaten. 22.
Taal of talen die moeten worden gebruikt bij
inschrijvingen of verzoeken tot deelneming. 23.
Indien van toepassing, vermelding of: (a)
elektronische indiening van inschrijvingen of
verzoeken tot deelneming wordt aanvaard, (b)
er gebruik wordt gemaakt van elektronische
orderplaatsing, (c)
elektronische facturering wordt aanvaard, (d)
elektronische betalingen worden gebruikt. 24.
Informatie over of de opdracht verband houdt met
een project en/of programma dat met middelen van de Europese Unie wordt
gefinancierd. 25.
Naam en adres van de toezichtsinstantie en de
instantie die bevoegd is voor beroepsprocedures en eventueel
bemiddelingsprocedures. Preciseringen betreffende de termijnen voor
beroepsprocedures of, in voorkomend geval, naam, adres, telefoonnummer,
faxnummer en e-mailadres van de dienst waar deze inlichtingen kunnen worden
verkregen. 26.
Datum of data van en verwijzing(en) naar eerdere
bekendmakingen in het Publicatieblad van de Europese Unie ten aanzien van de in
deze aankondiging bekendgemaakte opdracht(en). 27.
Bij een serie periodiek terugkerende opdrachten,
geraamde tijdstippen waarop vervolgaankondigingen worden bekendgemaakt. 28.
Datum van verzending van de aankondiging. 29.
Vermelding of de opdracht onder de overeenkomst
valt. 30.
Alle overige relevante informatie.informatie. DEEL D
GEGEVENS DIE IN AANKONDIGINGEN VAN GEGUNDE OVERHEIDSOPDRACHTEN MOETEN WORDEN
OPGENOMEN
(in de zin van artikel 48) 1.
Naam, identificatienummer (indien de nationale
wetgeving hierin voorziet), adres inclusief NUTS-code, telefoonnummer,
faxnummer, e-mail- en internetadres van de aanbestedende dienst en, indien het
een andere dienst betreft, van de dienst waar nadere inlichtingen kunnen worden
verkregen. 2.
Type aanbestedende dienst en uitgeoefende
hoofdactiviteit. 3.
Indien van toepassing, vermelding dat de
aanbestedende dienst een aankoopcentrale is of dat het om een andere vorm van
gezamenlijke aanbesteding gaat. 4.
Codenummer(s) van de CPV-nomenclatuur. 5.
NUTS-code voor de hoofdlocatie van de werken in het
geval van opdrachten voor werken of NUTS-code voor de hoofdplaats van levering
of uitvoering voor opdrachten voor leveringen en diensten. 6.
Beschrijving van de aanbesteding: aard en omvang
van werken, aard en hoeveelheid of waarde van leveringen, aard en omvang van
diensten. Indien de opdracht in percelen is verdeeld, moet deze informatie voor
elk perceel worden verstrekt. Indien van toepassing, beschrijving van eventuele
opties. 7.
Het type gunningsprocedure; in geval van een
procedure van gunning via onderhandelingen zonder bekendmaking van een aankondiging
van een opdracht (artikel 30), motivering van de keuze van de procedure. 8.
Indien van toepassing, vermelding of: (a)
het om een raamovereenkomst ging, (b)
het om een dynamisch aankoopsysteem ging. 9.
De in artikel 66 bedoelde criteria die zijn
toegepast voor de gunning van de opdracht(en). Indien van toepassing,
vermelding van of er sprake was van gebruikmaking van een elektronische veiling
(in geval van een openbare procedure, een niet-openbare procedure of een
mededingingsprocedure van gunning door onderhandelingen). 10.
Datum van het besluit of de besluiten tot gunning
van de opdracht. 11.
Aantal ontvangen inschrijvingen ten aanzien van
elke gunning, met inbegrip van: (a)
het aantal uit het midden- en kleinbedrijf
ontvangen inschrijvingen, (b)
het aantal uit het buitenland ontvangen
inschrijvingen, (c)
het aantal elektronisch ontvangen inschrijvingen. 12.
Per gunning, naam, adres inclusief NUTS-code,
telefoonnummer, faxnummer, e-mail- en internetadres van de begunstigde(n) met
inbegrip van (a)
informatie of de aangewezen inschrijver tot het
midden- en kleinbedrijf behoort, (b)
informatie of de opdracht aan een combinatie van
ondernemers is gegund. 13.
Waarde van de begunstigde inschrijving(en) of de
hoogste en de laagste inschrijving die bij de gunning(en) in aanmerking zijn
genomen. 14.
Indien van toepassing, voor elke gunning, gedeelte
van de opdracht dat aan derden in onderaanbesteding kan worden gegeven en de
waarde daarvan. 15.
Informatie over of de opdracht verband houdt met
een project en/of programma dat met middelen van de Europese Unie wordt gefinancierd. 16.
Naam en adres van de toezichtsinstantie en de
instantie die bevoegd is voor beroepsprocedures en eventueel
bemiddelingsprocedures. Preciseringen betreffende de termijn voor
beroepsprocedures of, in voorkomend geval, naam, adres, telefoonnummer,
faxnummer en e-mailadres van de dienst waar deze inlichtingen kunnen worden
verkregen. 17.
Datum of data van en verwijzing(en) naar eerdere
bekendmakingen in het Publicatieblad van de Europese Unie ten aanzien
van de in deze aankondiging bekendgemaakte opdracht(en). 18.
Datum van verzending van de aankondiging. 19.
Alle overige relevante informatieinformatie. DEEL E
INFORMATIE DIE IN AANKONDIGINGEN VAN PRIJSVRAGEN MOET WORDEN OPGENOMEN
(in de zin van artikel 79, lid 1) 1.
Naam, identificatienummer (indien de nationale wetgeving
hierin voorziet), adres inclusief NUTS-code, telefoonnummer, faxnummer, e-mail-
en internetadres van de aanbestedende dienst en, indien het een andere dienst
betreft, van de dienst waar nadere inlichtingen kunnen worden verkregen. 2.
E-mail- of internetadres waar het bestek en
eventuele aanvullende documentatie vrij, rechtstreeks, volledig en gratis
toegankelijk is. 3.
Type aanbestedende dienst en uitgeoefende
hoofdactiviteit. 4.
Indien van toepassing, vermelding dat de
aanbestedende dienst een aankoopcentrale is of dat het om een andere vorm van
gezamenlijke aanbesteding gaat. 5.
Codenummer(s) van de CPV-nomenclatuur; indien de
opdracht in percelen is verdeeld, moet deze informatie voor elk perceel worden
verstrekt. 6.
Omschrijving van de belangrijkste kenmerken van het
project. 7.
Indien van toepassing, aantal en waarde van de
prijzen. 8.
Type prijsvraag (openbaar of niet-openbaar). 9.
In geval van een openbare prijsvraag, uiterste
datum voor de indiening van ontwerpen. 10.
In geval van een niet-openbare prijsvraag: (a)
beoogd aantal deelnemers, (b)
indien van toepassing, namen van reeds
geselecteerde deelnemers, (c)
criteria voor selectie van de deelnemers, (d)
uiterste datum voor de verzoeken tot deelneming. 11.
Indien van toepassing, vermelding dat de deelneming
voorbehouden is aan een specifieke beroepsgroep. 12.
Criteria die bij de beoordeling van de ontwerpen
zullen worden gehanteerd. 13.
Indien van toepassing, namen van geselecteerde
juryleden. 14.
Vermelding of het besluit van de jury voor de
aanbestedende dienst bindend is. 15.
Indien van toepassing, aan alle deelnemers uit te
betalen bedragen. 16.
Vermelding of de overheidsopdrachten naar
aanleiding van de prijsvraag al dan niet zullen worden gegund aan de winnaar(s)
van de prijsvraag. 17.
Datum van verzending van de aankondiging. 18.
Alle overige relevante informatie. DEEL F
INFORMATIE DIE IN AANKONDIGINGEN VAN UITSLAGEN VAN PRIJSVRAGEN MOET WORDEN
OPGENOMEN
(in de zin van artikel 79, lid 2) 1.
Naam, identificatienummer (indien de nationale
wetgeving hierin voorziet), adres inclusief NUTS-code, telefoonnummer, faxnummer,
e-mail- en internetadres van de aanbestedende dienst en, indien het een andere
dienst betreft, van de dienst waar nadere inlichtingen kunnen worden verkregen. 2.
