Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52009PC0477

    Voorstel voor een verordening van de Raad tot vaststelling van een aantal bepalingen voor de visserij in het GFCM-verdragsgebied

    /* COM/2009/0477 def. - CNS 2009/0129 */

    52009PC0477

    Voorstel voor een verordening van de Raad tot vaststelling van een aantal bepalingen voor de visserij in het GFCM-verdragsgebied /* COM/2009/0477 def. - CNS 2009/0129 */


    [pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

    Brussel, 16.9.2009

    COM(2009) 477 definitief

    2009/0129 (CNS)

    Voorstel voor een

    VERORDENING VAN DE RAAD

    tot vaststelling van een aantal bepalingen voor de visserij in het GFCM-verdragsgebied

    TOELICHTING

    De doelstellingen van het gemeenschappelijk visserijbeleid (GVB) – een uit economisch, ecologisch en sociaal oogpunt duurzame exploitatie van de levende aquatische hulpbronnen garanderen aan de hand van het voorzorgsbeginsel en een op het ecosysteem gebaseerde aanpak – gelden tevens voor wateren buiten de territoriale en de EG-wateren. De Europese Gemeenschap is net als Bulgarije, Cyprus, Frankrijk, Griekenland, Italië, Malta, Roemenië, Slovenië en Spanje, verdragsluitende partij bij de Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee (“GFCM”), een regionale organisatie voor visserijbeheer die is opgericht op grond van artikel XIV van de oprichtingsakte van de FAO. De GFCM kan op basis van wetenschappelijk advies aanbevelingen en resoluties aannemen voor het bevorderen van de ontwikkeling, de instandhouding, het rationele beheer en het optimale gebruik van bestanden levende aquatische hulpbronnen in de Middellandse en de Zwarte Zee op een als duurzaam beschouwd niveau met een laag risico van instorting van die bestanden.

    De door de GFCM aangenomen aanbevelingen zijn bindend voor alle bij de GFCM aangesloten partijen en dienen derhalve ook in Gemeenschapsrecht te worden omgezet voor zover de inhoud ervan al niet wordt gedekt door de reeds bestaande Gemeenschapswetgeving.

    Tot voor kort zijn de door de GFCM aangenomen aanbevelingen telkens voor bepaalde tijd omgezet in Gemeenschapsrecht, en wel via de jaarlijkse verordeningen inzake de vangstmogelijkheden[1]. Het permanente karakter van deze aanbevelingen vergt echter een meer permanent rechtsinstrument voor omzetting in het Gemeenschapsrecht. Tegen deze achtergrond lijkt het dienstig deze aanbevelingen om te zetten via een enkel rechtsbesluit dat later kan worden gewijzigd om er eventuele nieuwe aanbevelingen in te integreren. Hierdoor wordt niet alleen de rechtszekerheid bevorderd, maar wordt bovendien een belangrijke stap richting vereenvoudiging gezet.

    Aangezien de door de GFCM aangenomen aanbevelingen qua inhoud en verplichtingen vaak geheel of gedeeltelijk worden gedekt door reeds bestaande Gemeenschapswetgeving, moeten waar passend slechts de aspecten ervan die verschillen van de Gemeenschapswetgeving, en de daaraan verbonden verplichtingen worden omgezet.

    Aangezien de GFCM-aanbevelingen van toepassing zijn op het volledige GFCM-verdragsgebied (de Middellandse Zee, de Zwarte Zee en de daar mee in verbinding staande wateren als opgenomen in bijlage II bij Besluit 1998/416/EG van de Raad van 16 juni 1998[2]), moeten zij omwille van de duidelijkheid van de Gemeenschapswetgeving worden omgezet in een aparte verordening en niet in Verordening (EG) nr. 1967/2006, die slechts betrekking heeft op de Middellandse Zee.

    Om redenen van autonomie gebruikt de GFCM op het vlak van maatregelen inzake ruimtelijk beheer het begrip “voor de visserij beperkte gebieden”. Dit begrip is gelijkwaardig aan dat in Verordening (EG) nr. 1967/2006 (“tegen de visserij beschermde gebieden”).

    Het onderhavige voorstel van de Europese Commissie behelst een verordening tot omzetting van de aanbevelingen die de Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee (GFCM) tijdens haar jaarlijkse vergaderingen heeft aangenomen.

    2009/0129 (CNS)

    Voorstel voor een

    VERORDENING VAN DE RAAD

    tot vaststelling van een aantal bepalingen voor de visserij in het GFCM-verdragsgebied

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 37,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Gezien het advies van het Europees Parlement,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) De overeenkomst tot oprichting van de Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee (“GFCM”), hierna "GFCM-overeenkomst" genoemd, is door de Raad goedgekeurd bij Besluit 98/416/EG[3] van 16 juni 1998 betreffende de toetreding van de Europese Gemeenschap tot de GFCM.

    (2) De GFCM-overeenkomst voorziet in een adequaat kader voor multilaterale samenwerking ter bevordering van de ontwikkeling, de instandhouding, het rationele beheer en het optimale gebruik van bestanden levende aquatische hulpbronnen in de Middellandse en de Zwarte Zee op een als duurzaam beschouwd niveau met een laag risico van instorting van die bestanden.

    (3) De Europese Gemeenschap is net als Bulgarije, Cyprus, Frankrijk, Griekenland, Italië, Malta, Roemenië, Slovenië en Spanje, verdragsluitende partij bij de GFCM.

    (4) De door de GFCM aangenomen aanbevelingen zijn bindend voor alle bij de GFCM aangesloten partijen. Zij dienen derhalve ook in Gemeenschapsrecht te worden omgezet voor zover de inhoud ervan al niet wordt gedekt door de reeds bestaande Gemeenschapswetgeving.

    (5) Tijdens haar jaarlijkse vergaderingen van 2005, 2006, 2007 en 2008 heeft de GFCM een aantal aanbevelingen en resoluties inzake bepaalde visserijactiviteiten in het GFCM-verdragsgebied aangenomen die telkens voor bepaalde tijd in Gemeenschapsrecht zijn omgezet bij de jaarlijkse verordeningen inzake de vangstmogelijkheden[4], of, in het geval van de GFCM-aanbevelingen 2005/1 en 2005/2, bij artikel 4, lid 3, en artikel 24 van Verordening (EG) nr. 1967/2006[5].

    (6) Omwille van de duidelijkheid, de vereenvoudiging en de rechtszekerheid en vanwege het permanente karakter van de aanbevelingen is een permanent rechtsinstrument vereist voor de omzetting van deze aanbevelingen in Gemeenschapsrecht en is het dienstig deze om te zetten aan de hand van een enkel rechtsbesluit waaraan aan de hand van wijzigingen eventuele toekomstige aanbevelingen kunnen worden toegevoegd.

    (7) Aangezien de GFCM-aanbevelingen van toepassing zijn op het volledige GFCM-verdragsgebied, met name de Middellandse Zee, de Zwarte Zee en de daar mee in verbinding staande wateren als opgenomen in bijlage II bij Besluit 1998/416/EG van de Raad van 16 juni 1998[6], moeten zij omwille van de duidelijkheid van de Gemeenschapswetgeving worden omgezet in een aparte verordening en niet aan de hand van wijzigingen van Verordening (EG) nr. 1967/2006, die slechts betrekking heeft op de Middellandse Zee.

