Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32025R2158

Uitvoeringsverordening (EU) 2025/2158 van de Commissie van 24 oktober 2025 tot verlaging van de vangstquota voor 2025 voor bepaalde bestanden wegens overbevissing van deze bestanden in de voorgaande jaren

C/2025/7055

PB L, 2025/2158, 27.10.2025, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2025/2158/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2025/2158/oj

European flag

Publicatieblad
van de Europese Unie

NL

L-serie


2025/2158

27.10.2025

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2025/2158 VAN DE COMMISSIE

van 24 oktober 2025

tot verlaging van de vangstquota voor 2025 voor bepaalde bestanden wegens overbevissing van deze bestanden in de voorgaande jaren

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een controleregeling van de Unie die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 847/96, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008, (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/2006 (1), en met name artikel 105, leden 1, 2 en 3,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij de Verordeningen (EU) 2022/2090 (2), (EU) 2023/194 (3) en (EU) 2023/195 (4) van de Raad zijn de vangstquota voor 2023 vastgesteld.

(2)

Bij de Verordeningen (EU) 2023/2638 (5), (EU) 2024/257 (6) en (EU) 2024/259 (7) van de Raad zijn de vangstquota voor 2024 vastgesteld.

(3)

Bij de Verordeningen (EU) 2024/2903 (8), (EU) 2025/202 (9) en (EU) 2025/219 (10) van de Raad zijn de vangstquota voor 2025 vastgesteld.

(4)

Op grond van artikel 105, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 moet de Commissie, wanneer zij vaststelt dat een lidstaat de hem toegewezen vangstquota heeft overschreden, de toekomstige vangstquota van die lidstaat verlagen.

(5)

In artikel 105, leden 2 en 3, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 is bepaald dat de vangstquota het volgende jaar of de volgende jaren moeten worden verlaagd door toepassing van bepaalde vermenigvuldigingsfactoren die in die leden zijn vermeld.

(6)

Sommige lidstaten hebben hun vangstquota voor 2024 overschreden. Daarom moeten de aan die lidstaten toegewezen vangstquota voor de overbeviste bestanden in 2025 en in voorkomend geval ook in de daaropvolgende jaren worden verlaagd.

(7)

Bij de Uitvoeringsverordeningen (EU) 2024/2407 (11) en (EU) 2025/66 (12) van de Commissie zijn de vangstquota voor bepaalde lidstaten en soorten voor 2024 verlaagd. Voor sommige lidstaten waren de voor een aantal soorten toe te passen verlagingen evenwel groter dan de desbetreffende quota voor 2024 en konden die verlagingen in dat jaar bijgevolg niet volledig worden toegepast. Overeenkomstig punt 2 van mededeling 2022/C 369/03 van de Commissie over de richtsnoeren voor de verlaging van quota op grond van artikel 105, leden 1, 2 en 5, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 (13) (“de richtsnoeren”) en om ervoor te zorgen dat in dergelijke gevallen de volledige verlaging voor de desbetreffende bestanden wordt toegepast, moeten de resterende hoeveelheden in aanmerking worden genomen bij de vaststelling van de verlagingen van de quota voor 2025 en, in voorkomend geval, voor de daaropvolgende jaren.

(8)

In de richtsnoeren staat dat bij overschrijding van een quotum voor bestanden die worden beheerd door regionale organisaties voor visserijbeheer, het tijdschema voor verlagingen in voorkomend geval moet worden aangepast aan het tijdschema voor de verlagingen dat voor deze bestanden geldt in de betrokken regionale organisaties voor visserijbeheer. In Aanbeveling 19-05 van de Iccat tot vaststelling van een herstelprogramma voor blauwe marlijn (14) is bepaald dat overschrijdingen van de jaarlijkse aanlandingsbeperkingen van 2023 in mindering moeten worden gebracht op de aanlandingsbeperkingen van 2025. Daarom moet in 2025 overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) 2025/66 een verlaging worden toegepast wegens overbevissing door Spanje in 2023 van blauwe marlijn in de Atlantische Oceaan (BUM/ATLANT), die door de Iccat wordt beheerd.

