Choisissez les fonctionnalités expérimentales que vous souhaitez essayer

Ce document est extrait du site web EUR-Lex

Document 32021R0699

    Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/699 van de Commissie van 21 december 2020 tot wijziging en rectificatie van Verordening (EU) nr. 748/2012 wat betreft de instructies voor blijvende luchtwaardigheid, de vervaardiging van onderdelen die moeten worden gebruikt tijdens het onderhoud, en de inachtneming van aspecten van verouderende luchtvaartuigen tijdens de certificering

    C/2020/9326

    PB L 145 van 28.4.2021, p. 1–19 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Statut juridique du document En vigueur

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2021/699/oj

    28.4.2021   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 145/1


    GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2021/699 VAN DE COMMISSIE

    van 21 december 2020

    tot wijziging en rectificatie van Verordening (EU) nr. 748/2012 wat betreft de instructies voor blijvende luchtwaardigheid, de vervaardiging van onderdelen die moeten worden gebruikt tijdens het onderhoud, en de inachtneming van aspecten van verouderende luchtvaartuigen tijdens de certificering

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2018 inzake gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart, en tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 2111/2005, (EG) nr. 1008/2008, (EU) nr. 996/2010, (EU) nr. 376/2014 en de Richtlijnen 2014/30/EU en 2014/53/EU van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 552/2004 en (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad en Verordening (EEG) nr. 3922/91 van de Raad (1), en met name artikel 19, lid 1,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    In Verordening (EU) nr. 748/2012 van de Commissie (2) zijn de eisen vastgesteld voor de opstelling en beschikbaarheid van instructies voor blijvende luchtwaardigheid, voor de vervaardiging van onderdelen en uitrustingsstukken die bestemd zijn om te worden geïnstalleerd in burgerluchtvaartuigen, alsook de eisen voor houders van ontwerpgoedkeuringen om de gegevens, procedures, instructies en handleidingen op te stellen die nodig zijn om de blijvende luchtwaardigheid van een burgerluchtvaartuig te waarborgen, en de eisen voor de goedkeuring van wijzigingen en reparaties in typecertificaten en beperkte typecertificaten.

    (2)

    Houders van een ontwerpgoedkeuring moeten instructies voor blijvende luchtwaardigheid opstellen in het kader van de certificering van het product of onderdeel; mits ze goed worden toegepast, moeten deze instructies garanderen dat het product of onderdeel luchtwaardig blijft gedurende zijn beoogde levensduur. Aangezien de bestaande regels niet duidelijk genoeg zijn, kunnen houders van een typecertificaat op verschillende wijze interpreteren wat wordt verstaan onder een volledige reeks instructies voor blijvende luchtwaardigheid en tot op welk niveau zij de gegevens moeten controleren die de instructies voor blijvende luchtwaardigheid vormen.

    (3)

    Het is dan ook nodig de term “instructies voor blijvende luchtwaardigheid” te definiëren en deze op te nemen in het typecertificaat, teneinde de controle van die instructies en eventuele wijzigingen ervan door de houder van de ontwerpgoedkeuring te versterken.

    (4)

    De eisen voor het bijhouden van gegevens, handboeken en instructies voor blijvende luchtwaardigheid zijn verspreid over de verschillende subdelen van bijlage I (deel 21) bij Verordening (EU) nr. 748/2012, waardoor soortgelijke eisen soms dubbel zijn vermeld. Die eisen moeten worden samengevoegd tot één eis voor elk van deze onderwerpen.

    (5)

    Een onderdeel of uitrustingsstuk komt alleen in aanmerking voor installatie in een product met typecertificering als het in zodanige staat verkeert dat het veilig kan worden gebruikt en als een EASA-formulier 1 is afgegeven om te certificeren dat het onderdeel of uitrustingsstuk is vervaardigd overeenkomstig goedgekeurde ontwerpgegevens, tenzij het gaat om een standaardonderdeel of het voldoet aan bepaalde eisen en geïnstalleerd is in een ELA 1 of ELA 2.

    (6)

    Een EASA-formulier 1 kan alleen worden afgegeven door een productieorganisatie die is erkend in overeenstemming met subdeel G van bijlage I (deel 21) bij Verordening (EU) nr. 748/2012, of die aantoont dat de onderdelen en uitrustingsstukken in overeenstemming zijn met de toepasselijke ontwerpgegevens, overeenkomstig de procedures die zijn vastgesteld in subdeel F van bijlage I (deel 21) van Verordening (EU) nr. 748/2012. In dat laatste geval moet het door de productieorganisatie afgegeven EASA-formulier 1 ook door de bevoegde autoriteit worden gevalideerd. Voor onderdelen en uitrustingsstukken waarvan het effect op de veiligheid van de exploitatie van luchtvaartuigen verwaarloosbaar is in het geval ze niet in overeenstemming zijn met hun ontwerp, biedt een hoge productienorm, zoals gecertificeerd door EASA-formulier 1, geen extra veiligheid, en leidt de afgifte van een EASA-formulier 1 tot onnodige administratieve belasting.

    (7)

    Daarom moet worden toegestaan dat bepaalde onderdelen en uitrustingsstukken worden geproduceerd zonder dat, aan de hand van de afgifte van een EASA-formulier 1, moet worden aangetoond dat zij in overeenstemming zijn met de goedgekeurde ontwerpgegevens, en moet de installatie van dergelijke onderdelen en uitrustingsstukken in producten met typecertificering worden toegestaan.

    (8)

    Elk luchtvaartuig kan vanaf het ogenblik van de vervaardiging ervan als verouderend worden beschouwd. De veroudering van een luchtvaartuig hangt af van factoren als leeftijd, aantal vluchtcycli en aantal vlieguren. Uit ervaring met de dienstverlening is gebleken dat de kennis over de structurele integriteit van verouderende luchtvaartuigen voortdurend moet worden geactualiseerd. Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1159 van de Commissie (3) zijn nieuwe eisen ingevoerd voor luchtvaartuigen in onderhoud, om de kennis over verouderingsfactoren op peil te houden op basis van realtime operationele ervaring, aan de hand van moderne analyse- en testinstrumenten. Die eisen moeten ervoor zorgen dat de houders van ontwerpgoedkeuringen de procedures volgen, de gegevens produceren en de instructies en handleidingen voor bestaande ontwerpen ter beschikking stellen van exploitanten, zodat deze ze tijdig kunnen toepassen om structurele defecten ten gevolge van verouderingsfactoren te voorkomen.

    (9)

    Wanneer de structuur van een groot vliegtuig waarvoor een typecertificaat is afgegeven, wordt gewijzigd, en nadat voldaan is aan Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1159, gelden de eisen voor blijvende structurele integriteit niet voor toekomstige wijzigingen of reparaties Er bestaat bovendien geen vereiste om te waarborgen dat, wanneer een nieuw typecertificaat of een beperkt typecertificaat voor grote vliegtuigen wordt aangevraagd, het programma voor blijvende structurele integriteit geldig blijft gedurende de volledige operationele levensduur van het vliegtuig.

    (10)

    Het is dan ook noodzakelijk de bestaande regels te wijzigen om hetzelfde veiligheidsniveau te bereiken wanneer in de toekomst grote structurele wijzigingen of reparaties, die zijn ontwikkeld en goedgekeurd in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 748/2012, worden aangebracht aan de structuur van grote vliegtuigen; voorts moet ook de eis worden toegevoegd dat elke toekomstige houder van het typecertificaat of beperkt typecertificaat voor een groot vliegtuig erop moet toezien dat het programma voor blijvende structurele integriteit geldig blijft gedurende de volledige operationele levensduur van het vliegtuig.

