This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32023R2449
Commission Implementing Regulation (EU) 2023/2449 of 6 November 2023 laying down rules for the application of Regulation (EU) 2015/757 of the European Parliament and of the Council as regards templates for monitoring plans, emissions reports, partial emissions reports, documents of compliance, and reports at company level, and repealing Commission Implementing Regulation (EU) 2016/1927
Uitvoeringsverordening (EU) 2023/2449 van de Commissie van 6 november 2023 tot vaststelling van regels voor de toepassing van Verordening (EU) 2015/757 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft templates voor monitoringplannen, emissieverslagen, gedeeltelijke emissieverslagen, conformiteitsdocumenten en verslagen op maatschappijniveau, en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1927 van de Commissie
Uitvoeringsverordening (EU) 2023/2449 van de Commissie van 6 november 2023 tot vaststelling van regels voor de toepassing van Verordening (EU) 2015/757 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft templates voor monitoringplannen, emissieverslagen, gedeeltelijke emissieverslagen, conformiteitsdocumenten en verslagen op maatschappijniveau, en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1927 van de Commissie
C/2023/7352
PB L, 2023/2449, 7.11.2023, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2023/2449/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
Publicatieblad |
NL Serie L |
2023/2449 |
7.11.2023 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/2449 VAN DE COMMISSIE
van 6 november 2023
tot vaststelling van regels voor de toepassing van Verordening (EU) 2015/757 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft templates voor monitoringplannen, emissieverslagen, gedeeltelijke emissieverslagen, conformiteitsdocumenten en verslagen op maatschappijniveau, en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1927 van de Commissie
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2015/757 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2015 betreffende de monitoring, de rapportage en de verificatie van broeikasgasemissies door maritiem vervoer en tot wijziging van Richtlijn 2009/16/EG (1), en met name artikel 6, lid 5, artikel 12, lid 2, en artikel 17, lid 5,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1927 van de Commissie (2) voorziet in templates en technische regels voor het indienen van monitoringplannen, emissieverslagen en conformiteitsdocumenten uit hoofde van Verordening (EU) 2015/757. |
(2) |
Bij Verordening (EU) 2023/957 (3) is Verordening (EU) 2015/757 gewijzigd om maritieme vervoersactiviteiten in het EU-emissiehandelssysteem (“EU-ETS”) op te nemen en te voorzien in de monitoring, rapportage en verificatie van emissies van methaan (CH4) en distikstofoxide (N2O) en emissies van aanvullende scheepstypen. Ook werd een verplichting voor maatschappijen ingevoerd om verslag uit te brengen over geaggregeerde emissiegegevens op maatschappijniveau (“verslagen op maatschappijniveau”). Bovendien werd voor de Commissie de verplichting ingevoerd om technische regels vast te stellen voor de automatische overdracht van de templates voor het indienen van monitoringplannen. |
(3) |
Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1927 moet worden bijgewerkt om met die wijzigingen rekening te houden. Vanwege de omvang van de noodzakelijke wijzigingen in Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1927 is het nodig dat de tekst integraal bekend wordt gemaakt. Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1927 moet daarom worden ingetrokken en worden vervangen door deze verordening. |
(4) |
Het monitoringplan moet ten minste de elementen bevatten die zijn vastgesteld in artikel 6, lid 3, van Verordening (EU) 2015/757. Onverminderd artikel 6, lid 3, van Verordening (EU) 2015/757 en overeenkomstig de laatste alinea van artikel 10 van die verordening, moet het monitoringplan voorzien in de mogelijkheid om het brandstofverbruik en de broeikasgasemissies te monitoren en te rapporteren op basis van andere vrijwillige criteria. |
(5) |
Als maatschappijen als onderdeel van het monitoringplan uit hoofde van artikel 6, lid 3, van Verordening (EU) 2015/757 informatie over bepaalde elementen en procedures verstrekken, moeten zij ook kunnen verwijzen naar procedures of systemen die zij doeltreffend hebben toegepast als onderdeel van hun bestaande beheerssystemen, bijvoorbeeld de International Safety Management Code (ISM-code) (4) of het Ship Energy Efficiency Management Plan (SEEMP) (5), of naar systemen en controles die ressorteren onder geharmoniseerde normen voor kwaliteits-, milieu- of energiebeheer, bijvoorbeeld EN ISO 9001:2015, EN ISO 14001:2015 of EN ISO 50001:2011. In die gevallen, of wanneer de relevante procedures uit hoofde van de in de bijlagen I en II bij Verordening (EU) 2015/757 vastgestelde regels inzake monitoring van emissies, reeds zijn beschreven in vastgestelde schriftelijke procedures, moet worden toegestaan dat monitoringplannen een korte beschrijving of samenvatting van dergelijke procedures bevatten. |
(6) |
Om de monitoring te vergemakkelijken, moet het mogelijk zijn gebruik te maken van standaardwaarden voor de mate van onzekerheid in verband met de monitoring van de brandstof, met inachtneming van de door de Commissie ontwikkelde richtsnoeren. |
(7) |
Er moeten specificaties worden vastgesteld voor een elektronisch template voor emissieverslagen. Zo kan worden gewaarborgd dat geverifieerde emissieverslagen elektronisch worden ingediend met volledige en gestandaardiseerde geaggregeerde jaarlijkse informatie. |
(8) |
Het emissieverslag moet ten minste de in artikel 11, lid 3, van Verordening (EU) 2015/757 bedoelde informatie bevatten, met inbegrip van de resultaten van de jaarlijkse monitoring. Om een beter inzicht te verkrijgen in de op vrijwillige basis gerapporteerde gemiddelde operationele indicatoren voor energie-efficiëntie, moet ook worden voorzien in de rapportage van aanvullende informatie. |
(9) |
Uit hoofde van artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) 2015/757 moet, wanneer een schip van maatschappij wisselt, door de vorige maatschappij een verslag op scheepsniveau worden ingediend dat dezelfde elementen bevat als het in artikel 11, lid 1, van die verordening bedoelde jaarlijkse emissieverslag, maar uitsluitend voor de periode die overeenstemt met de activiteiten die onder de verantwoordelijkheid van de vorige maatschappij zijn uitgevoerd (“gedeeltelijke emissieverslagen”). De specificaties voor een elektronisch template voor emissieverslagen zoals bedoeld in artikel 11, lid 1, van Verordening (EU) 2015/757 moeten ook gelden voor gedeeltelijke emissieverslagen. |
(10) |
De regels tot vaststelling van een elektronisch template voor conformiteitsdocumenten moeten worden gewijzigd om ze in overeenstemming te brengen met de wijzigingen die zijn aangebracht met betrekking tot de informatie over de maatschappij en de identificatiegegevens van het schip in de templates voor de monitoringplannen. |
(11) |
Uit hoofde van artikel 11 bis, lid 2, van Verordening (EU) 2015/757 moeten maatschappijen vanaf 2025 geaggregeerde emissiegegevens op maatschappijniveau (“verslagen op maatschappijniveau”) indienen bij hun verantwoordelijke administratieve autoriteit. Om ervoor te zorgen dat die verslagen gestandaardiseerde informatie bevatten voor een geharmoniseerde uitvoering van de rapportageverplichtingen op maatschappijniveau, moeten specificaties voor een elektronisch template voor dergelijke verslagen worden vastgesteld. |
(12) |
In de verslagen op maatschappijniveau moet ten minste de in artikel 11 bis van Verordening (EU) 2015/757 vastgestelde inhoud worden opgenomen. Bovendien moeten zij de elementen bevatten die vereist zijn voor de indiening van geverifieerde emissies bij het EU-register uit hoofde van artikel 31 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1122 van de Commissie (6). |
(13) |
De broeikasgasemissies door maritiem vervoer zullen vanaf de verslagperiode die op 1 januari 2024 begint in het EU-ETS worden opgenomen, en de emissies van methaan en distikstofoxide zullen vanaf de verslagperiode die op 1 januari 2024 begint in het toepassingsgebied van Verordening (EU) 2015/757 worden opgenomen. De toepassing van deze verordening moet daarom tot die datum worden uitgesteld. |
(14) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité klimaatverandering, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Elektronisch template voor het monitoringplan
1. Met het oog op de indiening van het monitoringplan uit hoofde van artikel 6, van Verordening (EU) 2015/757 gebruiken de maatschappijen de elektronische versie van het template in Thetis MRV, het door het Europees Agentschap voor maritieme veiligheid beheerd geautomatiseerd informatiesysteem van de Unie (hierna “Thetis MRV” genoemd).
2. De in lid 1 bedoelde elektronische versie van het template voor het monitoringplan bevat de in bijlage I vermelde informatie.
Artikel 2
Elektronisch template voor het emissieverslag en het gedeeltelijke emissieverslag
1. Met het oog op de indiening van het in artikel 11, lid 1, van Verordening (EU) 2015/757 bedoelde verslag (het “emissieverslag”) en het in artikel 11, lid 2, van die verordening bedoelde verslag (hierna het “gedeeltelijke emissieverslag” genoemd) gebruiken de maatschappijen de elektronische versie van het template in Thetis MRV.
