This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32023R0730
Council Regulation (EU) 2023/730 of 31 March 2023 amending Regulation (EU) 2023/194 fixing for 2023 the fishing opportunities for certain fish stocks, applicable in Union waters and, for Union fishing vessels, in certain non-Union waters, as well as fixing for 2023 and 2024 such fishing opportunities for certain deep-sea fish stocks, and Regulation (EU) 2022/109
Verordening (EU) 2023/730 van de Raad van 31 maart 2023 tot wijziging van Verordening (EU) 2023/194 tot vaststelling, voor 2023, van de vangstmogelijkheden voor bepaalde visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn, en tot vaststelling, voor 2023 en 2024, van dergelijke vangstmogelijkheden voor bepaalde diepzeevisbestanden, en van Verordening (EU) 2022/109
Verordening (EU) 2023/730 van de Raad van 31 maart 2023 tot wijziging van Verordening (EU) 2023/194 tot vaststelling, voor 2023, van de vangstmogelijkheden voor bepaalde visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn, en tot vaststelling, voor 2023 en 2024, van dergelijke vangstmogelijkheden voor bepaalde diepzeevisbestanden, en van Verordening (EU) 2022/109
ST/7526/2023/INIT
PB L 95 van 4.4.2023, pp. 1–27
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
No longer in force
|
4.4.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 95/1 |
VERORDENING (EU) 2023/730 VAN DE RAAD
van 31 maart 2023
tot wijziging van Verordening (EU) 2023/194 tot vaststelling, voor 2023, van de vangstmogelijkheden voor bepaalde visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn, en tot vaststelling, voor 2023 en 2024, van dergelijke vangstmogelijkheden voor bepaalde diepzeevisbestanden, en van Verordening (EU) 2022/109
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 3,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Bij Verordening (EU) 2023/194 van de Raad (1) worden voor 2023 voor bepaalde visbestanden de vangstmogelijkheden vastgesteld die in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn. De totale toegestane vangsten (TAC's) en de maatregelen die functioneel met de TAC's verbonden zijn, zoals vastgesteld bij Verordening (EU) 2023/194, moeten worden gewijzigd op grond van de bekendmaking van wetenschappelijk advies en op grond van de uitkomst van het overleg met derde landen en van vergaderingen van regionale organisaties voor visserijbeheer (ROVB’s). |
|
(2) |
Bij Verordening (EU) 2023/194 wordt een voorlopige TAC voor ansjovis (Engraulis encrasicolus) in ICES-deelgebied 8 voor de periode 1 januari 2023 tot en met 30 juni 2023 vastgesteld, in afwachting van de beschikbaarheid van wetenschappelijk advies voor dat bestand voor 2023. De Internationale Raad voor het onderzoek van de zee (ICES) heeft op 16 december 2022 wetenschappelijk advies voor dat bestand voor 2023 bekendgemaakt. De definitieve TAC voor dat bestand voor 2023 moet conform dat advies worden vastgesteld. |
|
(3) |
Tussen 9 en 13 maart 2023 heeft er tussen de Unie en het Verenigd Koninkrijk bilateraal overleg plaatsgevonden over het niveau van de TAC voor zandspiering en geassocieerde bijvangsten (Ammodytes spp.) in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van ICES-deelgebied 4, de wateren van het Verenigd Koninkrijk van ICES-sector 2a en de wateren van de Unie van sector 3a. Dat overleg werd gevoerd op grond van artikel 498, leden 2, 4 en 6, van de Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds (2) (HSO), en op basis van het standpunt van de Unie dat op 2 maart 2023 door de Raad werd goedgekeurd. Het resultaat van dit overleg is gedocumenteerd in een schriftelijk verslag. De betrokken TAC moet derhalve worden vastgesteld op het met het Verenigd Koninkrijk overeengekomen niveau. |
|
(4) |
