Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52001PC0768

    Voorstel voor een Beschikking van de Raad inzake de verlenging van de toekenning van gunsten aan de gemeenschappelijke onderneming Hochtemperatur-Kernkraftwerk GmbH (HKG)

    /* COM/2001/0768 def. */

    52001PC0768

    Voorstel voor een Beschikking van de Raad inzake de verlenging van de toekenning van gunsten aan de gemeenschappelijke onderneming Hochtemperatur-Kernkraftwerk GmbH (HKG) /* COM/2001/0768 def. */


    Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD inzake de verlenging van de toekenning van gunsten aan de gemeenschappelijke onderneming Hochtemperatur-Kernkraftwerk GmbH (HKG)

    (door de Commissie ingediend)

    TOELICHTING

    1. BEPALINGEN VAN HET EURATOM-VERDRAG DIE BETREKKING HEBBEN OP HET STATUUT VAN GEMEENSCHAPPELIJKE ONDERNEMING

    1. In artikel 45 van het Euratom-Verdrag is bepaald dat ondernemingen welke van fundamenteel belang zijn voor de ontwikkeling van de nucleaire industrie binnen de Gemeenschap kunnen worden opgericht als gemeenschappelijke ondernemingen in de zin van het Verdrag.

    Krachtens artikel 46 wordt elk project voor een gemeenschappelijke onderneming door de Commissie aan een onderzoek onderworpen. Daartoe wint de Commissie het advies in van de lidstaten alsmede van elk openbaar of particulier lichaam dat haar naar haar oordeel kan voorlichten.

    De Commissie moet ieder project voor een gemeenschappelijke onderneming, tezamen met haar met redenen omkleed advies, bij de Raad indienen.

    Krachtens de artikelen 47 tot en met 49 geschiedt de oprichting van een gemeenschappelijk onderneming ingevolge een beschikking van de Raad op voorstel van de Commissie.

    2. VOORGESCHIEDENIS VAN HKG EN HET PROJECT THTR 300

    Motivering van de aanvraag

    2. De onderneming Hochtemperatur-Kernkraftwerk GmbH (HKG) had tot doel te Uentrop (Kreis Unna), Bondsrepubliek Duitsland, een kernenergiecentrale te bouwen, uit te rusten en te exploiteren. Het was een prototype van een kerncentrale met een hogetemperatuurreactor waarin thorium als splijtstof wordt gebruikt, met een vermogen van ongeveer 300 MWe (THTR 300 - Thorium High Temperature Reactor). Voor de uitvoering daarvan heeft HKG het statuut van gemeenschappelijke onderneming aangevraagd.

    3. De Raad heeft, overwegende dat de statuten van HKG in overeenstemming waren met de bepalingen van het Euratom-Verdrag inzake gemeenschappelijke ondernemingen en dat het HKG-project op dat ogenblik van fundamenteel belang was voor de ontwikkeling van de nucleaire industrie in de Gemeenschap, HKG het statuut van gemeenschappelijke onderneming in de zin van het Euratom-Verdrag toegekend voor de duur van 25 jaar vanaf 1 januari 1974.

    4. Tevens heeft HKG verzocht om de toekenning van bepaalde gunsten als bedoeld in bijlage III van het Euratom-Verdrag.

    Op grond van de volgende punten:

    - de kerncentrale wordt gebouwd door een consortium van ondernemingen uit de Gemeenschap, met onderdelen die vrijwel uitsluitend uit de Gemeenschap afkomstig zijn,

    - door de bouw van de centrale zouden de technische procédés voor de productie van elektriciteit op industriële schaal aanzienlijk kunnen worden verbeterd,

    - door de toekenning aan HKG van gunsten als bedoeld in bijlage III van het Verdrag zouden de financiële lasten omlaag gaan, waardoor de economische risico's die eigen zijn aan een dergelijke onderneming kunnen worden beperkt,

    - HKG zou de niet-octrooieerbare kennis die eventueel wordt opgedaan bij de bouw van de kerncentrale, ter beschikking van de Gemeenschap stellen,

    besloot de Raad bepaalde gunsten als bedoeld in bijlage III van het Euratom-Verdrag toe te kennen, en met name ontheffing van bepaalde belastingen. De gunsten zijn toegekend voor een periode die afloopt drie jaar na de definitieve oplevering van de centrale door de onderneming.