    (8) Een aantal bepalingen van Verordening (EG) nr. 1967/2006 dienen niet alleen de Middellandse Zee maar het hele GFCM-verdragsgebied te bestrijken. Deze bepalingen moeten derhalve worden geschrapt in Verordening (EG) nr. 1967/2006 en worden opgenomen in de onderhavige verordening.

    (9) Het begrip “voor de visserij beperkte gebieden” dat is vastgesteld bij de aanbevelingen van de GFCM inzake maatregelen voor ruimtelijk beheer is gelijkwaardig aan dat in Verordening (EG) nr. 1967/2006 (“tegen de visserij beschermde gebieden”).

    (10) Tijdens haar jaarlijkse vergadering van 23-27 maart 2009 heeft de GFCM een aanbeveling over de instelling van een voor de visserij beperkt gebied in de Golf van Lion vastgesteld op basis van het in het verslag van haar elfde jaarlijkse vergadering (FAO-verslag nr. 890) opgenomen wetenschappelijk advies van het Wetenschappelijk Adviescomité (Scientific Advisory Committee, SAC). Deze maatregel dient in de vorm van een regeling voor inspanningsbeheer ten uitvoer te worden gelegd.

    (11) Aangezien de selectiviteit van sommige soorten vistuig in de gemengde visserij in de Middellandse Zee maar tot een bepaald niveau verzekerd is, is het van fundamenteel belang de visserijinspanning in gebieden waar volwassen vis van belangrijke bestanden samenkomen, te beperken zodat het gevaar van verstoring van het reproductieproces laag wordt gehouden en deze bestanden duurzaam kunnen worden geëxploiteerd. Daarom is het raadzaam om in de eerste plaats de visserijinspanning in het door het SAC onderzochte gebied te beperken tot de eerdere niveaus en geen toename van die niveaus toe te staan.

    (12) Het advies dat als basis voor beheersmaatregelen dient, moet gestoeld zijn op het wetenschappelijk gebruik van ter zake relevante gegevens over vlootcapaciteit en -activiteit, over de biologische toestand van de geëxploiteerde hulpbronnen en over de sociale en economische situatie van de visserijtakken; deze gegevens moeten tijdig worden verzameld en ingediend om de ondersteunende organen van de GFCM in de gelegenheid te stellen hun advies voor te bereiden.

    (13) Tijdens haar jaarlijkse vergadering in 2008 heeft de GFCM een aanbeveling over een regionale regeling inzake havenstaatmaatregelen ter bestrijding van illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (IOO) in het GFCM-verdragsgebied aangenomen. Hoewel de verordening van de Gemeenschap inzake IOO-visserij[7] de inhoud van deze aanbeveling in grote lijnen dekt en op 1 januari 2010 in werking zal treden, moeten bepaalde aspecten, zoals frequentie, werkingssfeer en procedures voor de havencontroles, in de onderhavige verordening worden vermeld teneinde de maatregel af te stemmen op het specifieke kenmerken van het GFCM-verdragsgebied.

    (14) De voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen moeten worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden[8]. Om ervoor te zorgen dat door de GFCM aangenomen aanvullende maatregelen die bindend worden voor de Gemeenschap, binnen het in de GFCM-overeenkomst vastgestelde tijdskader ten uitvoer worden gelegd, kunnen volgens dezelfde procedure wijzigingen tot omzetting van aanbevelingen inzake instandhouding, controle of handhaving worden vastgesteld,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    TITEL I ALGEMENE BEPALINGEN

    Artikel 1 Voorwerp

    Bij deze verordening wordt vastgesteld volgens welke voorschriften de Gemeenschap de door de Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee (hierna “GFCM” genoemd) vastgestelde maatregelen op het gebied van de instandhouding, het beheer, de exploitatie, het toezicht, de afzet en de handhaving met betrekking tot visserij- en aquacultuurproducten dient toe te passen.

    Artikel 2 Werkingssfeer

    1. Deze verordening is van toepassing op alle commerciële visserij- en aquacultuuractiviteiten die in het GFCM-verdragsgebied worden verricht door vissersvaartuigen van de Gemeenschap en door burgers van de lidstaten.

    Zij is van toepassing onverminderd Verordening (EG) nr. 1967/2006.

    2. In afwijking van lid 1 is deze verordening niet van toepassing op visserijactiviteiten die uitsluitend worden uitgeoefend ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek dat wordt uitgevoerd met toestemming en onder het gezag van de vlaggenlidstaat en waarvan de Commissie en de lidstaat in de wateren waarvan het onderzoek plaatsvindt, vooraf in kennis zijn gesteld. Lidstaten die voor wetenschappelijk onderzoek bedoelde visserijactiviteiten uitvoeren, stellen de Commissie, de lidstaten in de wateren waarvan het onderzoek plaatsvindt, en het WTECV in kennis van alle vangsten uit dergelijke visserijactiviteiten.

    Artikel 3 Definities

    Voor de toepassing van de onderhavige verordening gelden de volgende begripsomschrijvingen naas t die welke zijn vastgesteld in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 2371/2002[9] en in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 1967/2006:

    1. “GFCM-verdragsgebied": de Middellandse Zee, de Zwarte Zee en de daarmee in verbinding staande wateren als opgenomen in bijlage II bij Besluit 98/416/EG van 16 juni 1998 betreffende de toetreding van de Europese Gemeenschap tot de GFCM;

    2. “visserijinspanning”: het product van de capaciteit van een vissersvaartuig, uitgedrukt in zowel kW als BT, en de dagen op zee;

    3. “dag op zee”: elke kalenderdag die een vaartuig buitengaats doorbrengt, ongeacht de tijd gedurende welke dat vaartuig in de loop van die dag in een gebied aanwezig is.

    TITEL IITECHNISCHE MAATREGELEN

    Hoofdstuk IVoor de visserij beperkte gebieden

    AFDELING IVOOR DE VISSERIJ BEPERKT GEBIED IN DE GOLF VAN LION

    Artikel 4 Instelling van een voor de visserij beperkt gebied

    In de Golf van Lion (binnen de lijnen die de volgende punten met elkaar verbinden) wordt een voor de visserij beperkt gebied ingesteld:

    - 42°40'NB, 4°20' OL;

    - 42°40'NB, 5°00' OL;

    - 43°00'NB, 4°20' OL;

    - 43°00'NB, 5°00' OL.

    Artikel 5 Visserijinspanning

    De visserijinspanning die met betrekking tot demersale bestanden wordt geleverd door vaartuigen die in het in artikel 4 bedoelde voor de visserij beperkte gebied gebruik maken van sleepnetten, bodem- en pelagische beuglijnen en bodemnetten, mag het niveau van de visserijinspanning die in 2008 door elke lidstaat in dat gebied werd toegepast, niet overschrijden.

    Artikel 6 Reeds verrichte visserijactiviteiten

    De lidstaten leggen uiterlijk op 30 september 2009 aan de Commissie een elektronische lijst van onder hun vlag varende vaartuigen over die in 2008 visserijactiviteiten hebben verricht in het in artikel 4 bedoelde gebied en in het onder de GFCM vallende geografische deelgebied 7, zoals omschreven in bijlage I. De lijst bevat de naam en het in het communautaire vlootregister ingeschreven nummer van het vaartuig[10], de periode waarin het vaartuig in het in artikel 4 bedoelde gebied mocht vissen en het aantal dagen dat elk vaartuig in 2008 heeft doorgebracht in het geografische deelgebied 7, en meer bepaald in het in artikel 4 bedoelde gebied.

