This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32022L2556
Directive (EU) 2022/2556 of the European Parliament and of the Council of 14 December 2022 amending Directives 2009/65/EC, 2009/138/EC, 2011/61/EU, 2013/36/EU, 2014/59/EU, 2014/65/EU, (EU) 2015/2366 and (EU) 2016/2341 as regards digital operational resilience for the financial sector (Text with EEA relevance)
Richtlijn (EU) 2022/2556 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2022 tot wijziging van de Richtlijnen 2009/65/EG, 2009/138/EG, 2011/61/EU, 2013/36/EU, 2014/59/EU, 2014/65/EU, (EU) 2015/2366 en (EU) 2016/2341 wat betreft digitale operationele weerbaarheid voor de financiële sector (Voor de EER relevante tekst)
Richtlijn (EU) 2022/2556 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2022 tot wijziging van de Richtlijnen 2009/65/EG, 2009/138/EG, 2011/61/EU, 2013/36/EU, 2014/59/EU, 2014/65/EU, (EU) 2015/2366 en (EU) 2016/2341 wat betreft digitale operationele weerbaarheid voor de financiële sector (Voor de EER relevante tekst)
PE/42/2022/REV/1
PB L 333 van 27.12.2022, p. 153–163
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
27.12.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 333/153 |
RICHTLIJN (EU) 2022/2556 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 14 december 2022
tot wijziging van de Richtlijnen 2009/65/EG, 2009/138/EG, 2011/61/EU, 2013/36/EU, 2014/59/EU, 2014/65/EU, (EU) 2015/2366 en (EU) 2016/2341 wat betreft digitale operationele weerbaarheid voor de financiële sector
(Voor de EER relevante tekst)
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name de artikelen 53, lid 1, en 114,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Gezien het advies van de Europese Centrale Bank (1),
Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (3),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Unie moet zorgen voor een passende en alomvattende aanpak van de digitale risico's voor alle financiële entiteiten die voortvloeien uit een toegenomen gebruik van informatie- en communicatietechnologie (ICT) bij de verstrekking en het verbruik van financiële diensten, en daarbij bijdragen aan de verwezenlijking van het potentieel van digitale financiering, door innovatie te stimuleren en mededinging in een veilige digitale omgeving te bevorderen. |
(2) |
Financiële entiteiten zijn sterk afhankelijk van het gebruik van digitale technologieën in hun dagelijkse activiteiten. Het is daarom van het grootste belang dat de operationele weerbaarheid van hun digitale operaties tegen ICT-risico's gewaarborgd blijft. Dit is des te belangrijker vanwege de groei van baanbrekende technologieën in de markt, met name technologieën waardoor het mogelijk wordt digitale weergaven van waarde of rechten elektronisch over te dragen en te bewaren met behulp van distributed ledger of soortgelijke technologie (cryptoactiva), en de groei van diensten die met die activa verband houden. |
(3) |
Vereisten betreffende het beheer van het ICT-risico in de financiële sector zijn op het niveau van de Unie momenteel vastgelegd in de Richtlijnen 2009/65/EG (4), 2009/138/EG (5), 2011/61/EU (6), 2013/36/EU (7), 2014/59/EU (8), 2014/65/EU (9), (EU) 2015/2366 (10) en (EU) 2016/2341 (11) van het Europees Parlement en de Raad. Die vereisten zijn erg uiteenlopend en soms onvolledig. In een aantal gevallen is het ICT-risico slechts impliciet aangepakt als onderdeel van het operationele risico, en in andere gevallen zelfs helemaal niet. Die problemen worden verholpen door de vaststelling van Verordening (EU) 2022/2554 van het Europees Parlement en de Raad (12). De voornoemde richtlijnen moeten derhalve worden gewijzigd om ze in overeenstemming te brengen met die verordening. Deze richtlijn bevat een reeks wijzigingen die noodzakelijk zijn om te zorgen voor juridische duidelijkheid en consistentie indien financiële entiteiten waaraan vergunningen werden verleend