    (11)

    In de recente Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1383 van de Commissie (4) is bovendien bepaald dat de persoon of organisatie die een luchtwaardigheidsbeoordeling van een luchtvaartuig uitvoert volgens de eisen van bijlage V ter (Deel-ML) bij Verordening (EU) nr. 1321/2014 van de Commissie (5) ook het certificaat van beoordeling van de luchtwaardigheid afgeeft. Punten 21.A.174 en 21.B.325 van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 748/2012 moeten derhalve worden gewijzigd om ze in overeenstemming te brengen met de eisen van Verordening (EU) nr. 1321/2014.

    (12)

    Bovendien is de term “blijvende luchtwaardigheid” niet consistent gebruikt wanneer in Verordening (EU) nr. 748/2012 wordt verwezen naar de gegevens die zijn opgesteld door de houder van de ontwerpgoedkeuring. De punten 21.A.181, 21.A.211 en 21.A.431B van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 748/2012 moeten dan ook worden gecorrigeerd.

    (13)

    De punten 21.A.15, 21.A.93 en 21.A.432C van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 748/2012 zijn gewijzigd bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/897 van de Commissie (6). In punt 21.A.15, onder b) en d), punt 21.A.93, onder b), en punt 21.A.432C, onder b), is een fout gemaakt bij de verwijzing naar de mogelijkheid om de oorspronkelijke aanvraag later aan te vullen met het certificeringsprogramma. Verordening (EU) nr. 748/2012 moet derhalve worden gerectificeerd.

    (14)

    Om te garanderen dat deze verordening correct wordt toegepast, moeten de lidstaten en de betrokken belanghebbenden voldoende tijd krijgen om hun procedures aan te passen aan het nieuwe regelgevingskader alvorens deze verordening van toepassing wordt.

    (15)

    De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met de adviezen 12/2016 (7) en 07/2019 (8) die het Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart heeft ingediend overeenkomstig artikel 76, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1139,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Verordening (EU) nr. 748/2012 wordt als volgt gewijzigd:

    1)

    In artikel 9 wordt lid 1 vervangen door:

    “1.   Een organisatie die verantwoordelijk is voor de fabricage van producten, onderdelen en uitrustingsstukken toont haar bekwaamheid aan in overeenstemming met de bepalingen van bijlage I (deel 21). Dit is niet vereist voor door een organisatie gefabriceerde onderdelen of uitrustingsstukken die, overeenkomstig de bepalingen van bijlage I (deel 21), in aanmerking komen voor installatie in een product waarvoor een typecertificaat is afgegeven zonder dat zij vergezeld moeten gaan van een certificaat van vrijgave (EASA-formulier 1).”.

    2)

    Bijlage I wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij deze verordening.

    Artikel 2

    Bijlage I bij Verordening (EU) nr. 748/2012 wordt gerectificeerd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening.

    Artikel 3

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is van toepassing met ingang van 18 mei 2022, met uitzondering van artikel 2 en bijlage I, punten 4, 6, 9 en 15, die van toepassing zijn met ingang van 18 mei 2021.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 21 december 2020.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Ursula VON DER LEYEN


    (1)  PB L 212 van 22.8.2018, blz. 1.

    (2)  Verordening (EU) nr. 748/2012 van de Commissie van 3 augustus 2012 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften inzake de luchtwaardigheid en milieucertificering van luchtvaartuigen en aanverwante producten, onderdelen en uitrustingsstukken, alsmede voor de certificering van ontwerp- en productieorganisaties (PB L 224 van 21.8.2012, blz. 1).

    (3)  Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1159 van de Commissie van 5 augustus 2020 tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1321/2014 en (EU) 2015/640 voor wat de invoering van nieuwe aanvullende luchtwaardigheidsvoorschriften betreft (PB L 257 van 6.8.2020, blz. 14).

    (4)  Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1383 van de Commissie van 8 juli 2019 tot wijziging en rectificatie van Verordening (EU) nr. 1321/2014 met betrekking tot managementsystemen in managementorganisaties voor permanente luchtwaardigheid en versoepeling van de regels inzake onderhoud en beheer van de permanente luchtwaardigheid voor luchtvaartuigen in de general aviation (PB L 228 van 4.9.2019, blz. 1).

    (5)  Verordening (EU) nr. 1321/2014 van de Commissie van 26 november 2014 betreffende de permanente luchtwaardigheid van luchtvaartuigen en luchtvaartproducten, -onderdelen en -uitrustingsstukken, en betreffende de goedkeuring van bij voornoemde taken betrokken organisaties en personen (PB L 362 van 17.12.2014, blz. 1).

    (6)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/897 van de Commissie van 12 maart 2019 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 748/2012 met betrekking tot de opname van risicogebaseerde nalevingscontrole in bijlage I en de tenuitvoerlegging van eisen voor milieubescherming (PB L 144 van 3.6.2019, blz. 1).

    (7)  Advies 12/2016: Verouderende luchtvaartuigstructuren.

    (8)  Advies 07/2019: Instructies voor blijvende luchtwaardigheid — Installatie van onderdelen en uitrustingsstukken die zijn vrijgegeven zonder een EASA-formulier 1 of een gelijkwaardig document.


    BIJLAGE I

    Bijlage I (deel 21) bij Verordening (EU) nr. 748/2012 wordt als volgt gewijzigd:

    1)

    De inhoudsopgave wordt vervangen door:

    Inhoudsopgave

    21.1

    Algemeen

    SECTIE A — TECHNISCHE EISEN

    SUBDEEL A — ALGEMENE BEPALINGEN

    21.A.1

    Toepassingsgebied

    21.A.2

    Uitvoering door een andere persoon dan de aanvrager of houder van een certificaat

    21.A.3A

    Gebreken, storingen en defecten

    21.A.3B

    Luchtwaardigheidsaanwijzingen

    21.A.4

    Coördinatie tussen ontwerp en productie

    21.A.5

    Administratie

    21.A.6

    Handboeken

    21.A.7

    Instructies voor blijvende luchtwaardigheid

    SUBDEEL B — TYPECERTIFICATEN EN BEPERKTE TYPECERTIFICATEN

    21.A.11

    Toepassingsgebied

    21.A.13

    Aanvaardbaarheid

    21.A.14

    Bewijs van bekwaamheid

    21.A.15

    Aanvraag

    21.A.19

    Wijzigingen die een nieuw typecertificaat vereisen

    21.A.20

    Overeenstemming met de typecertificeringsbasis, de certificeringsbasis van de gegevens betreffende de operationele geschiktheid en de milieueisen

    21.A.21

    Eisen voor de afgifte van een typecertificaat of een beperkt typecertificaat

    21.A.31

    Typeontwerp

    21.A.33

    Onderzoek en tests

    21.A.35

    Vliegproeven

    21.A.41

    Typecertificaat

    21.A.44

    Verplichtingen van de houder

    21.A.47

    Overdraagbaarheid

    21.A.51

    Duur en blijvende geldigheid

    21.A.62

    Beschikbaarheid van gegevens betreffende de operationele geschiktheid

    21.A.65

    Blijvende structurele integriteit van vliegtuigstructuren

    (SUBDEEL C — NIET VAN TOEPASSING)

    SUBDEEL D — WIJZIGINGEN IN TYPECERTIFICATEN EN BEPERKTE TYPECERTIFICATEN

    21.A.90A

    Toepassingsgebied

    21.A.90B

    Standaardwijzigingen

    21.A.90C

    Autonome wijzigingen van de instructies voor blijvende luchtwaardigheid

    21.A.91

    Classificatie van wijzigingen van een typecertificaat

    21.A.92

    Aanvaardbaarheid

    21.A.93

    Aanvraag

    21.A.95

    Eisen voor de goedkeuring van geringe wijzigingen

    21.A.97

    Eisen voor de goedkeuring van ingrijpende wijzigingen

    21.A.101

    Typecertificeringsbasis, certificeringsbasis voor gegevens betreffende de operationele geschiktheid en milieueisen voor een ingrijpende wijziging van een typecertificaat

