Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52007PC0625

    Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de Europese statistiek

    /* COM/2007/0625 def. - COD 2007/0220 */

    52007PC0625




    [pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

    Brussel, 16.10.2007

    COM(2007) 652 definitief

    2007/0220 (COD)

    Voorstel voor een

    VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

    betreffende de Europese statistiek

    (door de Commissie ingediend)

    TOELICHTING

    1. ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

    - Algemene context

    De officiële statistiek speelt een fundamentele rol in de huidige maatschappij. Instellingen, beleidsmakers, marktdeelnemers, markten en particulieren zijn sterk afhankelijk van hoogwaardige statistieken om ontwikkelingen op economisch, sociaal, cultureel en milieugebied zo precies mogelijk te kunnen beschrijven. Het tempo waarin deze ontwikkelingen zich voordoen, heeft gevolgen voor i) de gebruikers van statistieken, omdat hun informatiebehoeften snel veranderen waardoor zij gemakkelijk en tijdig toegang tot statistische informatie moeten hebben, en ii) de statistische instanties, omdat zij de door hen geproduceerde statistische informatie op de behoeften van de gebruikers moeten afstemmen. Onpartijdige en objectieve statistische informatie is van essentieel belang voor ieder die beslissingen moet nemen: voor beleidsmakers die hun besluiten op goede informatie moeten baseren, voor ondernemers die hun bedrijf moeten leiden en voor burgers in hun dagelijkse leven. Statistische informatie vormt de grondslag voor een transparant en open beleid. Daarom zijn officiële statistieken een zaak van algemeen belang en een van de pijlers voor een goede werking van de democratie. Voor de productie van hoogwaardige statistische informatie is het van essentieel belang dat de statistische instanties volgens duidelijke structuren functioneren en dat tegelijk de internationale samenwerking, de verspreiding van statistische informatie en de communicatie met de gebruikers goed geregeld zijn.

    Wat Europa betreft, zijn Europese statistieken van steeds groter belang voor de ontwikkeling, uitvoering, controle en evaluatie van het beleid van de Europese Unie. Naarmate dat beleid zich verder ontwikkelt, zal dat belang alleen nog maar toenemen. Zo is betrouwbare informatie voor de beoordeling van macro-economische ontwikkelingen, zoals inflatie, economische groei en de conjunctuur in het algemeen, een absoluut vereiste voor coördinatie tussen de lidstaten en een betere onderlinge afstemming van hun economisch beleid. Voorts heeft Europa een veelheid van statistische gegevens van zo goed mogelijke kwaliteit nodig om zijn strategische doelstellingen te verwezenlijken, d.w.z. om op koers te blijven naar langdurige welvaart, met name door middel van de herziene Lissabonagenda en de geïntegreerde richtsnoeren voor groei en werkgelegenheid, en om zijn inzet voor solidariteit en sociale rechtvaardigheid te vergroten.

    De Europese statistiek levert zo een essentiële bijdrage aan de opbouw van de informatiecapaciteit die nodig is voor de instandhouding van de strategische doelstellingen van de EU, het daaraan ten grondslag liggende beleid en de ondersteunende instrumenten.

    - Motivering en doel van het voorstel

    Dit voorstel heeft tot doel het bestaande juridische kader voor de productie van statistieken op Europees niveau te herzien. Deze herziening is vooral noodzakelijk wegens maatschappelijke veranderingen en omdat de rol van het Europees statistisch systeem (ESS) duidelijker moet worden gedefinieerd.

    Europese statistieken worden geproduceerd en verspreid via het ESS, het operationele partnerschap van het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen (Eurostat), de nationale bureaus voor de statistiek en andere nationale en regionale instanties die in de lidstaten voor de productie en verspreiding van Europese statistieken verantwoordelijk zijn. Europese statistieken worden ook geleverd door de Europese Centrale Bank (ECB) en door het Europees Stelsel van centrale banken (ESCB), hoewel hierbij een afzonderlijke structuur voor statistische governance en andere regels van toepassing zijn [1] . Om de efficiëntie te vergroten, de statistische belasting te verminderen en de kwaliteit te verbeteren, is het echter noodzakelijk dat de samenwerking tussen het ESS en het ESCB met volledige inachtneming van hun respectieve bevoegdheden nog wordt versterkt.

    Zoals de Raad en de Commissie al herhaaldelijk hebben opgemerkt, functioneert het ESS naar behoren en voldoet het aan de criteria inzake onafhankelijkheid, integriteit en verantwoordingsplicht. Afgezien van de hoogwaardige output van het ESS, is de afgelopen jaren ook de governance van het systeem verbeterd, met name door de goedkeuring en toepassing van de Praktijkcode Europese statistieken[2]. Ook de voorstellen voor de oprichting van een Europese Adviescommissie voor statistische governance[3] en een Raadgevend Comité voor de Europese statistiek[4] dragen ertoe bij de bestaande governance van het ESS te verbeteren en te vervolledigen.

    Maar ook al geven deze recente ontwikkelingen blijk van een dynamische realiteit en concrete verworvenheden, zij maken tegelijk heel duidelijk dat de institutionele structuur van het ESS sterker in het Gemeenschapsrecht moet worden verankerd, dat de verantwoordelijkheden en beginselen ervan opnieuw moeten worden gedefinieerd en dat de structuren die aan het ESS ten grondslag liggen, moeten worden vereenvoudigd, zodat beter kan worden ingespeeld op de vele toekomstige uitdagingen. Er is met name behoefte aan versterking van de coördinerende rol en het professioneel leiderschap van de nationale bureaus voor de statistiek op lidstaatniveau en van Eurostat op Commissieniveau. Samenwerking is nodig om aan de toenemende behoefte aan Europese statistieken te voldoen en om bij steeds grotere beperkingen van de middelen prioriteiten te stellen.

    Tegelijk moeten ook de rol en verantwoordelijkheden van Eurostat ten opzichte van zijn nationale partners opnieuw worden bevestigd, zodat het ESS optimaal kan functioneren op een basis van onderling begrip en vertrouwen. Eurostat speelt een fundamentele rol: het geeft de statistische behoeften van de Europese beleidsmakers door aan de statistische partners in de lidstaten en overbrugt de kloof tussen wat gevraagd wordt en wat mogelijk en realistisch is.

    Door de voorgestelde "Europese methode voor de statistiek" zal Eurostat kunnen inspelen op de voortdurend groeiende vraag naar statistieken. Deze methode houdt in dat de productie en verspreiding van Europese aggregaten niet meer volledig gebaseerd hoeft te zijn op door alle nationale bureaus voor de statistiek geproduceerde en verspreide nationale gegevens, en komt dus neer op een ingrijpende wijziging van de structuur van de gegevensverzameling.

