This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32022D0549
Council Decision (EU) 2022/549 of 17 March 2022 on the position to be taken on behalf of the European Union at the second segment of the fourth meeting of the Conference of the Parties to the Minamata Convention on Mercury as regards the adoption of a Decision to amend Annexes A and B to that Convention
Besluit (EU) 2022/549 van de Raad van 17 maart 2022 betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen tijdens het tweede deel van de vierde vergadering van de Conferentie van de partijen bij het Verdrag van Minamata inzake kwik in verband met de vaststelling van besluiten tot wijziging van de bijlagen A en B bij dat verdrag
Besluit (EU) 2022/549 van de Raad van 17 maart 2022 betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen tijdens het tweede deel van de vierde vergadering van de Conferentie van de partijen bij het Verdrag van Minamata inzake kwik in verband met de vaststelling van besluiten tot wijziging van de bijlagen A en B bij dat verdrag
ST/6421/2022/REV/1
PB L 107 van 6.4.2022, p. 78–79
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
6.4.2022 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 107/78 |
BESLUIT (EU) 2022/549 VAN DE RAAD
van 17 maart 2022
betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen tijdens het tweede deel van de vierde vergadering van de Conferentie van de partijen bij het Verdrag van Minamata inzake kwik in verband met de vaststelling van besluiten tot wijziging van de bijlagen A en B bij dat verdrag
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 192, lid 1, in samenhang met artikel 218, lid 9,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Het Verdrag van Minamata inzake kwik (het “verdrag”) is door de Unie bij Besluit (EU) 2017/939 van de Raad (1) gesloten en is op 16 augustus 2017 in werking getreden. |
(2) |
Ingevolge Besluit MC-1/1 betreffende het reglement van orde, dat de Conferentie van de partijen op de eerste vergadering heeft aangenomen, stellen de partijen bij het verdrag (de “partijen”) alles in het werk om over alle inhoudelijke kwesties bij consensus overeenstemming te bereiken. |
(3) |
Conform artikel 4, lid 8, en artikel 5, lid 10, van het verdrag moet de Conferentie van de partijen uiterlijk op 16 augustus 2022 de bijlagen A en B bij het verdrag toetsen en kunnen zij wijzigingen van deze bijlagen overwegen, op basis van voorstellen die door de partijen zijn ingediend conform artikel 4, lid 7, en artikel 5, lid 9, van het verdrag, informatie die door het secretariaat van het verdrag conform artikel 4, lid 4, en artikel 5, lid 4, van het verdrag ter beschikking is gesteld, en de beschikbaarheid voor de partijen van technisch en economisch haalbare kwikvrije alternatieven, daarbij rekening houdend met de risico's en de baten voor het milieu en de menselijke gezondheid. |
(4) |
Op 30 april 2021 heeft de Unie bij het secretariaat van het verdrag een voorstel tot wijziging van de bijlagen A en B bij het verdrag ingediend overeenkomstig artikel 4, lid 7, en artikel 5, lid 9, van dat verdrag (2). Het voorstel van de Unie tot wijziging van bijlage A bij het verdrag heeft tot doel het toepassingsgebied ervan uit te breiden tot extra kwikhoudende producten. Bij iedere uitbreiding horen een of meer data van uitfasering of kwikregulerende maatregelen. Het voorstel van de Unie tot wijziging van bijlage B bij het verdrag heeft tot doel een datum van uitfasering voor de productie van polyurethaan met kwikhoudende katalysatoren in te voeren. |
(5) |
Voorstellen tot wijziging van bijlage A bij het verdrag werden ook door de regio Afrika en gezamenlijk door Canada en Zwitserland ingediend overeenkomstig artikel 4, lid 7, van dat verdrag. |
(6) |
De COP dient tijdens het tweede deel van haar vierde vergadering alleen rekening te houden met de door de partijen overeenkomstig artikel 4, lid 7, en artikel 5, lid 9, van het verdrag ingediende voorstellen tot wijziging van de bijlagen A en B bij het verdrag. |
