Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52009DC0687

    Verslag van de Commissie overeenkomstig de artikelen 4 en 5 van de beschikking van de Raad van 5 oktober 2006 betreffende de instelling van een mechanisme voor wederzijdse informatie over maatregelen van de lidstaten op het gebied van asiel en immigratie

    /* COM/2009/0687 def. */

    52009DC0687

    Verslag van de Commissie overeenkomstig de artikelen 4 en 5 van de beschikking van de Raad van 5 oktober 2006 betreffende de instelling van een mechanisme voor wederzijdse informatie over maatregelen van de lidstaten op het gebied van asiel en immigratie /* COM/2009/0687 def. */


    [pic] | EUROPESE COMMISSIE |

    Brussel, 17.12.2009

    COM(2009) 687 definitief

    VERSLAG VAN DE COMMISSIE

    overeenkomstig de artikelen 4 en 5 van de beschikking van de Raad van 5 oktober 2006 betreffende de instelling van een mechanisme voor wederzijdse informatie over maatregelen van de lidstaten op het gebied van asiel en immigratie

    INHOUD

    1. INLEIDING 2

    2. ACTIVITEITEN 2

    3. ALGEMEEN OVERZICHT 3

    4. INGEZONDEN INFORMATIE 3

    5. EVALUATIE 8

    6. CONCLUSIES 9

    BIJLAGE: 11

    1. INLEIDING

    De Raad Justitie en Binnenlandse Zaken heeft in de conclusies van zijn bijeenkomst van 14 april 2005 een pleidooi gehouden voor de instelling van een systeem voor wederzijdse informatie tussen de instanties die in de lidstaten verantwoordelijk zijn voor het migratie- en asielbeleid. In aansluiting daarop heeft de Commissie in oktober 2005 een voorstel ingediend voor een beschikking van de Raad betreffende de instelling van een procedure voor wederzijdse informatie over de maatregelen van de lidstaten op het gebied van asiel en immigratie[1]. De Raad heeft die beschikking (2006/688/EG) op 5 oktober 2006 goedgekeurd[2].

    De beschikking voorziet in een systeem voor veilige informatie-uitwisseling en overleg tussen de lidstaten over nationale maatregelen die zij wensen te nemen of onlangs hebben genomen, voor zover deze maatregelen algemeen beschikbaar zijn en aanzienlijke gevolgen kunnen hebben voor diverse lidstaten of voor de Europese Unie als geheel.

    Artikel 4 van de beschikking bepaalt dat de Commissie jaarlijks een algemeen verslag opstelt met een samenvatting van de belangrijkste informatie die de lidstaten hebben toegezonden. Dit algemeen verslag wordt aan het Europees Parlement en de Raad toegezonden en vormt de basis voor een debat over het nationale asiel- en immigratiebeleid op ministerieel niveau.

    Artikel 5 bepaalt dat de Commissie het functioneren van het mechanisme twee jaar na de inwerkingtreding van deze beschikking en vervolgens met geregelde tussenpozen evalueert. Zij zal indien nodig wijzigingen in deze beschikking voorstellen.

    Aangezien de periode van twee jaar voor de evaluatie van het functioneren van het mechanisme eveneens dit jaar verstrijkt, acht de Commissie het aangewezen het verslag (artikel 4) en de evaluatie (artikel 5) in één enkel document samen te voegen. Hierdoor kan een alomvattend overzicht van de eerste werkingsperiode van het mechanisme voor wederzijdse informatie (MIM) worden gepresenteerd.

    2. ACTIVITEITEN

    De beschikking is op 4 november 2006 in werking getreden. Het eigenlijke mechanisme is in april 2007 operationeel geworden. Overeenkomstig artikel 3 van de beschikking heeft de Commissie een speciale belangengroep op het platform van het webnetwerk van CIRCA (Communication & Information Resource Centre Administrator) opgericht en toegang verleend tot nationale contactpunten die de lidstaten hebben aangewezen.

    Eind september 2008 hadden alle lidstaten hun nationale contactpunten aangewezen. Er is toegang verleend aan circa 60 nationale experts en het aantal toegangsaanvragen van de lidstaten schommelde tussen een en vijf per lidstaat.

