Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 41999X0217

    Resolutie van de Raad en de Ministers van Jeugdzaken, in het kader van de Raad bijeen van 8 februari 1999 betreffende participatie van jongeren

    PB C 42 van 17.2.1999, p. 1–2 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    41999X0217

    Resolutie van de Raad en de Ministers van Jeugdzaken, in het kader van de Raad bijeen van 8 februari 1999 betreffende participatie van jongeren

    Publicatieblad Nr. C 042 van 17/02/1999 blz. 0001 - 0002


    RESOLUTIE VAN DE RAAD EN DE MINISTERS VAN JEUGDZAKEN, IN HET KADER VAN DE RAAD BIJEEN van 8 februari 1999 betreffende participatie van jongeren (1999/C 42/01)

    DE RAAD EN DE MINISTER VAN JEUGDZAKEN, IN HET KADER VAN DE RAAD BIJEEN,

    Naar behoren rekening houdend met het verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van het kind, inzonderheid met de artikelen 12 tot en met 15,

    Overwegende de conclusies van de Europese Raad van Cardiff van 15 en 16 juni 1998 waarin het streven wordt verwoord de Europese Unie dichter bij de mensen te brengen en transparanter te maken;

    Herinnerend aan de Verklaring van Lissabon betreffende beleidsmaatregelen en programma's voor jongeren (1), waarin wordt gesteld dat de actieve participatie van jongeren in alle domeinen van de samenleving en in de besluitvormingsprocessen moet worden aangemoedigd;

    Overwegende de door het Europees Parlement op 12 december 1996 aangenomen resolutie over maatregelen ter bescherming van minderjarigen in de Europese Unie (2), waarin de lidstaten wordt verzocht de politieke participatie van jongeren te bevorderen en met name mee te werken aan de instelling van representatieve jeugdparlementen op plaatselijk, regionaal en nationaal niveau en de deelneming van kinderen aan democratisch geleide organisaties en verenigingen te bevorderen;

    Indachtig Aanbeveling R(97) 3 van 4 februari 1997 en Aanbeveling 1286 van de Raad van Europa van 24 januari 1996, waarin gepleit wordt voor een andere houding tegenover jonge mensen als individuen met eigen rechten en voor hun actieve en verantwoordelijke deelneming aan gezin en samenleving;

    Nota nemend van het debat dat plaatsvond tijdens de informele bijeenkomst van de EU-ministers van Jeugdzaken in 1996 in Cork, waarin de integratie van jongeren in maatschappelijke, politieke, culturele en economische instellingen en de bevordering van hun persoonlijke ontwikkeling op de voorgrond werden geplaatst,

    CONSTATEREN dat de op communautair en nationaal niveau genomen besluiten qua inhoud en tijdschema's blijvende gevolgen hebben voor de toekomstmogelijkheden van de jongere generatie;

    BESCHOUWEN een grotere participatie van jongeren als een van de belangrijkste taken bij de opbouw van de Europese samenleving;

    ERKENNEN het belang van participatie van jongeren in alle sectoren van de samenleving, met name in politieke, sociale, economische en culturele aangelegenheden;

    ACHTEN het daarom wenselijk jongeren in de Europese Unie meer mogelijkheden voor actieve participatie in de Europese en nationale politiek en de burgerlijke samenleving te bieden teneinde hen in staat te stellen geleidelijk de hun toekomende kansen en verantwoordelijkheden te verwerven en hen aan te moedigen actieve burgers te worden;

    MOEDIGEN de Europese instellingen en de lidstaten van de Europese Unie AAN na te gaan hoe de burgers nauwer betrokken kunnen worden bij de Europese beleidsvorming, teneinde jongeren in staat te stellen in alle opzichten actieve burgers te worden, waaronder ook hun politieke medezeggenschap en mobiliteit binnen de Europese Unie moet worden verstaan, zodat de jonge burgers betrokken worden bij het verdere Europese integratieproces;

    DOEN EEN BEROEP OP jongeren, de bestaande participatiemogelijkheden te benutten en hun bijdragen te leveren aan een actief burgerschap;

    VERZOEKEN de jongerenverenigingen en -organisaties alsmede de jongeren zelf uitdrukkelijk hun algemene opvattingen en specifieke voorstellen voor de bevordering van participatieprojecten naar voren te brengen.

