Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32023R1632

    Uitvoeringsverordening (EU) 2023/1632 van de Commissie van 11 augustus 2023 tot opening van een onderzoek naar de mogelijke ontwijking van de bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2012 van de Commissie ingestelde antidumpingmaatregelen ten aanzien van koudgewalste platte producten van roestvrij staal van oorsprong uit Indonesië door de invoer van uit Taiwan, Turkije en Vietnam verzonden producten, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Taiwan, Turkije en Vietnam, en tot onderwerping van de invoer van uit Taiwan, Turkije en Vietnam verzonden koudgewalste platte producten van roestvrij staal aan registratie.

    C/2023/5442

    PB L 202 van 14.8.2023, p. 16–21 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2023/1632/oj

    14.8.2023   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 202/16


    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/1632 VAN DE COMMISSIE

    van 11 augustus 2023

    tot opening van een onderzoek naar de mogelijke ontwijking van de bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2012 van de Commissie ingestelde antidumpingmaatregelen ten aanzien van koudgewalste platte producten van roestvrij staal van oorsprong uit Indonesië door de invoer van uit Taiwan, Turkije en Vietnam verzonden producten, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Taiwan, Turkije en Vietnam, en tot onderwerping van de invoer van uit Taiwan, Turkije en Vietnam verzonden koudgewalste platte producten van roestvrij staal aan registratie.

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (1), en met name artikel 13, lid 3, en artikel 14, lid 5,

    Na kennisgeving aan de lidstaten,

    Overwegende hetgeen volgt:

    A.   VERZOEK

    (1)

    De Europese Commissie (“de Commissie”) heeft een verzoek ontvangen op grond van artikel 13, lid 3, en artikel 14, lid 5, van de basisverordening om een onderzoek in te stellen naar de mogelijke ontwijking van de antidumpingmaatregelen die zijn ingesteld ten aanzien van de invoer van koudgewalste platte producten van roestvrij staal van oorsprong uit Indonesië en om de invoer van bepaalde uit Taiwan, Turkije en Vietnam verzonden koudgewalste platte producten van roestvrij staal, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Taiwan, Turkije en Vietnam, aan registratie te onderwerpen.

    (2)

    Het verzoek werd op 3 juli 2023 ingediend door de European Steel Association — “EUROFER” (“de indiener van het verzoek”).

    B.   PRODUCT

    (3)

    Het product waarop de mogelijke ontwijking betrekking heeft, is gewalste platte producten van roestvrij staal, enkel koud gewalst, op de datum van inwerkingtreding van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2012 van de Commissie (2) ingedeeld onder de GN-codes 7219 31 00, 7219 32 10, 7219 32 90, 7219 33 10, 7219 33 90, 7219 34 10, 7219 34 90, 7219 35 10, 7219 35 90, 7219 90 20, 7219 90 80, 7220 20 21, 7220 20 29, 7220 20 41, 7220 20 49, 7220 20 81, 7220 20 89, 7220 90 20 en 7220 90 80 en van oorsprong uit Indonesië (“het betrokken product”). Dit is het product waarop de thans geldende maatregelen van toepassing zijn.

    (4)

    Het onderzochte product is hetzelfde als het in de vorige overweging gedefinieerde product, momenteel ingedeeld onder de GN-codes 7219 31 00, 7219 32 10, 7219 32 90, 7219 33 10, 7219 33 90, 7219 34 10, 7219 34 90, 7219 35 10, 7219 35 90, 7219 90 20, 7219 90 80, 7220 20 21, 7220 20 29, 7220 20 41, 7220 20 49, 7220 20 81, 7220 20 89, 7220 90 20 en 7220 90 80, maar verzonden vanuit Taiwan, Turkije of Vietnam, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Taiwan, Turkije en Vietnam (Taric-codes 7219310010, 7219321010, 7219329010, 7219331010, 7219339010, 7219341010, 7219349010, 7219351010, 7219359010, 7219902010, 7219908010, 7220202110, 7220202910, 7220204110, 7220204910, 7220208110, 7220208910, 7220902010 en 7220908010) (“het onderzochte product”).