    Eerste beschikkingen

    5. In juni 1974 heeft de Raad, op voorstel van de Commissie, de volgende twee beschikkingen aangenomen:

    - 74/295/Euratom : Beschikking van de Raad van 4 juni 1974 inzake de oprichting van de gemeenschappelijke onderneming Hochtemperatur-Kernkraftwerk Gmbh (HKG) (PB L 165 van 20.06.1974, blz. 7-13);

    - 74/296/Euratom : Beschikking van de Raad van 4 juni 1974 betreffende de toekenning van gunsten aan de gemeenschappelijke onderneming Hochtemperatur-Kernkraftwerk Gmbh (HKG) (PB L 165 van 20.06.1974, blz. 14-15).

    Wijziging van de eerste beschikkingen

    6. De algemene vergadering van de gemeenschappelijke onderneming heeft op zijn bijeenkomst van 11 juli 1983 besloten over te gaan tot een verhoging van het maatschappelijk kapitaal van de vennootschap. Deze kapitaalsverhoging omvatte een wijziging van de statuten (vennootschapsovereenkomst) van de gemeenschappelijke onderneming.

    De gemeenschappelijke onderneming heeft bovendien gevraagd de in 1974 verleende ontheffing van de "Kapitalverkehrsteuer" uit te breiden tot de kapitaalinbreng die overeenkomt met de bovengenoemde kapitaalsverhoging.

    7. De Raad heeft, overwegende:

    - dat de wijziging van de statuten geen afbreuk deed aan de bepalingen die voor de gemeenschappelijke onderneming golden, en dat zij in overeenstemming was met de ontwikkeling van het project,

    - dat door de uitbreiding van de ontheffing de financiële lasten omlaag zouden gaan, waardoor de economische risico's die eigen zijn aan een dergelijke onderneming kunnen worden beperkt,

    in februari 1984 de volgende twee beschikkingen aangenomen met het oog op de aanpassing van de beschikkingen van 1974 aan de kapitaalsverhoging van HKG:

    - 84/104/Euratom : Beschikking van de Raad van 21 februari 1984 houdende goedkeuring van een wijziging van de statuten (vennootschapsovereenkomst) van de gemeenschappelijke onderneming HKG (PB L 58 van 29.02.1984, blz. 35);

    - 84/105/Euratom : Beschikking van de Raad van 21 februari 1984 houdende wijziging van Beschikking 74/296/Euratom betreffende de toekenning van gunsten aan de gemeenschappelijke onderneming HKG (PB L 58 van 29.02.1984, blz. 37).

    Overzicht van de werking van de centrale en reden van de verandering van doel

    8. HKG heeft zich op 1 juni 1987 belast met de exploitatie van de THTR 300. De centrale heeft tot 29.09.1988 gewerkt. Op die datum is ze stopgezet en in die periode was de exploitatie al herhaaldelijk onderbroken wegens storingen.

    9. Moeilijkheden van economische en technische aard en in verband met de splijtstofvoorziening, in combinatie met vergunningsproblemen voor het opnieuw in bedrijf stellen wegens financiële onzekerheden, hebben geleid tot het op 01.09.1989 genomen besluit de exploitatie van de installatie onmiddellijk en definitief stop te zetten.

    10. Het doel van de gemeenschappelijke onderneming wordt voortaan de stopzetting van de reactor en het ontladen van de kern, de totstandbrenging van een veilige opsluiting en bewaking. Op 13.12.1989 is tussen de Bondsrepubliek, de deelstaat Noord-Rijnland-Westfalen, HKG en zijn vennoten een overeenkomst tot ordelijke voltooiing van het THTR 300-project gesloten, die gegevens betreffende de financieringsaspecten bevat.

