This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32023R2406
Council Regulation (EU) 2023/2406 of 23 October 2023 concerning restrictive measures in view of the situation in Niger
Verordening (EU) 2023/2406 van de Raad van 23 oktober 2023 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Niger
Verordening (EU) 2023/2406 van de Raad van 23 oktober 2023 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Niger
ST/12558/2023/INIT
PB L, 2023/2406, 24.10.2023, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2023/2406/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
Publicatieblad |
NL Serie L |
2023/2406 |
24.10.2023 |
VERORDENING (EU) 2023/2406 VAN DE RAAD
van 23 oktober 2023
betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Niger
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 215,
Gezien Besluit (GBVB) 2023/2287 van de Raad van 23 oktober 2023 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Niger (1),
Gezien het gezamenlijke voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid en de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op 23 oktober 2023 heeft de Raad Besluit (GBVB) 2023/2287 vastgesteld, waarbij een kader wordt vastgesteld voor gerichte beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Niger. Het besluit voorziet in de bevriezing van de tegoeden en economische middelen van, en het verbod op het ter beschikking stellen van tegoeden en economische middelen aan bepaalde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen die verantwoordelijk zijn voor acties die de vrede, de stabiliteit en de veiligheid van Niger bedreigen, de grondwettelijke orde, de democratie en de rechtsstaat ondermijnen, met name degenen die verantwoordelijk zijn voor de willekeurige detentie van democratisch verkozen autoriteiten van Niger, of ernstige schendingen van de mensenrechten of misbruiken of schendingen van het toepasselijke internationale humanitaire recht in Niger vormen, en ten aanzien van met hen geassocieerde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen. Natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen die aan de beperkende maatregelen onderworpen zijn, worden opgenomen in de lijst in de bijlage bij Besluit (GBVB) 2023/2287. |
(2) |
Deze maatregelen vallen onder het toepassingsgebied van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en derhalve is, om te garanderen dat zij in alle lidstaten door de marktdeelnemers uniform worden toegepast, regelgeving op uniaal niveau noodzakelijk voor de tenuitvoerlegging van de maatregelen. |
(3) |
Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die zijn erkend in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, met name het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en op een onpartijdig gerecht, het recht op verdediging en het recht op bescherming van persoonsgegevens. Deze verordening moet worden toegepast overeenkomstig die rechten. |
(4) |
Met het oog op de tenuitvoerlegging van deze verordening en om een zo groot mogelijke rechtszekerheid binnen de Unie te waarborgen, moeten de namen en andere relevante gegevens over de natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen waarvan de tegoeden en economische middelen overeenkomstig deze verordening dienen te worden bevroren, openbaar worden gemaakt. De verwerking van persoonsgegevens moet voldoen aan de Verordeningen (EU) 2016/679 (2) en (EU) 2018/1725 (3) van het Europees Parlement en de Raad. |
(5) |
De lidstaten en de Commissie moeten elkaar in kennis stellen van de maatregelen die op grond van deze verordening worden genomen, alsook van andere relevante informatie waarover zij in verband met deze verordening beschikken. |
(6) |
De lidstaten moeten regels vaststellen voor sancties in geval van overtreding van de bepalingen van deze verordening en ervoor zorgen dat die sancties daadwerkelijk worden toegepast. Die sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
a) |
“vordering”: elke vóór, op of na de datum van inwerkingtreding van deze verordening ingediende vordering, al dan niet in het kader van een gerechtelijke procedure, krachtens of in verband met een contract of transactie, en met name:
|
b) |
“contract of transactie”: elke verrichting, ongeacht de vorm en het recht dat erop van toepassing is, die een of meer contracten of soortgelijke verplichtingen tussen al dan niet dezelfde partijen omvat; in dat verband worden onder “contract” tevens begrepen alle — ook de uit juridisch oogpunt op zichzelf staande — obligaties, garanties of contragaranties, met name financiële garanties of contragaranties en kredieten, alsmede alle uit een dergelijke transactie voortkomende of daarmee verband houdende bepalingen; |
c) |