    C.   BESTAANDE MAATREGELEN

    (5)

    De thans geldende maatregelen die mogelijk worden ontweken, zijn de antidumpingmaatregelen die zijn ingesteld bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2012 (“de bestaande antidumpingmaatregelen”). Het betrokken product is ook onderworpen aan compenserende maatregelen die zijn ingesteld bij Uitvoeringsverordening (EU) 2022/433 van de Commissie (3) (“de bestaande compenserende maatregelen”). Deze maatregelen zijn voorwerp van een afzonderlijk antiontwijkingsonderzoek.

    D.   MOTIVERING

    (6)

    Het verzoek bevat voldoende bewijsmateriaal dat de antidumpingmaatregelen ten aanzien van de invoer van het betrokken product worden ontweken door de invoer van het onderzochte product. Uit het bewijsmateriaal in het verzoek blijkt het volgende.

    (7)

    Na de instelling van de bestaande antidumpingmaatregelen is een verandering opgetreden in de structuur van het handelsverkeer met betrekking tot de uitvoer uit Indonesië, en tevens tot die uit Taiwan, Turkije en Vietnam, naar de Unie.

    (8)

    Die verandering lijkt het gevolg te zijn van een praktijk waarvoor afgezien van de instelling van het recht geen gegronde reden of economische rechtvaardiging bestaat, namelijk de verzending van het betrokken product naar de Unie via Taiwan, Turkije en Vietnam nadat het respectievelijk in Taiwan, Turkije of Vietnam assemblage- of voltooiingswerkzaamheden heeft ondergaan. Uit het door de indiener van het verzoek verstrekte bewijsmateriaal blijkt dat dergelijke assemblage- of voltooiingswerkzaamheden, met als uitgangspunt roestvrijstalen platen en/of warmgewalste platte producten van roestvrij staal van oorsprong uit Indonesië, een vorm van ontwijking zijn, aangezien de werkzaamheden sinds de opening van het antidumpingonderzoek zijn begonnen of sinds dat moment aanzienlijk zijn toegenomen. De roestvrijstalen platen en/of warmgewalste platte producten van roestvrij staal van oorsprong uit Indonesië vertegenwoordigen meer dan 60 % van de totale waarde van de delen van het geassembleerde/voltooide product en de tijdens de assemblage- of voltooiingswerkzaamheden toegevoegde waarde bedraagt minder dan 25 % van de productiekosten.

    (9)

    Daarnaast blijkt uit het bewijsmateriaal dat de corrigerende werking van de bestaande antidumpingmaatregelen op het betrokken product door de hiervoor vermelde praktijken wordt ondermijnd, zowel wat hoeveelheden als wat prijzen betreft. Er blijken aanzienlijke volumes van het onderzochte product de markt van de Unie te zijn binnengekomen. Bovendien is er voldoende bewijs dat het onderzochte product tegen schade veroorzakende prijzen wordt ingevoerd.

    (10)

    Tot slot blijkt uit het bewijsmateriaal dat de prijzen van het onderzochte product dumpingprijzen zijn ten opzichte van de normale waarde die eerder voor het betrokken product was vastgesteld, na correctie voor de prijsontwikkeling van het betrokken product in Indonesië sinds het onderzoektijdvak voor de instellen van de bestaande maatregelen.

    (11)

    Mocht in de loop van het onderzoek blijken dat er, afgezien van de bovenvermelde praktijk, nog andere in artikel 13 van de basisverordening vermelde ontwijkingspraktijken worden toegepast, dan kan het onderzoek tot die praktijken worden uitgebreid.

    E.   PROCEDURE

    (12)

    Gezien het bovenstaande heeft de Commissie geconcludeerd dat er voldoende bewijsmateriaal is om overeenkomstig artikel 13, lid 3, van de basisverordening een onderzoek te openen en overeenkomstig artikel 14, lid 5, van de basisverordening de invoer van het onderzochte product aan registratie te onderwerpen.

