Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32024R1195

    Uitvoeringsverordening (EU) 2024/1195 van de Commissie van 24 april 2024 tot verlening van een vergunning voor etherische olie van kassie van Cinnamomum aromaticum Nees als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor bepaalde diersoorten

    C/2024/2592

    PB L, 2024/1195, 25.4.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2024/1195/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2024/1195/oj

    European flag

    Publicatieblad
    van de Europese Unie

    NL

    L-serie


    2024/1195

    25.4.2024

    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2024/1195 VAN DE COMMISSIE

    van 24 april 2024

    tot verlening van een vergunning voor etherische olie van kassie van Cinnamomum aromaticum Nees als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor bepaalde diersoorten

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (1), en met name artikel 9, lid 2, en artikel 10, lid 5,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    De verlening van vergunningen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding, met inbegrip van de redenen en procedures voor het verlenen van dergelijke vergunningen, is geregeld bij Verordening (EG) nr. 1831/2003. Artikel 10, lid 2, van die verordening voorziet in de herbeoordeling van toevoegingsmiddelen waarvoor een vergunning is verleend overeenkomstig Richtlijn 70/524/EEG van de Raad (2).

    (2)

    Voor de stof etherische olie van kassie van Cinnamomum aromaticum Nees is overeenkomstig Richtlijn 70/524/EEG een vergunning zonder tijdsbeperking verleend als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor alle diersoorten. Vervolgens is die stof overeenkomstig artikel 10, lid 1, punt b), van Verordening (EG) nr. 1831/2003 als bestaand product opgenomen in het repertorium van toevoegingsmiddelen voor diervoeding.

    (3)

    Overeenkomstig artikel 10, lid 2, in samenhang met artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 is een aanvraag ingediend voor de verlening van een vergunning voor etherische olie van kassie van Cinnamomum aromaticum Nees als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor alle diersoorten, waarbij is verzocht het toevoegingsmiddel in te delen in de categorie “sensoriële toevoegingsmiddelen” en de functionele groep “aromatische stoffen”. De krachtens artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vereiste nadere gegevens en documenten waren bij de aanvraag gevoegd.

    (4)

    De aanvrager heeft ook verzocht om een vergunning te verlenen voor het gebruik van het toevoegingsmiddel in drinkwater. Verordening (EG) nr. 1831/2003 voorziet echter niet in de verlening van een vergunning voor het gebruik van “aromatische stoffen” in drinkwater. Daarom mag het gebruik van het toevoegingsmiddel in drinkwater niet worden toegestaan.

    (5)

    De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft in haar advies van 27 september 2022 (3) geconcludeerd dat etherische olie van kassie van Cinnamomum aromaticum Nees onder de voorgestelde gebruiksvoorwaarden veilig is voor kortlevende dieren (dieren gehouden voor mestdoeleinden), met inbegrip van biggen en minder gangbare Suidae. Ook werd geconcludeerd dat die stof veilig is voor de consument en het milieu. De EFSA heeft aangegeven dat zij, vanwege de aanwezigheid van styreen in olie van de bladeren van kassie, niet in staat was conclusies te trekken over de veiligheid van het toevoegingsmiddel voor langlevende dieren en dieren die voor reproductiedoeleinden worden gehouden, met inbegrip van dieren opgefokt voor leg-, fok- of reproductiedoeleinden. Daarnaast heeft de EFSA geconcludeerd dat bij het hanteren van etherische olie de blootstelling van onbeschermde gebruikers aan styreen niet kan worden uitgesloten en dat de blootstelling van de gebruikers derhalve tot een minimum moet worden beperkt om het risico terug te dringen. De EFSA heeft verder geconcludeerd dat de werkzaamheid van de stof niet meer hoeft te worden aangetoond aangezien deze erkend is als aromatische stof in levensmiddelen en de functie ervan in diervoeders in wezen dezelfde is als in levensmiddelen. De EFSA heeft ook het verslag over de analysemethode voor het toevoegingsmiddel voor diervoeding geverifieerd dat door het bij Verordening (EG) nr. 1831/2003 ingestelde referentielaboratorium was ingediend.

    (6)

    Daarop heeft de aanvrager de aanvraag voor de verlening van een vergunning voor etherische olie van kassie van Cinnamomum aromaticum Nees ingetrokken voor alle diersoorten en -categorieën met uitzondering van biggen, biggen van minder gangbare Suidae en diersoorten gehouden voor mestdoeleinden (behalve paardachtigen), en met uitzondering van zalmachtigen en minder gangbare vissoorten behalve paaivissen.