“bevoegde autoriteiten”: de op de websites van bijlage II vermelde bevoegde autoriteiten van de lidstaten; |
d) |
“economische middelen”: activa van enigerlei aard, materieel of immaterieel, roerend of onroerend, die geen tegoeden zijn, maar die kunnen worden gebruikt om tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen; |
e) |
“bevriezing van economische middelen”: voorkomen dat economische middelen worden gebruikt om op enigerlei wijze tegoeden, goederen of diensten te verkrijgen, inclusief, maar niet daartoe beperkt, door die te verkopen, te verhuren of te verhypothekeren; |
f) |
“bevriezing van tegoeden”: voorkomen van het op enigerlei wijze muteren, overmaken, corrigeren of gebruiken van, toegang verschaffen tot of omgaan met tegoeden met als gevolg wijzigingen van hun omvang, bedrag, locatie, eigenaar, bezit, onderscheidende kenmerken of bestemming of verdere wijzigingen waardoor het gebruik van bedoelde tegoeden, inclusief het beheer van een beleggingsportefeuille, mogelijk zou worden gemaakt; |
g) |
“tegoeden”: financiële activa en voordelen van enigerlei aard, met inbegrip van, maar niet beperkt tot:
|
h) |
“grondgebied van de Unie”: het grondgebied van alle lidstaten waarop het Verdrag betreffende de Europese Unie van toepassing is, onder de in dat verdrag bepaalde voorwaarden, met inbegrip van hun luchtruim. |
Artikel 2
1. Alle tegoeden en economische middelen die toebehoren aan of eigendom zijn, in het bezit zijn of onder zeggenschap staan van een in de lijst in bijlage I opgenomen natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam, worden bevroren.
2. Er worden geen tegoeden of economische middelen, direct of indirect, ter beschikking gesteld aan of ten behoeve van in de lijst in bijlage I opgenomen natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen.
3. Bijlage I omvat natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen die:
a) |
verantwoordelijk zijn voor acties of beleidsmaatregelen die de vrede, de stabiliteit of de veiligheid van Niger bedreigen, of direct of indirect betrokken zijn geweest bij, of steun hebben verleend aan, of baat hebben gehad bij dergelijke acties of beleidsmaatregelen; |
b) |
de constitutionele orde in Niger ondermijnen; |
c) |
met hun acties, beleidsmaatregelen of activiteiten de democratie of de rechtsstaat in Niger ondermijnen, met inbegrip van degenen die verantwoordelijk zijn voor de willekeurige opsluiting van democratisch verkozen autoriteiten van Niger; |
d) |
betrokken zijn bij het beramen, aansturen of plegen van handelingen in Niger die ernstige schendingen van de mensenrechten of van het internationaal humanitair recht vormen, naargelang het geval; |
e) |
banden hebben met de punt a) tot en met d) bedoelde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen. |
Artikel 3
1. In afwijking van artikel 2, lid 1 of 2, kunnen de bevoegde autoriteiten, onder voorwaarden die zij passend achten, toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen of voor de beschikbaarstelling van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, nadat zij hebben vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen:
a) |
noodzakelijk zijn voor het dekken van uitgaven voor de basisbehoeften van de in bijlage I genoemde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen, en de gezinsleden die van deze natuurlijke personen afhankelijk zijn, zoals betalingen voor levensmiddelen, huur of hypotheeklasten, geneesmiddelen of medische behandelingen, belastingen, verzekeringspremies en nutsvoorzieningen; |
b) |
uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van redelijke honoraria of de vergoeding van kosten in verband met de verlening van juridische diensten; |
c) |
uitsluitend bestemd zijn voor de betaling van honoraria of kosten voor het routinematige aanhouden of beheren van bevroren tegoeden of economische middelen; |
d) |
noodzakelijk zijn voor de betaling van buitengewone uitgaven, mits de betrokken bevoegde autoriteit de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten en de Commissie ten minste twee weken vóór zij de toestemming verleent, in kennis stelt van de redenen waarom zij meent dat een specifieke toestemming moet worden gegeven, of |
e) |
gestort worden op of betaald worden van een rekening van een diplomatieke missie of consulaire post of een internationale organisatie die bescherming geniet op grond van het internationaal recht, voor zover die betalingen bestemd zijn voor de officiële doelen van de diplomatieke missie of consulaire post of de internationale organisatie. |
2. De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van lid 1 verleende toestemming, binnen twee weken na de verlening van dergelijke toestemming.