    Voorts bestaat er in de onderzoekswereld grote vraag naar een ruimere toegang tot statistische informatie voor analyses in het belang van de wetenschappelijke vooruitgang in Europa. Dat vereist een zekere mate van flexibiliteit in de regeling van de statistische geheimhouding, zodat een gecontroleerde toegang tot gedetailleerde statistische gegevens kan worden gegeven zonder dat daarbij afbreuk wordt gedaan aan het hoge beschermingsniveau voor vertrouwelijke statistische gegevens. De uitwisseling van vertrouwelijke gegevens binnen het ESS en de regels voor de toegang tot dergelijke gegevens voor onderzoeksdoeleinden zijn in dit verband essentiële aspecten, die een modernisering van de huidige rechtsvoorschriften vereisen.

    Tot slot zal de herziening van het juridische basiskader een nieuwe impuls geven aan de bestaande samenwerking tussen de nationale bureaus voor de statistiek en Eurostat, waarbij alle ESS-actoren en de gebruikers van Europese statistieken baat zullen hebben, en zal zij helpen het fundament te leggen voor een succesvolle aanpak van toekomstige statistische uitdagingen.

    - Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied

    Het huidige juridische basiskader voor de productie en verspreiding van statistieken op Europees niveau bestaat uit de volgende wetgeving:

    - Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad van 19 juni 1989 tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen[5];

    - Verordening (Euratom, EEG) nr. 1588/90 van de Raad van 11 juni 1990 betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen[6];

    - Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad van 17 februari 1997 betreffende de communautaire statistiek[7];

    - Beschikking nr. 2367/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende het communautair statistisch programma voor de periode 2003-2007[8].

    Bovengenoemde wetgeving vormt een algemeen kader dat wordt aangevuld door sectorwetgeving voor specifieke statistische gebieden.

    2. RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING

    - Raadpleging van belanghebbende partijen

    Het voorstel is opgesteld na uitgebreide voorbereidingen in de afgelopen jaren. De afzonderlijke onderdelen en de ontwerpteksten zijn samen met de meest direct betrokkenen, d.w.z. de nationale bureaus voor de statistiek en andere partners in het ESS, inclusief de ECB, uitvoerig besproken en aangepast.

    Het voorstel bouwt grotendeels voort op het werk van diverse taskforces die sinds 2003 door het Comité statistisch programma (CSP) zijn opgericht om uiteenlopende aspecten onder de loep te nemen. De lidstaten hebben stelselmatig aan de werkzaamheden van deze taskforces deelgenomen en het CSP is regelmatig van de gemaakte vorderingen op de hoogte gehouden. Ook vond geregeld een brede raadpleging van alle lidstaten plaats. Bij het voorstel is in zeer hoge mate met al dit overleg rekening gehouden. Het Comité statistisch programma is officieel over het ontwerpvoorstel geraadpleegd.

    - Effectbeoordeling

    Bij de beoordeling van de verschillende mogelijkheden tekenden zich duidelijk de volgende alternatieven af:

    - handhaving van het huidige juridische kader:

    - Het staat vast dat deze oplossing geen gevaar oplevert voor de huidige productie van Europese statistieken, daar de bestaande wetgeving een referentiekader biedt. Het is echter waarschijnlijk dat er een steeds bredere kloof zou ontstaan tussen de algemene regels enerzijds en specifieke regelingen die daarvan afwijken anderzijds. Op lange termijn is het zelfs mogelijk dat het publieke vertrouwen in de statistiek wordt ondermijnd en dat men zich gaat afvragen of een algemeen kader eigenlijk wel nodig is. Bovendien zou de kans om de werking van het ESS te verbeteren, waarop hierboven is ingegaan, onbenut blijven;

    - voorstel voor een herziening om aan de naar voren gebrachte punten van zorg tegemoet te komen en gebruik te maken van de aanwezige mogelijkheden om de werking van het ESS op de hierboven beschreven wijze te verduidelijken en efficiënter te maken:

    - Het is duidelijk dat dit voorstel alleen aan zijn doel kan beantwoorden als het geen belangrijke wijzigingen ondergaat.

    3. JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL

    - Samenvatting van de voorgestelde maatregel

    Het voorstel heeft tot doel het huidige juridische basiskader voor Europese statistieken aan de realiteit van vandaag aan te passen en ervoor te zorgen dat het beter berekend is op toekomstige ontwikkelingen en uitdagingen.

    Er wordt onder meer voorgesteld de statistische governance te verbeteren door aanpassing van de desbetreffende definities aan de vereisten van het Verdrag, het ESS en zijn activiteiten steviger in het Gemeenschapsrecht te verankeren, de rol van de nationale bureaus voor de statistiek en van Eurostat nader te verduidelijken, sterker te verwijzen naar de al bestaande Praktijkcode Europese statistieken, de Europese methode voor de statistiek formeel te erkennen en de kwaliteitsaspecten van Europese statistieken nader uit te werken.

    Het voorstel bevat ook bepalingen over de werking van het ESS, met name die tot oprichting van het ESS-comité en de ESS-partnerschapsgroep en die over nauwere samenwerking met andere partners in het ESS en met het ESCB.

    Ook de planning en uitvoering van het meerjarenprogramma worden gewijzigd. Er wordt met name voorgesteld om de Commissie meer vrijheid te geven bij de uitvoering van specifieke statistische acties.

    Tot slot zullen de huidige regels betreffende statistische geheimhouding flexibeler worden, terwijl toch een hoog niveau van gegevensbescherming wordt gehandhaafd.

    - Rechtsgrondslag

    De rechtsgrondslag voor de communautaire statistiek is artikel 285 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap. Dit artikel bepaalt dat de Raad volgens de medebeslissingsprocedure maatregelen voor de opstelling van statistieken moet nemen wanneer dat voor de vervulling van de taken van de Gemeenschap nodig is. Het bevat de eisen waaraan bij de productie van communautaire statistieken moet worden voldaan, namelijk onpartijdigheid, betrouwbaarheid, objectiviteit, wetenschappelijke onafhankelijkheid, kosteneffectiviteit en statistische geheimhouding.

    - Subsidiariteitsbeginsel

    Het voorstel is volledig in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel aangezien de herziening van het bestaande juridische kader voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken een maatregel is die alleen op communautair niveau kan worden uitgevoerd.

    Ook bij de verdeling van de taken tussen het nationale en het communautaire niveau ten aanzien van de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken is uitgegaan van het subsidiariteitsbeginsel.