De Unie en Noorwegen hebben bilateraal overleg gepleegd over: i) gedeelde en gezamenlijk beheerde bestanden in het Skagerrak, waaronder Noordse garnaal (Pandalus borealis) en wijting (Merlangius merlangus) in ICES-sector 3a, teneinde overeenstemming te bereiken over het beheer van die bestanden, met inbegrip van de vangstmogelijkheden; ii) de toegang tot de wateren, en iii) het ruilen van vangstmogelijkheden. Tussen 9 november en 9 december 2022 heeft er overleg plaatsgevonden over het beheer van de bestanden in het Skagerrak, op basis van het door de Raad overeengekomen standpunt van de Unie. Tussen 9 november 2022 en 16 maart 2023 heeft er overleg plaatsgevonden over de toegang tot de wateren en over het ruilen van vangstmogelijkheden, eveneens op basis van het door de Raad overeengekomen standpunt van de Unie. Het resultaat van het overleg is vastgelegd in drie goedgekeurde verslagen, die op 17 maart 2023 door de delegatiehoofden van de Unie en Noorwegen zijn ondertekend. De betrokken vangstmogelijkheden moeten worden vastgesteld op het niveau dat in die goedgekeurde verslagen staat vermeld, en de overige bepalingen in die verslagen moeten in het Unierecht worden geïmplementeerd. De betrokken bij Verordening (EU) 2023/194 vastgestelde vangstmogelijkheden en de bij Verordening (EU) 2022/109 van de Raad (3) vastgestelde vangstmogelijkheden voor lodde (Mallotus villosus) in de Groenlandse wateren van de ICES-deelgebieden 5 en 14 moeten dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
|
(5) |
In haar elfde jaarvergadering in 2023 heeft de Regionale Organisatie voor het visserijbeheer in het zuidelijke deel van de Stille Oceaan (SPRFMO) vangstbeperkingen voor Chileense horsmakreel (Trachurus murphyi) vastgesteld, de experimentele visserij op Antarctische ijsheek (Dissostichus spp.) gehandhaafd en de visserijinspanningsbeperking voor de pelagische visserij geschrapt. Die maatregelen moeten in het Unierecht worden geïmplementeerd. |
|
(6) |
In haar jaarvergadering 2022 heeft de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan (IOTC) de vangstbeperkingen voor geelvintonijn (Thunnus albacares) in het IOTC-bevoegdheidsgebied gehandhaafd in het kader van het herstelplan voor dat bestand. Bij Verordening (EU) 2023/194 wordt het Uniequotum voor dat bestand voor 2023 overeenkomstig die IOTC-maatregel vastgesteld. Naar aanleiding van de herziening van de jaarlijkse Uniebasisvangstbeperking in het kader van het herstelplan voor geelvintonijn in het IOTC-bevoegdheidsgebied heeft de IOTC het Uniequotum voor dat bestand voor 2023 overeenkomstig het herstelplan herzien. Dat herziene Uniequotum moet in het Unierecht worden geïmplementeerd. |
|
(7) |
Op grond van diverse aanbevelingen van de Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen (Iccat) kan de Unie op verzoek een percentage van haar ongebruikte quotum van bestanden in het Iccat-verdragsgebied, volgens de door de Iccat vastgestelde regels voor elk bestand, van het voorlaatste of het voorgaande jaar naar een bepaald jaar overdragen. Deze aanbevelingen moeten zo spoedig mogelijk op grond van een Commissievoorstel in het Unierecht worden geïmplementeerd, zodat de lidstaten de door de Iccat voor 2024 vastgestelde Uniequota voor Iccat-bestanden in hun geheel kunnen gebruiken. In afwachting van de implementatie van die aanbevelingen in het Unierecht worden bij Verordening (EU) 2023/194 voor bepaalde bestanden quota voor de afzonderlijke lidstaten vastgesteld op basis van het totale Uniequotum voor 2023, zoals dat is overeengekomen door de Iccat vóór de aanpassingen wegens over- of onderbevissing door lidstaten. |
|
(8) |
De Uniequota voor bestanden in het Iccat-verdragsgebied voor 2023 zijn in de Iccat-jaarvergadering in november 2022 aangepast overeenkomstig diverse Iccat-aanbevelingen op grond waarvan de Unie op verzoek een bepaald percentage van haar ongebruikte quotum aan vangstmogelijkheden van 2021 naar 2023 kan overdragen. Bij de vaststelling van de quota voor de individuele lidstaten voor die bestanden voor 2023 moet rekening worden gehouden met de overdrachten van ongebruikte Uniequota die vóór het begin van de visseizoenen voor deze bestanden door de Iccat zijn toegestaan. De quota voor Noord-Atlantische witte tonijn (Thunnus alalunga) (ALB/AN05N), voor Zuid-Atlantische witte tonijn (ALB/AS05N), voor grootoogtonijn (Thunnus obesus) in de Atlantische Oceaan (BET/ATLANT), alsmede voor zwaardvis (Xiphias gladius) in de Atlantische Oceaan ten noorden van 5° NB (SWO/AN05N) en voor zwaardvis in de Atlantische Oceaan ten zuiden van 5° NB (SWO/AS05N), moeten derhalve in die zin worden gewijzigd, rekening houdend met het beginsel van relatieve stabiliteit. Voorts moeten bepaalde maatregelen die functioneel verband houden met de vangstmogelijkheden, worden gehandhaafd om de internationale verbintenissen van de Unie na te komen. |