    Om de nationale contactpunten te ondersteunen en de experts vertrouwd te maken met het netwerk, heeft de Commissie in februari 2007 een CIRCA-opleiding georganiseerd, gevolgd door een aanvullende opleidingssessie tijdens een workshop in december 2007. Die workshop bood ook een forum voor een initiële analyse van de werking van het systeem tijdens de eerste zes maanden. In april 2008 heeft een derde workshop over de mogelijke inhoud van dit verslag plaatsgevonden.

    Tegelijk heeft de Commissie de lidstaten in het comité voor immigratie en asiel op de hoogte gebracht van de belangrijkste informatie die de lidstaten hadden ingezonden. Het comité heeft aan de hand van een vragenlijst middelen besproken om het gebruik van het mechanisme te verbeteren. Het comité werd op zijn bijeenkomst van 8 juni 2009 eveneens geïnformeerd over de opstelling van het verslag en de evaluatie. Het zuiver feitelijke deel van het verslag werd met het oog op verificatie aan de MIM-contactpunten toegezonden.

    3. ALGEMEEN OVERZICHT

    Van april 2007 tot september 2009 hebben zestien lidstaten informatie via het MIM ingezonden. De informatie bestreek 45 verschillende maatregelen. Bijna de helft (21) daarvan betrof goedgekeurde wetgeving, terwijl slechts vier inzendingen betrekking hadden op ontwerpwetgeving. In totaal werden door vijf lidstaten negen kennisgevingen inzake beleidsplannen en langetermijnprogrammering ingezonden. Elf lidstaten hebben helemaal geen informatie verstrekt (zie bijlage). In sommige periodes werd er meer informatie uitgewisseld, maar in 2009 zijn slechts vier kennisgevingen in het kader van het MIM genoteerd.

    De informatie werd niet altijd in een homogeen formaat verstrekt. Krachtens artikel 2, lid 2, van de beschikking wordt de informatie toegezonden met gebruikmaking van het aan de beschikking gehechte rapportageformulier en wordt waar mogelijk de internetlink naar de volledige tekst vermeld. In sommige gevallen maakten de lidstaten echter geen gebruik van het formulier en beperkten zij zich tot een ontwerptekst van de desbetreffende maatregel. Dit kan ertoe hebben geleid dat de afhandeling van de informatie na ontvangst minder doeltreffend verliep, doordat de essentie van de maatregel of de eventuele impact ervan niet onmiddellijk duidelijk was voor de betrokken lidstaten. Er zijn ook verschillen in de inhoud van de ingevulde formulieren geconstateerd. Sommige formulieren omvatten een vrij omvattende (maar toch nog beknopte) bijdrage, terwijl andere beperkt blijven tot een oppervlakkige beschrijving die soms geen idee van de aard van de maatregel geeft.

    Bovendien werd in sommige gevallen alleen de Engelse benaming van de maatregel vermeld zonder dat een formulier werd ingezonden, terwijl de tekst uitsluitend in de oorspronkelijke taal was opgesteld. Hierdoor bestaat het risico dat de informatie niet is begrepen. Er wordt aan herinnerd dat de lidstaten krachtens de bijlage bij de beschikking de volledige benaming van de maatregel, een korte beschrijving daarvan en hun opmerkingen moeten vertalen in een andere officiële taal van de Europese Unie dan hun moedertaal.

    4. INGEZONDEN INFORMATIE

    Beleidsplannen en langetermijnprogrammering

    Op 20 april 2007 heeft het Verenigd Koninkrijk twee documenten ingezonden die het ministerie van Binnenlandse Zaken in maart 2007 had aangenomen: "Securing the UK Border – Our vision and strategy for the future" en "Enforcing the Rules – A strategy to ensure and enforce compliance with our immigration laws ". In deze documenten wordt de nieuwe aanpak van het grensbeleid en de handhaving van immigratieregels door de Britse autoriteiten uiteengezet.

    Op 25 juni 2007 heeft Spanje kennis gegeven van het strategisch plan voor burgerschap en integratie , waarin de aanpak door Spanje van integratie in de jaren 2007-2010 wordt uiteengezet.