    4. GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING |

    Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Gemeenschap. |

    5. AANVULLENDE INFORMATIE |

    Vereenvoudiging |

    Het voorstel betreft een vereenvoudiging vanuit juridisch, institutioneel en operationeel oogpunt. Ten eerste heeft het voorstel tot doel het huidige juridische kader voor de productie en verspreiding van statistieken op Europees niveau te vereenvoudigen, met name door een aantal communautaire besluiten op statistisch gebied tot één tekst te consolideren. Ten tweede wordt een institutionele vereenvoudiging bereikt door het Comité statistisch programma en het Comité statistisch geheim tot één comité samen te voegen. Ten derde wordt de werking van het ESS vereenvoudigd, doordat nieuwe vereenvoudigingsinstrumenten worden erkend en op ruimere schaal worden gebruikt, zoals de berekening van Europese aggregaten op basis van de Europese methode voor de statistiek (zie artikel 17 van het voorstel) of verbetering van de procedure voor de planning en vaststelling van de jaarlijkse statistische programma's. Deze instrumenten zijn al als vereenvoudigingsmiddel genoemd in de mededeling van de Commissie betreffende verlichting van de responslast, vereenvoudiging en prioritering op het gebied van communautaire statistieken[9]. In dit verband zij er ook aan herinnerd dat de Europese statistiek een van de prioritaire gebieden is voor de door de Commissie te verrichten meting van de administratieve lasten die uit informatieverplichtingen voortvloeien[10]. Tot slot is dit geen nieuw initiatief omdat een mogelijke herziening van de statistische wetgeving, d.w.z. van Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad van 17 februari 1997 betreffende de communautaire statistiek, al werd overwogen in het eerste verslag over de uitvoering van het actiekader "Modernisering en vereenvoudiging van het acquis communautaire", dat in 2003 door de Commissie werd goedgekeurd[11]. |

    Europese Economische Ruimte De voorgestelde maatregel betreft een onderwerp dat onder de EER-Overeenkomst valt en moet daarom worden uitgebreid tot de Europese Economische Ruimte. |

    2007/0220 (COD)

    Voorstel voor een

    VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

    betreffende de Europese statistiek

    (Voor de EER relevante tekst) (Voor de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat op het gebied van statistiek relevante tekst)

    HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 285, lid 1,

    Gezien het voorstel van de Commissie[12],

    Na raadpleging van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming,

    Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag[13],

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) Met het oog op de coherentie en vergelijkbaarheid van Europese statistieken, die in overeenstemming met de beginselen van artikel 285, lid 2, van het Verdrag zijn opgesteld, moeten de samenwerking en coördinatie tussen de instanties die aan de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken bijdragen, worden versterkt.

    (2) Daartoe moeten de samenwerking en coördinatie van die instanties systematischer en op beter georganiseerde wijze worden ontwikkeld, waarbij de nationale en communautaire bevoegdheden en institutionele regelingen ten volle in acht moeten worden genomen en rekening moet worden gehouden met de noodzaak het huidige juridische basiskader te herzien en aan te passen aan de realiteit van vandaag en ervoor te zorgen dat het beter berekend is op toekomstige uitdagingen.

    (3) De activiteiten van het Europees statistisch systeem (ESS) moeten derhalve worden geconsolideerd en de governance van dat systeem moet worden verbeterd, met name om de rol van de nationale bureaus voor de statistiek en die van de Commissie (Eurostat) nader te verduidelijken.

    (4) Gezien de specifieke aard van de nationale bureaus voor de statistiek en de andere nationale instanties die in de lidstaten voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken verantwoordelijk zijn, moet worden bepaald dat aan hen zonder oproep tot het indienen van voorstellen subsidies mogen worden toegekend overeenkomstig artikel 168, lid 1, onder d), van Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen[14].

    (5) De statistische instanties van de lidstaten van de Europese Vrijhandelsassociatie die deel uitmaken van de Europese Economische Ruimte, en van Zwitserland moeten ingevolge respectievelijk de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, met name artikel 76 en protocol 3, en de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat op het gebied van statistiek, met name artikel 2, nauw bij de versterkte samenwerking en coördinatie worden betrokken.

    (6) Voorts moet ingevolge artikel 5 van het aan het Verdrag gehechte Protocol (nr.18) betreffende de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken (ESCB) en van de Europese Centrale Bank (ECB) worden gezorgd voor nauwe samenwerking en passende coördinatie tussen het ESS en het ESCB, waarbij met name de uitwisseling van vertrouwelijke gegevens tussen beide systemen voor statistische doeleinden moet worden gestimuleerd.

    (7) Er zullen dus zowel door het ESS als door het ESCB Europese statistieken worden ontwikkeld, geproduceerd en verspreid, maar binnen een verschillend juridisch kader dat voortvloeit uit de governancestructuur van elk systeem. Deze verordening moet Verordening (EG) nr. 2533/98 van de Raad van 23 november 1998 met betrekking tot het verzamelen van statistische gegevens door de Europese Centrale Bank[15] derhalve onverlet laten.

    (8) Hoewel de ECB en de nationale centrale banken niet deelnemen aan de productie van Europese statistieken op grond van deze verordening, kunnen door de centrale bank geproduceerde gegevens derhalve toch direct of indirect door nationale instanties en de communautaire instantie voor de productie van Europese statistieken worden gebruikt, wanneer een nationale centrale bank en de communautaire instantie dat binnen de grenzen van hun respectieve bevoegdheden zijn overeengekomen en onverminderd nationale regelingen die tussen de nationale centrale bank en de nationale instantie van toepassing zijn. Evenzo kunnen de ECB en de nationale centrale banken binnen de grenzen van hun bevoegdheden ook direct of indirect gebruik maken van door het ESS geproduceerde gegevens.

    (9) Het Comité voor monetaire, financiële en betalingsbalansstatistiek, dat is opgericht bij Besluit 2006/856/EG van de Raad[16], speelt in de algemene context van de betrekkingen tussen het ESS en het ESCB een belangrijke rol, met name door de bijstand die het aan de Commissie verleent bij de opstelling en uitvoering van werkprogramma's op het gebied van de monetaire, financiële en betalingsbalansstatistiek.

    (10) Het is belangrijk voor een nauwe samenwerking en passende coördinatie tussen het ESS en andere actoren in het internationale statistische systeem te zorgen.

    (11) Ook moet de werking van het ESS worden herzien, aangezien flexibeler methoden voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken en een duidelijke prioritering noodzakelijk zijn om de responslast te verminderen en de beschikbaarheid en tijdigheid van Europese statistieken te verbeteren. Hiertoe is de Europese methode voor de statistiek opgesteld.

    (12) Terwijl Europese statistieken gewoonlijk zijn gebaseerd op nationale gegevens die door de nationale statistische instanties van alle lidstaten worden geproduceerd en verspreid, kunnen zij ook worden geproduceerd aan de hand van niet-gepubliceerde nationale bijdragen, deelverzamelingen van nationale bijdragen en Europese statistische enquêtes of door middel van specifiek voor dat doel ontwikkelde geharmoniseerde begrippen of methoden.

    (13) In die gevallen kan gebruik worden gemaakt van de Europese methode voor de statistiek, een pragmatische strategie om de opstelling van Europese statistische aggregaten die voor het Gemeenschapsbeleid van bijzonder belang zijn, te vergemakkelijken.