Type aanbestedende dienst en uitgeoefende
hoofdactiviteit. 3.
Indien van toepassing, vermelding dat de
aanbestedende dienst een aankoopcentrale is of dat het om een andere vorm van
gezamenlijke aanbesteding gaat. 4.
Codenummer(s) van de CPV-nomenclatuur. 5.
Omschrijving van de belangrijkste kenmerken van het
project. 6.
Waarde van de prijzen. 7.
Type prijsvraag (openbaar of niet-openbaar). 8.
Criteria die bij de beoordeling van de ontwerpen
zijn gehanteerd. 9.
Datum van het besluit van de jury. 10.
Aantal deelnemers. (a)
Aantal deelnemende kleine en middelgrote
ondernemingen. (b)
Aantal buitenlandse deelnemers. 11.
Naam, adres inclusief NUTS-code, telefoonnummer,
faxnummer, e-mail- en internetadres van de winnaar(s) van de prijsvraag en
vermelding of de winnaar(s) tot het midden- en kleinbedrijf behoort resp.
behoren. 12.
Informatie over of de prijsvraag verband houdt met
een project of programma dat met middelen van de Unie wordt gefinancierd. 13.
Datum of data van en verwijzing(en) naar eerdere
bekendmakingen in het Publicatieblad van de Europese Unie ten aanzien
van het project of de projecten waar deze aankondiging betrekking op heeft. 14.
Datum van verzending van de aankondiging. 15.
Alle overige relevante informatie. DEEL G
INFORMATIE DIE IN MEDEDELINGEN INZAKE WIJZIGING VAN EEN OPDRACHT GEDURENDE DE
LOOPTIJD ERVAN MOET WORDEN OPGENOMEN
(in de zin van artikel 72, lid 4) 1.
Naam, identificatienummer (indien de nationale
wetgeving hierin voorziet), adres inclusief NUTS-code, telefoonnummer,
faxnummer, e-mail- en internetadres van de aanbestedende dienst en, indien het
een andere dienst betreft, van de dienst waar nadere inlichtingen kunnen worden
verkregen. 2.
Codenummer(s) van de CPV-nomenclatuur. 3.
NUTS-code voor de hoofdlocatie van de werken in het
geval van opdrachten voor werken of NUTS-code voor de hoofdplaats van levering
of uitvoering voor opdrachten voor leveringen en diensten. 4.
Omschrijving van de aanbesteding voor en na de
wijziging: aard en omvang van de werken, aard en hoeveelheid of waarde van
leveringen, aard en omvang van diensten. 5.
Indien van toepassing, prijsstijging als gevolg van
de wijziging. 6.
Omschrijving van de omstandigheden die de wijziging
noodzakelijk maakten. 7.
Datum van de beslissing tot gunning van de
opdracht. 8.
Indien van toepassing, naam, adres inclusief
NUTS-code, telefoonnummer, faxnummer, e-mail- en internetadres van de nieuwe
ondernemer(s). 9.
Informatie over of de opdracht verband houdt met
een project en/of programma dat met middelen van de Europese Unie wordt
gefinancierd. 10.
Naam en adres van de toezichtsinstantie en de
instantie die bevoegd is voor beroepsprocedures en eventueel
bemiddelingsprocedures. Preciseringen betreffende de termijn voor
beroepsprocedures of, in voorkomend geval, naam, adres, telefoonnummer,
faxnummer en e-mailadres van de dienst waar deze inlichtingen kunnen worden
verkregen. 11.
Datum of data van en verwijzing(en) naar eerdere
bekendmakingen in het Publicatieblad van de Europese Unie ten aanzien
van de opdracht(en) waar deze aankondiging betrekking op heeft. 12.
Datum van verzending van de aankondiging. 13.
Alle overige relevante informatie. DEEL H
INFORMATIE DIE IN AANKONDIGINGEN VAN OPDRACHTEN TEN AANZIEN VAN OPDRACHTEN VOOR
SOCIALE EN ANDERE SPECIFIEKE DIENSTEN MOET WORDEN OPGENOMEN
(in de zin van artikel 75, lid 1) 1.
Naam, identificatienummer (indien de nationale
wetgeving hierin voorziet), adres inclusief NUTS-code, telefoonnummer,
faxnummer, e-mail- en internetadres van de aanbestedende dienst en, indien het
een andere dienst betreft, van de dienst waar nadere inlichtingen kunnen worden
verkregen. 2.
Indien van toepassing, e-mail- of internetadres
waar het bestek en eventuele aanvullende documentatie toegankelijk is. 3.
Type aanbestedende dienst en uitgeoefende
hoofdactiviteit. 4.
Indien van toepassing, vermelding dat de
aanbestedende dienst een aankoopcentrale is of dat het om een andere vorm van
gezamenlijke aanbesteding gaat. 5.
Codenummer(s) van de CPV-nomenclatuur; indien de opdracht
in percelen is verdeeld, moet deze informatie voor elk perceel worden
verstrekt. 6.
NUTS-code voor de hoofdlocatie van de werken in het
geval van opdrachten voor werken of NUTS-code voor de hoofdplaats van levering
of uitvoering voor opdrachten voor leveringen en diensten. 7.
Omschrijving van de vereiste diensten en, indien
van toepassing, bijkomende werken en leveringen. 8.
Geraamde totale waarde van de opdracht/opdrachten;
indien de opdracht in percelen is verdeeld, moet deze informatie voor elk
perceel worden verstrekt. 9.
Voorwaarden voor deelneming met inbegrip van: (a)
indien van toepassing, de vermelding dat de
opdracht is voorbehouden aan sociale werkplaatsen of dat de uitvoering ervan is
voorbehouden in het kader van programma’s voor beschermde arbeid; (b)
indien van toepassing, vermelding of het verlenen
van de dienst ingevolge wettelijke of bestuursrechtelijke bepalingen aan een
bepaalde beroepsgroep is voorbehouden. 10.
Uiterste datum of data voor het opnemen van contact
met de aanbestedende dienst met het oog op deelname. 11.
Beknopte omschrijving van de belangrijkste
elementen van de toe te passen gunningsprocedure. 12.
Alle overige relevante informatie. DEEL I
INFORMATIE DIE IN AANKONDIGINGEN VAN DE GUNNING VAN OPDRACHTEN TEN AANZIEN VAN
OPDRACHTEN VOOR SOCIALE EN ANDERE SPECIFIEKE DIENSTEN MOET WORDEN OPGENOMEN
(in de zin van artikel 75, lid 2) 1.
Naam, identificatienummer (indien de nationale
wetgeving hierin voorziet), adres inclusief NUTS-code, telefoonnummer,
faxnummer, e-mail- en internetadres van de aanbestedende dienst en, indien het
een andere dienst betreft, van de dienst waar nadere inlichtingen kunnen worden
verkregen. 2.
Type aanbestedende dienst en uitgeoefende
hoofdactiviteit. 3.
Indien van toepassing, vermelding dat de
aanbestedende dienst een aankoopcentrale is of dat het om een andere vorm van
gezamenlijke aanbesteding gaat. 4.
Codenummer(s) van de CPV-nomenclatuur; indien de
opdracht in percelen is verdeeld, moet deze informatie voor elk perceel worden
verstrekt. 5.
NUTS-code voor de hoofdlocatie van de werken in het
geval van opdrachten voor werken of NUTS-code voor de hoofdplaats van levering
of uitvoering voor opdrachten voor leveringen en diensten. 6.
Beknopte omschrijving van de vereiste diensten en,
indien van toepassing, bijkomende werken en leveringen. 7.
Aantal ontvangen inschrijvingen. 8.
Betaalde prijs of prijzen (maximum/minimum). 9.
Per gunning, naam, adres inclusief NUTS-code,
telefoonnummer, faxnummer, e-mail- en internetadres van de begunstigde(n). 10.
