This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52006PC0265
Amended Proposal for a Directive of the European Parliament and of the Council on passenger hand-holds on two-wheel motor vehicles (codified version) (presented by the Commission pursuant to Article 250 (2) of the EC Treaty)
Gewijzigd voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende het beveiligingssysteem voor passagiers van motorvoertuigen op twee wielen (gecodificeerde versie) (door de Commissie overeenkomstig artikel 250, lid 2 van het EG-verdrag ingediend)
Gewijzigd voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende het beveiligingssysteem voor passagiers van motorvoertuigen op twee wielen (gecodificeerde versie) (door de Commissie overeenkomstig artikel 250, lid 2 van het EG-verdrag ingediend)
/* COM/2006/0265 def. - COD 2003/0058 */
Gewijzigd voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende het beveiligingssysteem voor passagiers van motorvoertuigen op twee wielen (gecodificeerde versie) (door de Commissie overeenkomstig artikel 250, lid 2 van het EG-verdrag ingediend) /* COM/2006/0265 def. - COD 2003/0058 */
[pic] | COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN | Brussel, 2.6.2006 COM(2006) 265 definitief 2003/0058 (COD) Gewijzigd voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende het beveiligingssysteem voor passagiers van motorvoertuigen op twee wielen (Gecodificeerde versie) (door de Commissie overeenkomstig artikel 250, lid 2 van het EG-verdrag ingediend) TOELICHTING 1. Op 27 maart 2003 heeft de Commissie een voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad ingediend ter codificatie van Richtlijn 93/32/EEG van de Raad van 14 juni 1993 betreffende het beveiligingssysteem voor passagiers van motorvoertuigen op twee wielen[1]. In haar advies van 26 juli 2003 was de uit vertegenwoordigers van de Juridische Diensten bestaande adviesgroep, bedoeld in het Interinstitutioneel Akkoord van 20 december 1994 voor een versnelde werkmethode voor de officiële codificatie van wetteksten[2], van oordeel dat het bovenbedoelde voorstel zich inderdaad beperkt tot een loutere codificatie zonder inhoudelijke wijzigingen van de besluiten waarop het betrekking heeft. 2. Gelet op de werkzaamheden die reeds binnen de Raad over het in punt 1 genoemde voorstel hebben plaatsgevonden, heeft de Commissie besloten overeenkomstig artikel 250, lid 2, van het EG-Verdrag voor de betrokken richtlijn een gewijzigd codificatievoorstel in te dienen. In dit gewijzigde voorstel is tevens rekening gehouden met de louter redactionele of formele aanpassingen die door de uit vertegenwoordigers van de Juridische Diensten bestaande adviesgroep zijn voorgesteld en die gegrond worden geacht[3]. Dit gewijzigde voorstel bevat tevens rectificaties van Richtlijn 93/32/EEG[4]. 3. In dit gewijzigde voorstel zijn ten opzichte van het oorspronkelijke voorstel de volgende wijzigingen aangebracht: Overweging 1 komt als volgt te luiden: “Bij Richtlijn 93/32/EEG van de Raad van 14 juni 1993 betreffende het beveiligingssysteem voor passagiers van motorvoertuigen op twee wielen* zijn de technische voorschriften vastgesteld betreffende het ontwerp en de bouw van tweewielige motorvoertuigen met betrekking tot het beveiligingssysteem voor passagiers. Deze technische voorschriften beoogden de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten, teneinde de uitvoering van de bij Richtlijn 2002/24/EG geregelde EG-typegoedkeuringsprocedure, ten aanzien van elk type voertuig mogelijk te maken. Richtlijn 93/32/EEG is ingrijpend gewijzigd**. Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van deze richtlijn te worden overgegaan.” De overwegingen 2, 3 en 4 worden geschrapt. Overweging 5 komt als volgt te luiden: “Deze richtlijn is één van de bijzondere richtlijnen van het bij Richtlijn 2002/24/EG geregelde EG-typegoedkeuringssysteem. Derhalve zijn de bepalingen van Richtlijn 2002/24/EG betreffende voertuigsystemen, onderdelen en afzonderlijke technische eenheden op de onderhavige richtlijn van toepassing.” Overweging 6 komt als volgt te luiden: “Daar de doelstelling van het overwogen optreden, namelijk het verlenen van de EG-onderdeeltypegoedkeuring wat het beveiligingssysteem voor passagiers van een type tweewielig motorvoertuig betreft, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve, wegens de omvang en de gevolgen van het optreden, beter door de Gemeenschap kan worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken. ” Aan artikel 6 wordt de volgende alinea toegevoegd: “Zij is van toepassing met ingang van […].” Bijlage I, punt 1.2, vierde alinea: De rectificatie heeft uitsluitend betrekking op de Finse versie. Bijlage II, Deel B: De rectificatie heeft uitsluitend betrekking op de Engelse en Zweedse versie[5]. 