2. De elektronische versie van het template voor het emissieverslag en het gedeeltelijke emissieverslag bevat de in bijlage II vermelde informatie.
Artikel 3
Elektronisch template voor het conformiteitsdocument
1. Met het oog op de afgifte van een conformiteitsdocument uit hoofde van artikel 17, lid 1, van Verordening (EU) 2015/757 verstrekt de verificateur relevante gegevens met behulp van de elektronische versie van het template in Thetis MRV.
2. De in lid 1 bedoelde elektronische versie van het template voor het conformiteitsdocument bevat de in bijlage III vermelde informatie.
Artikel 4
Elektronisch template voor het verslag op maatschappijniveau
1. Met het oog op de indiening van de geaggregeerde emissiegegevens op maatschappijniveau uit hoofde van artikel 11 bis, lid 2, van Verordening (EU) 2015/757 (hierna het “verslag op maatschappijniveau” genoemd) gebruiken de maatschappijen de elektronische versie van het template in Thetis MRV.
2. De elektronische versie van het template voor het verslag op maatschappijniveau bevat de in bijlage IV vermelde informatie.
Artikel 5
Intrekking
1. Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1927 wordt met ingang van 1 januari 2024 ingetrokken.
2. Verwijzingen naar Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1927 worden opgevat als verwijzingen naar deze verordening.
Artikel 6
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2024.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 6 november 2023.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 123 van 19.5.2015, blz. 55.
(2) Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1927 van de Commissie van 4 november 2016 betreffende templates voor monitoringplannen, emissieverslagen en conformiteitsdocumenten uit hoofde van Verordening (EU) 2015/757 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de monitoring, de rapportage en de verificatie van kooldioxide-emissies door maritiem vervoer (PB L 299 van 5.11.2016, blz. 1).
(3) Verordening (EU) 2023/957 van het Europees Parlement en de Raad van 10 mei 2023 tot wijziging van Verordening (EU) 2015/757 om maritieme vervoersactiviteiten in het EU-emissiehandelssysteem op te nemen en te voorzien in de monitoring, rapportage en verificatie van emissies van aanvullende broeikasgassen en emissies van aanvullende scheepstypes (PB L 130 van 16.5.2023, blz. 105).
(4) Vastgesteld door de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) bij Resolutie A.741(18) van de Vergadering.
(5) Marpol-verdrag, bijlage VI, voorschrift 22.
(6) Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/1122 van de Commissie van 12 maart 2019 tot aanvulling van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de werking van het EU-register (PB L 177 van 2.7.2019, blz. 3).
BIJLAGE I
Template voor monitoringplannen
DEEL A
REVISIESTAAT
Versie nr. |
Referentiedatum |
Status op de referentiedatum (1) |
Verwijzing naar de delen met wijzigingen, evenals een bondige toelichting van de wijzigingen |
|
|
|
|
DEEL B
BASISGEGEVENS
Tabel B.1
Identificatie van het schip en gegevens over de scheepseigenaar
Naam van het schip |
|
IMO-identificatienummer |
|
Haven van registratie |
|
Thuishaven (indien niet identiek met de haven van registratie) |
|
Naam van de scheepseigenaar (2) |
|
Fiscaal nummer van de scheepseigenaar (vrijwillig) |
|
Contactpersoon van de scheepseigenaar (vrijwillig) |
|
Zakelijk adres (vrijwillig) |
|
Stad (vrijwillig) |
|
Deelstaat/provincie/regio (vrijwillig) |
|
Zakelijk telefoonnummer (vrijwillig) |
|
Zakelijk e-mailadres (vrijwillig) |
|
Uniek IMO-identificatienummer van de maatschappij en de geregistreerde eigenaar (3) (nummer van de geregistreerde eigenaar) |
|
Land van inschrijving van de geregistreerde eigenaar (4) |
|
Soort schip (5) |
|
Doodgewicht (in metrische tonnen) |
|
Brutotonnage |
|
Classificatiebureau (vrijwillig) |
|
Ijsklasse (6) |
|
Vlaggenstaat (vrijwillig) |
|
Technische efficiëntie (vrijwillig) (7) |
|
Nadere informatie over de kenmerken van het schip (vrijwillig) (8) |
|
Tabel B.2
Informatie over de maatschappij
Naam van de maatschappij |
|
Aard van de maatschappij (9) |
|
Uniek IMO-identificatienummer van de maatschappij en de geregistreerde eigenaar (nummer van de maatschappij) (10) |
|
Land van registratie van de maatschappij (11) |
|
Fiscaal nummer van de maatschappij (vrijwillig) |
|
Contactpersoon |
|
Zakelijk adres |
|
Plaats |
|
Deelstaat/Provincie/Regio |
|
Postcode |
|
Zakelijk telefoonnummer |
|
Zakelijk e-mailadres |
|
Land |
|
Tabel B.3
Emissiebronnen en gebruikte soorten brandstof
Referentienummer van de emissiebron |
Naam van de emissiebron |
Type emissiebron (12) |
Klasse van de emissiebron (13) |
Technische beschrijving van de emissiebron (performantie/vermogen, specifiek stookolieverbruik, installatiejaar, identificatienummer als er verscheidene identieke emissiebronnen zijn enz. (14)) |
(Potentieel) gebruikte soort(en) brandstof (15) |
|
|
|
|
|
|
Tabel B.4
Emissiefactoren zoals bedoeld in bijlage I bij Verordening (EU) 2015/757
Brandstoftype (16) |
Emissiefactoren (17) voor koolstofdioxide (in gram CO2/gram brandstof) overeenkomstig bijlage I bij Verordening (EU) 2015/757 |
Emissiefactoren (18) voor methaan (in gram CH4/gram brandstof) overeenkomstig bijlage I bij Verordening (EU) 2015/757 |
Emissiefactoren (19) voor distikstofoxide (in gram N2O/gram brandstof) overeenkomstig bijlage I bij Verordening (EU) 2015/757 |
|
|
|
|
Tabel B.5
Coëfficiënt van niet-verbrande brandstof zoals bedoeld in bijlage I bij Verordening (EU) 2015/757
Referentienummer van de emissiebron (20) |
Coëfficiënt van niet-verbrande brandstof (als % van de massa van de brandstof die door de specifieke emissiebron wordt gebruikt) overeenkomstig bijlage I bij Verordening (EU) 2015/757 |
|
|
Tabel B.6
Toepassing van technologieën voor koolstofafvang en -opslag zoals bedoeld in deel C, punt 1.4, van bijlage II bij Verordening (EU) 2015/757
Beschrijving van de gebruikte technologie |
Bewijsstukken voor de naleving van de regels in artikel 12, lid 3 bis, of artikel 12, lid 3 ter, van Richtlijn 2003/87/EG |
Emissiebron waarop koolstofafvang en -opslag en/of koolstofafvang en -gebruik wordt toegepast |
|
|
|
Tabel B.7
Procedures, systemen en verantwoordelijken voor het updaten van de lijst van emissiebronnen
Benaming van de procedure |
Beheer van de volledigheid van de lijst van emissiebronnen |
Verwijzing naar de bestaande procedure |
|
Versie van de bestaande procedure |
|
Beschrijving van de procedure (een korte beschrijving van de procedure kan volstaan als deze al bestaat buiten het monitoringplan) |
|
Naam van de voor deze procedure verantwoordelijke persoon of functie |
|
Plaats waar de documenten worden bewaard |
|
Naam van het gebruikte IT-systeem (indien van toepassing) |
|
Tabel B.8
Procedures, systemen en verantwoordelijkheden om emissiefactoren te bepalen en bij te werken overeenkomstig bijlage I bij Verordening (EU) 2015/757
Benaming van de procedure |
Bepaling van emissiefactoren |
Verwijzing naar de bestaande procedure |
|
Versie van de bestaande procedure |
|
Beschrijving van de procedure (een korte beschrijving van de procedure kan volstaan als deze al bestaat buiten het monitoringplan) (21) |
|
Naam van de voor deze procedure verantwoordelijke persoon of functie |
|
Plaats waar de documenten worden bewaard |
|
Naam van het gebruikte IT-systeem (indien van toepassing) |
|
Tabel B.9
Procedure voor het bepalen van de CO2-emissiefactoren van biobrandstoffen en hernieuwbare brandstoffen van niet-biologische oorsprong (RFNBO’s)/brandstoffen op basis van hergebruikte koolstof (RCF’s) zoals bedoeld in deel C, punt 1.2, van bijlage II bij Verordening (EU) 2015/757
Benaming van de procedure |
Bepaling van emissiefactoren |
Verwijzing naar de bestaande procedure |
|
Versie van de bestaande procedure |
|
Beschrijving van de procedure (een korte beschrijving van de procedure kan volstaan als deze al bestaat buiten het monitoringplan) (22) |
|
Naam van de voor deze procedure verantwoordelijke persoon of functie |
|
Plaats waar de documenten worden bewaard |