    Artikel 7 Gemachtigde vaartuigen

    1. De lidstaten geven voor hun vaartuigen die gemachtigd zijn in het in artikel 4 bedoelde gebied te vissen, een overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1627/94[11] afgegeven speciaal visdocument af.

    2. Vissersvaartuigen die vóór 31 december 2008 geen visserijactiviteiten in het in artikel 4 bedoelde gebied hebben verricht, worden niet gemachtigd in dat gebied te vissen.

    3. De lidstaten delen aan de Commissie uiterlijk op 30 september 2009 de op 31 december 2008 geldende wetgeving met betrekking tot de volgende onderwerpen mee:

    a) de maximumtijd die elk vaartuig per dag mag vissen,

    b) het maximum aantal dagen per week dat een vaartuig op zee en buitengaats mag doorbrengen, en

    c) het tijdstip waarop vissersvaartuigen de geregistreerde haven moeten verlaten en binnenvaren.

    Artikel 8 Bescherming van kwetsbare habitats

    De lidstaten zien erop toe dat het in artikel 4 bedoelde gebied wordt beschermd tegen de gevolgen van elke menselijke activiteit die de kenmerken van dat gebied als verzamelplaats voor paaiers in gevaar kan brengen.

    Artikel 9 Informatie

    De lidstaten dienen vóór 31 januari van elk jaar bij de Commissie een elektronisch verslag in van de visserijactiviteiten die in het in artikel 4 bedoelde gebied zijn verricht.

    AFDELING IIINSTELLING VAN VOOR DE VISSERIJ BEPERKTE GEBIEDEN MET HET OOG OP DE BESCHERMING VAN KWETSBARE DIEPZEEHABITATS

    Artikel 10 Instelling van voor de visserij beperkte gebieden

    De visserij met sleepdreggen en bodemtrawlnetten is verboden in de volgende gebieden:

    a) het voor de diepzeevisserij beperkte gebied "Lophelia reef off Capo Santa Maria di Leuca" binnen de lijnen die de volgende punten met elkaar verbinden:

    - 39° 27,72' NB, 18° 10,74' OL

    - 39° 27,80' NB, 18° 26,68' OL

    - 39° 11,16' NB, 18° 32,58' OL

    - 39° 11,16' NB, 18° 04,28' OL;

    b) het voor de diepzeevisserij beperkte gebied "The Nile delta area cold hydrocarbon seeps" binnen de lijnen die de volgende punten met elkaar verbinden:

    - 31° 30,00' NB, 33° 10,00' OL

    - 31° 30,00' NB, 34° 00,00' OL

    - 32° 00,00' NB, 34° 00,00' OL

    - 32° 00,00' NB, 33° 10,00' OL;

    c) het voor de diepzeevisserij beperkte gebied "The Eratosthenes Seamount" binnen de lijnen die de volgende punten met elkaar verbinden:

    - 33° 00,00' NB, 32° 00,00' OL

    - 33° 00,00' NB, 33° 00,00' OL

    - 34° 00,00' NB, 33° 00,00' OL

    - 34° 00,00' NB, 32° 00,00' OL.

    Artikel 11 Bescherming van kwetsbare habitats

    De lidstaten zien toe op de bescherming van de kwetsbare diepzeehabitats in de in artikel 10 omschreven gebieden en zien er met name op toe dat deze gebieden worden beschermd tegen de gevolgen van andere dan visserijactiviteiten die de instandhouding van de typische kenmerken van deze habitats in gevaar kunnen brengen.

    HOOFDSTUK IIINSTELLING VAN EEN GESLOTEN SEIZOEN VOOR DE VISSERIJ OP GOUDMAKREEL MET VISCONCENTRATIEVOORZIENINGEN (FISH AGGREGATING DEVICES, FAD'S)

    Artikel 12 Gesloten seizoen

    1. De visserij op goudmakreel ( Coryphaena hippurus ) met visconcentratievoorzieningen (FAD’s) is elk jaar verboden van 1 januari tot en met 14 augustus.

    2. In afwijking van lid 1 kunnen lidstaten die aantonen dat de vaartuigen die hun vlag voeren, wegens slechte weersomstandigheden hun gewone visdagen in een bepaald jaar niet hebben kunnen opgebruiken, de verloren gegane dagen in de FAD-visserij overdragen tot en met 31 januari van het daaropvolgende jaar. In dat geval moeten de betrokken lidstaten vóór het einde van het jaar bij de Commissie een aanvraag tot overdracht van de betrokken dagen indienen.

    3. De leden 1 en 2 zijn tevens van toepassing in de in artikel 26, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1967/2006[12] bedoelde beheerszone.

    4. De in lid 2 bedoelde aanvraag moet de volgende gegevens bevatten:

    4. een verslag met opgave van de redenen voor de stopzetting van de betrokken visserijactiviteiten, gestaafd met relevante weerkundige gegevens;

    5. de naam en het in het communautaire vlootregister ingeschreven nummer van het vaartuig.

    5. De Commissie neemt binnen 6 weken, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van de in lid 2 bedoelde aanvraag, een besluit over die aanvraag en stelt de lidstaat daarvan schriftelijk in kennis.

    6. De Commissie stelt het GFCM-secretariaat in kennis van de overeenkomstig lid 5 genomen besluiten. Vóór 1 november van elk jaar zenden de lidstaten een verslag toe aan de Commissie over de in lid 2 bedoelde overdracht van tijdens het voorgaande jaar verloren gegane dagen.

    Artikel 13 Speciaal visdocument

    Vissersvaartuigen die op goudmakreel mogen vissen, krijgen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1627/94 een speciaal visdocument en worden met hun naam en hun in het communautaire vlootregister ingeschreven nummer opgenomen in een lijst die door de betrokken lidstaat aan de Commissie wordt verstrekt. Onverminderd artikel 1, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1627/94 wordt een speciaal visdocument verplicht gesteld voor vaartuigen met een lengte over alles van minder dan 10 meter.

    Deze verplichting geldt tevens voor de in artikel 26, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1967/2006 bedoelde beheerszone.

    Artikel 14 Gegevensverzameling

    Onverminderd Verordening (EG) nr. 199/2008 van de Raad[13] zetten de lidstaten een adequaat systeem voor de verzameling en verwerking van vangst- en visserijinspanningsgegevens op.

    De lidstaten brengen uiterlijk op 15 januari van elk jaar aan de Commissie verslag uit over het totale aantal onder hun vlag varende vaartuigen dat gedurende het voorgaande jaar in elk geografisch deelgebied van het GFCM-verdragsgebied als vastgesteld in bijlage I op goudmakreel heeft gevist, alsmede over de overeenkomstige totale aanlandingen en overladingen.

    De Commissie zendt de van de lidstaten ontvangen informatie door naar het GFCM-secretariaat.

    Hoofdstuk IIIVistuig

    Artikel 15 Minimummaaswijdte in de Middellandse Zee

    1. De netten met ruitvormige mazen die overeenkomstig artikel 9, lid 3, punt 2, van Verordening (EG) nr. 1967/2006 in de Middellandse Zee worden gebruikt voor de demersale trawlvisserij, moeten een erkende grootteselectiviteit hebben die gelijkwaardig is aan of groter is dan die van netten met vierkante mazen met een maaswijdte van 40 mm in de kuil.