    (13)

    Om de nodige informatie voor dit onderzoek te verkrijgen, verzoekt de Commissie alle belanghebbenden zo spoedig mogelijk, en in ieder geval binnen de in artikel 3, lid 2, van deze verordening vermelde termijn, contact met haar op te nemen. De in artikel 3, lid 2, van deze verordening vermelde termijn geldt voor alle belanghebbenden. Zo nodig kunnen ook inlichtingen worden ingewonnen bij de bedrijfstak van de Unie.

    (14)

    De autoriteiten van Taiwan, Turkije, Vietnam en Indonesië verzonden zullen van de opening van het onderzoek in kennis worden gesteld.

    a)   Instructies voor schriftelijke opmerkingen en de verzending van ingevulde vragenlijsten en correspondentie

    (15)

    Informatie die in het kader van handelsbeschermingsonderzoeken aan de Commissie wordt verstrekt, moet vrij zijn van auteursrechten. Alvorens aan de Commissie informatie en/of gegevens te verstrekken die onderworpen zijn aan het auteursrecht van derden, moeten belanghebbenden de houder van het auteursrecht specifiek verzoeken de Commissie uitdrukkelijk toestemming te verlenen om a) voor deze handelsbeschermingsprocedure gebruik te maken van de informatie en gegevens, en b) de informatie en/of gegevens aan belanghebbenden in dit onderzoek te verstrekken in een vorm die hun de mogelijkheid biedt hun recht van verweer uit te oefenen.

    (16)

    Alle schriftelijke opmerkingen (met inbegrip van de in deze verordening gevraagde informatie), ingevulde vragenlijsten en correspondentie die door de belanghebbenden worden verstrekt en waarvoor om een vertrouwelijke behandeling wordt verzocht, moeten voorzien zijn van de vermelding “Sensitive” (4). Belanghebbenden die in de loop van dit onderzoek informatie indienen, wordt verzocht hun verzoek om vertrouwelijke behandeling met redenen te omkleden.

    (17)

    Belanghebbenden die informatie met de vermelding “Sensitive” verstrekken, moeten hiervan krachtens artikel 19, lid 2, van de basisverordening een niet-vertrouwelijke samenvatting indienen, voorzien van de vermelding “For inspection by interested parties”. Deze samenvatting moet gedetailleerd genoeg zijn om een redelijk inzicht te verschaffen in de wezenlijke inhoud van de als vertrouwelijk verstrekte gegevens.

    (18)

    Als een belanghebbende die vertrouwelijke informatie verstrekt, geen geldige redenen voor het verzoek om een vertrouwelijke behandeling aanvoert of geen niet-vertrouwelijke samenvatting daarvan indient met de vereiste vorm en inhoud, kan de Commissie deze informatie buiten beschouwing laten, tenzij aan de hand van geëigende bronnen aannemelijk wordt gemaakt dat de informatie juist is.

    (19)

    Belanghebbenden wordt verzocht alle opmerkingen en verzoeken, met inbegrip van verzoeken om als belanghebbende te worden geregistreerd, gescande volmachten en certificaten, in te dienen via het platform TRON.tdi (https://webgate.ec.europa.eu/tron/TDI).

    (20)

    Om toegang tot het platform TRON.tdi te krijgen, moeten belanghebbenden over een EU Login-account beschikken. Volledige instructies over het registreren voor en het gebruik van het platform TRON.tdi zijn beschikbaar op het adres https://webgate.ec.europa.eu/tron/resources/documents/gettingStarted.pdf.

    Door het platform TRON.tdi of e-mail te gebruiken, stemmen belanghebbenden in met de geldende voorschriften inzake elektronisch ingediende opmerkingen, die zijn vervat in het document “Correspondentie met de Europese Commissie in handelsbeschermingszaken” op de website van het directoraat-generaal Handel (https://europa.eu/!7tHpY3).