|
Naam van het gebruikte IT-systeem (indien van toepassing) |
|
DEEL C
GEGEVENS OVER DE ACTIVITEITEN
Tabel C.1
Voorwaarden voor de vrijstelling uit hoofde van artikel 9, lid 2, van Verordening (EU) 2015/757
Vraag |
Vak ter bevestiging |
Wat is het minimumaantal geplande reizen per verslagperiode dat volgens het schema van het schip onder het toepassingsgebied van Verordening (EU) 2015/757 valt? |
|
Zijn er geplande reizen per verslagperiode die volgens het schema van het schip niet onder het toepassingsgebied van Verordening (EU) 2015/757 vallen? (23) |
|
Is aan de voorwaarden van artikel 9, lid 2, van Verordening (EU) 2015/757 voldaan? (24) |
|
Zo ja, bent u voornemens gebruik te maken van de afwijking met betrekking tot de monitoring van de hoeveelheid verbruikte brandstof per reis? (25) Let op dat monitoring per reis van bepaalde informatie vereist kan zijn krachtens deel C, punt 2, van bijlage II bij Verordening (EU) 2015/757 om in aanmerking te komen voor de afwijking van artikel 12, leden 3-quinquies tot en met 3-ter, van Richtlijn 2003/87/EG. |
|
Tabel C.2
Monitoring van broeikasgasemissies en brandstofverbruik
C.2.1 Gebruikte methoden om de broeikasgasemissies en het brandstofverbruik van elke emissiebron te bepalen:
Referentienummer van de emissiebron (26) |
Naam van de emissiebron |
Type emissiebron (27) |
Gekozen methode(n) (28) |
|
|
|
|
C.2.2. Procedures om de gebunkerde brandstof en de brandstof in de tanks te bepalen:
Benaming van de procedure |
De gebunkerde brandstof en de brandstof in de tanks bepalen |
Verwijzing naar de bestaande procedure |
|
Versie van de bestaande procedure |
|
Beschrijving van de procedure (een korte beschrijving van de procedure kan volstaan als deze al bestaat buiten het monitoringplan) |
|
Naam van de voor deze procedure verantwoordelijke persoon of functie |
|
Plaats waar de documenten worden bewaard |
|
Naam van het gebruikte IT-systeem (indien van toepassing) |
|
C.2.3. Regelmatige kruiscontroles tussen de bunkerhoeveelheid volgens de BLN’s en de bunkerhoeveelheid volgens de metingen aan boord:
Benaming van de procedure |
Regelmatige kruiscontroles tussen de bunkerhoeveelheid volgens de BLN’s en de bunkerhoeveelheid volgens de metingen aan boord |
Verwijzing naar de bestaande procedure |
|
Versie van de bestaande procedure |
|
Beschrijving van de procedure (een korte beschrijving van de procedure kan volstaan als deze al bestaat buiten het monitoringplan) |
|
Naam van de voor deze procedure verantwoordelijke persoon of functie |
|
C.2.4. Beschrijving van de meetinstrumenten:
Meetapparatuur (naam) |
Gemeten items (bijvoorbeeld emissiebronnen en tanks) |
Technische beschrijving (specificatie, leeftijd, kalibratiemethoden en -intervallen, onderhoudsintervallen) |
|
|
|
C.2.5. Procedures om de meetinformatie te registreren, op te roepen, te versturen en op te slaan:
Benaming van de procedure |
Meetinformatie registreren, oproepen, versturen en opslaan |
Verwijzing naar de bestaande procedure |
|
Versie van de bestaande procedure |
|
Beschrijving van de procedure (een korte beschrijving van de procedure kan volstaan als deze al bestaat buiten het monitoringplan) |
|
Naam van de voor deze procedure verantwoordelijke persoon of functie |
|
Plaats waar de documenten worden bewaard |
|
Naam van het gebruikte IT-systeem (indien van toepassing) |
|
C.2.6. Methode om de dichtheid te bepalen:
Soort brandstof/tank |
Methode om de werkelijke dichtheid van de gebunkerde brandstof te bepalen (29) |
Methode om de werkelijke dichtheid van de brandstof in tanks te bepalen (30) |
|
|
|
C.2.7. De mate van onzekerheid met betrekking tot de monitoring van de brandstof:
Monitoringmethode (31) |
Gekozen benadering (32) |
Waarde |
|
|
|
C.2.8. Procedures om de kwaliteitsborging van de meetapparatuur te waarborgen:
Benaming van de procedure |
De kwaliteitsborging van de meetapparatuur waarborgen |
Verwijzing naar de bestaande procedure |
|
Versie van de bestaande procedure |
|
Beschrijving van de procedure (een korte beschrijving van de procedure kan volstaan als deze al bestaat buiten het monitoringplan) |
|
Naam van de voor deze procedure verantwoordelijke persoon of functie |
|
Plaats waar de documenten worden bewaard |
|
Naam van het gebruikte IT-systeem (indien van toepassing) |
|
C.2.9. Methode om het brandstofverbruik voor respectievelijk het vrachtvervoer en het passagiersvervoer te bepalen (alleen voor ropaxschepen):
Naam van de methode |
Het brandstofverbruik voor respectievelijk het vrachtvervoer en het passagiersvervoer bepalen |
Toegepaste allocatiemethode volgens EN 16258 (33) |
|
Beschrijving van de methode om de massa van vracht en passagiers te bepalen, inclusief het mogelijke gebruik van standaardwaarden voor het gewicht van vrachteenheden/laanmeters (indien de methode op basis van de massa wordt gebruikt) |
|
Beschrijving van de methode om de voor vracht en passagiers bestemde dekoppervlakte te bepalen, rekening houdend met onder meer hangende dekken en met personenauto’s op vrachtdekken (indien de methode op basis van de oppervlakte wordt gebruikt) |
|
Brandstofverbruik (in %) voor respectievelijk vracht- en passagiersvervoer (alleen indien de methode op basis van de oppervlakte wordt gebruikt) |
|
Naam van de voor deze methode verantwoordelijke persoon of functie |
|
Formules en gegevensbronnen |
|
Plaats waar de documenten worden bewaard |
|
Naam van het gebruikte IT-systeem (indien van toepassing) |
|
C.2.10. Procedures om het brandstofverbruik tijdens reizen met lading te bepalen en te registreren (vrijwillige monitoring):
Benaming van de procedure |
Het brandstofverbruik tijdens reizen met lading bepalen en registreren |
Verwijzing naar de bestaande procedure |
|
Versie van de bestaande procedure |
|
Beschrijving van de procedure (een korte beschrijving van de procedure kan volstaan als deze al bestaat buiten het monitoringplan) |
|
Naam van de voor deze procedure verantwoordelijke persoon of functie |
|
Formules en gegevensbronnen |
|
Plaats waar de documenten worden bewaard |
|
Naam van het gebruikte IT-systeem (indien van toepassing) |
|
C.2.11. Procedures om het brandstofverbruik voor het verwarmen van de vracht te bepalen en te registreren (vrijwillige monitoring voor chemicaliëntankers):
Benaming van de procedure |
Het brandstofverbruik voor het verwarmen van de vracht bepalen en registreren |
Verwijzing naar de bestaande procedure |
|
Versie van de bestaande procedure |
|
Beschrijving van de procedure (een korte beschrijving van de procedure kan volstaan als deze al bestaat buiten het monitoringplan) |
|
Naam van de voor deze procedure verantwoordelijke persoon of functie |
|
Formules en gegevensbronnen |
|
Plaats waar de documenten worden bewaard |
|
Naam van het gebruikte IT-systeem (indien van toepassing) |
|
C.2.12. Procedures om het brandstofverbruik voor dynamisch positioneren te bepalen en te registreren (vrijwillige monitoring voor olietankers en “andere soorten schepen”):
Benaming van de procedure |
Het brandstofverbruik voor dynamisch positioneren bepalen en registreren |
Verwijzing naar de bestaande procedure |
|
Versie van de bestaande procedure |
|
Beschrijving van de procedure (een korte beschrijving van de procedure kan volstaan als deze al bestaat buiten het monitoringplan) |
|
Naam van de voor deze procedure verantwoordelijke persoon of functie |
|
Formules en gegevensbronnen |
|
Plaats waar de documenten worden bewaard |
|
Naam van het gebruikte IT-systeem (indien van toepassing) |
|
Tabel C.3
Lijst van reizen
Benaming van de procedure |
De volledigheid van reizen registreren en waarborgen |
Verwijzing naar de bestaande procedure |
|
Versie van de bestaande procedure |
|
Beschrijving van de procedures (met inbegrip van de registratie van reizen, de monitoring van reizen enz.; een korte beschrijving van de procedure kan volstaan als deze al bestaat buiten het monitoringplan) |
|
Naam van de voor deze procedure verantwoordelijke persoon of functie |
|
Gegevensbronnen |
|
Plaats waar de documenten worden bewaard |
|