    2. In afwijking van artikel 8, lid 1, onder h), en van artikel 9, lid 3, punt 2, van Verordening (EG) nr. 1967/2006 mogen de lidstaten vaartuigen die hun vlag voeren, tot en met 31 mei 2010 blijven toestaan om in bepaalde plaatselijke en seizoensgebonden takken van de demersale trawlvisserij bij de bevissing van niet met derde landen gedeelde visbestanden gebruik te maken van kuilen met een maaswijdte van minder dan 40 mm in gestrekte toestand.

    3. Lid 2 is alleen van toepassing op visserijactiviteiten die reeds formeel door de lidstaten zijn goedgekeurd overeenkomstig de op 1 januari 2007 geldende nationale wetgeving, en behelst geen toename van de visserijinspanning ten opzichte van 2006.

    4. De lidstaten zenden de Commissie uiterlijk op 15 januari 2010 via de gebruikelijke gegevensverwerkingssystemen de lijst toe van vaartuigen waaraan de in lid 2 bedoelde toestemming is verleend, en vermelden daarin de volgende gegevens:

    a) de naam en het in het communautaire vlootregister ingeschreven nummer van het vaartuig;

    b) de toegestane visserijactiviteit(en) van elk vaartuig, omschreven aan de hand van het/de doelbestand(en), de in bijlage I bedoelde visserijzone en de technische maaswijdtekenmerken van het gebruikte vistuig;

    c) de toegestane visperiode.

    5. De Commissie zendt de in lid 4 bedoelde gegevens door naar het GFCM-secretariaat.

    Artikel 16 Minimummaaswijdte in de Zwarte Zee

    1. De minimummaaswijdte van voor de demersale trawlvisserij in de Zwarte Zee gebruikte netten is 40 mm; netpanelen met een maaswijdte van minder dan 40 mm mogen noch worden gebruikt, noch aan boord worden gehouden.

    2. Tegen 31 januari 2012 moet het in lid 1 bedoelde net worden vervangen door een net met vierkante mazen met een maaswijdte van 40 mm in de kuil of, op een naar behoren gemotiveerd verzoek van de eigenaar van het vaartuig, door een net met ruitvormige mazen met een maaswijdte van 50 mm dat een erkende grootteselectiviteit heeft die gelijkwaardig is aan of groter is dan die van netten met vierkante mazen met een maaswijdte van 40 mm in de kuil.

    3. Lidstaten met vissersvaartuigen die demersale trawlvisserijactiviteiten verrichten in de Zwarte Zee, dienen, voor het eerst uiterlijk op 1 oktober 2009 en vervolgens elke zes maanden, bij de Commissie de lijst in van vaartuigen die voorzien zijn van een net met vierkante mazen met een maaswijdte van ten minste 40 mm in de kuil of van netten met ruitvormige mazen met een maaswijdte van ten minste 50 mm, en het procentuele aandeel van deze vaartuigen in de volledige nationale demersale trawlvloot.

    4. De Commissie zendt de in lid 2 bedoelde gegevens door naar het GFCM-secretariaat.

    Artikel 17 Gebruik van sleepdreggen en trawlnetten

    Het gebruik van sleepdreggen en trawlnetten op diepten van meer dan 1000 m is verboden.

    TITEL IIICONTROLEMAATREGELEN

    HOOFDSTUK IREGISTER VAN VAARTUIGEN

    Artikel 18 Register van toegestane vaartuigen

    1. Elke lidstaat zendt vóór 1 december 2009 via de gebruikelijke gegevensverwerkingssystemen aan de Commissie een bijgewerkte lijst toe van de vaartuigen met een lengte over alles van meer dan 15 meter die onder zijn vlag varen, op zijn grondgebied zijn geregistreerd en met een visdocument in het GFCM-gebied mogen vissen.

    2. De in lid 1 bedoelde lijst bevat de volgende gegevens:

    a) het in het communautaire vlootregister ingeschreven nummer van het vaartuig en de externe kentekens als omschreven in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 26/2004[14];

    b) de voor visserij en/of overlading toegestane periode;

    c) het gebruikte vistuig.

    3. Vóór 1 januari 2010 zendt de Commissie de bijgewerkte lijst toe aan het GFCM-secretariaat, zodat de vaartuigen kunnen worden opgenomen in het GFCM-register van vaartuigen met een lengte over alles van meer dan 15 meter die in het GFCM-verdragsgebied mogen vissen (hierna het “GFCM-register” genoemd).

    4. Elke wijziging in de in lid 1 bedoelde lijst wordt gemeld aan de Commissie die de informatie ten minste 10 werkdagen voordat het vaartuig in het GFCM-gebied begint te vissen, via dezelfde procedure doorzendt aan het GFCM-secretariaat.

    5. Communautaire vissersvaartuigen met een lengte over alles van meer dan 15 meter die niet op de in lid 1 bedoelde lijst staan, mogen in het GFCM-gebied niet op vis, schaal- of schelpdieren vissen, en dergelijke vangsten niet aan boord houden, overladen of aanlanden.

    6. De lidstaten treffen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat:

    a) alleen vaartuigen die onder hun vlag varen, op de in lid 1 bedoelde lijst staan en een door hen afgegeven visdocument aan boord hebben, toestemming krijgen om, overeenkomstig de in het visdocument vermelde voorwaarden, in het GFCM-gebied visserijactiviteiten te verrichten;

    b) aan vaartuigen die illegale, ongemelde of ongereglementeerde visserij (IOO-visserij) in het GFCM-gebied of elders hebben bedreven, geen visdocument wordt afgegeven, tenzij de nieuwe eigenaars op afdoende wijze kunnen aantonen dat de vorige eigenaars en exploitanten geen wettelijke, materiële of financiële belangen meer hebben in hun vaartuigen en geen enkele controle over hun vaartuigen meer hebben, of dat hun vaartuigen op geen enkele wijze nog deelnemen aan of betrokken zijn bij IOO-visserij;

    c) hun nationale wetgeving, waar dat mogelijk is, eigenaars en exploitanten van vaartuigen die onder hun vlag varen en op de in lid 1 bedoelde lijst staan, verbiedt om met vaartuigen die niet in het GFCM-register staan deel te nemen aan of betrokken te zijn bij visserijactiviteiten in het GFCM-verdragsgebied;

    d) hun nationale wetgeving, waar dat mogelijk is, voorschrijft dat eigenaars van vaartuigen die onder hun vlag varen en op de in lid 1 bedoelde lijst staan, onderdaan van of rechtspersoon in de vlaggenlidstaat zijn;

    e) hun vaartuigen aan alle relevante instandhoudings- en beheersmaatregelen van de GFCM voldoen.

    7. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om het vissen op vis, schaal- of schelpdieren in het GFCM-verdragsgebied, en het aan boord hebben, overladen of aanlanden van dergelijke vangsten door vaartuigen met een lengte over alles van meer dan 15 meter die niet in het GFCM-register zijn opgenomen, te verbieden.

    8. De lidstaten delen de Commissie onverwijld elke informatie mee waaruit sterke vermoedens blijken dat vaartuigen met een lengte over alles van meer dan 15 meter die niet in het GFCM-register staan, in het GFCM-verdragsgebied op vis of schaal- of schelpdieren vissen of dergelijke vangsten overladen.

