Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52010PC0303

    Voorstel voor een besluit van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Unie, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de ondertekening en voorlopige toepassing van de Euromediterrane luchtvaartovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, anderzijds

    /* COM/2010/0303 def. - NLE 2010/0164 */

    52010PC0303

    Voorstel voor een besluit van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Unie, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de ondertekening en voorlopige toepassing van de Euromediterrane luchtvaartovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, anderzijds /* COM/2010/0303 def. - NLE 2010/0164 */


    [pic] | EUROPESE COMMISSIE |

    Brussel, 24.6.2010

    COM(2010)303 definitief

    2010/0164 (NLE)

    Voorstel voor een

    besluit van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Unie, in het kader van de Raad bijeen,

    betreffende de ondertekening en voorlopige toepassing van de Euromediterrane luchtvaartovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, anderzijds

    TOELICHTING

    1. Achtergrond van het voorstel |

    Motivering en doel van het voorstel De onderhandelingen over de Euromediterrane luchtvaartovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten enerzijds en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië anderzijds zijn gevoerd op basis van een mandaat dat de Raad in november 2007 heeft gegeven. De luchtdiensten tussen de EU en Jordanië vinden momenteel plaats op basis van bilaterale overeenkomsten tussen afzonderlijke lidstaten en Jordanië. In het kader van het EU-nabuurschapsbeleid wordt een Euromediterrane luchtvaartruimte tussen de EU en haar mediterrane partners opgericht ter vervanging van dit netwerk van bilaterale overeenkomsten. Doelstellingen van de Overeenkomst: - geleidelijke wederzijdse openstelling van de markten voor wat de toegang tot routes en capaciteit betreft; - non-discriminatie en een gelijk speelveld voor marktdeelnemers, gebaseerd op de beginselen van de EU-verdragen; - de Jordaanse luchtvaartwetgeving in overeenstemming brengen met de EU-wetgeving voor wat kwesties als veiligheid, beveiliging en luchtverkeersbeheer betreft. In de Overeenkomst wordt melding gemaakt van de mogelijkheid om ze uit te breiden teneinde een gemeenschappelijke Euromediterrane luchtvaartruimte tot stand te brengen met alle andere mediterrane partners. |

    Algemene context Het onderhandelingsmandaat heeft als doel een gemeenschappelijke Euromediterrane luchtvaartruimte tussen de EU en Jordanië tot stand te brengen. Hierdoor worden de regels en voorschriften van de interne markt voor luchtvervoer in de EU in grote mate uitgebreid tot Jordanië, zodat Europese en Jordaanse luchtvaartmaatschappijen zonder enige beperking luchtdiensten kunnen uitvoeren. Op basis van de onderhandelingsrichtsnoeren van het mandaat hebben beide partijen op 17 maart 2010 een ontwerpovereenkomst geparafeerd. |

    Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied De bepalingen van de Overeenkomst komen in de plaats van de huidige bilaterale luchtvervoersovereenkomsten tussen lidstaten en Jordanië. |

    Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU De sluiting van een Euromediterrane luchtvaartovereenkomst met Jordanië is een prioriteit voor de EU en vormt een belangrijke schakel in de ontwikkeling van het Europees nabuurschapsbeleid, zoals vastgesteld in Mededeling COM(2005) 79 definitief van de Commissie "Ontwikkeling van de agenda voor het externe luchtvaartbeleid van de Gemeenschap" en Mededeling COM(2008) 596 definitief "Een gemeenschappelijke luchtvaartruimte met de buurlanden tegen 2010 – Voortgangsverslag". |

    2. Raadpleging van belanghebbende partijen en effectbeoordeling |

    Raadpleging van belanghebbende partijen |

    Wijze van raadpleging, belangrijkste geraadpleegde sectoren en algemeen profiel van de respondenten Gedurende het gehele onderhandelingsproces heeft de Commissie overleg gepleegd met de betrokkenen, met name in het kader van geregelde samenkomsten van het Bijzonder Comité en het Overlegforum, bestaande uit vertegenwoordigers van luchtvaartmaatschappijen, luchthavens en vakbonden. |