    Op 17 april 2008 heeft Roemenië kennis gegeven van het regeringsbesluit betreffende de goedkeuring van de nationale immigratiestrategie 2007-2010.

    Op 13 april 2007 heeft Nederland kennis gegeven van zijn voornemen om een beleidsverordening goed te keuren teneinde de vroegere vreemdelingenwet te herzien.

    Nederland heeft op 1 augustus 2008 eveneens kennis gegeven van een brief van de minister en de viceminister van Justitie aan de voorzitter van het Parlement over de analyse van de toepassing van artikel 1F van het Verdrag van 1951 betreffende de status van vluchtelingen . Die brief van 9 juni 2008 bevat conclusies van een evaluatie van het Nederlandse beleid betreffende artikel 1F van het Verdrag van 1951.

    Voorts heeft Nederland op 29 september 2008 de "Blauwdruk modern migratiebeleid" ter kennis van de lidstaten gebracht. De blauwdruk was op 27 juni 2008 aan het Nederlandse parlement gepresenteerd en bevat het voorstel van de Nederlandse regering voor de toelating en het verblijf van buitenlandse onderdanen die in Nederland wensen te verblijven.

    Ten slotte heeft Nederland op 12 februari 2009 kennis gegeven van de goedkeuring van het document betreffende een doeltreffender asielprocedure en een doeltreffender terugkeerbeleid . Dit document bevat een overzicht van de plannen van de regering voor een meer nauwgezette en snellere asielprocedure, die ook de terugkeer van afgewezen asielzoekers zal bevorderen.

    Op 9 december 2008 heeft Zweden kennis gegeven van de goedkeuring van de internationale strategie van de Zweedse migratiedienst . Het document is een alomvattende internationale strategie waaraan door alle afdelingen van de migratiedienst is meegewerkt en is in juni 2008 door de directeur-generaal goedgekeurd.

    Ontwerpwetgeving

    Op 7 mei en 5 juni 2007 is nadere informatie verstrekt over de regularisatie van asielzoekers in Nederland , waarover eerder in het punt beleidsplannen is gesproken. Krachtens die verordening zouden buitenlandse onderdanen die vóór 1 april 2001 een asielaanvraag hebben ingediend en sinds 1 april 2001 ononderbroken in Nederland hebben gewoond, ambtshalve een verblijfsvergunning krijgen. Er zou geen vergunning worden afgegeven aan buitenlandse onderdanen die een gevaar voor de openbare orde of de nationale veiligheid vormen. Buitenlandse onderdanen van wie is aangetoond dat zij in verschillende procedures een vervalste identiteit of nationaliteit hebben opgegeven, zouden krachtens deze verordening evenmin een vergunning krijgen.

    Op 3 mei 2007 heeft Italië kennis gegeven van een ontwerpwet tot wijziging van de immigratievoorschriften en de vereisten voor buitenlanders. Dat ontwerp omvat onder meer een preferentieel kanaal voor hooggespecialiseerde werknemers (op het gebied van onderzoek, wetenschap, cultuur, kunst, management, showbusiness en sport), dat voorziet in de snelle toekenning van een verblijfsvergunning voor maximum vijf jaar en maatregelen voor een doeltreffend terugkeerbeleid .

    Op 8 november 2007 heeft Italië informatie verstrekt over Besluit nr. 1201 van de senaat betreffende ontwerpwetgeving over maatregelen voor de bestrijding van de exploitatie van illegale werknemers . Het doel daarvan is migrerende werknemers beter te beschermen en de werkgevers strenger te straffen .

    Op 17 juni 2008 heeft Tsjechië kennis gegeven van een voorstel over legale migratie , waarbij een groene kaart zou worden ingevoerd, die medio 2009 in werking moest treden. De groene kaart was bedoeld als één enkel document dat als arbeidsvergunning en verblijfsvergunning voor het Tsjechische grondgebied zou fungeren en in speciale gevallen zou dienen als langdurige verblijfsvergunning voor het verrichten van arbeid.

    Goedgekeurde wetgeving

    Op 8 maart 2007 heeft de Slowaakse Republiek kennis gegeven van wijzigingen in de nieuwe asielwet , die het concept subsidiaire bescherming omvat. Op 31 januari 2008 heeft de Slowaakse Republiek kennis gegeven van verdere wijzigingen van de asielwet.