    HOOFDSTUK IIHAVENSTAATMAATREGELEN

    Artikel 19 Werkingssfeer

    Dit hoofdstuk is van toepassing op vissersvaartuigen van derde landen.

    Artikel 20 Voorafgaande kennisgeving

    In afwijking van artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1005/2008 [en artikel 1 van Verordening (EG) nr. XX/XXXX [de uitvoeringsverordening inzake IOO]] wordt de voorafgaande kennisgeving ten minste 72 uur vóór de geschatte tijd van aankomst in de haven gedaan.

    Artikel 21 Havencontroles

    1. Onverminderd artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1005/2008 controleren de lidstaten in hun aangewezen havens jaarlijks ten minste 15 % van de aanlandings- en overladingsactiviteiten.

    2. Onverminderd artikel 9, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1005/2008 worden vissersvaartuigen die zonder voorafgaande kennisgeving een haven van een lidstaat binnenvaren, in ieder geval gecontroleerd.

    Artikel 22 Controleprocedure

    Bovenop de in artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1005/2008 vastgestelde vereisten gelden voor de havencontroles de in bijlage II bij de onderhavige verordening vastgestelde vereisten.

    Artikel 23 Weigering van het gebruik van de haven

    1. De lidstaten verlenen een vaartuig van een derde land geen toestemming om in het GFCM-verdragsgebied gevangen visserijproducten in hun havens aan te landen, over te laden of te verwerken en weigeren dergelijke vaartuigen de toegang tot havendiensten, inclusief bijtank- en herbevoorradingsdiensten, behalve in overmacht- of noodsituaties in de zin van artikel 18 van de UNCLOS voor de diensten die strikt noodzakelijk zijn om dergelijke situaties te verhelpen, indien:

    a) het vaartuig geen vlag van een verdragsluitende partij bij de GFCM voert; of

    b) het vaartuig staat op een door een regionale organisatie voor visserijbeheer waarbij de Gemeenschap is aangesloten, vastgestelde lijst van vaartuigen die IOO-visserijactiviteiten hebben verricht of gesteund; of

    c) het vaartuig niet beschikt over een geldige machtiging om in het GFCM-verdragsgebied visserijactiviteiten of met de visserij verband houdende activiteiten te verrichten.

    2. Lid 1 is van toepassing onverminderd de in artikel 4, lid 2, en artikel 37, leden 5 en 6, van Verordening (EG) nr. 1005/2008 vastgestelde bepalingen inzake weigering van de toegang tot de haven.

    3. Lidstaten die het gebruik van hun havens hebben geweigerd overeenkomstig lid 1 of lid 2, stellen de kapitein van het betrokken vaartuig, de vlaggenstaat, de Commissie en het GFCM-secretariaat daarvan onverwijld in kennis.

    4. Wanneer de in lid 1 of lid 2 bedoelde redenen voor de weigering niet langer van toepassing zijn, trekt de lidstaat de weigering in en stelt hij de partijen waaraan hij een in lid 3 bedoelde kennisgeving heeft toegezonden, in kennis van de intrekking.

    TITEL IVSAMENWERKING, INFORMATIEVERSTREKKING EN RAPPORTAGE

    Artikel 24 Samenwerking en informatieverstrekking

    1. De Commissie en de lidstaten werken samen met en wisselen informatie uit met het GFCM-secretariaat, met name door:

    a) ter zake relevante databanken te consulteren en van gegevens te voorzien;

    b) samenwerking te vragen en aan te bieden met het oog op de doeltreffende tenuitvoerlegging van deze verordening..

    2. De lidstaten zorgen ervoor dat de in titel III bedoelde gegevens over havenstaatcontroles via hun nationale informatiesystemen inzake de visserij rechtstreeks en elektronisch kunnen worden uitgewisseld, zowel onderling als met het GFCM-secretariaat, met inachtneming van de relevante vertrouwelijkheidseisen.

    3. De lidstaten nemen maatregelen om de elektronische gegevensuitwisseling tussen de betrokken nationale instanties mogelijk te maken en om de activiteiten die deze instanties ter uitvoering van de in deze titel bedoelde maatregelen verrichten, te coördineren.

    4. De lidstaten stellen met het oog op de toepassing van deze verordening een lijst van contactpunten op en zenden die onverwijld elektronisch toe aan de Commissie, het GFCM-secretariaat en de verdragsluitende partijen bij de GFCM.

    Artikel 25 Rapportage van statistische matrixen

    1. Uiterlijk op 1 mei van elk jaar dienen de lidstaten de gegevens met betrekking tot de taken 1.1, 1.2, 1.3, 1.4 en 1.5 van de in bijlage III vastgestelde statistische GFCM-matrix in bij het GFCM-secretariaat.

    2. De gegevens met betrekking tot de taken 1.1, 1.2 en 1.4 worden voor het eerst vóór 1 februari 2010 ingediend.

    3. De gegevens met betrekking tot de taken 1.3 en 1.5 worden voor het eerst vóór 1 februari 2011 ingediend.

    4. Voor de indiening van de in lid 1 bedoelde gegevens maken de lidstaten gebruik van het GFCM-systeem voor gegevensinvoer of van andere adequate indieningsnormen en -protocollen die door het GFCM-secretariaat zijn vastgesteld en beschikbaar zijn op de volgende website: http://www.gfcm.org/gfcm/topic/16164.

    5. De lidstaten stellen de Commissie in kennis van de krachtens dit artikel ingediende gegevens.

    TITEL VSLOTBEPALINGEN

    Artikel 26 Tenuitvoerlegging

    De voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen worden vastgesteld volgens de in artikel 27, lid 2, bedoelde procedure.

    Artikel 27 Comité voor de visserij en de aquacultuur

    1. De Commissie wordt bijgestaan door een Comité van beheer voor de visserij en de aquacultuur.

    2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, zijn de artikelen 4 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing. De in artikel 4, lid 3, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn wordt vastgesteld op één maand.

    3. Dit comité stelt zijn reglement van orde vast.

    Artikel 28

    Procedure in geval van wijzigingen

    Om voor de Gemeenschap bindende GFCM-aanbevelingen over instandhouding of controle, of technische aanpassingen van vroegere GFCM-aanbevelingen in Gemeenschapsrecht om te zetten, kunnen de bepalingen van deze verordening worden gewijzigd volgens de in artikel 27, lid 2, bedoelde procedure.

    De bijlagen kunnen met het oog op de omzetting van GFCM-aanbevelingen volgens dezelfde procedure worden gewijzigd.

    Artikel 29 Wijzigingen van Verordening (EG) nr. 1967/2006

    Verordening (EG) nr. 1967/2006 wordt als volgt gewijzigd:

    a) in artikel 4 wordt lid 3 geschrapt;

    b) artikel 24 wordt geschrapt;

    c) in artikel 27 worden de leden 1 en 4 geschrapt.

    Artikel 30 Wijzigingen van Verordening (EG) nr. 43/2009

    In Verordening (EG) nr. 43/2009 worden de artikelen 28 tot en met 31, alsmede de bijlagen VII en VIII geschrapt.

    Artikel 31 Inwerkingtreding

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie .

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel,

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    BIJLAGE I

    A) Tabel van de geografische deelgebieden (GDG's) van het GFCM-gebied

    FAO DEELGE-BIED | STATISTISCHE ONDERVERDELIN-GEN VAN DE FAO | GDG's |

    WEST | 1.1 | BALEAREN | 1 | Zee van Alborán (noord) |

    2 | Alborán |

    3 | Zee van Alborán (zuid) |

    4 | Algerije |

    5 | Balearen |

    6 | Noord-Spanje |

    11.1 | Sardinië (west) |

    1.2 | GOLF VAN LION | 7 | Golf van Lion |

    1.3 | SARDINIË | 8 | Corsica |

    9 | Ligurische Zee en Tyrreense Zee (noord) |

    10 | Tyrreense Zee (zuid) |

    11.2 | Sardinië (oost) |

    12 | Noord-Tunesië |

    MIDDEN | 2.1 | ADRIATISCHE ZEE | 17 | Adriatische Zee (noord) |

    18 | Adriatische Zee (zuid - deels) |

    2.2 | IONISCHE ZEE | 13 | Golf van Hammamet |

    14 | Golf van Gabès |

    15 | Malta |

    16 | Bezuiden Sicilië |

    18 | Adriatische Zee (zuid - deels) |

    19 | Ionische Zee (west) |

    20 | Ionische Zee (oost) |

    21 | Ionische Zee (zuid) |

    OOST | 3.1 | EGEÏSCHE ZEE | 22 | Egeïsche Zee |

    23 | Kreta |

    3.2 | LEVANT | 24 | Levant (noord) |

    25 | Cyprus |

    26 | Levant (zuid) |

    27 | Levant |

    ZWARTE ZEE | 4.1 | MARMARA | 28 | Zee van Marmara |

    4.2 | ZWARTE ZEE | 29 | Zwarte Zee |

    4.3 | ZEE VAN AZOV | 30 | Zee van Azov |

    B) Kaart van de geografische deelgebieden (GDG's) (GFCM, 2009)

    [pic]

    ( Statistische onderverdeling van de FAO (rood) – Geografische deelgebieden van de GFCM (zwart)

    01 - Zee van Alborán | 07 - Golf van Lion | 13 - Golf van Hammamet | 19 - Ionische Zee (west) | 25 - Cyprus |

    02 - Alborán | 08 - Corsica | 14 - Golf van Gabès | 20 - Ionische Zee (oost) | 26 - Levant (zuid) |

    03 - Zee van Alborán (zuid) | 09 - Ligurische Zee en Tyrreense Zee (noord) | 15 - Malta | 21 - Ionische Zee (zuid) | 27 - Levant |

    04 - Algerije | 10 - Tyrreense Zee (midden en zuid) | 16 - Bezuiden Sicilië | 22 - Egeïsche Zee | 28 - Zee van Marmara |

    05 - Balearen | 11.1 – Sardinië (west) 11.2 – Sardinië (oost) | 17 - Adriatische Zee (noord) | 23 - Kreta | 29 – Zwarte Zee |

    06 - Noord-Spanje | 12 - Noord-Tunesië | 18 - Adriatische Zee (zuid) | 24 - Levant (noord) | 30 - Zee van Azov |

    C) Geografische coördinaten voor de geografische deelgebieden (GDG's) van de GFCM (GFCM, 2009)

    13 | Kustlijn 37º NB 11º 04’OL 37º NB 12º OL 35º NB 13º 30’ OL 35º NB 11º OL | 19 | Kustlijn (incl. Oost-Sicilië) 40º 04’ NB 18º 29’ OL 37º NB 15º 18’ OL 35º NB 15º 18’ OL 35º NB 19º 10’ OL 39º 58’ NB 19º 10’ OL | 25 | 35º 47’ NB 32º OL 34º NB 32º OL 34º NB 35º OL 35º 47’ NB 35º OL |

    14 | Kustlijn 35º NB 11º OL 35º NB 15º 18’ OL Grens Tunesië-Libië | 20 | Kustlijn Grens Albanië-Griekenland 39º 58’ NB 19º 10’ OL 35º NB 19º 10’ OL 35º NB 23º OL 36º 30’ NB 23º OL | 26 | Kustlijn Grens Libië-Egypte 34º NB 25º 09’ OL 34º NB 34º 13’ OL Grens Egypte-Gazastrook |

    15 | 36º 30’ NB 13º 30’ OL 35º NB 13º 30’OL 35º NB 15º 18’ OL 36º 30’ NB 15º 18’ OL | 21 | Kustlijn Grens Tunesië-Libië 35º NB 15º 18’ OL 35º NB 23º OL 34º NB 23º OL 34º NB 25º 09’ OL Grens Libië-Egypte | 27 | Kustlijn Grens Egypte-Gazastrook 34º NB 34º 13’ OL 34º NB 35º OL 35º 47’ NB 35º OL Grens Turkije-Syrië |

    16 | Kustlijn 38º NB 12º 30’ OL 38º NB 11º OL 37º NB 12º OL 35º NB 13º 30’ OL 36º 30’ NB 13º 30’ OL 36º 30’ NB 15º 18’ OL 37º NB 15º 18’ OL | 22 | Kustlijn 36º 30’ NB 23º OL 36º NB 23º OL 36º NB 26º 30’ OL 34º NB 26º 30’ OL 34º NB 29º OL 36º 43’ NB 29º OL | 28 |

    17 | Kustlijn 41º 55’ NB 15º 08’ OL Grens Kroatië-Montenegro | 23 | 36º NB 23º OL 36º NB 26º 30’ OL 34º NB 26º 30’ OL 34º NB 23º OL | 29 |

    18 | Kustlijnen (beide zijden) 41º 55’ NB 15º 08’ OL 40º 04’ NB 18º 29’ OL Grens Kroatië-Montenegro Grens Albanië-Griekenland | 24 | Kustlijn 36º 43’ NB 29º OL 34º NB 29º OL 34º NB 32º OL 35º 47’ NB 32º OL 35º 47’ NB 35º OL Grens Turkije-Syrië | 30 |

    "

    BIJLAGE II

    Procedures voor havenstaatcontroles van vaartuigen

    6. Identificatie van de vaartuigen

    De havencontroleur(s) moet(en):

    a) nagaan of de aan boord gehouden officiële documenten geldig zijn, zo nodig aan de hand van adequate contacten met de vlaggenstaat of internationale vaartuigregisters;

    b) zo nodig zorgen voor een officiële vertaling van de documenten;

    c) zich ervan vergewissen dat de naam, de vlag, de externe kentekens (en het IMO-identificatienummer van het vaartuig, wanneer dat beschikbaar is), alsmede het internationale radioroepnummer correct zijn;

    d) voor zover mogelijk nagaan of het vaartuig een andere naam en/of vlag heeft gekregen en, zo ja, de vorige naam/namen en vlag/vlaggen aangeven;

    e) melding maken van de haven van registratie, de naam en het adres van de eigenaar (en de reder en aandeelhouder indien deze niet de eigenaar zijn), de gemachtigde en de kapitein van het vaartuig, inclusief de naam van het bedrijf en de geregistreerde eigenaar indien die beschikbaar zijn; en

    f) melding maken van de naam en het adres van de eventuele eigenaar/eigenaars van het vaartuig gedurende de vorige vijf jaar.

    7. Machtiging(en)

    De havencontroleur(s) gaat/gaan na of de machtiging(en) om te vissen of vis en visserijproducten te vervoeren in overeenstemming is/zijn met de in punt 1 bedoelde gegevens en controleert/controleren de looptijd van de machtiging(en) en de toepassing daarvan op de gebieden, soorten en vistuigen.