    (21)

    Belanghebbenden moeten hun naam, adres, telefoonnummer en een geldig e-mailadres vermelden en ervoor zorgen dat het verstrekte e-mailadres een actief, officieel en zakelijk e-mailadres is dat elke dag wordt gecontroleerd. Zodra contactgegevens zijn verstrekt, verloopt de communicatie van de Commissie met belanghebbenden uitsluitend per e-mail, behalve indien zij er uitdrukkelijk om verzoeken alle documenten van de Commissie via een ander communicatiemiddel te ontvangen, of het document wegens de aard ervan per aangetekend schrijven moet worden verzonden. Voor nadere voorschriften en informatie over de correspondentie met de Commissie, met inbegrip van de beginselen die van toepassing zijn op per e-mail verzonden opmerkingen, moeten belanghebbenden de genoemde instructies over communicatie met belanghebbenden raadplegen.

    (22)

    Correspondentieadres van de Commissie:

    Europese Commissie

    Directoraat-generaal Handel

    Directoraat G

    Kamer CHAR 04/039

    1049 Brussel

    België

    TRON.tdi: https://webgate.ec.europa.eu/tron/tdi

    E-mail: TRADE-SSCR-AC@ec.europa.eu

    b)   Schriftelijk en mondeling verstrekken van informatie

    (23)

    Alle belanghebbenden, met inbegrip van de bedrijfstak van de Unie, importeurs en relevante verenigingen, wordt verzocht hun standpunt schriftelijk uiteen te zetten en bewijsmateriaal te verstrekken, op voorwaarde dat deze opmerkingen binnen de in artikel 3, lid 2, vastgestelde termijn worden ingediend. Voorts kan de Commissie belanghebbenden horen, mits zij daar schriftelijk om verzoeken en kunnen aantonen dat er bijzondere redenen zijn om hen te horen.

    c)   Verzoeken om vrijstelling

    (24)

    Overeenkomstig artikel 13, lid 4, van de basisverordening kan de invoer van het onderzochte product van maatregelen worden vrijgesteld als de invoer niet met ontwijking van de maatregelen plaatsvindt.

    (25)

    Aangezien de mogelijke ontwijking buiten de Unie plaatsvindt, kan overeenkomstig artikel 13, lid 4, van de basisverordening vrijstelling worden verleend aan producenten van het onderzochte product in Taiwan, Turkije en Vietnam die kunnen aantonen dat zij niet betrokken zijn bij ontwijkingspraktijken zoals beschreven in artikel 13, leden 1 en 2, van de basisverordening. Eventuele producenten die een vrijstelling wensen te krijgen, moeten zich binnen de in artikel 3, lid 1, van deze verordening vermelde termijn aanmelden. Exemplaren van de vragenlijst voor producenten-exporteurs in Indonesië, de vragenlijst voor vrijstellingsaanvragen voor producenten-exporteurs in Taiwan, Turkije en Vietnam en vragenlijsten voor importeurs in de Unie zijn beschikbaar in het dossier voor inzage door belanghebbenden en op de website van DG Handel (https://tron.trade.ec.europa.eu/investigations/case-view?caseId=2674). De vragenlijsten moeten binnen de in artikel 3, lid 2, van deze verordening vermelde termijn worden ingediend.

    F.   REGISTRATIE

    (26)

    Overeenkomstig artikel 14, lid 5, van de basisverordening moet de invoer van het onderzochte product worden geregistreerd zodat, indien bij het onderzoek blijkt dat er van ontwijking sprake is, een passend bedrag aan antidumpingrechten, dat het door de Commissie bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2012 opgelegde residuele recht niet overschrijdt, kan worden geheven vanaf de datum waarop de registratie van de invoer verplicht werd.

    G.   TERMIJNEN

    (27)

    Met het oog op een behoorlijk bestuur moeten termijnen worden vastgesteld waarbinnen:

    belanghebbenden zich bij de Commissie kenbaar kunnen maken, vragenlijsten kunnen indienen, hun standpunt schriftelijk kunnen uiteenzetten en alle gegevens die zij voor het onderzoek nuttig achten, kunnen indienen;

    producenten in Taiwan, Turkije en Vietnam om vrijstelling van de maatregelen kunnen verzoeken;

    belanghebbenden schriftelijk kunnen verzoeken om door de Commissie te worden gehoord.