    Dienovereenkomstig geformuleerde nieuwe aanvragen

    11. De fiscale gunsten die bij Beschikking 74/296/Euratom aan HKG waren toegekend, vervielen op 31 mei 1990, drie jaar na de definitieve oplevering van de centrale door de onderneming op 1 juni 1987.

    12. Bij brief van 9 februari en van 6 maart 1990 hebben de vennoten van HKG verzocht om verlenging van de toegekende gunsten totdat het statuut van gemeenschappelijke onderneming vervalt en om aanpassing van de gunsten aan de situatie van het moment van de onderneming, waarvoor extra kapitaal moest worden ingebracht, dat op fiscaal vlak met inbreng van maatschappelijk kapitaal werd gelijkgesteld.

    HKG was bezig met de uitvoering van een programma voor ontmanteling van de kerncentrale tot het stadium van veilige opsluiting en was voornemens vervolgens een programma voor bewaking van de betrokken nucleaire installaties op te zetten.

    13. De Raad was van oordeel dat deze programma's in de Gemeenschap geen equivalent hadden en dat de uitvoering ervan dan ook belangrijk was voor het verwerven van nuttige ervaring voor de kernindustrie en de toekomstige ontwikkeling van de kernenergie in de Gemeenschap.

    De Raad was voorts van mening dat HKG diende te worden gesteund met een vermindering van de financiële lasten bij de uitvoering van de genoemde programma's en dat de toegekende gunsten derhalve dienden te worden verlengd.

    De Raad heeft bij zijn beschikking van 16 november 1992 de toekenning van gunsten aan de gemeenschappelijke onderneming HKG verlengd tot beëindiging van het statuut van gemeenschappelijke onderneming, zoals vastgesteld bij Beschikking 74/295/Euratom, dat wil zeggen 31 december 1998.

    3. nieuwe ontwikkelingen

    14. Op 30.03.1998 heeft de onderneming HKG bij de Commissie een verzoek ingediend om het statuut van gemeenschappelijke Europese onderneming te verlengen na 31.12.1998 voor een nieuwe periode van 25 jaar.

    Het verzoek werd gemotiveerd met het belang voor de kernenergiesector, zowel in Duitsland als in Europa en zelfs in de gehele wereld, van de ervaring die zou worden opgedaan met de werkzaamheden voor definitieve stopzetting en ontmanteling. Dit standpunt is gebaseerd op het feit dat de THTR 300 de grootste reactor van dit type in de wereld is en dat de bijzondere configuratie van de installatie, met name wat de opsluiting betreft, een unieke gelegenheid biedt om ervaring op te doen op het stuk van de resultaten en kosten van opsluiting.

    Met betrekking tot de fiscale gunsten verklaarde HKG dat zij niet langer noodzakelijk zijn, gezien de wijzigingen in de Duitse belastingwetgeving en de waardevermindering van het terrein waarop de centrale is gebouwd.

    HKG deelde voorts mee dat op 13.11.1989 een kaderovereenkomst werd gesloten tussen de bondsregering, de deelstaat Noord-Rijnland-Westfalen en HKG en zijn vennoten om de slotfase van het THTR 300-project tot een goed einde te brengen. In deze overeenkomst, met een aanhangsel van 18.12.1996, zijn de fasen aangegeven waarin tot 2009 moet worden gewerkt, met inbegrip van de voorzieningen voor financiering van de activiteiten van HKG.

    15. In haar ontvangstbevestiging van 25.06.1998 heeft de Commissie de volgende drie toelichtingen gevraagd:

    - welke stappen werden bij de Duitse autoriteiten gedaan in verband met het verzoek om verlenging van het statuut van Europese gemeenschappelijke onderneming-

    - welke belangen lagen ten grondslag aan het verzoek, als men weet dat de aan een dergelijk statuut verbonden fiscale voordelen niet langer noodzakelijk waren-

    - om welke redenen werd een verlenging voor een duur van 25 jaar gevraagd-

    16. De Commissie, die nog steeds geen antwoord van HKG had ontvangen, heeft op 09.11.1998 opnieuw een brief aan de onderneming gestuurd, waarin werd geconstateerd dat de toelichtingen die zij had gevraagd alvorens de passende procedure in te leiden, niet waren verstrekt.