    21.A.108

    Beschikbaarheid van gegevens betreffende de operationele geschiktheid

    21.A.109

    Verplichtingen en EPA-markering

    SUBDEEL E — AANVULLENDE TYPECERTIFICATEN

    21.A.111

    Toepassingsgebied

    21.A.112A

    Aanvaardbaarheid

    21.A.112B

    Bewijs van bekwaamheid

    21.A.113

    Aanvraag om een aanvullend typecertificaat

    21.A.115

    Eisen voor de goedkeuring van ingrijpende wijzigingen in de vorm van een aanvullend typecertificaat

    21.A.116

    Overdraagbaarheid

    21.A.117

    Wijzigingen aan het deel van een product waarop een aanvullend typecertificaat betrekking heeft

    21.A.118A

    Verplichtingen en EPA-markering

    21.A.118B

    Duur en blijvende geldigheid

    21.A.120B

    Beschikbaarheid van gegevens betreffende de operationele geschiktheid

    SUBDEEL F — PRODUCTIE ZONDER ERKENNING ALS PRODUCTIEORGANISATIE

    21.A.121

    Toepassingsgebied

    21.A.122

    Aanvaardbaarheid

    21.A.124

    Aanvraag

    21.A.125A

    Afgifte van een akkoordverklaring

    21.A.125B

    Bevindingen

    21.A.125C

    Duur en blijvende geldigheid

    21.A.126

    Productiecontrolesysteem

    21.A.127

    Proeven: luchtvaartuigen

    21.A.128

    Proeven: motoren, propellers

    21.A.129

    Verplichtingen van de fabrikant

    21.A.130

    Conformiteitsverklaring

    SUBDEEL G — ERKENNING ALS PRODUCTIEORGANISATIE

    21.A.131

    Toepassingsgebied

    21.A.133

    Aanvaardbaarheid

    21.A.134

    Aanvraag

    21.A.135

    Afgifte van een erkenning als productieorganisatie

    21.A.139

    Kwaliteitssysteem

    21.A.143

    Handboek

    21.A.145

    Erkenningseisen

    21.A.147

    Wijzigingen in de erkende productieorganisatie

    21.A.148

    Wijzigingen van vestigingsplaats

    21.A.149

    Overdraagbaarheid

    21.A.151

    Erkenningsvoorwaarden

    21.A.153

    Wijzigingen van de erkenningsvoorwaarden

    21.A.157

    Onderzoeken

    21.A.158

    Bevindingen

    21.A.159

    Duur en blijvende geldigheid

    21.A.163

    Bevoegdheden

    21.A.165

    Verplichtingen van de houder

    SUBDEEL H — BEWIJZEN VAN LUCHTWAARDIGHEID EN BEPERKTE BEWIJZEN VAN LUCHTWAARDIGHEID

    21.A.171

    Toepassingsgebied

    21.A.172

    Aanvaardbaarheid

    21.A.173

    Classificatie

    21.A.174

    Aanvraag

    21.A.175

    Taal

    21.A.177

    Amendement of wijziging

    21.A.179

    Overdraagbaarheid en nieuwe afgifte binnen lidstaten

    21.A.180

    Inspecties

    21.A.181

    Duur en blijvende geldigheid

    21.A.182

    Identificatie van het luchtvaartuig

    SUBDEEL I — GELUIDSCERTIFICATEN

    21.A.201

    Toepassingsgebied

    21.A.203

    Aanvaardbaarheid

    21.A.204

    Aanvraag

    21.A.207

    Amendement of wijziging

    21.A.209

    Overdraagbaarheid en nieuwe afgifte binnen lidstaten

    21.A.210

    Inspecties

    21.A.211

    Duur en blijvende geldigheid

    SUBDEEL J — ERKENNING ALS ONTWERPORGANISATIE

    21.A.231

    Toepassingsgebied

    21.A.233

    Aanvaardbaarheid

    21.A.234

    Aanvraag

    21.A.235

    Afgifte van een erkenning als ontwerporganisatie

    21.A.239

    Ontwerpborgingssysteem

    21.A.243

    Gegevens

    21.A.245

    Erkenningseisen

    21.A.247

    Wijzigingen van het ontwerpborgingssysteem

    21.A.249

    Overdraagbaarheid

    21.A.251

    Erkenningsvoorwaarden

    21.A.253

    Wijzigingen van de erkenningsvoorwaarden

    21.A.257

    Onderzoeken

    21.A.258

    Bevindingen

    21.A.259

    Duur en blijvende geldigheid

    21.A.263

    Bevoegdheden

    21.A.265

    Verplichtingen van de houder

    SUBDEEL K — ONDERDELEN EN UITRUSTINGSSTUKKEN

    21.A.301

    Toepassingsgebied

    21.A.303

    Overeenstemming met toepasselijke vereisten

    21.A.305

    Goedkeuring van onderdelen en uitrustingsstukken

    21.A.307

    Geschiktheid van onderdelen en uitrustingsstukken om te worden geïnstalleerd

    (SUBDEEL L — NIET VAN TOEPASSING)

    SUBDEEL M — REPARATIES

    21.A.431A

    Toepassingsgebied

    21A431B

    Standaardreparaties

    21.A.432A

    Aanvaardbaarheid

    21.A.432B

    Bewijs van bekwaamheid

    21.A.432C

    Aanvraag van een goedkeuring van een reparatieontwerp

    21.A.433

    Eisen voor de goedkeuring van een reparatieontwerp

    21.A.435

    Classificatie en goedkeuring van reparatieontwerpen

    21.A.439

    Productie van reparatieonderdelen

    21.A.441

    Uitvoering van een reparatie

    21.A.443

    Beperkingen

    21.A.445

    Niet-gerepareerde schade

    21.A.451

    Verplichtingen en EPA-markering

    (SUBDEEL N — NIET VAN TOEPASSING)

    SUBDEEL O — ETSO-AUTORISATIES

    21.A.601

    Toepassingsgebied

    21.A.602A

    Aanvaardbaarheid

    21.A.602B

    Bewijs van bekwaamheid

    21.A.603

    Aanvraag

    21.A.604

    ETSO-autorisatie voor een hulpaggregaat (APU)

    21.A.605

    Vereisten inzake gegevens

    21.A.606

    Eisen voor de afgifte van een ETSO-autorisatie

    21.A.607

    Bevoegdheden verbonden aan een ETSO-autorisatie

    21.A.608

    Ontwerp- en prestatieverklaring (DDP)

