EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32022D0936

Besluit (EU) 2022/936 van de Raad van 13 juni 2022 betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt tijdens de 14e vergadering van de Commissie van technisch deskundigen van de Intergouvernementele Organisatie voor het internationale spoorwegvervoer (OTIF) over de wijziging van de uniforme technische voorschriften inzake telematicatoepassingen voor het goederenvervoer en de herziening van bijlage B bij de Uniforme Regelen ATMF inzake afwijkingen, en in het kader van de schriftelijke procedure van de Herzieningscommissie van de OTIF over de wijziging van de Uniforme Regelen ATMF

ST/9552/2022/INIT

PB L 162 van 17.6.2022, p. 35–36 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2022/936/oj

17.6.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 162/35


BESLUIT (EU) 2022/936 VAN DE RAAD

van 13 juni 2022

betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt tijdens de 14e vergadering van de Commissie van technisch deskundigen van de Intergouvernementele Organisatie voor het internationale spoorwegvervoer (OTIF) over de wijziging van de uniforme technische voorschriften inzake telematicatoepassingen voor het goederenvervoer en de herziening van bijlage B bij de Uniforme Regelen ATMF inzake afwijkingen, en in het kader van de schriftelijke procedure van de Herzieningscommissie van de OTIF over de wijziging van de Uniforme Regelen ATMF

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 91, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Unie is toegetreden tot het Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer van 9 mei 1980, zoals gewijzigd bij het Protocol van Vilnius van 3 juni 1999 (Cotif), via de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Intergouvernementele Organisatie voor het internationale spoorwegvervoer tot toetreding van de Europese Unie tot het Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer (Cotif) van 9 mei 1980, zoals gewijzigd bij het Protocol van Vilnius van 3 juni 1999 (1).

(2)

Op grond van artikel 13, § 1, punt f), van het Cotif is de Commissie van technisch deskundigen (“CTE”) van de OTIF opgericht.

(3)

Op grond van artikel 20, § 1, punt b), van het Cotif en overeenkomstig artikel 6 van aanhangsel F bij het Cotif over de Uniforme Regelen betreffende de validering van technische normen en de vaststelling van uniforme technische voorschriften die van toepassing zijn op spoorwegmaterieel bestemd voor gebruik in internationaal verkeer is de CTE bevoegd om onder meer de uniforme technische voorschriften (“UTP”) betreffende telematicatoepassingen voor het goederenvervoer (“UTP TAF”) vast te stellen of te wijzigen.

(4)

Overeenkomstig artikel 20, § 1, punt e), van het Cotif en de artikelen 7a en 21 van aanhangsel G bij het Cotif over de Uniforme Regelen betreffende de technische toelating van spoorwegmaterieel dat wordt gebruikt in internationaal verkeer (“de Uniforme Regelen ATMF”) is de CTE bevoegd om bijlage B bij de Uniforme Regelen ATMF betreffende afwijkingen van de toepassing van de UTP vast te stellen of te wijzigen.

(5)

Op de agenda voor de 14e zitting van de CTE, die op 14 en 15 juni 2022 plaatsvindt, staat een voorstel voor besluiten tot wijziging van de UTP TAF en voor de herziening van bijlage B bij de Uniforme Regelen ATMF betreffende afwijkingen van de toepassing van de UTP.

(6)

De beoogde CTE-besluiten hebben tot doel de UTP TAF in overeenstemming te brengen met Uitvoeringsverordening (EU) 2021/541 van de Commissie (2), en bijlage B bij de Uniforme Regelen ATMF in overeenstemming te brengen met Richtlijn (EU) 2016/797 van het Europees Parlement en de Raad (3).

(7)

De overeenkomstig artikel 13, § 1, punt c), van het Cotif ingestelde Herzieningscommissie (“de Herzieningscommissie”) zal naar verwachting via een schriftelijke procedure een besluit nemen over de wijziging van artikel 3a, § 5, en artikel 15, § 2, van de Uniforme Regelen ATMF.

(8)

Het beoogde besluit van de Herzieningscommissie heeft tot doel de Uniforme Regelen ATMF in overeenstemming te brengen met Richtlijn (EU) 2016/798 van het Europees Parlement en de Raad (4).

(9)

Aangezien de voorgestelde besluiten voor de Unie bindend zullen zijn, is het passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen in de CTE en, wat de herziening van de Uniforme Regelen ATMF betreft, in de Herzieningscommissie.

(10)

De beoogde OTIF-besluiten zijn in overeenstemming met het recht en de strategische doelstellingen van de Unie doordat ze bijdragen tot de afstemming van de OTIF-wetgeving op de gelijkwaardige bepalingen van het Unierecht, en moeten daarom door de Unie worden gesteund,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen tijdens de 14e zitting van de CTE van het OTIF over de wijziging van de UTP TAF en over de herziening van bijlage B bij de Uniforme Regelen ATMF met betrekking tot afwijkingen van de toepassing van de UTP, bestaat erin:

1)

te stemmen voor het voorstel van de CTE om de UTP TAF bij te werken (CTE-werkdocument TECH-22004-CTE14);

2)

te stemmen voor het voorstel van de CTE om bijlage B bij de Uniforme Regelen ATMF betreffende afwijkingen van de toepassing van de UTP bij te werken (CTE-werkdocument TECH-22005-CTE14).

Artikel 2

Het standpunt dat namens de Unie in de schriftelijke procedure van de Herzieningscommissie moet worden ingenomen over de gedeeltelijke herziening van de Uniforme Regelen ATMF, bestaat erin te stemmen voor het voorstel van de CTE om artikel 3a, § 5, en artikel 15, § 2, van de Uniforme Regelen ATMF te wijzigen (CTE-werkdocument TECH-22019-CTE14-7).

Artikel 3

De besluiten van de CTE en van de Herzieningscommissie worden na de vaststelling ervan bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie, met vermelding van hun datum van inwerkingtreding.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.

Gedaan te Luxemburg, 13 juni 2022.

Voor de Raad

De voorzitter

M. FESNEAU


(1)  PB L 51 van 23.2.2013, blz. 8.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) 2021/541 van de Commissie van 26 maart 2021 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1305/2014 wat betreft de vereenvoudiging en verbetering van de berekening en uitwisseling van gegevens en de actualisering van het veranderingsbeheerproces (PB L 108 van 29.3.2021, blz. 19).

(3)  Richtlijn (EU) 2016/797 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 betreffende de interoperabiliteit van het spoorwegsysteem in de Europese Unie (PB L 138 van 26.5.2016, blz. 44).

(4)  Richtlijn (EU) 2016/798 van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2016 inzake veiligheid op het spoor (PB L 138 van 26.5.2016, blz. 102).


Top