Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 51994PC0294

    Gewijzigd voorstel voor een VERORDENING (EG) VAN DE RAAD inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in produkten daarvan

    /* COM/94/294DEF */

    PB C 222 van 10.8.1994, p. 17–18 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

    51994PC0294

    Gewijzigd voorstel voor een VERORDENING (EG) VAN DE RAAD inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in produkten daarvan /* COM/94/294DEF */

    Publicatieblad Nr. C 222 van 10/08/1994 blz. 0017


    Gewijzigd voorstel voor een verordening van de Raad inzake controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen en residuen daarvan in levende dieren en in produkten daarvan (94/C 222/09) (Voor de EER relevante tekst) COM(94) 294 def.

    (Door de Commissie overeenkomstig artikel 189 A, lid 2, van het EG-Verdrag ingediend op 8 juli 1994)

    De Commissie heeft op 14 oktober 1993 het bovenvermelde voorstel bij de Raad ingediend (1). Gezien het door het Europees Parlement in zijn zitting van 19 april 1994 uitgebrachte advies wordt het oorspronkelijke voorstel als volgt gewijzigd:

    1. Na de vijfde overweging worden de volgende overwegingen ingevoegd:

    "Overwegende dat het Europees Parlement er in zijn resolutie van 26 mei 1993 over de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Parlement inzake de controle van residuen in vlees (hormonen, beta-agonisten en andere stoffen) (4 bis), op heeft gewezen dat systemen van zelfcontrole door de producentengroeperingen een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de bestrijding van het illegale gebruik van groeibevorderaars; dat deze systemen van zelfcontrole de consument voldoende garanties moeten bieden ten aanzien van de afwezigheid van hormonen en dat een algemene Europese aanpak noodzakelijk is om de systemen van zelfcontrole in stand te houden en de toepassing ervan te stimuleren;

    Overwegende dat de producentengroeperingen bijgevolg gesteund dienen te worden bij de ontwikkeling van systemen van zelfcontrole om te garanderen dat hun vlees vrij is van hormonen (conform de mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement van 21 april 1993 inzake de controle van residuen in vlees);

    (4 bis) PB nr. C 176 van 28. 6. 1993, blz. 63.".

    2. Artikel 16, lid 7, wordt vervangen door:

    "7. De Commissie brengt de Lid-Staten, in het kader van het Permanent Veterinair Comité, en het Europees Parlement elk jaar op de hoogte van de uitvoering van de nationale plannen en van de ontwikkeling van de situatie in de verschillende gebieden van de Europese Unie.".

    3. Artikel 26, lid 2, eerste alinea, wordt vervangen door:

    "Wanneer een Lid-Staat van oordeel is dat in een andere Lid-Staat de bij deze verordening vastgestelde controles niet of niet meer worden verricht, stelt hij de bevoegde centrale autoriteit van die Lid-Staat daarvan in kennis. Deze autoriteit neemt, na onderzoek overeenkomstig artikel 22, lid 2, doch met dien verstande dat de financiële bepalingen van artikel 24, lid 1, eerste alinea, niet van toepassing zijn, de nodige maatregelen en deelt zo snel mogelijk aan de bevoegde centrale autoriteit van de eerstgenoemde Lid-Staat de genomen beslissingen en de redenen daarvan mede.".

    4. Artikel 28, lid 1, wordt vervangen door:

    "1. Wanneer bij de uitvoering van de keuringen en controles en het nemen van de monsters in het kader van de tenuitvoerlegging van de nationale bewakingsplannen voor de opsporing van residuen en bij de werkzaamheden in het kader van de in deze verordening vastgestelde onderzoeken en controles wordt geconstateerd dat het personeel van een slachthuis, de voor het slachthuis verantwoordelijke persoon of, ingeval het een particulier bedrijf betreft, de eigenaar of eigenaars van het slachthuis, dan wel de eigenaar of de houder van de dieren, de bevoegde autoriteit op enigerlei wijze medewerking onthouden of op enigerlei wijze obstructie plegen, worden door de bevoegde nationale autoriteiten passende strafrechtelijke en/of administratieve sancties getroffen.

    Indien wordt aangetoond dat de eigenaar of de voor het slachthuis verantwoordelijke persoon betrokken is bij het verdoezelen van illegaal gebruik van verboden stoffen, kan worden besloten dat de betrokkene gedurende een periode van twaalf maanden geen communautaire steun mag ontvangen of aanvragen.".

    5. (Deze wijziging is niet van toepassing op de Nederlandse tekst.)

    6. Artikel 37, eerste alinea, wordt vervangen door:

    "Deze verordening treedt in werking op de zevende dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.".

    (1) PB nr. C 302 van 9. 11. 1993, blz. 12.

    Top