Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32022R0651

    Uitvoeringsverordening (EU) 2022/651 van de Commissie van 20 april 2022 tot opening van een nieuw onderzoek ten aanzien van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1993 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op bepaalde open weefsels van glasvezels van oorsprong uit de Volksrepubliek China zoals uitgebreid tot bepaalde open weefsels van glasvezels verzonden vanuit India, Indonesië, Maleisië, Taiwan en Thailand, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit deze landen, met het oog op de vaststelling of een Indiase producent-exporteur van die maatregelen kan worden vrijgesteld, of het antidumpingrecht ten aanzien van de invoer afkomstig van die producent-exporteur kan worden ingetrokken en of die invoer moet worden geregistreerd

    C/2022/2238

    PB L 119 van 21.4.2022, p. 68–73 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2022/651/oj

    21.4.2022   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 119/68


    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2022/651 VAN DE COMMISSIE

    van 20 april 2022

    tot opening van een nieuw onderzoek ten aanzien van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1993 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op bepaalde open weefsels van glasvezels van oorsprong uit de Volksrepubliek China zoals uitgebreid tot bepaalde open weefsels van glasvezels verzonden vanuit India, Indonesië, Maleisië, Taiwan en Thailand, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit deze landen, met het oog op de vaststelling of een Indiase producent-exporteur van die maatregelen kan worden vrijgesteld, of het antidumpingrecht ten aanzien van de invoer afkomstig van die producent-exporteur kan worden ingetrokken en of die invoer moet worden geregistreerd

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (1) (“de antidumpingbasisverordening”), en met name artikel 13, lid 4, en artikel 14, lid 5,

    Gezien Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1993 van de Commissie van 6 november 2017 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op bepaalde open weefsels van glasvezels van oorsprong uit de Volksrepubliek China zoals uitgebreid tot bepaalde open weefsels van glasvezels verzonden vanuit India, Indonesië, Maleisië, Taiwan en Thailand, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit deze landen, naar aanleiding van een nieuw onderzoek op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad (2),

    Na kennisgeving aan de lidstaten,

    Overwegende hetgeen volgt:

    1.   VERZOEK

    (1)

    De Europese Commissie (“de Commissie”) heeft een verzoek ontvangen om vrijstelling van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van bepaalde open weefsels van glasvezels verzonden vanuit India, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit India, wat Urja Products Private Limited (“de indiener van het verzoek”) betreft, op grond van artikel 13, lid 4, van de antidumpingbasisverordening.

    (2)

    Het verzoek is op 23 augustus 2021 ingediend door de indiener van het verzoek, die een producent-exporteur van open weefsels van glasvezels in India (“het betrokken land”) is.

    2.   ONDERZOCHT PRODUCT

    (3)

    Het nieuwe onderzoek heeft betrekking op open weefsels van glasvezels, met een celgrootte van meer dan 1,8 mm in zowel lengte als breedte en met een gewicht van meer dan 35 g/m2, met uitzondering van glasvezelschijven, verzonden vanuit India, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit India, momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 7019 63 00, ex 7019 64 00, ex 7019 65 00, ex 7019 66 00 en ex 7019 69 90 (Taric-codes 7019630014, 7019640014, 7019650014, 7019660014 en 7019699014). De GN- en Taric-codes worden slechts ter informatie vermeld.

    3.   BESTAANDE MAATREGELEN

    (4)

    Bij Verordening (EU) nr. 791/2011 (3) heeft de Raad definitieve antidumpingrechten ingesteld op de invoer van bepaalde open weefsels van glasvezels van oorsprong uit de Volksrepubliek China.

    (5)

    Deze maatregelen zijn bij Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 672/2012 (4), (EU) nr. 21/2013 (5) en (EU) nr. 1371/2013 (6) van de Raad, laatstelijk gewijzigd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1711 van de Commissie (7), uitgebreid tot de invoer van bepaalde open weefsels van glasvezels verzonden uit India, Indonesië, Maleisië, Taiwan en Thailand, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit deze landen, met uitzondering van die welke worden geproduceerd door Montex Glass Fibre Industries Pvt. Ltd en Pyrotek India Pvt. Ltd.

