EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52006PC0683

Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 74/2004 van de Raad tot instelling van een definitief compenserend recht op katoenhoudend beddenlinnen uit India

/* COM/2006/0683 def. */

52006PC0683

Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 74/2004 van de Raad tot instelling van een definitief compenserend recht op katoenhoudend beddenlinnen uit India /* COM/2006/0683 def. */


[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

Brussel, 15.11.2006

COM(2006)683 definitief

Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 74/2004 van de Raad tot instelling van een definitief compenserend recht op katoenhoudend beddenlinnen uit India

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL |

Motivering en doel van het voorstel Dit voorstel betreft de toepassing van Verordening (EG) nr. 2026/97 van de Raad van 6 oktober 1997 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 461/2004 van de Raad van 8 maart 2004 (hierna “de basisverordening” genoemd), op de procedure betreffende de invoer van katoenhoudend beddenlinnen uit India. |

Algemene context Dit voorstel wordt gedaan in het kader van de tenuitvoerlegging van de basisverordening en is het resultaat van een onderzoek dat werd verricht in overeenstemming met de in de basisverordening vastgestelde materiële en procedurele vereisten. |

Bestaande bepalingen op het door het voorstel bestreken gebied Verordening (EG) nr. 74/2004[1] van de Raad, gewijzigd bij de Verordeningen (EG) nr. 2143/2004[2] en (EG) nr. 122/2006[3]van de Raad tot instelling van een definitief compenserend recht op katoenhoudend beddenlinnen uit India. Voorstel om nieuwe exporteurs naar de Gemeenschap een behandeling als nieuwe producent/exporteur toe te kennen. |

Samenhang met andere beleidsgebieden en doelstellingen van de EU Niet van toepassing. |

RAADPLEGING VAN BELANGHEBBENDE PARTIJEN EN EFFECTBEOORDELING |

Raadpleging van belanghebbende partijen |

De verzoeker en de bedrijfstak van de Gemeenschap zijn in kennis gesteld van de bevindingen van het onderzoek en zijn in de gelegenheid gesteld hun opmerkingen in te dienen. |

Bijeenbrengen en benutten van deskundigheid |

Er hoefde geen beroep te worden gedaan op externe deskundigheid. |

Effectbeoordeling Dit voorstel vloeit voort uit de tenuitvoerlegging van de basisverordening. De basisverordening voorziet niet in een algemene effectbeoordeling, maar omvat wel een volledige lijst van factoren die moeten worden beoordeeld. |

JURIDISCHE ELEMENTEN VAN HET VOORSTEL |

Samenvatting van de voorgestelde maatregelen Bij Verordening (EG) nr. 74/2004 heeft de Raad een definitief compenserend recht op de invoer in de Gemeenschap van katoenhoudend beddenlinnen uit India ingesteld. Gezien het grote aantal producenten/exporteurs van het betrokken product in India werd tijdens het oorspronkelijke onderzoek een steekproef samengesteld van producenten/exporteurs. Voor de ondernemingen in de steekproef werden individuele rechten ingesteld variërend van 4,4% tot 10,4%, terwijl voor de andere ondernemingen die hun medewerking verleenden doch geen deel uitmaakten van de steekproef een recht werd vastgesteld van 7,6%. Voor ondernemingen die zich niet bekendmaakten of geen medewerking verleenden aan het onderzoek werd een residueel recht van 10,4% vastgesteld. Op grond van artikel 2 van Verordening (EG) nr. 74/2004 van de Raad was het mogelijk Indiase producenten/exporteurs die voldeden aan de criteria in dat artikel niet anders te behandelen dan de medewerkende ondernemingen die geen deel uitmaakten van de steekproef (“status van nieuwkomer”). Verordening (EG) nr. 74/2004 van de Raad is twee keer gewijzigd, namelijk bij Verordening (EG) nr. 2143/2004 van de Raad en bij Verordening (EG) nr. 122/2006 van de Raad. Beide verordeningen voegden de namen van ondernemingen die het betrokken product uit India uitvoerden en voldeden aan de in Verordening (EG) nr. 74/2004 vastgestelde criteria toe aan de lijst van Indiase producenten/exporteurs in de bijlage bij de verordening. Zes van de negentien Indiase producenten/exporteurs die om de status van nieuwkomer verzochten, legden bewijzen voor die toereikend werden geacht om Verordening (EG) nr. 74/2004 van de Raad te wijzigen door toevoeging van hun namen aan de lijst van ondernemingen waarop het gewogen gemiddelde recht van 7,6% van toepassing is. Daarom wordt voorgesteld dat de Raad bijgaand voorstel voor een verordening, die zo spoedig mogelijk in het Publicatieblad dient te worden bekendgemaakt, goedkeurt. |

Rechtsgrondslag Verordening (EG) nr. 2026/97 van de Raad van 6 oktober 1997 betreffende bescherming tegen invoer met subsidiëring uit landen die geen lid van de Europese Gemeenschap zijn, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 461/2004 van de Raad van 8 maart van 2004. |