(9)

Bovendien is in Aanbeveling 22-03 van de Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen (Iccat) voor de instandhouding van Noord-Atlantische zwaardvis (15) bepaald dat elke overschrijding van het jaarlijks aangepaste quotum in 2024 in mindering moet worden gebracht op de quota/vangstbeperkingen voor 2026. Op basis daarvan moeten in 2026 verlagingen — inclusief de met de toepasselijke vermenigvuldigingsfactor samenhangende verlagingen — worden toegepast wegens overbevissing door Portugal in 2024 van zwaardvis in de Atlantische Oceaan, ten noorden van 5° NB (SWO/AN05N).

(10)

Daarnaast is in Aanbeveling 22-04 van de Iccat voor de instandhouding van Zuid-Atlantische zwaardvis (16) bepaald dat elke overschrijding van het jaarlijks quotum/de jaarlijkse vangstbeperking in 2024 in mindering moet worden gebracht op de quota/vangstbeperkingen voor 2026. Bijgevolg moet de verlaging wegens overbevissing door Frankrijk in 2024 van zwaardvis in de Atlantische Oceaan, ten zuiden van 5° NB (SWO/AS05N), in 2026 worden toegepast.

(11)

Bovendien is in Aanbeveling 23-10 van de Iccat inzake beheersmaatregelen voor de instandhouding van blauwe haai in de Noord-Atlantische Oceaan (17) bepaald dat elke overschrijding van de jaarlijkse vangstbeperkingen in 2024 in mindering moet worden gebracht op de vangstbeperkingen voor 2026. Verlagingen wegens overbevissing door Portugal in 2024 van blauwe haai in de Atlantische Oceaan, ten noorden van 5°NB (BSH/AN05N) mogen daarom pas in 2026 worden toegepast.

(12)

In 2023 heeft Duitsland zijn quotum voor andere soorten in de Noorse wateren van 1 en 2 (OTH/1N2AB.) met 1,320 ton overschreden. Daarnaast blijft een verlaging van 19,997 ton gelden vanwege de overbevissing door Duitsland van zijn quotum voor OTH/1N2AB. in 2022, conform punt 2 van de richtsnoeren. Bij e-mail van 1 juli 2024 heeft Duitsland verzocht de verschuldigde verlaging, namelijk 21,317 ton, over drie jaar te spreiden. Aangezien overeenkomstig punt 3, b), van de richtsnoeren bij uitzondering een langzamere compensatie is toegestaan indien het betrokken bestand wordt bevist in het kader van een gemengde visserij en een aanzienlijk verlies van quotum in de weg zou staan aan de exploitatie van de soorten die in die gemengde visserij samen met de betrokken soort worden gevangen, is dit verzoek aanvaard. In 2024 is een eerste verlaging van 7,106 ton toegepast op het Duitse quotum voor OTH/1N2AB. De resterende jaarlijkse verlagingen van het Duitse quotum voor OTH/1N2AB. bedragen 7,106 ton in 2025 en 7,105 ton in 2026, onverminderd een eventuele verdere aanpassing van het quotum.

(13)

Er zijn nog verdere actualiseringen of correcties mogelijk indien bij de lopende of de vorige verlaging fouten, omissies of verkeerde registraties worden geconstateerd in de vangstgegevens die door de lidstaten worden meegedeeld op grond van artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1224/2009.

(14)

Aangezien quota worden uitgedrukt in ton, moeten overbevissingshoeveelheden van minder dan één ton niet in aanmerking worden genomen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De vangstquota die voor 2025 zijn vastgesteld in de Verordeningen (EU) 2024/2903, (EU) 2025/202 en (EU) 2025/219, worden overeenkomstig de bijlage bij de onderhavige verordening verlaagd.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de zevende dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 24 oktober 2025.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)   PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2009/1224/oj.

(2)  Verordening (EU) 2022/2090 van de Raad van 27 oktober 2022 tot vaststelling van de vangstmogelijkheden voor bepaalde visbestanden en groepen visbestanden in de Oostzee voor 2023 en tot wijziging van Verordening (EU) 2022/109 wat betreft bepaalde vangstmogelijkheden in andere wateren (PB L 281 van 31.10.2022, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2022/2090/oj).

(3)  Verordening (EU) 2023/194 van de Raad van 30 januari 2023 tot vaststelling, voor 2023, van de vangstmogelijkheden voor bepaalde visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn, en tot vaststelling, voor 2023 en 2024, van dergelijke vangstmogelijkheden voor bepaalde diepzeevisbestanden (PB L 28 van 31.1.2023, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2023/194/oj).