Alle overige relevante informatie. BIJLAGE VII
INFORMATIE DIE IN DE SPECIFICATIES IN ELEKTRONISCHE VEILINGEN
MOET WORDEN OPGENOMEN
(in de zin van artikel 33, lid 4) Indien
aanbestedende diensten hebben besloten een elektronische veiling te houden,
dienen de toe te passen specificaties ten minste de volgende details te omvatten: (a)
de elementen waarvan de waarden vallen onder de
elektronische veiling, voor zover deze elementen kwantificeerbaar zijn zodat ze
kunnen worden uitgedrukt in cijfers of procenten; (b)
de eventuele limieten van de waarden die kunnen
worden ingediend, zoals zij voortvloeien uit de specificaties van het voorwerp
van de opdracht; (c)
de informatie die tijdens de elektronische veiling
ter beschikking van de inschrijvers zal worden gesteld en het tijdstip waarop
die informatie in voorkomend geval ter beschikking zal worden gesteld; (d)
relevante informatie betreffende het verloop van de
elektronische veiling; (e)
de voorwaarden waaronder de inschrijvers een bod
kunnen doen en met name de vereiste minimumverschillen die in voorkomend geval
voor de biedingen vereist zijn; (f)
relevante informatie betreffende het gebruikte
elektronische systeem en de nadere technische bepalingen en specificaties voor
de verbinding. BIJLAGE VIII
DEFINITIE VAN ENKELE TECHNISCHE SPECIFICATIES In deze richtlijn wordt verstaan onder: (1) "technische
specificatie": een van de volgende zaken: (a)
in geval van overheidsopdrachten voor werken: alle
technische voorschriften, met name die welke zijn opgenomen in de
aanbestedingsstukken, die een omschrijving geven van de vereiste kenmerken van
een materiaal, een product of een levering, zodat dit of deze beantwoordt aan
het gebruik waarvoor het materiaal, product of de levering door de
aanbestedende dienst is bestemd; tot deze kenmerken behoren ook het niveau van
milieuvriendelijkheid en klimaatprestaties, een ontwerp dat aan alle vereisten
voldoet (met inbegrip van de toegankelijkheid voor gehandicapten), en de
overeenstemmingsbeoordeling, gebruiksgeschiktheid, veiligheid, of afmetingen,
met inbegrip van kwaliteitsborgingsprocedures, terminologie, symbolen, proefnemingen
en proefnemingsmethoden, verpakking, markering en etikettering,
gebruiksaanwijzingen en productieprocessen en -methoden tijdens de
verschillende stadia van de levenscyclus van de werken; deze kenmerken omvatten
eveneens de voorschriften voor het ontwerpen en het berekenen van het werk, de
voorwaarden voor proefnemingen, controle en oplevering van de werken, alsmede
de bouwtechnieken of bouwwijzen en alle andere technische voorwaarden die de
aanbestedende dienst bij algemene dan wel bijzondere maatregel kan
voorschrijven met betrekking tot de voltooide werken en tot de materialen of
bestanddelen waaruit deze werken zijn samengesteld; (b) in geval van overheidsopdrachten voor
leveringen of voor diensten: een specificatie die voorkomt in een document ter
omschrijving van de vereiste kenmerken van een product of dienst, zoals het
niveau van kwaliteit, het niveau van milieuvriendelijkheid en
klimaatprestaties, een ontwerp dat aan alle vereisten voldoet (met inbegrip van
de toegankelijkheid voor gehandicapten) en de overeenstemmingsbeoordeling,
gebruiksgeschiktheid, gebruik, veiligheid of afmetingen van het product, met
inbegrip van de voor het product geldende voorschriften inzake handelsbenaming,
terminologie, symbolen, proefnemingen en proefnemingsmethoden, verpakking,
markering en etikettering, gebruiksaanwijzingen, productieprocessen en
-methoden tijdens de verschillende stadia van de levenscyclus van de levering
of dienst, en overeenstemmingsbeoordelingsprocedures; (2) "norm": een
technische specificatie die door een erkende normalisatie-instelling voor
herhaalde of voortdurende toepassing is goedgekeurd, waarvan de inachtneming
niet verplicht is en die tot een van de volgende categorieën behoort: (a)
internationale norm: een norm die door een
internationale normalisatie-instelling wordt aangenomen en ter beschikking van
het publiek wordt gesteld; (b)
Europese norm: een norm die door een Europese
normalisatie-instelling wordt aangenomen en ter beschikking van het publiek
wordt gesteld; (c)
nationale norm: een norm die door een nationale
normalisatie-instelling wordt aangenomen en ter beschikking van het publiek
wordt gesteld; (3) "Europese technische
goedkeuring": op de bevinding dat aan de essentiële eisen wordt voldaan
gebaseerde, gunstig uitgevallen technische beoordeling waarbij een product,
gezien zijn intrinsieke eigenschappen en de voor de toepassing en het gebruik
ervan vastgestelde voorwaarden, geschikt wordt verklaard voor het gebruik voor
bouwdoeleinden. De Europese technische goedkeuring wordt afgegeven door de te
dien einde door de lidstaat erkende instelling; (4) "gemeenschappelijke technische
specificaties": technische specificaties die zijn opgesteld volgens een
door de lidstaten erkende procedure die in het Publicatieblad van de
Europese Unie wordt bekendgemaakt; (5) "technisch
referentiekader": ieder ander kader dan de Europese normen, dat door de
Europese normalisatie-instellingen is opgesteld volgens procedures die aan de
ontwikkeling van de marktbehoeften zijn aangepast. BIJLAGE IX
SPECIFICATIES BETREFFENDE DE BEKENDMAKING 1.
Bekendmaking van aankondigingen De in de artikelen 46, 47, 48, 75 en 79
bedoelde aankondigingen worden door de aanbestedende diensten aan het
Publicatiebureau van de Europese Unie toegezonden en bekendgemaakt
overeenkomstig de volgende regels: De in de artikelen 46, 47, 48, 75 en 79
genoemde aankondigingen worden bekendgemaakt door het Publicatiebureau van de
Europese Unie of door de aanbestedende diensten in geval van vooraankondigingen
via een kopersprofiel overeenkomstig artikel 46, lid 1. De aanbestedende diensten kunnen deze informatie
bovendien in een "kopersprofiel" zoals bedoeld in punt 2,
onder b), via het internet bekendmaken. Het Publicatiebureau van de Europese Unie zendt de
aanbestedende dienst de bevestiging van de bekendmaking zoals bedoeld in
artikel 49, lid 5, tweede alinea. 2.
Bekendmaking van aanvullende of bijkomende
informatie (a)
De aanbestedende diensten maken het volledige
bestek en de volledige aanvullende documentatie op het internet bekend. (b)
Het kopersprofiel kan vooraankondigingen, als
bedoeld in artikel 46, lid 1, eerste alinea, bevatten alsmede
informatie over lopende aanbestedingsprocedures, voorgenomen aankopen, gegunde
opdrachten, geannuleerde procedures, alsmede alle nuttige algemene informatie,
zoals het contactpunt, een telefoon- en faxnummer, een postadres en een
e-mailadres. 3.
Formaat en wijze voor de elektronische verzending
van aankondigingen Het formaat en de te volgen werkwijze voor de
elektronische verzending van aankondigingen, zoals vastgesteld door de
Commissie, zijn op te vragen op het internetadres
"http://simap.europa.eu". BIJLAGE X
INHOUD VAN DE UITNODIGINGEN TOT INSCHRIJVING, TOT DEELNEMING AAN DE DIALOOG OF
TOT BEVESTIGING VAN DE BELANGSTELLING ZOALS BEDOELD IN ARTIKEL 52 1.
De uitnodiging tot inschrijving of tot deelneming
aan de dialoog zoals bedoeld in artikel 52 moet ten minste het volgende
bevatten: (a)
een verwijzing naar de bekendgemaakte oproep tot
mededinging; (b)
de uiterste datum voor de ontvangst van de
inschrijvingen, het adres waar deze moeten worden ingediend en de taal of talen
waarin zij moeten worden gesteld; (c)
bij de concurrentiegerichte dialoog, de
aanvangsdatum en het adres van de raadpleging, alsook de daarbij gebruikte taal
of talen; (d)
opgave van de stukken die eventueel moeten worden
bijgevoegd, hetzij ter staving van de door de inschrijver overeenkomstig
artikel 59 en 60 en, waar van toepassing, artikel 61 verstrekte
controleerbare verklaringen, hetzij ter aanvulling van de in die artikelen
vermelde inlichtingen en zulks onder dezelfde voorwaarden als gesteld in de
artikelen 59, 60 en 61; (e)
het relatieve gewicht van de gunningscriteria van
de opdracht of, in voorkomend geval, de afnemende volgorde van belangrijkheid
van de criteria, indien deze niet in de aankondiging van de opdracht, de
uitnodiging tot bevestiging van de belangstelling, het bestek of het
beschrijvende document is vermeld. Bij opdrachten die gegund worden op basis van een
concurrentiegerichte dialoog of een innovatiepartnerschap, staan de onder b)
bedoelde inlichtingen evenwel niet in de uitnodiging tot deelneming aan de
dialoog of tot onderhandelingen, maar in de uitnodiging tot indiening van een
inschrijving. 2.
