52001PC0677

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1868/94 tot vaststelling van een contingenteringsregeling voor de productie van aardappelzetmeel

(door de Commissie ingediend)

TOELICHTING

Bij Verordening (EG) nr. 1868/94 zijn contingenten voor de productie van aardappelzetmeel vastgesteld en is bepaald dat deze steeds voor een periode van drie jaar moeten worden vastgesteld; deze periode loopt af aan het eind van het verkoopseizoen 2001/02.

Gelet op het verslag van de Commissie aan de Raad wordt met deze verordening beoogd de huidige contingenten te handhaven voor de verkoopseizoenen 2002/03, 2003/04 en 2004/05.

Krachtens artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1868/94 van de Raad moet de Commissie uiterlijk 31 oktober 2001 bij de Raad een verslag indienen over de contingentverdeling in de Gemeenschap, indien nodig vergezeld van passende voorstellen. De Commissie wil er echter aan herinneren dat de Rekenkamer onlangs, namelijk op 1 oktober 2001, een verslag over de aardappelzetmeel- en graanzetmeelsector heeft gepubliceerd. In dit verslag heeft de Rekenkamer opmerkingen gemaakt en aanbevelingen gedaan die de Commissie nu zorgvuldig bestudeert om hieraan gevolg te kunnen geven. Gelet op de uiterste datum van 31 oktober is het echter niet mogelijk gebleken de analyse te voltooien en daaruit de nodige conclusies te trekken, zodat de Commissie deze gegevens en de op grond daarvan wellicht noodzakelijke verbeteringen nog niet in het verslag en in dit voorstel voor een verordening heeft kunnen verwerken.

Ook heeft de Commissie opdracht gegeven voor de studie over de zetmeelsector; waaraan nu nog wordt gewerkt; de Commissie verwacht in de komende maanden over het eindrapport te kunnen beschikken. Zodra dit rapport gepubliceerd is, zal de Commissie dus ook daarmee rekening moeten houden en er de nodige conclusies aan moeten verbinden.

Verder wil de Commissie eraan herinneren dat in artikel 8 van Verordening (EG) nr. 1766/92 van de Raad, zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1253/1999 van de Raad, is bepaald dat de minimumprijs en de compensatiebedragen voor aardappeltelers kunnen worden bijgesteld op grond van de laatste verlaging van de interventieprijs voor granen in het kader van Agenda 2000 (tussentijdse beoordeling).

2001/0273 (CNS)

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 1868/94 tot vaststelling van een contingenteringsregeling voor de productie van aardappelzetmeel

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op de artikelen 36 en 37,

Gezien het voorstel van de Commissie [1],

[1] PB C ... van ..., blz. ...

Gezien het advies van het Europees Parlement [2],

[2] PB C ... van ..., blz. ...

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité [3],

[3] PB C ... van ..., blz. ...

Overwegende hetgeen volgt:

(1) In artikel 2, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1868/94 van de Raad [4] zijn de contingenten voor aardappelzetmeel voor de producerende lidstaten voor de verkoopseizoenen 2000/01 en 2001/02 vastgesteld.

[4] PB L 197 van 30.7.1994, blz. 4. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1252/1999 (PB L 160 van 26.6.1999, blz. 15).

(2) Overeenkomstig artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1868/94 moet om de drie jaar, op basis van het verslag van de Commissie aan de Raad, een beslissing worden genomen over de verdeling van de contingenten over de lidstaten voor de volgende drie verkoopseizoenen. In dit verband is het dienstig de voor het verkoopseizoen 2001/02 geldende contingenten voor een periode van drie jaar te handhaven.

(3) De Commissie behoudt zich het recht voor om, in het licht van het verslag van de Rekenkamer over de sector en van de resultaten van de studie die momenteel plaatsvindt, andere passende voorstellen te doen ten aanzien van de regeling voor aardappelzetmeel.

(4) De producerende lidstaten moeten hun contingent voor een periode van drie jaar verdelen onder de aardappelzetmeelfabrieken op basis van de voor het verkoopseizoen 2001/02 vastgestelde contingenten.

(5) Overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1868/94 moeten de gebruikte hoeveelheden die het voor het verkoopseizoen 2001/02 beschikbare contingent overschrijden, in mindering worden gebracht op het contingent voor het verkoopseizoen 2002/03.

(6) Bij Verordening (EG) nr. 1253/1999 van de Raad [5] tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1766/92 van de Raad [6] is de terminologie inzake de in artikel 8 bedoelde betalingen aangepast. Derhalve moet de onderhavige verordening worden aangepast aan deze terminologie.

[5] PB L 160 van 26.6.1999, blz. 18.

[6] PB L 181 van 1.7.1992, blz. 21. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1666/2000 (PB L 193 van 29.7.2000, blz. 1).

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1868/94 wordt als volgt gewijzigd.

1) Artikel 2 wordt vervangen door:

"Artikel 2

1. Aan onderstaande aardappelzetmeel producerende lidstaten worden voor de verkoopseizoenen 2002/03, 2003/04 en 2004/05 de volgende contingenten toegewezen:

Denemarken // 168 215 ton

Duitsland // 656 298 ton

Spanje // 1 943 ton

Frankrijk // 265 354 ton

Nederland // 507 403 ton

Oostenrijk // 47 691 ton

Finland // 53 178 ton

Zweden // 62 066 ton

Totaal // 1 762 148 ton

2. Iedere producerende lidstaat verdeelt het in lid 1 genoemde contingent, voor gebruik in de verkoopseizoenen 2002/03, 2003/04 en 2004/05 over de aardappelzetmeelfabrikanten, op basis van de subcontingenten die voor elke fabrikant voor het verkoopseizoen 2001/02 beschikbaar waren voordat een eventuele correctie op grond van artikel 6, lid 2, was toegepast. De subcontingenten van iedere aardappelzetmeelfabrikant voor het verkoopseizoen 2002/03 worden, overeenkomstig artikel 6, lid 2, aangepast ter verrekening van hoeveelheden die in het verkoopseizoen 2001/02 boven het subcontingent zijn gebruikt. "

2) Artikel 3 wordt vervangen door:

"Artikel 3

1. Uiterlijk op 30 september 2004 en vervolgens om de drie jaar dient de Commissie bij de Raad een verslag in over de verdeling van de contingenten in de Gemeenschap, indien nodig vergezeld van passende voorstellen. In dit verslag wordt rekening gehouden met mogelijke veranderingen in de betalingen aan de aaradppeltelers en met de ontwikkeling van de markt voor aardappelzetmeel en de markt voor graanzetmeel.

2. Uiterlijk op 31 december 2004 en vervolgens om de drie jaar neemt de Raad, op basis van het in lid 1 bedoelde verslag, volgens de procedure van artikel 37 van het Verdrag een beslissing over de verdeling van de contingenten over de lidstaten voor de volgende drie verkoopseizoenen.

3. Uiterlijk op 31 januari 2005 en vervolgens om de drie jaar stellen de lidstaten de betrokkenen in kennis van de bepalingen inzake de toewijzing van de contingenten voor de drie volgende verkoopseizoenen. "

3) Artikel 7 wordt vervangen door:

"Artikel 7

Deze verordening geldt niet voor aardappelzetmeel dat is geproduceerd door bedrijven die geen aardappelen kopen waarvoor de in artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 1766/92 bedoelde betaling geldt en die niet voor de in artikel 7 van die verordening bedoelde restitutie in aanmerking komen."

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.

Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 2002.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel,

Voor de Raad

De Voorzitter

>RUIMTE VOOR DE TABEL>