    Samenvatting van de reacties en hoe daarmee rekening is gehouden Bij de voorbereiding van het onderhandelingsstandpunt van de Unie is rekening gehouden met alle opmerkingen van de betrokkenen. |

    Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid |

    Advisering door externe deskundigen was niet nodig. |

    Effectbeoordeling De Overeenkomst voorziet in de geleidelijke totstandbrenging van een Euromediterrane luchtvaartruimte met Jordanië. In een verslag dat consultants in 2007 voor de Commissie hebben voorbereid, wordt geraamd dat een Euromediterrane luchtvaartruimte met Jordanië 54 000 extra passagiers en tot 30 miljoen euro consumentenvoordelen zou opleveren in het eerste jaar waarin de markt effectief zou worden opengesteld. Dit verslag is via de CIRCA-gegevensbank ter beschikking gesteld van de lidstaten en belanghebbenden. De Overeenkomst voorziet in de oprichting van een Gemengd Comité dat tot taak krijgt zich bezig te houden met de tenuitvoerlegging van de Overeenkomst en de beoordeling van het effect ervan. |

    3. Juridische elementen van het voorstel |

    Samenvatting van de voorgestelde maatregel De Overeenkomst bestaat uit de hoofdtekst, waarin de drie basisbeginselen zijn uiteengezet, en drie bijlagen: bijlage 1 inzake verkeersrechten, bijlage 2 inzake overgangsbepalingen en bijlage 3 inzake de EU-luchtvaartwetgeving die door Jordanië moet worden overgenomen. |

    Rechtsgrondslag Artikel 207, lid 5, in samenhang met artikel 218, leden 2, 5 en 7, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. |

    Subsidiariteitsbeginsel Het subsidiariteitsbeginsel is van toepassing voor zover het voorstel niet onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie valt. |

    De doelstellingen van het voorstel kunnen om de volgende redenen niet voldoende door de lidstaten worden verwezenlijkt. |

    Bij de Overeenkomst wordt een Euromediterrane luchtvaartruimte opgericht, waardoor de EU-luchtvaartwetgeving wordt uitgebreid tot Jordanië. Jordanië zal met name de EU-wetgeving op belangrijke gebieden als veiligheid, beveiliging en luchtverkeersbeheer overnemen. De Overeenkomst vervangt de bestaande regelingen tussen Jordanië en individuele lidstaten. De Overeenkomst creëert uniforme voorwaarden voor markttoegang voor alle EU-luchtvaartmaatschappijen tegelijk en voert nieuwe regelingen in voor regelgevende samenwerking tussen de Europese Unie en Jordanië op gebieden die van essentieel belang zijn voor een veilige, beveiligde en efficiënte exploitatie van luchtdiensten. Deze regelingen zijn alleen mogelijk op EU-niveau, omdat het hier gaat om een aantal gebieden waarvoor uitsluitend de Unie bevoegd is. |

    De doelstellingen van het voorstel kunnen om de volgende reden(en) beter door een optreden van de Unie worden verwezenlijkt. |

    De Overeenkomst voorziet in de gelijktijdige uitbreiding van haar bepalingen tot de 27 lidstaten, waarbij dezelfde regels zonder discriminatie van toepassing zijn op en ten goede komen aan alle EU-luchtvaartmaatschappijen, ongeacht hun land van herkomst. De luchtvaartmaatschappijen kunnen dan vrij vluchten uitvoeren van ieder punt in de Europese Unie naar ieder punt in Jordanië, hetgeen nu niet het geval is. |

    Dankzij de opheffing van alle markttoegangsbeperkingen tussen de EU en Jordanië zullen niet alleen nieuwe spelers op de markt komen en kansen ontstaan om naar onvoldoende bediende luchthavens te vliegen, maar zal ook de consolidatie tussen EU-luchtvaartmaatschappijen worden bevorderd. |

