This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32024R2970
Commission Implementing Regulation (EU) 2024/2970 of 29 November 2024 amending Implementing Regulation (EU) 2019/2072 as regards measures to prevent the presence of the Tomato brown rugose fruit virus on plants for planting of Solanum lycopersicum L. and hybrids thereof and of Capsicum annuum L., and establishing the frequency rates of official controls
Uitvoeringsverordening (EU) 2024/2970 van de Commissie van 29 november 2024 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 wat betreft maatregelen om de aanwezigheid van het tomato brown rugose fruit virus op voor opplant bestemde planten van Solanum lycopersicum L. en hybriden daarvan, en van Capsicum annuum L. te voorkomen, en tot vaststelling van de frequentie van officiële controles
Uitvoeringsverordening (EU) 2024/2970 van de Commissie van 29 november 2024 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 wat betreft maatregelen om de aanwezigheid van het tomato brown rugose fruit virus op voor opplant bestemde planten van Solanum lycopersicum L. en hybriden daarvan, en van Capsicum annuum L. te voorkomen, en tot vaststelling van de frequentie van officiële controles
C/2024/8250
PB L, 2024/2970, 2.12.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2024/2970/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
![]() |
Publicatieblad |
NL L-serie |
2024/2970 |
2.12.2024 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2024/2970 VAN DE COMMISSIE
van 29 november 2024
tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 wat betreft maatregelen om de aanwezigheid van het tomato brown rugose fruit virus op voor opplant bestemde planten van Solanum lycopersicum L. en hybriden daarvan, en van Capsicum annuum L. te voorkomen, en tot vaststelling van de frequentie van officiële controles
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 228/2013, (EU) nr. 652/2014 en (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Richtlijnen 69/464/EEG, 74/647/EEG, 93/85/EEG, 98/57/EG, 2000/29/EG, 2006/91/EG en 2007/33/EG van de Raad (1), en met name artikel 37, lid 2, artikel 37, lid 4, artikel 72, lid 2, en artikel 79, lid 2,
Gezien Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (2), en met name artikel 22, lid 3, artikel 52 en artikel 54, lid 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2023/1032 van de Commissie (3) zijn maatregelen vastgesteld om het binnenbrengen en de verspreiding op het grondgebied van de Unie van het tomato brown rugose fruit virus (ToBRFV) (“het gespecificeerde plaagorganisme”) te voorkomen. Die maatregelen werden vastgesteld op grond van artikel 30, lid 1, van Verordening (EU) 2016/2031, aangezien dat plaagorganisme destijds niet in de lijst van EU-quarantaineorganismen was opgenomen. Het gespecificeerde plaagorganisme wordt overgedragen door voor opplant bestemde planten van Solanum lycopersicum L. en hybriden daarvan, en van Capsicum annuum L. |
(2) |
Uit verslagen die door verschillende lidstaten zijn ingediend, blijkt dat het gespecificeerde plaagorganisme zich sinds de vaststelling van Uitvoeringsverordening (EU) 2023/1032 ruim heeft verspreid op het grondgebied van de Unie, ondanks de in die verordening vastgestelde maatregelen. Bovendien werd in de geactualiseerde risicoanalyse met betrekking tot het plaagorganisme van de Plantenbeschermingsorganisatie voor Europa en het gebied van de Middellandse Zee (EPPO) van juni 2024 (4) opgemerkt dat de situatie met betrekking tot dit plaagorganisme zodanig is veranderd dat het verspreidingsgebied ervan wereldwijd is toegenomen. |
(3) |
Op basis van de verslagen van de lidstaten en de risicoanalyse van de EPPO wordt geconcludeerd dat het gespecificeerde plaagorganisme algemeen aanwezig is op het grondgebied van de Unie, en dus niet kan worden aangemerkt als EU-quarantaineorganisme of onderworpen aan de maatregelen uit hoofde van artikel 30 van Verordening (EU) 2016/2031. Bovendien wordt het hoofdzakelijk overgedragen door specifieke voor opplant bestemde planten en heeft de aanwezigheid ervan op die planten onaanvaardbare economische gevolgen wat betreft het voorgenomen gebruik ervan. Tot slot zijn er uitvoerbare en doeltreffende maatregelen beschikbaar om de aanwezigheid van het gespecificeerde plaagorganisme op de betrokken voor opplant bestemde planten te voorkomen. Het gespecificeerde plaagorganisme voldoet nu aan alle voorwaarden van artikel 36 van Verordening (EU) 2016/2031 om in de lijst te worden opgenomen als door de EU gereguleerd niet-quarantaineorganisme. Het gespecificeerde plaagorganisme moet daarom in bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 van de Commissie (5) worden opgenomen als door de EU gereguleerd niet-quarantaineorganisme, met een tolerantiedrempelwaarde van 0 %, en worden onderworpen aan passende maatregelen om de aanwezigheid ervan op de gespecificeerde planten te voorkomen. |