    (7)

    Gezien het bovenstaande is de Commissie van oordeel dat etherische olie van kassie van Cinnamomum aromaticum Nees voldoet aan de voorwaarden van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 wat betreft diersoorten gehouden voor mestdoeleinden (met uitzondering van paardachtigen), zalmachtigen (met uitzondering van paaivissen), vissen (met uitzondering van paaivissen), biggen en biggen van minder gangbare Suidae. Het gebruik van dat toevoegingsmiddel moet daarom worden toegestaan. De Commissie is van mening dat voor de aanwezigheid van de tot bezorgdheid aanleiding gevende stoffen styreen en cumarinen in etherische olie van kassie van Cinnamomum aromaticum Nees een maximumgehalte in volledige diervoeders moet worden vastgesteld en dat de combinatie van dat toevoegingsmiddel met andere toevoegingsmiddelen die dezelfde tot bezorgdheid aanleiding gevende stoffen bevatten, moet worden verboden. Daarnaast is de Commissie van mening dat passende beschermende maatregelen moeten worden genomen om ongunstige gevolgen voor de gezondheid van de gebruikers van het toevoegingsmiddel te voorkomen.

    (8)

    Op grond van artikel 10, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 is de Commissie verplicht een verordening vast te stellen die vereist dat toevoegingsmiddelen voor diervoeding waarvoor binnen de in die bepaling gestelde termijn geen aanvragen als bedoeld in artikel 10, lid 2, van die verordening zijn ingediend, uit de handel worden genomen. Evenzo moet er een verordening worden vastgesteld betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding waarvoor een aanvraag werd ingediend die echter vervolgens werd ingetrokken.

    (9)

    In het geval van toevoegingsmiddelen voor diervoeding waarvoor een aanvraag voor bepaalde diersoorten of -categorieën is ingetrokken, moet het uit de handel nemen uitsluitend betrekking hebben op die diersoorten of -categorieën.

    (10)

    Etherische olie van kassie van Cinnamomum aromaticum Nees moet daarom uit de handel worden genomen wat de diersoorten en -categorieën betreft waarvoor bij deze verordening geen vergunning is verleend.

    (11)

    Voor zover bij deze verordening een vergunning wordt verleend voor etherische olie van kassie van Cinnamomum aromaticum Nees als toevoegingsmiddel voor diervoeding, zijn er geen veiligheidsredenen die de onmiddellijke toepassing vereisen van de wijzigingen van de voorwaarden voor het verlenen van een vergunning voor die stof ten aanzien van de diersoorten en -categorieën waarop de vergunning die bij deze verordening is verleend, betrekking heeft. Daarom moet er een overgangsperiode worden vastgesteld om de belanghebbende partijen in staat te stellen zich voor te bereiden om aan de nieuwe eisen van de vergunning te voldoen.

    (12)

    Voor zover het toevoegingsmiddel voor diervoeding uit de handel wordt genomen, moet er daarnaast in een overgangsperiode worden voorzien waarin bestaande voorraden van het toevoegingsmiddel, de voormengsels, de voedermiddelen en de mengvoeders die met dat toevoegingsmiddel zijn geproduceerd, kunnen worden opgemaakt ook voor de diersoorten en -categorieën waarop de bij deze verordening verleende vergunning geen betrekking heeft, zodat belanghebbende partijen zich aan de verplichting tot het uit de handel nemen van die producten, aan kunnen passen.

    (13)

    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Verlening van een vergunning

    Voor de in de bijlage gespecificeerde stof, die behoort tot de categorie “sensoriële toevoegingsmiddelen” en de functionele groep “aromatische stoffen”, wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden een vergunning voor gebruik als toevoegingsmiddel voor diervoeding verleend.

    Artikel 2

    Uit de handel nemen

    Het toevoegingsmiddel voor diervoeding etherische olie van kassie van Cinnamomum aromaticum Nees, waarvoor overeenkomstig Richtlijn 70/524/EEG een vergunning is verleend, wordt uit de handel genomen voor alle diersoorten en -categorieën behalve die welke in de bijlage worden vermeld.

    Artikel 3

    Overgangsmaatregelen in verband met de verlening van een vergunning

    1.   Het in artikel 2 bedoelde toevoegingsmiddel voor diervoeding en de voormengsels die dat toevoegingsmiddel bevatten die vóór 15 november 2024 zijn geproduceerd en geëtiketteerd overeenkomstig de voorschriften die vóór 15 mei 2024 van toepassing waren, mogen verder in de handel worden gebracht en worden gebruikt voor de in bijlage vermelde diersoorten en -categorieën totdat de betrokken voorraden zijn uitgeput.

    2.   De mengvoeders en voedermiddelen die het in artikel 2 bedoelde toevoegingsmiddel voor diervoeding bevatten en die vóór 15 mei 2025 zijn geproduceerd en geëtiketteerd overeenkomstig de voorschriften die vóór 15 mei 2024 van toepassing waren, mogen verder in de handel worden gebracht en worden gebruikt voor de in bijlage vermelde diersoorten en -categorieën totdat de betrokken voorraden zijn uitgeput.