en waarop toezicht wordt uitgeoefend overeenkomstig die richtlijnen, diverse vereisten inzake digitale operationele weerbaarheid toepassen die nodig zijn voor de uitoefening hun activiteiten en voor de verrichting van diensten, zodat de goede werking van de interne markt wordt gewaarborgd. Er moet voor worden gezorgd dat die vereisten aansluiten bij de marktontwikkelingen en tegelijkertijd de proportionaliteit aanmoedigen, met name wat betreft de omvang van de financiële entiteiten en de specifieke regelgeving waaraan zij onderworpen zijn, met als doel de nalevingskosten te verminderen. |
(4) |
Op het gebied van bankdiensten bevat Richtlijn 2013/36/EU momenteel enkel algemene interne governanceregels en operationeelrisicobepalingen met vereisten voor nood- en bedrijfscontinuïteitsplannen, die impliciet als basis dienen voor ICT-risicobeheer. Om het ICT-risico echter expliciet en duidelijk aan te pakken, moeten de vereisten voor nood- en bedrijfscontinuïteitsplannen worden gewijzigd om daarin ook bedrijfscontinuïteitsplannen en respons- en herstelplannen voor het ICT-risico op te nemen, in overeenstemming met de vereisten van Verordening (EU) 2022/2554. Bovendien is het ICT-risico slechts impliciet opgenomen, als onderdeel van het operationele risico, in de procedure voor toetsing en evaluatie door de toezichthouder (Supervisory Review and Evaluation Process — SREP) die de bevoegde autoriteiten uitvoeren, en zijn de criteria voor de beoordeling van het ICT-risico momenteel vastgelegd in de Richtsnoeren inzake de beoordeling van het ICT-risico in het kader van het proces van toetsing en evaluatie door de toezichthouder (SREP), uitgevaardigd door de Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit) (EBA), die is opgericht bij Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad (13). Om juridische duidelijkheid te scheppen en ervoor te zorgen dat bankentoezichthouders het ICT-risico effectief vaststellen en het beheer ervan door financiële entiteiten monitoren, in overeenstemming met het nieuwe kader voor digitale operationele weerbaarheid, moet het toepassingsgebied van de SREP ook worden gewijzigd opdat expliciet naar de vereisten van Verordening (EU) 2022/2554 wordt verwezen en met name de risico’s worden bestreken die aan het licht zijn gekomen dankzij verslagen over ernstige ICT-gerelateerde incidenten en dankzij de resultaten van de tests inzake digitale operationele weerbaarheid die financiële entiteiten overeenkomstig die verordening uitvoeren. |
(5) |
Digitale operationele weerbaarheid is essentieel om de kritieke functies en de centrale bedrijfsonderdelen van een financiële entiteit in geval van afwikkeling te behouden en zo een verstoring van de reële economie en het financiële stelsel te voorkomen. Ernstige operationele incidenten kunnen een belemmering vormen voor het vermogen van een financiële entiteit om haar activiteiten voort te zetten en kunnen de afwikkelingsdoelstellingen in gevaar brengen. Bepaalde contractuele overeenkomsten inzake het gebruik van ICT-diensten zijn van essentieel belang om de operationele continuïteit te waarborgen en in geval van afwikkeling de nodige gegevens te verstrekken. Om afgestemd te zijn op de doelstellingen van het Uniekader voor operationele weerbaarheid moet Richtlijn 2014/59/EU dienovereenkomstig worden gewijzigd, om ervoor te zorgen dat bij de afwikkelingsplanning en de beoordeling van de afwikkelbaarheid van financiële entiteiten rekening wordt gehouden met de informatie in verband met operationele weerbaarheid. |
(6) |