Naam van het gebruikte IT-systeem (indien van toepassing) |
|
Tabel C.4
Afgelegde afstand
Benaming van de procedure |
De afstand per reis registreren en bepalen |
Verwijzing naar de bestaande procedure |
|
Versie van de bestaande procedure |
|
Beschrijving van de procedures (met inbegrip van de registratie en het beheer van informatie over afstanden; een korte beschrijving van de procedure kan volstaan als deze al bestaat buiten het monitoringplan) |
|
Naam van de voor deze procedure verantwoordelijke persoon of functie |
|
Gegevensbronnen |
|
Plaats waar de documenten worden bewaard |
|
Naam van het gebruikte IT-systeem (indien van toepassing) |
|
Procedures om de afgelegde afstand bij reizen door ijs te bepalen en te registreren (vrijwillige monitoring):
Benaming van de procedure |
De afgelegde afstand bij reizen door ijs bepalen en registreren |
Verwijzing naar de bestaande procedure |
|
Versie van de bestaande procedure |
|
Beschrijving van de procedure (met inbegrip van de registratie en het beheer van informatie over de afstanden en de winterse omstandigheden; een korte beschrijving van de procedure kan volstaan als deze al bestaat buiten het monitoringplan) |
|
Naam van de voor deze procedure verantwoordelijke persoon of functie |
|
Formules en gegevensbronnen |
|
Plaats waar de documenten worden bewaard |
|
Naam van het gebruikte IT-systeem (indien van toepassing) |
|
Tabel C.5
De hoeveelheid vervoerde vracht en het aantal passagiers
Benaming van de procedure |
De hoeveelheid vervoerde vracht en/of het aantal passagiers registreren en bepalen |
Verwijzing naar de bestaande procedure |
|
Versie van de bestaande procedure |
|
Beschrijving van de procedure (met inbegrip van de registratie en de bepaling van de hoeveelheid vervoerde vracht en/of het aantal passagiers en — indien van toepassing — het gebruik van standaardwaarden voor de massa van de vrachteenheden; een korte beschrijving van de procedure kan volstaan als deze al bestaat buiten het monitoringplan) |
|
Vrachteenheid/passagiers (34) |
|
Naam van de voor deze procedure verantwoordelijke persoon of functie |
|
Formules en gegevensbronnen |
|
Plaats waar de documenten worden bewaard |
|
Naam van het gebruikte IT-systeem (indien van toepassing) |
|
Procedures om de gemiddelde dichtheid van de vervoerde vracht te bepalen en te registreren (vrijwillige monitoring voor chemicaliëntankers, bulkschepen en combinatieschepen):
Benaming van de procedure |
De gemiddelde dichtheid van de vervoerde vracht bepalen en registreren |
Verwijzing naar de bestaande procedure |
|
Versie van de bestaande procedure |
|
Beschrijving van de procedures (met inbegrip van de registratie en het beheer van informatie over de dichtheid van de vracht; een korte beschrijving van de procedure kan volstaan als deze al bestaat buiten het monitoringplan) |
|
Naam van de voor deze procedure verantwoordelijke persoon of functie |
|
Formules en gegevensbronnen |
|
Plaats waar de documenten worden bewaard |
|
Naam van het gebruikte IT-systeem (indien van toepassing) |
|
Tabel C.6
Op zee doorgebrachte tijd
Benaming van de procedure |
De op zee doorgebrachte tijd vanaf het verlaten van de haven van vertrek tot het aanleggen in de haven van aankomst bepalen en registreren |
Verwijzing naar de bestaande procedure |
|
Versie van de bestaande procedure |
|
Beschrijving van de procedure (met inbegrip van de registratie en het beheer van vertrek- en aankomstinformatie van de haven; een korte beschrijving van de procedure kan volstaan als deze al bestaat buiten het monitoringplan) |
|
Naam van de voor deze procedure verantwoordelijke persoon of functie |
|
Formules en gegevensbronnen |
|
Plaats waar de documenten worden bewaard |
|
Naam van het gebruikte IT-systeem (indien van toepassing) |
|
Procedures om de op zee doorgebrachte tijd bij reizen door ijs te bepalen en te registreren (vrijwillige monitoring):
Benaming van de procedure |
De op zee doorgebrachte tijd bij reizen door ijs bepalen en registreren |
Verwijzing naar de bestaande procedure |
|
Versie van de bestaande procedure |
|
Beschrijving van de procedure (met inbegrip van de registratie en het beheer van vertrek- en aankomstinformatie van de haven en informatie over de winterse omstandigheden; een korte beschrijving van de procedure kan volstaan als deze al bestaat buiten het monitoringplan) |
|
Naam van de voor deze procedure verantwoordelijke persoon of functie |
|
Formules en gegevensbronnen |
|
Plaats waar de documenten worden bewaard |
|
Naam van het gebruikte IT-systeem (indien van toepassing) |
|
DEEL D
GEGEVENSLACUNES
Tabel D.1
Methoden om de broeikasgasemissies en het brandstofverbruik te ramen
Naam van de methode |
Methode om de broeikasgasemissies en het brandstofverbruik te ramen |
Back-upmonitoringmethode (35) |
|
Gebruikte formules |
|
Beschrijving van de methode om de broeikasgasemissies en het brandstofverbruik te ramen |
|
Naam van de voor deze methode verantwoordelijke persoon of functie |
|
Gegevensbronnen |
|
Plaats waar de documenten worden bewaard |
|
Naam van het gebruikte IT-systeem (indien van toepassing) |
|
Tabel D.2
Methoden om gegevenslacunes met betrekking tot de afgelegde afstand te dichten
Naam van de methode |
Methode om gegevenslacunes met betrekking tot de afgelegde afstand te dichten |
Gebruikte formules |
|
Beschrijving van de methode om gegevenslacunes te dichten |
|
Naam van de voor deze methode verantwoordelijke persoon of functie |
|
Gegevensbronnen |
|
Plaats waar de documenten worden bewaard |
|
Naam van het gebruikte IT-systeem (indien van toepassing) |
|
Tabel D.3
Methoden om gegevenslacunes met betrekking tot de vervoerde vracht te dichten
Naam van de methode |
Methode om gegevenslacunes met betrekking tot de vervoerde vracht te dichten |
Gebruikte formules |
|
Beschrijving van de methode om gegevenslacunes te dichten |
|
Naam van de voor deze methode verantwoordelijke persoon of functie |
|
Gegevensbronnen |
|
Plaats waar de documenten worden bewaard |
|
Naam van het gebruikte IT-systeem (indien van toepassing) |
|
Tabel D.4
Methoden om gegevenslacunes met betrekking tot de op zee doorgebrachte tijd te dichten
Naam van de methode |
Methode om gegevenslacunes met betrekking tot de op zee doorgebrachte tijd te dichten |
Gebruikte formules |
|
Beschrijving van de methode om gegevenslacunes te dichten |
|
Naam van de voor deze methode verantwoordelijke persoon of functie |
|
Gegevensbronnen |
|
Plaats waar de documenten worden bewaard |
|
Naam van het gebruikte IT-systeem (indien van toepassing) |
|
DEEL E
BEHEER
Tabel E.1
Regelmatige controle van de geschiktheid van het monitoringplan
Benaming van de procedure |
Regelmatige controle van de geschiktheid van het monitoringplan |
Verwijzing naar de procedure |
|
Versie van de bestaande procedure |
|
Beschrijving van de procedure (een korte beschrijving van de procedure kan volstaan als deze al bestaat buiten het monitoringplan) |
|
Naam van de voor deze procedure verantwoordelijke persoon of functie |
|
Plaats waar de documenten worden bewaard |
|
Naam van het gebruikte IT-systeem (indien van toepassing) |
|
Tabel E.2
Procedures voor gegevensstroomactiviteiten
Benaming van de procedure |
Procedures voor gegevensstroomactiviteiten |
Verwijzing naar de procedure |
|
Beschrijving van de procedure (een korte beschrijving van de procedure kan volstaan als deze al bestaat buiten het monitoringplan) |
|
Naam van de voor deze procedure verantwoordelijke persoon of functie |
|
Plaats waar de documenten worden bewaard |
|
Naam van het gebruikte IT-systeem (indien van toepassing) |
|
Tabel E.3
Procedures voor risicobeoordeling
Benaming van de procedure |
Procedures voor risicobeoordeling |
Verwijzing naar de procedure |
|
Beschrijving van de procedure (een korte beschrijving van de procedure kan volstaan als deze al bestaat buiten het monitoringplan) |
|
Naam van de voor deze procedure verantwoordelijke persoon of functie |
|
Plaats waar de documenten worden bewaard |
|
Naam van het gebruikte IT-systeem (indien van toepassing) |
|
Tabel E.4
