Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52006PC0478

    Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de montageplaats voor de achterkentekenplaat van twee- of driewielige motorvoertuigen (gecodificeerde versie)

    /* COM/2006/0478 def. - COD 2006/0161 */

    52006PC0478

    Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de montageplaats voor de achterkentekenplaat van twee- of driewielige motorvoertuigen (gecodificeerde versie) /* COM/2006/0478 def. - COD 2006/0161 */


    [pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN |

    Brussel, 5.9.2006

    COM(2006) 478 definitief

    2006/0161 (COD)

    Voorstel voor een

    RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

    betreffende de montageplaats voor de achterkentekenplaat van twee- of driewielige motorvoertuigen (gecodificeerde versie)

    (door de Commissie ingediend)

    TOELICHTING

    1. In de context van een Europa van de burgers hecht de Commissie groot belang aan het vereenvoudigen en verduidelijken van het Gemeenschapsrecht om het duidelijker en toegankelijker te maken voor de gewone burger, zodat deze nieuwe mogelijkheden krijgt en in staat wordt gesteld gebruik te maken van de specifieke rechten die hij aan het Gemeenschapsrecht kan ontlenen.

    Dit doel kan niet worden verwezenlijkt zolang talloze bepalingen die meermaals en vaak ingrijpend zijn gewijzigd, gedeeltelijk in het oorspronkelijke besluit en gedeeltelijk in de latere wijzigingsbesluiten te vinden zijn. Om dan na te gaan wat de geldende regels zijn, is veel zoekwerk vereist, waarbij een groot aantal besluiten moet worden vergeleken.

    Codificatie van meermaals gewijzigde regels is dan ook van essentieel belang om het Gemeenschapsrecht duidelijk en doorzichtig te maken.

    2. Bij haar besluit van 1 april 1987[1] heeft de Commissie daarom haar diensten opgedragen alle wetgevingbesluiten na maximaal tien wijzigingen te codificeren , waarbij zij erop wijst dat dit een minimumregel is en dat haar diensten ter wille van de duidelijkheid en het juiste begrip van de communautaire wetgeving ernaar zouden moeten streven de teksten waarvoor zij verantwoordelijkheid dragen, met nog kortere tussenpozen te codificeren.

    3. De conclusies van het voorzitterschap van de Europese Raad van Edinburgh (december 1992) hebben dit bevestigd[2] en het belang van codificatie onderstreept, omdat daarmee rechtszekerheid wordt verschaft omtrent de vraag welke wet op een gegeven moment op een bepaald onderwerp van toepassing is.

    Bij codificatie moet het normale wetgevingsproces van de Gemeenschap volledig in acht worden genomen.

    Aangezien bij codificatie geen inhoudelijke wijzigingen in de betrokken wetteksten mogen worden aangebracht, zijn het Europees Parlement, de Raad en de Commissie bij Interinstitutioneel Akkoord van 20 december 1994 een versnelde werkmethode voor de codificatie van wetteksten overeengekomen.

    4. Dit voorstel beoogt de codificatie van Richtlijn 93/94/EEG van de Raad van 29 oktober 1993 betreffende de plaats voor de montage van de achterste kentekenplaat van twee- of driewielige motorvoertuigen[3]. De nieuwe richtlijn vervangt de verschillende besluiten die erin zijn verwerkt[4]; dit voorstel laat de inhoud van de besluiten die worden gecodificeerd onverlet en beperkt zich er derhalve toe deze samen te voegen en daarin slechts de formele wijzigingen aan te brengen die voor de codificatie zelf vereist zijn.

    5. Dit voorstel voor een codificatie is opgesteld op basis van een voorafgaande consolidatie , in alle officiële talen, van Richtlijn 93/94/EEG en het besluit tot wijziging daarvan, met behulp van een gegevensverwerkingssysteem van het Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen. Voorzover de artikelen zijn vernummerd, is het verband tussen de oude en de nieuwe nummering weergegeven in een concordantietabel die is opgenomen in bijlage III bij de gecodificeerde richtlijn.

