Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52000PC0251

    Voorstel voor een beschikking van de Raad Waarbij het Verenigd Koninkrijk wordt gemachtigd in overeenstemming met de procedure van artikel 8, lid 4, van Richtlijn 92/81/EEG, een verlaagd accijnstarief toe te passen op bepaalde minerale oliën die gebruikt worden voor bijzondere doeleinden

    /* COM/2000/0251 def. */

    52000PC0251

    Voorstel voor een beschikking van de Raad Waarbij het Verenigd Koninkrijk wordt gemachtigd in overeenstemming met de procedure van artikel 8, lid 4, van Richtlijn 92/81/EEG, een verlaagd accijnstarief toe te passen op bepaalde minerale oliën die gebruikt worden voor bijzondere doeleinden /* COM/2000/0251 def. */


    Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD Waarbij het Verenigd Koninkrijk wordt gemachtigd in overeenstemming met de procedure van artikel 8, lid 4, van Richtlijn 92/81/EEG, een verlaagd accijnstarief toe te passen op bepaalde minerale oliën die gebruikt worden voor bijzondere doeleinden

    (door de Commissie ingediend)

    TOELICHTING

    Uit hoofde van artikel 8, lid 4, van Richtlijn 92/81/EEG van de Raad betreffende de harmonisatie van de structuur van de accijns op minerale oliën [1], kan de Raad op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen besluiten dat een lidstaat uit specifieke beleidsoverwegingen verdere vrijstellingen of verlagingen mag invoeren.

    [1] PB L 316, 31.10.92, blz. 12, Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 94/74/EG (PB L 365, 31.12.94, blz. 46).

    De autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk hebben de Commissie in kennis gesteld van hun voornemen om met ingang van 1 september 2000 het wateraandeel van een water/dieselemulsie (een substituut voor dieselbrandstof) van accijns vrij te stellen).

    In het kader van de huidige wetgeving van het Verenigd Koninkrijk en ingevolge artikel 2, lid 3, van Richtlijn 92/81/EEG is het wateraandeel van deze brandstof belastbaar als een brandstofadditief. Het wateraandeel in de water/dieselemulsie wordt niet als brandstof gebruikt maar draagt bij tot de verbranding van de brandstof waardoor de verbrandingstemperatuur kan worden verlaagd en de vorming van stikstofoxiden wordt vertraagd. Het Verenigd Koninkrijk wenst dit wateraandeel vrij te stellen van rechten.

    Het Verenigd Koninkrijk verzoekt daarom om machtiging om dit wateraandeel van water/dieselemulsies van 1 september 2000 tot en met 31 december 2002 vrij te stellen van accijns. De specifieke beleidsoverweging bestaat erin dat moet worden gezorgd voor een eerlijke en billijke belasting en dat het gebruik van een milieuvriendelijker brandstof moet worden aangemoedigd. Alle tarieven zullen het in Richtlijn 92/82/EEG [2] vastgestelde minimumniveau respecteren.

    [2] PB L 316, 31.10.92, blz. 19, Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 94/74/EG (PB L 365, 31.12.94, blz. 46).

    Dit verzoek is overeenkomstig Richtlijn 92/81/EEG aan de overige lidstaten medegedeeld.

    Richtlijn 92/81/EEG voorziet erin dat de Commissie op gezette tijden deze vrijstellingen en verlagingen onderzoekt. Indien de Commissie van oordeel is dat deze niet langer mogen worden toegepast omdat zij de concurrentie of de werking van de interne markt verstoren of onverenigbaar zijn met het beleid van de Gemeenschap inzake milieubescherming, dient zij bij de Raad passende voorstellen in.

    Deze afwijking moet in ieder geval en uiterlijk op 31 december 2002, de datum waarop de bij deze beschikking verleende machtiging verstrijkt, worden onderzocht. De Raad zal de situatie opnieuw onderzoeken op basis van een voorstel van de Commissie en zal nagaan of de op grond van artikel 1 van deze beschikking verleende machtiging moet worden ingetrokken, gewijzigd of bevestigd.

    Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD Waarbij het Verenigd Koninkrijk wordt gemachtigd in overeenstemming met de procedure van artikel 8, lid 4, van Richtlijn 92/81/EEG, een verlaagd accijnstarief toe te passen op bepaalde minerale oliën die gebruikt worden voor bijzondere doeleinden

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Richtlijn 92/81/EEG van de Raad van 19 oktober 1992 betreffende de harmonisatie van de structuur van de accijns op minerale oliën [3], inzonderheid op artikel 8, lid 4,

    [3] PB L 316, 31.10.92, blz. 12, Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 94/74/EG (PB L 365, 31.12.94, blz. 46).

    Gezien het voorstel van de Commissie [4],

    [4] PB L

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) De Raad kan uit hoofde van artikel 8, lid 4, van Richtlijn 92/81/EEG op voorstel van de Commissie met eenparigheid van stemmen besluiten dat een lidstaat uit specifieke beleidsoverwegingen vrijstellingen of verlagingen op accijnstarieven op minerale oliën mag invoeren.

    (2) De autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk hebben de Commissie in kennis gesteld van hun voornemen om met ingang van 1 september 2000 het wateraandeel van een water/dieselemulsie (een substituut voor dieselbrandstof) van accijns vrij te stellen.

    (3) In het kader van de huidige wetgeving van het Verenigd Koninkrijk en ingevolge artikel 2, lid 3, van Richtlijn 92/81/EEG is het wateraandeel van deze brandstof belastbaar als een brandstofadditief. Het wateraandeel in de water/dieselemulsie wordt niet als brandstof gebruikt maar draagt bij tot de verbranding van de brandstof waardoor de verbrandingstemperatuur kan worden verlaagd en de vorming van stikstofoxide kan worden vertraagd. Het Verenigd Koninkrijk wenst het wateraandeel vrij te stellen van accijns.

    (4) Dit verzoek is medegedeeld aan de overige lidstaten.

    (5) De Commissie en alle lidstaten zijn het er over eens dat het vrijstellen van accijns van het wateraandeel van water/dieselemulsies niet zal leiden tot verstoring van de concurrentie en de werking van de interne markt niet zal hinderen.

    (6) Deze beschikking loopt niet vooruit op de resultaten van de procedures met betrekking tot steunmaatregelen van de Staten die in overeenstemming met artikelen 87 en 88 van het Verdrag kunnen worden ingesteld.

    (7) De Commissie onderzoekt deze verlagingen en vrijstellingen op gezette tijden om na te gaan of zij de concurrentie of de werking van de interne markt niet verstoren of niet verenigbaar zijn met het beleid van de Gemeenschap op het gebied van milieubescherming.

    (8) Het Verenigd Koninkrijk heeft toestemming gevraagd om het wateraandeel van water/dieselemulsies van 1 september 2000 tot 31 december 2002 vrij te stellen van accijns.

    (9) De Raad moet uiterlijk op 31 december 2002, de datum waarop de bij deze beschikking verleende machtiging verstrijkt, deze beschikking op basis van een voorstel van de Commissie opnieuw onderzoeken.

    HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN

    Artikel 1

    Overeenkomstig artikel 8, lid 4, van Richtlijn 92/81/EEG van de Raad wordt het Verenigd Koninkrijk gemachtigd het wateraandeel van water/dieselemulsies van 1 september 2000 tot en met 31 december 2002 vrij te stellen van accijns op voorwaarde dat deze vrijstelling in overeenstemming is met de verplichtingen die zijn vervat in Richtlijn 92/82/EEG van de Raad van 19 oktober 1992 betreffende de onderlinge aanpassing van de accijnstarieven voor minerale oliën [5], inzonderheid de in artikel 5 voor de accijns vastgestelde minimumtarieven.

    [5] PB L 316, 31.10.92, blz. 19, Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 94/74/EG (OJ L 365, 31.12.94, blz. 46).

    Artikel 2

    Deze beschikking is gericht tot het Verenigd Koninkrijk.

    Gedaan te Brussel,

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    Top