Controles: Kwaliteitsborging en betrouwbaarheid van de informatietechnologie
Benaming van de procedure |
Beheer van de informatietechnologie (bijvoorbeeld toegangscontroles, back-up, recuperatie van gegevens en beveiliging) |
Verwijzing naar de procedure |
|
Beschrijving van de procedure (een korte beschrijving van de procedure kan volstaan als deze al bestaat buiten het monitoringplan) |
|
Naam van de voor deze procedure verantwoordelijke persoon of functie |
|
Plaats waar de documenten worden bewaard |
|
Naam van het gebruikte systeem (indien van toepassing) |
|
Lijst van relevante bestaande beheerssystemen |
|
Tabel E.5
Controles: Interne toetsingen en validatie van gegevens die relevant zijn voor Verordening (EU) 2015/757
Benaming van de procedure |
Interne toetsingen en validatie van gegevens die relevant zijn voor Verordening(EU) 2015/757 |
Verwijzing naar de procedure |
|
Versie van de bestaande procedure |
|
Beschrijving van de procedure (een korte beschrijving van de procedure kan volstaan als deze al bestaat buiten het monitoringplan) |
|
Naam van de voor deze procedure verantwoordelijke persoon of functie |
|
Plaats waar de documenten worden bewaard |
|
Naam van het gebruikte IT-systeem (indien van toepassing) |
|
Tabel E.6
Controles: Correcties en corrigerende maatregelen
Benaming van de procedure |
Correcties en corrigerende maatregelen |
Verwijzing naar de procedure |
|
Versie van de bestaande procedure |
|
Beschrijving van de procedure (een korte beschrijving van de procedure kan volstaan als deze al bestaat buiten het monitoringplan) |
|
Naam van de voor deze procedure verantwoordelijke persoon of functie |
|
Plaats waar de documenten worden bewaard |
|
Naam van het gebruikte IT-systeem (indien van toepassing) |
|
Tabel E.7
Controles: Uitbestede activiteiten (indien van toepassing)
Benaming van de procedure |
Uitbestede activiteiten |
Verwijzing naar de procedure |
|
Versie van de bestaande procedure |
|
Beschrijving van de procedure (een korte beschrijving van de procedure kan volstaan als deze al bestaat buiten het monitoringplan) |
|
Naam van de voor deze procedure verantwoordelijke persoon of functie |
|
Plaats waar de documenten worden bewaard |
|
Naam van het gebruikte IT-systeem (indien van toepassing) |
|
Tabel E.8
Controles: Documentatie
Benaming van de procedure |
Documentatie |
Verwijzing naar de procedure |
|
Versie van de bestaande procedure |
|
Beschrijving van de procedure (een korte beschrijving van de procedure kan volstaan als deze al bestaat buiten het monitoringplan) |
|
Naam van de voor deze procedure verantwoordelijke persoon of functie |
|
Plaats waar de documenten worden bewaard |
|
Naam van het gebruikte IT-systeem (indien van toepassing) |
|
DEEL F
NADERE INFORMATIE
Tabel F.1
Lijst van definities en afkortingen
Afkorting, acroniem, definitie |
Toelichting |
|
|
Tabel F.2
Aanvullende informatie
(1) Status toe te kennen door het IT-systeem, zoals: “ontwerpversie”, “wordt herzien”, “bij de verificateur ingediende definitieve versie”, “beoordeeld door de verificateur”, “gewijzigd maar een nieuwe beoordeling is niet nodig”, “ter goedkeuring ingediend bij de verantwoordelijke administrerende autoriteit”, “goedgekeurd”.
(2) Zoals geregistreerd in het kader van de regeling voor het unieke IMO-identificatienummer voor maatschappijen en geregistreerde eigenaars.
(3) De geregistreerde eigenaar is de eigenaar die wordt vermeld op het scheepscertificaat.
(4) Zoals geregistreerd in het kader van de regeling voor het unieke IMO-identificatienummer voor maatschappijen en geregistreerde eigenaars.
(5) Selecteer een van de volgende categorieën: “passagiersschip”, “roroschip”, “containerschip”, “olietanker”, “chemicaliëntanker”, “tanker voor vloeibaar gas”, “gastanker”, “bulkschip”, “schip voor het vervoer van algemene vracht”, “koelschip”, “schip voor het vervoer van voertuigen”, “combinatieschip”, “ropaxschip”, “container/rorovrachtschip”, “een ander soort schip”. Onder de categorie “passagiersschip” is het subtype “cruiseschip” opgenomen als keuze, indien van toepassing. Onder de categorie “een ander soort schip” is het subtype “offshoreschip” opgenomen als keuze, indien van toepassing.
(6) Verplicht om in aanmerking te komen voor de afwijking voor schepen met een ijsklasse krachtens artikel 12, lid 3-sexies, van Richtlijn 2003/87/EG. Kies een van de polaire klassen PC1 — PC7 of een van de Fins-Zweedse ijsklassen (IC, IB, IA of IA Super). De overeenstemming tussen ijsklassen wordt vastgesteld op basis van Aanbeveling 25/7 van de Commissie ter bescherming van het mariene milieu van het Oostzeegebied (Helcom).
(7) De technische efficiëntie-index van schepen moet worden gemeld op basis van de EEDI of EEXI; als deze niet bestaan, kan de EIV worden gebruikt.
(8) Hier kan een extra contactpersoon worden ingevuld.
(9) Drop-downmenu: schip valt onder het toepassingsgebied van de ISM-code [Ja/Nee]. Als “Ja” is geselecteerd, selecteer dan een van de volgende categorieën: “scheepseigenaar”, “ISM-maatschappij die los staat van de scheepseigenaar”. Als “Nee” is geselecteerd, is “scheepseigenaar” van toepassing.
(10) Identificatienummer zoals geregistreerd in het kader van de regeling voor het unieke IMO-identificatienummer voor maatschappijen en geregistreerde eigenaars.
(11) Het land van registratie moet identiek zijn aan het land van registratie dat is opgenomen in het kader van de regeling voor het unieke IMO-identificatienummer voor maatschappijen en geregistreerde eigenaars.
(12) Selecteer een van de volgende categorieën: “hoofdmotoren”, “hulpmotoren”, “gasturbines”, “boilers”, “generatoren van inerte gassen”, brandstofcellen”, “afvalverbrandingsinstallaties”, “andere”.
(13) Selecteer een van de volgende categorieën: interne verbrandingsmotor (andere), LNG Otto (dualfuel middelhoog toerental), LNG Otto (dualfuel laag toerental), LNG Diesel (dualfuel laag toerental), LBSI, gasturbine, boilers, brandstofcellen, afvalverbrandingsinstallaties, generatoren van inerte gassen.
(14) Kan het identificatienummer bevatten indien er meerdere identieke emissiebronnen zijn.
(15) Selecteer ten minste een van de volgende categorieën: “zware stookolie”, “lichte stookolie”, “diesel/gasolie”, “vloeibaar aardgas (LNG)”, “vloeibaar petroleumgas (butaan)”, “vloeibaar petroleumgas (propaan)”, “H2 (fossiel)”, “NH3 (fossiel)”, “methanol (fossiel)”, “ethanol”, “biodiesel”, “waterstofbehandelde plantaardige olie”, “vloeibaar biomethaan als transportbrandstof (bio-LNG)”, “biomethanol”, “andere biobrandstof”, “bio-H2 ”, “e-diesel”, “e-methanol”, “e-LNG”, “e-H2 ”, “e-NH3 ”, “e-LPG”, “e-DME”, “andere niet-fossiele brandstof”.
(16) Selecteer ten minste een van de volgende categorieën: “zware stookolie”, “lichte stookolie”, “diesel/gasolie”, “vloeibaar aardgas (LNG)”, “vloeibaar petroleumgas (butaan)”, “vloeibaar petroleumgas (propaan)”, “H2 (fossiel)”, “NH3 (fossiel)”, “methanol (fossiel)”, “ethanol”, “biodiesel”, “waterstofbehandelde plantaardige olie”, “vloeibaar biomethaan als transportbrandstof (bio-LNG)”, “biomethanol”, “andere biobrandstof”, “bio-H2 ”, “e-diesel”, “e-methanol”, “e-LNG”, “e-H2 ”, “e-NH3 ”, “e-LPG”, “e-DME”, “andere niet-fossiele brandstof”.
(17) Bevestig het gebruik van standaardemissiefactoren of vul een werkelijke emissiefactor in. Voor fossiele brandstoffen kan alleen de standaardemissiefactor voor CO2 worden gebruikt.
(18) Bevestig het gebruik van standaardemissiefactoren of vul een werkelijke emissiefactor in. Voor LNG-brandstoffen (fossiel LNG, bio-LNG, e-LNG) is de emissiefactor voor CH4 nul.
(19) Bevestig het gebruik van standaardemissiefactoren of vul een werkelijke emissiefactor in.
(20) Zoals gerapporteerd in tabel B.3.
(21) Indien van toepassing moet in de beschrijving van de procedure worden vermeld hoe de in de tabellen B.4 en B.5 vermelde werkelijke emissiefactoren in het kader van de goedkeuring worden afgeleid, met inbegrip van de methode waarmee de naleving van de voorwaarden en beperkingen met betrekking tot afwijkingen van de standaardwaarden overeenkomstig bijlage I bij Verordening (EU) 2015/757 wordt aangetoond.