Artikel 4
1. Artikel 2, leden 1 en 2, zijn niet van toepassing op de terbeschikkingstelling van tegoeden of economische middelen die noodzakelijk zijn voor de tijdige verstrekking van humanitaire bijstand of ter ondersteuning van andere activiteiten die beantwoorden aan elementaire menselijke behoeften wanneer dergelijke bijstand en andere activiteiten worden uitgevoerd door:
a) |
de Verenigde Naties, met inbegrip van hun programma’s, fondsen en andere entiteiten en organen, alsmede hun gespecialiseerde agentschappen en aanverwante organisaties; |
b) |
internationale organisaties; |
c) |
humanitaire organisaties met de status van waarnemer bij de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties en leden van die humanitaire organisaties; |
d) |
bilateraal of multilateraal gefinancierde niet-gouvernementele organisaties die deelnemen aan de humanitaire responsplannen van de Verenigde Naties, de responsplannen voor vluchtelingen, andere oproepen van de Verenigde Naties of humanitaire clusters die worden gecoördineerd door het Bureau voor de coördinatie van humanitaire aangelegenheden van de Verenigde Naties (OCHA); |
e) |
organisaties en agentschappen waaraan de Unie het certificaat van humanitair partnerschap heeft afgegeven of die door een lidstaat zijn gecertificeerd of erkend overeenkomstig nationale procedures; |
f) |
gespecialiseerde agentschappen van de lidstaten, of |
g) |
de werknemers, begunstigden, ondergeschikte organen of uitvoerende partners van de in punten a) tot en met f) genoemde entiteiten terwijl en voor zover zij in die hoedanigheid handelen. |
2. Onverminderd het bepaalde in lid 1 en in afwijking van artikel 2, leden 1 en 2, kunnen de bevoegde autoriteiten in de lidstaten, onder voorwaarden die zij passend achten, toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen of voor de beschikbaarstelling van bepaalde tegoeden of economische middelen, nadat zij hebben vastgesteld dat de betrokken tegoeden of economische middelen noodzakelijk zijn voor de tijdige verstrekking van humanitaire bijstand of voor de ondersteuning van andere activiteiten die beantwoorden aan elementaire menselijke behoeften.
3. Indien de betrokken bevoegde autoriteit binnen vijf werkdagen na ontvangst van een verzoek om toestemming uit hoofde van lid 2, geen negatief besluit heeft genomen, geen verzoek om informatie heeft ingediend of niet heeft laten weten dat ze meer tijd nodig heeft, wordt die vergunning geacht te zijn verleend.
De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van dit artikel verleende toestemming, binnen vier weken na de verlening van dergelijke toestemming.