    (14) Ook is het mogelijk gezamenlijke structuren, instrumenten en processen vast te stellen of verder te ontwikkelen door middel van samenwerkingsnetwerken, die nationale instanties en de betrokken diensten van de Commissie omvatten en die de specialisatie van bepaalde lidstaten op het gebied van specifieke statistische activiteiten ten gunste van het gehele ESS bevorderen. Deze samenwerkingsnetwerken tussen partners van het ESS moeten erop gericht zijn dubbel werk te voorkomen en daardoor de efficiëntie te verhogen en de responslast voor marktdeelnemers te verminderen.

    (15) Het voorgestelde betere regelgevingsklimaat voor de Europese statistiek moet met name beantwoorden aan de behoefte aan een zo gering mogelijke responslast voor ondernemingen en moet er in overeenstemming met de conclusies van het voorzitterschap van de Europese Raad van 8 en 9 maart 2007 meer in het algemeen toe bijdragen dat de administratieve lasten ten gevolge van EU-wetgeving verminderen; in dit verband moet echter ook worden gewezen op de belangrijke rol van de nationale instanties bij de vermindering van de lasten voor Europese ondernemingen op nationaal niveau.

    (16) Ingevolge artikel 285, lid 2, van het Verdrag en gelet op de grondbeginselen van de officiële statistiek die de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties op 15 april 1992 en de Statistische Commissie van de Verenigde Naties op 14 april 1994 hebben goedgekeurd alsmede op de beginselen in de Praktijkcode Europese statistieken die de Commissie in haar aanbeveling over de onafhankelijkheid, integriteit en verantwoordingsplicht van de nationale en communautaire statistische instanties heeft bevestigd, moeten de statistische instanties blijk geven van professionele onafhankelijkheid en zorg dragen voor onpartijdigheid en een hoge kwaliteit bij de productie van Europese statistieken, teneinde het vertrouwen in Europese statistieken te vergroten.

    (17) De ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken moeten in overeenstemming zijn met de beste internationale praktijken.

    (18) Het recht op eerbiediging van het privéleven en het familie- en gezinsleven en het recht op bescherming van persoonsgegevens, die zijn neergelegd in de artikelen 7 en 8 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, moeten worden gewaarborgd.

    (19) Deze verordening garandeert de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en verduidelijkt, wat de Europese statistiek betreft, de regels van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens[17] en van Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens[18].

    (20) De vertrouwelijke gegevens die de nationale en communautaire statistische instanties voor de productie van Europese statistieken verzamelen, moeten worden beschermd om het vertrouwen te winnen en te behouden van degenen die voor het verstrekken van die gegevens verantwoordelijk zijn; de geheimhouding van statistische informatie moet in alle lidstaten op dezelfde beginselen zijn gebaseerd.

    (21) Daartoe moeten gemeenschappelijke regels worden opgesteld ter waarborging van de geheimhouding van gegevens die voor de productie van Europese statistieken worden gebruikt en van de toegang tot die vertrouwelijke gegevens met inachtneming van de technische ontwikkelingen en de behoeften van gebruikers in een democratische samenleving.

    (22) De beschikbaarheid van individuele gegevens ten behoeve van het ESS is vooral van belang om zoveel mogelijk voordeel te trekken van de statistische informatie en een betere harmonisatie van Europese statistieken te waarborgen.

    (23) De onderzoekswereld moet in ruimere mate toegang hebben tot statistische informatie voor analyses in het belang van de wetenschappelijke vooruitgang in Europa en daarom moeten onderzoekers op Gemeenschapsniveau meer gebruik kunnen maken van vertrouwelijke gegevens voor wetenschappelijke doeleinden, zonder dat afbreuk wordt gedaan aan het hoge beschermingsniveau dat voor vertrouwelijke statistische gegevens vereist is.

    (24) Het gebruik van vertrouwelijke gegevens voor administratieve, gerechtelijke, fiscale of controledoeleinden tegen gegevenssubjecten moet streng worden verboden.

    (25) Deze verordening moet Richtlijn 2003/4/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2003 inzake de toegang van het publiek tot milieu-informatie[19] en Verordening (EG) nr. 1367/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 6 september 2006 betreffende de toepassing van de bepalingen van het Verdrag van Aarhus betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden op de communautaire instellingen en organen [20] onverlet laten.

    (26) Daar de doelstelling van deze verordening, namelijk de vaststelling van een juridisch kader voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve beter door de Gemeenschap kan worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.

    (27) De voor de uitvoering van deze verordening vereiste maatregelen worden vastgesteld overeenkomstig Besluit 1999/468/EG van de Raad van 28 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de uitoefening van de aan de Commissie verleende uitvoeringsbevoegdheden[21].

    (28) Aan de Commissie moet met name de bevoegdheid worden verleend om maatregelen te nemen betreffende de kwaliteitsaspecten van Europese statistieken en om de voorwaarden vast te stellen waaronder voor wetenschappelijke doeleinden toegang tot vertrouwelijke gegevens kan worden verleend. Aangezien het daarbij gaat om maatregelen van algemene strekking die ten doel hebben de verordening aan te vullen door de toevoeging van niet-essentiële onderdelen, moeten zij worden vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure met toetsing van artikel 5 bis van Besluit 1999/468/EG.

    (29) De in deze verordening beschreven maatregelen moeten die in Verordening (Euratom, EG) nr. …./…. van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen[22] [COM(2006) 477] , Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad van 17 februari 1997 betreffende de communautaire statistiek[23] en Besluit 89/382/EEG, Euratom van de Raad van 19 juni 1989 tot oprichting van een Comité statistisch programma van de Europese Gemeenschappen[24] vervangen. Deze besluiten moeten bijgevolg worden ingetrokken. De uitvoeringsbepalingen in Verordening (EG) nr. 831/2002 van de Commissie van 17 mei 2002 tot tenuitvoerlegging van Verordening (EG) nr. 322/97 van de Raad betreffende de communautaire statistiek, met betrekking tot de toegang tot vertrouwelijke gegevens voor wetenschappelijke doeleinden[25] en Beschikking 2004/452/EG van de Commissie van 29 april 2004 tot vaststelling van een lijst van organen waarvan de onderzoekers voor wetenschappelijke doeleinden toegang hebben tot vertrouwelijke gegevens[26] moeten van toepassing blijven.

    (30) Het Comité statistisch programma is geraadpleegd,

    HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

    HOOFDSTUK I Algemene bepalingen

    Artikel 1Europese statistieken

    Deze verordening stelt een juridisch kader voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken vast.

    In overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel en met de onafhankelijkheid, integriteit en verantwoordingsplicht van de nationale en communautaire instanties zijn Europese statistieken relevant en nodig om de activiteiten van de Europese Gemeenschap te kunnen verrichten. Zij worden in overeenstemming met de statistische beginselen van artikel 285, lid 2, van het Verdrag en van artikel 2 van deze verordening en in het kader van het Europees statistisch programma ontwikkeld, geproduceerd en verspreid.