Wanneer er een oproep tot mededinging wordt gedaan
door middel van een indicatieve vooraankondiging, verzoeken de aanbestedende
diensten nadien alle gegadigden hun belangstelling te bevestigen aan de hand
van nadere gegevens betreffende de betrokken opdracht, alvorens met de selectie
van de inschrijvers of deelnemers aan de onderhandelingen te beginnen. De uitnodiging omvat ten minste de volgende
gegevens: (a)
de aard en de hoeveelheid, met inbegrip van
eventuele opties voor latere opdrachten en, waar mogelijk, een schatting van de
termijn voor de uitoefening van deze opties; in het geval van periodiek
terugkerende opdrachten, de aard en de hoeveelheid en, waar mogelijk, een
schatting van de termijnen waarop de latere oproepen tot mededinging voor
werken, leveringen of diensten worden bekendgemaakt; (b)
type procedure: niet-openbaar of
mededingingsprocedure van gunning door onderhandelingen; (c)
in voorkomend geval, de begin- of einddatum van de
levering, de werken of de diensten; (d)
het adres en de uiterste datum voor de indiening
van aanvragen van aanbestedingsstukken alsmede de taal of talen waarin deze
moeten worden gesteld; (e)
het adres van de instantie die de opdracht moet
gunnen en de nodige informatie moet verstrekken voor het verkrijgen van
specificaties en andere documenten; (f)
de economische en technische eisen, de financiële
waarborgen en de inlichtingen die van de ondernemers worden verlangd; (g)
het te betalen bedrag voor het verkrijgen van de
aanbestedingsstukken en de wijze van betaling; (h)
de contractvorm van de opdracht waarvoor
inschrijvingen worden gevraagd: aankoop, leasing, huur of huurkoop, of een
combinatie van deze vormen; (i)
de gunningcriteria en de weging ervan, of, in
voorkomend geval, de volgorde van belangrijkheid van die criteria, indien dit
niet in de vooraankondiging, het bestek of de uitnodiging tot inschrijving of
tot onderhandelingen is vermeld. BIJLAGE XI
LIJST VAN VERDRAGEN VAN DE INTERNATIONALE ARBEIDSORGANISATIE ALS BEDOELD IN DE
ARTIKELEN 54, LID 2, 55, LID 3, ONDER a) EN 69, LID 4 –
Verdrag nr. 87 betreffende de vrijheid tot het
oprichten van vakverenigingen en de bescherming van het vakverenigingsrecht; –
Verdrag nr. 98 betreffende de toepassing van de
beginselen van het recht zich te organiseren en collectief te onderhandelen; –
Verdrag nr.
29 betreffende de gedwongen of verplichte arbeid; –
Verdrag nr. 105 betreffende de afschaffing van
gedwongen arbeid; –
Verdrag nr.
138 betreffende de minimumleeftijd voor toelating tot het arbeidsproces; –
Verdrag nr. 111 betreffende discriminatie in arbeid
en beroep; –
Verdrag nr. 100
betreffende gelijke beloning van mannelijke en vrouwelijke arbeidskrachten voor
arbeid van gelijke waarde; –
Verdrag nr. 182 over de ernstigste vormen van
kinderarbeid. BIJLAGE XII
REGISTERS[46] De bedoelde beroeps- en handelsregisters,
verklaringen en attesten voor elke lidstaat zijn: –
voor België: "Handelsregister" -
"Registre du Commerce", en, bij opdrachten voor diensten,
"Beroepsorden" - "Ordres professionels"; –
voor Bulgarije:
"Търговски
регистър"; –
voor Tsjechië: "obchodní rejstřík"; –
voor Denemarken: "Erhvervs- og
Selskabsstyrelsen"; –
voor Duitsland: "Handelsregister",
"Handwerksrolle", en bij opdrachten voor diensten,
"Vereinsregister", "Partnerschaftsregister" en
"Mitgliedsverzeichnisse der Berufskammern der Länder"; –
voor Estland: "Registrite ja Infosüsteemide
Keskus"; –
voor Ierland: een ondernemer kan worden verzocht
een attest van de "Registrar of Companies" of de "Registrar of
Friendly Societies" over te leggen of, bij ontstentenis daarvan, een
attest waaruit blijkt dat hij onder ede heeft verklaard het betrokken beroep
uit te oefenen in het land waar hij zich op een bepaalde plaats en onder een
welbepaalde handelsnaam heeft gevestigd; –
voor Griekenland:
"Μητρώο
Εργοληπτικών
Επιχειρήσεων —
MEΕΠ" (het Register van erkende ondernemingen) van het
ministerie voor Milieu, Ruimtelijke Ordening en Openbare Werken
(Y.ΠΕ.ΧΩ.Δ.Ε) bij opdrachten voor werken;
"Βιοτεχνικό ή
Εμπορικό ή
Βιομηχανικό
Επιμελητήριο"
en "Μητρώο
Κατασκευαστών
Αμυντικού Υλικού"
bij opdrachten voor leveringen; bij opdrachten voor
diensten kan de dienstverlener worden verzocht een onder ede en ten
overstaan van een notaris afgelegde verklaring over te leggen betreffende de
uitoefening van het betrokken beroep; in de in de geldende wettelijke regeling
bepaalde gevallen, voor het verlenen van de diensten voor onderzoek als bedoeld
in bijlage I, het beroepsregister "Μητρώο
Μελετητών”, alsmede
"Μητρώο
Γραφείων
Μελετών"; –
voor Spanje: "Registro Oficial de Licitadores
y Empresas Clasificadas del Estado" voor opdrachten voor werken en
diensten en bij opdrachten voor leveringen, "Registro
Mercantil" of, in het geval niet-ingeschreven personen, een attest waaruit
blijkt dat de betrokken persoon onder ede heeft verklaard het betrokken beroep
uit te oefenen; –
voor Frankrijk: "Registre du commerce" en
"Répertoire des métiers"; –
voor Italië: "Registro della Camera di
commercio, industria, agricoltura e artigianato"; bij opdrachten
voor leveringen en diensten ook "Registro delle commissioni
provinciali per l’artigianato" en, naast de reeds genoemde registers,
"Consiglio nazionale degli ordini professionali" voor
opdrachten voor diensten; –
voor Cyprus: overeenkomstig de "Registration
and Audit of Civil Engineering and Building Contractors Law" kan de
aannemer voor opdrachten voor werken worden verzocht een attest
van de "Council for the Registration and Audit of Civil Engineering and
Building Contractors (Συμβούλιο
Εγγραφήςκαι
Ελέγχου Εργοληπτών
Οικοδομικών
και Τεχνικών
Έργων)" over te leggen; bij opdrachten voor
leveringen en diensten kan de leverancier of de dienstverlener worden
verzocht een attest van de "Registrar of Companies and Official Receiver
(Έφορος
Εταιρειών και
Επίσημος Παραλήπτης)"
over te leggen of, bij ontstentenis daarvan, een attest waaruit blijkt dat de
betrokkene onder ede heeft verklaard het betrokken beroep uit te oefenen in het
land waar hij zich op een bepaalde plaats en onder een welbepaalde handelsnaam
heeft gevestigd; –
voor Letland: "Uzņēmumu
reģistrs" ("Ondernemingsregister"); –
voor Litouwen: "Juridinių asmenų
registras"; –
voor Luxemburg: "Registre aux firmes" en