    Op 2 juli 2007 heeft Hongarije informatie ingezonden over de nieuwe Hongaarse immigratiewetgeving (Wet II van 2007 betreffende toelating en verblijf van onderdanen van derde landen). De nieuwe wetgeving, die op 1 juli 2007 in werking is getreden, beoogt in hoofdzaak harmonisatie met de desbetreffende EU-wetgeving, met name het Schengenacquis.

    Nog diezelfde dag heeft Hongarije kennis gegeven van de nieuwe asielwet LXXX van 2007, die op 25 juni 2007 is goedgekeurd en op 1 januari 2008 in werking is getreden. De nieuwe wetgeving beoogt hoofdzakelijk de naleving van desbetreffende EG-richtlijnen (de richtlijnen "Erkenning", "Procedures" en "Opvang") en introduceert onder meer het concept subsidiaire bescherming in de Hongaarse wetgeving. Een Engelse versie van de nieuwe wet was al op 21 december 2007 ingezonden.

    Ten slotte heeft Hongarije op 18 augustus 2009 de tekst ingezonden van de regeringsbesluiten 113/2007 en 114/2007 tot uitvoering van Wet I van 2007 over de toelating en het verblijf van personen die recht op vrij verkeer en verblijf hebben. Deze besluiten vormen de tenuitvoerlegging van de wet inzake vrij verkeer, die op 1 januari 2007 in werking is getreden .

    Op 6 juli 2007 heeft Malta kennis gegeven van de nieuwe wetgeving tot omzetting in het nationale recht van Richtlijn 2003/86/EG inzake het recht op gezinshereniging voor onderdanen van derde landen.

    Ook op 6 juli 2007 heeft Polen kennis gegeven van een verordening van 27 juni 2007 van de minister van Werk en Sociale Zaken tot wijziging van de verordening betreffende arbeid van buitenlanders die geen arbeidsvergunning nodig hebben. Er werd verwacht dat de nieuwe regels de wettelijke tewerkstelling van buitenlanders zouden bevorderen en tegelijk inspelen op het tekort aan arbeidskrachten, vooral in de sectoren landbouw en bouw. De verordening is op 5 juli 2007 in werking getreden.

    Voorts heeft Polen op 31 januari 2008 informatie verstrekt over een aanvullende wijziging van de verordening betreffende arbeid van buitenlanders die geen arbeidsvergunning nodig hebben. De oorspronkelijk termijn (maximum drie maanden) werd verlengd tot maximum zes maanden over een periode van twaalf maanden. De verordening is op 1 februari 2008 in werking getreden.

    Ten slotte heeft Polen op 20 juli 2007 kennis gegeven van de wet van 24 mei 2007 tot wijziging van de vreemdelingenwet (en een aantal andere wetten). Deze wet betrof de tenuitvoerlegging van de Richtlijnen 2005/71/EG en 2004/114/EG. Bovendien omvat de wijziging een instrument tot regularisatie van buitenlanders die minstens sinds 1 januari 1997 ononderbroken illegaal op het Poolse grondgebied verblijven en die uiterlijk zes maanden na de inwerkingtreding van deze wet een aanvraag voor een verblijfsvergunning voor een vaste periode van één jaar indienen. De wet is op 20 juli 2007 in werking getreden.

    Op 27 september 2007 heeft Duitsland kennis gegeven van nieuwe wetgeving tot wijziging van de Duitse immigratiewet . Het hoofddoel van deze wet was de tenuitvoerlegging van elf richtlijnen. Voorts is de verblijfswet, die op 1 januari 2005 in werking is getreden, gewijzigd om schijnhuwelijken en gedwongen huwelijken te bestrijden, de binnenlandse veiligheid te versterken, de integratie van buitenlanders te bevorderen (met inbegrip van een gedoogverblijf voor bepaalde categorieën onderdanen van derde landen) en om het personen die een bedrijf willen opstarten, makkelijker te maken naar Duitsland te komen.