    21.A.609

    Verplichtingen van de houders van ETSO-autorisaties

    21.A.610

    Goedkeuring voor een afwijking

    21.A.611

    Ontwerpwijzigingen

    21.A.615

    Inspectie door het Agentschap

    21.A.619

    Duur en blijvende geldigheid

    21.A.621

    Overdraagbaarheid

    SUBDEEL P — VLIEGVERGUNNING

    21.A.701

    Toepassingsgebied

    21.A.703

    Aanvaardbaarheid

    21.A.705

    Bevoegde autoriteit

    21.A.707

    Aanvraag van een vliegvergunning

    21.A.708

    Vluchtvoorwaarden

    21.A.709

    Aanvraag tot goedkeuring van vluchtvoorwaarden

    21.A.710

    Goedkeuring van vluchtvoorwaarden

    21.A.711

    Afgifte van een vliegvergunning

    21.A.713

    Wijzigingen

    21.A.715

    Taal

    21.A.719

    Overdraagbaarheid

    21.A.721

    Inspecties

    21.A.723

    Duur en blijvende geldigheid

    21.A.725

    Verlenging van de vliegvergunning

    21.A.727

    Verplichtingen van de houder van een vliegvergunning

    21.A.729

    Administratie

    SUBDEEL Q — IDENTIFICATIE VAN PRODUCTEN, ONDERDELEN EN UITRUSTINGSSTUKKEN

    21.A.801

    Identificatie van producten

    21.A.803

    Behandeling van de identificatiegegevens

    21.A.804

    Identificatie van onderdelen en uitrustingsstukken

    21.A.805

    Identificatie van kritieke onderdelen

    21.A.807

    Identificatie van ETSO-artikelen

    SECTIE B — PROCEDURES VOOR BEVOEGDE AUTORITEITEN

    SUBDEEL A — ALGEMENE BEPALINGEN

    21.B.5

    Toepassingsgebied

    21.B.20

    Verplichtingen van de bevoegde autoriteit

    21.B.25

    Vereisten voor de organisatie van de bevoegde autoriteit

    21.B.30

    Gedocumenteerde procedures

    21.B.35

    Wijzigingen in organisatie en procedures

    21.B.40

    Oplossing van geschillen

    21.B.45

    Rapportage/coördinatie

    21.B.55

    Administratie

    21.B.60

    Luchtwaardigheidsaanwijzingen

    SUBDEEL B — TYPECERTIFICATEN EN BEPERKTE TYPECERTIFICATEN

    21.B.70

    Certificeringsspecificaties

    21.B.75

    Bijzondere voorwaarden

    21.B.80

    Typecertificeringsbasis voor een typecertificaat of beperkt typecertificaat

    21.B.82

    Certificeringsbasis voor gegevens betreffende de operationele geschiktheid voor een typecertificaat of beperkt typecertificaat van een luchtvaartuig

    21.B.85

    Aanduiding van de toepasselijke milieueisen en certificeringsspecificaties voor een typecertificaat of beperkt typecertificaat

    21.B.100

    Niveau van betrokkenheid

    21.B.103

    Afgifte van een typecertificaat of beperkt typecertificaat

    (SUBDEEL C — NIET VAN TOEPASSING)

    SUBDEEL D — WIJZIGINGEN IN TYPECERTIFICATEN EN BEPERKTE TYPECERTIFICATEN

    21.B.105

    Typecertificeringsbasis, milieueisen en certificeringsbasis voor gegevens betreffende de operationele geschiktheid voor een ingrijpende wijziging van een typecertificaat

    21.B.107

    Afgifte van een goedkeuring van een wijziging van een typecertificaat

    SUBDEEL E — AANVULLENDE TYPECERTIFICATEN

    21.B.109

    Typecertificeringsbasis, milieueisen en certificeringsbasis voor gegevens betreffende de operationele geschiktheid voor een aanvullend typecertificaat

    21.B.111

    Afgifte van een aanvullend typecertificaat

    SUBDEEL F — PRODUCTIE ZONDER ERKENNING ALS PRODUCTIEORGANISATIE

    21.B.120

    Onderzoek

    21.B.125

    Bevindingen

    21.B.130

    Afgifte van een akkoordverklaring

    21.B.135

    Behoud van de akkoordverklaring

    21.B.140

    Wijziging van een akkoordverklaring

    21.B.145

    Beperking, opschorting en intrekking van een akkoordverklaring

    21.B.150

    Administratie

    SUBDEEL G — ERKENNING ALS PRODUCTIEORGANISATIE

    21.B.220

    Onderzoek

    21.B.225

    Bevindingen

    21.B.230

    Afgifte van een certificaat

    21.B.235

    Permanent toezicht

    21.B.240

    Wijziging van een erkenning als productieorganisatie

    21.B.245

    Opschorting en intrekking van een erkenning als productieorganisatie

    21.B.260

    Administratie

    SUBDEEL H — BEWIJZEN VAN LUCHTWAARDIGHEID EN BEPERKTE BEWIJZEN VAN LUCHTWAARDIGHEID

    21.B.320

    Onderzoek

    21.B.325

    Afgifte van bewijzen van luchtwaardigheid

    21.B.326

    Bewijs van luchtwaardigheid

    21.B.327

    Beperkt bewijs van luchtwaardigheid

    21.B.330

    Opschorting en intrekking van bewijzen van luchtwaardigheid en beperkte bewijzen van luchtwaardigheid

    21.B.345

    Administratie

    SUBDEEL I — GELUIDSCERTIFICATEN

    21.B.420

    Onderzoek

    21.B.425

    Afgifte van geluidscertificaten

    21.B.430

    Opschorting en intrekking van een geluidscertificaat

    21.B.445

    Administratie

    SUBDEEL J — ERKENNING ALS ONTWERPORGANISATIE

    SUBDEEL K — ONDERDELEN EN UITRUSTINGSSTUKKEN

    (SUBDEEL L — NIET VAN TOEPASSING)

    SUBDEEL M — REPARATIES

    21.B.450

    Typecertificeringsbasis en milieueisen voor een goedkeuring van het ontwerp voor een ingrijpende reparatie

    21.B.453

    Afgifte van een goedkeuring van een reparatieontwerp

    (SUBDEEL N — NIET VAN TOEPASSING)

    SUBDEEL O — ETSO-AUTORISATIES

    21.B.480

    Afgifte van een ETSO-autorisatie

    SUBDEEL P — VLIEGVERGUNNING

    21.B.520

    Onderzoek

    21.B.525

    Afgifte van vliegvergunningen

    21.B.530

    Intrekking van vliegvergunningen

    21.B.545

    Administratie

    SUBDEEL Q — IDENTIFICATIE VAN PRODUCTEN, ONDERDELEN EN UITRUSTINGSSTUKKEN

    Aanhangsels

    Aanhangsel I — EASA-formulier 1 — Certificaat van vrijgave

    Aanhangsel II — EASA-formulier 15 — Certificaat van beoordeling van de luchtwaardigheid

    Aanhangsel III — EASA-formulier 20a — Vliegvergunning

    Aanhangsel IV — EASA-formulier 20b — Vliegvergunning (afgegeven door erkende organisaties)

    Aanhangsel V — EASA-formulier 24 — Beperkt bewijs van luchtwaardigheid

    Aanhangsel VI — EASA-formulier 25 — Bewijs van luchtwaardigheid

    Aanhangsel VII — EASA-formulier 45 — Geluidscertificaat

    Aanhangsel VIII — EASA-formulier 52 — Conformiteitsverklaring voor luchtvaartuigen

    Aanhangsel IX — EASA-formulier 53 — Bewijs van vrijgave voor gebruik

    Aanhangsel X — EASA-formulier 55 — Certificaat erkenning als productieorganisatie

    Aanhangsel XI — EASA-formulier 65 — Akkoordverklaring voor productie zonder erkenning als productieorganisatie

    Aanhangsel XII — Categorieën vliegproeven en kwalificaties van bemanningsleden voor vliegproeven 85”.

    2)

    De volgende punten 21.A.5, 21.A.6 en 21.A.7 worden ingevoegd:

    “21.A.5   Administratie

    Alle relevante ontwerpinformatie, tekeningen en testrapporten, met inbegrip van de inspectieverslagen van het met het oog op certificering geteste product of artikel, moeten door de houder van het typecertificaat, het beperkt typecertificaat, het aanvullend typecertificaat, de ontwerpwijziging, de goedkeuring van een reparatieontwerp of van een ETSO-autorisatie ter beschikking van het Agentschap worden gehouden en worden bewaard, zodat de nodige informatie voorhanden is om vast te stellen dat het product of artikel blijvend luchtwaardig is, de gegevens betreffende de operationele geschiktheid geldig zijn en het product of artikel voldoet aan de toepasselijke milieueisen.