(4) |
Aangezien het gespecificeerde plaagorganisme wordt overgedragen door voor opplant bestemde planten van Solanum lycopersicum L. en hybriden daarvan, en van Capsicum annuum L., moet het met betrekking tot die voor opplant bestemde planten worden opgenomen in bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072, met name in deel F betreffende groentezaad en in deel I betreffende teeltmateriaal en plantgoed van groentegewassen, met uitzondering van zaad. |
(5) |
Om te waarborgen dat de zaden van Solanum lycopersicum L. en hybriden daarvan, en de zaden van Capsicum annuum L. vrij zijn van het gespecificeerde plaagorganisme, moet worden vereist dat aan een van de volgende twee voorschriften wordt voldaan: de zaden zijn afkomstig uit een land dat door de nationale plantenziektekundige dienst overeenkomstig de internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van het gespecificeerde plaagorganisme, of de zaden worden bij hun binnenkomst in of voordat zij worden verplaatst binnen de Unie officieel getoetst, of door professionele marktdeelnemers onder officieel toezicht getoetst, op de aanwezigheid van het gespecificeerde plaagorganisme, en zijn bij die toetsing vrij bevonden van dat plaagorganisme. |
(6) |
Om, in het geval van kleine partijen zaad van Solanum lycopersicum L. en hybriden daarvan, en van Capsicum annuum L. afkomstig van dertig moederplanten of minder, een overmatige vernietiging van zaden te voorkomen, moet worden toegestaan dat alleen moederplanten, en niet hun zaden, aan toetsing worden onderworpen. |
(7) |
Om te waarborgen dat de voor opplant bestemde planten, met uitzondering van zaden, van Solanum lycopersicum L. en hybriden daarvan, en van Capsicum annuum L. vrij zijn van het gespecificeerde plaagorganisme, moet worden vereist dat aan een van de volgende twee voorschriften wordt voldaan: de voor opplant bestemde planten zijn afkomstig uit een land dat door de nationale plantenziektekundige dienst overeenkomstig de internationale normen voor fytosanitaire maatregelen vrij is bevonden van het gespecificeerde plaagorganisme, of de voor opplant bestemde planten zijn afkomstig van zaden die voldoen aan de voorschriften in deel E van bijlage V bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072, en zijn gehouden in goede hygiënische omstandigheden om infectie te voorkomen. |
(8) |
Voor opplant bestemde planten van variëteiten van Capsicum annuum L. waarvan bekend is dat zij resistent zijn tegen het gespecificeerde plaagorganisme, mogen niet worden onderworpen aan de voorschriften van deze verordening, noch aan de respectieve frequentie van controles, aangezien het respectieve fytosanitaire risico aanvaardbaar is en die resistentie voldoende gedocumenteerd en gecontroleerd wordt door de bevoegde autoriteiten. |
(9) |
Deel A van bijlage XI bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 bevat de lijst van planten waarvoor een fytosanitair certificaat vereist is. Aangezien een dergelijk certificaat moet worden vereist voor voor opplant bestemde planten van Solanum lycopersicum L. en hybriden daarvan, en van Capsicum annuum L., moet die bijlage dienovereenkomstig worden gewijzigd. Bijlage XIII bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 bevat de lijst van planten waarvoor een plantenpaspoort vereist is. Aangezien een plantenpaspoort moet worden vereist voor voor opplant bestemde planten van Solanum lycopersicum L. en hybriden daarvan, en van Capsicum annuum L., moet die bijlage dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(10) |