    Portugal heeft op 6 november 2007 informatie ingezonden betreffende nieuwe wetgeving (Wet 23/2007 van 4 juli 2007 en Besluit 84/2007 van 5 november 2007) tot goedkeuring van het wettelijke kader voor de toegang, het vertrek, het verblijf en de verwijdering van buitenlanders . Met deze wet heeft Portugal verschillende richtlijnen in het nationale recht omgezet, in het bijzonder betreffende wettelijke migratie.

    Op 12 maart 2008 heeft Slovenië kennis gegeven van de wet inzake internationale bescherming, die op 1 januari 2008 in werking is getreden. Met deze wet heeft Slovenië de asielrichtlijnen in het nationale recht omgezet. Bovenop de verplichtingen krachtens de richtlijnen omvat de wet een nieuw hoofdstuk betreffende permanente hervestiging op basis van quota's.

    Op 8 april 2008 heeft Tsjechië kennis gegeven van de wijziging van Wet nr. 326/1999 betreffende het verblijf van buitenlanders op Tsjechisch grondgebied, die op 21 december 2007 in werking is getreden. De wet betreffende het verblijf van buitenlanders op Tsjechisch grondgebied vormt het wetgevend basisinstrument betreffende de rechten en plichten van buitenlanders die wettelijk op Tsjechisch grondgebied verblijven of die het land binnenkomen, alsook regelingen inzake visa, verwijdering, enz. De belangrijkste wijzigingen betreffen de omzetting van de Richtlijnen 2005/71/EG en 2001/51/EG, de verplichting voor buitenlanders die een visum aanvragen om in te stemmen met het nemen van vingerafdrukken en foto's, de invoering van de verplichting om kennis van de Tsjechische taal te kunnen aantonen als noodzakelijke voorwaarde voor een permanente verblijfsvergunning en de nieuwe voorschriften betreffende fraude om goedkeuring van een verblijf in Tsjechië te verkrijgen ("schijnhuwelijken").

    Eveneens op 8 april 2008 heeft Zweden kennis gegeven van de wijziging van de Zweedse vreemdelingenwet en de vreemdelingenverordening, die al begin 2006 in werking waren getreden. De vreemdelingenwet bevat onder meer bepalingen inzake voorwaarden voor inreis, verblijf en arbeid in Zweden, visa, verblijfsrecht, vluchtelingen en andere personen die bescherming nodig hebben, de status van langdurig ingezetene in Zweden voor onderdanen van derde landen, detentie, handhaving van de weigering van toelating en van verwijdering, beroepsprocedures, bijstand van overheidswege en tijdelijke bescherming. De vreemdelingenverordening bevat bepalingen inzake reisdocumenten, visa, verblijfsrecht, verblijfsvergunningen, arbeidsvergunningen, controles en bestuursdwang, de verplichting informatie te verschaffen alsook de weigering van binnenkomst, verwijdering, enz.

    Oostenrijk heeft op 16 april 2008 kennis gegeven van de federale wet betreffende vestiging en verblijf in Oostenrijk (de Vestigings- en verblijfswet) en de federale wet inzake de toekenning van asiel (Asielwet 2005). Beide wetten zijn op 1 januari 2006 in werking getreden.

    Op 13 augustus 2009 heeft Oostenrijk kennis gegeven van de tekst van de wijzigingen van de asiel-, vestigings- en verblijfswet en de Vreemdelingenwet (1 april 2009).

    Op 10 mei 2007 heeft Griekenland kennis gegeven van een regularisatieprocedure voor bepaalde categorieën onderdanen van derde landen. Artikel 18, lid 4, van Wet 3536/2007 voorziet in een regularisatieprocedure voor specifieke categorieën onderdanen van derde landen die tot 31 december 2004 in Griekenland verbleven en sindsdien ononderbroken in Griekenland hebben gewoond, op voorwaarde dat zij geen bedreiging voor de openbare orde of de openbare veiligheid vormen. De betrokkenen dienen specifieke bewijsstukken tot staving van hun verblijf in Griekenland over te leggen. Echtgenoten en minderjarige kinderen van die onderdanen vallen elk afzonderlijk onder die voorschriften.