    (6)

    Deze maatregelen zijn bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 976/2014 van de Commissie (8) uitgebreid tot de invoer van enigszins gewijzigde open weefsels van glasvezels.

    (7)

    De thans geldende maatregelen zijn ingesteld bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1993 naar aanleiding van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen op grond van artikel 11, lid 2, van de antidumpingbasisverordening, zoals gewijzigd bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/788 van de Commissie (9) waarbij een vrijstelling is verleend aan SPG Glass Fibre PVT. Ltd.

    4.   MOTIVERING VAN HET NIEUWE ONDERZOEK

    (8)

    De indiener van het verzoek voerde aan dat hij het onderzochte product gedurende de verslagperiode die is gebruikt in het kader van het onderzoek dat heeft geleid tot de uitgebreide maatregelen zoals vastgesteld bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1371/2013, namelijk de periode van 1 april 2012 tot en met 31 maart 2013 (“het oorspronkelijke onderzoektijdvak”), niet naar de Unie heeft uitgevoerd. In feite had de indiener van het verzoek zich reeds kenbaar gemaakt tijdens het onderzoek dat tot de uitbreiding van de maatregelen heeft geleid, waarin was geconcludeerd dat “Urja Products het onderzochte product niet vervaardigt” (10).

    (9)

    Bovendien verstrekte de indiener van het verzoek bewijsmateriaal waaruit blijkt dat hij een echte producent is en betoogde hij de bestaande maatregelen niet te hebben ontweken.

    (10)

    De indiener van het verzoek voerde verder aan dat hij het onderzochte product na het oorspronkelijke onderzoektijdvak, in 2020 en 2021, naar de Unie heeft uitgevoerd.

    5.   PROCEDURE

    5.1.   Opening van het onderzoek

    (11)

    De Commissie onderzocht het beschikbare bewijsmateriaal en kwam tot de conclusie dat dit voldoende was om een onderzoek te openen op grond van artikel 13, lid 4, van de antidumpingbasisverordening teneinde vast te stellen of de indiener van het verzoek van de maatregelen zoals uitgebreid kon worden vrijgesteld.

    (12)

    De bekende betrokken bedrijfstak van de Unie is van het verzoek om een nieuw onderzoek in kennis gesteld en is in de gelegenheid gesteld opmerkingen te maken.

    (13)

    Bij haar onderzoek zal de Commissie bijzondere aandacht besteden aan de verbondenheid van de indiener van het verzoek met de ondernemingen waarop de bestaande maatregelen van toepassing zijn, om zich ervan te vergewissen dat hij niet is opgericht om te worden gebruikt voor het ontwijken van de maatregelen. Zij zal ook nagaan of bijzondere monitoringvoorwaarden moeten worden opgelegd indien bij het onderzoek wordt geconcludeerd dat het verlenen van de vrijstelling gerechtvaardigd is.

    5.2.   Intrekking van de bestaande antidumpingmaatregelen en registratie van de invoer

    (14)

    Overeenkomstig artikel 11, lid 4, van de antidumpingbasisverordening moet in het geval van nieuwe exporteurs in het betrokken land van uitvoer die het product in het onderzoektijdvak waarop de maatregelen zijn gebaseerd niet hebben uitgevoerd, het geldende antidumpingrecht worden ingetrokken ten aanzien van de invoer van het onderzochte product dat door de indiener van het verzoek wordt vervaardigd en naar de Unie wordt uitgevoerd.

    (15)

    Tevens moet de invoer van dit product overeenkomstig artikel 14, lid 5, van de antidumpingbasisverordening worden geregistreerd, zodat eventueel antidumpingrechten kunnen worden geheven vanaf de datum van registratie van deze invoer, indien uit het nieuwe onderzoek blijkt dat de indiener van het verzoek de maatregelen heeft ontweken. Het bedrag dat de indiener van het verzoek in de toekomst eventueel verschuldigd zal zijn, zou gelijk zijn aan het recht dat van toepassing is op “alle andere ondernemingen” in artikel 1, lid 2, van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1993 (62,9 %).