    17. In zijn antwoord van 25.11.1998 heeft HKG zijn belangstelling bevestigd voor een verlenging van het statuut van gemeenschappelijke onderneming en de volgende aanvullende inlichtingen verstrekt:

    - HKG heeft het bondsministerie van onderwijs en onderzoek alsook de federale en plaatselijke ministeries die voor de ontmanteling van THTR 300 bevoegd zijn, in kennis gesteld van het verzoek;

    - HKG erkende dat het zich vergist heeft in de vorige verklaring dat er geen behoefte meer was aan fiscale gunsten en verzocht om handhaving van deze gunsten, omdat nieuwe wijzigingen in de belastingwetgeving opnieuw de fiscale lasten kunnen verzwaren;

    - met betrekking tot de verlenging van het statuut voor 25 jaar vermeldt HKG dat volgens de huidige plannen en vergunningen de veilige opsluiting naar verwachting gedurende 30 jaar zal worden gehandhaafd. Het demonteren van bestraalde elementen kan plaatsvinden na een vervalfase van 30 jaar, dus in 2019, wanneer wordt uitgegaan van de definitieve stopzetting, of in 2027, wanneer rekening wordt gehouden met een bedrijfsperiode van 30 jaar. Aangezien de huidige situatie in Duitsland en in Europa met betrekking tot de definitieve opslag het niet mogelijk maakt een definitief tijdschema vast te stellen voor de ontmanteling van de installatie en de sanering van het terrein, is het gerechtvaardigd een verlenging van het statuut aan te vragen voor een nieuwe periode van 25 jaar.

    De Commissie heeft de ontvangst van deze brief op 21.12.1998 bevestigd.

    18. Zij heeft tevens een interdepartementale werkgroep opgericht om het onderzoek van artikel 46, lid 1, van het Euratom-Verdrag uit te voeren.

    4. Voorbereidende werkzaamheden van de Commissie

    19. Enerzijds moet worden geconstateerd dat Beschikking 74/295/Euratom van de Raad op 31.12.1998 is vervallen en dat het aan HKG toegekende statuut van Europese gemeenschappelijke onderneming niet langer geldig is. Anderzijds is het doel van HKG sinds 1989 veranderd ten opzichte van het doel in 1974.

    20. Gezien deze omstandigheden heeft de Commissie in haar schrijven van 21.01.1999 HKG erop gewezen dat het een nieuw verzoek om toekenning van het statuut van gemeenschappelijke onderneming moet indienen op basis van het huidige doel.

    De Commissie heeft de Duitse autoriteiten ingelicht met het verzoek hun eerste reacties bekend te maken op de aanvraag van HKG om verlenging van het statuut van gemeenschappelijke onderneming en op de handhaving van de fiscale gunsten die in 1974 aan HKG zijn verleend en in 1992 zijn verlengd.

    21. Op 15.03.1999 heeft de onderneming HKG bij de Commissie een nieuw verzoek ingediend om toekenning van het statuut van gemeenschappelijke onderneming met handhaving van de fiscale gunsten. De Commissie heeft deze brief op 12.05.1999 beantwoord.

    22. Volgens artikel 46 van het Euratom-Verdrag moet de Commissie bij het door haar uit te voeren onderzoek het advies van de lidstaten inwinnen alsmede van elk openbaar of particulier lichaam dat haar naar haar oordeel kan voorlichten.

    Daarom heeft de Commissie op 01.06.1999 aan de Permanente vertegenwoordigers van de lidstaten een brief gestuurd, vergezeld van alle nuttige inlichtingen, waarin zij hen om hun standpunt vroeg.

    23. In zijn antwoord steunt Duitsland het verzoek van HKG en wijst het erop dat de Bondsregering voorstander is van de handhaving van de verleende fiscale voordelen.