4. Teneinde de lezing en het onderzoek daarvan te vergemakkelijken, is ook de volledige tekst van het aldus gewijzigde codificatievoorstel bijgevoegd. ê 93/32/EEG 2003/0058 (COD) Gewijzigd voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende het beveiligingssysteem voor passagiers van motorvoertuigen op twee wielen (Voor de EER relevante tekst) HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 95, Gelet op Richtlijn 2002/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 maart 2002 betreffende de goedkeuring van twee- of driewielige motorvoertuigen en de intrekking van Richtlijn 92/61/EEG van de Raad[6], Gezien het voorstel van de Commissie, Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité[7], Volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag[8], Overwegende hetgeen volgt: ê 1. Bij Richtlijn 93/32/EEG van de Raad van 14 juni 1993 betreffende het beveiligingssysteem voor passagiers van motorvoertuigen op twee wielen[9] zijn de technische voorschriften vastgesteld betreffende het ontwerp en de bouw van tweewielige motorvoertuigen met betrekking tot het beveiligingssysteem voor passagiers. Deze technische voorschriften beoogden de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten, teneinde de uitvoering van de bij Richtlijn 2002/24/EG geregelde EG-typegoedkeuringsprocedure, , ten aanzien van elk type voertuig mogelijk te maken. Richtlijn 93/32/EEG is ingrijpend gewijzigd[10]. Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van deze richtlijn te worden overgegaan. ê 93/32/EEG overweging 4 (aangepast) 2. Ö Deze richtlijn is één van de bijzondere richtlijnen van het bij Richtlijn 2002/24/EG geregelde EG-typegoedkeuringssysteem. Derhalve zijn de bepalingen van Richtlijn 2002/24/EG betreffende voertuigsystemen, onderdelen en afzonderlijke technische eenheden op de onderhavige richtlijn van toepassing. Õ ê 93/32/EEG overweging 5 (aangepast) 3. Ö Daar de doelstelling van het overwogen optreden, namelijk het verlenen van de EG-onderdeeltypegoedkeuring wat het beveiligingssysteem voor passagiers van een type tweewielig motorvoertuig betreft, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve, wegens de omvang en de gevolgen van het optreden, beter door de Gemeenschap kan worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken. Õ ê 4. Deze richtlijn dient de in bijlage II, deel B, genoemde verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de termijnen voor omzetting in nationaal recht en toepassing van de aldaar genoemde richtlijnen onverlet te laten, ê 93/32/EEG HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD: Artikel 1 Deze richtlijn is van toepassing op het beveiligingssysteem voor passagiers van elk type motorvoertuig op twee wielen zoals omschreven in artikel 1 van Richtlijn 2002/24/EG. Artikel 2 De procedure voor het verlenen van de EG-onderdeeltypegoedkeuring wat het beveiligingssysteem voor passagiers van een type motorvoertuig op twee wielen betreft, alsmede de voorwaarden voor het vrije verkeer van deze voertuigen zijn vastgesteld bij Richtlijn 2002/24/EG in respectievelijk hoofdstuk II en hoofdstuk III. Artikel 3 ê 93/32/EEG (aangepast) De wijzigingen die noodzakelijk zijn om de in bijlage I neergelegde voorschriften aan te passen aan de vooruitgang van de techniek, worden vastgesteld volgens de Ö in [artikel 13, lid 3, Õ van Richtlijn 70/156/EEG van de Raad[11]] Ö bedoelde procedure Õ . ê 93/32/EEG Artikel 4 De lidstaten delen de Commissie de tekst mede van de voornaamste bepalingen van intern recht die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied aannemen. ê Artikel 5 Richtlijn 93/32/EEG, zoals gewijzigd bij de in bijlage II, deel A, genoemde richtlijn, wordt ingetrokken, onverminderd de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage II, deel B, genoemde termijnen voor omzetting in nationaal recht en toepassing van de aldaar genoemde richtlijnen. Verwijzingen naar de ingetrokken richtlijn gelden als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage III. Artikel 6 Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie . Zij is van toepassing met ingang van […]. ê 93/32/EEG art. 5 Artikel 7 Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten. Gedaan te Brussel, […] Voor het Europees Parlement Voor de Raad De Voorzitter De Voorzitter […] […] ê 93/32/EEG bijlage BIJLAGE I 1. ALGEMENE VOORSCHRIFTEN Indien een passagier kan worden vervoerd moet het voertuig van een beveiligingssysteem voor passagiers zijn voorzien. Dit systeem moet bestaan uit een riem dan wel een of meer handgrepen. ê 1999/24/EG art. 1 1.1. Riem De riem moet zodanig op het zadel of op andere met het frame verbonden gedeelten zijn gemonteerd dat de passagier deze gemakkelijk kan gebruiken. De riem en de