    8. Andere documentatie

    De havencontroleur(s) controleert/controleren alle relevante documentatie, inclusief elektronische documenten. Relevante documentatie omvat logboeken, met name het visserijlogboek, alsmede de bemanningslijst, opslagplattegronden en tekeningen of beschrijvingen van visruimen, indien deze beschikbaar zijn. Deze ruimen of ruimtes kunnen worden geïnspecteerd op overeenstemming van omvang en samenstelling met de genoemde tekeningen of beschrijvingen en op overeenstemming van de opslag met de opslagplattegronden. In voorkomend geval dient deze documentatie tevens door regionale organisaties voor visserijbeheer afgegeven vangstdocumenten of handelsdocumenten te bevatten.

    9. Vistuig

    a) De havencontroleur(s) controleert/controleren of het aan boord gehouden vistuig overeenstemt met de in de machtiging(en) vastgestelde voorwaarden. Het vistuig mag tevens worden gecontroleerd op overeenstemming van bepaalde kenmerken, zoals maaswijdte (en eventuele voorzieningen), netlengte, en haakgrootte met de geldende regels, en op overeenstemming van de identificatiemerken van het vistuig met wat voor dat vaartuig is toegestaan.

    b) De havencontroleur(s) kan/kunnen tevens onderzoeken of zich in het vaartuig buiten het zicht geborgen vistuig of illegaal vistuig bevindt.

    10. Vis en visserijproducten

    a) De havencontroleur(s) onderzoekt/onderzoeken voor zover mogelijk of de aan boord gehouden vis en visserijproducten zijn geoogst overeenkomstig de in de geldende machtiging(en) vastgestelde voorwaarden. De havencontroleur(s) dient/dienen daarbij het visserijlogboek en de ingediende verslagen, inclusief de via een satellietvolgsysteem (VMS) doorgezonden verslagen, te controleren.

    b) Voor het bepalen van de aan boord gehouden hoeveelheden en soorten kan/kunnen de havencontroleur(s) de vis in het ruim of tijdens de aanlanding controleren. Daarbij mag/mogen de havencontroleur(s) dozen openen waarin de vis is voorverpakt en mag/mogen hij/zij de vis of de dozen verplaatsen om de correcte staat van de visruimen te controleren.

    c) De havencontroleur(s) mag/mogen bij het lossen van het vaartuig de aangelande soorten en hoeveelheden controleren. Deze controle kan betrekking hebben op de productsoort, het levend gewicht (op basis van het logboek vastgestelde hoeveelheden) en de factor voor de omrekening van verwerkt gewicht in levend gewicht. De havencontroleur(s) mag/mogen tevens om het even welke hoeveelheden die aan boord worden gehouden, controleren.

    d) De havencontroleur(s) mag/mogen de hoeveelheid en de samenstelling van alle aan boord gehouden vangsten herzien, inclusief aan de hand van monsterneming.

    11. Controle van de IOO-visserij

    Artikel 11 van Verordening (EG) nr. 1005/2008 is van toepassing.

    12. Verslaglegging

    Een schriftelijk verslag over de controle wordt na de controle door de controleur opgesteld en ondertekend en een afschrift daarvan wordt ter beschikking gesteld van de kapitein van het vaartuig.

    13. Resultaten van de havenstaatcontroles

    De resultaten van de havenstaatcontroles moeten ten minste de volgende informatie bevatten:

    - 1. Referenties van de controles

    - Controledienst (naam van de controledienst of van de door de dienst aangewezen instantie);

    - Naam van de controleur;

    - Datum en tijdstip van de controle;

    - Haven waar de controle heeft plaatsgevonden (plaats waar het vaartuig is gecontroleerd); en

    - Datum (datum waarop het verslag is voltooid).

    - 2. Identificatie van de vaartuigen

    - Naam van het vaartuig;

    - Type vaartuig;

    - Soort vistuig;

    - Extern kenteken (op de romp van het vaartuig) en IMO-nummer (indien beschikbaar) of een ander nummer, in voorkomend geval;

    - Internationale radioroepnaam;

    - MMSI-nummer (Maritime Mobile Service Identity number), indien beschikbaar;

    - Vlaggenstaat (staat waar het vaartuig is geregistreerd).

    - Vorige naam of namen van het vaartuig en vorige vlaggenstaat of vlaggenstaten, in voorkomend geval;

    - Thuishaven (haven waar het vaartuig is geregistreerd) en vorige thuishavens;

    - Eigenaar van het vaartuig (naam, adres, contactgegevens);

    - Aandeelhouder van het vaartuig, indien deze niet de eigenaar is (naam, adres,

    - contactgegevens);

    - Reder die verantwoordelijk is voor het gebruik van het vaartuig, indien deze niet de eigenaar is (naam, adres, contactgegevens);

    - Voor het vaartuig gemachtigde persoon (naam, adres, contactgegevens);

    - Naam en adres van vorige eigenaar(s), in voorkomend geval;

    - Naam, nationaliteit en maritieme kwalificaties van de kapitein en de vangstkapitein;

    - Bemanningslijst.

    - 3. Vismachtigingen (visvergunningen/visdocumenten)

    - De machtiging(en) van het vaartuig om te vissen of vis en visserijproducten te vervoeren;

    - Land van afgifte van de machtiging(en;

    - In de machtiging(en) vastgestelde voorwaarden, inclusief gebieden en duur;

    - Betrokken regionale organisatie voor visserijbeheer;

    - Gebieden, voorwerp en looptijd waarop de machtiging(en) betrekking heeft/hebben;

    - Gegevens over de toewijzing van toegestane quota, toegestane inspanning of andere;

    - Toegestane soorten, bijvangsten en vistuig; en

    - Overladingsregisters en -documenten (in voorkomend geval).

    - 4. Gegevens over de visreis

    - Data, tijd, gebied en locatie van de begonnen visreis;

    - Gebieden die zijn aangedaan (binnenvaren en verlaten van de verschillende gebieden);

    - Overladingsactiviteiten op zee (data, soorten, locatie, hoeveelheid overgeladen vis);

    - Vorige haven die is aangedaan; en

    - Datum en tijdstip waarop de lopende visreis is beëindigd;

    - Volgende haven die het vaartuig wil aandoen, in voorkomend geval.

    - 5. Resultaat van de vangstcontrole

    - Begin en einde van het lossen (tijdstippen en data);

    - Vissoorten;

    - Productsoort;

    - Levend gewicht (op basis van het logboek vastgestelde hoeveelheden);

    - Betrokken omrekeningsfactor;

    - Verwerkt gewicht (aangelande hoeveelheden, per soort en aanbiedingsvorm);

    - Equivalent levend gewicht (aangelande hoeveelheden in levend gewicht, uitgedrukt als “productgewicht vermenigvuldigd met de omrekeningsfactor”); en

    - Geplande bestemming van de gecontroleerde vis en visserijproducten.

    - Hoeveelheden en soorten aan boord gehouden vis, in voorkomend geval.

    - 6. Resultaten van de vistuigcontrole

    - Gegevens over de soorten vistuig.

    - 7. Conclusies

    - Conclusies van de controle, inclusief vaststelling van de vermoedelijke overtredingen en verwijzing naar de betrokken regels en maatregelen. Het desbetreffende bewijsmateriaal wordt bij het controleverslag gevoegd.