    5.3.   Tijdvak van het nieuwe onderzoek

    (16)

    Het onderzoek zal de periode van 1 april 2012 tot en met 31 december 2021 bestrijken (“tijdvak van het nieuwe onderzoek”).

    5.4.   Onderzoek naar de indiener van het verzoek

    (17)

    Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig acht, zal de Commissie de indiener van het verzoek een vragenlijst toezenden. Ingevolge artikel 6, lid 2, van de antidumpingbasisverordening moet de indiener van het verzoek, tenzij anders vermeld, de ingevulde vragenlijst binnen 37 dagen na de datum van inwerkingtreding van deze verordening indienen.

    5.5.   Andere schriftelijke opmerkingen

    (18)

    Alle belanghebbenden wordt hierbij verzocht om onder de voorwaarden van deze verordening hun standpunt kenbaar te maken en informatie en bewijsmateriaal in te dienen. Tenzij anders aangegeven, moeten deze informatie en dit bewijsmateriaal uiterlijk 37 dagen na de datum van inwerkingtreding van deze verordening in het bezit van de Commissie zijn.

    5.6.   Mogelijkheid om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord

    (19)

    Alle belanghebbenden kunnen een verzoek indienen om door de onderzoeksdiensten van de Commissie te worden gehoord. Dit verzoek moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. Een verzoek om een hoorzitting over kwesties die betrekking hebben op de opening van het onderzoek, moet binnen 15 dagen na de datum van inwerkingtreding van deze verordening worden ingediend. Daarna moet een verzoek om te worden gehoord, worden ingediend binnen de specifieke termijnen die de Commissie in haar correspondentie met de partijen vermeldt.

    5.7.   Instructies voor schriftelijke opmerkingen en de verzending van ingevulde vragenlijsten en correspondentie

    (20)

    Informatie die aan de Commissie wordt verstrekt in het kader van handelsbeschermingsonderzoeken, moet vrij zijn van auteursrechten. Alvorens aan de Commissie informatie en/of gegevens te verstrekken die onderworpen zijn aan het auteursrecht van derden, moeten belanghebbenden de houder van het auteursrecht specifiek verzoeken de Commissie uitdrukkelijk toestemming te verlenen om a) voor deze handelsbeschermingsprocedure gebruik te maken van de informatie en gegevens en b) de informatie en/of gegevens te verstrekken aan belanghebbenden in dit onderzoek, in een vorm die hun de mogelijkheid biedt hun recht van verweer uit te oefenen.

    (21)

    Alle schriftelijke opmerkingen, met inbegrip van de in deze verordening gevraagde informatie, ingevulde vragenlijsten en correspondentie die door de belanghebbenden worden verstrekt en waarvoor om een vertrouwelijke behandeling wordt verzocht, moeten zijn voorzien van de vermelding “Sensitive”. Belanghebbenden die in de loop van dit onderzoek informatie indienen, wordt verzocht hun verzoek om vertrouwelijke behandeling met redenen te omkleden.

    (22)

    Belanghebbenden die informatie met de vermelding “Sensitive” verstrekken, moeten hiervan krachtens artikel 19, lid 2, van de antidumpingbasisverordening een niet-vertrouwelijke samenvatting indienen, voorzien van de vermelding “For inspection by interested parties”. Deze samenvatting moet gedetailleerd genoeg zijn om een redelijk inzicht te verschaffen in de wezenlijke inhoud van de als vertrouwelijk verstrekte inlichtingen.

    (23)

    Als een belanghebbende die informatie met de vermelding “Sensitive” verstrekt, geen geldige redenen voor het verzoek om een vertrouwelijke behandeling aanvoert of geen niet-vertrouwelijke samenvatting daarvan indient met de vereiste vorm en inhoud, kan de Commissie deze informatie buiten beschouwing laten, tenzij aan de hand van geëigende bronnen aannemelijk wordt gemaakt dat de informatie juist is.