Subsidiariteitsbeginsel Het voorstel betreft een gebied dat onder de exclusieve bevoegdheid van de Gemeenschap valt. Het subsidiariteitsbeginsel is derhalve niet van toepassing. |

Evenredigheidsbeginsel Het voorstel is om de volgende reden(en) in overeenstemming met het evenredigheidsbeginsel. |

De vorm van de maatregel is beschreven in de hierboven vermelde verordeningen en laat geen ruimte voor nationale besluitvorming. |

De beschrijving van de wijze waarop de financiële en administratieve lasten voor de Gemeenschap, de nationale, regionale en plaatselijke overheden, de bedrijven en de burgers zo veel mogelijk worden beperkt en hoe zij in verhouding staan tot het doel van het voorstel is niet van toepassing. |

Keuze van instrumenten |

Voorgesteld instrument: verordening. |

Andere instrumenten zouden om de volgende reden(en) ongeschikt zijn. Bovengenoemde basisverordening voorziet niet in andere mogelijkheden. |

GEVOLGEN VOOR DE BEGROTING |

Het voorstel heeft geen gevolgen voor de begroting van de Gemeenschap. |

1. Voorstel voor een

VERORDENING VAN DE RAAD

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 74/2004 van de Raad tot instelling van een definitief compenserend recht op katoenhoudend beddenlinnen uit India

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 2026/97 van de Raad van 6 oktober 1997 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid van de Europese Gemeenschap zijn[4] (hierna „basisverordening” genoemd),

Gelet op artikel 2 van Verordening (EG) nr. 74/2004 van de Raad van 13 januari 2004 tot instelling van een definitief compenserend recht op katoenhoudend beddenlinnen uit India[5],

Gezien het voorstel dat de Commissie na overleg met het Raadgevend Comité heeft ingediend,

Overwegende hetgeen volgt:

A. VOORAFGAANDE PROCEDURE

(1) Bij Verordening (EG) nr. 74/2004 heeft de Raad een definitief compenserend recht ingesteld op de invoer in de Gemeenschap van katoenhoudend beddenlinnen uit India vallende onder GN-codes ex 6302 21 00 (TARIC-codes 6302 21 00 81, 6302 21 00 89), ex 6302 22 90 (TARIC-code 6302 22 90 19), ex 6302 31 00 (TARIC-code 6302 31 00 90) en ex 6302 32 90 (TARIC-code 6302 32 90 19). Gezien het grote aantal medewerkende producenten/exporteurs van het betrokken product in India werd overeenkomstig artikel 27 van de basisverordening een steekproef samengesteld en voor de ondernemingen in de steekproef werden individuele rechten ingesteld variërend van 4,4% tot 10,4%, terwijl voor de andere medewerkende ondernemingen die geen deel uitmaakten van de steekproef een recht van 7,6% werd vastgesteld. Voor alle andere ondernemingen werd een residueel recht van 10,4 % ingesteld.

(2) Artikel 2 van Verordening (EG) nr. 74/2004 van de Raad (hierna de "oorspronkelijke verordening" genoemd) bepaalt dat wanneer een nieuwe producent/exporteur in India ten genoegen van de Commissie aantoont dat hij het in artikel 1, lid 1, omschreven product in het onderzoektijdvak (1 oktober 2001 tot en met 30 september 2002) niet naar de Gemeenschap heeft uitgevoerd (het "eerste criterium"), dat hij geen banden heeft met exporteurs of producenten in India waarop de bij die verordening ingestelde compenserende maatregelen van toepassing zijn (het "tweede criterium") en dat hij het betrokken product na het onderzoektijdvak waarop de maatregelen zijn gebaseerd naar de Gemeenschap heeft uitgevoerd of dat hij een onherroepelijke contractuele verplichting heeft een aanzienlijke hoeveelheid van dit product naar de Gemeenschap uit te voeren (het "derde criterium"), artikel 1, lid 3, van die verordening kan worden gewijzigd door het toekennen aan de nieuwe producent/exporteur van het recht dat van toepassing is op de niet in de steekproef opgenomen medewerkende ondernemingen, d.w.z. 7,6%.

(3) De oorspronkelijke verordening is twee keer gewijzigd door wijzigingsverordeningen, namelijk Verordening (EG) nr. 2143/2004[6] van de Raad en Verordening (EG) nr. 122/2006 van de Raad[7]. Beide verordeningen hebben aan de lijst van Indiase producenten/exporteurs in de bijlage bij de verordening de namen toegevoegd van ondernemingen die het betrokken product uit India exporteren en die ten genoegen van de diensten van de Commissie hebben aangetoond dat zij aan de in de oorspronkelijke verordening vastgestelde criteria hebben voldaan.

B. VERZOEKEN VAN NIEUWE PRODUCENTEN/EXPORTEURS

(4) 19 Indiase ondernemingen hebben sinds de bekendmaking van de vorige wijzigingsverordening een verzoek ingediend tot verkrijging van dezelfde status als de ondernemingen die aan het oorspronkelijke onderzoek hebben meegewerkt en niet in de steekproef zijn opgenomen ("nieuwkomerstatus").