Richtlijn 2014/65/EU voorziet in strengere ICT-risicovoorschriften voor beleggingsondernemingen en handelsplatformen die zich bezighouden met algoritmische handel. Voor datarapporteringsdiensten en transactieregisters gelden minder gedetailleerde vereisten. Ook bevat Richtlijn 2014/65/EU slechts beperkte verwijzingen naar controle- en beveiligingsregelingen voor informatieverwerkingssystemen en naar het gebruik van passende systemen, middelen en procedures om de continuïteit en regelmatigheid van de zakelijke diensten te waarborgen. Voorts moet die richtlijn worden afgestemd op Verordening (EU) 2022/2554 wat betreft continuïteit en regelmatigheid bij de verrichting van beleggingsdiensten en -activiteiten, operationele weerbaarheid, de capaciteit van handelssystemen en de doeltreffendheid van bedrijfscontinuïteitsregelingen en risicobeheer. |
(7) |
Richtlijn (EU) 2015/2366 bevat specifieke regels inzake ICT-beveiligingscontroles en risicobeperking met het oog op het verkrijgen van een machtiging tot het verrichten van betalingsdiensten. Deze machtigingsregels moeten worden gewijzigd om ze in overeenstemming te brengen met Verordening (EU) 2022/2554. Om de administratieve lasten te verminderen en complexe en overlappende rapportagevereisten te vermijden mogen daarnaast de in die richtlijn vervatte regels voor incidentenmelding niet langer van toepassing zijn op betalingsdienstaanbieders die onder die richtlijn en tevens onder Verordening (EU) 2022/2554 vallen, zodat die betalingsdienstaanbieders kunnen profiteren van één volledig geharmoniseerd mechanisme voor de melding van alle betalingsgerelateerde operationele of beveiligingsincidenten, ongeacht of dergelijke incidenten ICT-gerelateerd zijn. |
(8) |
In de algemene bepalingen over governance en risicobeheer van Richtlijn 2009/138/EG en Richtlijn (EU) 2016/2341 komt het ICT-risico gedeeltelijk aan bod; bepaalde vereisten moeten worden gespecificeerd door middel van gedelegeerde handelingen met of zonder specifieke verwijzingen naar het ICT-risico. Ook voor beheerders van alternatieve beleggingsfondsen die onder Richtlijn 2011/61/EU en beheersmaatschappijen die onder Richtlijn 2009/65/EG vallen, gelden slechts zeer algemene regels. Die richtlijnen moeten dus worden afgestemd op de vereisten van Verordening (EU) 2022/2554 wat betreft het beheer van ICT-systemen en -instrumenten. |
(9) |
In heel wat gevallen zijn in gedelegeerde en uitvoeringshandelingen al verdere ICT-risicovereisten vastgelegd op basis van ontwerpen van technische reguleringsnormen en ontwerpen van technische uitvoeringsnormen die door de bevoegde Europese toezichthoudende autoriteit zijn ontwikkeld. Aangezien de bepalingen van Verordening (EU) 2022/2554 voortaan het rechtskader vormen voor het ICT-risico in de financiële sector, moeten bepaalde machtigingen om gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen vast te stellen in de Richtlijnen 2009/65/EG, 2009/138/EG, 2011/61/EU en 2014/65/EU worden gewijzigd om de ICT-risicobepalingen uit het toepassingsgebied van die machtigingen te halen. |
(10) |
Om te zorgen voor de consistente toepassing van het nieuwe kader voor digitale operationele weerbaarheid in de financiële sector, moeten de lidstaten de bepalingen van nationaal recht tot omzetting van deze richtlijn toepassen vanaf de datum van toepassing van Verordening (EU) 2022/2554. |
(11) |
De Richtlijnen 2009/65/EG, 2009/138/EG, 2011/61/EU, 2013/36/EU, 2014/59/EU, 2014/65/EU, (EU) 2015/2366 en (EU) 2016/2341 zijn vastgesteld op basis van artikel 53, lid 1, of artikel 114 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), of beide. De wijzigingen in deze richtlijn zijn in één wetgevingshandeling opgenomen vanwege de verwevenheid van het onderwerp en de doelstellingen van de wijzigingen. Bijgevolg moet deze richtlijn worden vastgesteld op basis van zowel artikel 53, lid 1, als artikel 114 VWEU. |
(12) |
Daar de doelstellingen van deze richtlijn niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt omdat zij een harmonisatie inhouden van voorschriften die reeds in richtlijnen vervat zijn, maar vanwege de omvang en de gevolgen van het optreden beter door de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om die doelstellingen te verwezenlijken. |