    (24)

    Belanghebbenden wordt verzocht alle opmerkingen en verzoeken, met inbegrip van gescande volmachten en certificaten, via het platform TRON.tdi (https://tron.trade.ec.europa.eu/tron/TDI) in te dienen. Door het platform TRON.tdi of e-mail te gebruiken, stemmen belanghebbenden in met de geldende voorschriften inzake elektronisch ingediende opmerkingen, die zijn vervat in het document “Correspondentie met de Europese Commissie in handelsbeschermingszaken” op de website van het directoraat-generaal Handel (https://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2014/june/tradoc_152578.pdf).

    (25)

    Belanghebbenden moeten hun naam, adres, telefoonnummer en een geldig e-mailadres vermelden en ervoor zorgen dat het verstrekte e-mailadres een actief, officieel en zakelijk e-mailadres is dat elke dag wordt gecontroleerd. Zodra contactgegevens zijn verstrekt, verloopt de communicatie van de Commissie met belanghebbenden uitsluitend via het platform TRON.tdi of per e-mail, tenzij zij uitdrukkelijk verzoeken alle documenten van de Commissie via een ander communicatiemiddel te ontvangen of het document wegens de aard ervan per aangetekend schrijven moet worden verzonden. Voor nadere voorschriften en informatie over de correspondentie met de Commissie, met inbegrip van de beginselen die van toepassing zijn op via het platform TRON.tdi of per e-mail verzonden opmerkingen, moeten belanghebbenden de hierboven genoemde instructies voor de communicatie met belanghebbenden raadplegen.

    Correspondentieadres van de Commissie:

    Europese Commissie

    Directoraat-generaal Handel

    Directoraat G

    Kamer CHAR 04/039

    1040 Brussel

    BELGIË

    E-mail: TRADE-R766-DUMPING@ec.europa.eu

    6.   MOGELIJKHEID OM OPMERKINGEN TE MAKEN OVER DOOR ANDERE BELANGHEBBENDEN INGEDIENDE INFORMATIE

    (26)

    Om het recht van verweer te waarborgen, moeten belanghebbenden de mogelijkheid hebben om opmerkingen te maken over de door andere belanghebbenden ingediende informatie. Daarbij mogen zij alleen ingaan op kwesties die in de door andere belanghebbenden ingediende informatie worden vermeld en mogen zij geen nieuwe kwesties aan de orde stellen. Opmerkingen over de informatie die door andere belanghebbenden is verstrekt naar aanleiding van de mededeling van de definitieve bevindingen moeten, tenzij anders aangegeven, uiterlijk vijf dagen na het verstrijken van de termijn voor het maken van opmerkingen over de definitieve bevindingen worden ingediend. In geval van een aanvullende mededeling van de definitieve bevindingen moeten opmerkingen van andere belanghebbenden naar aanleiding van deze aanvullende mededeling, tenzij anders aangegeven, uiterlijk één dag na het verstrijken van de termijn voor het maken van opmerkingen over deze aanvullende mededeling worden ingediend. Bovenbedoeld tijdschema geldt onverminderd het recht van de Commissie de belanghebbenden in naar behoren gemotiveerde gevallen om aanvullende informatie te verzoeken.

    7.   VERLENGING VAN DE IN DEZE VERORDENING VERMELDE TERMIJNEN

    (27)

    Een eventuele verlenging van de in deze verordening vermelde termijnen mag alleen in uitzonderlijke omstandigheden worden aangevraagd en wordt alleen verleend indien daarvoor naar behoren gemotiveerde redenen zijn aangevoerd

    (28)

    In elk geval is de eventuele verlenging van de termijn om de vragenlijsten te beantwoorden normaliter beperkt tot drie dagen, en mag deze in de regel niet meer dan zeven dagen bedragen.

    (29)

    Wat de termijnen voor de indiening van andere in de verordening genoemde informatie betreft, zijn verlengingen beperkt tot drie dagen, tenzij wordt aangetoond dat er sprake is van uitzonderlijke omstandigheden.

    8.   NIET-MEDEWERKING

    (30)

    Wanneer belanghebbenden geen toegang tot de vereiste gegevens verlenen, deze niet binnen de gestelde termijn verstrekken of het onderzoek aanmerkelijk belemmeren, kunnen overeenkomstig artikel 18 van de antidumpingbasisverordening conclusies worden getrokken op basis van de beschikbare gegevens, zowel in positieve als in negatieve zin.