(22) Indien van toepassing moet in de beschrijving van de procedure worden vermeld hoe de CO2-emissiefactoren in het kader van de goedkeuring worden afgeleid, met inbegrip van de methode waarmee de naleving van de voorwaarden in deel C, punt 1.2, van bijlage II bij Verordening (EU) 2015/757 wordt aangetoond.
(23) Antwoord met “ja” of “nee”.
(24) Antwoord met “ja” of “nee”.
(25) Antwoord met “ja”, “nee” of “niet van toepassing”.
(26) Zoals gerapporteerd in tabel B.3.
(27) Selecteer een van de volgende categorieën: “hoofdmotoren”, “hulpmotoren”, “gasturbines”, “boilers”, “generatoren van inerte gassen”, brandstofcellen”, “afvalverbrandingsinstallaties”, “andere”.
(28) Selecteer een of meer van de volgende categorieën: “methode A: BLN en periodieke inventarisaties van brandstoftanks”, “methode B: monitoring van de bunkerbrandstoftanks aan boord”, “methode C: stroommeters voor de toepasselijke verbrandingsprocessen” of “methode D: directe meting van broeikasgasemissies”.
(29) Selecteer een van de volgende categorieën: “meetapparatuur aan boord”, “brandstofleverancier” of “laboratoriumtest”.
(30) Selecteer een van de volgende categorieën: “meetapparatuur”, “brandstofleverancier” of “laboratoriumtest”.
(31) Selecteer een of meer van de volgende categorieën: “methode A: BLN en periodieke inventarisaties van brandstoftanks”, “methode B: monitoring van de bunkerbrandstoftanks aan boord”, “methode C: stroommeters voor de toepasselijke verbrandingsprocessen” of “methode D: directe meting van broeikasgasemissies”.
(32) Selecteer een van de volgende categorieën: “standaardwaarde” of “specifieke schatting per schip”.
(33) Kies “methode op basis van de massa” of “methode op basis van de oppervlakte”.
(34) Voor passagiersschepen moet de “vrachteenheid/passagiers” worden gespecificeerd als “passagiers”.
Voor roroschepen, containerschepen, olietankers, chemicaliëntankers, gastankers, bulkcarriers, koelschepen en combinatieschepen moet de “vrachteenheid/passagiers” worden gespecificeerd als “tonnen”.
Voor tankers voor vloeibaar aardgas en container/rorovrachtschepen moet de “vrachteenheid/passagiers” worden gespecificeerd als “kubieke meters”.
Voor schepen voor het vervoer van algemene vracht moet de “vrachteenheid/passagiers” worden gespecificeerd door een van de volgende categorieën te selecteren: “tonnen vervoerd doodgewicht”, “tonnen vervoerd doodgewicht en tonnen”.
Voor schepen voor het vervoer van voertuigen moet de “vrachteenheid/passagiers” worden gespecificeerd door een van de volgende categorieën te selecteren: “tonnen”, “tonnen en tonnen vervoerd doodgewicht”.
Voor ropaxschepen moet de “vrachteenheid/passagiers” worden gespecificeerd als “tonnen” en als “passagiers”.
Voor andere soorten schepen moet de “vrachteenheid/passagiers” worden gespecificeerd door een van de volgende categorieën te selecteren: “tonnen”, “tonnen vervoerd doodgewicht”.
(35) Selecteer een van de volgende categorieën: “methode A: BLN en periodieke inventarisaties van brandstoftanks”, “methode B: monitoring van de bunkerbrandstoftanks aan boord”, “methode C: stroommeters voor de toepasselijke verbrandingsprocessen”, “methode D: directe meting van broeikasgasemissies” of “niet van toepassing”. De geselecteerde categorie moet verschillen van de onder “Gekozen methoden voor de broeikasgasemissies en het brandstofverbruik” geselecteerde categorie in tabel C.2. (Monitoring van de broeikasgasemissies en het brandstofverbruik — Gebruikte methoden om de emissies en het brandstofverbruik van elke emissiebron te bepalen).
BIJLAGE II
Template voor emissieverslagen en gedeeltelijke emissieverslagen
DEEL A
Gegevens ter identificatie van het schip en de maatschappij
1. |
Naam van het schip. |
2. |
IMO-identificatienummer van het schip. |
3. |
Betrokken verslagperiode (of periode waarin het schip tijdens de verslagperiode onder de verantwoordelijkheid van de maatschappij viel, voor verslagen overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) 2015/757). |
4. |
Haven:
|
5. |
Soort schip [drop-downmenu: “passagiersschip”, “roroschip”, “containerschip”, “olietanker”, “chemicaliëntanker”, “tanker voor vloeibaar gas”, “gastanker”, “bulkschip”, “schip voor het vervoer van algemene vracht”, “koelschip”, “schip voor het vervoer van voertuigen”, “combinatieschip”, “ropaxschip”, “container/rorovrachtschip”, “een ander soort schip”. Onder de categorie “passagiersschip” is het subtype “cruiseschip” opgenomen als keuze, indien van toepassing. Onder de categorie “een ander soort schip” is het subtype “offshoreschip” opgenomen als keuze, indien van toepassing.] |
6. |
IJsklasse van het schip (alleen verplicht indien opgenomen in het monitoringplan of indien de maatschappij van plan is gebruik te maken van de afwijking voor schepen met een ijsklasse krachtens artikel 12, lid 3-sexies, van Richtlijn 2003/87/EG) [drop-downmenu: polaire klasse PC1 — PC7, Fins-Zweedse ijsklasse IC, IB, IA of IA Super.] |
7. |
Vermelding of de maatschappij voornemens is gebruik te maken van de afwijking krachtens artikel 12, lid 3-sexies, van Richtlijn 2003/87/EG [vakje met “ja” of “nee”]. |
8. |
Voor containerschepen, vermelding (niet verplicht) of het schip tijdens de verslagperiode reizen heeft gemaakt met een tussenstop in een haven die is opgenomen in de uitvoeringshandelingen die zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 3 octies bis, lid 2, van Richtlijn 2003/87/EG [vakje met “ja” of “nee”]. |
9. |
Technische efficiëntie van het schip:
|
10. |
Naam van de scheepseigenaar. |
11. |
Uniek IMO-identificatienummer van de maatschappij en de geregistreerde eigenaar (nummer van de geregistreerde eigenaar). |
12. |
Adres van de scheepseigenaar: adresregel, stad, deelstaat/provincie/regio, postcode, land (1). |
13. |
Hoofdvestiging van de scheepseigenaar. |
14. |
Naam van de maatschappij (indien verschillend van de scheepseigenaar). |
15. |
Uniek IMO-identificatienummer van de maatschappij en de geregistreerde eigenaar (nummer van de maatschappij) (indien verschillend van de scheepseigenaar). |
16. |
Adres van de maatschappij (indien verschillend van de scheepseigenaar): adresregel, stad, deelstaat/provincie/regio, postcode, land (2). |
17. |
Hoofdvestiging van de maatschappij (indien verschillend van de scheepseigenaar). |
18. |
Contactpersoon voor de maatschappij:
|
DEEL B
Verificatie
1. |
Naam van de verificateur. |
2. |
Adres van de verificateur en zijn hoofdvestiging: adresregel, stad, deelstaat/provincie/regio, postcode, land. |
3. |
Accreditatienummer. |
4. |
Nationale accreditatie-instantie die de verificateur heeft geaccrediteerd. |
5. |
Verklaring van de verificateur. |
DEEL C
Informatie over de toegepaste monitoringmethode en de bijbehorende mate van onzekerheid
1. |
Titel en versienummer van het laatste beoordeelde en, indien van toepassing, goedgekeurde monitoringplan en de datum vanaf welke dit van toepassing is, alsmede de titel en het versienummer van andere monitoringplannen die relevant zijn voor het verslagjaar. |
2. |
Emissiebron [drop-downmenu: “hoofdmotoren”, “hulpmotoren”, “gasturbines”, “boilers”, “generatoren van inerte gassen”, brandstofcellen”, “afvalverbrandingsinstallaties”, “andere”]. |
3. |
Toegepaste monitoringmethode(n) (per emissiebron) [drop-downmenu: “methode A: BLN en periodieke inventarisaties van brandstoftanks”, “methode B: monitoring van de bunkerbrandstoftanks aan boord”, “methode C: stroommeters voor de toepasselijke verbrandingsprocessen”, “methodeD: directe meting van broeikasgasemissies”]. |
4. |
Bijbehorende mate van onzekerheid, uitgedrukt als % (per toegepaste monitoringmethode). |
5. |
Coëfficiënt van niet-verbrande brandstof (per emissiebron) indien van toepassing. |
DEEL D