Overeenkomstig artikel 4, lid 2, van Uitvoeringsverordening (EU) 2022/2389 van de Commissie (6) moet de frequentie van de overeenstemmingscontroles en de materiële controles van zendingen van voor opplant bestemde planten die de Unie binnenkomen, 100 % bedragen. Vanwege het aantal onderscheppingen van zendingen van door het gespecificeerde plaagorganisme getroffen voor opplant bestemde planten van Solanum lycopersicum L. en hybriden daarvan, en van Capsicum annuum L. gedurende de laatste drie jaar, moet de in Uitvoeringsverordening (EU) 2023/1032 vastgestelde afwijking van Uitvoeringsverordening (EU) 2022/2389 met betrekking tot de minimumfrequentie van bemonstering en tests in het kader van materiële controles met betrekking tot dat plaagorganisme worden gehandhaafd. Vanwege het grotere aantal onderscheppingen van dat plaagorganisme in die planten van oorsprong uit Israël en China ten opzichte van andere derde landen, moet de in Uitvoeringsverordening (EU) 2023/1032 vastgestelde hogere frequentie voor zendingen met die planten worden gehandhaafd. |
(11) |
Gezien het aan het gespecificeerde plaagorganisme verbonden risico en om rekening te houden met de ontwikkeling van het aantal onderscheppingen, moet de afwijking met betrekking tot de minimumfrequentie van tijdelijke aard zijn. |
(12) |
Aangezien Uitvoeringsverordening (EU) 2023/1032 op 31 december 2024 verstrijkt, moet deze verordening zo spoedig mogelijk in werking treden en met ingang van 1 januari 2025 van toepassing worden om juridische leemten te voorkomen. |
(13) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072
Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Frequentie van officiële controles op het binnenbrengen in de Unie van voor opplant bestemde planten van Solanum lycopersicum L. en hybriden daarvan, en van Capsicum annuum L. met betrekking tot ToBRFV
1. In afwijking van artikel 4, lid 2, van Uitvoeringsverordening (EU) 2022/2389 zijn de in de leden 2 en 3 vastgestelde regels van toepassing.
2. Bemonstering en toetsing in het kader van de materiële controles op de aanwezigheid van tomato brown rugose fruit virus (“ToBRFV”) worden uitgevoerd op ten minste 20 % van de zendingen van voor opplant bestemde planten van Solanum lycopersicum L. en hybriden daarvan, en van Capsicum annuum L. afkomstig uit derde landen.
3. Bemonstering en toetsing op de aanwezigheid van ToBRFV worden echter uitgevoerd op 50 % van de zendingen van voor opplant bestemde planten van Solanum lycopersicum L. en hybriden daarvan, en van Capsicum annuum L. van oorsprong uit Israël, en op 100 % van de zendingen van die planten van oorsprong uit China.
Artikel 3
Inwerkingtreding en toepassing
Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2025.
Artikel 2 is van toepassing tot en met 31 december 2026.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 29 november 2024.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 317 van 23.11.2016, blz. 4, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2016/2031/oj.
(2) PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2017/625/oj.
(3) Uitvoeringsverordening (EU) 2023/1032 van de Commissie van 25 mei 2023 tot vaststelling van maatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding op het grondgebied van de Unie van het tomato brown rugose fruit virus (ToBRFV) te voorkomen, en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1191 (PB L 139 van 26.5.2023, blz. 34, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2023/1032/oj).
(4) EPPO (2024), Pest risk analysis for tomato brown rugose fruit virus, EPPO, Parijs, beschikbaar op https://gd.eppo.int/taxon/TOBRFV/documents.
(5) Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 van de Commissie van 28 november 2019 tot vaststelling van eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 690/2008 van de Commissie en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019 van de Commissie (PB L 319 van 10.12.2019, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2019/2072/oj).
(6) Uitvoeringsverordening (EU) 2022/2389 van de Commissie van 7 december 2022 tot vaststelling van regels voor de eenvormige toepassing van de frequentie van de overeenstemmingscontroles en de materiële controles van zendingen planten, plantaardige producten en andere materialen die de Unie binnenkomen (PB L 316 van 8.12.2022, blz. 42, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2022/2389/oj).
BIJLAGE
Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Bijlage IV wordt als volgt gewijzigd:
|
2) |
Bijlage V wordt als volgt gewijzigd:
|
3) |
In deel A van bijlage XI wordt punt 9 vervangen door:
|
4) |
In bijlage XIII wordt punt 6 vervangen door:
|
ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2024/2970/oj
ISSN 1977-0758 (electronic edition)