Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52007PC0345

Voorstel voor een verordening van de Raad tot verlenging van de schorsing van het bij Verordening (EG) nr. 215/2002 ingestelde definitieve antidumpingrecht op ferromolybdeen van oorsprong uit de Volksrepubliek China

/* COM/2007/0345 def. */

52007PC0345

Voorstel voor een verordening van de Raad tot verlenging van de schorsing van het bij Verordening (EG) nr. 215/2002 ingestelde definitieve antidumpingrecht op ferromolybdeen van oorsprong uit de Volksrepubliek China /* COM/2007/0345 def. */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 21.6.2007

COM(2007) 345 definitief

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

tot verlenging van de schorsing van het bij Verordening (EG) nr. 215/2002 ingestelde definitieve antidumpingrecht op ferromolybdeen van oorsprong uit de Volksrepubliek China

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL |

110 | Motivering en doel van het voorstel Dit voorstel betreft de toepassing van Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2117/2005 van 23 december 2005 ("de basisverordening"), in het kader van de procedure betreffende de invoer van ferromolybdeen van oorsprong uit de Volksrepubliek China ("China"). |

120 | Algemene context Dit voorstel past in het kader van de tenuitvoerlegging van de basisverordening en is het resultaat van een onderzoek dat werd verricht in overeenstemming met de materiële en procedurele eisen van de basisverordening. |

139 | Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied Verordening (EG) nr. 215/2002 van de Raad tot instelling van een definitief antidumpingrecht op de invoer van ferromolybdeen van oorsprong uit China. Beschikking van de Commissie van 23 oktober 2006 tot schorsing van het bij Verordening (EG) nr. 215/2002 ingestelde definitieve antidumpingrecht op de invoer van ferromolybdeen van oorsprong uit China voor een periode van negen maanden. |

141 | Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU Niet van toepassing. |

RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING |

Raadpleging van belanghebbende partijen |

219 | Partijen die belang hebben bij de procedure werden overeenkomstig de bepalingen van de basisverordening al in de loop van het onderzoek in de gelegenheid gesteld hun belangen te verdedigen. |

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid |

229 | Er behoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid. |

230 | Effectbeoordeling Dit voorstel vloeit voort uit de tenuitvoerlegging van de basisverordening. De basisverordening voorziet niet in een algemene effectbeoordeling, maar de eis dat de maatregelen niet in strijd mogen zijn met het "belang van de Gemeenschap" betekent dat de beoordeling van de ruimere gevolgen van de maatregelen een integrerend deel van het onderzoek vormen. |

JURIDISCHE ASPECTEN VAN HET VOORSTEL |

305 | Samenvatting van de voorgestelde maatregel(en) In februari 2002 werd bij Verordening (EG) nr. 215/2002 van de Raad een definitief antidumpingrecht op ferromolybdeen van oorsprong uit China ingesteld. Bij haar beschikking van 23 oktober 2006 schorste de Commissie het bij Verordening (EG) nr. 215/2002 ingestelde definitieve antidumpingrecht op ferromolybdeen van oorsprong uit China voor een periode van negen maanden. In bijgaand voorstel van de Commissie voor een verordening van de Raad wordt de schorsing van het bij Verordening (EG) nr. 215/2002 ingestelde definitieve antidumpingrecht op ferromolybdeen van oorsprong uit China tot 31 januari 2008 verlengd. De lidstaten werden geraadpleegd; zij opperden geen bezwaren tegen het voorstel. De Raad wordt verzocht bijgevoegd voorstel voor een verordening, die uiterlijk op 21 juli 2007 in het Publicatieblad van de Europese Unie moet worden gepubliceerd, goed te keuren. |

310 | Rechtsgrondslag Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2117/2005 van de Raad van 23 december 2005. |

329 | Subsidiariteitsbeginsel Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap valt. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing. |

Evenredigheidsbeginsel Het voorstel is om de volgende reden(en) in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel. |

331 | De vorm van de maatregel wordt voorgeschreven in de basisverordening en laat geen ruimte voor nationale besluitvorming. |