    2006/0161 (COD)

    Voorstel voor een

    RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

    betreffende de montageplaats voor de achterkentekenplaat van twee- of driewielige motorvoertuigen

    (Voor de EER relevante tekst)

    HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 95,

    Gelet op Richtlijn 2002/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 maart 2002 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de goedkeuring van twee- of driewielige motorvoertuigen en de intrekking van Richtlijn 92/61/EEG van de Raad[5],

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité[6],

    Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag[7],

    Overwegende hetgeen volgt:

    1. Bij Richtlijn 93/94/EEG van de Raad van 29 oktober 1993 betreffende de plaats voor de montage van de achterste kentekenplaat van twee- of driewielige motorvoertuigen[8] zijn de technische voorschriften vastgesteld betreffende het ontwerp en de bouw van twee- of driewielige motorvoertuigen met betrekking tot de montageplaats voor de achterkentekenplaat. Deze technische voorschriften beoogden de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten, teneinde de uitvoering van de bij Richtlijn 2002/24/EG geregelde EG-typegoedkeuringsprocedure, ten aanzien van elk type voertuig mogelijk te maken. Richtlijn 93/94/EEG is ingrijpend gewijzigd[9]. Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van deze richtlijn te worden overgegaan.

    2. Deze richtlijn is een van de bijzondere richtlijnen van het bij Richtlijn 2002/24/EG geregelde EG-typegoedkeuringssysteem. Derhalve zijn de bepalingen van Richtlijn 2002/24/EG betreffende voertuigsystemen, onderdelen en afzonderlijke technische eenheden op de onderhavige richtlijn van toepassing.

    3. Deze richtlijn heeft niet ten doel de afmetingen van de in de verschillende lidstaten gebruikte kentekenplaten te harmoniseren. Het is derhalve de taak van de lidstaten erop toe te zien dat uitstekende kentekenplaten geen gevaar voor de gebruikers vormen, zonder dat zulks evenwel wijzigingen in de constructie van de voertuigen vergt.

    4. Deze richtlijn dient de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage II, deel B, genoemde termijnen voor omzetting in nationaal recht en toepassing van de aldaar genoemde richtlijnen onverlet te laten,

    HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Deze richtlijn is van toepassing op de montageplaats voor de achterkentekenplaat van elk type motorvoertuig als omschreven in artikel 1 van Richtlijn 2002/24/EG.

    Artikel 2

    De procedure voor het verlenen van de EG-onderdeeltypegoedkeuring wat de montageplaats voor de achterkentekenplaat van een type twee- of driewielig motorvoertuig betreft, alsmede de voorwaarden voor het vrije verkeer van deze voertuigen zijn vastgesteld bij Richtlijn 2002/24/EG, in respectievelijk hoofdstuk II en hoofdstuk III.

    Artikel 3

    De wijzigingen die noodzakelijk zijn om de in bijlage I neergelegde voorschriften aan te passen aan de vooruitgang van de techniek, worden vastgesteld volgens de in artikel 13 lid 3, van Richtlijn [70/156/EEG] bedoelde procedure.

    Artikel 4

    De lidstaten delen de Commissie de tekst mede van de bepalingen van intern recht die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied aannemen.

    Artikel 5

    Richtlijn 93/94/EEG, zoals gewijzigd bij de in bijlage II, deel A, genoemde richtlijn, wordt ingetrokken, onverminderd de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage II, deel B, genoemde termijnen voor omzetting in nationaal recht en toepassing van de aldaar genoemde richtlijnen.

    Verwijzingen naar de ingetrokken richtlijn gelden als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage III.

    Artikel 6

    Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie .

    Zij is van toepassing vanaf […].