    De Overeenkomst garandeert dat alle EU-luchtvaartmaatschappijen toegang krijgen tot commerciële opportuniteiten, zoals de mogelijkheid om vrij prijzen vast te stellen. Een andere doelstelling van het mandaat is een gelijk speelveld te creëren voor alle EU- en Jordaanse luchtvaartmaatschappijen; hiervoor is intensieve samenwerking op regelgevingsgebied vereist, hetgeen alleen mogelijk is op het niveau van de Unie. |

    Het voorstel is derhalve in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel. |

    Evenredigheidsbeginsel Het voorstel is om de volgende reden(en) in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel. |

    Er wordt een Gemengd Comité opgericht voor het bespreken van kwesties met betrekking tot de tenuitvoerlegging van de Overeenkomst. Dat comité zal overleg over nieuwe initiatieven of ontwikkelingen op het gebied van wet- en regelgeving bevorderen en mogelijke gebieden voor verdere uitbreiding van de Overeenkomst bekijken. Het Gemengd Comité wordt samengesteld uit vertegenwoordigers van de Commissie en de lidstaten. |

    De lidstaten blijven hun traditionele administratieve taken met betrekking tot internationaal luchtvervoer uitvoeren, maar in het kader van gemeenschappelijke regels die uniform worden toegepast. |

    Keuze van instrumenten |

    Voorgesteld instrument: internationale overeenkomst |

    Andere instrumenten zouden om de volgende reden(en) ongeschikt zijn. Externe luchtvaartbetrekkingen kan alleen kracht worden bijgezet door internationale overeenkomsten. |

    4. Gevolgen voor de begroting |

    Het voorstel heeft geen gevolgen voor de EU-begroting. |

    2010/0164 (NLE)

    Voorstel voor een

    besluit van de Raad en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Unie, in het kader van de Raad bijeen,

    betreffende de ondertekening en voorlopige toepassing van de Euromediterrane luchtvaartovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, anderzijds

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE EN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN VAN DE LIDSTATEN IN HET KADER VAN DE RAAD BIJEEN,

    Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name op artikel 207, lid 5, in samenhang met artikel 218, leden 2, 5 en 7,

    Overwegende hetgeen volgt:

    1. De Commissie heeft, overeenkomstig het besluit van de Raad waarbij de Commissie wordt gemachtigd om onderhandelingen te openen, namens de Unie en de lidstaten onderhandeld over een Euromediterrane luchtvaartovereenkomst met het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië (hierna de "Overeenkomst" genoemd).

    2. De Overeenkomst is op 17 maart 2010 geparafeerd.

    3. Onder voorbehoud van sluiting op een later tijdstip dient de Overeenkomst waarover de Commissie heeft onderhandeld, te worden ondertekend en voorlopig te worden toegepast door de Unie en de lidstaten.

    4. Er moeten procedures worden vastgesteld om te besluiten hoe de voorlopige toepassing van de Overeenkomst moet worden opgeschort, voor zover van toepassing. Voorts moeten passende procedures worden vastgesteld voor de deelname door de Unie en de lidstaten aan het uit hoofde van artikel 21 van de Overeenkomst opgerichte Gemengd Comité en aan de bij artikel 22 van de Overeenkomst voorziene arbitrageprocedures, alsmede voor de tenuitvoerlegging van sommige bepalingen van de Overeenkomst betreffende beveiliging en veiligheid,

    HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1 (Ondertekening)

    1. De ondertekening van de Euromediterrane luchtvaartovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten enerzijds en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië anderzijds, (hierna "de Overeenkomst") genoemd, wordt hierbij goedgekeurd namens de Unie, onder voorbehoud van het besluit van de Raad betreffende de sluiting van de Overeenkomst. De tekst van de Overeenkomst is aan dit besluit gehecht.

