Access to European Union law
<a href="https://eur-lex.europa.eu/content/help/eurlex-content/experimental-features.html" target="_blank">More about the experimental features corner</a>
Choose the experimental features you want to try
EUR-Lex
Access to European Union law

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

You are here
Use quotation marks to search for an "exact phrase". Append an asterisk (*) to a search term to find variations of it (transp*, 32019R*). Use a question mark (?) instead of a single character in your search term to find variations of it (ca?e finds case, cane, care).
Search tips
Need more search options? Use the Advanced search

Document 32022D1912

    Besluit (EU) 2022/1912 van de Raad van 29 september 2022 betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Centrale Commissie voor de Rijnvaart ten aanzien van de goedkeuring van het gewijzigde Reglement betreffende het scheepvaartpersoneel op de Rijn

    ST/11265/2022/REV/1

    PB L 261 van 7.10.2022, p. 48–52 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2022/1912/oj

    7.10.2022   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 261/48

    BESLUIT (EU) 2022/1912 VAN DE RAAD

    van 29 september 2022

    betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Centrale Commissie voor de Rijnvaart ten aanzien van de goedkeuring van het gewijzigde Reglement betreffende het scheepvaartpersoneel op de Rijn

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 91, lid 1, in samenhang met artikel 218, lid 9,

    Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    De Herziene Rijnvaartakte van 17 oktober 1868, zoals gewijzigd bij de Overeenkomst tot wijziging van de Herziene Rijnvaartakte, die op 20 november 1963 is ondertekend, is op 14 april 1967 in werking getreden (de “akte”).

    (2)

    Volgens artikel 17 van de akte kan de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (“CCR”) voorschriften voor beroepskwalificaties goedkeuren.

    (3)

    Het is de bedoeling dat de CCR de komende maanden via schriftelijke procedure een besluit tot wijziging van het Reglement betreffende het scheepvaartpersoneel op de Rijn (“RSP”) goedkeurt om rekening te houden met Richtlijn (EU) 2017/2397 van het Europees Parlement en de Raad (1). Opdat overeenkomstig het RSP afgegeven kwalificatiecertificaten, dienstboekjes of logboeken geldig zouden zijn op de binnenwateren van de Unie, moeten in het RSP voorschriften zijn vastgelegd die identiek zijn aan die van die richtlijn.

    (4)

    Hoewel Richtlijn (EU) 2017/2397 het naast elkaar bestaan van de rechtskaders van de Unie en de CCR aanvaardt, mag de doeltreffendheid van die richtlijn niet in het gedrang komen. De bepalingen van het RSP, met name die in artikel 3.02, lid 1, tweede alinea, artikel 5.01, lid 6, en in de artikelen 13.01 en 13.03, zijn derhalve van toepassing, onverminderd de toepassing van Richtlijn (EU) 2017/2397 betreffende binnenwateren van de Unie, voor zover die richtlijn voorschriften over hetzelfde onderwerp bevat. Met name moeten de lidstaten die lid zijn van de CCR de in artikel 9 van Richtlijn (EU) 2017/2397 vastgestelde procedure toepassen voor het classificeren van binnenwatertrajecten als binnenwateren met specifieke risico’s.

    (5)

    Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen in de CCR, aangezien de goedkeuring van het gewijzigde RPS een beslissende invloed kan hebben op de inhoud van het recht van de Unie, namelijk op Richtlijn (EU) 2017/2397.

    (6)

    Het standpunt van de Unie moet er derhalve toe strekken om de goedkeuring te steunen van een versie van het RPS, waarin eisen zijn opgenomen die identiek zijn aan de in Richtlijn (EU) 2017/2397 vastgestelde eisen, met inachtneming van de wijzigingen in de bijlage bij dit besluit.

    (7)

    De Unie is geen lid van de CCR. Het standpunt van de Unie moet tot uiting worden gebracht door de gezamenlijk in het belang van de Unie optredende lidstaten die lid zijn van de CCR,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen in de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (“CCR”), houdt in dat wordt ingestemd met de goedkeuring van een gewijzigde versie van het Reglement betreffende het scheepvaartpersoneel op de Rijn die dezelfde eisen bevat als de in Richtlijn (EU) 2017/2397 vastgestelde eisen, behoudens de in de bijlage bij deze richtlijn opgenomen wijzigingen.