    Artikel 2 Statistische beginselen

    1. Aan de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken liggen de volgende statistische beginselen ten grondslag:

    1. "professionele onafhankelijkheid": de ontwikkeling, productie en verspreiding van statistieken moeten op onafhankelijke wijze geschieden, zonder inmenging van politieke of andere belangengroepen, met name ten aanzien van de keuze van de te gebruiken technieken, definities, methoden en bronnen en het tijdstip en de inhoud van alle vormen van verspreiding;

    2. "onpartijdigheid": de ontwikkeling, productie en verspreiding van statistieken moeten op neutrale wijze geschieden en alle gebruikers moeten gelijk worden behandeld;

    3. "objectiviteit": de ontwikkeling, productie en verspreiding van statistieken moeten op stelselmatige, betrouwbare en onbevooroordeelde wijze geschieden; dat betekent dat beroepsregels en ethische normen moeten worden nageleefd en dat het gevolgde beleid en de gehanteerde praktijken transparant voor de gebruikers en geënquêteerden moeten zijn;

    4. "betrouwbaarheid": de statistieken moeten de realiteit die zij dienen weer te geven zo getrouw, accuraat en consistent mogelijk meten; dat betekent dat bij de keuze van bronnen, methoden en procedures wetenschappelijke criteria moeten worden toegepast;

    5. "statistische geheimhouding": vertrouwelijke gegevens betreffende individuele gegevenssubjecten die direct voor statistische doeleinden of indirect uit administratieve of andere bronnen zijn verkregen, moeten worden beschermd; dat betekent dat het verboden is de verkregen gegevens voor niet-statistische doeleinden te gebruiken of ze op onrechtmatige wijze openbaar te maken;

    6. "kosteneffectiviteit": de kosten voor de productie van statistieken moeten evenredig zijn aan het belang van de resultaten en de nagestreefde voordelen, de middelen moeten optimaal worden gebruikt en de responslast moet zo gering mogelijk worden gehouden. Waar mogelijk, moeten de gevraagde gegevens gemakkelijk uit beschikbare bestanden of bronnen verkrijgbaar zijn.

    2. Bij de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken worden de beste internationale praktijken in acht genomen.

    Artikel 3 Definities

    Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

    7. "statistiek": kwantitatieve en kwalitatieve, geaggregeerde en representatieve informatie die een collectief verschijnsel in een onderzochte populatie beschrijft;

    8. "statistische informatie": allerlei soorten statistieken, inclusief basisgegevens, indicatoren, rekeningen en metagegevens;

    9. "ontwikkeling": de activiteiten die tot doel hebben de statistische methoden, normen en procedures voor de productie en verspreiding van statistische informatie vast te stellen, te versterken en te verbeteren en nieuwe statistieken en indicatoren uit te werken.

    10. "productie": alle activiteiten die nodig zijn voor de verzameling, opslag, verwerking, opstelling en analyse van statistische informatie;

    11. "verspreiding": het toegankelijk maken van statistieken en statistische analyses voor gebruikers;

    12. "gegevensverzameling": enquêtes en alle andere wijzen waarop informatie uit diverse bronnen wordt ingewonnen;

    13. "gegevenssubject": de elementaire waarnemingseenheid, namelijk een natuurlijk persoon, een huishouden, een marktdeelnemer of een andere onderneming, waarop de gegevens betrekking hebben;

    14. "vertrouwelijke gegevens": gegevens die door de nationale instanties en Eurostat voor statistische doeleinden worden gebruikt en die het mogelijk maken gegevenssubjecten direct of indirect te identificeren, waardoor individuele gegevens worden onthuld. Teneinde vast te stellen of een gegevenssubject kan worden geïdentificeerd, wordt rekening gehouden met alle middelen die redelijkerwijs door een derde kunnen worden gebruikt om het gegevenssubject te identificeren;

    15. "gebruik voor statistische doeleinden": het exclusieve gebruik voor de ontwikkeling en productie van statistische resultaten en analyses;

    16. "directe identificatie": de identificatie van een gegevenssubject aan de hand van zijn naam of adres of een algemeen toegankelijk identificatienummer;

    17. "indirecte identificatie": de identificatie van een gegevenssubject op andere wijze dan door directe identificatie;

    18. "ambtenaren van de Commissie (Eurostat)": de bij de Commissie (Eurostat) werkzame ambtenaren van de Europese Gemeenschappen in de zin van artikel 1 van het Statuut van ambtenaren van de Europese Gemeenschappen;

    19. "andere personeelsleden van de Commissie (Eurostat)": de bij de Commissie (Eurostat) werkzame personeelsleden van de Europese Gemeenschappen in de zin van de artikelen 2 tot en met 5 van de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Gemeenschappen.

    HOOFDSTUK IIStatistische governance

    Artikel 4Het Europees statistisch systeem

    1. Het Europees statistisch systeem (ESS) is het partnerschap tussen de communautaire statistische instantie, te weten de Commissie (Eurostat), en de nationale bureaus voor de statistiek en andere instanties (nationale instanties) die in elke lidstaat voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken verantwoordelijk zijn.

    2. De hoofden van de nationale bureaus voor de statistiek van de lidstaten en de Commissie (Eurostat) vormen de ESS-partnerschapsgroep en komen als zodanig ten minste drie keer per jaar bijeen om het ESS van professioneel advies te dienen bij de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken overeenkomstig de statistische beginselen.

    3. De ESS-partnerschapsgroep behandelt de volgende vraagstukken:

    20. maatregelen voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken, inclusief de Europese methode voor de statistiek, de rechtvaardiging van de maatregelen vanuit het oogpunt van de kosteneffectiviteit, de middelen en tijdschema's voor de uitvoering van de maatregelen en de responslast voor de geënquêteerden;

    21. de hoofdlijnen van het Europees statistisch programma;

    22. ontwikkelingen en prioriteiten van het Europees statistisch programma, met name op basis van het tussentijdse evaluatieverslag dat overeenkomstig artikel 11, lid 2, door de Commissie (Eurostat) wordt opgesteld;

    23. vraagstukken betreffende de statistische geheimhouding;

    24. andere vraagstukken, vooral op het gebied van de methoden, die bij de opstelling of uitvoering van statistische programma's naar voren komen.

    4. De ESS-partnerschapsgroep stelt een Praktijkcode voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken op, die door de Commissie wordt gepubliceerd. De Praktijkcode heeft tot doel ervoor te zorgen dat het publiek vertrouwen heeft in de Europese statistiek en stelt daartoe vast hoe Europese statistieken in overeenstemming met de statistische beginselen en de beste internationale statistische praktijken moeten worden ontwikkeld, geproduceerd en verspreid. De Praktijkcode wordt zo nodig herzien en bijgewerkt.

    Artikel 5 Nationale bureaus voor de statistiek en andere nationale instanties

    1. Het nationale bureau voor de statistiek van elke lidstaat is verantwoordelijk voor de coördinatie van alle activiteiten op nationaal niveau in verband met de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om toepassing van deze bepaling te waarborgen.