    21.A.6   Handboeken

    De houder van een typecertificaat, beperkt typecertificaat of aanvullend typecertificaat moet originele exemplaren samenstellen, bijhouden en actueel houden van alle handboeken of varianten van handboeken die voor het product of artikel vereist worden door de toepasselijke typecertificeringsbasis, de toepasselijke certificeringsbasis voor de gegevens betreffende de operationele geschiktheid en de milieueisen, en moet, op verzoek, kopieën bezorgen aan het Agentschap.

    21.A.7   Instructies voor blijvende luchtwaardigheid

    a)

    De houder van een typecertificaat, beperkt typecertificaat, aanvullend typecertificaat, goedkeuring van een ontwerpwijziging of reparatieontwerp ontwikkelt of verwijst naar de instructies die nodig zijn om te garanderen dat gedurende de volledige levensduur van het luchtvaartuig wordt voldaan aan de luchtwaardigheidsnorm voor het type luchtvaartuig en alle bijbehorende onderdelen, wanneer hij de naleving aantoont van de toepasselijke typecertificeringsbasis die door het Agentschap is vastgesteld en meegedeeld overeenkomstig 21.B.80.

    b)

    Minstens één reeks volledige instructies voor blijvende luchtwaardigheid moet worden verstrekt door de houder van:

    1.

    een typecertificaat of beperkt typecertificaat, aan elke bekende eigenaar van een of meer producten, bij de levering of bij de afgifte van het eerste bewijs van luchtwaardigheid of beperkt bewijs van luchtwaardigheid voor het betreffende luchtvaartuig, al naargelang welk van beide het laatst wordt afgegeven;

    2.

    een aanvullend typecertificaat of een goedkeuring van een ontwerpwijziging, aan alle bekende exploitanten van het product waarop de wijziging betrekking heeft, bij de vrijgave voor gebruik van het gewijzigde product;

    3.

    een goedkeuring van een reparatieontwerp, aan alle bekende exploitanten van het product waarop de reparatie betrekking heeft, bij de vrijgave voor gebruik van het product waarin het reparatieontwerp is toegepast. Het gerepareerde product, onderdeel of uitrustingsstuk mag voor gebruik worden vrijgegeven voordat de desbetreffende instructies voor blijvende luchtwaardigheid zijn voltooid, maar dit slechts voor een beperkte gebruiksperiode en na akkoord van het Agentschap.

    Daarna moeten de houders van een ontwerpgoedkeuring die instructies op verzoek ter beschikking stellen van alle andere personen die aan deze instructies moeten voldoen.

    c)

    In afwijking van het bepaalde onder b) mag de houder van het typecertificaat of beperkt typecertificaat de terbeschikkingstelling van een deel van de instructies voor blijvende luchtwaardigheid, dat betrekking heeft op geplande instructies met een lange doorlooptijd, uitstellen tot na de ingebruikname van het product of gewijzigde product, maar hij moet die instructies ter beschikking stellen vóór het gebruik van deze gegevens vereist is voor het product of gewijzigd product.

    d)

    De houder van een ontwerpgoedkeuring, die instructies voor blijvende luchtwaardigheid moet verstrekken overeenkomstig punt b), moet ook de wijzigingen van deze instructies ter beschikking stellen van alle bekende exploitanten van het product waarop de wijziging betrekking heeft en, op verzoek, van alle andere personen die aan die wijziging moeten voldoen. Die houder van een ontwerpgoedkeuring moet, op verzoek, aan het Agentschap aantonen dat het proces voor het aanbrengen van wijzigingen in de overeenkomstig dit punt verstrekte instructies voor blijvende luchtwaardigheid, passend is.”.

    3)

    Punt 21.A.41 wordt vervangen door:

    “21.A.41   Typecertificaat

    Het typecertificaat en beperkt typecertificaat omvatten het typeontwerp, de exploitatiebeperkingen, de instructies voor blijvende luchtwaardigheid, het gegevensblad voor luchtwaardigheid en emissies, de toepasselijke typecertificeringsbasis en de milieueisen waarvoor het Agentschap bijhoudt of eraan voldaan is, en alle andere voorwaarden of beperkingen die voor het product zijn voorgeschreven in de toepasselijke certificeringsspecificaties en milieueisen. Het typecertificaat en beperkt typecertificaat voor luchtvaartuigen omvatten bovendien ook de toepasselijke certificeringsbasis van de gegevens inzake de operationele geschiktheid, de gegevens inzake de operationele geschiktheid en het gegevensblad voor geluid. Het typecertificaat en beperkt typecertificaat voor het luchtvaartuig omvatten het register van de naleving van CO2-emissies en het gegevensblad voor de motor omvat de gegevens omtrent naleving van de emissievereisten.”.

    4)

    Punt 21.A.44 wordt vervangen door:

    “21.A.44   Verplichtingen van de houder

    Elke houder van een typecertificaat of een beperkt typecertificaat moet:

    a)

    de verplichtingen nakomen die worden beschreven in de punten 21.A.3A, 21.A.3B, 21.A.4, 21.A.55, 21.A.57, 21.A.61, 21.A.62 en 21.A.65, en moet hiervoor blijven voldoen aan de kwalificatie-eisen voor aanvaardbaarheid overeenkomstig 21.A.14, en

    b)

    de identificatiekenmerken in overeenstemming met subdeel Q specificeren.”.

    Met ingang van 18 mei 2022 wordt de verplichting om te voldoen aan de onder a) genoemde verplichtingen, begrepen als een verwijzing naar de punten 21.A.3A, 21.A.3B, 21.A.4, 21.A.5, 21.A.6, 21.A.7, 21.A.62 en 21.A.65, waarbij elke houder van een typecertificaat of beperkt typecertificaat hiervoor moet blijven voldoen aan de kwalificatie-eisen voor aanvaardbaarheid overeenkomstig 21.A.14.

    5)

    De punten 21.A.55, 21.A.57 en 21.A.61 worden geschrapt.

    6)

    Het volgende punt 21.A.65 wordt ingevoegd:

    “21.A.65   Blijvende structurele integriteit van vliegtuigstructuren

    De houder van het typecertificaat of beperkt typecertificaat voor een groot vliegtuig garandeert dat het programma voor blijvende structurele integriteit geldig blijft gedurende de volledige levensduur van het vliegtuig, rekening houdende met de ervaring met de dienstverlening en de huidige activiteiten.”.

    7)

    In punt 21.A.90B, onder a), wordt punt 2 vervangen door:

    “2.

    die ontwerpgegevens volgen die in de door het Agentschap opgestelde certificeringsgegevens zijn vermeld, welke aanvaardbare methoden, technieken en praktijken voor het uitvoeren en identificeren van standaardwijzigingen bevatten, inclusief de bijbehorende instructies voor blijvende luchtwaardigheid, en”.

    8)

    Het volgende punt 21.A.90C wordt ingevoegd:

    “21.A.90C   Autonome wijzigingen van de instructies voor blijvende luchtwaardigheid

    a)

    Autonome wijzigingen van de instructies voor blijvende luchtwaardigheid zijn wijzigingen die niet rechtstreeks ten gevolge van een wijziging van het typeontwerp of reparatieontwerp zijn opgesteld.

    b)

    Autonome wijzigingen van de instructies voor blijvende luchtwaardigheid kunnen alleen worden aangebracht door de houder van de ontwerpgoedkeuring waarvoor die instructies zijn opgesteld.

    c)

    De punten 21.A.91 tot en met 21.A.109 zijn niet van toepassing op autonome wijzigingen van de instructies voor blijvende luchtwaardigheid die:

    1.

    geen gevolgen hebben voor de sectie luchtwaardigheidslimieten van de instructies voor blijvende luchtwaardigheid, en

    2.

    niet vereisen dat de houder van de ontwerpgoedkeuring op een andere wijze aantoont dat hij voldoet aan de certificeringsbasis.

    d)

    De onder c) bedoelde autonome wijzigingen van de instructies voor blijvende luchtwaardigheid moeten worden goedgekeurd door de houder van de ontwerpgoedkeuring, volgens procedures die met het Agentschap zijn overeengekomen.”.

