This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 42012X0107(04)
2010 amendments to Regulation No 77 of the Economic Commission for Europe of the United Nations (UN/ECE) — Uniform provisions concerning the approval of parking lamps for power-driven vehicles
2010 — Wijziging van Reglement nr. 77 van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (VN/ECE) — Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van parkeerlichten voor motorvoertuigen
2010 — Wijziging van Reglement nr. 77 van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (VN/ECE) — Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van parkeerlichten voor motorvoertuigen
PB L 4 van 7.1.2012, p. 21–23
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV) Dit document is verschenen in een speciale editie.
(HR)
7.1.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 4/21 |
Voor het internationaal publiekrecht hebben alleen de originele VN/ECE-teksten rechtsgevolgen. Voor de status en de datum van inwerkingtreding van dit reglement, zie de recentste versie van VN/ECE-statusdocument TRANS/WP.29/343 op:
http://www.unece.org/trans/main/wp29/wp29wgs/wp29gen/wp29fdocstts.html
2010 — Wijziging van Reglement nr. 77 van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (VN/ECE) — Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van parkeerlichten voor motorvoertuigen
Wijziging van Reglement nr. 77 zoals gepubliceerd in PB L 130 van 28.5.2010, blz. 1.
Bevat:
Supplement 13 op de oorspronkelijke versie van het reglement — Datum van inwerkingtreding: 9 december 2010
Supplement 14 op de oorspronkelijke versie van het reglement — Datum van inwerkingtreding: 26 juni 2011
Wijzigingen in de inhoudsopgave
De inhoudsopgave komt als volgt te luiden:
„…
BIJLAGEN
Bijlage 1 — |
Mededeling betreffende de goedkeuring, de uitbreiding, weigering of intrekking van de goedkeuring of de definitieve stopzetting van de productie van een type parkeerlicht krachtens Reglement nr. 77 |
Bijlage 2 — |
Voorbeelden van de opstelling van goedkeuringsmerken |
Bijlage 3 — |
Voor de ruimtelijke lichtverdeling vereiste minimumhoeken |
Bijlage 4 — |
Fotometrische metingen |
Bijlage 5 — |
Minimumvoorschriften voor de procedures om de conformiteit van de productie te controleren |
Bijlage 6 — |
Minimumvoorschriften voor de monsterneming door een inspecteur”. |
Wijzigingen in het reglement zelf
Het volgende nieuwe punt 6.3.3 wordt ingevoegd:
„6.3.3. |
Een lichtbronmodule moet zo zijn ontworpen dat zij ongeacht het gebruik van gereedschap(pen) niet mechanisch uitwisselbaar is met een vervangbare goedgekeurde lichtbron.”. |
De punten 8 tot en met 8.2 komen als volgt te luiden:
„8. TESTPROCEDURE
8.1. |
Alle fotometrische en colorimetrische metingen moeten worden uitgevoerd:
|
8.2. |
Het testlaboratorium verlangt van de fabrikant dat hij het elektronisch lichtbronbedieningsmechanisme en de toepasbare functies ter beschikking stelt. |
De volgende nieuwe punten 8.3 tot en met 8.4 worden ingevoegd:
„8.3. |
De op het licht toe te passen spanning moet worden genoteerd op het mededelingenformulier in bijlage 1. |
8.4. |
De grenzen van het zichtbare oppervlak in de richting van de referentieas van een lichtsignaalinrichting moeten worden bepaald.”. |
Punt 9 komt als volgt te luiden:
„9. KLEUR VAN HET UITGESTRAALDE LICHT
De kleur van het uitgestraalde licht binnen het veld van het in punt 2 van bijlage 4 gedefinieerde lichtverdelingsrooster moet rood, wit of ambergeel zijn. Voor de controle van deze colorimetrische kenmerken moet de in punt 8 beschreven testprocedure worden toegepast. Buiten dit veld mag geen scherpe kleurverandering worden waargenomen.
Voor lichten met niet-vervangbare lichtbronnen (gloeilampen en andere) moeten de colorimetrische kenmerken echter worden geverifieerd met de lichtbronnen in het licht overeenkomstig de desbetreffende alinea’s van punt 8.1.”.
Punt 12.2 komt als volgt te luiden:
„12.2. |
De in bijlage 5 vermelde minimumvoorschriften voor de procedures om de conformiteit van de productie te controleren, moeten worden nageleefd.”. |
Punt 12.3 komt als volgt te luiden:
„12.3. |
De in bijlage 6 vermelde minimumvoorschriften voor de monsterneming door een inspecteur moeten worden nageleefd.”. |
Wijzigingen in de bijlagen
Bijlage 1, punt 9, komt als volgt te luiden:
„9. |
Korte beschrijving: […] Geometrische installatievoorwaarden en eventuele varianten: Toepassing van een elektronisch lichtbronbedieningsmechanisme of een variabele lichtsterkteregeling:
Voedingsspanning(en) geleverd door een elektronisch lichtbronbedieningsmechanisme of een variabele lichtsterkteregeling: Fabrikant en identificatienummer van het elektronisch lichtbronbedieningsmechanisme of de variabele lichtsterkteregeling (als het lichtbronbedieningsmechanisme deel uitmaakt van het licht maar niet in het lichthuis zit):”. |
De titel van bijlage 2 komt als volgt te luiden:
„VOORBEELDEN VAN DE OPSTELLING VAN GOEDKEURINGSMERKEN”.
Bijlage 4, punt 3.1, komt als volgt te luiden:
„3.1. |
Bij niet-vervangbare lichtbronnen (gloeilampen en andere): met de lichtbronnen in het licht overeenkomstig de desbetreffende alinea van punt 8.1 van dit reglement;”. |
Bijlage 5 wordt geschrapt.
De (vroegere) bijlage 6 wordt omgenummerd tot bijlage 5.
In de (nieuwe) bijlage 5 komen de punten 2.4 en 2.5 als volgt te luiden:
„2.4. |
Gemeten en geregistreerde fotometrische kenmerken Het als monster genomen licht moet aan fotometrische metingen worden onderworpen wat de minimumwaarden op de in bijlage 4 aangegeven punten en de voorgeschreven kleurcoördinaten betreft. |
2.5. |
Aanvaardbaarheidscriteria De fabrikant moet […] De aanvaardbaarheidscriteria moeten zo zijn dat, met een betrouwbaarheid van 95 %, de kans dat een steekproef overeenkomstig bijlage 6 (eerste monsterneming) met goed gevolg wordt doorstaan, minimaal 0,95 is.”. |
De (vroegere) bijlage 7 wordt omgenummerd tot bijlage 6.
(1) In dit reglement betekent „dat of die deel uitmaakt van het licht” dat het of zij fysisch ingesloten is in het lichthuis of zich buiten het lichthuis bevindt, al of niet ervan gescheiden, maar door de fabrikant als deel van het lichtsysteem wordt geleverd. De werking en installatievoorwaarden van deze aanvullende systemen worden via bijzondere bepalingen vastgesteld.”.