Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52006AR0338

    Advies van het Comité van de Regio's Implementatie van het Lissabonprogramma van de Gemeenschap: Financiering van groei in het MKB — de toegevoegde waarde van Europa

    PB C 146 van 30.6.2007, p. 73–76 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
    PB C 146 van 30.6.2007, p. 11–11 (MT)

    30.6.2007   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 146/73


    Advies van het Comité van de Regio's „Implementatie van het Lissabonprogramma van de Gemeenschap: Financiering van groei in het MKB — de toegevoegde waarde van Europa”

    (2007/C 146/11)

    HET COMITÉ VAN DE REGIO'S wijst op het volgende:

    Bij de ontwikkeling van EU-wetgeving en -beleid moet steeds worden nagegaan welke gevolgen een en ander kan hebben voor de ontwikkeling van het MKB.

    Er moet gezorgd worden voor een betere toegang van het MKB tot de intermediaire financiële instellingen en organisaties die voor de toepassing van het CIP en JEREMIE-initiatief verantwoordelijk zijn. De EIB-groep zou ook duidelijkere informatie moeten verschaffen over haar rol en haar meerwaarde én over de methoden om voor de nieuwe instrumenten CIP en JEREMIE in aanmerking te komen.

    In haar verdere discussies op Europees niveau dient de Commissie beslist ook aandacht te besteden aan regionale best practices. Regio's kunnen het beschikbare particuliere kapitaal mobiliseren door netwerken van „informeel kapitaal” op te zetten en te financieren waarin particuliere investeerders in contact worden gebracht met bedrijven die zich in de zaai- of startfase bevinden.

    Financiële maatregelen dienen door de nodige instrumenten ondersteund te worden. Regio's bieden het MKB belangrijke infrastructuur, zoals clusters en bijscholingsfaciliteiten. Regio's hebben ook nuttige ervaring opgedaan met (door het ESF gefinancierde) starterscentra met gemeenschappelijk personeel en gedeelde faciliteiten; deze kunnen innovaties ondersteunen, advies geven en programma's ter vergroting van de investeringsbereidheid aanbieden. Ondernemersschap moet ook in opleidingsprogramma's worden opgenomen. Juist doordat deze maatregelen elkaar aanvullen, hebben startende bedrijven een grotere kans van slagen.

    Referentiedocument

    Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's Implementatie van het Lissabonprogramma van de Gemeenschap: Financiering van groei in het MKB — de toegevoegde waarde van Europa

    COM(2006) 349 final.

    HET COMITÉ VAN DE REGIO'S,

    gezien de Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's Implementatie van het Lissabonprogramma van de Gemeenschap: Financiering van groei in het MKBde toegevoegde waarde van Europa COM(2006) 349 final;

    gezien het besluit van de Europese Commissie van 29 juni 2006 om het CvdR conform artikel 265, eerste alinea, van het EG-Verdrag over dit onderwerp te raadplegen;

    gezien het besluit van het bureau van het CvdR van 25 april 2006 om zijn commissie Economisch en sociaal beleid met het opstellen van het desbetreffende advies te belasten;

    gezien het ontwerpadvies CdR 338/2006 rev. 1 over dit onderwerp, dat op 15 december 2006 door zijn commissie „Economisch en sociaal beleid” werd goedgekeurd (rapporteur: Harry Dijksma, lid van de Gedeputeerde Staten van Flevoland, NL/ALDE),

    Overwegende dat 23 miljoen kleine en middelgrote bedrijven in heel Europa samen 67 % van het BBP van de EU genereren en voor 75 miljoen banen zorgen, en dat zij in sommige sectoren goed zijn voor 80 % van de totale werkgelegenheid, waarbij 99 % van deze bedrijven micro-ondernemingen (ondernemingen met minder dan 10 werknemers) zijn.

    heeft tijdens zijn 68e zitting van 13 en 14 februari 2007 (vergadering van 13 februari) het volgende advies uitgebracht:

    1.   Standpunten van het Comité van de Regio's

    Ondersteuning van het Lissabonproces

    1.1

    Het CvdR is ingenomen met de Mededeling over de financiering van groei in het MKB, waarin de Commissie de problemen en instrumenten van de instellingen van de EU en van de lidstaten duidelijk analyseert.