    9)

    Punt 21.A.101 wordt als volgt gewijzigd:

    a)

    de eerste alinea onder b) wordt vervangen door:

    “b)

    Bij wijze van uitzondering op het bepaalde onder a) en behoudens het bepaalde onder h) mag een eerdere wijziging van een onder a) vermelde certificeringsspecificatie en van elke andere certificeringsspecificatie die daar rechtstreeks verband mee houdt, worden gebruikt in elk van de volgende situaties, tenzij de eerdere wijziging van toepassing is geworden vóór de datum waarop de overeenkomstige certificeringsspecificaties waarnaar wordt verwezen in het typecertificaat van toepassing zijn geworden:”;

    b)

    het volgende punt h) wordt toegevoegd:

    “h)

    Voor grote vliegtuigen die onder punt 26.300 van bijlage I bij Verordening (EU) 2015/640 (*1) vallen, moet de aanvrager voldoen aan certificeringsspecificaties die zorgen voor een veiligheidsniveau dat minstens gelijkwaardig is aan de punten 26.300, 26.320 en 26.330 van bijlage I bij Verordening (EU) 2015/640, behalve voor aanvragers van aanvullende typecertificaten, die niet moeten voldoen aan punt 26.303.

    (*1)  Verordening (EU) 2015/640 van de Commissie van 23 april 2015 betreffende aanvullende luchtwaardigheidsspecificaties voor een bepaald soort vluchtuitvoering en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 965/2012 (PB L 106 van 24.4.2015, blz. 18).”."

    10)

    De punten 21.A.105 en 21.A.107 worden geschrapt.

    11)

    In punt 21.A.109 wordt het bepaalde onder a) vervangen door:

    “a)

    de in punten 21.A.4, 21.A.5, 21.A.7 en 21.A.108 vastgestelde verplichtingen nakomen, en”.

    12)

    In punt 21.A.118A, wordt het bepaalde onder a), punt 1, vervangen door:

    “1.

    zijn vastgesteld in de punten 21.A.3A, 21.A.3B, 21.A.4, 21.A.5, 21.A.6, 21.A.7 en 21.A.120B;”.

    13)

    De punten 21.A.119 en 21.A.120A worden geschrapt.

    14)

    Punt 21.A.307 wordt vervangen door:

    “21.A.307   Geschiktheid van onderdelen en uitrustingsstukken om te worden geïnstalleerd

    a)

    Een onderdeel of uitrustingsstuk komt in aanmerking voor installatie in een product met typecertificering als het in zodanige staat verkeert dat het veilig kan worden gebruikt, gemarkeerd is overeenkomstig subdeel Q en vergezeld gaat van een certificaat van vrijgave (EASA-formulier 1), dat bevestigt dat het product is vervaardigd in overeenstemming met goedgekeurde ontwerpgegevens.

    b)

    In afwijking van punt a), en voor zover voldaan is aan de voorwaarden van punt c), is voor de volgende onderdelen of uitrustingsstukken geen EASA-formulier 1 vereist om in aanmerking te komen voor installatie in een product met typecertificering:

    1.

    een standaardonderdeel;

    2.

    in het geval van ELA1 of ELA2, een onderdeel of uitrustingsstuk dat:

    i)

    geen beperkte levensduur heeft en geen deel uitmaakt van de primaire structuur of van de besturingsorganen;

    ii)

    geïdentificeerd is voor installatie in het specifieke luchtvaartuig;

    iii)

    wordt geïnstalleerd in een luchtvaartuig waarvan de eigenaar is nagegaan of het in overeenstemming is met voorwaarden i) en ii), en de verantwoordelijkheid voor deze overeenstemming heeft aanvaard;

    3.

    een onderdeel of uitrustingsstuk waarvoor niet-overeenstemming met de goedgekeurde ontwerpgegevens een verwaarloosbaar effect heeft op de veiligheid van het product en dat als dusdanig door de houder van de ontwerpgoedkeuring is geïdentificeerd in de instructies voor blijvende luchtwaardigheid. Om de gevolgen van een niet-conform onderdeel of uitrustingsstuk voor de veiligheid te bepalen, kan de houder van de ontwerpgoedkeuring in de instructies voor blijvende luchtwaardigheid bepalen dat de installateur van het onderdeel of uitrustingsstuk specifieke controleactiviteiten moet verrichten;

    4.

    in het geval van de toepassing van een standaardwijziging overeenkomstig 21.A.90B of een standaardreparatie overeenkomstig 21.A.431B, een onderdeel of uitrustingsstuk waarvan niet-overeenstemming met de ontwerpgegevens een verwaarloosbaar effect heeft op de veiligheid van het product, en voor zover het als dusdanig is geïdentificeerd in de certificeringsspecificaties voor standaardwijzigingen en standaardreparaties die zijn afgegeven overeenkomstig 21.A.90B, onder a), punt 2, en 21.A.431B, onder a), punt 2. Om de gevolgen van een niet-conform onderdeel of uitrustingsstuk voor de veiligheid te bepalen, kan in de bovengenoemde certificeringsspecificaties worden bepaald dat de persoon die het onderdeel of uitrustingsstuk in het product installeert, specifieke controleactiviteiten moet verrichten;

    5.

    een onderdeel of uitrustingsstuk dat is vrijgesteld van een luchtwaardigheidsgoedkeuring overeenkomstig Verordening (EU) nr. 965/2012 van de Commissie (*2), en

    6.

    een onderdeel of uitrustingsstuk dat deel uitmaakt van een grotere assemblage, zoals bedoeld onder b), punten 1 tot en met 5.

    c)

    Onder b) vermelde onderdelen en uitrustingsstukken komen in aanmerking voor installatie in een product met typecertificering zonder dat zij vergezeld gaan van een EASA-formulier 1, voor zover de installateur houder is van een document dat is afgegeven door de persoon of organisatie die het onderdeel of uitrustingsstuk heeft vervaardigd, waarin de naam van het onderdeel of uitrustingsstuk, het onderdeelnummer en de datum van afgifte worden vermeld en wordt verklaard dat het onderdeel of uitrustingsstuk conform is.

    (*2)  Verordening (EU) nr. 379/2014 van de Commissie van 7 april 2014 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 965/2012 van de Commissie tot vaststelling van technische eisen en administratieve procedures voor vluchtuitvoering, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 123 van 24.4.2014, blz. 1).”."

    15)

    Punt 21.A.433, onder a), wordt als volgt gewijzigd:

    a)

    punt 3 wordt vervangen door:

    “3.

    wanneer geen kenmerken of eigenschappen zijn vastgesteld die het product onveilig maken voor het gebruik waarvoor de certificering is aangevraagd;”;

    b)

    het volgende punt 5 wordt toegevoegd:

    “5.

    wanneer, voor een reparatie aan een vliegtuig die onder punt 26.302 van bijlage I bij Verordening (EU) 2015/640 valt, is aangetoond dat de structurele integriteit van de reparatie en de betrokken structuur ten minste gelijkwaardig is aan het niveau van structurele integriteit dat in punt 26.302 van bijlage I bij Verordening (EU) 2015/640 is vastgesteld voor de basisstructuur.”.