    Artikel 2

    Het in artikel 1 omschreven standpunt wordt tot uitdrukking gebracht door de gezamenlijk in het belang van de Unie optredende lidstaten die lid zijn van de CCR.

    Artikel 3

    Kleine technische wijzigingen van het in artikel 1 vastgestelde standpunt kunnen worden overeengekomen zonder nader besluit van de Raad.

    Artikel 4

    Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.

    Gedaan te Brussel, 29 september 2022.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    J. SÍKELA

    (1)  Richtlijn (EU) 2017/2397 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties in de binnenvaart en tot intrekking van de Richtlijnen 91/672/EEG en 96/50/EG van de Raad (PB L 345 van 27.12.2017, blz. 53).

    BIJLAGE

    Het ontwerp van het gewijzigd Reglement betreffende het scheepvaartpersoneel op de Rijn (RSP) wordt als volgt gewijzigd:

    1)

    In artikel 3.02 wordt lid 1 vervangen door:

    “1.   Sur le Rhin sont valables les certificats de qualification de l’Union, les livrets de service et livres de bord délivrés en vertu de la directive (UE) 2017/2397, ainsi que les certificats de qualification, les livrets de service et livres de bord délivrés en vertu du présent Règlement, qui prévoit des exigences identiques à celles énoncées dans ladite directive.

    La qualification pour une fonction à bord doit pouvoir être attestée à tout moment

    a)

    par le conducteur, au moyen d’un certificat de qualification de conducteur pour le type et les dimensions du bâtiment concerné ou un certificat de qualification de l’Union de conducteur, assorti le cas échéant des autorisations spécifiques nécessaires;

    b)

    par les autres membres d’équipage, au moyen d’un livret de service en cours de validité qui leur est délivré et qui contient un certificat de qualification ou un certificat de qualification de l’Union;

    c)

    par les experts en navigation à passagers et les experts en gaz naturel liquéfié, par un certificat de qualification ou un certificat de qualification de l’Union, de même par les secouristes, les porteurs d'appareil respiratoire et le personnel de sécurité à bord des bateaux transportant des marchandises dangereuses, par un certificat relatif à ces opérations spécifiques.

    Par dérogation aux lettres b) et c), les membres d’équipage de navires de mer naviguant sur le Rhin, à l’exception du conducteur, peuvent attester de leur qualification en présentant un certificat délivré ou reconnu conformément à la convention STCW.”.

    2)

    Aan artikel 3.02 wordt een nieuw lid 3 toegevoegd:

    “3.   Sur le Rhin sont également valables les certificats de qualification et les attestations qui ont été délivrés ou qui sont valables en vertu du présent Règlement et qui ne sont pas couverts par le champ d’application de la directive (UE) 2017/2397.”.

    3)

    In artikel 5.01 wordt lid 3 vervangen door:

    “3.   L'autorité compétente est responsable des données de caractère général et des visas de contrôle. À cet effet, elle est en droit de demander la présentation de livres de bord, complets ou par extraits, ou d'autres justificatifs appropriés. Elle ne peut apposer le visa de contrôle que pour des voyages datant de moins de 15 mois.”.

    4)

    In artikel 5.01 wordt lid 6 vervangen door:

    “6.   Le conducteur est responsable de l’inscription des données spécifiques relatives aux voyages effectués. Le conducteur doit

    a)

    porter régulièrement dans le livret de service toutes les inscriptions conformément aux instructions relatives à la tenue du livret de service figurant dans les livrets de service;

    b)

    conserver le livret de service en lieu sûr dans la timonerie jusqu'à la fin du service ou jusqu'au terme du contrat de travail ou de tout autre arrangement;

    c)

    à la demande du titulaire, remettre le livret de service à ce dernier sans délai et à tout moment.”.

    5)

    In artikel 13.01 wordt lid 1 vervangen door:

    “1.   La conduite d’un bâtiment nécessite une autorisation spécifique si, en tant que conducteur responsable, il

    a)

    navigue au radar;

    b)

    navigue sur des voies d'eau qui ont été recensées comme des tronçons de voies d'eau intérieures présentant des risques spécifiques;

    c)

    navigue sur des voies d'eau classées comme voies d'eau intérieures à caractère maritime;

    d)

    conduit des bâtiments utilisant du gaz naturel liquéfié comme combustible ou

    e)

    conduit de gros convois.”.

