This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52004PC0767
Communication from the Commission to the European Parliament pursuant to the second subparagraph of Article 251 (2) of the EC Treaty concerning the common position of the Council on the adoption of a Directive of the European Parliament and of the Council amending Council Directive 77/541/CEE on the approximation of the laws of the Member States relating to safety belts and restraint systems of motor vehicles
Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede alinea, van het EG-Verdrag over het gemeenschappelijk standpunt van de Raad met het oog op de aanneming van een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 77/541/EEG van de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake veiligheidsgordels en bevestigingssystemen in motorvoertuigen
Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede alinea, van het EG-Verdrag over het gemeenschappelijk standpunt van de Raad met het oog op de aanneming van een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 77/541/EEG van de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake veiligheidsgordels en bevestigingssystemen in motorvoertuigen
/* COM/2004/0767 def. - COD 2003/0130 */
Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede alinea, van het EG-Verdrag over het gemeenschappelijk standpunt van de Raad met het oog op de aanneming van een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 77/541/EEG van de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake veiligheidsgordels en bevestigingssystemen in motorvoertuigen /* COM/2004/0767 def. - COD 2003/0130 */
Brussel, 25.1.2005 COM(2004) 767 definitief 2003/0130 (COD) . MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede alinea, van het EG-Verdrag over het gemeenschappelijk standpunt van de Raad met het oog op de aanneming van een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 77/541/EEG van de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake veiligheidsgordels en bevestigingssystemen in motorvoertuigen 2003/0130 (COD) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede alinea, van het EG-Verdrag over het gemeenschappelijk standpunt van de Raad met het oog op de aanneming van een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 77/541/EEG van de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake veiligheidsgordels en bevestigingssystemen in motorvoertuigen 1- PROCEDUREVERLOOP Toezending van het voorstel aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2003)363 def. – 2003/0130 (COD)) | 20.6.2003 | Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité | 10.12.2003 | Advies van het Europees Parlement in eerste lezing | 17.12.2003 | Vaststelling van het gemeenschappelijk standpunt | 24.1.2005 | 2- DOEL VAN HET VOORSTEL VAN DE COMMISSIE Dit voorstel voor een richtlijn maakt deel uit van een reeks van drie voorstellen voor de verplichte installatie van veiligheidsgordels in alle personenwagens. Deze maatregelen komen er na de goedkeuring van Richtlijn 2003/20/EG tot wijziging van Richtlijn 91/671/EEG van de Raad betreffende het verplichte gebruik van veiligheidsgordels. Dit voorstel gaat met name over de verplichte installatie van goedgekeurde veiligheidsgordels die aangepast zijn aan elke voertuigcategorie. 3- OPMERKINGEN OVER HET GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT 3.1. Algemene opmerkingen over het gemeenschappelijk standpunt Het belangrijkste amendement van de Raad op het voorstel van de Commissie heeft betrekking op veiligheidsgordels voor personen met een handicap. Gezien de specifieke behoeften van deze categorie gebruikers vindt de Raad het beter dat die veiligheidsgordels gedurende een overgangsperiode niet moeten voldoen aan alle technische eisen die voor veiligheidsgrodels gelden. De Raad erkent niettemin dat de bestaande nationale eisen moeten worden geharmoniseerd en verzoekt de Commissie deze kwestie te onderzoeken. De Commissie aanvaardt dit amendement. 3.2. Opmerkingen over de door het Europees Parlement in eerste lezing goedgekeurde amendementen Rekening houdend met zijn standpunt ten aanzien van het eventuele verbod op zijdelings gerichte zitplaatsen in reisbussen (zie 2003/0128(COD)) stelde het Parlement in het kader van het behoud van deze zitplaatsen voor om ze uit te rusten met tweepuntsgordels. De Raad heeft de amendementen van het Parlement niet overgenomen en het voorstel van de Commissie in de huidige staat behouden. De Commissie, die na de eerste lezing had aangekondigd dat ze haar voorstel niet zou veranderen, staat volledig achter het standpunt van de Raad. 4 - CONCLUSIES De Commissie stelt voor om alle personenwagens verplicht met veiligheidsgordels uit te rusten om te voorkomen dat inzittenden uit het voertuig worden geslingerd. Om maximale bescherming te bieden moeten de veiligheidsgordels getest worden met het oog op hun typegoedkeuring en moeten ze aangepast zijn aan de stoelen die in de verschillende voertuigcategorieën worden gebruikt. De Raad heeft alle door de Commissie aanbevolen maatregelen goedgekeurd, maar heeft besloten om de eisen van toepassing op veiligheidsgordels voor personen met een handicap, te versoepelen. Hij heeft de Commissie niettemin opgedragen deze kwestie in detail te onderzoeken. De Raad heeft de amendementen van het Europees Parlement verworpen. Kortom, de Commissie staat volledig achter het gemeenschappelijk standpunt van de Raad.