    24. Andere lidstaten hebben eveneens gunstig gereageerd op het verzoek (Finland, Ierland, Portugal, Verenigd Koninkrijk en Zweden). Navraag bij de andere lidstaten wijst ook op een positieve reactie.

    25. De regering van het Verenigd Koninkrijk heeft cijfers gevraagd waaruit de voordelen blijken die in het verleden zijn voortgevloeid uit het statuut van gemeenschappelijke onderneming, alsmede de voor de toekomst verwachte voordelen. Volgens de door HKG verstrekte gegevens zou de betaling op de kapitaalinbreng of de subsidies over de periode 1974-1998 een extra fiscale last van ca. 22 miljoen euro hebben veroorzaakt, ter compensatie waarvan dan weer extra kapitaal of subsidies zouden moeten zijn ingebracht. De fiscale gunsten in verband met de verlenging van het statuut van gemeenschappelijke onderneming worden door de onderneming op een bedrag van 89 500 euro geraamd.

    26. Op 16.11.1999 heeft de Commissie HKG om aanvullende inlichtingen verzocht betreffende met name de gevraagde fiscale gunsten.

    HKG heeft in zijn antwoord van 13.06.2000 meegedeeld dat het, gezien de inwerkingtreding in Duitsland van een nieuwe fiscale wetgeving, verzocht om verlenging van de volgende toegekende gunsten:

    - ontheffing van de belasting op de overdracht geheven bij de verkrijging van onroerende goederen (Grunderwerbsteuer) - punt 4 van bijlage III van het Verdrag;

    - ontheffing van grondbelasting (Grundsteuer) en ontheffing van het gedeelte van de winstbelasting dat, overeenkomstig artikel 8, punt 1, van de wet inzake bedrijfsbelasting (Gewerbesteuergesetz), betrekking heeft op de intresten die verschuldigd zijn op de langetermijnschulden - punt 5 van bijlage III van het Verdrag.

    5. Conclusie

    27. De Commissie is van mening dat de argumenten die de Raad in 1992 heeft aanvaard voor de handhaving van het statuut van gemeenschappelijke onderneming en de toekenning van gunsten aan HKG, nog steeds van kracht zijn; de door de onderneming te ontplooien activiteiten zijn namelijk nog steeds dezelfde en moeten in dezelfde context worden gesitueerd. De Commissie stelt de Raad bijgevolg voor zijn beschikkingen van 1992 te hernieuwen.

    28. Regelingen voor financiering van de activiteiten van HKG zijn evenwel slechts voor de periode tot 31 december 2009 vastgelegd in een overeenkomst tussen de Bondsrepubliek Duitsland, de deelstaat Noord-Rijnland-Westfalen en HKG en zijn vennoten.

    29. De Commissie stelt de Raad bijgevolg voor zich aan deze tussen de Duitse autoriteiten en HKG overeengekomen periode te conformeren en de verlenging van het statuut van gemeenschappelijke onderneming en de toekenning van gunsten aan HKG eveneens tot 31 december 2009 goed te keuren.

    Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD inzake de verlenging van de toekenning van gunsten aan de gemeenschappelijke onderneming Hochtemperatur-Kernkraftwerk GmbH (HKG)

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name op artikel 48,

    gezien het voorstel van de Commissie [1],

    [1] PB C van , blz. .

    overwegende hetgeen volgt:

    (1) Bij Beschikking 74/295/Euratom [2] heeft de Raad het Hochtemperatur-Kernkraftwerk GmbH (HKG) opgericht als gemeenschappelijke onderneming in de zin van het Verdrag voor een duur van 25 jaar vanaf 1 januari 1974.

    [2] PB L 165 van 20.06.1974, blz. 7.

    (2) Bij Beschikking.... [3] heeft de Raad het statuut van gemeenschappelijke onderneming van Hochtemperatur-Kernkraftwerk GmbH (HKG) voor een duur van elf jaar verlengd met ingang van 1 januari 1999.