"Rôle de la chambre des métiers"; –
voor Hongarije: "Cégnyilvántartás",
"egyéni vállalkozók jegyzői nyilvántartása", en, bij
opdrachten voor diensten, sommige "szakmai kamarák
nyilvántartása" of, voor bepaalde activiteiten, een attest waaruit blijkt
dat de betrokken persoon gerechtigd is om de commerciële of beroepsactiviteit
in kwestie uit te oefenen; –
voor Malta: de ondernemer bevestigt zijn
"numru ta’ registrazzjoni tat- Taxxa tal- Valur Miżjud (VAT) u n-
numru tal-licenzja ta’ kummerc", en, ingeval het een personen- of
kapitaalvennootschap betreft, het desbetreffende inschrijvingsnummer dat door
de Maltese autoriteit voor financiële diensten is toegekend; –
voor Nederland: "Handelsregister"; –
voor Oostenrijk: "Firmenbuch",
"Gewerberegister" en "Mitgliederverzeichnisse der
Landeskammern"; –
voor Polen: "Krajowy Rejestr Sądowy"
(nationale griffie); –
voor Portugal: "Instituto da Construção e do
Imobiliário" (INCI) voor opdrachten voor werken;
"Registro Nacional das Pessoas Colectivas" bij opdrachten voor
leveringen en diensten; –
voor Roemenië: "Registrul
Comerţului"; –
voor Slovenië: "Sodni register" en
"obrtni register"; –
voor Slowakije: "Obchodný register"; –
voor Finland:
"Kaupparekisteri"/"Handelsregistret"; –
voor Zweden: "aktiebolags-, handels- eller
föreningsregistren"; –
voor het Verenigd Koninkrijk: een ondernemer kan
worden verzocht een attest van de "Registrar of Companies" over te
leggen waaruit blijkt dat hij een vennootschap heeft opgericht of in een
handelsregister is ingeschreven, of, bij ontstentenis daarvan, een attest
waaruit blijkt dat hij onder ede heeft verklaard het betrokken beroep op een
bepaalde plaats en onder een welbepaalde handelsnaam uit te oefenen. BIJLAGE XIII
INHOUD VAN HET EUROPEES AANBESTEDINGSPASPOORT Het Europees aanbestedingspaspoort bevat de
volgende gegevens: (a)
Identificatie van de ondernemer; (b)
Een verklaring waaruit blijkt dat jegens de
ondernemer geen veroordeling bij een onherroepelijk vonnis is uitgesproken om
een van de in artikel 55, lid 1 vermelde redenen; (c)
Een verklaring waaruit blijkt dat de ondernemer
niet in staat van faillissement of liquidatie verkeert zoals bedoeld in artikel
55, lid 3, onder b); (d)
Indien van toepassing, een bewijs van inschrijving
in het beroepsregister of in het handelsregister volgens de voorschriften van
de lidstaat van vestiging, zoals bedoeld in artikel 56, lid 2; (e)
Indien van toepassing, een verklaring dat de
ondernemer over een bijzondere vergunning beschikt of lid is van een bepaalde
organisatie als bedoeld in artikel 56, lid 2; (f)
Vermelding van de geldigheidsduur van het paspoort,
die niet korter mag zijn dan zes maanden. BIJLAGE XIV
BEWIJSMIDDELEN VOOR SELECTIECRITERIA Deel I: Economische en financiële
draagkracht In het algemeen kan de financiële en
economische draagkracht van de ondernemer worden aangetoond door een of meer
van de volgende referenties: (a)
passende bankverklaringen of, in voorkomend geval,
het bewijs van een verzekering tegen beroepsrisico’s; (b)
overlegging van balansen of van balansuittreksels,
indien de wetgeving van het land waar de ondernemer is gevestigd, de
bekendmaking van balansen voorschrijft; (c)
een verklaring betreffende de totale omzet en, in
voorkomend geval, de omzet van de bedrijfsactiviteit die het voorwerp van de
opdracht is, over ten hoogste de laatste drie beschikbare boekjaren,
afhankelijk van de oprichtingsdatum of van de datum waarop de ondernemer met
zijn bedrijvigheid is begonnen, voor zover de betrokken omzetcijfers
beschikbaar zijn. Deel II: Technische bekwaamheid Bewijs van de technische bekwaamheid van de
ondernemer in de zin van artikel 56: (a) de volgende lijsten: (i) een lijst van de werken die gedurende de
afgelopen periode van maximaal vijf jaar werden verricht, welke lijst vergezeld
gaat van certificaten die bewijzen dat de belangrijkste werken naar behoren
zijn uitgevoerd; indien noodzakelijk om een toereikend concurrentieniveau te
waarborgen, kunnen de aanbestedende diensten aangeven dat bewijs van relevante
werken die langer dan vijf jaar geleden zijn verricht toch in aanmerking wordt
genomen; (ii) een lijst van de
voornaamste leveringen of diensten die gedurende de afgelopen periode van
maximaal drie jaar werden verricht, met vermelding van het bedrag en de datum
en van de publiek- of privaatrechtelijke instanties waarvoor zij bestemd waren.
Indien noodzakelijk om een toereikend concurrentieniveau te waarborgen, kunnen
de aanbestedende diensten aangeven dat bewijs van relevante leveringen of
diensten die langer dan drie jaar geleden zijn geleverd of verleend toch in
aanmerking wordt genomen; (b) een opgave van de al dan niet tot de
onderneming van de ondernemer behorende technici of technische organen, in het
bijzonder van die welke belast zijn met de kwaliteitscontrole en, in het geval
van overheidsopdrachten voor werken, van die welke de aannemer ter beschikking
zullen staan om de werken uit te voeren; (c) een beschrijving van de technische
uitrusting van de ondernemer, van de maatregelen die hij treft om de kwaliteit
te waarborgen en van de mogelijkheden van zijn onderneming ten aanzien van
ontwerpen en onderzoek; (d) in het geval van complexe producten
of diensten of wanneer deze bij wijze van uitzondering aan een bijzonder doel
moeten beantwoorden, aan de hand van een controle door de aanbestedende dienst
of, in diens naam, door een bevoegd officieel orgaan van het land waar de
leverancier of de dienstverlener gevestigd is, onder voorbehoud van instemming
door dit orgaan; deze controle heeft betrekking op de productiecapaciteit van
de leverancier of op de technische capaciteit van de dienstverlener en, waar
noodzakelijk, op diens mogelijkheden inzake ontwerpen en onderzoek en de
maatregelen die hij treft om de kwaliteit te waarborgen; (e) de studie- en beroepsdiploma’s van
de dienstverlener of de aannemer of het kaderpersoneel van de onderneming; (f) een vermelding van de maatregelen
inzake milieubeheer die de ondernemer kan toepassen in het kader van de
uitvoering van de opdracht; (g) een verklaring betreffende de
gemiddelde jaarlijkse personeelsbezetting van de onderneming van de
dienstverlener of de aannemer, en de omvang van het kaderpersoneel gedurende de