    Artikel 7

    Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

    Gedaan te Brussel, […]

    Voor het Europees Parlement Voor de Raad

    De Voorzitter De Voorzitter

    […] […]

    BIJLAGE I

    1. AFMETINGEN

    De afmetingen van de montageplaats voor de achterkentekenplaat van twee- of driewielige motorvoertuigen[10] zijn als volgt:

    1.1. Bromfietsen en lichte vierwielers zonder carrosserie

    1.1.1. breedte: 100 mm;

    1.1.2. hoogte: 175 mm;

    of

    1.1.3. breedte: 145 mm;

    1.1.4. hoogte: 125 mm.

    1.2. Motorfietsen, driewielers met een maximumvermogen tot 15 kW en andere vierwielers dan lichte vierwielers, zonder carrosserie

    1.2.1. breedte: 280 mm;

    1.2.2. hoogte: 210 mm.

    1.3. Driewielers met een maximumvermogen van meer dan 15 kW, lichte vierwielers met carrosserie en andere vierwielers dan lichte vierwielers met carrosserie

    1.3.1. De voorschriften voor personenauto's zijn van toepassing (Richtlijn 70/222/EEG van de Raad[11]).

    2. ALGEMENE PLAATSING

    2.1. De montageplaats voor de achterkentekenplaat moet zich aan de achterzijde van het voertuig bevinden, zodanig dat:

    2.1.1. de plaat geplaatst kan worden tussen de langsvlakken die gaan door de punten waar het voertuig het breedst is.

    3. HELLING

    3.1. De achterkentekenplaat:

    3.1.1. moet loodrecht staan op het middenlangsvlak van het voertuig;

    3.1.2. mag een helling van ten hoogste 30° ten opzichte van de verticaal hebben wanneer het voertuig niet beladen is, indien de van het kenteken voorziene zijde naar boven gekeerd is;

    3.1.3. mag een helling van ten hoogste 15° ten opzichte van de verticaal hebben wanneer het voertuig niet beladen is, indien de van het kenteken voorziene zijde naar beneden gekeerd is.

    4. MAXIMUMHOOGTE

    4.1. Geen enkel punt van de plaats voor de montage van de kentekenplaat mag zich op een hoogte van meer dan 1,50 m boven het wegdek bevinden wanneer het voertuig niet beladen is.

    5. MINIMUMHOOGTE

    5.1. Geen enkel punt van de plaats voor de montage van de kentekenplaat mag zich op een hoogte van minder dan 0,20 m of de straal van het wiel, indien deze minder bedraagt dan 0,20 m, boven het wegdek bevinden wanneer het voertuig niet beladen is.

    6. GEOMETRISCHE ZICHTBAARHEID

    6.1. De plaats voor de montage van de kentekenplaat moet zichtbaar zijn binnen een ruimte die wordt begrensd door twee tweevlakshoeken: één met een horizontale ribbe en bepaald door twee vlakken die door de boven- en onderrand van de plaats voor de montage van de plaat gaan en onder de in figuur 1 aangegeven hoeken ten opzichte van de horizontaal staan; de andere met een vrijwel verticale ribbe en bepaald door twee vlakken die door de zijranden van de plaat gaan en die onder de in figuur 2 aangegeven hoeken ten opzichte van het middenlangsvlak staan.

    [pic]

    Figuur 1

    Geometrische zichtbaarheidshoek (tweevlakshoek met horizontale ribbe)

    [pic]

    Figuur 2

    Geometrische zichtbaarheidshoek (tweevlakshoek met horizontale ribbe)

    _________________

    Aanhangsel 1

    Inlichtingenformulier wat betreft de montageplaats voor de achterkentekenplaat van een twee- of driewielig motorvoertuig

    (bij de EG-onderdeeltypegoedkeuringsaanvraag te voegen ingeval deze los van de aanvraag om EG-goedkeuring van het voertuig wordt ingediend)

    Volgnummer (door de aanvrager toegekend):

    Bij de aanvraag om EG-onderdeeltypegoedkeuring wat betreft de montageplaats voor de achterkentekenplaat van een twee- of driewielig motorvoertuig moeten de inlichtingen worden verstrekt als bedoeld in de volgende punten in bijlage II, deel A, van Richtlijn 2002/24/EG :

    - - 0.1,

    - - 0.2,

    - - 0.4 tot en met 0.6,

    - - 2.2,

    - - 2.2.1,

    - - 9.6,

    - - 9.6.1.