    2. De voorzitter van de Raad is gemachtigd de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) de Overeenkomst namens de Unie te ondertekenen, onder voorbehoud van sluiting.

    Artikel 2 (Voorlopige toepassing)

    In afwachting van de inwerkingtreding van de Overeenkomst wordt ze, overeenkomstig de toepassing van de nationale wetgeving, voorlopig toegepast door de Unie en de lidstaten (i) vanaf de eerste dag van de maand volgende op de datum van de laatste mededeling waarbij de partijen elkaar in kennis hebben gesteld van de voltooiing van de procedures die nodig zijn om de Overeenkomst voorlopig toe te passen, of (ii) met ingang van 12 maanden na de ondertekening van de Overeenkomst, indien dit vroeger is.

    Artikel 3 (Gemengd Comité)

    1. De Europese Unie en de lidstaten worden in het bij artikel 21 van de Overeenkomst opgerichte Gemengd Comité vertegenwoordigd door vertegenwoordigers van de Europese Commissie en de lidstaten.

    2. Het door de Europese Unie en haar lidstaten in het Gemengd Comité in te nemen standpunt inzake onder de exclusieve bevoegdheid van de EU vallende zaken die geen besluit met juridische gevolgen vereisen, wordt vastgesteld door de Europese Commissie en vooraf aan de Raad en de lidstaten meegedeeld.

    3. Voor beslissingen van het Gemengd Comité die onder de bevoegdheid van de EU vallen, wordt het door de Europese Unie en haar lidstaten in te nemen standpunt vastgesteld door de Raad die, op voorstel van de Europese Commissie, met gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluit, tenzij de in de EU-Verdragen opgenomen stemprocedures anders bepalen.

    4. Voor beslissingen van het Gemengd Comité die onder de bevoegdheid van de lidstaten vallen, wordt het door de Europese Unie en haar lidstaten in te nemen standpunt vastgesteld door de Raad die, op voorstel van de Europese Commissie, met eenparigheid van stemmen besluit, tenzij een lidstaat het secretariaat-generaal van de Raad binnen één maand na de vaststelling van dat standpunt heeft meegedeeld dat hij alleen met de door het Gemengd Comité te nemen beslissing kan instemmen als zijn wetgevende instanties daarmee akkoord gaan.

    Artikel 4 (Arbitrage)

    1. De Commissie vertegenwoordigt de Unie en de lidstaten in arbitrageprocedures overeenkomstig artikel 22 van de Overeenkomst.

    2. Het besluit om de toepassing van voordelen overeenkomstig artikel 22, lid 7, van de Overeenkomst op te schorten, wordt genomen door de Raad op basis van een voorstel van de Commissie. De Raad besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen.

    3. Iedere andere krachtens artikel 22 van de Overeenkomst te nemen maatregel inzake aangelegenheden die onder de bevoegdheid van de EU vallen, wordt genomen door de Commissie, bijgestaan door een Bijzonder Comité van door de Raad benoemde vertegenwoordigers van de lidstaten.

    Artikel 5 (Kennisgeving aan de Commissie)

    1. De lidstaten stellen de Commissie van tevoren in kennis van alle besluiten tot weigering, intrekking, opschorting of beperking van een vergunning van een luchtvaartmaatschappij die zij voornemens zijn overeenkomstig de artikelen 3 en 4 van de Overeenkomst goed te keuren.

    2. De lidstaten stellen de Commissie onmiddellijk in kennis van verzoeken of aanmeldingen die zij uit hoofde van artikel 13 (Veiligheid van de luchtvaart) van de Overeenkomst hebben gedaan of ontvangen.

    3. De lidstaten stellen de Commissie onmiddellijk in kennis van verzoeken of aanmeldingen die zij uit hoofde van artikel 14 (Beveiliging van de luchtvaart) van de Overeenkomst hebben gedaan of ontvangen.

    Gedaan te Brussel, op […]

    Voor de Raad

    De Voorzitter […]

    Top