Resultaten van de jaarlijkse monitoring van de parameters overeenkomstig artikel 10
BRANDSTOFVERBRUIK EN BROEIKASGASEMISSIES
1. |
Totale hoeveelheid verbruikte brandstof en emissiefactor voor elke soort verbruikte brandstof:
|
2. |
Som van de broeikasgasemissies die binnen het toepassingsgebied van Verordening (EU) 2015/757 vallen, uitgedrukt in tonnen CO2-equivalent, en uitgesplitst naar broeikasgas. |
3. |
Totale hoeveelheid broeikasgasemissies van alle reizen tussen havens die onder de jurisdictie van een lidstaat vallen, uitgedrukt in tonnen CO2-equivalent, en uitgesplitst naar broeikasgas. |
4. |
Totale hoeveelheid broeikasgasemissies van alle reizen vanuit havens die onder de jurisdictie van een lidstaat vallen, uitgedrukt in tonnen CO2-equivalent, en uitgesplitst naar broeikasgas. |
5. |
Totale hoeveelheid broeikasgasemissies van alle reizen naar havens die onder de jurisdictie van een lidstaat vallen, uitgedrukt in tonnen CO2-equivalent, en uitgesplitst naar broeikasgas. |
6. |
Broeikasgasemissies van schepen voor anker in havens die onder de jurisdictie van een lidstaat vallen, uitgedrukt in tonnen CO2-equivalent, en uitgesplitst naar broeikasgas. |
7. |
Broeikasgasemissies van schepen in havens die onder de jurisdictie van een lidstaat vallen, uitgedrukt in tonnen CO2-equivalent, en uitgesplitst naar broeikasgas. |
8. |
Totaal brandstofverbruik en totale hoeveelheid broeikasgasemissies voor personenvervoer (voor ropaxschepen), uitgedrukt in tonnen brandstof en in tonnen CO2-equivalent, en uitgesplitst naar broeikasgas. |
9. |
Totaal brandstofverbruik en totale hoeveelheid broeikasgasemissies voor vrachtvervoer (voor ropaxschepen), uitgedrukt in tonnen brandstof en in tonnen CO2-equivalent, en uitgesplitst naar broeikasgas. |
10. |
Totaal brandstofverbruik en totale hoeveelheid broeikasgasemissies tijdens reizen met lading (vrijwillig), uitgedrukt in tonnen brandstof en in tonnen CO2-equivalent, en uitgesplitst naar broeikasgas. |
11. |
Totaal brandstofverbruik voor de verwarming van de vracht (voor chemicaliëntankers) (vrijwillig), uitgedrukt in tonnen brandstof. |
12. |
Totaal brandstofverbruik voor dynamische positionering (voor olietankers en “andere soorten schepen”) (vrijwillig), uitgedrukt in tonnen brandstof. |
AFGELEGDE AFSTAND, OP ZEE DOORGEBRACHTE TIJD EN VERVOERSWERKZAAMHEDEN
1. |
Totale afgelegde afstand, uitgedrukt in zeemijlen. |
2. |
Totale afgelegde afstand door ijs (vrijwillig), uitgedrukt in zeemijlen. |
3. |
Totale op zee doorgebrachte tijd, uitgedrukt in uren. |
4. |
Totale op zee doorgebrachte tijd waarbij het schip door ijs is gevaren (vrijwillig), uitgedrukt in uren. |
5. |
Totale vervoerswerkzaamheden, uitgedrukt in:
|
6. |
Tweede parameter voor de totale vervoerswerkzaamheden (vrijwillig), uitgedrukt in:
|
7. |
Gemiddelde dichtheid van de tijdens de verslagperiode vervoerde vracht (voor chemicaliëntankers, bulkschepen en combinatieschepen, vrijwillig), uitgedrukt in tonnen per kubieke meter. |
ENERGIE-EFFICIËNTIE
1. |
Gemiddelde energie-efficiëntie:
|
2. |
Tweede parameter voor de gemiddelde energie-efficiëntie per vervoerswerkzaamheid (vrijwillig), uitgedrukt in:
|
3. |
Gedifferentieerde gemiddelde energie-efficiëntie (brandstofverbruik en CO2-emissies) van reizen met lading (vrijwillig), uitgedrukt in:
|
4. |
Aanvullende informatie om de gerapporteerde gemiddelde operationele indicatoren voor de energie-efficiëntie van het schip beter te begrijpen (vrijwillig). |
DEEL E
Resultaten van de jaarlijkse monitoring overeenkomstig artikel 10, punt k), van Verordening (EU) 2015/757
BROEIKASGASEMISSIES EN ANDERE RELEVANTE INFORMATIE
1. |
De totale hoeveelheid verbruikte brandstof en de emissiefactor voor elke soort verbruikte brandstof, waaronder, indien relevant, voor elke in aanmerking komende brandstof, de hoeveelheid brandstof waarvoor een afwijking overeenkomstig deel C, punt 1.2, van bijlage II bij Verordening (EU) 2015/757 geldt:
|
2. |
De totale geaggregeerde emissies van broeikasgassen die uit hoofde van Richtlijn 2003/87/EG moeten worden gerapporteerd, zoals bepaald overeenkomstig deel C, punt 1.1, van bijlage II bij Verordening (EU) 2015/757, van alle reizen tussen havens die onder de jurisdictie van een lidstaat vallen, uitgedrukt in tonnen CO2-equivalent, en uitgesplitst naar broeikasgas. |
3. |
De totale geaggregeerde emissies van broeikasgassen die uit hoofde van Richtlijn 2003/87/EG moeten worden gerapporteerd, zoals bepaald overeenkomstig deel C, punt 1.1, van bijlage II bij Verordening (EU) 2015/757, van alle reizen vanuit havens die onder de jurisdictie van een lidstaat vallen, uitgedrukt in tonnen CO2-equivalent, en uitgesplitst naar broeikasgas. |
4. |
De totale geaggregeerde emissies van broeikasgassen die uit hoofde van Richtlijn 2003/87/EG moeten worden gerapporteerd, zoals bepaald overeenkomstig deel C, punt 1.1, van bijlage II bij Verordening (EU) 2015/757, van alle reizen naar havens die onder de jurisdictie van een lidstaat vallen, uitgedrukt in tonnen CO2-equivalent, en uitgesplitst naar broeikasgas. |
5. |
De totale geaggregeerde emissies van broeikasgassen die uit hoofde van Richtlijn 2003/87/EG moeten worden gerapporteerd, zoals bepaald overeenkomstig deel C, punt 1.1, van bijlage II bij Verordening (EU) 2015/757, van schepen binnen havens die onder de jurisdictie van een lidstaat vallen, uitgedrukt in tonnen CO2-equivalent, en uitgesplitst naar broeikasgas. |
6. |
De totale geaggregeerde emissies van broeikasgassen die uit hoofde van Richtlijn 2003/87/EG moeten worden gerapporteerd, zoals bepaald overeenkomstig deel C, punt 1.1, van bijlage II bij Verordening (EU) 2015/757, uitgedrukt in tonnen CO2-equivalent, en uitgesplitst naar broeikasgas. |
7. |
De totale geaggregeerde emissies van broeikasgassen die uit hoofde van Richtlijn 2003/87/EG moeten worden gerapporteerd, zoals bepaald overeenkomstig deel C, punten 1.1 en 1.2, van bijlage II bij Verordening (EU) 2015/757, uitgedrukt in tonnen CO2-equivalent, en uitgesplitst naar broeikasgas. |
8. |
De totale geaggregeerde emissies van broeikasgassen die uit hoofde van Richtlijn 2003/87/EG moeten worden gerapporteerd, zoals bepaald overeenkomstig deel C, punten 1.1, 1.2 en 1.3, van bijlage II bij Verordening (EU) 2015/757, uitgedrukt in tonnen CO2-equivalent, en uitgesplitst naar broeikasgas. |
9. |
De totale geaggregeerde emissies van broeikasgassen die uit hoofde van Richtlijn 2003/87/EG moeten worden gerapporteerd, zoals bepaald overeenkomstig deel C, punten 1.1 tot en met 1.4, van bijlage II bij Verordening (EU) 2015/757, uitgedrukt in tonnen CO2-equivalent, en uitgesplitst naar broeikasgas. |
10. |
De totale geaggregeerde emissies van broeikasgassen die uit hoofde van Richtlijn 2003/87/EG moeten worden gerapporteerd, zoals bepaald overeenkomstig deel C, punten 1.1 tot en met 1.5, van bijlage II bij Verordening (EU) 2015/757, uitgedrukt in tonnen CO2-equivalent, en uitgesplitst naar broeikasgas. |
11. |
De totale geaggregeerde emissies van broeikasgassen die uit hoofde van Richtlijn 2003/87/EG moeten worden gerapporteerd, zoals bepaald overeenkomstig deel C, punten 1.1 tot en met 1.6, van bijlage II bij Verordening (EU) 2015/757, uitgedrukt in tonnen CO2-equivalent, en uitgesplitst naar broeikasgas. |
12. |
De totale geaggregeerde emissies van broeikasgassen die uit hoofde van Richtlijn 2003/87/EG moeten worden gerapporteerd, zoals bepaald overeenkomstig deel C, punten 1.1 tot en met 1.7, van bijlage II bij Verordening (EU) 2015/757, uitgedrukt in tonnen CO2-equivalent, en uitgesplitst naar broeikasgas. |
(1) Het land moet identiek zijn aan het land van registratie dat is opgenomen in het kader van de regeling voor het unieke IMO-identificatienummer voor maatschappijen en geregistreerde eigenaars.