(5) De 19 indieners van een verzoek zijn:

Onderneming die een verzoek heeft ingediend | Stad |

B.K.S Textiles Private Limited | Coimbatore |

Indian Arts & Crafts Syndicate (IACS) | New Delhi |

Mittal International | Panipat |

Esskay International | Mumbai |

Opera Clothing | Mumbai |

Govindji Trikamdas & Co. | Mumbai |

Navnitlal Private Limited | Mumbai |

Tulip Exim | Mumbai |

Aarthi - A1 – Traders | Karur |

Anjani Synthetics Limited | Ahmedabad |

Home Concepts | New Delhi |

Siyaram Silk Mills Limited | Mumbai |

Ramlaks Exports Pvt. Ltd. | Mumbai |

Oracle Exports | Mumbai |

Sellon Dynamics | Mumbai |

Synthesis Home Textiles | Karur |

Devtara Industries | Muradnagar |

Summer India Textile Mills | Salem |

Prathishta Weaving and Knitting | Coimbatore |

(6) Vier ondernemingen die een verzoek tot verkrijging van de nieuwkomerstatus hadden ingediend, hebben niet geantwoord op de vragenlijst die bedoeld was om na te gaan of zij voldeden aan de in artikel 2 van Verordening (EG) nr. 74/2004 van de Raad vastgestelde voorwaarden en hun verzoeken zijn daarom afgewezen.

(7) Eén onderneming heeft de vragenlijst twee keer teruggestuurd, beide keren onvolledig en met tegenstrijdige informatie. De derde aan de onderneming gestuurde vragenlijst werd niet teruggestuurd en aldus kon niet worden aangetoond dat zij voldeed aan de criteria voor de toekenning van de status van nieuwe producent/exporteur. Het verzoek van die onderneming is daarom afgewezen.

(8) De resterende veertien ondernemingen hebben volledige antwoorden op de vragenlijst ingediend en zijn daarom in aanmerking genomen voor de verkrijging van de nieuwkomerstatus.

(9) Het door zes van de bovengenoemde Indiase producenten/exporteurs ingediende bewijsmateriaal wordt voldoende geacht om hun het recht toe te kennen dat van toepassing is op de medewerkende ondernemingen die geen deel uitmaken van de steekproef (d.w.z. 7,6%) en hen bijgevolg toe te voegen aan de lijst van producenten/exporteurs in de bijlage (hierna “de bijlage” genoemd) bij Verordening (EG) nr. 74/2004 van de Raad, als gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2143/2004 van de Raad en Verordening (EG) nr. 122/2006 van de Raad.

(10) De door de acht resterende ondernemingen ingediende verzoeken om verkrijging van de status van nieuwe producent/exporteur zijn om de volgende redenen afgewezen:

(11) Zeven ondernemingen konden niet aantonen dat zij het betrokken product na het onderzoektijdvak naar de EG hadden uitgevoerd of dat zij onherroepelijke contractuele verplichtingen hadden aangegaan om aanzienlijke hoeveelheden van het betrokken product naar de EG uit te voeren.

(12) Eén onderneming is verbonden met een onderneming die reeds voorkomt op de lijst van de oorspronklijke verordening en haar verzoek om toekenning van de nieuwkomerstatus is daarom afgewezen omdat het niet voldeed aan het tweede criterium in artikel 2 van de oorspronkelijke verordening.

(13) De ondernemingen die niet de status van nieuwkomer hadden verkregen, werden op de hoogte gebracht van de redenen voor dit besluit en werden in de gelegenheid gesteld hun standpunt schriftelijk kenbaar te maken.

(14) Alle argumenten en standpunten van belanghebbenden werden onderzocht en waar nodig werd er terdege rekening mee gehouden,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De volgende ondernemingen worden toegevoegd aan de lijst van Indiase producenten die in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 74/2004 van de Raad is opgenomen:

Onderneming | Stad |

Indian Arts and Crafts Syndicate | New Delhi |

M/s. Opera Clothing | Mumbai |

Anjani Synthetics Limited | Ahmedabad |

Ramlaks Exports Pvt Ltd | Mumbai |

Oracle Exports Home Textiles Pvt Ltd | Mumbai |

Summer India Textile Mills (P) Ltd | Salem |

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad,

De Voorzitter

[1] PB L 12 van 17.1.2004, blz. 1.

[2] PB L 370 van 17.12.2004, blz. 1.

[3] PB L 22 van 26.1.2006, blz. 3.

[4] PB L 288 van 21.10.1997, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 461/2004 (PB L 77 van 13.3.2004, blz. 12).

[5] PB L 12 van 17.1.2004, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 122/2006 (PB L 22 van 26.1.2006, blz. 3).

[6] PB L 370 van 17.12.2004, blz. 1.

[7] PB L 22 van 26.1.2006, blz. 3.

Top