    2. De Commissie (Eurostat) publiceert op haar website een lijst van de andere nationale instanties die door de lidstaten zijn aangewezen, en houdt deze bij.

    3. Aan de nationale bureaus voor de statistiek en de andere, op de in lid 2 bedoelde lijst opgenomen nationale instanties kunnen zonder oproep tot het indienen van voorstellen subsidies worden toegekend.

    Artikel 6 Commissie (Eurostat)

    1. De Commissie (Eurostat) draagt er op communautair niveau zorg voor dat Europese statistieken volgens de vastgestelde regels en statistische beginselen worden geproduceerd; zij beslist in dit verband als enige over processen, statistische methoden, normen en procedures en over de inhoud en het tijdstip van statistische publicaties.

    2. Onverminderd artikel 5 van het Protocol betreffende de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken (ESCB) en van de Europese Centrale Bank (ECB), coördineert de Commissie (Eurostat) de statistische activiteiten van de instellingen en organen van de Gemeenschap, met name met het oog op de samenhang en kwaliteit van de gegevens en het zo gering mogelijk houden van de responslast. De Commissie (Eurostat) kan daartoe een instelling of orgaan van de Gemeenschap verzoeken haar te raadplegen en met haar samen te werken bij de ontwikkeling van methoden en systemen voor statistische doeleinden op het gebied waarop zij of het bevoegd is; instellingen en organen die statistieken willen produceren, raadplegen de Commissie (Eurostat) en houden rekening met eventuele aanbevelingen die deze ter zake doet.

    Artikel 7 Samenwerking met andere organen

    Het Raadgevend Comité voor de Europese statistiek en de Europese Adviescommissie voor statistische governance worden binnen de grenzen van hun respectieve bevoegdheden geraadpleegd.

    Artikel 8 Samenwerking met het ESCB

    Teneinde de responslast zo gering mogelijk te houden en de voor de productie van Europese statistieken noodzakelijke coherentie te garanderen, moeten het ESCB en het ESS nauw met elkaar samenwerken en daarbij de statistische beginselen in acht nemen.

    Artikel 9 Internationale samenwerking

    Onverminderd het standpunt van afzonderlijke lidstaten coördineert de Commissie (Eurostat) het standpunt van het ESS op internationaal niveau met betrekking tot vraagstukken die voor Europese statistieken van bijzonder belang zijn alsmede de specifieke organisatie van de vertegenwoordiging in internationale statistische instellingen.

    Artikel 10 Statistische kwaliteit

    1. Om een goede kwaliteit van de resultaten te waarborgen, worden Europese statistieken geproduceerd op basis van uniforme normen en geharmoniseerde methoden. Daarbij zijn de volgende kwaliteitsaspecten van toepassing:

    25. "relevantie" heeft betrekking op de mate waarin statistieken voldoen aan de huidige en potentiële behoeften van de gebruikers;

    26. "nauwkeurigheid" heeft betrekking op de mate waarin de schattingen de onbekende werkelijke waarden benaderen;

    27. "tijdigheid" heeft betrekking op de tijdspanne tussen de beschikbaarheid van de informatie en de gebeurtenis die of het verschijnsel dat door de informatie wordt beschreven;

    28. "punctualiteit" heeft betrekking op de tijdspanne tussen de datum van publicatie van de gegevens en de datum waarop ze hadden moeten worden gepubliceerd;

    29. "toegankelijkheid" en "duidelijkheid" hebben betrekking op de voorwaarden waaronder de gebruikers de gegevens kunnen verkrijgen, gebruiken en interpreteren;

    30. "vergelijkbaarheid" heeft betrekking op de meting van het effect van verschillen in de toegepaste statistische begrippen, meetinstrumenten en meetprocedures wanneer statistieken tussen geografische gebieden, sectoren of in de tijd worden vergeleken;

    31. "coherentie" heeft betrekking op de mate waarin de gegevens op betrouwbare wijze op verschillende manieren en voor verschillende doeleinden kunnen worden gecombineerd;

    2. Bij de toepassing van de in lid 1 vastgelegde kwaliteitsaspecten op gegevens die onder sectorwetgeving voor specifieke statistische gebieden vallen, bepaalt de Commissie overeenkomstig de in artikel 27, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure de voorwaarden, structuur en frequentie van de kwaliteitsverslagen die op grond van de sectorwetgeving moeten worden opgesteld. Specifieke kwaliteitsvereisten, zoals streefwaarden en minimumnormen voor de productie van statistieken, kunnen in de sectorwetgeving worden vastgelegd. Wanneer hiertoe in de sectorwetgeving geen bepalingen zijn opgenomen, kan de Commissie maatregelen nemen. Het gaat hierbij om maatregelen die bedoeld zijn om niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen door deze aan te vullen en die derhalve worden vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure met toetsing als bedoeld in artikel 27, lid 3.

    3. De lidstaten dienen bij de Commissie (Eurostat) een verslag over de kwaliteit van de verstrekte gegevens in. De Commissie (Eurostat) beoordeelt de kwaliteit van de ingediende gegevens en publiceert deze.

    HOOFDSTUK III Productie van Europese statistieken

    Artikel 11Europees statistisch programma

    1. Het Europees statistisch programma legt het kader voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken, de voornaamste gebieden en de doelstellingen van de voorgenomen acties vast voor een periode van niet meer dan vijf jaar. Het wordt door het Europees Parlement en de Raad vastgesteld.

    2. Voor elk Europees statistisch programma dient de Commissie tijdens het derde loopjaar van het programma een tussentijds verslag en binnen twaalf maanden na afloop van het programma een eindverslag in bij het Europees Parlement en de Raad.

    Artikel 12 Uitvoering van het Europees statistisch programma

    1. Het Europees statistisch programma wordt uitgevoerd door middel van specifieke statistische acties die worden vastgesteld hetzij:

    32. door het Europees Parlement en de Raad; hetzij

    33. in uitzonderlijke gevallen, door de Commissie onder de voorwaarden van artikel 15; hetzij

    34. door middel van een overeenkomst tussen de nationale instanties en Eurostat binnen de grenzen van hun respectieve bevoegdheden. Deze overeenkomst wordt schriftelijk vastgelegd.

    2. Bij de uitvoering van een actie als bedoeld in lid 1, onder a) of onder b), stelt de Commissie de doelstellingen van de actie vast en maakt zij een analyse van de kosteneffectiviteit, inclusief een beoordeling van de responslast.

    Artikel 13Samenwerkingsnetwerken

    In het kader van de specifieke statistische acties worden, waar mogelijk, binnen het ESS synergieën ontwikkeld door in het kader van samenwerkingsnetwerken kennis en resultaten te delen of specialisatie in specifieke taken te stimuleren. Hiertoe wordt een passende financiële structuur ontwikkeld.

