(1)

Overeenkomstig artikel 17, lid 1, van Verordening (EU) nr. 978/2012 moet een land dat door de Verenigde Naties (VN) als minst ontwikkeld land wordt aangemerkt, de tariefpreferenties waarin wordt voorzien in het kader van de bijzondere regeling voor de minst ontwikkelde landen (Everything But Arms — EBA), kunnen genieten.

(2)

De lijst van begunstigde landen van de bijzondere regeling voor de minst ontwikkelde landen als bedoeld in artikel 1, lid 2, punt c), van Verordening (EU) nr. 978/2012 is vastgesteld in bijlage IV bij de verordening. In artikel 17, lid 2, van Verordening (EU) nr. 978/2012 is bepaald dat bijlage IV voortdurend moet worden herzien om rekening te houden met wijzigingen met betrekking tot de in artikel 17, lid 1, vastgestelde voorwaarden. Voorts voorziet artikel 17, lid 2, van Verordening (EU) nr. 978/2012 in een overgangsperiode van drie jaar voor het schrappen van een land van de lijst van EBA-begunstigde landen.

(3)

Op 13 december 2023 heeft de VN de status van minst ontwikkeld land van Bhutan opgeheven. Bijgevolg komt Bhutan overeenkomstig artikel 17, lid 1, van Verordening (EU) nr. 978/2012 niet langer in aanmerking voor de status van EBA-begunstigde en moet het land uit bijlage IV bij die verordening worden geschrapt. Overeenkomstig artikel 17, lid 2, van Verordening (EU) nr. 978/2012 moet de schrapping van Bhutan van de lijst van EBA-begunstigde landen van kracht worden na een overgangsperiode van drie jaar vanaf de datum waarop de gedelegeerde handeling van de Commissie tot wijziging van bijlage IV bij Verordening (EU) nr. 978/2012 in werking treedt. Bhutan moet derhalve met ingang van 1 januari 2028 uit bijlage IV worden geschrapt.

(4)

Daarom moet bijlage IV bij Verordening (EU) nr. 978/2012 worden gewijzigd,