(13) |
Overeenkomstig de gezamenlijke politieke verklaring van 28 september 2011 van de lidstaten en de Commissie over toelichtende stukken (14) hebben de lidstaten zich ertoe verbonden om in gerechtvaardigde gevallen de kennisgeving van hun omzettingsmaatregelen vergezeld te doen gaan van één of meer stukken waarin het verband tussen de onderdelen van een richtlijn en de overeenkomstige delen van de nationale omzettingsinstrumenten wordt toegelicht. Met betrekking tot deze richtlijn acht de wetgever de toezending van die stukken gerechtvaardigd, |
HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
Wijzigingen in Richtlijn 2009/65/EG
Artikel 12 van Richtlijn 2009/65/EG wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In lid 1, tweede alinea, wordt punt a) vervangen door:
(*1) Verordening (EU) 2022/2554 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2022 betreffende digitale operationele weerbaarheid voor de financiële sector en tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1060/2009, (EU) nr. 648/2012, (EU) nr. 600/2014, (EU) nr. 909/2014 en (EU) 2016/1011 (PB L 333 van 27.12.2022, blz. 1).”." |
2) |
Lid 3 wordt vervangen door: “3. Onverminderd de bepalingen van artikel 116 stelt de Commissie middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 112 bis maatregelen vast ter nadere bepaling van:
|
Artikel 2
Wijzigingen in Richtlijn 2009/138/EG
Richtlijn 2009/138/EG wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In artikel 41 wordt lid 4 vervangen door: “4. Verzekerings- en herverzekeringsondernemingen treffen redelijke maatregelen, waaronder de ontwikkeling van noodplannen, om voor continuïteit en regelmatigheid in de verrichting van hun werkzaamheden te zorgen. Te dien einde worden door de ondernemingen passende en evenredige systemen, middelen en procedures gebruikt, en met name netwerk- en informatiesystemen gecreëerd en beheerd overeenkomstig Verordening (EU) 2022/2554 van het Europees Parlement en de Raad (*2). (*2) Verordening (EU) 2022/2554 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2022 betreffende digitale operationele weerbaarheid voor de financiële sector en tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1060/2009, (EU) nr. 648/2012, (EU) nr. 600/2014, (EU) nr. 909/2014 en (EU) 2016/1011 (PB L 333 van 27.12.2022, blz. 1).”." |
2) |
In artikel 50, lid 1, worden de punten a) en b) vervangen door:
|
Artikel 3
Wijzigingen in Richtlijn 2011/61/EU
Artikel 18 van Richtlijn 2011/61/EU wordt vervangen door:
“Artikel 18
Algemene beginselen
1. De lidstaten eisen dat abi-beheerders te allen tijde over adequate en voldoende personele en technische middelen beschikken om het beheer van abi's naar behoren te kunnen uitvoeren.
Mede in het licht van de aard van het door de abi-beheerder beheerde abi schrijven de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst met name voor dat de abi-beheerder moet beschikken over goede administratieve en boekhoudkundige procedures, controle- en beveiligingsvoorschriften voor elektronische gegevensverwerking, onder meer met betrekking tot netwerk- en informatiesystemen die worden opgericht en beheerd overeenkomstig Verordening (EU) 2022/2554 van het Europees Parlement en de Raad (*3), evenals adequate interne controleprocedures, met inbegrip van met name regels voor persoonlijke transacties van de eigen medewerkers en voor het aanhouden of beheren van beleggingen met het oog op het beleggen van het eigen vermogen, zodat op zijn minst gewaarborgd wordt dat elke transactie waarbij de abi's betrokken zijn, kan worden gereconstrueerd wat betreft de oorsprong ervan, de erbij betrokken partijen, de aard ervan en de tijd en de plaats waar de transactie heeft plaatsgevonden, en dat de activa van de door de abi-beheerder beheerde abi worden belegd in overeenstemming met het reglement van de abi of de statuten en de vigerende wettelijke bepalingen.