    16)

    De punten 21.A.447 en 21.A.449 worden geschrapt.

    17)

    Punt 21.A.451 wordt als volgt gewijzigd:

    a)

    het bepaalde onder a), punt 1, i), wordt vervangen door:

    “i)

    die worden beschreven in de punten 21.A.3A, 21.A.3B, 21.A.4, 21.A.5, 21.A.7, 21.A.439, 21.A.441 en 21.A.443;”;

    b)

    het bepaalde onder b), punt 1, wordt vervangen door:

    “1.

    de in punten 21.A.4, 21.A.5 en 21.A.7 vastgestelde verplichtingen nakomen, en”.

    18)

    In punt 21.A.609 wordt het bepaalde onder b) vervangen door:

    “b)

    voor elke model van elk artikel waarvoor een ETSO-autorisatie is afgegeven, een recent bestand van complete technische gegevens en verslagen opstellen en bijhouden in overeenstemming met punt 21.A.5;”.

    19)

    Punt 21.A.613 wordt geschrapt.

    20)

    Punt 21.A.804 wordt vervangen door:

    21.A.804 Identificatie van onderdelen en uitrustingsstukken

    a)

    Elk onderdeel of uitrustingsstuk dat in aanmerking komt voor installatie in een product met typecertificering, wordt voorzien van een permanent en leesbaar merkteken met:

    1.

    de naam, het handelsmerk of het logo van de fabrikant op een manier zoals gedefinieerd in de toepasselijke ontwerpgegevens,

    2.

    het onderdeelnummer, zoals gedefinieerd in de toepasselijke ontwerpgegevens, en

    3.

    de EPA-letters voor onderdelen of uitrustingsstukken die geproduceerd zijn in overeenstemming met goedgekeurde ontwerpgegevens die niet behoren tot de houder van het typecertificaat voor het betreffende product, behalve voor ETSO-artikelen en voor onderdelen en uitrustingsstukken die onder punt b) van 21.A.307 vallen.

    b)

    In afwijking van punt a), als het Agentschap ermee akkoord gaat dat het onderdeel of uitrustingsstuk te klein is of dat het niet praktisch zou zijn om het onderdeel of uitrustingsstuk te voorzien van de onder a) voorgeschreven informatie, mag op het certificaat van vrijgave dat bij het onderdeel of het uitrustingsstuk of zijn verpakking is gevoegd, de informatie worden vermeld die niet kon worden aangebracht op het onderdeel of uitrustingsstuk.”.


    (*1)  Verordening (EU) 2015/640 van de Commissie van 23 april 2015 betreffende aanvullende luchtwaardigheidsspecificaties voor een bepaald soort vluchtuitvoering en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 965/2012 (PB L 106 van 24.4.2015, blz. 18).”.

    (*2)  Verordening (EU) nr. 379/2014 van de Commissie van 7 april 2014 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 965/2012 van de Commissie tot vaststelling van technische eisen en administratieve procedures voor vluchtuitvoering, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 123 van 24.4.2014, blz. 1).”.”


    BIJLAGE II

    Bijlage I (deel 21) bij Verordening (EU) nr. 748/2012 wordt als volgt gerectificeerd:

    1)

    Punt 21.A.15 wordt als volgt gerectificeerd:

    a)

    de eerste alinea onder b) wordt vervangen door:

    “b)

    Een aanvraag van een typecertificaat of beperkt typecertificaat bevat minstens voorlopige beschrijvende gegevens van het product, het beoogde gebruik van het product en het soort activiteiten waarvoor certificering wordt gevraagd. Bovendien bevat ze of wordt ze na de oorspronkelijke aanvraag aangevuld met een certificeringsprogramma voor het aantonen van de overeenstemming, overeenkomstig punt 21.A.20, dat bestaat uit:”;

    b)

    het bepaalde onder d) wordt vervangen door:

    “d)

    Een aanvraag voor een typecertificaat of beperkt typecertificaat voor een luchtvaartuig bevat een bijvoegsel voor de goedkeuring van de gegevens betreffende de operationele geschiktheid, of wordt daar na de indiening mee aangevuld.”.

    2)

    Punt 21.A.93 wordt als volgt gerectificeerd:

    a)

    de eerste alinea onder b) wordt vervangen door:

    “b)

    De aanvraag bevat of wordt na de oorspronkelijke aanvraag aangevuld met een certificeringsprogramma voor het aantonen van de overeenstemming, overeenkomstig punt 21.A.20, dat bestaat uit:”;

    b)

    het bepaalde onder c), punt 2, wordt vervangen door:

    “2.

    een verlenging vragen van de in de eerste zin van punt c) vastgestelde termijn voor de oorspronkelijke aanvraag en een nieuwe datum voor de afgifte van de goedkeuring voorstellen. In dat geval moet de aanvrager voldoen aan de typecertificeringsbasis, de certificeringsbasis voor gegevens betreffende de operationele geschiktheid en de milieueisen, zoals door het Agentschap opgesteld overeenkomstig punt 21.A.101 en meegedeeld overeenkomstig punt 21.B.105, tegen een door de aanvrager te bepalen datum. Die datum mag echter niet meer dan vijf jaar, in het geval van een aanvraag voor een wijziging van een typecertificaat of beperkt typecertificaat voor een groot vliegtuig of groot hefschroefvliegtuig, en drie jaar, in het geval van een aanvraag voor een wijziging van een ander typecertificaat of beperkt typecertificaat, voorafgaan aan de door de aanvrager voorgestelde nieuwe datum voor de afgifte van de goedkeuring.”.

    3)

    In punt 21.A.174 wordt het bepaalde onder b), punt 3), ii), vervangen door:

    “ii)

    een niet-lidstaat:

    een verklaring door de bevoegde autoriteit van het land waar het luchtvaartuig geregistreerd is, of was, waarin de luchtwaardigheidstoestand van het betreffende luchtvaartuig op het moment van de overdracht wordt beschreven;

    een gewichts- en zwaartepuntsrapport met een beladingschema;

    het vlieghandboek indien dit wordt vereist in de luchtwaardigheidsvoorschriften voor dat luchtvaartuig;

    historische gegevens om de productie-, wijzigings- en onderhoudsstatus van het luchtvaartuig vast te stellen, met inbegrip van alle beperkingen die verbonden zijn aan een beperkt bewijs van luchtwaardigheid dat is afgegeven overeenkomstig punt 21.B.327;

    een aanbeveling voor de afgifte van een bewijs van luchtwaardigheid of een beperkt bewijs van luchtwaardigheid en voor een certificaat van herbeoordeling van de luchtwaardigheid op grond van een beoordeling van de luchtwaardigheid overeenkomstig bijlage I (deel-M) van Verordening (EU) nr. 1321/2014 van de Commissie (*1) of een certificaat van beoordeling van de luchtwaardigheid overeenkomstig bijlage V ter (deel-ML) bij Verordening (EU) nr. 1321/2014;

    de datum waarop het eerste bewijs van luchtwaardigheid is afgegeven en, indien de normen van bijlage 16, volume III, bij het Verdrag van Chicago van toepassing zijn, de gegevens inzake CO2-emissies in metrische waarden.

    (*1)  Verordening (EU) nr. 1321/2014 van de Commissie van 26 november 2014 betreffende de permanente luchtwaardigheid van luchtvaartuigen en luchtvaartproducten, -onderdelen en -uitrustingsstukken, en betreffende de goedkeuring van bij voornoemde taken betrokken organisaties en personen (PB L 362 van 17.12.2014, blz. 1).”."

    4)

    In punt 21.A.181 wordt het bepaalde onder a), punt 1, vervangen door:

    “1.

    de van toepassing zijnde vereisten voor typeontwerp en blijvende luchtwaardigheid worden nageleefd, en”.