Artikel 5
1. In afwijking van artikel 2, lid 1, kunnen de bevoegde autoriteiten toestemming geven voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:
a) |
de tegoeden of economische middelen zijn het voorwerp van een arbitrale beslissing die is gegeven vóór de datum waarop de natuurlijke persoon of rechtspersoon, de entiteit of het lichaam bedoeld in artikel 2 is opgenomen in de lijst in bijlage I, of onderworpen zijn aan een in de Unie gegeven rechterlijke of administratieve beslissing, of aan een in de betrokken lidstaat uitvoerbare rechterlijke beslissing, en die van voor of na die datum dateert; |
b) |
de tegoeden of economische middelen worden uitsluitend gebruikt om te voldoen aan vorderingen die door een dergelijke beslissing zijn gewaarborgd of geldig zijn verklaard, binnen de grenzen gesteld door de toepasselijke wet- en regelgeving betreffende de rechten van titularissen van dergelijke vorderingen; |
c) |
de beslissing komt niet ten goede aan een in de lijst in bijlage I opgenomen natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam, en |
d) |
de erkenning van de beslissing is niet in strijd met de openbare orde van de betrokken lidstaat. |
2. De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van lid 1 verleende toestemming, binnen twee weken na de verlening van dergelijke toestemming.
Artikel 6
1. In afwijking van artikel 2, lid 1, en mits een betaling verschuldigd is door een in bijlage I vermeld natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam op grond van een contract dat of overeenkomst die is gesloten of een verbintenis die is ontstaan voor de betrokken natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of het betrokken lichaam, vóór de datum waarop die natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of dat lichaam in bijlage I werd opgenomen, kunnen de bevoegde autoriteiten, onder voorwaarden die zij passend achten, toestemming verlenen voor de vrijgave van bepaalde bevroren tegoeden of economische middelen, indien de betrokken bevoegde autoriteit heeft vastgesteld dat:
a) |
de tegoeden of economische middelen zullen worden gebruikt voor een betaling door een in bijlage I opgenomen natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam, en |
b) |
de betaling niet in strijd is met artikel 2, lid 2. |
2. De betrokken lidstaat stelt de andere lidstaten en de Commissie in kennis van elke op grond van lid 1 verleende toestemming, binnen twee weken na de verlening van dergelijke toestemming.
Artikel 7
1. Artikel 2, lid 2, vormt geen belemmering voor de creditering van bevroren rekeningen door financiële instellingen of kredietinstellingen die tegoeden ontvangen die door derden naar de rekening van een in bijlage I vermelde natuurlijke persoon of rechtspersoon of entiteit of een in bijlage I vermeld lichaam zijn overgemaakt, mits de bijgeboekte bedragen eveneens bevroren worden. De financiële instelling of kredietinstelling brengt de relevante bevoegde autoriteit onverwijld op de hoogte van dergelijke verrichtingen.
2. Artikel 2, lid 2, is niet van toepassing op het overmaken op bevroren rekeningen van:
a) |
rente of andere inkomsten op die rekeningen, mits dergelijke rente of andere inkomsten worden bevroren overeenkomstig artikel 2, lid 1; |
b) |
betalingen die verschuldigd zijn uit hoofde van contracten, overeenkomsten of verplichtingen die zijn gesloten of ontstaan vóór de datum waarop de in artikel 2 bedoelde natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of het lichaam is opgenomen in bijlage I, mits dergelijke betalingen worden bevroren overeenkomstig artikel 2, lid 1, of |
c) |
betalingen die verschuldigd zijn uit hoofde van rechterlijke, administratieve of arbitrale beslissingen die in een lidstaat zijn gegeven of in de betrokken lidstaat uitvoerbaar zijn, mits dergelijke betalingen worden bevroren overeenkomstig artikel 2, lid 1. |
Artikel 8
1. Natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen:
a) |
verstrekken onverwijld alle informatie die de naleving van deze verordening vergemakkelijkt, zoals informatie over overeenkomstig artikel 2, lid 1, bevroren rekeningen en bedragen, aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar zij woonachtig of gevestigd zijn, en zenden deze informatie rechtstreeks of via de lidstaat aan de Commissie toe, en |
b) |
werken samen met de bevoegde autoriteit bij de verificatie van de in punt a) bedoelde informatie. |
2. De in lid 1 bedoelde verplichting geldt met inachtneming van de nationale of andere toepasselijke regels betreffende de vertrouwelijkheid van informatie die in het bezit is van gerechtelijke autoriteiten, en met inachtneming van de in artikel 7 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie gewaarborgde vertrouwelijkheid van de communicatie tussen advocaten en hun cliënten. Daartoe omvat dergelijke communicatie de communicatie die betrekking heeft op juridisch advies dat wordt verstrekt door andere gecertificeerde beroepsbeoefenaars die krachtens het nationale recht gemachtigd zijn om de cliënt in gerechtelijke procedures te vertegenwoordigen, voor zover dat juridisch advies wordt verstrekt in verband met lopende of toekomstige gerechtelijke procedures.