(4)  Verordening (EU) 2023/195 van de Raad van 30 januari 2023 tot vaststelling, voor 2023, van de vangstmogelijkheden voor bepaalde visbestanden en groepen visbestanden in de Middellandse Zee en de Zwarte Zee en tot wijziging van Verordening (EU) 2022/110 wat betreft de vangstmogelijkheden voor 2022 in de Middellandse Zee en de Zwarte Zee (PB L 28 van 31.1.2023, blz. 220, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2023/195/oj).

(5)  Verordening (EU) 2023/2638 van de Raad van 20 november 2023 tot vaststelling van de vangstmogelijkheden voor bepaalde visbestanden en groepen visbestanden in de Oostzee voor 2024 en tot wijziging van Verordening (EU) 2023/194 wat betreft bepaalde vangstmogelijkheden in andere wateren (PB L, 2023/2638, 22.11.2023, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2023/2638/oj).

(6)  Verordening (EU) 2024/257 van de Raad van 10 januari 2024 tot vaststelling, voor 2024, 2025 en 2026, van de vangstmogelijkheden voor bepaalde visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn, en tot wijziging van Verordening (EU) 2023/194 (PB L, 2024/257, 11.1.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2024/257/oj).

(7)  Verordening (EU) 2024/259 van de Raad van 10 januari 2024 tot vaststelling, voor 2024, van de vangstmogelijkheden voor bepaalde visbestanden en groepen visbestanden in de Middellandse Zee en de Zwarte Zee (PB L, 2024/259, 11.1.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2024/259/oj).

(8)  Verordening (EU) 2024/2903 van de Raad van 18 november 2024 tot vaststelling van de vangstmogelijkheden voor bepaalde visbestanden en groepen visbestanden in de Oostzee voor 2025 en tot wijziging van Verordening (EU) 2024/257 wat betreft bepaalde vangstmogelijkheden in andere wateren (PB L, 2024/2903, 19.11.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2024/2903/oj).

(9)  Verordening (EU) 2025/202 van de Raad van 30 januari 2025 tot vaststelling, voor 2025 en 2026, van de vangstmogelijkheden voor bepaalde visbestanden die in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn, en tot wijziging van Verordening (EU) 2024/257 wat betreft vangstmogelijkheden voor 2025 (PB L, 2025/202, 31.1.2025, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2025/202/oj).

(10)  Verordening (EU) 2025/219 van de Raad van 30 januari 2025 tot vaststelling, voor 2025, van de vangstmogelijkheden voor bepaalde visbestanden en groepen visbestanden in de Middellandse Zee en de Zwarte Zee (PB L, 2025/219, 4.2.2025, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2025/219/oj).

(11)  Uitvoeringsverordening (EU) 2024/2407 van de Commissie van 13 september 2024 tot verlaging van de vangstquota voor 2024 voor bepaalde bestanden wegens overbevissing van deze bestanden in de voorgaande jaren (PB L, 2024/2407, 16.9.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2024/2407/oj).

(12)  Uitvoeringsverordening (EU) 2025/66 van de Commissie van 13 januari 2025 tot verlaging van de vangstquota voor 2024 voor bepaalde bestanden wegens overbevissing van andere bestanden in de voorgaande jaren en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2024/2407 (PB L, 2025/66, 16.1.2025, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2025/66/oj).

(13)  Mededeling van de Commissie over de richtsnoeren voor de verlaging van quota op grond van artikel 105, leden 1, 2 en 5, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 en ter vervanging van mededeling 2012/C 72/07 (2022/C 369/03) (PB C 369 van 27.9.2022, blz. 3).

(14)  Aanbeveling 19-05 van de Iccat tot vaststelling van herstelprogramma’s voor blauwe marlijn en witte marlijn/degenspeervis, https://www.iccat.int/Documents/Recs/compendiopdf-e/2019-05-e.pdf.

(15)  Aanbeveling 22-03 van de Iccat tot vervanging van aanvullende Aanbeveling 21-02 tot verlenging en wijziging van Aanbeveling 17-02 voor de instandhouding van Noord-Atlantische zwaardvis (https://www.iccat.int/Documents/Recs/compendiopdf-e/2022-03-e.pdf).

(16)  Aanbeveling 22-04 van de Iccat tot vervanging van aanvullende Aanbeveling 21-03 tot verlenging en wijziging van Aanbeveling 17-03 voor de instandhouding van Zuid-Atlantische zwaardvis (https://www.iccat.int/Documents/Recs/compendiopdf-e/2022-04-e.pdf).