    1.2

    Het CvdR steunt de conclusies van de voorjaarstop van de Raad in 2006 en wijst erop dat een geïntegreerde financiële markt en voldoende toegang tot financiering van doorslaggevend belang zijn voor de groei van het MKB. Het Lissabonproces biedt een kader voor nationale en Europese hervormingen ter verbetering van de financieringsmogelijkheden voor het MKB. De inbreng van lokale en regionale overheden is van cruciaal belang voor het welslagen van de Lissabonhervormingen. Ter ondersteuning van de samenwerking tussen de verschillende bestuurslagen heeft het CvdR onderzoek gedaan naar de mate waarin lokale en regionale overheden in heel Europa worden betrokken bij de ontwikkeling van de nationale hervormingsplannen, heeft het een analyse gemaakt van de inbreng van lokale en regionale overheden in deze plannen en heeft het een „Lissabon monitoring platform” in het leven geroepen.

    Een beter kader voor de verstrekking van risicokapitaal

    1.3

    Ondanks de aanzienlijke vooruitgang die de afgelopen jaren is geboekt moet er duidelijk nog meer gebeuren en dienen er meer instrumenten te komen als Europa de doelstellingen van de Lissabonagenda wil verwezenlijken. De Europese risicokapitaalmarkten benutten nog steeds niet hun hele potentieel; door problemen met zowel het aanbod van als de vraag naar risicokapitaal schieten ze tekort bij het verschaffen van begin- en ontwikkelingskapitaal aan startende ondernemingen. Hierdoor wordt niet alles gehaald uit mogelijke innovaties, wat weer een lagere economische groei en minder werkgelegenheid tot gevolg heeft. Maar heel weinig Europese start-ups die met innovatieve technologieën werken groeien uit tot ondernemingen die wereldwijd de toon aangeven in hun sector.

    1.4

    Het is een goede zaak dat de EU-instellingen en de lidstaten van plan zijn om maatregelen te nemen die ertoe moeten leiden dat de durfkapitaalinvesteringen in ondernemingen die zich in de zaai- en startfase bevinden in 2013 verdrievoudigd zijn én zich op dat hogere peil handhaven.

    1.5

    De kapitaal- en bancaire systemen in Europa verschillen sterk van lidstaat tot lidstaat. Verdere harmonisatie is dan ook geboden, zodat voor alle kleine en middelgrote bedrijven dezelfde voorwaarden gelden en de interne markt voor meer groei en werkgelegenheid kan zorgen.

    1.6

    De Commissie wijst er terecht op dat een exitstrategie van groot belang is voor succesvolle durfkapitaalinvesteringen en dat veel Europese aandelenmarkten goede alternatieven hebben voor snelgroeiende ondernemingen die op zoek zijn naar kapitaal. Het zou daarom een goede zaak zijn als in de hele EU de toegang tot beurzen voor groeiaandelen wordt vergemakkelijkt.

    1.7

    Het CvdR deelt de mening van de Commissie dat het gebrek aan kapitaal voor startende ondernemingen groei en innovatie in de EU in de weg staat en dat een verdere specialisatie van de fondsen en meer sectorspecifieke deskundigheid nodig zijn om succesvol te kunnen investeren.

    1.8

    Het CvdR is het met de Commissie eens dat professionele managers van durfkapitaal op de interne markt zonder buitensporige belastingen en zonder al te veel wettelijk voorgeschreven papieren rompslomp overal kapitaal moeten kunnen bijeenbrengen en investeren. De lidstaten zouden moeten waarborgen dat grensoverschrijdende investeringen worden onderworpen aan een faire mededinging met voor iedereen gelijke voorwaarden, wat wederzijds een verlaging van de belastingdruk en vermindering van de papieren rompslomp zou betekenen.

    1.9

    Het nieuwe voorstel voor een Gemeenschapsoctrooi is een goede zaak, omdat het lagere kosten voor het MKB met zich zal meebrengen. De hoge kosten van het huidige Gemeenschapsoctrooi staan een snelle economische toepassing van innovaties in de weg.

    Meer kredietfinanciering voor het MKB

    1.10

    Bankkredieten blijven de belangrijkste financieringsbron voor het MKB. Door Basel II zal de weging van commerciële kredieten met een relatief hoog risicoprofiel met 50 % stijgen, waardoor startende en innoverende bedrijven die geld willen lenen vrijwel zeker met hogere kosten geconfronteerd zullen worden.

    1.11

    Een groot probleem voor kleine en middelgrote bedrijven die financiers zoeken is de tendens dat grote banken hun filialen sluiten in landelijke, dunbevolkte of economisch zwakke regio's. Hierdoor worden zij meer afhankelijk van lokale, in kredietverstrekking aan het MKB gespecialiseerde banken. Met een andere regelgeving op dit gebied zouden zij een stuk gemakkelijker aan kapitaal kunnen komen.