    Artikel 14 Europese methode voor de statistiek

    1. De Europese methode voor de statistiek heeft tot doel:

    35. de beschikbaarheid en tijdigheid van Europese aggregaten te optimaliseren wanneer de productie en verspreiding van Europese statistieken al dan niet geheel afhankelijk zijn van nationale gegevens die worden geproduceerd en verspreid door de nationale instanties van alle lidstaten;

    36. de indiening van gegevens en de publicatie en herziening van statistieken te optimaliseren wanneer behoefte bestaat aan een gecoördineerd beleid en een gecoördineerde methode.

    2. De maatregelen worden vastgelegd in de in artikel 12, lid 1, bedoelde specifieke statistische acties voor de specifieke statistische sectoren of overeenkomstig de regelgevingsprocedure met toetsing.

    Artikel 15 Tijdelijke directe statistische acties van de Commissie (Eurostat)

    De Commissie kan overeenkomstig de in artikel 27, lid 2, bedoelde regelgevingsprocedure tot een tijdelijke directe statistische actie besluiten, op voorwaarde dat:

    37. de actie niet langer duurt dan het op dat ogenblik lopende Europees statistisch programma;

    38. de te verzamelen gegevens al bij de verantwoordelijke nationale instanties beschikbaar of toegankelijk zijn of direct kunnen worden verkregen en er steekproeven worden gebruikt die geschikt zijn voor de waarneming van de statistische populatie op Europees niveau.

    Artikel 16Jaarprogramma van de werkzaamheden

    Elk jaar legt de Commissie vóór eind mei haar werkprogramma voor het volgende jaar ter bestudering aan het ESS-comité voor. Dit werkprogramma bevat met name:

    39. de acties die volgens de Commissie van prioritair belang zijn, rekening houdend met de beleidsbehoeften van de Gemeenschap en de nationale en communautaire financiële beperkingen;

    40. de procedures en eventuele wetgeving die door de Commissie voor de uitvoering van het programma worden overwogen.

    De Commissie houdt zoveel mogelijk rekening met de opmerkingen van het ESS-comité.

    HOOFDSTUK IV Verspreiding van Europese statistieken

    Artikel 17Verspreidingsmaatregelen

    1. Bij de verspreiding van Europese statistieken worden de statistische beginselen volledig in acht genomen, met name wat de statistische geheimhouding en de waarborging van gelijke toegang op grond van het onpartijdigheidsbeginsel betreft.

    2. Europese statistieken worden door de Commissie (Eurostat), de nationale bureaus voor de statistiek en de andere nationale instanties binnen de grenzen van hun respectieve bevoegdheden verspreid.

    3. De lidstaten en de Commissie bieden de nodige ondersteuning, teneinde te waarborgen dat alle gebruikers gelijke toegang tot Europese statistieken hebben.

    Artikel 18 Bestanden voor publiek gebruik

    Individuele gegevens mogen worden verspreid in de vorm van een bestand voor publiek gebruik dat bestaat uit anoniem gemaakte gegevens die op dusdanige wijze zijn bewerkt dat het gegevenssubject niet kan worden geïdentificeerd, rekening houdend met alle middelen die een derde redelijkerwijs daartoe zou kunnen gebruiken.

    HOOFDSTUK V Statistische geheimhouding

    Artikel 19Bescherming van vertrouwelijke gegevens binnen het ESS

    1. De volgende regels en maatregelen zijn van toepassing om te waarborgen dat vertrouwelijke gegevens uitsluitend voor statistische doeleinden worden gebruikt en niet op onrechtmatige wijze openbaar worden gemaakt.

    2. De nationale instanties en de Commissie (Eurostat) zien erop toe dat vertrouwelijke gegevens uitsluitend voor statistische doeleinden worden gebruikt, tenzij de gegevenssubjecten er schriftelijk mee hebben ingestemd dat de gegevens voor een ander specifiek doel worden gebruikt.

    3. Statistische resultaten aan de hand waarvan een gegevenssubject kan worden geïdentificeerd, mogen in uitzonderlijke gevallen door de nationale instanties en de Commissie (Eurostat) worden verspreid; de specifieke voorwaarden hiervoor worden in het Gemeenschapsrecht vastgelegd. Deze resultaten worden, wanneer het gegevenssubject daarom verzoekt, dusdanig gewijzigd dat de verspreiding ervan geen afbreuk doet aan de statistische geheimhouding.

    4. De nationale instanties en de Commissie (Eurostat) treffen alle nodige wetgevende, administratieve, technische en organisatorische maatregelen om ervoor te zorgen dat de methoden, criteria en praktijken binnen het ESS op het punt van de fysieke en logische bescherming van vertrouwelijke gegevens zijn geharmoniseerd (controle op de openbaarmaking van statistische gegevens).

    De Commissie stelt de voor de uitvoering van de eerste alinea noodzakelijke maatregelen vast volgens de regelgevingsprocedure als bedoeld in artikel 27, lid 2.

    5. Ambtenaren en andere personeelsleden van nationale instanties die toegang hebben tot vertrouwelijke gegevens blijven ook na beëindiging van hun functie aan de statistische geheimhoudingsplicht gehouden.

    Artikel 20 Doorgifte van vertrouwelijke gegevens

    1. Vertrouwelijke gegevens mogen tussen de nationale instanties onderling en tussen de nationale instanties en de Commissie (Eurostat) worden doorgegeven, mits dat voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken noodzakelijk is. Voor verdere doorgiften moet nadrukkelijk toestemming worden verleend door de nationale instantie die de gegevens heeft verzameld.

    2. Er mag geen beroep worden gedaan op nationale regels betreffende de statistische geheimhouding om de doorgifte van vertrouwelijke gegevens te voorkomen wanneer communautaire wetgeving in de doorgifte van die gegevens voorziet.

    3. De uitwisseling van vertrouwelijke gegevens voor statistische doeleinden tussen het ESS en het ESCB is toegestaan wanneer dat nodig wordt geacht voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese of ESCB-statistieken en indien de communautaire wetgeving uitdrukkelijk daarin voorziet.

    4. De in deze verordening vastgelegde beschermingsmaatregelen zijn van toepassing op alle vertrouwelijke gegevens die binnen het ESS en tussen het ESS en het ESCB worden doorgegeven.

    Artikel 21 Bescherming van vertrouwelijke gegevens in de Commissie (Eurostat)

    1. Afgezien van de in lid 2 bedoelde uitzonderlijke gevallen zijn vertrouwelijke gegevens alleen toegankelijk voor ambtenaren van de Commissie (Eurostat), die de gegevens uitsluitend voor statistische doeleinden mogen gebruiken.

    2. De Commissie (Eurostat) mag in uitzonderlijke gevallen haar andere personeelsleden en andere natuurlijke personen die onder contract voor de Commissie (Eurostat) werken, toegang tot vertrouwelijke gegevens geven.