2. De Commissie stelt middels gedelegeerde handelingen overeenkomstig artikel 56 en onder de voorwaarden van de artikelen 57 en 58 maatregelen vast tot precisering van de procedures en regels waarvan sprake is in lid 1 van dit artikel, voor zover zij geen betrekking hebben op de procedures en regelingen inzake netwerk- en informatiesystemen.
Artikel 4
Wijzigingen in Richtlijn 2013/36/EU
Richtlijn 2013/36/EU wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In artikel 65, lid 3, wordt punt a), vi), vervangen door:
(*4) Verordening (EU) 2022/2554 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2022 betreffende digitale operationele weerbaarheid voor de financiële sector en tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1060/2009, (EU) nr. 648/2012, (EU) nr. 600/2014, (EU) nr. 909/2014 en (EU) 2016/1011 (PB L 333 van 27.12.2022, blz. 1).”." |
2) |
In artikel 74, lid 1, wordt de eerste alinea vervangen door: “De instellingen beschikken over solide governanceregelingen, waaronder een duidelijke organisatiestructuur met duidelijk omschreven, transparante en samenhangende verantwoordelijkheden, effectieve procedures voor het identificeren, het beheer, de bewaking en de rapportage van de risico's waaraan zij blootstaan of bloot kunnen komen te staan, adequate internecontrolemechanismen, zoals degelijke administratieve en boekhoudkundige procedures, netwerk- en informatiesystemen die overeenkomstig Verordening (EU) 2022/2554 worden opgericht en beheerd, en een beloningsbeleid en een beloningspraktijk die in overeenstemming zijn met en bijdragen tot een degelijk en doeltreffend risicobeheer.”. |
3) |
In artikel 85 wordt lid 2 vervangen door: “2. De bevoegde autoriteiten zorgen ervoor dat de instellingen over gepaste nood- en bedrijfscontinuïteitsbeleidslijnen en -plannen beschikken, inclusief beleidslijnen en plannen inzake ICT-bedrijfscontinuïteit en respons- en herstelplannen voor ICT wat betreft de technologie die zij gebruiken om informatie te verstrekken, en dat die plannen worden opgesteld, beheerd en getest overeenkomstig artikel 11 van Verordening (EU) 2022/2554, teneinde instellingen in staat te stellen hun activiteiten voort te zetten in geval van een ernstige verstoring van de bedrijfsactiviteiten en de verliezen als gevolg van een dergelijke verstoring te beperken.”. |
4) |
In artikel 97, lid 1, wordt het volgende punt toegevoegd:
|
Artikel 5
Wijzigingen in Richtlijn 2014/59/EU
Richtlijn 2014/59/EU wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:
|
2) |
De bijlage wordt als volgt gewijzigd:
|
Artikel 6
Wijzigingen in Richtlijn 2014/65/EU
Richtlijn 2014/65/EU wordt als volgt gewijzigd:
1) |
Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:
|
2) |
Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:
|
3) |
In artikel 47 wordt lid 1 als volgt gewijzigd:
|
4) |
Artikel 48 wordt als volgt gewijzigd:
|
Artikel 7
Wijzigingen in Richtlijn (EU) 2015/2366
Richtlijn (EU) 2015/2366 wordt als volgt gewijzigd:
1) |
In artikel 3 wordt punt j) vervangen door:
|
2) |
Artikel 5, lid 1, wordt als volgt gewijzigd:
|
3) |
In artikel 19, lid 6, wordt de tweede alinea vervangen door: “Bij het uitbesteden van belangrijke operationele taken, waaronder ICT-systemen, mag niet wezenlijk afbreuk worden gedaan aan de kwaliteit van de interne controle van de betalingsinstelling, noch aan het vermogen van de bevoegde autoriteiten om te controleren en na te gaan of de betalingsinstelling alle in deze richtlijn neergelegde verplichtingen nakomt.”. |
4) |
Aan artikel 95, lid 1, wordt de volgende alinea toegevoegd: “De eerste alinea doet geen afbreuk aan de toepassing van hoofdstuk II van Verordening (EU) 2022/2554 op:
|
5) |