3. Alle rechtstreeks door de Commissie ontvangen aanvullende informatie wordt ter beschikking gesteld van de lidstaten.
4. Overeenkomstig dit artikel verstrekte en ontvangen informatie wordt uitsluitend gebruikt voor de doeleinden waarvoor de informatie is verstrekt of ontvangen.
5. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten, met inbegrip van handhavingsautoriteiten, douaneautoriteiten in de zin van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad (4), bevoegde autoriteiten in de zin van Verordening (EU) nr. 575/2013 (5), Richtlijn (EU) 2015/849 (6) en Richtlijn 2014/65/EU (7) van het Europees Parlement en de Raad, alsmede beheerders van officiële registers waarin natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen alsmede onroerende of roerende goederen worden geregistreerd, verwerken onverwijld informatie, inclusief persoonsgegevens en, indien nodig, de in lid 1 bedoelde informatie, en wisselen deze onverwijld uit met andere bevoegde autoriteiten van hun lidstaat of andere lidstaten, en met de Commissie, indien die verwerking en uitwisseling noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van de taken van de verwerkende autoriteit of de ontvangende autoriteit uit hoofde van deze verordening, met name wanneer zij gevallen vaststellen van een schending of omzeiling, of van pogingen tot schending of omzeiling, van de in deze verordening vastgestelde verbodsbepalingen.
Artikel 9
1. Het is verboden, bewust en opzettelijk, deel te nemen aan activiteiten die tot doel of gevolg hebben dat de in artikel 2 opgenomen maatregelen worden omzeild.
2. In de lijst van bijlage I opgenomen natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten of lichamen:
a) |
melden binnen zes weken na de datum van opname in de lijst in bijlage I tegoeden of economische middelen die onder de jurisdictie van een lidstaat vallen en toebehoren aan, eigendom zijn, in het bezit zijn of onder zeggenschap staan van hen, aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat waar deze tegoeden of economische middelen zich bevinden, en |
b) |
werken met de bevoegde autoriteit samen bij de verificatie van dergelijke informatie. |
3. Niet-naleving van lid 2 wordt beschouwd als deelname, als bedoeld in lid 1, aan activiteiten die tot doel of gevolg hebben dat de in artikel 2 bedoelde maatregelen worden omzeild.
4. De betrokken lidstaat stelt de Commissie binnen twee weken na ontvangst van de overeenkomstig lid 2, punt a), ontvangen informatie in kennis.
5. Overeenkomstig dit artikel verstrekte en ontvangen informatie wordt uitsluitend gebruikt voor de doeleinden waarvoor de informatie is verstrekt of ontvangen.
6. De verwerking van persoonsgegevens geschiedt overeenkomstig deze verordening en Verordeningen (EU) 2016/679 en (EU) 2018/1725 en slechts voor zover dit nodig is voor de toepassing van deze verordening.
Artikel 10
1. Bevriezing van tegoeden en economische middelen of weigering om tegoeden of economische middelen beschikbaar te stellen, indien die maatregel plaatsvindt in goed vertrouwen en in overeenstemming is met deze verordening, geeft geen aanleiding tot enigerlei aansprakelijkheid van de natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen die die maatregel uitvoeren, of van bestuurders of werknemers daarvan, tenzij het bewijs wordt geleverd dat de tegoeden en economische middelen uit nalatigheid zijn bevroren of ingehouden.