|
(9) |
De beperkingen van de visserijinspanning voor Unievaartuigen die in het verdragsgebied van de Iccat op blauwvintonijn (Thunnus thynnus) vissen, en de maximale hoeveelheid en capaciteit voor Uniekwekerijen van blauwvintonijn in dit gebied berusten op informatie die wordt verstrekt in de jaarlijkse visplannen, de jaarlijkse beheersplannen voor de vangstcapaciteit en de jaarlijkse beheersplannen voor de kweek van blauwvintonijn zoals opgesteld door de lidstaten. Op grond van artikel 6, lid 1, van Verordening (EU) 2016/1627 van het Europees Parlement en de Raad (4) moeten de lidstaten die plannen jaarlijks uiterlijk op 31 januari aan de Commissie toezenden. Op grond van artikel 6, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1627 rapporteert de Commissie de beperkingen van de visserijinspanning en de maximale kweekhoeveelheid en -capaciteit vervolgens aan het secretariaat van de Iccat in de vorm van het vangst- en capaciteitsbeheersplan van de Unie, dat door de Iccat moet worden besproken en goedgekeurd. De beperkingen van de visserijinspanning van de Unie en de maximale kweekhoeveelheid en -capaciteit van de Unie voor 2023 moeten worden vastgesteld conform het door de Iccat op 8 maart 2023 goedgekeurde Unieplan. |
|
(10) |
Verordening (EU) 2023/194 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
|
(11) |
De vangstmogelijkheden van Verordening (EU) 2023/194 moeten met ingang van 1 januari 2023 van toepassing zijn. De bepalingen van de onderhavige verordening die betrekking hebben op de vangstmogelijkheden, moeten derhalve eveneens met ingang van 1 januari 2023 van toepassing zijn, uitgezonderd voor de vangstmogelijkheden voor lodde in de Groenlandse wateren van de ICES-deelgebieden 5 en 14, die van toepassing moeten zijn van 15 oktober 2022 tot en met 15 april 2023. Een dergelijke toepassing met terugwerkende kracht doet geen afbreuk aan de beginselen van rechtszekerheid of bescherming van het gewettigd vertrouwen aangezien de betrokken vangstmogelijkheden worden verhoogd. Gezien de urgentie om onderbrekingen in de visserijactiviteiten te voorkomen, moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Wijziging van Verordening (EU) 2023/194
Verordening (EU) 2023/194 wordt als volgt gewijzigd:
|
1) |
Artikel 7 wordt geschrapt. |
|
2) |
In artikel 34 wordt lid 2 geschrapt. |
|
3) |
De bijlagen IA, IB, IH, IJ en VI worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij de onderhavige verordening. |
Artikel 2
Wijziging van Verordening (EU) 2022/109
In bijlage IB bij Verordening (EU) 2022/109 wordt de tabel met de vangstmogelijkheden voor lodde (Mallotus villosus) in de Groenlandse wateren van de ICES-deelgebieden 5 en 14 vervangen door:
“
|
Soort: |
Lodde Mallotus villosus |
Gebied: |
Groenlandse wateren van 5 en 14 (CAP/514GRN) |
|
|
Denemarken |
0 |
|
Analytische TAC Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing. |
|
|
Duitsland |
0 |
|
||
|
Zweden |
0 |
|
||
|
Alle lidstaten |
0 |
(1) |
||
|
Unie |
0 |
(2) |
||
|
Noorwegen |
10 000 |
(2) |
||
|
|
|
|
||
|
TAC |
Niet relevant |
|
||
|
(1) |
Denemarken, Duitsland en Zweden mogen pas van het quotum voor “alle lidstaten” gebruikmaken zodra zij hun eigen quotum hebben opgebruikt. Lidstaten waaraan meer dan 10 % van het Uniequotum is toegewezen, mogen het quotum voor “alle lidstaten” evenwel niet gebruiken. Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, worden afzonderlijk gerapporteerd (CAP/514GRN_AMS). |
|||
|
(2) |
Voor een vangstperiode van 15 oktober 2022 tot en met 15 april 2023. |
|||
”.