    1.12

    Een aantal kenmerken van de Europese cultuur biedt ook groeimogelijkheden. Kleine en middelgrote ondernemingen moeten aangemoedigd worden om hun houding t.a.v. risico's en hun ondernemerschap te verbeteren. Zo kunnen factoren die de groei belemmeren, uit de weg worden geruimd.

    De bijdrage van de EU aan de financiering van het MKB

    1.13

    Wat de verstrekking van risicokapitaal betreft moeten er concrete, op maat gesneden oplossingen komen voor de doelgroep. Lokale en regionale overheden hebben maar weinig mogelijkheden om bij te dragen aan risicokapitaalfondsen. Het is daarom een goede zaak dat EFRO-gelden nu ook gebruikt kunnen worden voor regionale risicokapitaalfondsen. Met overheidsfinancieringen tegen gunstige voorwaarden verandert voor particuliere investeerders de risico-rendement-verhouding, waardoor zij zich sneller op de durfkapitaalmarkt zullen wagen.

    1.14

    Het CvdR is ingenomen met de volgende EU-instrumenten: zevende kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling, het CIP (Competitiveness and Innovation Framework Programme — kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie) en het JEREMIE-initiatief (Joint European Resources for Micro to Medium Enterprises).

    1.15

    Het is een goede zaak dat het krachtens de EFRO-verordening mogelijk is om, gecofinancierd door de EU, een kennisvouchersysteem op te zetten met behulp waarvan innovaties rijp voor de markt kunnen worden gemaakt.

    1.16

    De Europese Investeringsbank (EIB) en het Europese Investeringsfonds (EIF) zijn niet toegerust voor directe relaties met het MKB, maar met het JEREMIE-initiatief en het CIP kunnen zij wel via intermediaire financiële instellingen en organisaties in de (regio's van de) lidstaten technische steun verlenen en kapitaal verstrekken.

    1.17

    EU-instrumenten zijn vooral gericht op startende en succesvolle bedrijven, ook al behoort 75 % van de bedrijven tot een andere categorie.

    2.   Aanbevelingen van het Comité van de Regio's

    Ondersteuning van het Lissabonproces

    2.1

    De Commissie zou moeten ijveren voor een breed scala aan maatregelen om de toegang van het MKB tot kapitaal te verbeteren, zodat er op maat gesneden oplossingen komen voor de financiële behoeften van deze bedrijven. Juist hun diversiteit is een van de sterkste punten van de Europese economie.

    2.2

    Daarom moet bij de ontwikkeling van EU-wetgeving en -beleid steeds worden nagegaan welke gevolgen een en ander kan hebben voor de ontwikkeling van het MKB.

    Een beter kader voor de verstrekking van risicokapitaal

    2.3

    Om particuliere investeerders aan te zetten tot het verstrekken van risicokapitaal aan het MKB zouden de Commissie en de lidstaten beter gebruik moeten maken van de mogelijkheden op het gebied van risicokapitaalinvesteringen en van modellen voor risicospreiding.

    2.4

    Het CvdR beveelt met nadruk aan dat er beleid komt om een cultuuromslag teweeg te brengen en het nemen van risico's aan te moedigen; dat zal de uitvoering van de Lissabonagenda ten goede komen. Verder moeten de Commissie en de lidstaten er in hun beleid voor blijven ijveren dat ondernemers die op niet-frauduleuze wijze failliet gaan niet als mislukt worden gebrandmerkt.

    Meer kredietfinanciering voor het MKB

    2.5

    De diversiteit aan kredietinstellingen op de Europese retail banking-markten beantwoordt aan de uiteenlopende vraag van individuen, het MKB, corporaties en lokale overheden naar financiële producten. Om ervoor te zorgen dat ook in de toekomst aan deze vraag wordt voldaan, mag de EU-wetgeving niet gunstiger uitpakken voor het ene type banking model of klant dan voor het andere.

    2.6

    Bij het uitwisselen van kennis en best practices tijdens de door de Commissie georganiseerde thematische werk- en rondetafelconferenties zou ook rekening moeten worden gehouden met de ervaringen van lokale en regionale overheden. In het betrekkelijk kleine wereldje van risicokapitaalverstrekkers is uitwisseling van kennis tussen de belangrijkste actoren in de lidstaten van cruciaal belang om niet achterop te raken.