    6)

    In artikel 13.02 wordt lid 1 vervangen door:

    “1.   La conduite au radar telle que prévue dans le Règlement de police pour la navigation du Rhin (RPNR) nécessite à cet effet une autorisation spécifique.”.

    7)

    In artikel 13.03 worden de leden 1 en 2 vervangen door:

    “1.   La conduite d’un bâtiment sur une voie d’eau recensée comme tronçon de voie d’eau intérieure présentant des risques spécifiques au sens du chiffre 2 ci-après nécessite à cet effet une autorisation spécifique.

    2.   Lorsque cela s’avère nécessaire pour assurer la sécurité de la navigation, les États riverains peuvent recenser des tronçons qui traversent leur propre territoire comme tronçons de voies d’eau intérieures présentant des risques spécifiques, lorsque ces risques sont dus à l’une ou plusieurs des raisons suivantes:

    a)

    des modifications fréquentes des structures des flux et de leur vitesse;

    b)

    les caractéristiques hydromorphologiques de la voie d’eau intérieure et l’absence, sur la voie d’eau intérieure, de services d’information sur les chenaux adéquats ou de graphiques appropriés;

    c)

    l’existence d’une réglementation spécifique du trafic local justifiée par des caractéristiques hydromorphologiques de la voie d’eau intérieure, ou

    d)

    une fréquence élevée d’accidents sur un tronçon particulier de la voie d’eau intérieure, attribuée à l’absence d’une compétence qui n’est pas couverte par l’ES-QIN, Partie I, Chapitre 2.”.

    8)

    In artikel 13.04 wordt lid 1 vervangen door:

    “1.   La conduite d’un bâtiment sur des voies d’eau intérieures à caractère maritime nécessite à cet effet une autorisation spécifique.”.

    9)

    In artikel 13.05 wordt lid 1 vervangen door:

    “1.   La conduite d’un bâtiment utilisant du gaz naturel liquéfié comme combustible nécessite à cet effet une autorisation spécifique. Cela est attesté par un certificat de qualification correspondant d’expert en gaz naturel liquéfié.”.

    10)

    In artikel 13.06 wordt lid 1 vervangen door:

    “1.   La conduite d’un grand convoi nécessite à cet effet une autorisation spécifique.

    Tout candidat doit pouvoir attester un temps de navigation d'au moins 720 jours, dont au moins 540 jours comme conducteur et au moins 180 jours au cours desquels il a décidé seul du cap et de la vitesse d'un gros convoi.”.

    11)

    In artikel 20.01 wordt lid 1 vervangen door:

    “1.   Les livrets de service délivrés ou dont la validité a été prorogée conformément aux prescriptions applicables jusqu’à l’entrée en vigueur du présent règlement restent valables dans la mesure fixée par lesdites prescriptions jusqu’à leur date d’expiration initiale, mais au plus tard jusqu'au 17 janvier 2032. La phrase 1 ci-avant s'applique aussi aux livrets de service reconnus équivalents par la CCNR.”.

    12)

    In artikel 20.02 wordt lid 1 vervangen door:

    “1.   Les livres de bord délivrés ou dont la validité a été prorogée conformément aux prescriptions applicables jusqu’à l’entrée en vigueur du présent règlement restent valables dans la mesure fixée par lesdites prescriptions jusqu’à leur date d’expiration initiale, mais au plus tard jusqu'au 17 janvier 2032. La phrase 1 ci-avant s'applique aussi aux livres de bord reconnus équivalents par la CCNR.”.

    13)

    In artikel 20.03 wordt lid 1 vervangen door:

    “1.   Les grandes ou petites patentes du Rhin délivrées ou dont la validité a été prorogée conformément aux prescriptions applicables jusqu'à l’entrée en vigueur du présent règlement restent valables dans la mesure fixée par lesdites prescriptions jusqu'à leur date d'expiration initiale, mais au plus tard jusqu'au 17 janvier 2032.”.

    14)

    In artikel 20.08 wordt lid 1 vervangen door:

    “Les membres de l'équipage des navires de mer naviguant sur le Rhin peuvent attester leur compétence au moyen d'un certificat délivré ou reconnu conformément à la Convention STCW. Ceci ne s'applique au conducteur que jusqu'au 17 janvier 2038 et à condition que l’activité de navigation intérieure soit effectuée au début ou à la fin d’un trajet de transport maritime.”.
    Top