bevestiging daarvan moeten zodanig zijn ontworpen dat zij zonder breuk bestand zijn tegen een verticale trekkracht van 2 000 N die met een maximale druk van 2 MPa op statische wijze op het midden van het oppervlak van de riem wordt uitgeoefend. ê 93/32/EEG bijlage 1.2. Handgreep Indien gebruik wordt gemaakt van één handgreep moet deze dichtbij het zadel en symmetrisch ten opzichte van het middenlangsvlak van het voertuig zijn gemonteerd. Deze handgreep moet zodanig zijn ontworpen dat deze zonder breuk bestand is tegen een verticale trekkracht van 2 000 N die met een maximale druk van 2 MPa op statische wijze op het midden van het oppervlak van de handgreep wordt uitgeoefend. Indien gebruik wordt gemaakt van twee handgrepen moeten deze symmetrisch aan weerszijden zijn gemonteerd. Deze handgrepen moeten zodanig zijn ontworpen dat elk van hen zonder breuk bestand is tegen een verticale trekkracht van 1 000 N die met een maximale druk van 1 MPa op statische wijze op het midden van het oppervlak van de handgreep wordt uitgeoefend. Aanhangsel 1 Inlichtingenformulier wat betreft de beveiligingssystemen voor passagiers van een type motorvoertuig op twee wielen (bij de EG-onderdeeltypegoedkeuringsaanvraag te voegen ingeval deze los van de aanvraag om EG-typegoedkeuring van het voertuig wordt ingediend) Volgnummer (door de aanvrager toegekend): ............................................................................. Bij de aanvraag om EG-onderdeeltypegoedkeuring wat betreft de beveiligingssystemen voor passagiers van een type motorvoertuig op twee wielen moeten de inlichtingen worden verstrekt als bedoeld in de volgende punten in bijlage II van Richtlijn 2002/24/EG: - onder A, punten: - 0.1 - 0.2 - 0.4 tot en met 0.6 ê 1999/24/EG art. 1 - onder B, punten: - 1.4 tot en met 1.4.2 ê 93/32/EEG Aanhangsel 2 Naam van de bevoegde instantie [pic] é BIJLAGE II Deel A Ingetrokken richtlijn en de wijziging ervan (bedoeld in artikel 5) Richtlijn 93/32/EEG van de Raad | (PB L 188 van 29.7.1993, blz. 28) | Richtlijn 1999/24/EG van de Commissie | (PB L 104 van 21.4.1999, blz. 16) | Deel B Lijst van de termijnen voor omzetting in nationaal recht en toepassing(bedoeld in artikel 5) Richtlijn | Termijn voor omzetting | Toepassingsdatum | 93/32/EEG | 14 december 1994 | 14 juni 1995(*) | 1999/24/EG | 31 december 1999 | 1 januari 2000(**) | ___________ (*) Artikel 4, lid 1, derde alinea van Richtlijn 93/32/EEG: “Vanaf de in de eerste alinea vermelde datum mogen de lidstaten het voor het eerst in het verkeer brengen van aan deze richtlijn beantwoordende voertuigen niet verbieden om redenen die met de beveiligingssystemen voor passagiers verband houden.” (**) Artikel 2 van Richtlijn 1999/24/EG: “1. Met ingang van 1 januari 2000 mogen de lidstaten om redenen die verband houden met het beveiligingssysteem voor passagiers: - noch de EG-goedkeuring voor een type tweewielig motorvoertuig of van een type beveiligingssysteem voor passagiers weigeren, - noch de inschrijving, de verkoop of het in het verkeer brengen van tweewielige motorvoertuigen alsmede de verkoop of het in de handel brengen van beveiligingssystemen voor passagiers verbieden, voorzover de beveiligingssystemen voor passagiers voldoen aan de eisen van Richtlijn 93/32/EEG, als gewijzigd bij deze richtlijn. 2. Met ingang van 1 juli 2000 weigeren de lidstaten de EG-goedkeuring voor elk type tweewielig motorvoertuig om redenen die verband houden met het beveiligingssysteem voor passagiers en ieder type beveiligingssysteem voor passagiers indien niet is voldaan aan de eisen van Richtlijn 93/32/EEG als gewijzigd bij deze richtlijn.” BIJLAGE III Concordantietabel Richtlijn 93/32/EEG | De onderhavige Richtlijn | Artikelen 1, 2 en 3 | Artikelen 1, 2 en 3 | Artikel 4, lid 1 | ___ | Artikel 4, lid 2 | Artikel 4 | ___ | Artikel 5 | ___ | Artikel 6 | Artikel 5 | Artikel 7 | Bijlage | Bijlage I | Aanhangsel 1 | Aanhangsel 1 | Aanhangsel 2 | Aanhangsel 2 | ___ | Bijlage II | ___ | Bijlage III | __________________ [1] COM(2003) 145 definitief van 27 maart 2003. [2] PB C 102 van 4.4.1996, blz. 2. [3] Zie het advies dat op 30 juni 2003 bij het Europees Parlement, de Raad, de Commissie en het Europees Economisch en Sociaal Comité is ingediend. [4] De rectificaties hebben enkel betrekking op de Engels, Finse en Zweedse versie. [5] PB L 239 van 9.7.2004, blz. 36. [6] PB L 124 van 9.5.2002, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2005/30/EG van de Commissie (PB L 106 van 27.4.2005, blz. 17 [7] PB C […] van […], blz. […]. [8] PB C […] van […], blz. […]. [9] PB L 188 van 29.7.1993, blz. 28. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 1999/24/EG van de Commissie (PB L 104 van 21.4.1999, blz. 16). [10] Zie bijlage II, deel A. [11] PB L 42 van 23.2.1970, blz. 1.