    Op 15 mei 2008 heeft Griekenland onder verwijzing naar artikel 2, lid 4, van de beschikking van de Raad kennis gegeven van presidentieel Besluit nr. 106/2007 betreffende de omzetting van Richtlijn 2004/38/EG. Nog diezelfde dag is informatie verstrekt over gezamenlijk ministerieel Besluit nr. 16928/17-8-07 betreffende de erkenning van de kennis van de Griekse taal en delen van de Griekse geschiedenis en cultuur door onderdanen van derde landen die de status van langdurig ingezetene willen aanvragen. Dat besluit is gewijzigd bij gezamenlijk ministerieel Besluit nr. 999/03-3-08.

    Spanje heeft op 23 september 2008 kennis gegeven van de nieuwe wetgeving betreffende steun voor de vrijwillige terugkeer van werkloze onderdanen van derde landen naar hun land van oorsprong. De maatregel is goedgekeurd bij Regeringsbesluit 4/2008 van 19 september 2008 en introduceert de mogelijkheid om de premiegebonden werkloosheidsuitkeringen aan werkloze onderdanen van derde landen in twee tranches uit te betalen, mits die werknemers wettelijk in Spanje verblijven en besluiten vrijwillig naar hun land van oorsprong terug te keren. De algemene regel is dat de werknemers onderdaan moeten zijn van derde landen waarmee Spanje bilaterale overeenkomsten inzake sociale zekerheid heeft gesloten.

    Definitieve uitspraken van de hoogste rechtbanken of tribunalen

    Er is geen informatie ingezonden.

    Administratieve besluiten betreffende een grote groep onderdanen van derde landen of van algemene aard

    Op 3 mei 2007 heeft Italië kennis gegeven van de goedkeuring van een richtlijn door de minister van Binnenlandse Zaken en de minister van het Gezin betreffende het verblijf van buitenlandse minderjarigen en een circulaire over de afgifte van verblijfsvergunningen aan amateursportbeoefenaars van buiten de EU .

    Voorts heeft Italië op 6 december 2007 informatie verstrekt over een besluit van de minister van Binnenlandse Zaken betreffende de afgifte van verblijfsvergunningen voor de sociale bescherming van immigranten die het slachtoffer van uitbuiting op de werkplek zijn.

    Spanje heeft op 25 juni 2007 informatie verstrekt over een ministerieel besluit tot vaststelling van de financiële middelen waarover buitenlanders moeten beschikken om Spanje binnen te komen en een tweede ministerieel besluit betreffende brieven van privépersonen waarin buitenlanders worden uitgenodigd Spanje voor privé- of toeristische doeleinden binnen te komen.

    Op 2 augustus 2007 heeft Spanje kennis gegeven van voorschriften betreffende de procedure voor het afwikkelen van aanvragen van onderdanen van derde landen die op Spaanse schepen zijn aangemonsterd , voor het verkrijgen van een verblijfs- en arbeidsvergunning in Spanje.

    Ten slotte heeft Spanje op 17 januari 2008 kennis gegeven van een besluit van de Spaanse ministerraad van 21 december 2007 betreffende de quota's voor buitenlandse niet-communautaire werknemers in Spanje voor het jaar 2008.

    Overige

    Op 2 november 2007 heeft Nederland kennis gegeven van een besluit van de afdeling bestuursrecht van de Raad van State om het Europees Hof van Justitie te verzoeken om een prejudiciële beslissing over vraagstukken in verband met het toepassingsgebied van artikel 15 (inleiding en punt c) van Richtlijn 2004/83/EG.

    Zweden heeft op 22 juli 2008 informatie verstrekt over de (in mei 2008 goedgekeurde) richtsnoeren van de directeur-generaal van de Zweedse migratiedienst over de toepassing van de Dublin-verordening met betrekking tot Griekenland

    Nederland heeft op 2 oktober 2008 informatie met de lidstaten uitgewisseld over beleidsbeslissingen op asiel gebied die in verband met specifieke landen van oorsprong zijn genomen. De beslissingen betreffen het gebruik van informatie over bepaalde landen voor de beoordeling van asielaanvragen in Nederland. Op 14 augustus 2009 heeft Nederland de nieuwe bijlage bij dit document ingediend.