2. Het optreden van natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen geeft geen aanleiding tot aansprakelijkheid van die natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen, indien zij niet wisten en niet redelijkerwijs konden vermoeden dat hun optreden een inbreuk zou vormen op de maatregelen waarin deze verordening voorziet.
Artikel 11
1. Vorderingen in verband met contracten of andere transacties aan de uitvoering waarvan, direct of indirect, geheel of gedeeltelijk, afbreuk is gedaan door de maatregelen die uit hoofde van deze verordening zijn ingesteld, met inbegrip van vorderingen tot schadeloosstelling of soortgelijke vorderingen, zoals een vordering tot schadevergoeding of een garantievordering, meer bepaald een vordering tot verlenging of uitbetaling van een obligatie, garantie of contragarantie, in het bijzonder een financiële garantie of contragarantie, ongeacht de vorm daarvan, worden niet toegewezen indien die vorderingen worden ingesteld door:
a) |
in de lijst in bijlage I opgenomen natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen; |
b) |
natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen die handelen voor rekening of ten behoeve van een van de in punt a) bedoelde natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen. |
2. In procedures waartoe een vordering aanleiding geeft, wordt het bewijs dat de vordering niet op grond van lid 1 hoort te worden afgewezen, geleverd door de eisende natuurlijke persoon of rechtspersoon, de eisende entiteit of het eisende lichaam.
3. Dit artikel geldt onverminderd het recht van de in lid 1 bedoelde natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen op rechterlijke toetsing van de rechtmatigheid van de niet-nakoming van contractuele verplichtingen overeenkomstig de onderhavige verordening.
Artikel 12
1. De Commissie en de lidstaten stellen elkaar in kennis van de maatregelen die uit hoofde van deze verordening worden genomen en verstrekken elkaar alle relevante informatie waarover zij beschikken in verband met deze verordening, in het bijzonder informatie met betrekking tot:
a) |
tegoeden die zijn bevroren krachtens artikel 2 en toestemmingen die zijn verleend krachtens de afwijkingen waarin deze verordening voorziet; |
b) |
inbreuken, handhavingsproblemen en vonnissen van nationale rechtbanken. |
2. De lidstaten stellen elkaar en de Commissie onmiddellijk in kennis van alle andere relevante informatie waarover zij beschikken, en die van invloed kan zijn op de doeltreffende uitvoering van deze verordening.
Artikel 13
1. Indien de Raad besluit een natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of lichaam te onderwerpen aan de in artikel 2 bedoelde maatregelen, wijzigt hij bijlage I dienovereenkomstig.
2. De Raad stelt de betrokken natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of het betrokken lichaam in kennis van het in lid 1 bedoelde besluit en van de motivering voor opname in de lijst, hetzij rechtstreeks, indien het adres bekend is, hetzij door de bekendmaking van een kennisgeving, zodat die natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of dat lichaam daarover opmerkingen kan indienen.
3. Indien er opmerkingen worden ingediend of substantieel nieuw bewijsmateriaal wordt overgelegd, toetst de Raad de in lid 1 bedoelde besluiten en brengt hij de betrokken natuurlijke persoon of rechtspersoon, entiteit of het betrokken lichaam daarvan op de hoogte.
4. De lijst in bijlage I wordt regelmatig, en ten minste om de twaalf maanden, geëvalueerd.
5. De Commissie is bevoegd om bijlage II te wijzigen op basis van door de lidstaten verstrekte informatie.
Artikel 14
1. In bijlage I worden de redenen vermeld voor het op de lijst plaatsen van de betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen.