    3. Personen die toegang tot vertrouwelijke gegevens hebben, gebruiken deze alleen voor de in deze verordening vastgelegde doeleinden. Deze beperking geldt voor hen ook nadat zij hun functie hebben beëindigd.

    Artikel 22 Toegang tot vertrouwelijke gegevens voor onderzoeksdoeleinden

    De Commissie (Eurostat) kan op communautair niveau toegang tot vertrouwelijke gegevens verlenen aan onderzoekers die statistische analyses voor wetenschappelijke doeleinden uitvoeren. Indien de gegevens bij Eurostat zijn ingediend, moet de nationale instantie die de gegevens heeft verstrekt haar toestemming verlenen.

    De regels en voorwaarden voor toegang worden door de Commissie vastgesteld. Het gaat hierbij om maatregelen die bedoeld zijn om niet-essentiële onderdelen van deze verordening te wijzigen door deze aan te vullen en die derhalve worden vastgesteld volgens de regelgevingsprocedure met toetsing als bedoeld in artikel 27, lid 3.

    Artikel 23 Toegang tot administratieve bestanden

    Om de responslast zo gering mogelijk te houden, hebben de nationale instanties en de Commissie (Eurostat) toegang tot administratieve gegevensbronnen op de verschillende gebieden van hun eigen openbaar bestuur, voor zover de desbetreffende gegevens noodzakelijk zijn voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken.

    De praktische regelingen en de beperkingen en voorwaarden voor toegang worden, waar nodig, vastgesteld door de lidstaten en de Commissie binnen de grenzen van hun respectieve bevoegdheden.

    Artikel 24 Gegevens uit openbare bronnen

    Gegevens uit bronnen waartoe het publiek op rechtmatige wijze toegang heeft, worden niet als vertrouwelijk beschouwd voor de verspreiding van statistische informatie die aan de hand van deze gegevens is verkregen.

    Artikel 25 Toestemming door het gegevenssubject

    De statistische geheimhouding belet niet dat de gegevens worden verspreid wanneer het gegevenssubject met openbaarmaking ervan heeft ingestemd.

    Artikel 26 Schending van de statistische geheimhouding

    De lidstaten en de Commissie treffen passende maatregelen om schending van de statistische geheimhouding te voorkomen en te bestraffen.

    HOOFDSTUK VI Slotbepalingen

    Artikel 27Comité

    1. De Commissie wordt bijgestaan door het Comité voor het Europees statistisch systeem, hierna het ESS-comité genoemd.

    2. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is de regelgevingsprocedure van de artikelen 5 en 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.

    De in artikel 5, lid 6, van Besluit 1999/468/EG bedoelde termijn bedraagt drie maanden.

    3. Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 bis, leden 1 tot en met 4, en artikel 7 van Besluit 1999/468/EG van toepassing, met inachtneming van artikel 8 van dat besluit.

    Artikel 28 Intrekking

    1. Verordening (Euratom, EG) [ nr. …./…. van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toezending van onder de statistische geheimhoudingsplicht vallende gegevens aan het Bureau voor de Statistiek van de Europese Gemeenschappen [COM(2006) 477] ] wordt hierbij ingetrokken.

    Verwijzingen naar de ingetrokken verordening worden beschouwd als verwijzingen naar deze verordening.

    Verwijzingen naar het Comité statistisch geheim, dat bij de ingetrokken verordening is opgericht, worden beschouwd als verwijzingen naar het ESS-comité dat bij artikel 27 van deze verordening is opgericht.

    2. Verordening (EG) nr. 322/97 wordt ingetrokken.

    Verwijzingen naar de ingetrokken verordening worden beschouwd als verwijzingen naar deze verordening.

    3. Besluit 89/382/EEG, Euratom, wordt ingetrokken.

    Verwijzingen naar het comité worden beschouwd als verwijzingen naar het ESS-comité dat bij artikel 27 van deze verordening is opgericht.

    Artikel 29 Inwerkingtreding

    Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie .

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel,

    Voor het Europees Parlement Voor de Raad

    De Voorzitter De Voorzitter

    [1] Verordening (EG) nr. 2533/98 van de Raad van 23 november 1998 met betrekking tot het verzamelen van statistische gegevens door de Europese Centrale Bank (PB L 318 van 27.11.1998, blz. 8).

    [2] Mededeling aan het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 2005 over de onafhankelijkheid, integriteit en verantwoordingsplicht van de nationale en communautaire statistische instanties en Aanbeveling van de Commissie over de onafhankelijkheid, integriteit en verantwoordingsplicht van de nationale en communautaire statistische instanties, COM(2005) 217.

    [3] Voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot instelling van de Europese Adviescommissie voor statistische governance, COM(2006) 599.

    [4] Voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van een Europees Raadgevend Comité voor communautair beleid inzake statistische informatie, COM(2006) 653.

    [5] PB L 181 van 28.6.1989, blz. 47.

    [6] PB L 151 van 15.6.1990, blz. 1.

    [7] PB L 52 van 22.2.1997, blz. 1.

    [8] PB L 358 van 31.12.2002, blz. 1.

    [9] Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad van 14 november 2006 betreffende verlichting van de responslast, vereenvoudiging en prioritering op het gebied van communautaire statistieken, COM(2006) 693.

    [10] Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 24 januari 2007 - Actieprogramma ter vermindering van de administratieve lasten in de Europese Unie, COM(2007) 23.

    [11] Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 24 oktober 2003 - Eerste verslag over de uitvoering van het actiekader "Modernisering en vereenvoudiging van het acquis communautaire", COM(2003) 623.

    [12] PB C , , blz. .

    [13] PB C , , blz. .

    [14] PB L 357 van 31.12.2002, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG, Euratom) nr. 478/2007 van de Commissie van 23 april 2007.

    [15] PB L 318 van 27.11.1998, blz. 8.

    [16] PB L 332 van 30.11.2006, blz. 21.

    [17] PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31. Richtlijn gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).

    [18] PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.

    [19] PB L 41 van 14.2.2003, blz. 26.

    [20] PB L 264 van 25.9.2006, blz. 13.

    [21] PB L 184 van 17.7.1999, blz. 23. Besluit gewijzigd bij Besluit 2006/512/EG (PB L 200 van 22.7.2006, blz. 11).

    [22] PB L , , blz. .

    [23][24]9\]lmnŒ?Ž?÷ " $ % A B S Ïhë`Óhë`Ójhë`Óh PB L 52 van 22.2.1997, blz. 1. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).

    [25] PB L 181 van 28.6.1989, blz. 47.

    [26] PB L 133 van 18.5.2002, blz. 7. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1104/2006 (PB L 197 van 19.7.2006, blz. 3).

    [27] PB L 156 van 30.4.2004, blz. 1; gerectificeerd in PB L 202 van 7.6.2004, blz. 1. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2007/439/EG (PB L 164 van 26.6.2007, blz. 30).

    Top