    5. EVALUATIE

    De lidstaten en de Commissie[3] hebben onderstreept dat het ontbreken van grenscontroles in de Schengenzone, het gemeenschappelijk visumbeleid, de nauwe economische en sociale betrekkingen tussen de lidstaten van de EU en de ontwikkeling van een gemeenschappelijk immigratie- en asielbeleid tot gevolg hebben dat het nationale immigratiebeleid duidelijk een impact heeft die verder reikt dan de landsgrenzen. Maatregelen die om nationale of regionale redenen in een lidstaat worden genomen, kunnen snel een impact op een andere lidstaat hebben. In het licht hiervan maakt de systematische uitwisseling van informatie het mogelijk de kennis van het beleid van andere lidstaten te verbeteren, de coördinatie tussen de lidstaten te versterken, de kwaliteit van nieuwe EU-wetgeving te beïnvloeden en ten slotte de wederzijdse kennis en het wederzijds vertrouwen te verhogen.

    Er kan worden geconcludeerd dat de praktische ervaring met de werking van het MIM niet aan die verwachtingen heeft voldaan. Ook al is de verstrekte hoeveelheid informatie niet de enige beoordelingsfactor, dan nog is het duidelijk dat het mechanisme onvoldoende wordt gebruikt. Hoewel de lidstaten krachtens artikel 2, lid 1, van de beschikking verantwoordelijk zijn voor de beoordeling van de vraag of hun nationale maatregelen aanzienlijke gevolgen kunnen hebben voor diverse lidstaten of voor de EU als geheel, wekt het verbazing dat slechts een klein deel van de maatregelen als zodanig werd aangemerkt. Bovendien hebben heel wat lidstaten nooit enige maatregel via het MIM bekendgemaakt (BE, BU, CY, DK, EE, FI, FR, IE, LV, LT, LU).

    Het is ook duidelijk dat het tempo van de informatie-uitwisseling in het kader van het MIM afneemt, ook al heeft de Commissie de lidstaten herhaaldelijk aangemoedigd om het systeem te gebruiken. Het is onduidelijk waarom de jongste tijd zo zelden gebruik is gemaakt van het mechanisme, terwijl de lidstaten zich toch actief met hun binnenlands immigratie- en asielbeleid hebben beziggehouden. De Commissie moet constateren dat parallel daarmee informatie is ingewonnen over potentieel verreikende maatregelen die in andere lidstaten zijn besproken of goedgekeurd, aangezien die niet in het kader van het MIM zijn bekendgemaakt. Dit toont aan dat het ontbreken van informatie inderdaad in de weg kan staan van het opbouwen van het noodzakelijke wederzijdse vertrouwen voor daadwerkelijke samenwerking op het gebied van immigratie en asiel.

    Er heerst bijzondere bezorgdheid in verband met de bekendmaking van maatregelen vóór de goedkeuring ervan. Slechts vier ontwerpwetten en negen maatregelen betreffende beleidsplannen of langetermijnprogrammering zijn ingediend. De zeer beperkte medewerking in deze fase van het besluitvormingsproces draagt ongetwijfeld niet bij aan een gedachtewisseling om tot een meer gecoördineerde aanpak van het nationaal beleid te komen.

    De Commissie herinnert eraan dat het doel van het MIM was een flexibel, snel en niet-bureaucratisch kanaal voor informatie-uitwisseling te creëren, waarvoor regels inzake vertrouwelijkheid en gegevensbescherming gelden. Dat instrument biedt een toegevoegde waarde vergeleken met andere in de EU bestaande fora en mechanismen die wellicht niet altijd de mogelijkheid bieden van informatieoverdracht in real time en op ad-hocbasis, indien de noodzaak daartoe zich doet gevoelen.

    6. CONCLUSIES

    Het versterken van informatie-uitwisseling en debat in de EU draagt bij tot een grotere politieke en operationele solidariteit binnen het gemeenschappelijk immigratie- en asielbeleid. Afzonderlijke nationale maatregelen kunnen de cohesie en het vertrouwen binnen Europa verzwakken[4].

    De noodzaak om informatie-uitwisseling op dit gebied te bevorderen, is ook benadrukt in het Europees Pact inzake immigratie en asiel, waarin is overeengekomen de informatie-uitwisseling over migratie te versterken door de bestaande instrumenten waar nodig te verbeteren[5].