(17)  Aanbeveling 23-10 van de Iccat ter vervanging van Aanbeveling 19-07 inzake beheersmaatregelen voor de instandhouding van blauwe haai in de Noord-Atlantische Oceaan die in de door Iccat geregelde visserijen wordt gevangen (https://www.iccat.int/Documents/Recs/compendiopdf-e/2023-10-e.pdf).


BIJLAGE

VERLAGINGEN VAN DE VANGSTQUOTA VOOR 2025 VOOR BESTANDEN DIE ZIJN OVERBEVIST

Lidstaat

Soortcode

Gebiedscode

Soortnaam

Naam gebied

Oorspronkelijk quotum 2024 (in ton)

Toegestane aanlandingen 2024 (totale aangepaste hoeveelheid in ton) (1)

Totale vangsten 2024 (hoeveelheid in ton)

Benutting quotum in verhouding tot toegestane aanlandingen (in procent)

Overbevissing in verhouding tot toegestane aanlandingen (hoeveelheid in ton)

Vermenigvuldigingsfactor (2)

Aanvullende vermenigvuldigingsfactor (3) ,  (4)

Nog uitstaande verlagingen uit voorgaande jaren (5) (hoeveelheid in ton)

In 2025 toe te passen verlagingen (hoeveelheid in ton)

DE

OTH

1N2AB.

Andere soorten

Noorse wateren van 1 en 2

125,000

116,894

114,875

n.v.t.

– 2,019 (6)

/

/

14,211 (7)

7,106

DE

SPR

2AC4-C

Sprot en geassocieerde bijvangsten

Wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a

696,000

2 435,941

2 647,571

108,69

211,630

/

/

/

211,630

DK

BOR

678-

Evervissen

6, 7 en 8

6 711,000

7 327,837

7 681,530

104,83

353,693

/

/

/

353,693

DK

HER

5B6ANB

Haring

6b en 6aN; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b

/

2,758

33,940

1 230,60

31,182

1,00

/

/

31,182

ES

ARA

GF1-7

Blauwrode diepzeegarnaal

GDG’s 1, 2, 5, 6 en 7

787,000

850,631

888,436

104,44

37,805

/

C (8)

/

37,805

ES

BUM

ATLANT

Blauwe marlijn

Atlantische Oceaan

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

1,00

/

5,338

5,338

ES

COD

1N2AB.

Kabeljauw

Noorse wateren van 1 en 2

2 533,000

2 811,120

2 815,541

100,16

4,421

/

A (8)

/

4,421

ES

GHL

1N2AB.

Groenlandse heilbot

Noorse wateren van 1 en 2

/

19,900

38,151

191,71

18,251

1,00

/

/

18,251

ES

HAD

1N2AB.

Schelvis

Noorse wateren van 1 en 2

/

29,900

38,225

127,84

8,325

1,00

A

/

12,488

ES

OTH

1N2AB.

Andere soorten

Noorse wateren van 1 en 2

/

/

18,899

n.v.t.

18,899

1,00

A

/

28,349

ES

POK

1N2AB.

Zwarte koolvis

Noorse wateren van 1 en 2

/

5,000

10,611

212,22

5,611

1,00

A

/

8,417

ES

RJU

8-C.

Golfrog

Wateren van de Unie van 8

10,000

9,968

10,637

106,71

n.v.t.

/

/

2,106

2,106

ES

RJU

9-C.

Golfrog

Wateren van de Unie van 9

15,000

19,644

20,761

105,69

1,117

/

A (8)

/

1,117

ES

SOL

7HJK.

Tong

7h, 7j en 7k

2,500

1,745

3,728

213,64

1,983

1,00

C

/

2,975

ES

SOL

8AB.

Tong

8a en 8b

5,000

5,000

13,916

278,32

8,916

1,00

C

19,482

32,856

ES

SRX

89-C.

Roggen

Wateren van de Unie van 8 en 9

1 724,000

1 769,000

1 814,923

102,60

45,923

/

/

/

45,923

FR

BLI

24-

Blauwe leng

Wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 2; wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4

8,000

13,900

26,989

194,17

13,089

1,00

/

/

13,089

FR

NOP

2A3A4.

Kever en geassocieerde bijvangsten

3a; wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a

/

1,537

4,799

312,23

3,262

1,00

/

/

3,362

FR

SWO

AS05N

Zwaardvis

Atlantische Oceaan, ten zuiden van 5° NB

/

/

4,200

n.v.t.