(2) Het land moet identiek zijn aan het land van registratie dat is opgenomen in het kader van de regeling voor het unieke IMO-identificatienummer voor maatschappijen en geregistreerde eigenaars.
BIJLAGE III
Template voor conformiteitsdocumenten
Ik verklaar dat het emissieverslag van het schip “NAAM” voor de verslagperiode “JAAR N-1” voldoet aan de vereisten van Verordening (EU) 2015/757.
Dit conformiteitsdocument is afgegeven op “DAG/MAAND/JAAR N”.
Dit conformiteitsdocument houdt verband met emissieverslag nr. “NUMMER” en is geldig tot en met 30 JUNI “JAAR N+1”.
1. Gegevens over het schip
1.1. |
Naam van het schip. |
1.2. |
IMO-identificatienummer van het schip. |
1.3. |
Haven:
|
1.4. |
Soort schip [drop-downmenu: “passagiersschip”, “roroschip”, “containerschip”, “olietanker”, “chemicaliëntanker”, “tanker voor vloeibaar gas”, “gastanker”, “bulkschip”, “schip voor het vervoer van algemene vracht”, “koelschip”, “schip voor het vervoer van voertuigen”, “combinatieschip”, “ropaxschip”, “container/rorovrachtschip”, “een ander soort schip”. Onder de categorie “passagiersschip” is het subtype “cruiseschip” opgenomen als keuze, indien van toepassing. Onder de categorie “een ander soort schip” is het subtype “offshoreschip” opgenomen als keuze, indien van toepassing.]. |
1.5. |
Vlaggenstaat/Vlag waaronder het schip vaart. |
1.6. |
Brutotonnage. |
2. Gegevens over de scheepseigenaar
2.1. |
Naam van de scheepseigenaar en uniek IMO-identificatienummer van de maatschappij en de geregistreerde eigenaar. |
2.2. |
Adres van de scheepseigenaar: adresregel, stad, deelstaat/provincie/regio, postcode, land (1). |
2.3. |
Hoofdvestiging. |
3. Gegevens over de maatschappij die aan de verplichtingen van Verordening (EU) 2015/757 voldoet (vrijwillig)
3.1. |
Naam van de maatschappij en uniek IMO-identificatienummer van de maatschappij en de geregistreerde eigenaar. |
3.2. |
Aard van de maatschappij [drop-downmenu: “scheepseigenaar”, “andere ISM-maatschappij dan de scheepseigenaar”]. |
3.3. |
Adres van de maatschappij: adresregel, stad, deelstaat/provincie/regio, postcode, land (2). |
3.4. |
Hoofdvestiging. |
4. Verificateur
4.1. |
Accreditatienummer. |
4.2. |
Naam van de verificateur. |
4.3. |
Adres van de maatschappij en haar hoofdvestiging: adresregel, stad, deelstaat/provincie/regio, postcode, land. |
(1) Het land moet identiek zijn aan het land van registratie dat is opgenomen in het kader van de regeling voor het unieke IMO-identificatienummer voor maatschappijen en geregistreerde eigenaars.
(2) Het land moet identiek zijn aan het land van registratie dat is opgenomen in het kader van de regeling voor het unieke IMO-identificatienummer voor maatschappijen en geregistreerde eigenaars.
BIJLAGE IV
Template voor verslagen op maatschappijniveau
DEEL A
Gegevens ter identificatie van de maatschappij en de schepen onder verantwoordelijkheid van de maatschappij voor ETS-doeleinden
1. |
Naam van de maatschappij. |
2. |
Aard van de maatschappij [drop-downmenu: “scheepseigenaar”, “andere ISM-maatschappij dan de scheepseigenaar”]. |
3. |
Uniek IMO-identificatienummer van de maatschappij en de geregistreerde eigenaar. |
4. |
Land van registratie van de maatschappij [Het land van registratie moet identiek zijn aan het land van registratie dat is opgenomen in het kader van de regeling voor het unieke IMO-identificatienummer voor maatschappijen en geregistreerde eigenaars]. |
5. |
Adres van de maatschappij: adresregel, stad, deelstaat/provincie/regio, postcode, land. |
6. |
Contactpersoon:
|
7. |
Verantwoordelijke administrerende autoriteit. |
8. |
Lijst van schepen waarvan de broeikasgasemissies binnen het toepassingsgebied van Richtlijn 2003/87/EG vallen en die tijdens de verslagperiode onder de verantwoordelijkheid van de maatschappij vallen, met voor elk schip:
|
DEEL B
Verificatie
1. |
Naam van de verificateur van het in artikel 11 bis bedoelde verslag. |
2. |
Adres van de verificateur: adresregel, stad, deelstaat/provincie/regio, postcode, land. |
3. |
Accreditatienummer. |
4. |
Nationale accreditatie-instantie die de verificateur heeft geaccrediteerd. |
5. |
Verklaring van de verificateur. |
DEEL C
Geaggregeerde emissiegegevens op maatschappijniveau
RESULTATEN VAN DE AGGREGATIE OP MAATSCHAPPIJNIVEAU VAN BROEIKASGASEMISSIES DIE MOETEN WORDEN GERAPPORTEERD UIT HOOFDE VAN RICHTLIJN 2003/87/EG
1. |
Som van de totale geaggregeerde emissies van broeikasgassen van alle schepen die uit hoofde van Richtlijn 2003/87/EG moeten worden gerapporteerd, zoals bepaald overeenkomstig deel C, punt 1.1, van bijlage II bij Verordening (EU) 2015/757, uitgedrukt in tonnen CO2-equivalent, en uitgesplitst naar broeikasgas. |
2. |
Som van de totale geaggregeerde emissies van broeikasgassen van alle schepen die uit hoofde van Richtlijn 2003/87/EG moeten worden gerapporteerd, zoals bepaald overeenkomstig deel C, punten 1.1 en 1.2, van bijlage II bij Verordening (EU) 2015/757, uitgedrukt in tonnen CO2-equivalent, en uitgesplitst naar broeikasgas. |
3. |
Som van de totale geaggregeerde emissies van broeikasgassen van alle schepen die uit hoofde van Richtlijn 2003/87/EG moeten worden gerapporteerd, zoals bepaald overeenkomstig deel C, punten 1.1, 1.2 en 1.3, van bijlage II bij Verordening (EU) 2015/757, uitgedrukt in tonnen CO2-equivalent, en uitgesplitst naar broeikasgas. |
4. |
Som van de totale geaggregeerde emissies van broeikasgassen van alle schepen die uit hoofde van Richtlijn 2003/87/EG moeten worden gerapporteerd, zoals bepaald overeenkomstig deel C, punten 1.1 tot en met 1.4, van bijlage II bij Verordening (EU) 2015/757, uitgedrukt in tonnen CO2-equivalent, en uitgesplitst naar broeikasgas. |
RESULTATEN VOOR DE INDIENING BIJ HET EU-REGISTER
5. |
Som van de totale geaggregeerde emissies van broeikasgassen van alle schepen die uit hoofde van Richtlijn 2003/87/EG moeten worden gerapporteerd, zoals bepaald overeenkomstig deel C, punten 1.1 tot en met 1.5, van bijlage II bij Verordening (EU) 2015/757, uitgedrukt in tonnen CO2-equivalent, en uitgesplitst naar broeikasgas en uitgedrukt in zowel tonnen als CO2-equivalent. |
6. |
Som van de totale geaggregeerde emissies van broeikasgassen van alle schepen die uit hoofde van Richtlijn 2003/87/EG moeten worden gerapporteerd, zoals bepaald overeenkomstig deel C, punten 1.1 tot en met 1.6, van bijlage II bij Verordening (EU) 2015/757, uitgedrukt in tonnen CO2-equivalent, en uitgesplitst naar broeikasgas en uitgedrukt in zowel tonnen als CO2-equivalent. |
7. |
Som van de totale geaggregeerde emissies van broeikasgassen van alle schepen die uit hoofde van Richtlijn 2003/87/EG moeten worden gerapporteerd, zoals bepaald overeenkomstig deel C, punten 1.1 tot en met 1.7, van bijlage II bij Verordening (EU) 2015/757, uitgedrukt in tonnen CO2-equivalent, en uitgesplitst naar broeikasgas en uitgedrukt in zowel tonnen als CO2-equivalent. |
DEEL D
Gebruikte methode om emissiegegevens op maatschappijniveau te aggregeren
Beschrijving van de door de maatschappij gebruikte methode om de gegevens ten behoeve van dit verslag te verzamelen en te aggregeren, met inbegrip van wijzigingen in de methode ten opzichte van de vorige verslagperiode.
ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2023/2449/oj
ISSN 1977-0758 (electronic edition)