    Ook in haar mededeling met het oog op het programma van Stockholm[6] heeft de Commissie gesteld dat de informatie-uitwisseling tussen de lidstaten over regularisatie moet worden verbeterd.

    De Commissie is dus van oordeel dat doeltreffende communicatie een essentiële component van de verdere ontwikkeling van het immigratie- en asielbeleid van de EU moet blijven, waarbij de noodzaak van informatie-uitwisseling steeds groter zal worden. Gelet op de wijze waarop het MIM thans functioneert, ziet het er echter niet naar uit dat deze doelstelling met het huidige mechanisme kan worden bereikt.

    Aangezien het MIM nog niet zo lang operationeel is, acht de Commissie het niet aangewezen wijzigingen overeenkomstig artikel 5 van de beschikking voor te stellen. Er zijn geen gronden om aan te nemen dat de onbevredigende toepassing van de beschikking te wijten is aan de voorschriften. Voorts kan uit bovengenoemde workshops worden geconcludeerd dat het gebruik van het netwerk CIRCA geen grote technische moeilijkheden heeft opgeleverd.

    De Commissie acht het wenselijk de werking van het MIM in de toekomst te rationaliseren en in een algemener kader te integreren. Een geschikte context daarvoor is de start van de follow-upmethode voor de controle van de uitvoering van het Europees Pact inzake immigratie en asiel, waarover de Commissie jaarlijks verslag bij de Raad moet uitbrengen. Het verslag over de follow-upmethode zal voor het eerst worden gepubliceerd in 2010 en zal in 2011 worden uitgebreid met informatie over de verbintenissen betreffende het programma van Stockholm en het bijbehorende actieplan[7].

    Dit betekent dat de informatie die thans via het MIM wordt medegedeeld in de komende jaren zal worden opgenomen in het jaarverslag van de Commissie over de tenuitvoerlegging van het Pact.

    BIJLAGE

    DOOR DE LIDSTATEN VERSTREKTE INFORMATIE

    Lidstaat | Administratieve besluiten | Goedgekeurde wetgeving | Ontwerp-wetgeving | Rechterlijke beslissingen | Overige | Beleidsplannen, langetermijn-programmering | Totaal |

    Oostenrijk | 2 | 2 |

    België | 0 |

    Bulgarije | 0 |

    Cyprus | 0 |

    Tsjechische Republiek | 1 | 1 | 2 |

    Denemarken | 0 |

    Estland | 0 |

    Finland | 0 |

    Frankrijk | 0 |

    Duitsland | 1 | 1 |

    Griekenland | 3 | 3 |

    Hongarije | 4 | 4 |

    Ierland | 0 |

    Italië | 3 | 2 | 5 |

    Letland | 0 |

    Litouwen | 0 |

    Luxemburg | 0 |

    Malta | 1 | 1 |

    Nederland | 1 | 3 | 4 | 8 |

    Polen | 3 | 3 |

    Portugal | 1 | 1 |

    Roemenië | 1 | 1 |

    Slowakije | 1 | 1 |

    Slovenië | 1 | 1 |

    Spanje | 4 | 1 | 1 | 6 |

    Zweden | 2 | 1 | 1 | 4 |

    VK | 2 | 2 |

    Totaal | 7 | 21 | 4 | 0 | 4 | 9 | 45 |

    [1] COM(2005) 480 definitief.

    [2] PB L 283 van 14.10.2006, blz. 40.

    [3] Zie bijvoorbeeld: Mededeling van de Commissie - Naar een gemeenschappelijk immigratiebeleid, COM(2007) 780 definitief.

    [4] Zie: Mededeling van de Commissie – Een gemeenschappelijk immigratiebeleid voor Europa: beginselen, maatregelen en instrumenten, COM(2008) 359 definitief.

    [5] Raadsdocument 13440/08.

    [6] Mededeling van de Commissie – Een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht ten dienste van de burger, COM(2009) 262.

    [7] Mededeling van de Commissie – Follow-upmethode voor de controle van de uitvoering van het Europees Pact inzake immigratie en asiel, COM(2009) 266 definitief.

    Top