    2.7

    Door de vergrijzing zal een groot aantal bedrijven in de verkoop worden gedaan. De financiering van bedrijfsovernames (buy-out of buy-in) verdient dan ook de nodige aandacht.

    De bijdrage van de EU aan de financiering van het MKB

    2.8

    De deelname van het MKB — met name micro-ondernemingen — aan de programma's Samenwerking en Ontwikkeling van het zevende kaderprogramma moet vergemakkelijkt worden.

    2.9

    Er moet gezorgd worden voor een betere toegang van het MKB tot de intermediaire financiële instellingen en organisaties die voor de toepassing van het CIP en JEREMIE-initiatief verantwoordelijk zijn. De EIB-groep zou ook duidelijkere informatie moeten verschaffen over haar rol en haar meerwaarde én over de methoden om voor de nieuwe instrumenten CIP en JEREMIE in aanmerking te komen.

    2.10

    De kansen en ontwikkelingen op de Europese financiële markt, bijvoorbeeld de gevolgen van demografische veranderingen, moeten voortdurend in de gaten worden gehouden.

    2.11

    Het EIF zou een grotere rol moeten gaan spelen bij de ondersteuning van regionale risicokapitaalfondsen. Het zou daarom moeten overwegen om kennis en ervaring te delen met regionale fondsen onder een minimumomvang van 35 miljoen euro.

    2.12

    De diverse informatiepunten voor het MKB op EU-, nationaal en regionaal niveau zouden moeten worden samengevoegd tot één transparant, goed toegankelijk one stop-informatiepunt. Het gebruik van regionale instellingen en van de internetsites van overheidsdiensten (e-government) zou moeten worden gestimuleerd.

    Beter bestuur

    2.13

    In haar verdere discussies op Europees niveau dient de Commissie beslist ook aandacht te besteden aan regionale best practices. Regio's kunnen het beschikbare particuliere kapitaal mobiliseren door netwerken van „informeel kapitaal” op te zetten en te financieren waarin particuliere investeerders in contact worden gebracht met bedrijven die zich in de zaai- of startfase bevinden.

    2.14

    Financiële maatregelen dienen door de nodige instrumenten ondersteund te worden. Regio's bieden het MKB belangrijke infrastructuur, zoals clusters en bijscholingsfaciliteiten. Regio's hebben ook nuttige ervaring opgedaan met (door het ESF gefinancierde) starterscentra met gemeenschappelijk personeel en gedeelde faciliteiten; deze kunnen innovaties ondersteunen, advies geven en programma's ter vergroting van de investeringsbereidheid aanbieden. Ondernemersschap moet ook in opleidingsprogramma's worden opgenomen. Juist doordat deze maatregelen elkaar aanvullen, hebben startende bedrijven een grotere kans van slagen.

    2.15

    De lidstaten en de EU zouden sterker naar de voltooiing van de interne markt moeten toewerken en de bijbehorende wetgeving voor de interne markt moeten uitvoeren en alle ongeoorloofde obstakels voor grensoverschrijdende samenwerking — inclusief belastingregels en exportkredietverzekeringen — moeten wegnemen om de Europese markt concurrerender te maken en meer open te stellen in de mondiale economie.

    2.16

    Er zouden maatregelen moeten komen om business angels in heel Europa meer te betrekken bij de economische ontwikkeling van regio's. Zoals bekend zijn zij bij voorkeur actief in hun eigen regio, dat wil zeggen binnen 100 à 150 kilometer van hun woonplaats. Netwerken van business angels moeten meer bekendheid krijgen.

    2.17

    Er zou gebruik moeten worden gemaakt van een regionaal revolverend fonds, waarbij de participatie van de overheid via een fonds of een soortgelijk instrument wordt gekanaliseerd om de particuliere sector tot investeringen aan te zetten. Met de nieuwe regels voor staatssteun zou het voor de regio's mogelijk moeten zijn om met dit duurzame instrument te blijven werken.

    2.18

    Risicokapitaalinstrumenten zouden regionale en nationale instrumenten moeten ondersteunen. Met extra cofinanciering kan het fonds een grotere omvang en een kritische massa bereiken; dankzij zo'n gediversifieerde portefeuille zijn de slaagkansen groter. Extra cofinanciering zou ook grensoverschrijdende investeringen moeten vergemakkelijken en moeten leiden tot geharmoniseerde regelingen en minder marktfragmentatie in de EU.

    Brussel, 13 februari 2007.

    De voorzitter

    van het Comité van de Regio's

    M. DELEBARRE


    Top