laatste drie jaar; (h) een verklaring welke de outillage,
het materieel en de technische uitrusting vermeldt waarover de dienstverlener
of de aannemer voor het verlenen van de opdracht beschikt; (i) een omschrijving van het gedeelte
van de opdracht dat de ondernemer eventueel in onderaanneming wil geven; (j) wat de te leveren producten
betreft: (i) monsters, beschrijvingen of foto’s,
waarvan op verzoek van de aanbestedende dienst de echtheid moet kunnen worden
aangetoond; (ii) certificaten die door als bevoegd
erkende officiële instituten of diensten voor kwaliteitscontrole zijn
opgesteld, waarin wordt verklaard dat duidelijk door referenties
geïdentificeerde producten aan bepaalde specificaties of normen beantwoorden. BIJLAGE XV
LIJST VAN DE IN ARTIKEL 67, LID 4, BEDOELDE EU-WETGEVING Richtlijn 2009/33/EG[47] BIJLAGE XVI
DIENSTEN IN DE ZIN VAN ARTIKEL 74 CPV-code || Beschrijving 79611000-0 en 85000000-9 tot en met 85323000-9 (met uitzondering van 85321000-5 en 85322000-2) || Gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening 75121000-0, 75122000-7, 75124000-1; van 79995000-5 tot en met 79995200-7; van 80100000-5 tot en met 80660000-8 (met uitzondering van 80533000-9, 80533100-0, 80533200-1); van 92000000-1 tot en met 92700000-8 (met uitzondering van 92230000-2, 92231000-9, 92232000-6) || Administratieve diensten voor onderwijs, diensten voor gezondheidszorg en culturele diensten 75300000-9 || Diensten voor verplichte sociale verzekering 75310000-2, 75311000-9, 75312000-6, 75313000-3, 75313100-4, 75314000-0, 75320000-5, 75330000-8, 75340000-1 || Uitkeringsdiensten 98000000-3 || Overige gemeenschaps-, sociale en persoonlijke diensten 98120000-0 || Diensten verleend door vakbonden 98131000-0 || Religieuze diensten BIJLAGE XVII
CONCORDANTIETABEL[48] Onderhavige richtlijn || Richtlijn 2004/18/EG || Art. 1 || || Nieuw Art. 2, onder 1) || Art. 1, lid 9, eerste alinea || Aangepast Art. 2, onder 2) || Art. 7, onder a) || Aangepast Art. 2, onder 3) || || Nieuw Art. 2, onder 4) || || Nieuw Art. 2, onder 5) || || Nieuw Art. 2, onder 6), a), eerste deel || Art. 1, lid 9, tweede alinea, onder a) || = Art. 2, onder 6), a), tweede deel || || Nieuw Art. 2, onder 6), b) || Art. 1, lid 9, tweede alinea, onder b) || = Art. 2, onder 6), c) || Art. 1, lid 9, tweede alinea, onder c) || = Art. 2, onder 7) || Art. 1, lid 2, onder a) || = Art. 2, onder 8) || Art. 1, lid 2, onder b), eerste zin || Gewijzigd Art. 2, onder 9) || Art. 1, lid 2, onder b), tweede zin || = Art. 2, onder 10) || Art. 1, lid 2, onder c) || Aangepast Art. 2, onder 11) || Art. 1, lid 2, onder d) || Gewijzigd Art. 2, onder 12) || Art. 1, lid 8, tweede alinea || Aangepast Art. 2, onder 13) || Art. 1, lid 8, derde alinea || Aangepast Art. 2, onder 14) || Art. 1, lid 8, derde alinea || Gewijzigd Art. 2, onder 15) || Art. 23, lid 1 || Gewijzigd Art. 2, onder 16) || Art. 1, lid 10 || Gewijzigd Art. 2, onder 17) || || Nieuw Art. 2, onder 18) || Art. 1, lid 10 || Gewijzigd Art. 2, onder 19) || || Nieuw Art. 2, onder 20) || Art. 1, lid 12 || = Art. 2, onder 21) || Art. 1, lid 13 || = Art. 2, onder 22) || || Nieuw Art. 2, onder 23) || Art. 1, lid 11, onder e) || = Art. 3, lid 1, eerste alinea || || Nieuw Art. 3, lid 1, tweede alinea || Art. 1, lid 2, onder d) || Gewijzigd Art. 3, lid 2 || || Nieuw Art. 4 || Art. 7, 67 || Gewijzigd Art. 5, lid 1 || Art. 9, lid 1 || Aangepast Art. 5, lid 2 || Art. 9, lid 3, art. 9, lid 7, tweede alinea || Gewijzigd Art. 5, lid 3 || Art. 9, lid 2 || Gewijzigd Art. 5, lid 4 || Art. 9, lid 9 || = Art. 5, lid 5 || || Nieuw Art. 5, lid 6 || Art. 9, lid 4 || Gewijzigd Art. 5, lid 7 || Art. 9, lid 5, onder a), eerste en tweede alinea || = Art. 5, lid 8 || Art. 9, lid 5, onder b), eerste en tweede alinea || = Art. 5, lid 9 || Art. 9, lid 5, onder a), derde alinea Art. 9, lid 5, onder b), derde alinea || Aangepast Art. 5, lid 10 || Art. 9, lid 7 || = Art. 5, lid 11 || Art. 9, lid 6 || = Art. 5, lid 12 || Art. 9, lid 8, onder a) || = Art. 5, lid 13 || Art. 9, lid 8, onder b) || = Art. 6 || Art. 78, art. 79, lid 2, onder a) || Aangepast Art. 7 || Art. 12 || Gewijzigd Art. 8, eerste alinea || Art. 13 || Aangepast Art. 8, tweede alinea || Art. 1, lid 15 || = Art. 9, onder a) || Art. 15, onder a) || Aangepast Art. 9, onder b) || Art. 15, onder b) || = Art. 9, onder c) || Art. 15, onder c) || = Art. 9, onder d) || || Nieuw Art. 10, onder a) || Art. 16, onder a) || = Art. 10, onder b) || Art. 16, onder b) || Aangepast Art. 10, onder c) || Art. 16, onder c) || = Art. 10, onder d) || Art. 16, onder d) || Gewijzigd Art. 10, onder e) || Art. 16, onder e) || = Art. 10, onder f) || || Nieuw Art. 11 || || Nieuw Art. 12 || Art. 8 || Aangepast Art. 13, lid 1 || Art. 16, onder f) || Aangepast Art. 13, lid 2 || Art. 79, lid 2, onder f) || Aangepast Art. 14 || Art. 10 || Gewijzigd Art. 15 || Art. 2 || Gewijzigd Art. 16, lid 1 || Art. 4, lid 1 || Aangepast Art. 16, lid 2 || Art. 4, lid 2 || Gewijzigd Art. 17 || Art. 19 || Aangepast Art. 18, lid 1 || Art. 6 || Aangepast Art. 18, lid 2 || || Nieuw Art. 19, lid 1 || Art. 42, lid 1, art. 71, lid 1 || Gewijzigd Art. 19, lid 2 || Art. 42, leden 2 en 3, art. 71, lid 1 || Aangepast Art. 19, lid 3, eerste alinea || Art. 42, lid 4, art. 71, lid 1 || Gewijzigd Art. 19, lid 3, tweede alinea || Art. 79, lid 2, onder g) || = Art. 19, lid 3, derde alinea || || Nieuw Art. 19, lid 4 || || Nieuw Art. 19, lid 5 || Art. 42, lid 5, art. 71, lid 3 || Gewijzigd Art. 19, lid 6 || Art. 42, lid 6 || Aangepast Art. 19, lid 7 || || Nieuw Art. 20, lid 1 || Art. 1, lid 14 || Aangepast Art. 20, lid 2 || Art. 79, lid 2 onder e) en f) || Aangepast Art. 21 || || Nieuw Art. 22 || || Nieuw Art. 23, lid 1 || Art. 5 || Gewijzigd Art. 23, lid 2 || || Nieuw Art. 24 || Art. 28 || Gewijzigd Art. 25, lid 1 || Art. 38, lid 2, art. 1, lid 11, onder a) || Gewijzigd Art. 25, lid 2 || Art. 38, lid 4 || Gewijzigd Art. 25, lid 3 || [zie art. 38, lid 8] || Nieuw Art. 25, lid 4 || || Nieuw Art. 26, lid 1 || Art. 38, lid 3, art. 1, lid 11, onder b) || Gewijzigd Art. 26, lid 2 || Art. 38, lid 3 || Gewijzigd Art. 26, lid 3 || Art. 38, lid 4 || Gewijzigd Art. 26, lid 4 || || Nieuw Art. 26, lid 5 || || Nieuw Art. 26, lid 6 || Art. 38, lid 8 || Gewijzigd Art. 27, lid 1 || || Nieuw Art. 27, lid 2 || Art. 1, deel 