Artikel 3
Inwerkingtreding en toepassing
Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
De bepalingen van deze verordening zijn van toepassing met ingang van 1 januari 2023, met uitzondering van de bepalingen betreffende lodde (Mallotus villosus) in de Groenlandse wateren van de ICES-deelgebieden 5 en 14, die van toepassing zijn van 15 oktober 2022 tot en met 15 april 2023.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 31 maart 2023.
Voor de Raad
De voorzitter
J. ROSWALL
(1) Verordening (EU) 2023/194 van de Raad van 30 januari 2023 tot vaststelling, voor 2023, van de vangstmogelijkheden voor bepaalde visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn, en tot vaststelling, voor 2023 en 2024, van dergelijke vangstmogelijkheden voor bepaalde diepzeevisbestanden (PB L 28 van 31.1.2023, blz. 1).
(2) Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds (PB L 149 van 30.4.2021, blz. 10).
(3) Verordening (EU) 2022/109 van de Raad van 27 januari 2022 tot vaststelling, voor 2022, van de vangstmogelijkheden voor sommige visbestanden en groepen visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn (PB L 21 van 31.1.2022, blz. 1).
(4) Verordening (EU) 2016/1627 van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2016 betreffende een meerjarig herstelplan voor blauwvintonijn in het oostelijke deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 302/2009 van de Raad (PB L 252 van 16.9.2016, blz. 1).
BIJLAGE
De bijlagen bij Verordening (EU) 2023/194 worden als volgt gewijzigd:
|
1) |
In bijlage IA:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
2) |
In bijlage IB:
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
3) |
In bijlage ID:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
4) |
Bijlage IH wordt vervangen door: “„BIJLAGE IH SPRFMO-VERDRAGSGEBIED
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
5) |
Bijlage IJ wordt vervangen door: “„BIJLAGE IJ IOTC-BEVOEGDHEIDSGEBIED De vangsten van geelvintonijn (Thunnus albacares) door vaartuigen van de Unie mogen niet groter zijn dan de in deze bijlage vermelde vangstbeperkingen.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||
|
6) |
In bijlage VI:
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(1) De in deze tabel vermelde aantallen kunnen naar boven worden bijgesteld mits aan de internationale verplichtingen van de Unie wordt voldaan.
(2) Eén middelgroot ringzegenvaartuig is vervangen door maximaal tien beugvisserijvaartuigen, of door één klein ringzegenvaartuig en drie andere vaartuigen voor ambachtelijke visserij.
(3) Eén middelgroot ringzegenvaartuig mag worden vervangen door maximaal tien beugvisserijvaartuigen, of door één klein ringzegenvaartuig en maximaal drie beugvisserijvaartuigen.
(4) Eén middelgroot ringzegenvaartuig mag worden vervangen door maximaal tien beugvisserijvaartuigen.
(5) De individuele aantallen ringzegenvaartuigen in deze tabel zijn het resultaat van overdrachten tussen lidstaten en kunnen niet worden beschouwd als historische rechten voor de toekomst.
(6) Polyvalente vaartuigen, die gebruikmaken van verschillende soorten vistuig (beug, handlijn, sleeplijn).