Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 51997PC0247

    Voorstel voor een verordening (EG) van de Raad over de denominaties en technische specificaties van Euro- muntstukken

    /* COM/97/0247 def. - SYN 97/0154 */

    PB C 208 van 9.7.1997, p. 5–6 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    51997PC0247

    Voorstel voor een verordening (EG) van de Raad over de denominaties en technische specificaties van Euro- muntstukken /* COM/97/0247 def. - SYN 97/0154 */

    Publicatieblad Nr. C 208 van 09/07/1997 blz. 0005


    Voorstel voor een verordening van de Raad over de denominaties en technische specificaties van euro-muntstukken (97/C 208/04) COM(97) 247 def. - 97/0154(SYN)

    (Door de Commissie ingediend op 3 juni 1997)

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 105 A, lid 2,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Gezien het advies van de Europese Centrale Bank,

    In samenwerking met het Europees Parlement,

    (1) Overwegende dat tijdens de vergadering van de Europese Raad te Madrid op 15 en 16 december 1995 het scenario voor de overgang op de gemeenschappelijke munteenheid is vastgesteld en dat daarin bepaald is dat uiterlijk op 1 januari 2002 euro-muntstukken worden ingevoerd;

    (2) Overwegende dat in artikel 105 A, lid 2, van het Verdrag bepaald is dat "de lidstaten munten kunnen uitgeven, onder voorbehoud van goedkeuring van de ECB met betrekking tot de omvang van de uitgifte. De Raad kan, volgens de procedure van artikel 189 C en na raadpleging van de ECB, maatregelen nemen om de nominale waarden en technische specificaties van alle voor circulatie bestemde munten te harmoniseren voorzover dit nodig is voor een goede circulatie van munten binnen de Gemeenschap";

    (3) Overwegende dat het Europees Monetair Instituut te kennen heeft gegeven dat de coupures van euro-bankbiljetten uiteen zullen lopen van 5 euro tot 500 euro; dat de denominaties van bankbiljetten en muntstukken het mogelijk moeten maken betalingen van bedragen die in euro en in cent luiden, gemakkelijk te verrichten;

    (4) Overwegende dat de directeuren van Munten in de EG van het Monetair Comté de opdracht hebben gekregen een afgerond voorstel voor één Europees muntstelsel te bestuderen en uit te werken; dat zij in november 1996 een voorstel hebben ingediend en vervolgens in februari 1997 een gewijzigd voorstel hebben gedaan, waarin de denominaties en technische specificaties (diameter, dikte, gewicht, kleur, legering en randafwerking) van de nieuwe euro-muntstukken worden aangegeven;

    (5) Overwegende dat met consumentenorganisaties, de Europese blindenvereniging en vertegenwoordigers van de verkoopautomatenindustrie overleg is gevoerd om rekening te houden met de specifieke eisen van belangrijke categorieën gebruikers van muntstukken; dat, voor een soepele overgang op de euro en ter bevordering van de acceptatie van de nieuwe muntstukken door de gebruikers, de muntstukken door hun visuele en tactiele kenmerken gemakkelijk van elkaar te onderscheiden moeten zijn;

    (6) Overwegende dat, vanwege de hoge nominale waarde van de muntstukken van 1 en 2 euro, voor deze twee munten extra beveiligingskenmerken nodig zijn om fraude te bemoeilijken; dat het gebruik van een techniek waarbij de muntstukken in drie lagen worden vervaardigd, en het in het muntstuk combineren van twee verschillende kleuren geacht worden de meest effectieve beveiligingskenmerken te zijn die thans beschikbaar zijn;

    (7) Overwegende dat de Raad en het Europees Parlement in 1994 een richtlijn hebben vastgesteld (94/27/EG) om het gebruik van nikkel in bepaalde producten te beperken, aangezien geconstateerd was dat nikkel onder bepaalde omstandigheden allergieën kan veroorzaken; dat muntstukken niet onder deze richtlijn vallen; dat bepaalde lidstaten desalniettemin om redenen van volksgezondheid voor hun huidige muntstukken reeds gebruik maken van een legering zonder nikkel, die bekend staat als "Nordic gold"; dat het wenselijk lijkt bij de overgang naar een nieuw muntstelsel het nikkelgehalte van muntstukken te verminderen,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De eerste serie euro-muntstukken bestaat uit acht denominaties, die uiteenlopen van 1 cent tot 2 euro en die de navolgende technische specificaties hebben:

    >RUIMTE VOOR DE TABEL>

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1999.

    Top