    In het licht van bovenstaande NEMEN de Raad en de Ministers van Jeugdzaken in het kader van de Raad bijeen DE VOLGENDE RESOLUTIE AAN:

    Participatie van jongeren op het niveau van de Gemeenschap

    De Commissie wordt verzocht:

    - zich te richten op de belangen van jongeren als richtsnoer voor alle relevante beleidssectoren en in voorkomend geval de mogelijke effecten van op communautair niveau te treffen maatregelen op de bestaansvoorwaarden van jongeren te evalueren en aan te geven op welke wijze met de belangen van jongeren rekening kan worden gehouden;

    - de betrokkenheid van jongeren te bevorderen bij de ontwikkeling, uitvoering en evaluatie van jongerenactiviteiten en -programma's op communautair niveau door gebruik te maken van de belangstelling van jongeren voor de vormgeving van het Europa van vandaag en morgen;

    - studies te bevorderen naar de mogelijkheden en voorwaarden voor de participatie van jongeren in Europa, het uitwisselen van ervaring, informatie en de documentatie van activiteiten op dit gebied;

    - op bovengenoemde gebieden een dialoog met jongeren te voeren en rekening te houden met de mening van jongeren bij de ontwikkeling van Gemeenschapsprogramma's en activiteiten op die gebieden;

    - de uitwisseling op communautair niveau te intensiveren van ervaringen met maatregelen of projecten ter bevordering van de participatie van jongeren.

    Participatie van jongeren in de lidstaten

    De Raad en de Ministers van Jeugdzaken, in het kader van de Raad bijeen, bepleiten de volledige participatie van de jongeren van Europa in het politieke, economische, maatschappelijke en culturele potentieel van de lidstaten en streven ernaar die binnen hun respectieve werkterreinen te verwezenlijken. Zij waarderen en steunen de in de lidstaten verrichte inspanningen om jongeren meer te betrekken bij besluiten die van belang zijn voor de ontwikkeling van politiek en samenleving.

    Bij de voortzetting van de bestaande inspanningen wordt de Raad en de Ministers van Jeugdzaken, in het kader van de Raad bijeen, verzocht, in het licht van de bevoegdheid en de nationale rechtsregels van de lidstaten in verband met de aanvaarding en uitvoering van de volgende doelstellingen, het belang te onderschrijven van:

    - steun voor de creativiteit van jongeren om verschillende vormen van participerende dialogen in de burgerlijke samenleving te ontwikkelen;

    - optimale aanmoediging van vernieuwende participatieprojecten en -structuren;

    - aanmoediging van de participatie van jongeren in democratische processen op lokaal, regionaal en nationaal niveau;

    - bevordering van de integratie van vernieuwende participatieprojecten en leermogelijkheden in democratische besluitvormingsstructuren;

    - aanmoediging van de actieve participatie van jonge mensen in de ontwikkeling van de plaatselijke gemeenschap, met name van jongeren die over weinig ervaring met een dergelijke betrokkenheid beschikken;

    - vergemakkelijking van een adequate toegang van jongeren tot participatiemogelijkheden ter bevordering van de sociale rol van jeugdinitiatieven en vernieuwende netwerken en jongeren buiten de georganiseerde structuren;

    - bevordering binnen de bestaande jeugdverenigingen en jeugdorganisaties van mogelijkheden voor medewerking en participatie die voor alle jongeren openstaan;

    - erkenning van de waardevolle bijdrage van jeugdverenigingen en -organisaties aan de ontwikkeling van kanalen voor jongerenparticipatie op lokaal, regionaal en nationaal niveau.

    De lidstaten wordt verzocht zich te richten op de belangen van jongeren als richtsnoer voor alle relevante beleidssectoren en in voorkomend geval de mogelijke effecten van te nemen maatregelen op de bestaansvoorwaarden van jongeren te evalueren.

    (1) Aangenomen op de Wereldconferentie van Ministers van Jeugdzaken, Lissabon, augustus 1998.

    (2) PB C 20 van 20.1.1997, blz. 170.

    Top