Aan artikel 96 wordt het volgende lid toegevoegd: “7. De lidstaten zorgen ervoor dat de leden 1 tot en met 5 van dit artikel niet van toepassing zijn op:
|
6) |
In artikel 98 wordt lid 5 vervangen door: “5. In overeenstemming met artikel 10 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 evalueert en, in voorkomend geval, actualiseert EBA de technische reguleringsnormen regelmatig om onder meer rekening te houden met innovatie en technologische ontwikkelingen en met de bepalingen van hoofdstuk II van Verordening (EU) 2022/2554.”. |
Artikel 8
Wijziging in Richtlijn (EU) 2016/2341
Artikel 21, lid 5, van Richtlijn (EU) 2016/2341 wordt vervangen door:
“5. De lidstaten zorgen ervoor dat IBPV's redelijke maatregelen treffen, waaronder de ontwikkeling van noodplannen, om voor continuïteit en regelmatigheid in de verrichting van hun werkzaamheden te zorgen. Te dien einde worden door IBPV's passende en evenredige systemen, middelen en procedures gebruikt en, indien nodig, met name netwerk- en informatiesystemen gecreëerd en beheerd overeenkomstig Verordening (EU) 2022/2554 van het Europees Parlement en de Raad (*8).
Artikel 9
Omzetting
1. De lidstaten dienen uiterlijk op 17 januari 2025 de bepalingen vast te stellen en bekend te maken die nodig zijn om aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onmiddellijk in kennis.
Zij passen die bepalingen toe met ingang van 17 januari 2025.
Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
Artikel 10
Inwerkingtreding
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 11
Adressaten
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Straatsburg, 14 december 2022.
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
R. METSOLA
Voor de Raad
De voorzitter
M. BEK
(1) PB C 343 van 26.8.2021, blz. 1.
(2) PB C 155 van 30.4.2021, blz. 38.
(3) Standpunt van het Europees Parlement van 10 november 2022 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 28 november 2022.
(4) Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe’s) (PB L 302 van 17.11.2009, blz. 32).
(5) Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II) (PB L 335 van 17.12.2009, blz. 1).
(6) Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010 (PB L 174 van 1.7.2011, blz. 1).
(7) Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 338).
(8) Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijn 82/891/EEG van de Raad en de Richtlijnen 2001/24/EG, 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2005/56/EG, 2007/36/EG, 2011/35/EU, 2012/30/EU en 2013/36/EU en de Verordeningen (EU) nr. 1093/2010 en (EU) nr. 648/2012, van het Europees Parlement en de Raad (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 190).
(9) Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349).
(10) Richtlijn (EU) 2015/2366 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende betalingsdiensten in de interne markt, houdende wijziging van de Richtlijnen 2002/65/EG, 2009/110/EG en 2013/36/EU en Verordening (EU) nr. 1093/2010 en houdende intrekking van Richtlijn 2007/64/EG (PB L 337 van 23.12.2015, blz. 35).
(11) Richtlijn (EU) 2016/2341 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2016 betreffende de werkzaamheden van en het toezicht op instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening (IBPV's) (PB L 354 van 23.12.2016, blz. 37).
(12) Verordening (EU) 2022/2554 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2022 betreffende digitale operationele weerbaarheid voor de financiële sector en tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1060/2009, (EU) nr. 648/2012, (EU) nr. 600/2014, (EU) nr. 909/2014 en (EU) 2016/1011 (zie bladzijde 1 van dit Publicatieblad).
(13) Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12).