    (28)

    De aandacht wordt erop gevestigd dat de in de basisverordening vermelde procedurele rechten slechts kunnen worden uitgeoefend indien de betrokkenen zich binnen de in artikel 3 van deze verordening gestelde termijnen bij de Commissie kenbaar maken.

    H.   NIET-MEDEWERKING

    (29)

    Wanneer belanghebbenden geen toegang tot de vereiste gegevens verlenen, deze niet binnen de gestelde termijn verstrekken of het onderzoek aanmerkelijk belemmeren, kunnen overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening conclusies worden getrokken op basis van de beschikbare gegevens, zowel in positieve als in negatieve zin.

    (30)

    Wanneer blijkt dat een belanghebbende onjuiste of misleidende inlichtingen heeft verstrekt, zullen deze buiten beschouwing worden gelaten en kan van de beschikbare gegevens gebruik worden gemaakt overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening.

    (31)

    Als een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijk medewerking verleent en de conclusies daarom overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening op de beschikbare gegevens worden gebaseerd, kunnen de resultaten voor deze belanghebbende minder gunstig zijn dan wanneer hij wel medewerking had verleend.

    I.   TIJDSCHEMA VAN HET ONDERZOEK

    (32)

    Het onderzoek wordt overeenkomstig artikel 13, lid 3, van de basisverordening uiterlijk negen maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening afgesloten.

    J.   VERWERKING VAN PERSOONSGEGEVENS

    (33)

    Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verzameld, zullen worden behandeld overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (5).

    (34)

    Een privacyverklaring die alle particulieren op de hoogte brengt van de verwerking van persoonsgegevens in het kader van de handelsbeschermingsactiviteiten van de Commissie is beschikbaar op de website van DG Handel (https://europa.eu/!vr4g9W).

    K.   RAADADVISEUR-AUDITEUR

    (35)

    Belanghebbenden kunnen erom vragen dat de raadadviseur-auditeur in handelsprocedures wordt ingeschakeld. Deze behandelt verzoeken om toegang tot het dossier, geschillen over de vertrouwelijkheid van documenten, verzoeken om termijnverlenging en alle andere verzoeken betreffende het recht van verweer van belanghebbenden en van derden die tijdens de procedure kunnen worden ingediend.

    (36)

    De raadadviseur-auditeur kan een hoorzitting beleggen en bemiddelen tussen de belanghebbende(n) en de diensten van de Commissie om te garanderen dat de belanghebbenden hun recht van verweer ten volle kunnen uitoefenen. Een verzoek om door de raadadviseur-auditeur te worden gehoord, moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. De raadadviseur-auditeur onderzoekt de redenen voor de verzoeken. Deze hoorzittingen mogen enkel plaatsvinden indien de kwesties niet tijdig zijn opgelost met de diensten van de Commissie.

    (37)

    Elk verzoek moet tijdig en snel worden ingediend, zodat het ordelijk verloop van de procedure niet in gevaar wordt gebracht. Daartoe moet een verzoek om inschakeling van de raadadviseur-auditeur zo spoedig mogelijk na de gebeurtenis die een dergelijke inschakeling rechtvaardigt door de belanghebbenden worden ingediend. In beginsel gelden de in artikel 3, lid 3, van deze verordening vastgestelde termijnen voor verzoeken om door de diensten van de Commissie te worden gehoord, mutatis mutandis voor verzoeken om door de raadadviseur-auditeur te worden gehoord. Wanneer een verzoek om een hoorzitting niet binnen de desbetreffende termijn wordt ingediend, onderzoekt de raadadviseur-auditeur ook de redenen voor het laattijdige verzoek, de aard van de aan de orde gestelde kwesties en de gevolgen van die kwesties voor het recht van verweer, rekening houdend met het belang van behoorlijk bestuur en de tijdige voltooiing van het onderzoek.