11, onder d) || Gewijzigd Art. 27, lid 3 || Art. 30, lid 2 || Gewijzigd Art. 27, lid 4 || Art. 30, lid 3 || Gewijzigd Art. 27, lid 5 || Art. 30, lid 4 || Aangepast Art. 27, lid 6 || Art. 30, lid 2 || Gewijzigd Art. 28, lid 1 || Art. 38, lid 3, art. 1, lid 11, onder c) || Gewijzigd Art. 28, lid 2 || Art. 29, lid 2, art. 29, lid 7 || Aangepast Art. 28, lid 3 || Art. 29, lid 3, art. 1, lid 11, onder c) || Gewijzigd Art. 28, lid 4 || Art. 29, lid 4 || Aangepast Art. 28, lid 5 || Art. 29, lid 5 || Aangepast Art. 28, lid 6 || Art. 29, lid 6 || Gewijzigd Art. 28, lid 7 || Art. 29, lid 7 || Gewijzigd Art. 28, lid 8 || Art. 29, lid 8 || = Art. 29 || || Nieuw Art. 30, lid 1 || Art. 31, eerste zin || Gewijzigd Art. 30, lid 2, eerste alinea, onder a) || Art. 31, punt 1), onder a) || Gewijzigd Art. 30, lid 2, eerste alinea, onder b) || Art. 31, punt 1), onder b) || Gewijzigd Art. 30, lid 2, eerste alinea, onder c) || Art. 31, punt 1), onder b) || Gewijzigd Art. 30, lid 2, eerste alinea, onder d) || Art. 31, punt 1), onder c) || Aangepast Art. 30, lid 2, tweede – vierde alinea || || Nieuw Art. 30, lid 3, onder a) || Art. 31, punt 2), onder a) || = Art. 30, lid 3, onder b) || Art. 31, punt 2), onder b) || = Art. 30, lid 3, onder c) || Art. 31, punt 2), onder c) || Gewijzigd Art. 30, lid 3, onder d) || Art. 31, punt 2), onder d) || Aangepast Art. 30, lid 4 || Art. 31, punt 3) || Aangepast Art. 30, lid 5 || Art. 31, punt 4), onder b) || Aangepast Art. 31, lid 1 || Art. 32, lid 1, art. 1, lid 5 || Gewijzigd Art. 31, lid 2 || Art. 32, lid 2 || Aangepast Art. 31, lid 3 || Art. 32, lid 3 || = Art. 31, lid 4 || Art. 32, lid 4 || Aangepast Art. 31, lid 5 || Art. 32, lid 4 || Aangepast Art. 32, lid 1 || Art. 33, lid 1, art. 1, lid 6 || Gewijzigd Art. 32, lid 2 || Art. 33, lid 2 || Gewijzigd Art. 32, lid 3 || Art. 33, lid 3 || Aangepast Art. 32, lid 4 || Art. 33, lid 4 || Gewijzigd Art. 32, lid 5 || Art. 33, lid 6 || Gewijzigd Art. 32, lid 6 || || Nieuw Art. 32, lid 7 || Art. 33, lid 7, derde alinea || = Art. 33, lid 1 || Art. 54, lid 1, art. 1, lid 7 || Gewijzigd Art. 33, lid 2 || Art. 54, lid 2 || Aangepast Art. 33, lid 3 || Art. 54, lid 2, derde alinea || Aangepast Art. 33, lid 4 || Art. 54, lid 3 || Aangepast Art. 33, lid 5 || Art. 54, lid 4 || Aangepast Art. 33, lid 6 || Art. 54, lid 5 || Aangepast Art. 33, lid 7 || Art. 54, lid 6 || = Art. 33, lid 8 || Art. 54, lid 7 || Aangepast Art. 33, lid 9 || Art. 54, lid 8, eerste alinea || = Art. 34 || || Nieuw Art. 35, lid 1 || Art. 11, lid 1 || Gewijzigd Art. 35, lid 2 || || Nieuw Art. 35, lid 3 || Art. 11, lid 2 || Gewijzigd Art. 35, lid 4 || || Nieuw Art. 35, lid 5 || Art. 11, lid 2 || Gewijzigd Art. 35, lid 6 || || Nieuw Art. 36 || || Nieuw Art. 37 || || Nieuw Art. 38 || || Nieuw Art. 39, lid 1 || Overweging 8) || Gewijzigd Art. 39, lid 2 || || Nieuw Art. 40, lid 1 || Art. 23, lid 1 || Gewijzigd Art. 40, lid 2 || Art. 23, lid 2 || Aangepast Art. 40, lid 3 || Art. 23, lid 3 || Aangepast Art. 40, lid 4 || Art. 23, lid 8 || = Art. 40, lid 5 || Art. 23, lid 4 || Aangepast Art. 40, lid 6 || Art. 23, lid 5 || Gewijzigd Art. 41, lid 1 || Art. 23, lid 6 || Gewijzigd Art. 41, lid 2 || Art. 23, lid 6 || Aangepast Art. 41, lid 3 || || Nieuw Art. 42, lid 1 || Art. 23, leden 4, 5, 6, 7 || Gewijzigd Art. 42, lid 2 || Art. 23, leden 4, 5, 6 || Gewijzigd Art. 42, lid 3 || Art. 23, lid 7 || Aangepast Art. 42, lid 4 || || Nieuw Art. 43, lid 1 || Art. 24, leden 1 en 2 || Gewijzigd Art. 43, lid 2 || Art. 24, lid 3 || Aangepast Art. 43, lid 3 || Art. 24, lid 4 || Aangepast Art. 44 || || Nieuw Art. 45, lid 1 || Art. 38, lid 1 || Aangepast Art. 45, lid 2 || Art. 38, lid 7 || Gewijzigd Art. 46, lid 1 || Art. 35, lid 1 || Aangepast Art. 46, lid 2 || || Nieuw Art. 47 || Art. 35, lid 2, art. 36, lid 1 || Aangepast Art. 48 || Art. 35, lid 4 || Gewijzigd Art. 49, lid 1 || Art. 36, lid 1, art. 79, lid 1, onder a) || Gewijzigd Art. 49, lid 2 || Art. 36, lid . 2, 3 en lid 4, tweede alinea. || Gewijzigd Art. 49, lid 3 || Art. 36, lid 4 || Aangepast Art. 49, lid 4 || || Nieuw Art. 49, lid 5 || Art. 36, leden 7 en 8 || Gewijzigd Art. 49, lid 6 || Art. 37 || Gewijzigd Art. 50, lid 1 || Art. 36, lid 5, eerste alinea || Gewijzigd Art. 50, leden 2 en 3 || Art. 36, lid 5, tweede en derde alinea || Aangepast Art. 51 || Art. 38, lid 6, art. 39, lid 2 || Gewijzigd Art. 52 || Art. 40, leden 1, 2 || Aangepast Art. 53, lid 1 || Art. 41, lid 1 || Aangepast Art. 53, lid 2 || Art. 41, lid 2 || Aangepast Art. 53, lid 3 || Art. 41, lid 3 || = Art. 54, lid 1 || Art. 44, lid 1 || Aangepast Art. 54, lid 2 || || Nieuw Art. 54, lid 3 || || Nieuw Art. 55, lid 1 || Art. 45, lid 1 || Gewijzigd Art. 55, lid 2 || Art. 45, lid 2, onder e), f) || Gewijzigd Art. 55 lid 3 || Art. 45, lid 2 || Gewijzigd Art. 55, lid 4 || || Nieuw Art. 55, leden 5 en 6 || Art. 45, lid 4 || Gewijzigd Art. 56, lid 1 || Art. 44, leden 1, 2 || Gewijzigd Art. 56, lid 2 || Art. 46 || Aangepast Art. 56, lid 3 || Art. 47 || Gewijzigd Art. 56, lid 4 || Art. 48 || Gewijzigd Art. 56, lid 5 || Art. 44, lid 2 || Aangepast Art. 57 || || Nieuw Art. 58 || || Nieuw Art. 59 || || Nieuw Art. 60, lid 1 || Art. 45 lid 3 || Aangepast Art. 60, lid 2 || Art. 47 || Aangepast Art. 60, lid 3 || Art. 48 || Aangepast Art. 60, lid 4 || || Nieuw Art. 61, lid 1 || Art. 49 || Gewijzigd Art. 61, lid 2 || Art. 50 || Gewijzigd Art. 61, lid 3 || || Nieuw Art. 62, lid 1 || Art. 47, leden 2, 3, art 48, leden 3, 4 || Aangepast Art. 62, lid 2 || || Nieuw Art. 63, lid 1 || Art. 52, lid 1, art. 52, lid 7 || Aangepast Art. 63, lid 2, eerste alinea || Art. 52, lid 1, tweede alinea || Gewijzigd Art. 63, lid 2, tweede alinea || Art. 52, lid 1, derde alinea || = Art. 63, lid 3 || Art. 52, lid 2 || = Art. 63, lid 4 || Art. 52, lid 3 || Gewijzigd Art. 63, lid 5, eerste alinea || Art. 52, lid 4, eerste alinea || Aangepast Art. 63, lid 5, tweede alinea || Art. 52, lid 4, tweede alinea || = Art. 63, lid 6, eerste alinea || Art. 52, lid 5, eerste alinea || Aangepast Art. 63, lid 6, tweede alinea || Art. 52, lid 6 || = Art. 63, lid 7 || Art. 52, lid 5, tweede alinea || = Art. 63, lid 8, eerste alinea || Art. 52, lid 8 || = Art. 63, lid 8, tweede alinea || || Nieuw Art. 64 || Art. 44, lid 3 || Aangepast Art. 65 || Art. 44, lid 4 || = Art. 