332 | De beschrijving van de wijze waarop de financiële en administratieve lasten voor de Gemeenschap, de nationale, regionale en plaatselijke overheden, bedrijven en burgers zoveel mogelijk worden beperkt en hoe zij in verhouding staan tot het doel van het voorstel, is niet van toepassing, maar de basisverordening beperkt de hoogte van de rechten die kunnen worden opgelegd tot wat noodzakelijk is om de schade te herstellen die door de geconstateerde dumping werd veroorzaakt. |

Keuze van instrumenten |

341 | Voorgesteld instrument: verordening. |

342 | Andere instrumenten zouden om de volgende reden(en) ongeschikt zijn: De basisverordening voorziet niet in andere mogelijkheden. |

GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING |

409 | Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Gemeenschap. |

1. Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

tot verlenging van de schorsing van het bij Verordening (EG) nr. 215/2002 ingestelde definitieve antidumpingrecht op ferromolybdeen van oorsprong uit de Volksrepubliek China

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap[1] ("de basisverordening"), en met name op artikel 14,

Gezien het voorstel van de Commissie, ingediend na raadpleging van het Raadgevend Comité,

Overwegende hetgeen volgt:

A. PROCEDURE

(1) De Raad heeft bij Verordening (EG) nr. 215/2002[2] een definitief antidumpingrecht ingesteld op ferromolybdeen, ingedeeld onder GN-code 7202 70 00 ("het betrokken product"), van oorsprong uit de Volksrepubliek China ("China"). Het antidumpingrecht bedraagt 22,5%.

(2) In oktober 2006 schorste de Commissie bij Beschikking 2006/714/EG van 23 oktober 2006[3] het bij Verordening (EG) nr. 215/2002 ingestelde definitieve antidumpingrecht op het betrokken product van oorsprong uit de Volksrepubliek China voor een periode van negen maanden.

(3) De beschikking tot schorsing van het bij Verordening (EG) nr. 215/2002 van de Raad ingestelde definitieve antidumpingrecht werd gegeven in overeenstemming met artikel 14, lid 4, van de basisverordening, waarin wordt bepaald dat, in het belang van de Gemeenschap, antidumpingmaatregelen mogen worden geschorst als de marktverhoudingen tijdelijk zodanig zijn gewijzigd dat het onwaarschijnlijk is dat door de schorsing opnieuw schade ontstaat, mits de bedrijfstak van de Gemeenschap in de gelegenheid is gesteld opmerkingen te maken en met die opmerkingen rekening is gehouden.

(4) De Commissie kwam in haar beschikking van 23 oktober 2006 tot de conclusie dat het, gezien de tijdelijke aard van de gewijzigde marktverhoudingen, en met name de hoge prijzen van het betrokken product in de Gemeenschap, die ver boven het bij het oorspronkelijk onderzoek vastgestelde schade veroorzakende niveau lagen, alsmede door het klaarblijkelijke gebrek aan evenwicht tussen de vraag naar en het aanbod van het betrokken product, niet waarschijnlijk was dat de door de invoer van het betrokken product uit China veroorzaakte schade zich als gevolg van de schorsing opnieuw zou voordoen.

(5) De Commissie verplichtte zich er in haar beschikking van 23 oktober 2006 toe de ontwikkeling van de invoer en de prijzen van het betrokken product te volgen en de schorsing in te trekken wanneer het betrokken product uit China weer in aanzienlijke hoeveelheden tegen dumpingprijzen zou worden ingevoerd en de bedrijfstak van de Gemeenschap hierdoor weer schade zou lijden.

(6) Op 31 oktober 2006 werd met een bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie [4] ambtshalve een procedure voor een volledig tussentijds nieuw onderzoek ingeleid omdat het bewijsmateriaal waarover de Commissie beschikte, erop wees dat de omstandigheden die aanleiding gaven tot de geldende maatregelen zodanig veranderd waren dat die maatregelen mogelijk niet langer doelmatig zouden zijn en dat enkele van deze veranderingen van blijvende aard leken te zijn.