    (38)

    Belanghebbenden die contact willen opnemen, vinden de nodige gegevens en nadere informatie op de pagina’s van de raadadviseur-auditeur op de website van DG Handel (https://policy.trade.ec.europa.eu/contacts/hearing-officer_nl),

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Op grond van artikel 13, lid 3, van Verordening (EU) 2016/1036 wordt een onderzoek geopend om vast te stellen of bij de invoer in de Unie van gewalste platte producten van roestvrij staal, enkel koud gewalst, momenteel ingedeeld onder de GN-codes 7219 31 00, 7219 32 10, 7219 32 90, 7219 33 10, 7219 33 90, 7219 34 10, 7219 34 90, 7219 35 10, 7219 35 90, 7219 90 20, 7219 90 80, 7220 20 21, 7220 20 29, 7220 20 41, 7220 20 49, 7220 20 81, 7220 20 89, 7220 90 20 en 7220 90 80, verzonden vanuit Taiwan, Turkije of Vietnam, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Taiwan, Turkije en Vietnam, (Taric-codes 7219310010, 7219321010, 7219329010, 7219331010, 7219339010, 7219341010, 7219349010, 7219351010, 7219359010, 7219902010, 7219908010, 7220202110, 7220202910, 7220204110, 7220204910, 7220208110, 7220208910, 7220902010 en 7220908010) de bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2012 van de Commissie ingestelde maatregelen worden ontweken.

    Artikel 2

    1.   De douaneautoriteiten van de lidstaten nemen overeenkomstig artikel 13, lid 3, en artikel 14, lid 5, van Verordening (EU) 2016/1036 passende maatregelen om de invoer in de Unie van de in artikel 1 van de onderhavige verordening omschreven goederen te registreren.

    2.   De registratie wordt negen maanden na de datum van inwerkingtreding van de onderhavige verordening beëindigd.

    Artikel 3

    1.   Belanghebbenden moeten binnen 15 dagen na de datum van inwerkingtreding van deze verordening contact opnemen met de Commissie.

    2.   Belanghebbenden die wensen dat bij het onderzoek met hun opmerkingen rekening wordt gehouden, moeten, tenzij anders bepaald, binnen 37 dagen na de datum van bekendmaking van deze verordening in het Publicatieblad van de Europese Unie hun standpunt schriftelijk uiteenzetten en de Commissie de antwoorden op de vragenlijst, verzoeken om vrijstellingen en eventuele andere gegevens doen toekomen.

    3.   Binnen dezelfde termijn van 37 dagen kunnen belanghebbenden ook vragen om door de Commissie te worden gehoord. Een verzoek om te worden gehoord over het beginstadium van het onderzoek moet uiterlijk 15 dagen na de datum van inwerkingtreding van deze verordening worden ingediend. Dit verzoek moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed.

    Artikel 4

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 11 augustus 2023.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Ursula VON DER LEYEN


    (1)  PB L 176 van 30.6.2016, blz. 21.

    (2)  Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2012 van de Commissie van 17 november 2021 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op koudgewalste platte producten van roestvrij staal van oorsprong uit India en Indonesië (PB L 410 van 18.11.2021, blz. 153).

    (3)  Uitvoeringsverordening (EU) 2022/433 van de Commissie van 15 maart 2022 tot instelling van definitieve compenserende rechten op koudgewalste platte producten van roestvrij staal van oorsprong uit India en Indonesië en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2012 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op koudgewalste platte producten van roestvrij staal van oorsprong uit India en Indonesië (PB L 88 van 16.3.2022, blz. 24).

    (4)  Een “Sensitive”-document wordt beschouwd als vertrouwelijk in de zin van artikel 19 van de basisverordening en artikel 6 van de WTO-overeenkomst betreffende de toepassing van artikel VI van de GATT 1994 (Antidumpingovereenkomst). Het is ook een beschermd document krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).

    (5)  Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).


    Top