    Artikel 4

    Overgangsmaatregelen in verband met het uit de handel nemen

    1.   Bestaande voorraden van het in artikel 2 bedoelde toevoegingsmiddel voor diervoeding mogen tot 15 mei 2025 verder in de handel worden gebracht en worden gebruikt voor alle diersoorten en -categorieën behalve die welke in de bijlage worden vermeld.

    2.   Voormengsels die met het in lid 1 bedoelde toevoegingsmiddel voor diervoeding zijn geproduceerd, mogen tot 15 augustus 2025 verder in de handel worden gebracht en worden gebruikt voor alle diersoorten en -categorieën behalve die welke in de bijlage worden vermeld.

    3.   Mengvoeders en voedermiddelen die met het in lid 1 bedoelde toevoegingsmiddel voor diervoeding of met de in lid 2 bedoelde voormengsels zijn geproduceerd, mogen tot 15 mei 2026 verder in de handel worden gebracht en worden gebruikt voor alle diersoorten en -categorieën behalve die welke in de bijlage worden vermeld.

    Artikel 5

    Inwerkingtreding

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 24 april 2024.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Ursula VON DER LEYEN


    (1)   PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29.

    (2)  Richtlijn 70/524/EEG van de Raad van 23 november 1970 betreffende toevoegingsmiddelen in de veevoeding (PB L 270 van 14.12.1970, blz. 1).

    (3)   EFSA Journal 2022;20(10):7600.


    BIJLAGE

    Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

    Toevoegingsmiddel

    Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

    Diersoort of -categorie

    Maximumleeftijd

    Minimumgehalte

    Maximumgehalte

    Overige bepalingen

    Einde van de vergunningsperiode

    mg werkzame stof/kg volledig voeder met een vochtgehalte van 12 %

    Categorie: sensoriële toevoegingsmiddelen. Functionele groep: aromatische stoffen.

    2b131-eo

    Etherische olie van kassie

    Samenstelling van het toevoegingsmiddel

    Etherische olie verkregen uit de bladeren, stengels en twijgen van Cinnamomum aromaticum Nees (1)

    Vloeibare vorm

    Karakterisering van de werkzame stof

    Etherische olie verkregen uit Cinnamomum aromaticum Nees door stoomdestillatie van de bladeren, stengels en twijgen, zoals gedefinieerd door de Raad van Europa (2).

    Specificaties:

    (E)-kaneelaldehyde: 70-89 %

    (E)-2-methoxykaneelaldehyde: 0-15 %

    Cinnamylacetaat: ≤ 4 %

    Cumarine: ≤ 4 %

    Styreen: ≤ 0,1 %

    CAS-nr.: 8007-80-5

    Einecs-nr.: 284-635-0

    FEMA-nr.: 2258

    RvE-nr.: 131

    Analysemethode  (3)

    Voor de bepaling van (E)-kaneelaldehyde (fytochemische marker) in het toevoegingsmiddel voor diervoeding: (olie van kassie):

    gaschromatografie in combinatie met vlamionisatiedetectie (GC-FID) of massaspectrometrische detectie (GC-MS)

    Mestvarkens

    61

    1.

    Het toevoegingsmiddel moet als voormengsel in het diervoeder worden verwerkt.

    2.

    In de aanwijzingen voor het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels moeten de opslagomstandigheden en de stabiliteit bij warmtebehandeling worden vermeld.

    3.

    Dit toevoegingsmiddel mag niet worden gebruikt in combinatie met andere toevoegingsmiddelen die styreen en cumarinen bevatten.

    4.

    De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en voormengsels om met de mogelijke risico’s bij gebruik ervan om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden geëlimineerd, moeten bij het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen voor de luchtwegen, de ogen en de huid worden gebruikt.

    10 mei 2034

    Mestvarkens van minder gangbare Suidae

    51

    Biggen en biggen van minder gangbare Suidae

    51

    Mestkalveren

    100

    Mestrunderen, mestschapen en minder gangbare herkauwers gehouden voor mestdoeleinden

     

     

    60

    Mestkippen en minder gangbare pluimveesoorten gehouden voor mestdoeleinden

    28,5

    Mestkalkoenen

    38

    Mestkonijnen

    25

    Zalmachtigen en minder gangbare vissen behalve paaivissen

    125

    Andere minder gangbare soorten gehouden voor mestdoeleinden behalve paardachtigen

    28,5


    (1)  Aanvaarde synoniemen: Cinnamomum cassia (L.) J. Presl en Cinnamomum cassia Blume.

    (2)  Natural sources of flavourings — Verslag nr. 2 (2007).

    (3)  Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn beschikbaar op de website van het referentielaboratorium: https://joint-research-centre.ec.europa.eu/eurl-fa-eurl-feed-additives/eurl-fa-authorisation/eurl-fa-evaluation-reports_en.


    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2024/1195/oj

    ISSN 1977-0758 (electronic edition)


    Top