    [3] PB L [...] van [...], blz. [...].

    (3) Bij Beschikking 74/296/Euratom [4] en een beschikking van 16.11.1992 [5] heeft de Raad HKG sommige van de gunsten toegekend, zoals bedoeld in bijlage III van het Verdrag, voor een periode van 25 jaar met ingang van 1 januari 1974.

    [4] PB L 165 van 20.06.1974, blz. 14.

    [5] Niet in het PB gepubliceerd.

    (4) HKG heeft bij brieven van 25 november 1998, 15 maart 1999 en 13 juni 2000 verzocht de toekenning van fiscale gunsten te verlengen voor de nieuwe periode van het statuut van gemeenschappelijke onderneming.

    (5) Het huidige doel van HKG is de uitvoering van een programma voor ontmanteling van de kerncentrale tot het stadium van veilige opsluiting en vervolgens toepassing van een programma voor bewaking van de opgesloten nucleaire installaties.

    (6) Genoemde programma's hebben in de Gemeenschap geen equivalent, aangezien geen enkele hogetemperatuurreactor tot dusver definitief is stopgezet in de Gemeenschap.

    (7) De uitvoering van deze programma's is dan ook belangrijk, aangezien dit nuttige ervaring vormt voor de nucleaire industrie en de toekomstige ontwikkeling van de kernenergie in de Gemeenschap.

    (8) HKG dient te worden gesteund met een vermindering van de financiële lasten bij de uitvoering van het programma voor ontmanteling van de kerncentrale tot het stadium van veilige opsluiting en het programma voor bewaking van de opgesloten nucleaire installaties.

    (9) Regelingen voor financiering van de activiteiten van HKG zijn voor een periode tot 31 december 2009 vastgelegd in een overeenkomst tussen de Bondsrepubliek Duitsland, de deelstaat Noord-Rijnland-Westfalen en HKG en zijn vennoten.

    (10) Het is derhalve dienstig de toekenning van gunsten aan HKG te verlengen voor dezelfde periode van verlenging van het statuut van gemeenschappelijke onderneming, dit wil zeggen tot 31 december 2009,

    HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:

    Artikel 1

    De lidstaten verlengen de toekenning van de volgende gunsten, zoals bedoeld in bijlage III van het Verdrag, aan de gemeenschappelijke onderneming Hochtemperatur-Kernkraftwerk GmbH (HKG) voor een periode van elf jaar met ingang van 1 januari 1999:

    1. in het kader van punt 4 van genoemde bijlage, ontheffing van de belasting op de overdracht geheven bij de verkrijging van onroerende goederen (Grunderwerbsteuer);

    2. in het kader van punt 5 van genoemde bijlage:

    - ontheffing van de grondbelasting (Grundsteuer);

    - ontheffing van het gedeelte van de winstbelasting dat, overeenkomstig artikel 8, punt 1, van de wet inzake bedrijfsbelasting (Gewerbesteuergesetz), betrekking heeft op de interesten die verschuldigd zijn op de langetermijnschulden.

    Artikel 2

    De in artikel 1 genoemde gunsten worden aan HKG verleend op voorwaarde dat de Commissie toegang heeft tot alle industriële, technische en economische kennis, met inbegrip van gegevens betreffende de veiligheid, die HKG heeft verkregen bij de uitvoering van het programma voor ontmanteling van de kerncentrale tot het stadium van veilige opsluiting en het programma voor bewaking van de opgesloten nucleaire installaties. Deze verplichting strekt zich uit tot alle kennis die HKG overeenkomstig de gesloten contracten het recht heeft door te geven. De Commissie bepaalt de kennis die haar moet worden meegedeeld alsmede de wijze waarop deze moet worden meegedeeld en draagt zorg voor de verspreiding van deze kennis.

    Artikel 3

    Deze beschikking is gericht tot de lidstaten en de gemeenschappelijke onderneming Hochtemperatur-Kernkraftwerk GmbH (HKG).

    Gedaan te Brussel, op

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    Top