    ____________.

    Aanhangsel 2

    [pic]

    ________________

    BIJLAGE II

    Deel A

    Ingetrokken richtlijn met de wijziging ervan (bedoeld in artikel 5)

    Richtlijn 93/94/EEG van de Raad | (PB L 311 van 14.12.1993, blz. 83) |

    Richtlijn 1999/26/EG van de Commissie | (PB L 118 van 6.5.1999, blz. 32) |

    Deel B

    Termijnen voor omzetting in nationaal recht en toepassing(bedoeld in artikel 5)

    Richtlijn | Omzettingstermijn | Toepassingsdatum |

    93/94/EEG | 30 april 1995 | 1 november 1995 (1) |

    1999/26/EG | 31 december 1999 | 1 januari 2000 (2) |

    (1) Overeenkomstig artikel 4 van Richtlijn 93/94/EEG:

    “Vanaf [1 mei 1995] mogen de lidstaten het voor het eerst in het verkeer brengen van voertuigen die aan deze richtlijn voldoen niet verbieden om redenen die met de plaats voor de montage van de achterste kentekenplaat verband houden.”

    (2) Overeenkomstig artikel 2 van Richtlijn 1999/26/EG:

    “1. Met ingang van 1 januari 2000 mogen de lidstaten om redenen die verband houden met de plaats voor de montage van de achterste kentekenplaat:

    - noch de EG-goedkeuring van een type twee- of driewielig motorvoertuig weigeren,

    - noch de inschrijving, de verkoop of het in het verkeer brengen van twee- of driewielige motorvoertuigen verbieden,

    voorzover de plaats voor de montage van de achterste kentekenplaat voldoet aan de eisen van Richtlijn 93/94/EEG als gewijzigd bij deze richtlijn.

    2. Met ingang van 1 juli 2000 weigeren de lidstaten EG-goedkeuring voor elk type twee- of driewielig motorvoertuig om redenen die verband houden met de plaats voor de montage van de achterste kentekenplaat indien niet is voldaan aan de eisen van Richtlijn 93/94/EEG als gewijzigd bij deze richtlijn.”

    ________________

    BIJLAGE III

    Concordantietabel

    Richtlijn 93/94/EEG | De onderhavige richtlijn |

    Artikelen 1, 2 en 3 | Artikelen 1, 2 en 3 |

    Artikel 4, lid 1 | - |

    Artikel 4, lid 2 | Artikel 4 |

    - | Artikel 5 |

    - | Artikel 6 |

    Artikel 5 | Artikel 7 |

    Bijlage | Bijlage I |

    - | Bijlage II |

    - | Bijlage III |

    _____________

    [1] COM(87) 868 PV.

    [2] Zie bijlage 3 bij deel A van die conclusies.

    [3] Uitgevoerd overeenkomstig de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad: Codificatie van het acquis communautaire, COM(2001) 645 def.

    [4] Zie bijlage II, deel A, bij dit voorstel.

    [5] PB L 124 van 9.5.2002, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2005/30/EG van de Commissie (PB L 106 van 27.4.2005, blz. 17).

    [6] PB C […] van […], blz. […].

    [7] PB C […] van […], blz. […].

    [8] PB L 311 van 14.12.1993, blz. 83. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 1999/26/EG van de Commissie (PB L 118 van 6.5.1999, blz. 32).

    [9] Zie bijlage II, deel A.

    [10] Voor bromfiesten gaat het om de kentekenplaat en/of de eventuele identificatieplaat.

    [11] PB L 76 van 6.4.1970, blz. 25.

    Top