    5)

    In punt 21.A.211 wordt het bepaalde onder a), punt 1, vervangen door:

    “1.

    de van toepassing zijnde vereisten voor typeontwerp, milieubescherming en blijvende luchtwaardigheid worden nageleefd, en”.

    6)

    In punt 21.A.431B wordt het bepaalde onder a), punt 2, vervangen door:

    “2.

    volgens ontwerpgegevens die in de door het Agentschap opgestelde certificeringsgegevens zijn vermeld, welke aanvaardbare methoden, technieken en praktijken voor het uitvoeren en identificeren van standaardreparaties bevatten, inclusief de bijbehorende instructies voor blijvende luchtwaardigheid, en”.

    7)

    In punt 21.A.432C wordt de eerste alinea onder b) vervangen door:

    “b)

    Een aanvraag van een goedkeuring van een ontwerp voor een ingrijpende reparatie bevat of wordt na de oorspronkelijke aanvraag aangevuld met een certificeringsprogramma dat bestaat uit:”.

    8)

    In punt 21.A.711 wordt het bepaalde onder d) vervangen door:

    “d)

    Een erkende organisatie kan een vliegvergunning afgeven (EASA-formulier 20b, zie aanhangsel IV) op grond van de bevoegdheid verleend krachtens M.A.711 van bijlage I (deel-M) van Verordening (EU) nr. 1321/2014 of CAMO.A.125 van bijlage V quater (deel-CAMO) van Verordening (EU) nr. 1321/2014 of CAO.A.095 van bijlage V quinquies (deel-CAO) van Verordening (EU) nr. 1321/2014, indien de vluchtvoorwaarden als bedoeld in punt 21.A.708 van deze bijlage zijn goedgekeurd overeenkomstig punt 21.A.710 van deze bijlage;”.

    9)

    In punt 21.B.325 wordt het bepaalde onder c) vervangen door:

    “c)

    Voor luchtvaartuigen afkomstig uit een niet-lidstaat geeft de bevoegde autoriteit van de lidstaat van registratie, naast een bewijs van luchtwaardigheid als bedoeld onder a) of b), het volgende af:

    1.

    voor nieuwe of gebruikte luchtvaartuigen die onder bijlage I (deel-M) bij Verordening (EU) nr. 1321/2014 van de Commissie vallen, een oorspronkelijk certificaat van beoordeling van de luchtwaardigheid (EASA-formulier 15a, aanhangsel II);

    2.

    voor nieuwe luchtvaartuigen die onder bijlage V ter (deel-ML) bij Verordening (EU) nr. 1321/2014 van de Commissie vallen, een oorspronkelijk certificaat van beoordeling van de luchtwaardigheid (EASA-formulier 15c, aanhangsel II);

    3.

    voor gebruikte luchtvaartuigen die onder bijlage V ter (deel-ML) Verordening (EU) nr. 1321/2014 van de Commissie vallen, een oorspronkelijk certificaat van beoordeling van de luchtwaardigheid (EASA-formulier 15c, aanhangsel II), als de bevoegde autoriteit de beoordeling van de luchtwaardigheid heeft uitgevoerd.”.

    10)

    In aanhangsel II wordt EASA 15c — Certificaat van herbeoordeling van de luchtwaardigheid vervangen door:

    Certificaat van beoordeling van de luchtwaardigheid — EASA-formulier 15c

    OPMERKING: Personen en organisaties die beoordelingen van de luchtwaardigheid uitvoeren in combinatie met de 100 uren/jaarlijkse controle, mogen de achterzijde van dit formulier gebruiken voor de afgifte van het in ML.A.801 bedoelde certificaat van vrijgave voor gebruik dat overeenstemt met de 100 uren/jaarlijkse controle.

    CERTIFICAAT VAN BEOORDELING VAN DE LUCHTWAARDIGHEID (voor luchtvaartuigen die voldoen aan deel-ML)

    ARC-referentie: ………..

    Overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1139 van het Europees Parlement en de Raad:

    [NAAM VAN DE BEVOEGDE AUTORITEIT] (**)

    bevestigt hierbij dat:

    ☐…..dat zij overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1321/2014 een beoordeling van de luchtwaardigheid heeft uitgevoerd op het volgende luchtvaartuig:

    [of]

    ☐.….het volgende nieuwe luchtvaartuig:

    Fabrikant luchtvaartuig: …………………….Fabrikantaanduiding: …………………….………………………………

    Registratie luchtvaartuig: ………………………Serienummer luchtvaartuig: …………..….……………………………

    en dat dit luchtvaartuig luchtwaardig is bevonden ten tijde van de beoordeling.

    Datum van afgifte: ………………………………….Vervaldatum: …………………………..…………………………

    Vlieguren casco op de datum van beoordeling (*): …………………………………………..…………………………

    Handtekening: …………………………Vergunning nr. (indien van toepassing): ……….…….………………………….

    [OF]

    [NAAM VAN DE ERKENDE ORGANISATIE, ADRES en REFERENTIE VAN DE ERKENNING] (**)

    [of]

    [VOLLEDIGE NAAM VAN HET CERTIFICERINGSPERSONEEL EN DEEL 66-LICENTIENUMMER (OF NATIONAAL EQUIVALENT)] (**)

    hierbij dat zij overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1321/2014 een beoordeling van de luchtwaardigheid heeft uitgevoerd op het volgende luchtvaartuig:

    Fabrikant luchtvaartuig: ……………………. Fabrikantaanduiding: …………….………………………………………

    Registratie luchtvaartuig: ……………………… Serienr. luchtvaartuig: ………….………….…………………………

    en dat dit luchtvaartuig luchtwaardig is bevonden ten tijde van de beoordeling.

    Datum van afgifte: ……………………………………… Vervaldatum: ………………….…..……………………………

    Vlieguren casco op de datum van de beoordeling (*): ………………………………….……..……………………

    Handtekening: ………………………………… Vergunning nr. (indien van toepassing): …………………………

    ==================================================================

    Eerste verlenging: Het luchtvaartuig voldoet aan de voorwaarden van ML.A.901, onder c), van bijlage V ter (Deel-ML).

    Datum van afgifte: ……………………………………… Vervaldatum: ………………….…..………………………

    Vlieguren casco op de datum van afgifte (*): ……………………………………………..………………………

    Handtekening: ……………………………………………. Vergunning nr.: ………………….……………………

    Naam onderneming: ……………………………………. Referentienr. erkenning: ………………………………

    =================================================================

    Tweede verlenging: Het luchtvaartuig voldoet aan de voorwaarden van ML.A.901, onder c), van bijlage V ter (Deel-ML).

    Datum van afgifte: ……………………………………… Vervaldatum: …………………………………..

    Vlieguren casco op de datum van afgifte (*): ……………………………….…………..………………………………….

    Handtekening: ……………………………………………. Vergunning nr.:…………………………………..

    Naam onderneming: …………………………………. Referentienr. erkenning: ………………………………….

    (*)

    Behalve ballonnen en zeppelins.

    (**)

    De uitgever van het formulier kan het op zijn behoeften afstemmen door het schrappen van de naam, de certificeringsverklaring, de vermelding van het luchtvaartuig en de uitgiftegegevens die niet relevant zijn voor het gebruik ervan.

    EASA-formulier 15c, versie 4”.


    (*1)  Verordening (EU) nr. 1321/2014 van de Commissie van 26 november 2014 betreffende de permanente luchtwaardigheid van luchtvaartuigen en luchtvaartproducten, -onderdelen en -uitrustingsstukken, en betreffende de goedkeuring van bij voornoemde taken betrokken organisaties en personen (PB L 362 van 17.12.2014, blz. 1).”.”


    Haut