2. Bijlage I bevat de informatie, indien deze beschikbaar is, die nodig is om de betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen te identificeren. Met betrekking tot natuurlijke personen kan die informatie bestaan uit: namen en aliassen; geboortedatum en -plaats; nationaliteit; paspoort- en identiteitskaartnummers; geslacht; adres, indien bekend, en functie of beroep. Met betrekking tot rechtspersonen, entiteiten of lichamen kan die informatie bestaan uit namen, plaats en datum van registratie, registratienummer en plaats van vestiging.
Artikel 15
1. De lidstaten stellen de regels vast betreffende de sancties die van toepassing zijn op inbreuken op de bepalingen van deze verordening en nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de regels worden toegepast. De vastgestelde sancties moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn. De lidstaten voorzien tevens in passende maatregelen voor de confiscatie van de opbrengsten van dergelijke inbreuken.
2. De lidstaten stellen de Commissie na de inwerkingtreding van deze verordening onverwijld in kennis van de in lid 1 bedoelde regels, en stellen haar in kennis van alle latere wijzigingen.
Artikel 16
1. De Raad, de Commissie en de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (de “hoge vertegenwoordiger”) verwerken voor de uitoefening van hun taken uit hoofde van deze verordening persoonsgegevens. Deze taken omvatten het volgende:
a) |
wat betreft de Raad, het opstellen en wijzigen van bijlage I; |
b) |
wat betreft de hoge vertegenwoordiger, het opstellen van wijzigingen van bijlage I; |
c) |
wat betreft de Commissie:
|
2. De Raad, de Commissie en de hoge vertegenwoordiger mogen in voorkomend geval relevante gegevens verwerken die betrekking hebben op strafbare feiten die zijn gepleegd door natuurlijke personen op de lijst en op strafrechtelijke veroordelingen of veiligheidsmaatregelen betreffende dergelijke personen, doch uitsluitend voor zover dergelijke verwerking noodzakelijk is voor het opstellen van bijlage I.
3. Voor de toepassing van deze verordening gelden de Raad, de Commissie en de hoge vertegenwoordiger aangewezen als “verwerkingsverantwoordelijke” in de zin van artikel 3, punt 8, van Verordening (EU) 2018/1725 opdat de betrokken natuurlijke personen hun rechten uit hoofde van die verordening kunnen uitoefenen.
Artikel 17
1. De lidstaten wijzen de in deze verordening bedoelde bevoegde autoriteiten aan en vermelden die op de in bijlage II vermelde websites. De lidstaten stellen de Commissie in kennis van elke adreswijziging van de in bijlage II vermelde websites.
2. De lidstaten delen de Commissie na de inwerkingtreding van deze verordening onverwijld mede wie hun bevoegde autoriteiten zijn en hoe contact met hen kan worden opgenomen, en stellen haar in kennis van alle latere wijzigingen.
3. Wanneer in deze verordening een meldingsplicht is vastgesteld, of een verplichting om de Commissie te informeren of op een andere wijze met haar te communiceren, wordt daartoe gebruikgemaakt van het adres en de andere contactgegevens die zijn vermeld in bijlage II.
Artikel 18
Overeenkomstig deze verordening door de Commissie verstrekte of ontvangen informatie mag door de Commissie uitsluitend worden gebruikt voor de doeleinden waarvoor de informatie is verstrekt of ontvangen.
Artikel 19
Deze verordening is van toepassing:
a) |
op het grondgebied van de Unie, met inbegrip van haar luchtruim; |
b) |
aan boord van vlieg- of vaartuigen die onder de rechtsbevoegdheid van een lidstaat vallen; |
c) |
op alle zich op of buiten het grondgebied van de Unie bevindende natuurlijke personen die onderdaan van een lidstaat zijn; |
d) |
op alle uit hoofde van het recht van een lidstaat erkende of opgerichte rechtspersonen, entiteiten en lichamen, binnen of buiten het grondgebied van de Unie; |
e) |
op alle rechtspersonen, entiteiten en lichamen ten aanzien van alle geheel of gedeeltelijk binnen de Unie verrichte zakelijke transacties. |
Artikel 20
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Luxemburg, 23 oktober 2023.