    (31)

    Wanneer blijkt dat een belanghebbende onjuiste of misleidende inlichtingen heeft verstrekt, kunnen deze buiten beschouwing worden gelaten en kan van de beschikbare gegevens gebruik worden gemaakt.

    (32)

    Als een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijk medewerking verleent en de conclusies derhalve overeenkomstig artikel 18 van de antidumpingbasisverordening op de beschikbare gegevens worden gebaseerd, kunnen de resultaten voor deze belanghebbende minder gunstig zijn dan wanneer hij wel medewerking had verleend.

    (33)

    Als de belanghebbende zijn antwoord niet door middel van systemen voor automatische gegevensverwerking verstrekt, wordt dit niet als niet-medewerking beschouwd, mits deze belanghebbende aantoont dat verstrekking van het antwoord in de gevraagde vorm voor hem een onredelijke extra belasting zou betekenen of onredelijke extra kosten met zich zou meebrengen. De belanghebbende moet onmiddellijk contact opnemen met de Commissie.

    9.   RAADADVISEUR-AUDITEUR

    (34)

    Belanghebbenden kunnen erom vragen dat de raadadviseur-auditeur in handelsprocedures wordt ingeschakeld. De raadadviseur-auditeur behandelt verzoeken om toegang tot het dossier, geschillen over de vertrouwelijkheid van documenten, verzoeken om termijnverlenging en alle andere verzoeken betreffende het recht van verweer van belanghebbenden en van derden die tijdens de procedure kunnen worden ingediend.

    (35)

    De raadadviseur-auditeur kan een hoorzitting beleggen en bemiddelen tussen de belanghebbende(n) en de diensten van de Commissie om te garanderen dat de belanghebbenden hun recht van verweer ten volle kunnen uitoefenen. Een verzoek om door de raadadviseur-auditeur te worden gehoord, moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. De raadadviseur-auditeur onderzoekt de redenen voor de verzoeken. Deze hoorzittingen mogen enkel plaatsvinden indien de kwesties niet tijdig zijn opgelost met de diensten van de Commissie.

    (36)

    Elk verzoek moet tijdig en snel worden ingediend, zodat het ordelijk verloop van de procedure niet in gevaar wordt gebracht. Daartoe moet een verzoek om inschakeling van de raadadviseur-auditeur zo spoedig mogelijk na de gebeurtenis die een dergelijke inschakeling rechtvaardigt door de belanghebbenden worden ingediend. De raadadviseur-auditeur onderzoekt de redenen voor verzoeken om tussenkomst, de aard van de aan de orde gestelde kwesties en de gevolgen van die kwesties voor het recht van verweer, rekening houdend met het belang van behoorlijk bestuur en de tijdige voltooiing van het onderzoek.

    (37)

    Belanghebbenden die contact willen opnemen, vinden de nodige gegevens en nadere informatie op de pagina’s van de raadadviseur-auditeur op de website van DG Handel (http://ec.europa.eu/trade/trade-policy-and-you/contacts/hearing-officer/).

    10.   TIJDSCHEMA VOOR HET ONDERZOEK

    (38)

    Het onderzoek zal overeenkomstig artikel 11, lid 5, van de antidumpingbasisverordening binnen negen maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening worden afgesloten.

    11.   VERWERKING VAN PERSOONSGEGEVENS

    (39)

    Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verzameld, zullen worden behandeld in overeenstemming met Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (11).

    (40)

    Een privacyverklaring die alle particulieren op de hoogte brengt van de verwerking van persoonsgegevens in het kader van de handelsbeschermingsactiviteiten van de Commissie is beschikbaar op de website van DG Handel (http://ec.europa.eu/trade/policy/accessing-markets/trade-defence/),

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Op grond van artikel 13, lid 4, van Verordening (EU) 2016/1036 wordt een nieuw onderzoek geopend om vast te stellen of de invoer van uit India verzonden open weefsels van glasvezels, met een celgrootte van meer dan 1,8 mm in zowel lengte als breedte en met een gewicht van meer dan 35 g/m2, met uitzondering van glasvezelschijven, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit India, momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 7019 63 00, ex 7019 64 00, ex 7019 65 00, ex 7019 66 00 en ex 7019 69 90 (Taric-codes 7019 63 00 14, 7019 64 00 14, 7019 65 00 14, 7019 66 00 14 en 7019 69 90 14), geproduceerd door Urja Products Private Limited (aanvullende Taric-code C861), moet worden onderworpen aan het bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1993 ingestelde antidumpingrecht.