    BIJLAGE III

    A) Vlootsegmenten GFCM/SAC

    Groepen | <6 meter | 6-12 meter | 12-24 meter | > 24 meter |

    1. Polyvalente kleinschalige vaartuigen zonder motor | A |

    2. Polyvalente kleinschalige vaartuigen met motor | B | C |

    3. Trawlers | D | E | F |

    4. Vaartuigen voor de visserij met de ringzegen | G | H |

    5. Vaartuigen voor de visserij met de beug | I |

    6. Pelagische trawlers | J |

    7. Vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen | K |

    8. Vaartuigen voor de dregnetvisserij | L |

    9. Polyvalente vaartuigen | M |

    Beschrijving van het segment

    A Polyvalente kleinschalige vaartuigen zonder motor – Alle vaartuigen met een lengte over alles van minder dan 12 meter zonder motor (wind of aandrijving).

    B Polyvalente kleinschalige vaartuigen van minder dan 6 meter met motor – Alle vaartuigen met een lengte over alles van minder dan 6 meter met motor.

    C Polyvalente kleinschalige vaartuigen tussen 6 en 12 meter met motor – Alle vaartuigen met een lengte over alles tussen 6 en 12 meter met motor, die gedurende het jaar verschillende soorten vistuig gebruiken zonder dat één daarvan overheerst of die vistuig gebruiken dat in deze indeling niet in aanmerking is genomen.

    D Trawlers van minder dan 12 meter – Alle vaartuigen met een lengte over alles van minder dan 12 meter die meer dan 50 % van hun inspanning met een demersale trawl verrichten.

    E Trawlers tussen 12 en 24 meter – Alle vaartuigen met een lengte over alles tussen 12 en 24 meter die meer dan 50 % van hun inspanning met een demersale trawl verrichten.

    F Trawlers van meer dan 24 meter – Alle vaartuigen met een lengte over alles van meer dan 24 meter die meer dan 50 % van hun inspanning met een demersale trawl verrichten.

    G Vaartuigen voor de visserij met de ringzegen tussen 6 en 12 meter – Alle vaartuigen met een lengte over alles tussen 6 en 12 meter die meer dan 50 % van hun inspanning met een ringzegen verrichten.

    H Vaartuigen voor de visserij met de ringzegen van meer dan 12 meter – Alle vaartuigen met een lengte over alles van meer dan 12 meter die meer dan 50 % van hun inspanning met ringzegens verrichten, met uitsluiting van de vaartuigen die gedurende om het even welke periode van het jaar zegennetten voor de tonijnvisserij gebruiken.

    I Vaartuigen voor de visserij met de beug van meer dan 6 meter – Alle vaartuigen met een lengte over alles van meer dan 6 meter die meer dan 50 % van hun inspanning met de beug verrichten.

    J Pelagische trawlers van meer dan 6 meter – Alle vaartuigen met een lengte over alles van meer dan 6 meter die meer dan 50 % van hun inspanning met een pelagische trawl verrichten.

    K Vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen – Alle vaartuigen die gedurende om het even welke periode van het jaar zegennetten voor de tonijnvisserij gebruiken.

    L Vaartuigen voor de dregnetvisserij van meer dan 6 meter – Alle vaartuigen met een lengte over alles van meer dan 6 meter die meer dan 50 % van hun inspanning met een dregnet verrichten.

    M Polyvalente vaartuigen van meer dan 12 meter – Alle vaartuigen met een lengte over alles van meer dan 12 meter, die gedurende het jaar verschillende soorten vistuig gebruiken zonder dat één daarvan overheerst of die vistuig gebruiken dat in deze indeling niet in aanmerking is genomen

    Opmerking : In alle cellen kan informatie worden ingevuld. Met betrekking tot de cellen in de bovenstaande tabel die leeg zijn gelaten, wordt ervan uitgegaan dat deze wellicht een insignificante populatie vertegenwoordigen. Zo nodig dient de informatie in een “lege cel” echter te worden samengevoegd met die in de meest geschikte belendende "blauwe cel”.

    B) Tabel inzake de meting van de visserijinspanning[15]

    Vistuig | Aantal en afmetingen | Capaciteit | Activiteit | Nominale inspanning[16] |

    Dregnet (voor weekdieren) | Open mond, breedte van de mond | BT | Vistijd | Gedregde bodemoppervlakte[17] |

    Trawl (incl. dregnetten voor de platvisvisserij) | Soort trawl (pelagisch, demersaal) BT en/of BRT Motorvermogen Maaswijdte Netomvang (breedte van de mond) Vaarsnelheid | BT | Vistijd | BT*dagen BT*uren KW*dagen |

    Ringzegen | Lengte en hoogte van het net BT Verlichtingssterkte Aantal kleine vaartuigen | BT Lengte en hoogte van het net | Zoektijd Uitzetting | BT * uitzettingen16 Lengte van het net * uitzettingen |

    Netten | Soort net (bijv. trammelnet, kieuwnet, enz.) Lengte van het net (gebruikt in verordeningen) BT Oppervlakte van het net Maaswijdte | Lengte en hoogte van het net | Vistijd | Lengte van het net * dagen Oppervlakte *dagen |

    Beuglijnen | Aantal haken BT Aantal beuglijnen Kenmerken van de haken Aas | Aantal haken Aantal beuglijn-eenheden | Vistijd | Aantal haken * uren Aantal haken * dagen Aantal beuglijn-eenheden * dagen/uren |

    Vallen | BT | Aantal vallen | Vistijd | Aantal vallen * dagen |

    Ringzegen/ FAD’s | Aantal FAD’s | Aantal FAD’s | Aantal reizen | Aantal FAD’s * Aantal reizen |

    C) GFCM-taak 1 – Operationele eenheden

    [pic]

    [1] V. 43/2009, 40/2008, 41/2007, 51/2006.

    [2] PB L 190 van 4.7.1998, blz. 34.

    [3] PB L 190 van 4.7.1998, blz. 34.

    [4] V. 43/2009, artikelen 28-31, V. 40/2008 artikelen 29-31, V. 41/2007, artikelen 26-27, V. 51/2006, bijlage III.

    [5] PB L 39 van 8.2.2007, blz. 6.

    [6] PB L 190 van 4.7.1998, blz. 34.

    [7] Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad van 29 september 2008, PB L 286 van 29.10.2008, blz. 1.

    [8] PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23.

    [9] PB L 358 van 31.12.2002, blz. 59.

    [10] Als gedefinieerd in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 26/2004 van de Commissie van 30 december 2003 betreffende het communautaire gegevensbestand over de vissersvloot.

    [11] PB L 171 van 6.7.1994, blz. 7.

    [12] PB L 36 van 8.2.2007, blz. 6.

    [13] PB L 60 van 5.3.2008, blz. 1.

    [14] PB L 5 van 9.1.2004, blz. 25.

    [15] Hiermee wordt de nominale inspanning bedoeld.

    [16] Met betrekking tot een bepaald gebied (met vermelding van de oppervlakte) met het oog op de raming van de vangstintensiteit (inspanning • km2) en de bepaling van de verhouding tussen inspanning en beviste bestanden.

    [17] Voor inspanningsmaatregelen zonder per tijd aangegeven activiteit dient een tijdsperiode (bijv. per jaar) te worden vermeld.

    Top