4,200

1,00

/

/

n.v.t. (9)

IE

HER

5B6ANB

Haring

6b en 6aN; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b

189,000

335,531

612,077

182,42

276,546

2,00

/

/

553,092

IE

HER

7G-K.

Haring

7a ten zuiden van 52°30' NB; 7 g, 7h, 7j en 7k

750,000

867,500

946,445

109,10

78,945

/

/

/

78,945

MT

ARS

GF12-16

Rode diepzeegarnaal

GDG’s 12, 13, 14, 15 en 16

36,000

36,000

38,313

106,43

2,313

/

/

/

2,313

PL

MAC

2A34-N

Makreel

Wateren van de Unie van 3a, 3b, 3c en 3d; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a; wateren van de Unie en van het Verenigd Koninkrijk van 4; Noorse wateren van 2a en 4a

/

/

17,330

n.v.t.

17,330

1,00

A

/

25,995

PT

ANF

8C3411

Zeeduivels

8c, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1

739,000

1 075,126

1 168,611

108,70

93,485

/

C (8)

/

93,485

PT

BSH

AN05N

Blauwe haai

Atlantische Oceaan, ten noorden van 5° NB

4 024,820

4 024,820

4 059,070

100,85

34,250 (9)

/

/

/

n.v.t. (9)

PT

GHL

1N2AB.

Groenlandse heilbot

Noorse wateren van 1 en 2

/

38,900

41,067

105,57

2,167

/

/

/

2,167

PT

JAX

08C.

Horsmakrelen

8c

186,000

97,000

128,495

132,47

31,495

1,00

/

1,605

33,100

PT

LEZ

8C3411

Scharretongen

8c, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1

107,000

117,000

120,237

102,77

3,237

/

C (8)

/

3,237

PT

SWO

AN05N

Zwaardvis

Atlantische Oceaan, ten noorden van 5° NB

1 143,970

1 388,068

1 417,624

102,13

29,556 (9)

/

A (8)

/

n.v.t. (9)


(1)  Quota die op grond van de betrokken verordeningen inzake de vangstmogelijkheden beschikbaar zijn voor de lidstaten, rekening houdend met het uitwisselen van vangstmogelijkheden overeenkomstig artikel 16, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PB L 354 van 28.12.2013, blz. 22, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2013/1380/oj), met het overdragen van quota van 2023 naar 2024 overeenkomstig artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 847/96 van de Raad van 6 mei 1996 tot invoering van aanvullende voorwaarden voor het meerjarenbeheer van de TAC’s en quota (PB L 115 van 9.5.1996, blz. 3, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1996/847/oj) en artikel 15, lid 9, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 of met het opnieuw toewijzen en verlagen van vangstmogelijkheden overeenkomstig de artikelen 37 en 105 van Verordening (EG) nr. 1224/2009.

(2)  Als vastgesteld in artikel 105, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1224/2009. In alle gevallen van overbevissing van maximaal 100 ton geldt een verlaging gelijk aan de overbevissing * 1,00.

(3)  Als vastgesteld in artikel 105, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1224/2009 en mits de overbevissing meer dan 10 % bedraagt.

(4)  Met de letter “A” wordt aangegeven dat een aanvullende vermenigvuldigingsfactor van 1,5 is toegepast wegens overbevissing in de jaren 2022, 2023 en 2024. Met de letter “C” wordt aangegeven dat een aanvullende vermenigvuldigingsfactor van 1,5 is toegepast omdat het betrokken bestand onder een meerjarenplan valt.

(5)  Resterende hoeveelheden van het voorgaande jaar of de voorgaande jaren.

(6)  Omdat artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 niet van toepassing is op dit bestand, mag deze ongebruikte hoeveelheid niet worden gebruikt om de verlaging van 2025 te beperken.

(7)  Te spreiden over de jaren 2025 (7,106 ton) en 2026 (7,105 ton) naar aanleiding van het verzoek van Duitsland om de in 2024 verschuldigde verlaging van 21,317 ton gelijkelijk te spreiden over drie jaar (2024, 2025 en 2026).

(8)  Aanvullende vermenigvuldigingsfactor niet van toepassing omdat de overbevissing niet meer dan 10 % bedraagt.

(9)  In 2026 in mindering te brengen overeenkomstig de desbetreffende Iccat-aanbeveling.


ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2025/2158/oj

ISSN 1977-0758 (electronic edition)


Top