    Artikel 2

    Het bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1993 ingestelde antidumpingrecht wordt ingetrokken ten aanzien van het in artikel 1 van de onderhavige verordening omschreven product.

    Artikel 3

    De douaneautoriteiten nemen overeenkomstig artikel 14, lid 5, van Verordening (EU) 2016/1036 de nodige maatregelen om de invoer van het in artikel 1 van de onderhavige verordening omschreven product te registreren.

    De registratie wordt negen maanden na de datum van inwerkingtreding van de onderhavige verordening beëindigd.

    Artikel 4

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in alle lidstaten.

    Gedaan te Brussel, 20 april 2022.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Ursula VON DER LEYEN


    (1)  PB L 176 van 30.6.2016, blz. 21.

    (2)  PB L 288 van 7.11.2017, blz. 4.

    (3)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 791/2011 van de Raad van 3 augustus 2011 tot instelling van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op bepaalde open weefsels van glasvezels van oorsprong uit de Volksrepubliek China (PB L 204 van 9.8.2011, blz. 1).

    (4)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 672/2012 van de Raad van 16 juli 2012 tot uitbreiding van het bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 791/2011 ingestelde definitieve antidumpingrecht op bepaalde open weefsels van glasvezels van oorsprong uit de Volksrepubliek China tot bepaalde open weefsels van glasvezels verzonden vanuit Maleisië, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Maleisië (PB L 196 van 24.7.2012, blz. 1).

    (5)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 21/2013 van de Raad van 10 januari 2013 tot uitbreiding van het bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 791/2011 ingestelde definitieve antidumpingrecht op bepaalde open weefsels van glasvezels van oorsprong uit de Volksrepubliek China tot bepaalde open weefsels van glasvezels verzonden vanuit Taiwan of Thailand, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Taiwan of Thailand (PB L 11 van 16.1.2013, blz. 1).

    (6)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1371/2013 van de Raad van 16 december 2013 tot uitbreiding van het bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 791/2011 ingestelde definitieve antidumpingrecht op bepaalde open weefsels van glasvezels van oorsprong uit de Volksrepubliek China tot bepaalde open weefsels van glasvezels verzonden uit India of Indonesië, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit India of Indonesië (PB L 346 van 20.12.2013, blz. 20).

    (7)  Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1711 van de Commissie van 13 november 2018 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1371/2013 van de Raad wat betreft de datum van toepassing van de aan Indiase producenten-exporteurs verleende vrijstellingen (PB L 286 van 14.11.2018, blz. 12).

    (8)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 976/2014 van de Commissie van 15 september 2014 tot uitbreiding van het definitieve antidumpingrecht dat bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 791/2011 is ingesteld op de invoer van bepaalde open weefsels van glasvezels van oorsprong uit de Volksrepubliek China tot de invoer van bepaalde enigszins gewijzigde open weefsels van glasvezels, eveneens van oorsprong uit de Volksrepubliek China (PB L 274 van 16.9.2014, blz. 13).

    (9)  Uitvoeringsverordening (EU) 2018/788 van de Commissie van 30 mei 2018 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1993 van tot instelling van een definitief antidumpingrecht op bepaalde open weefsels van glasvezels van oorsprong uit de Volksrepubliek China zoals uitgebreid tot bepaalde open weefsels van glasvezels verzonden vanuit India, Indonesië, Maleisië, Taiwan en Thailand, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit deze landen, naar aanleiding van een nieuw onderzoek op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 134 van 31.5.2018, blz. 5).

    (10)  Zie de overwegingen 11 en 50 van Verordening (EU) nr. 1371/2013.

    (11)  Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).


    Top