Voor de Raad
De voorzitter
J. BORRELL FONTELLES
(1) PB L 2023/2287, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2023/2287/oj
(2) Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).
(3) Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).
(4) Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1).
(5) Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1).
(6) Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie (PB L 141 van 5.6.2015, blz. 73).
(7) Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (PB L 173 van 12.6.2014 blz. 349).
BIJLAGE I
Lijst van de in artikel 2 bedoelde natuurlijke personen en rechtspersonen, entiteiten en lichamen
[…]
BIJLAGE II
Websites voor informatie over de bevoegde autoriteiten en adres voor kennisgevingen aan de Commissie
BELGIË
https://diplomatie.belgium.be/en/policy/policy_areas/peace_and_security/sanctions
BULGARIJE
https://www.mfa.bg/en/EU-sanctions
TSJECHIË
https://fau.gov.cz/en/international-sanctions
DENEMARKEN
http://um.dk/da/Udenrigspolitik/folkeretten/sanktioner/
DUITSLAND
https://www.bmwi.de/Redaktion/DE/Artikel/Aussenwirtschaft/embargos-aussenwirtschaftsrecht.html
ESTLAND
https://vm.ee/sanktsioonid-ekspordi-ja-relvastuskontroll/rahvusvahelised-sanktsioonid
IERLAND
https://www.dfa.ie/our-role-policies/ireland-in-the-eu/eu-restrictive-measures/
GRIEKENLAND
http://www.mfa.gr/en/foreign-policy/global-issues/international-sanctions.html
SPANJE
https://www.exteriores.gob.es/es/PoliticaExterior/Paginas/SancionesInternacionales.aspx
FRANKRIJK
http://www.diplomatie.gouv.fr/fr/autorites-sanctions/
KROATIË
https://mvep.gov.hr/vanjska-politika/medjunarodne-mjere-ogranicavanja/22955
ITALIË
https://www.esteri.it/it/politica-estera-e-cooperazione-allo-sviluppo/politica_europea/misure_deroghe/
CΥΡRUS
https://mfa.gov.cy/themes/
LETLAND
http://www.mfa.gov.lv/en/security/4539
LITOUWEN
http://www.urm.lt/sanctions
LUXEMBURG
https://maee.gouvernement.lu/fr/directions-du-ministere/affaires-europeennes/organisations-economiques-int/mesures-restrictives.html
HONGARIJE
https://kormany.hu/kulgazdasagi-es-kulugyminiszterium/ensz-eu-szankcios-tajekoztato
MALTA
https://smb.gov.mt/
NEDERLAND
https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/internationale-sancties
OOSTENRIJK
https://www.bmeia.gv.at/themen/aussenpolitik/europa/eu-sanktionen-nationale-behoerden/
POLEN
https://www.gov.pl/web/dyplomacja/sankcje-miedzynarodowe
https://www.gov.pl/web/diplomacy/international-sanctions
PORTUGAL
https://portaldiplomatico.mne.gov.pt/politica-externa/medidas-restritivas
ROEMENIË
http://www.mae.ro/node/1548
SLOVENIË
http://www.mzz.gov.si/si/omejevalni_ukrepi
SLOWAKIJE
https://www.mzv.sk/europske_zalezitosti/europske_politiky-sankcie_eu
FINLAND
https://um.fi/pakotteet
ZWEDEN
https://www.regeringen.se/sanktioner
Adres voor kennisgevingen aan de Europese Commissie:
Europese Commissie |
Directoraat-generaal Financiële Stabiliteit, Financiële Diensten en Kapitaalmarktenunie (DG FISMA) |
Joseph II-straat 54 |
1049 Brussel, België |
E-mail: relex-sanctions@ec.europa.eu
ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2023/2406/oj
ISSN 1977-0758 (electronic edition)