(7) |
De Unie moet wijzigingen van de bijlagen A en B bij het verdrag steunen, voor zover deze in overeenstemming zijn met het door de Unie ingediende voorstel of met het Unie-acquis. |
(8) |
De Unie moet ook wijzigingen van bijlage A bij het verdrag met betrekking tot kwikhoudende producten steunen voor zover deze betrekking hebben op de uitfasering van kwikhoudende producten die noch door het Unierecht worden gereguleerd, noch in de Unie worden vervaardigd. Als hiernaar wordt verwezen in het voorstel van de regio Afrika, moet de Unie ook wijzigingen van bijlage A bij het verdrag steunen voor zover deze betrekking hebben op compacte fluorescentielampen, lineaire triband-fosforfluorescentielampen, fluorescentielampen met koude kathode en fluorescentielampen met externe elektrode die worden gebruikt in elektrische en elektronische apparatuur waarvoor de verzoeken om verlenging van de vrijstellingen voor het gebruik van kwik zijn afgewezen overeenkomstig Richtlijn 2011/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (3). |
(9) |
Tijdens het tweede deel van de vierde vergadering van de Conferentie van de partijen, die van 21 tot en met 25 maart 2022 zal plaatsvinden, zullen de partijen zich beraden over de aanneming van een besluit tot wijziging van de bijlagen A en B bij het verdrag. |
(10) |
Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen tijdens het tweede deel van de vierde vergadering van de Conferentie van de partijen, aangezien het voorgestelde besluit, indien het wordt vastgesteld, rechtsgevolgen zal hebben, aangezien de partijen maatregelen zullen moeten nemen om het verdrag op nationaal of regionaal niveau, of op beide, uit te voeren, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen tijdens het tweede deel van de vierde vergadering van de Conferentie van de partijen bij het verdrag is dat de vaststelling van een besluit tot wijziging van de bijlagen A en B daarbij, wordt gesteund, hetgeen:
— |
in overeenstemming is met het voorstel van de Unie dat op 30 april 2021 bij het secretariaat van het verdrag is ingediend overeenkomstig artikel 4, lid 7, en artikel 5, lid 9, van het verdrag, of |
— |
in overeenstemming is met het acquis van de Unie, of |
— |
betrekking heeft op de uitfasering van kwikhoudende producten, die noch door het Unierecht worden gereguleerd, noch in de Unie worden vervaardigd, of |
— |
betrekking heeft op de categorieën kwikhoudende lampen waarnaar de regio Afrika in haar overeenkomstig artikel 4, lid 7, van het verdrag ingediende voorstel verwijst en waarvoor de verzoeken om verlenging van de vrijstellingen voor het gebruik van kwik overeenkomstig Richtlijn 2011/65/EU zijn afgewezen. |
Artikel 2
In het licht van de ontwikkelingen tijdens het tweede deel van de vierde vergadering van de Conferentie van partijen kunnen de vertegenwoordigers van de Unie, in overleg met de lidstaten, tijdens coördinatievergaderingen ter plaatse overeenkomen om zonder nader besluit van de Raad het in artikel 1 bedoelde standpunt te verfijnen.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.
Gedaan te Brussel, 17 maart 2022.
Voor de Raad
De voorzitter
B. POMPILI
(1) Besluit (EU) 2017/939 van de Raad van 11 mei 2017 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Verdrag van Minamata inzake kwik (PB L 142 van 2.6.2017, blz. 4).
(2) Besluit (EU) 2021/727 van de Raad van 29 april 2021 betreffende de indiening, namens de Europese Unie, van voorstellen tot wijziging van bijlagen A en B bij het Verdrag van Minamata inzake kwik, betreffende kwikhoudende producten en productieprocessen waarin kwik of kwikverbindingen worden gebruikt (PB L 155 van 5.5.2021, blz. 23).
(3) Richtlijn 2011/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 betreffende beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur (PB L 174 van 1.7.2011, blz. 88).