B. MOTIVERING

(7) Volgens artikel 14, lid 4, van de basisverordening mogen antidumpingmaatregelen, als dit in het belang is van de Gemeenschap, voor een periode van negen maanden worden geschorst, maar kan de Raad op voorstel van de Commissie besluiten de schorsing met ten hoogste één jaar te verlengen.

(8) Sinds de schorsing van de maatregel is de in de overwegingen 5 tot en met 10 van de beschikking van de Commissie van 23 oktober 2006 beschreven situatie met betrekking tot de invoer en de prijzen van het betrokken product niet veranderd. Er werden slechts geringe hoeveelheden ferromolybdeen van oorsprong uit China in de EG ingevoerd.

(9) Wat de ambtshalve ingeleide procedure voor een volledig tussentijds nieuw onderzoek betreft, zij eraan herinnerd dat deze binnen 15 maanden na de inleiding ervan, d.w.z. uiterlijk op 31 januari 2008, moet zijn afgesloten.

C. CONCLUSIE

(10) Aangezien de situatie op de communautaire markt sinds de schorsing van het antidumpingrecht in oktober 2006 niet is veranderd en het tussentijdse nieuwe onderzoek nog niet is afgesloten, wordt het passend geacht de schorsing van de van kracht zijnde maatregelen in overeenstemming met artikel 14, lid 4, van de basisverordening te verlengen. Op grond van het algemene beginsel van de voorspelbaarheid van de inkomende handelsstromen en in afwachting van de resultaten van het thans uitgevoerde tussentijdse nieuwe onderzoek wordt geconcludeerd dat de schorsing van de van kracht zijnde maatregelen moet worden verlengd tot 31 januari 2008, d.w.z. tot de uiterste datum voor de afsluiting van het tussentijdse nieuwe onderzoek. Er zijn geen aanwijzingen dat de verlenging van de schorsing niet in het belang van de Gemeenschap zou zijn.

(11) De Commissie heeft de bedrijfstak van de Gemeenschap ingevolge artikel 14, lid 4, van de basisverordening in kennis gesteld van haar voornemen de schorsing van de van kracht zijnde antidumpingmaatregelen te verlengen. De bedrijfstak van de Gemeenschap is in de gelegenheid gesteld opmerkingen te maken, maar zijn opmerkingen waren niet van invloed op de conclusie dat de situatie zoals die is uiteengezet in de beschikking van de Commissie van 23 oktober 2006, niet is veranderd.

(12) De Commissie is daarom van oordeel dat aan alle in artikel 14, lid 4, van de basisverordening gestelde eisen voor verlenging van de schorsing van het antidumpingrecht op het betrokken product is voldaan. Bijgevolg moet de schorsing van het bij Verordening (EG) nr. 215/2002 ingestelde antidumpingrecht tot 31 januari 2008 worden verlengd.

(13) De Commissie zal de ontwikkeling van de invoer en de prijzen van het betrokken product volgen. Mocht het betrokken product uit China weer in aanzienlijke hoeveelheden tegen dumpingprijzen worden ingevoerd en mocht de bedrijfstak van de Gemeenschap hierdoor weer schade lijden, dan zal de Commissie voorstellen het antidumpingrecht opnieuw in te stellen door intrekking van deze schorsing,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De schorsing van het bij Verordening (EG) nr. 215/2002 ingestelde definitieve antidumpingrecht op ferromolybdeen, ingedeeld onder GN-code 7202 70 00, van oorsprong uit de Volksrepubliek China wordt verlengd tot 31 januari 2008.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, […]

Voor de Raad

De voorzitter

[1] PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2117/2005 (PB L 340 van 23.12.2005, blz. 17).

[2] PB L 35 van 6.2.2002, blz. 1.

[3] PB L 293 van 24.10.2006, blz. 15.

[4] PB C 262 van 31.10.2006, blz. 28.

Top