66, lid 1 || Art. 53, lid 1 || Gewijzigd Art. 66, lid 2 || Art. 53, lid 1, onder a) || Gewijzigd Art. 66, lid 3 || || Nieuw Art. 66, lid 4 || Overweging 1, overweging 46, derde alinea || Gewijzigd Art. 66, lid 5 || Art. 53, lid 2 || Gewijzigd Art. 67 || || Nieuw Art. 68 || || Nieuw Art. 69, lid 1 || Art. 55, lid 1 || Gewijzigd Art. 69, lid 2 || Art. 55, lid 1 || Aangepast Art. 69, lid 3, onder a) || Art. 55, onder a) || = Art. 69, lid 3, onder b) || Art. 55, onder b) || = Art. 69, lid 3, onder c) || Art. 55, onder c) || = Art. 69, lid 3, onder d) || Art. 55, onder d) || Gewijzigd Art. 69, lid 3, onder e) || Art. 55, onder e) || = Art. 69, lid 4, eerste alinea || Art. 55, lid 2 || Gewijzigd Art. 69, lid 4, tweede alinea || || Nieuw Art. 69, lid 5 || Art. 55, lid 3 || Aangepast Art. 69, lid 6 || || Nieuw Art. 70 || Art. 26 || Gewijzigd Art. 71, lid 1 || Art. 25, eerste alinea || = Art. 71, lid 2 || || Nieuw Art. 71, lid 3 || Art. 25, tweede alinea || Aangepast Art. 72, leden 1 – 4, 5, 7 || || Nieuw Art. 72, lid 6 || Art. 31, lid 4, onder a) || Gewijzigd Art. 73 || || Nieuw Art. 74 || || Nieuw Art. 75 || || Nieuw Art. 76 || || Nieuw Art. 77 || Art. 66 || = Art. 78 || Art. 67 || Aangepast Art. 79, leden 1 - 2 || Art. 69 || Aangepast Art. 79, lid 3 || Art. 70, art 79, lid 1, onder a) || Aangepast Art. 80, lid 1 || || Nieuw Art. 80, lid 2 || Art. 72 || = Art. 81 || Art. 73 || = Art. 82 || Art. 74 || = Art. 83 || Art. 81, eerste alinea || Aangepast Art. 84, lid 1 || Art. 81, tweede alinea || Gewijzigd Art. 84, leden 2 - 6 || || Nieuw Art. 85 || Art. 43 || Gewijzigd Art. 86, lid 1 || Art. 75 || Aangepast Art. 86, lid 2 || Art. 76 || Gewijzigd Art. 86, lid 3 || || Nieuw Art. 86, lid 4 || || Nieuw Art. 86, lid 5 || Art. 79, lid 1, onder a) || Aangepast Art. 87 || || Nieuw Art. 88 || || Nieuw Art. 89 || Art. 77, leden 3 en 4 || Gewijzigd Art. 90 || Art. 77, lid 5 || Gewijzigd Art. 91 || Art. 77, leden 1, 2 || Aangepast Art. 92 || Art. 80 || Aangepast Art. 93 || Art. 82 || Aangepast Art. 94 || || Nieuw Art. 95 || Art. 83 || = Art. 96 || Art. 84 || = Bijlage I || Bijlage IV || = Bijlage II || Bijlage I || =; met uitzondering van eerste zin (gewijzigd) Bijlage III || Bijlage V || = Bijlage IV, (a) – (g) || Bijlage X (b) - (h) || = Bijlage IV, (h) || || Nieuw Bijlage V || || Nieuw Bijlage VI || Bijlage VII || Gewijzigd Bijlage VII || Art. 54, lid 3, onder a) – f) || = Bijlage VIII || Bijlage VI || Aangepast Bijlage IX || Bijlage VIII || Aangepast Annex X, 1 || Art. 40, lid 5 || Aangepast Annex X, 2 || || Nieuw Bijlage XI || || Nieuw Bijlage XII || Bijlage IX || Aangepast Bijlage XIII || || Nieuw Bijalge XIV, deel 1 || Art. 47, lid 1 || = Bijlage XIV, deel 2 || Art. 48, lid 2 || =; gewijzigd onder a), e) en f) Bijlage XV || || Nieuw Bijlage XVI || Bijlage II || Gewijzigd Bijlage XVII || Bijlage XII || Gewijzigd [1] Richtlijn 2004/17/EG van het Europees Parlement en de
Raad van 31 maart 2004 houdende coördinatie van de procedures voor het plaatsen
van opdrachten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en
postdiensten, PB L 134 van 30.4.2004, blz. 1. [2] Richtlijn 2004/18/EG van het Europees Parlement en de
Raad van 31 maart 2004 betreffende de coördinatie van de procedures voor het
plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten, PB L 134
van 30.4.2004, blz. 114. [3] Richtlijn 2009/81/EG van het Europees Parlement en de
Raad van 13 juli 2009 betreffende de coördinatie van de procedures voor het
plaatsen door aanbestedende diensten van bepaalde opdrachten voor werken,
leveringen en diensten op defensie- en veiligheidsgebied, en tot wijziging van
Richtlijnen 2004/17/EG en 2004/18/EG, PB L 216 van 20.8.2009, blz. 76. [4] Richtlijn 89/665/EEG van de Raad van 21 december 1989
houdende de coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen
betreffende de toepassing van de beroepsprocedures inzake het plaatsen van
overheidsopdrachten voor leveringen en voor de uitvoering van werken, PB L 395
van 30.12.1989, blz. 33. [5] COM(2011) 15: http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=COM:2011:0015:FIN:NL:PDF. [6] http://ec.europa.eu/internal_market/consultations/docs/2011/public_procurement/synthesis_ document_en.pdf. [7] http://ec.europa.eu/internal_market/publicprocurement/modernising_rules/conferences/index_en.htm. [8] Werkdocument van de diensten van de Commissie SEC(2008) 2193. [9] PB C …. [10] PB C …. [11] PB C …. [12] COM(2010) 2020 definitief van 3.3.2010. [13] PB L 134 van 30.4.2004, blz. 1. [14] PB L 134 van 30.4.2004, blz. 114. [15] PB L 336 van 23.12.1994, blz. 1. [16] SEC(2011) 853 definitief van 27.6.2011. [17] SPC/2010/10/8 definitief van 6.10.2010. [18] ... [19] PB L 342 van 22.12.2009, blz. 1. [20] PB L 120 van 15.5.2009, blz. 5. [21] PB L 39 van 13.2.2008, blz. 1. [22] PB L 18 van 21.1.1997, blz. 1. [23] PB L 18 van 21.1.1997, blz. 1. [24] PB L 55 van 28.2.2011, blz. 13. [25] PB L 154 van 21.6.2003, blz. 1. [26] PB L 217 van 20.8.2009, blz. 76. [27] PB L 145 van 30.4.2004, blz. 1. [28] PB L 13 van 19.1.2000, blz. 12. [29] PB L 274 van 20.10.2009, blz. 36. [30] PB L 53 van 26.2.2011, blz. 66. [31] PB L 340 van 16.12.2002, blz. 1. [32] PB L 210 van 31.7.2006, blz. 19. [33] PB L 395 van 30.12. 1989, blz. 33. [34] PB L 218 van 13.8.2008, blz. 30. [35] PB L 300 van 11.11.2008, blz. 42. [36] PB C 195 van 25.6.1997, blz. 1. [37] PB L 192 van 31.7.2003, blz. 54. [38] PB C 316 van 27.11.1995, blz. 48. [39] PB L 164 van 22.6.2002, blz. 3. [40] PB L 166 van 28.6.1991, blz. 77. [41] PB L 342 van 22.12.2009, blz. 1. [42] PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31. [43] PB L 201 van 31.7.2002, blz. 37. [44] PB L […] [45] PB L 185 van 16.8.1971, blz. 15. [46] Voor de toepassing van artikel 56, lid 2, wordt onder
"registers" verstaan de registers die in deze bijlage vermeld worden,
alsmede de registers die in de plaats van deze registers gekomen zijn, voor
zover hierin op nationaal niveau wijzigingen zijn aangebracht. [47] PB L 120 van 15.5.2009, blz. 5. [48] De vermelding "aangepast" betekent dat het gaat
om een nieuwe tekst zonder dat de inhoud van de ingetrokken richtlijnen is
gewijzigd. Wijzigingen van de inhoud van de bepalingen van de ingetrokken
richtlijnen worden aangegeven met de vermelding "gewijzigd".